HP Deskjet 3630 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

gebruikershandleiding
Selecteer een van de onderstaande onderwerpen als u het antwoord op een vraag
wilt weten:
kennisgevingen
speciale functies
aan de slag
aansluitingen
afdrukken
onderhoud
problemen oplossen
specificaties
kennisgevingen
kennisgevingen en handelsmerken
termen en conventies
kennisgevingen en handelsmerken
kennisgeving van hewlett-packard company
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
Hewlett-Packard (HP) biedt ten aanzien van dit materiaal geen enkele garantie, met
inbegrip van, maar niet beperkt tot, de geïmpliceerde garanties van verkoopbaarheid
en geschiktheid voor een bepaald doel.
Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor directe, indirecte, incidentele of
gevolgschade die zou voortkomen uit het verstrekken of het gebruiken van deze
informatie.
Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging, bewerking of vertaling van dit
materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-
Packard, tenzij dit is toegestaan krachtens de wetten op het auteursrecht.
kennisgevingen
Microsoft, MS, MS-DOS, Windows en XP zijn gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
TrueType is een handelsmerk in de VS van Apple Computer, Inc.
Adobe en Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Copyright 2003 Hewlett-Packard Company
termen en conventies
De volgende termen en conventies worden gebruikt in de gebruikershandleiding.
termen
Met de term printer of HP printer wordt verwezen naar HP Deskjet printers.
symbolen
Het symbool > leidt u door een aantal softwarestappen. Bijvoorbeeld:
Klik op Bestand > Afdrukken.
Let op en Waarschuwing
Let op geeft aan dat het risico bestaat dat de HP Deskjet printer of andere
apparatuur beschadigd kan raken. Bijvoorbeeld:
Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de
inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de
sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of
kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen.
Waarschuwing geeft aan dat er gevaar voor uzelf of anderen bestaat. Bijvoorbeeld:
Waarschuwing! Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten het
bereik van kinderen.
pictogrammen
Een pictogram voor een Opmerking geeft aan dat er aanvullende informatie
beschikbaar is. Bijvoorbeeld:
De beste resultaten verkrijgt u met producten van HP.
Een pictogram van een Muis geeft aan dat er aanvullende informatie beschikbaar is
via de Help-functie Wat is dit? Bijvoorbeeld:
Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie
aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna
verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om
meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven.
Het pictogram Niet doen geeft aan dat een bepaalde actie wordt afgeraden.
Reinig de binnenkant van de printer niet.
speciale functies
Gefeliciteerd! U hebt een HP Deskjet printer aangeschaft die beschikt over
verschillende indrukwekkende functies:
Prachtige afdrukken van fotokwaliteit: geweldige afdrukprestaties als de
zwarte inktpatroon en de driekleureninktpatroon zijn geïnstalleerd.
Uitbreidingsmogelijkheid voor afdrukken met zes inkten: zorg voor nog
beter afdrukken van foto's met een foto-inktpatroon (apart verkrijgbaar).
Afdrukken zonder rand: druk foto's en kaarten van 102 x 152 mm (4 x 6
inch) tot de randen van het papier af met de functie afdrukken zonder rand.
Gebruikersvriendelijk: eenvoudig te installeren en te gebruiken.
Knop Annuleren: bespaar papier en inkt door afdruktaken snel en eenvoudig
te annuleren met de knop Annuleren.
Inktniveau-indicator: u kunt nagaan hoeveel inkt er nog ongeveer in elke
inktpatroon aanwezig is dankzij de inktniveau-indicator die op het scherm
wordt weergegeven.
Compact: klein, licht en eenvoudig te installeren, op te slaan en mee te
nemen.
Kwaliteit: de printer is zo gemaakt dat u altijd de beste resultaten krijgt voor
uw afdrukbehoeften.
inktpatronen
U kunt drie inktpatronen in de printer gebruiken.
zwarte inktpatroon
driekleurenpatroon
foto-inktpatroon
1. zwarte inktpatroon 2. driekleurenpatroon 3. foto-inktpatroon
Mogelijk worden niet al deze inktpatronen bij uw printer geleverd.
inktpatroon selecteren
printermodel inktpatroon selectienummer productnummer
HP Deskjet 3600
serie
zwart
27
c8727
drie kleuren
28
c8728
foto
58
c6658
Klik
hier voor installatie-instructies.
Klik
hier voor opslaginstructies.
Klik
hier voor recyclinginstructies.
Raadpleeg de informatie op de verpakking van de inktpatroon als u
wilt weten wat de inktcapaciteit van de inktpatroon is.
Voor optimale prestaties gebruikt u uitsluitend originele, in de fabriek gevulde
inktpatronen van HP.
Let op! Schade die rechtstreeks voortkomt uit het wijzigen of
navullen van HP inktpatronen valt uitdrukkelijk buiten de garantie van
de HP printer.
inktpatronen vervangen
Controleer de artikelnummers voordat u nieuwe inktpatronen koopt.
Ga als volgt te werk om een inktpatroon te vervangen:
1. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten.
2. Open de printerkap.
De houder verschuift naar het midden van de printer.
3. Druk de inktpatroon naar beneden en schuif deze uit de inktpatroonhouder.
1. Druk op de Aan/uit-knop 2. Trek de kap omhoog 3. Druk de inktpatroon
naar beneden 4. Schuif de inktpatroon uit de houder
4. Haal de vervangende inktpatroon uit de verpakking en verwijder voorzichtig de
kunststof tape. Houd de inktpatroon zodanig dat de koperen strook zich aan de
onderkant bevindt en naar de printer toe gericht is.
1. Verwijder het beschermende plakband
Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van
de inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen
de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt
optreden of kunnen zich problemen met de elektrische
verbindingen voordoen. Verwijder de koperen strips niet. Dit zijn
vereiste elektrische contactpunten.
1. inktsproeiers 2. koperen contactpunten
5. Schuif de inktpatroon stevig onder een licht opwaartse hoek in de houder
totdat u weerstand voelt.
6. Druk de patroon in de houder.
U hoort een klik wanneer de inktpatroon in de juiste positie is bevestigd.
7. Sluit de kap van de printer.
8.
Kalibreer de printer voor een optimale afdrukkwaliteit.
Klik hier voor informatie over de wijze waarop u de oude inktpatronen kunt laten
recyclen.
Waarschuwing! Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten het
bereik van kinderen.
inktpatronen kalibreren
Kalibreer de inktpatronen nadat u een inktpatroon hebt geïnstalleerd om de beste
afdrukkwaliteit te verkrijgen.
Ga als volgt te werk om inktpatronen te kalibreren:
1. laad een stapel gewoon wit papier in de invoerlade.
2. Ga naar
printeronderhoud.
3. Klik op Printer kalibreren.
4. Klik op Kalibreren en volg de instructies op het scherm op.
inktpatronen recyclen
Klanten die hun HP inktpatronen willen recyclen, kunnen deelnemen aan het
recyclingprogramma voor lege inktpatronen van HP. HP biedt dit programma in meer
landen/regio's aan dan enig andere producent van printerpatronen in de wereld. Dit
programma wordt aangeboden als een gratis service voor HP klanten en is een
milieuvriendelijke oplossing voor deze producten aan het einde van de levenscyclus.
Dit programma is niet beschikbaar in alle landen/regio's.
Als u hieraan wilt deelnemen, vraagt u eenvoudig via het web een portvrije envelop
of bulkverpakking aan op www.hp.com/recycle.
Omdat de unieke recyclingprocessen van HP zeer gevoelig zijn voor onjuiste
materialen, kunnen wij geen inktpatronen van andere fabrikanten inzamelen en
recyclen. De eindproducten van het recyclingproces worden gebruikt bij de fabricage
van nieuwe producten en HP moet garanderen dat het materiaal een constante
samenstelling heeft. Daarom recyclen wij alleen originele HP inktpatronen. Dit
programma geldt niet voor opnieuw gevulde patronen.
Teruggezonden inktpatronen worden gescheiden in ruwe materialen zodat deze
kunnen worden gezuiverd en worden gebruikt in andere bedrijfstakken voor de
fabricage van nieuwe producten. Voorbeelden van producten die zijn gemaakt van
gerecyclede materialen van HP inktpatronen, zijn auto-onderdelen, platen die worden
gebruikt in de fabricage van microchips, koperdraad, stalen platen en edele
materialen die in elektronische producten worden gebruikt. Afhankelijk van het model
kan HP maximaal 65% van het gewicht van een inktpatroon recyclen. De resterende
delen die niet kunnen worden hergebruikt (inkt, schuim en samengestelde
materialen), worden op milieuvriendelijke wijze verwijderd.
inktpatronen onderhouden
De volgende tips helpen u bij het onderhoud van de HP inktpatronen en bieden u een
consistente afdrukkwaliteit:
Bewaar alle inktpatronen in de verzegelde verpakking totdat u deze nodig
hebt. Inktpatronen moeten op kamertemperatuur worden bewaard (15-35 °C).
Verwijder de kunststof tape op de inktsproeiers pas als u gereed bent om de
inktpatroon te installeren in de printer. Als de beschermende tape van de
inktpatroon is verwijderd, moet u deze niet meer terugplaatsen. Wanneer u de
tape opnieuw bevestigt, beschadigt u de inktpatroon.
inktpatronen opslaan
Als u inktpatronen uit de printer verwijdert, moet u ze in een inktpatroonbeschermer
of een luchtdichte plastic verpakking bewaren.
Bij de foto-inktpatroon wordt een inktpatroonbeschermer geleverd. Als u de
inktpatroon in een luchtdichte plastic verpakking bewaart, moeten de inktsproeiers
met de koppen naar beneden toe worden bewaard zonder dat ze met de verpakking
in contact komen.
de inktpatroon in de inktpatroonbeschermer plaatsen
Schuif de inktpatroon onder een lichte hoek in de beschermer en klik deze stevig vast.
de inktpatroon uit de inktpatroonbeschermer verwijderen
Druk de beschermer omlaag en naar achteren om de inktpatroon los te maken.
Schuif de inktpatroon uit de beschermer.
Let op! Laat de inktpatroon niet vallen. Hierdoor kan de inktpatroon
beschadigd raken.
afdrukken zonder rand
Als u afdrukt zonder rand kunt u tot aan de rand van foto's en bepaalde
kaartformaten afdrukken. U kunt op de printer randloze foto's van 102 x 152 mm (4
x 6 inch) of kleiner afdrukken.
Wanneer u afdrukt op fotopapier van 102 x 152 mm (4 x 6 inch) met verwijderlipjes,
bevat de afdruk helemaal geen randen meer nadat u het verwijderlipje hebt
verwijderd.
Als u afdrukt op fotopapier van 102 x 152 mm (4 x 6 inch) zonder verwijderlipjes, A6-
kaarten en wenskaarten, bevat de afdruk aan drie zijden geen rand, maar wel een
rand aan de onderzijde.
de beeldgrootte selecteren
Open het bestand in een softwaretoepassing en wijs de gewenste beeldgrootte toe.
Zorg dat deze grootte overeenkomt met het formaat van het papier waarop u het
beeld wilt afdrukken.
afdrukken
Voer de volgende stappen uit om een document zonder rand af te drukken:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. Selecteer een van de randloze papierformaten in de vervolgkeuzelijst Formaat
is.
5. Selecteer het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Type is.
6. Klik op het selectievakje Zonder rand automatisch passend maken om de
grootte van het beeld automatisch zo aan te passen dat er geen rand wordt
afgedrukt.
De optie Zonder rand automatisch passend maken is alleen
beschikbaar voor fotopapiersoorten.
7. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
afdrukinstellingen
De printer wordt aangestuurd door op de computer geïnstalleerde software. Gebruik
de printersoftware (dat wil zeggen het printerstuurprogramma) om de
afdrukinstellingen voor een document te wijzigen.
Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer om de printerinstellingen te
wijzigen.
het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen
Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster Eigenschappen voor printer te
openen:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer verschijnt.
Het is mogelijk dat de wijze waarop u het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer opent van programma tot programma
verschilt.
het dialoogvenster Eigenschappen voor printer gebruiken
Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer bevat verschillende hulpmiddelen
waardoor het eenvoudig te gebruiken is.
knoppen en menu's
Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer bevat de volgende functies:
1. Tabbladen: klik op een tabblad om de inhoud ervan weer te geven.
2. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
3. Afdrukvoorbeeld: geeft aan wat voor gevolgen wijzigingen in de
printerinstellingen op de afdruk hebben.
4. Knoppen:
OK: als u hierop klikt, worden wijzigingen opgeslagen en toegepast.
Annuleren: als u hierop klikt, wordt het dialoogvenster gesloten zonder
dat de nieuwe instellingen worden opgeslagen.
Help: als u hierop klikt, verschijnen instructies voor het gebruik van de
Help-functie Wat is dit?.
Het is mogelijk dat ook de knop Toepassen verschijnt. Als u op de knop
Toepassen klikt, worden de instellingen opgeslagen zonder dat het
dialoogvenster wordt gesloten.
Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie
aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna
verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer
informatie over de geselecteerde optie weer te geven.
tabbladen
tabblad papier/kwaliteit
tabblad afwerking
tabblad effecten
tabblad basis
tabblad kleur
De printerfuncties en instructies voor het gebruik ervan kunnen
worden gewijzigd. Dit document werd gepubliceerd voordat alle
printerfuncties waren vastgesteld.
snelinstellingen afdruktaak
Gebruik snelinstellingen voor afdruktaken als u wilt afdrukken met instellingen die u
regelmatig gebruikt of als u deze wilt opslaan.
Als u bijvoorbeeld vaak enveloppen afdrukt, kunt u een afdruktaak maken met de
instellingen voor het papierformaat, de afdrukkwaliteit en de afdrukstand die u
normaal gezien gebruikt voor enveloppen. Nadat u de afdruktaak eenmaal hebt
gemaakt, kunt u deze gewoon selecteren wanneer u enveloppen afdrukt. U hoeft de
afdrukinstellingen dan niet meer allemaal op te geven.
Maak uw eigen afdruktaak of gebruik de speciaal ontworpen afdruktaken die u in de
vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak vindt.
snelinstellingen voor afdruktaken gebruiken
Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor een afdruktaak te gebruiken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer de afdruktaak die u wilt gebruiken in de vervolgkeuzelijst.
3. Klik op OK.
Als u de standaardprinterinstellingen wilt herstellen, selecteert u
Standaard afdrukinstellingen in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen
afdruktaak en klikt u op OK.
snelinstellingen voor een afdruktaak maken
Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor afdruktaken te maken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer de opties die u in de nieuwe afdruktaak wilt opnemen.
3. Voer in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak een naam voor de
nieuwe afdruktaak in en klik op Opslaan.
De snelinstellingen voor de afdruktaak wordt aan de vervolgkeuzelijst
toegevoegd.
Als u meer opties aan de afdruktaak toevoegt, moet u de naam van
de afdruktaak wijzigen en op OK klikken.
snelinstellingen voor afdruktaken verwijderen
Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor een afdruktaak te verwijderen:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer de afdruktaak die u uit de vervolgkeuzelijst wilt verwijderen en klik
op Verwijderen.
Een aantal snelinstellingen voor afdruktaken kunt u niet verwijderen.
tabblad papier/kwaliteit
Op het tabblad Papier/Kwaliteit kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
2. Formaat is: formaat van het gebruikte papier.
3. Aangepast: zie
een aangepast papierformaat instellen.
4. Type is: de papiersoort die wordt gebruikt.
5. Zonder rand automatisch passend maken: selecteer deze optie wanneer u
een
randloos document op een bepaald papiertype afdrukt en u het beeld over
de volledige pagina wilt afdrukken.
6. Afdrukkwaliteit: Er zijn vijf opties voor de afdrukkwaliteit: Snel concept, Snel
normaal, Normaal, Best en Maximum dpi. Naarmate de afdrukkwaliteit
toeneemt van Snel concept naar Maximum dpi wordt de kwaliteit van het
gedrukte beeld beter en neemt de afdruksnelheid af. Voor Snel concept wordt
de minste hoeveelheid inkt gebruikt. Voor Maximum dpi wordt de meeste inkt
gebruikt en is veel schijfruimte vereist.
7. hp digitale fotografie: zie digitale foto's afdrukken.
8. Afdruktips: afdrukideeën.
een aangepast papierformaat instellen
Gebruik het dialoogvenster Aangepast papierformaat als u wilt afdrukken op een
speciaal papierformaat.
een aangepast papierformaat definiëren
Voer de volgende stappen uit om een aangepast papierformaat te definiëren:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
3. Klik op de knop Aangepast.
Het dialoogvenster Aangepast papierformaat wordt weergegeven.
4. Selecteer een aangepast papierformaat in de vervolgkeuzelijst Naam.
5. Voer de afmetingen van het papier in de vakken Breedte en Lengte in.
Onder elk vak staan de minimale en maximale papierafmetingen.
6. Selecteer de maateenheid: Inches of Millimeters.
7. Klik op Opslaan om het aangepaste papierformaat op te slaan.
U kunt maximaal vijf aangepaste papierformaten opslaan.
8. Klik op OK om het dialoogvenster Aangepast papierformaat af te sluiten.
digitale foto's afdrukken
De printer biedt een aantal functies waarmee u de kwaliteit van digitale foto's kunt
verbeteren.
het dialoogvenster hp opties voor digitale fotografie openen
Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie
te openen:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en vervolgens op de knop HP opties voor
digitale fotografie.
het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie gebruiken
Gebruik het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie om de volgende opties
in te stellen:
1. Rode ogen verwijderen: Klik op Aan als u het rode-ogeneffect in de foto wilt
verwijderen of verminderen.
2. Contrastverbetering: Stel het gewenste contrast in. Klik op Automatisch als
u het contrast automatisch door het stuurprogramma van de printer wilt laten
uitbalanceren.
3. Digitale flitser: Hiermee maakt u donkere beelden lichter. Klik op
Automatisch als u licht en donker automatisch door het stuurprogramma van
de printer wilt laten uitbalanceren.
4. SmartFocus: Als u op Aan klikt, worden beelden automatisch door het
stuurprogramma van de printer scherpgesteld.
5. Scherpte: Hiermee stelt u de scherpte van beelden naar wens in. Klik op
Automatisch als u de scherpte automatisch door het stuurprogramma wilt laten
bepalen.
6. Vloeiend maken: Hiermee kunt u vervormingen naar wens aanpassen. Klik
op Automatisch als u wilt dat het beeld automatisch door het stuurprogramma
vloeiend wordt gemaakt.
tabblad afwerking
Op het tabblad Afwerking kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
2. Dubbelzijdig afdrukken. zie
dubbelzijdig afdrukken.
3. Brochure-indeling is: zie
een brochure afdrukken.
4. Pagina's per vel: zie
meerdere pagina's afdrukken op één vel papier.
5. Poster afdrukken: selecteer het aantal pagina's dat u als poster naast elkaar
wilt laten afdrukken om het formaat van uw poster te bepalen.
6. Draaien met 180 graden: hiermee draait u het afgedrukte beeld 180 graden.
dubbelzijdig afdrukken
Bij tweezijdig afdrukken, ook duplex afdrukken genoemd, kunt u op beide zijden van
het papier afdrukken. Het afdrukken op beide zijden van het papier bespaart niet
alleen geld, maar is ook beter voor het milieu.
afdrukinstructies
Voer de volgende stappen uit om een dubbelzijdig document handmatig af te
drukken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Afwerking.
3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken.
4. Selecteer een bindoptie:
Voor binden als een boek: zorg dat Pagina's naar boven omslaan niet is
geselecteerd.
1. liggend 2. staand
Voor binden als een schrijfblok: selecteer Pagina's naar boven omslaan.
1. liggend 2. staand
5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
De oneven genummerde pagina's worden het eerst afgedrukt.
6. Nadat de oneven genummerde pagina's zijn afgedrukt, laadt u het papier
opnieuw, nu met de afdrukzijde omhoog, op basis van de geselecteerde
bindsoort en afdrukstand.
Binden als boek met afdrukstand staand: laad het papier als volgt:
Binden als boek met afdrukstand liggend: laad het papier als volgt:
Binden als schrijfblok met afdrukstand staand: laad het papier als volgt:
Binden als schrijfblok met afdrukstand liggend: laad het papier als volgt:
7. Klik op Doorgaan om de even genummerde pagina's af te drukken.
een brochure afdrukken
Bij het afdrukken van brochures worden de pagina's van een document automatisch
zo gerangschikt en vergroot of verkleind dat wanneer het document tot een brochure
wordt gevouwen, de paginavolgorde correct is.
Als een uit vier pagina's bestaande brochure bijvoorbeeld op weerszijden van het
papier wordt afgedrukt, zouden de pagina's als volgt worden gerangschikt en
afgedrukt:
Ga als volgt te werk om een brochure af te drukken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Afwerking.
3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken.
4. Selecteer een bindoptie in de vervolgkeuzelijst Brochure-indeling is:
Rechts binden: zorgt ervoor dat het binden aan de rechterzijde van de
brochure plaatsvindt.
Links binden: zorgt ervoor dat het binden aan de linkerzijde van de
brochure plaatsvindt.
5. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u elke tweede pagina van de brochure leeg wilt laten, selecteert u
Afdrukken op een zijde.
Als u op alle pagina's van de brochure wilt afdrukken, zorgt u dat Afdrukken
op een zijde niet is geselecteerd.
6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
7. Laad op de hieronder getoonde wijze papier in de invoerlade wanneer u
daarom wordt gevraagd.
8. Klik op Doorgaan om het afdrukken van de brochure te voltooien.
meerdere pagina's afdrukken op één vel papier.
De printersoftware biedt u de mogelijkheid verschillende pagina's van een document
op één vel papier af te drukken. De printersoftware vergroot/verkleint de
documenttekst en -afbeeldingen automatisch zodat deze op de afgedrukte pagina
passen.
Voer de volgende stappen uit om verschillende pagina's van een document op één vel
papier af te drukken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Afwerking.
3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina's dat u op
elk vel papier wilt laten verschijnen.
4. Als u wilt dat rond elk paginabeeld dat op het vel papier wordt afgedrukt een
rand wordt weergegeven, klikt u op het selectievakje Paginaranden afdrukken.
5. Selecteer een lay-out voor elk vel papier in de vervolgkeuzelijst
Paginavolgorde is.
6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
tabblad effecten
Op het tabblad Effecten kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
2. Document afdrukken op: als u deze optie selecteert, kunt u het document
op een ander papierformaat afdrukken dan het papierformaat waarvoor het
document is opgemaakt. Selecteer het doelpapierformaat in de
vervolgkeuzelijst.
3. Passend maken: als u deze optie selecteert, wordt het formaat van het
afgedrukte beeld automatisch aangepast aan het papierformaat dat u hebt
geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Document afdrukken op.
4. % van normaal formaat: geef het vergrotings- of verkleiningspercentage
voor het afgedrukte beeld op. Geef bijvoorbeeld 70 op als u het afgedrukte
beeld tot 70 procent van de normale grootte wilt verkleinen.
5. Watermerken: zie
watermerken.
watermerken
Watermerken worden als achtergrond op documenten afgedrukt.
een bestaand watermerk op een document toepassen
Voer de volgende stappen uit om een bestaand watermerk op een document toe te
passen:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Effecten.
3. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerken.
Als u niet een van de weergegeven watermerken wilt gebruiken,
maakt u een
nieuw watermerk.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u wilt dat het watermerk alleen op de eerste pagina wordt weergegeven,
selecteert u Alleen eerste pagina.
Als u wilt dat het watermerk alleen op alle afgedrukte pagina's wordt
weergegeven, zorgt u dat Alleen eerste pagina niet is geselecteerd.
5. Druk het document af op basis van de instructies voor de papiersoort.
een watermerk maken of wijzigen
Voer de volgende stappen uit om een watermerk te maken of wijzigen:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Effecten.
3. Klik op de knop Bewerken.
Het dialoogvenster Watermerkgegevens verschijnt.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Klik op de knop Nieuw of
selecteer het watermerk dat u wilt wijzigen.
5. Voer het watermerkbericht, de berichthoek en de lettertypekenmerken in.
6. Nadat u de watermerkgegevens hebt ingesteld, klikt u op OK.
Klik
hier voor instructies over het toepassen van watermerken.
Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie
aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna
verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer
informatie over de geselecteerde optie weer te geven.
tabblad basis
Op het tabblad Basis kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
2. Afdrukstand: geef de pagina-indeling op:
Staand: de lengte van de afgedrukte pagina is groter dan de breedte.
Liggend: de breedte van de afgedrukte pagina is groter dan de lengte.
Spiegelbeeld: hiermee draait u het afgedrukte beeld van links naar
rechts om.
3. Paginavolgorde: Selecteer een van de volgende opties:
Van voren naar achteren: na het afdrukken van het volledige
document ligt de eerste pagina bovenop.
Van achteren naar voren: na het afdrukken van het volledige
document ligt de laatste pagina bovenop.
4. Exemplaren: aantal af te drukken exemplaren.
5. Afdrukvoorbeeld: selecteer deze optie als u de lay-out van een document
wilt weergeven voordat het wordt afgedrukt.
6. Geavanceerde functies: zie geavanceerde functies.
geavanceerde functies
Voor het afdrukken van foto's, transparanten of documenten met illustraties moet u
mogelijk in het dialoogvenster Geavanceerde functies opties instellen.
het dialoogvenster geavanceerde functies openen
Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster Geavanceerde functies te
openen:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Basis en vervolgens op de knop Geavanceerde functies.
het dialoogvenster geavanceerde functies gebruiken
Gebruik het dialoogvenster Geavanceerde functies om deze opties in te stellen:
1. Inktvolume: hiermee past u de hoeveelheid inkt aan die op een pagina wordt
gedrukt. Wanneer u de hoeveelheid inkt reduceert, heeft dit een nadelige
invloed op de kleurkwaliteit.
2. Droogtijd: hiermee stelt u extra droogtijd voor langzaam drogende afdrukken
in.
3. Modus weinig geheugen: deze optie stelt u in staat een document af te
drukken vanaf een computer die over onvoldoende geheugen of schijfruimte
beschikt om het document onder normale omstandigheden af te drukken. De
kwaliteit van de afdruk kan wel achteruitgaan als u deze optie inschakelt. De
kwaliteitsmodus Maximum dpi is niet beschikbaar wanneer de printer in de
Modus weinig geheugen staat.
tabblad kleur
Op het tabblad Kleur kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
2. Afdrukken in Grijsschaal: als u deze optie selecteert, wordt met grijstinten
afgedrukt.
Hoge kwaliteit: als u deze optie selecteert, wordt de
driekleureninktpatroon en/of de foto-inktpatroon gebruikt voor het
afdrukken van hoogwaardige grijswaarden.
Alleen zwarte inktpatroon: als u deze optie selecteert, wordt de
zwarte inktpatroon gebruikt voor het afdrukken van grijswaarden.
Optimaliseren voor fotokopie of fax: als u deze optie selecteert,
wordt de zwarte inktpatroon gebruikt om grijswaarden af te drukken die
geschikt zijn voor fotokopiëren en faxen.
3. Verzadiging: hiermee past u de intensiteit van afgedrukte kleuren aan.
4. Helderheid: hiermee past u de licht- of donkerheid van afgedrukte kleuren
aan.
5. Kleurschakering: hiermee geeft u aan of afgedrukte kleuren warm of koel
zijn.
knoppen en lichtje
Gebruik de knoppen van de printer om de printer aan en uit te zetten en om
afdruktaken te annuleren.
1. Aan/uit-knop en -lichtje 2. knop Afdrukken annuleren
aan/uit-knop en -lichtje
Druk op de Aan/uit-knop om de printer in en uit te schakelen. Het kan ongeveer vijf
seconden duren voordat de printer aan staat nadat u op de Aan/uit-knop hebt
gedrukt.
Het lichtje van de Aan/uit-knop geeft op visuele wijze meer informatie over de status
van de printer. Als het Aan/uit-lichtje continu brandt (niet knippert), is de printer
bezig met afdrukken of gereed om af te drukken. Als het Aan/uit-lichtje knippert, is
de kap van de printer open of is er mogelijk een probleem.
Let op! Gebruik altijd de Aan/uit-knop om de printer in en uit te
schakelen. Het gebruik van een stekkerdoos, stroomstootbeveiliging
of muurschakelaar om de printer aan en uit te zetten kan storingen
veroorzaken.
knop afdrukken annuleren
Als u op de knop Afdrukken annuleren drukt, wordt de huidige afdruktaak
geannuleerd.
het aan/uit-lichtje knippert
Als het Aan/uit-lichtje brandt, is de printer bezig met afdrukken of gereed om
af te drukken.
Als het Aan/uit-lichtje uit is, is de printer uitgeschakeld.
Zie hieronder als het Aan/uit-lichtje knippert.
1. aan/uit-lichtje
wat het knipperende lichtje betekent
Het Aan/uit-lichtje kan om verschillende redenen knipperen:
De kap van de printer staat open.
De printer bevat geen papier meer.
Er is een probleem met de printer, bijvoorbeeld een papierstoring of een
probleem met een inktpatroon.
als er een foutbericht verschijnt
Lees het foutbericht op het scherm waarin het probleem en de oplossing worden
beschreven.
als er geen foutbericht verschijnt
1. Ga naar onderhoud.
2. Klik op een van de vier knoppen.
Hierna controleert de software de status van de printer.
3. Lees alle foutberichten waarin het probleem en de oplossing worden
beschreven.
papierstoring
Voer de volgende stappen uit totdat de papierstoring is verholpen.
1. Verwijder het papier uit de invoerlade.
2. Als u etiketten afdrukt, controleert u of er geen etiket is losgeraakt van het
etikettenvel terwijl het vel door de printer werd gevoerd.
3. Verwijder de achterklep. Druk de hendel naar rechts en trek vervolgens de
klep weg.
4. Verwijder de papierstoring via de achterzijde van de printer en plaats de
achterklep terug.
5. Laad het papier opnieuw in de invoerlade.
6. Druk het document opnieuw af.
venster apparaatstatus
Het venster Apparaatstatus verschijnt elke keer dat een bestand wordt afgedrukt.
De volgende items worden weergegeven:
1. Inktniveaus: geschat inktniveau van elke inktpatroon.
2. Apparaatstatus: de status van de printer. Bijvoorbeeld Bezig met spoolen of
Bezig met afdrukken.
3. Documenteigenschappen: de volgende informatie wordt over de huidige
afdruktaak weergegeven.
Document: naam van het document dat op dat moment wordt afgedrukt.
Afdrukkwaliteit: de afdrukkwaliteitinstelling die wordt gebruikt.
Papiersoort: de papiersoort die wordt gebruikt.
Papierformaat: formaat van het gebruikte papier.
Klik op Afdrukken annuleren om een afdruktaak te annuleren.
Klik op Venster sluiten om het venster Apparaatstatus te sluiten.
aan de slag
printerfuncties
knoppen en lichtje
papierladen
inktpatronen
modus inktreserve
printerfuncties
De printer beschikt over verschillende functies die het afdrukken eenvoudiger en
efficiënter maken.
1.
knoppen en lichtje
2.
papierladen
1.
inktpatronen
2.
modus inktreserve
1.
USB-poort
papierladen
De printer heeft een wegklapbare papierlade die een in- en een uitvoerlade bevat.
Selecteer een van de volgende onderwerpen voor informatie over de papierlade:
de papierladen openvouwen
invoerlade
uitvoerlade
de papierladen open- en dichtvouwen
de papierladen openvouwen
Voer de volgende stappen uit om de papierladen open te vouwen:
1. Trek de printerkap naar boven.
2. Druk de invoerlade naar beneden.
3. Druk de uitvoerlade naar beneden.
4. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit en vouw de verlengstukstop van de
uitvoerlade open.
5. Druk de kap van de printer omlaag en
zet de printer aan.
invoerlade
De invoerlade bevat papier en ander te bedrukken afdrukmateriaal.
1. invoerlade
U kunt op verschillende afdrukmateriaalformaten afdrukken door de papiergeleider
naar links of rechts te schuiven.
1. druk op de papiergeleider en verschuif deze
uitvoerlade
Afgedrukte pagina's worden in de uitvoerlade geplaatst.
1. uitvoerlade
Trek de printerkap en de uitvoerlade naar boven als u papier wilt laden.
Druk de printerkap en de uitvoerlade omlaag voordat u gaat afdrukken.
Als u wilt voorkomen dat er papier uit de lade valt, trekt u het verlengstuk van de
uitvoerlade uit en vouwt u de verlengstukstop van de uitvoerlade open.
1. verlengstuk en verlengstukstop van de uitvoerlade
de papierladen open- en dichtvouwen
Voer de volgende stappen uit om de papierladen dicht te vouwen:
1. Verwijder papier of ander afdrukmateriaal uit de papierladen en
zet de printer
uit.
2. Trek de printerkap naar boven.
3. Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade dicht en druk het verlengstuk van
de uitvoerlade in de uitvoerlade.
4. Trek de uitvoerlade naar boven.
5. Trek de invoerlade naar boven.
6. Plaats uw hand onder de invoerlade en druk de lade omhoog tot deze vastklikt.
7. Trek de printerkap naar beneden.
modus inktreserve
In de modus Inktreserve kan de printer werken terwijl er maar één inktpatroon in
gebruik is. Deze modus wordt ingeschakeld wanneer een inktpatroon uit de houder
wordt verwijderd.
Klik hier voor instructies over het verwijderen van een inktpatroon.
uitvoer in modus inktreserve
Als u afdrukt in de modus Inktreserve, werkt de printer langzamer en gaat de
kwaliteit van de afdrukken achteruit.
wanneer alleen deze inktpatroon is
geïnstalleerd...
is het resultaat...
zwarte inktpatroon
Kleuren worden als grijswaarden
afgedrukt.
driekleurenpatroon
Kleuren worden wel afgedrukt,
maar zwart wordt als grijstint
weergegeven en is niet echt
zwart.
foto-inktpatroon
Kleuren worden als grijswaarden
afgedrukt, maar zwart wordt als
grijstint weergegeven en is niet
echt zwart.
Aangeraden wordt niet de foto-inktpatroon te gebruiken voor de
modus Inktreserve.
de modus inktreserve afsluiten
Installeer twee inktpatronen in de printer om de modus Inktreserve af te sluiten.
Klik hier voor instructies over het installeren van een inktpatroon.
USB
De printer wordt met een USB-kabel (Universal Serial Bus) aangesloten op de
computer. Op de computer moet Windows 98 of hoger staan als u een USB-kabel wilt
gebruiken.
Zie de Installatieposter die bij de printer wordt geleverd voor instructies over het
aansluiten van de printer met een USB-kabel.
aansluitingen
USB
afdrukken
Klik hieronder op het juiste onderwerp voor uitleg over de printersoftware:
afdrukinstellingen
geavanceerde functies
venster apparaatstatus
Klik hieronder op het gewenste onderwerp om instructies voor de afdrukfuncties weer
te geven:
een document afdrukken
standaardinstellingen wijzigen
dubbelzijdig afdrukken
snelinstellingen afdruktaak
digitale foto's afdrukken
afdrukken zonder rand
een brochure afdrukken
aangepaste papierformaten instellen
meerdere pagina's afdrukken op één vel papier.
watermerken
Klik hieronder op het gewenste onderwerp om afdrukinstructies weer te geven:
gewoon papier
enveloppen
transparanten
etiketten
indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal
wenskaarten
foto's
posters
iron-on transfers
een document afdrukken
basisafdrukinstructies
Voer de volgende stappen uit om een document af te drukken:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Klik op Bestand > Afdrukken.
3. Klik op OK als u wilt afdrukken met de standaardinstellingen van de printer.
afdrukopties instellen
Voer de volgende stappen uit om afdrukopties te wijzigen:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer Eigenschappen.
Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer verschijnt.
Het is mogelijk dat de wijze waarop u het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer opent van programma tot
programma verschilt.
3. Geef de hieronder weergegeven afdrukinstellingen op:
Selecteer het tabblad Papier/Kwaliteit als u papieropties, afdrukken zonder
rand en de afdrukkwaliteit wilt instellen, of als u de HP opties voor digitale
fotografie wilt weergeven.
Als u al gedefinieerde afdrukinstellingen wilt gebruiken, kiest u
Snelinstellingen afdruktaak.
Selecteer het tabblad Afwerking om documentopties te kiezen, posters af te
drukken of het afgedrukte beeld 180 graden te draaien.
Selecteer het tabblad Effecten als u opties voor vergroten/verkleinen wilt
selecteren.
Selecteer het tabblad Basis als u opties voor afdrukstand en paginavolgorde
wilt selecteren, het aantal af te drukken exemplaren wilt opgeven,
Afdrukvoorbeeld weergeven wilt inschakelen of toegang wilt tot
Geavanceerde functies.
Selecteer het tabblad Kleur als u kleuropties en kleurkenmerken wilt
selecteren.
4. Klik op OK en volg de instructies van de toepassing om het document af te
drukken.
posters
richtlijnen
Nadat de onderdelen van een poster zijn afgedrukt, snijdt u de randen van de
vellen af en plakt u de vellen aan elkaar.
Capaciteit van invoerlade: maximaal 100 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Trek de printerkap naar boven.
2. Schuif de papiergeleider naar links.
3. Trek de uitvoerlade naar boven.
4. Plaats het papier in de invoerlade en druk het zover mogelijk in de printer.
5. Druk de uitvoerlade naar beneden.
6. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen.
7. Trek de printerkap naar beneden.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Type is: gewoon papier
Afwerking
Poster afdrukken: 2 x 2, 3 x 3, 4 x 4 of 5 x 5
2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
standaardinstellingen wijzigen
Gebruik het pictogram op de taakbalk als u de standaardinstellingen van de printer
wilt wijzigen. De standaardafdrukinstellingen zijn van toepassing op alle documenten
die op de printer worden afgedrukt.
1. taakbalkpictogram
het snelmenu van het taakbalkpictogram gebruiken
Voer de volgende stappen uit om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen:
1. Klik op het taakbalkpictogram.
Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer verschijnt.
2. Selecteer de opties die u als standaardinstellingen wilt gebruiken.
3. Klik op OK.
Er verschijnt een dialoogvenster met het bericht dat de nieuwe instellingen
zullen worden gebruikt, telkens wanneer u afdrukt. Als u dit dialoogvenster
niet meer wilt zien, selecteert u Dit bericht niet meer weergeven.
4. Klik op OK om de nieuwe afdrukinstellingen op te slaan.
gewoon papier
richtlijnen
Capaciteit van invoerlade: maximaal 100 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Trek de printerkap naar boven.
2. Schuif de papiergeleider naar links.
3. Trek de uitvoerlade naar boven.
4. Plaats het papier in de invoerlade en druk het zover mogelijk in de printer.
Papier van het formaat Legal steekt buiten de rand van de invoerlade uit.
5. Druk de uitvoerlade naar beneden.
6. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen.
7. Trek de printerkap naar beneden.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Type is: gewoon papier
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
enveloppen
richtlijnen
Gebruik geen enveloppen die: klemmetjes of vensters bevatten; dikke,
onregelmatige of gekrulde randen hebben; glanzen of reliëf hebben;
gekreukeld, gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
Lijn de randen van de envelop uit voordat u deze in de invoerlade plaatst.
Capaciteit van invoerlade: maximaal 10 enveloppen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Trek de printerkap naar boven.
2. Schuif de papiergeleider naar links.
3. Trek de uitvoerlade naar boven.
4. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden en de klep naar links
aan de rechterkant van de invoerlade. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in
de printer.
5. Druk de uitvoerlade naar beneden.
6. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen.
7. Trek de printerkap naar beneden.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst envelopformaat
Type is: gewoon papier
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
transparanten
richtlijnen
Gebruik inkjet transparanten van het merk HP.
Capaciteit van invoerlade: maximaal 30 transparanten
voorbereiding voor het afdrukken
1. Trek de printerkap naar boven.
2. Schuif de papiergeleider naar links.
3. Trek de uitvoerlade naar boven.
4. Plaats de transparanten met de afdrukzijde omlaag en de plakstrook naar de
printer gericht in de invoerlade. Druk de transparanten voorzichtig in de printer
totdat deze niet verder kunnen zodat de plakstroken niet aan elkaar kleven.
5. Druk de uitvoerlade naar beneden.
6. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de transparanten.
7. Trek de printerkap naar beneden.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Type is: geschikte transparant
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
etiketten
richtlijnen
Gebruik alleen etiketten die speciaal voor inkjetprinters zijn ontworpen.
Gebruik alleen volledige vellen met etiketten.
De etiketten mogen niet plakkerig of gekreukeld zijn en mogen niet van de
vellen loskomen.
Gebruik geen kunststof etiketten of doorschijnende etiketten. De inkt droogt
niet op deze etiketten.
Capaciteit van invoerlade: maximaal 20 etikettenvellen (gebruik alleen vellen
van Letter- of A4-formaat)
voorbereiding voor het afdrukken
1. Trek de printerkap naar boven.
2. Schuif de papiergeleider naar links.
3. Trek de uitvoerlade naar boven.
4. Waaier de randen van de etikettenvellen uit om te voorkomen dat deze aan
elkaar plakken en maak er een nette stapel van.
5. Plaats de etikettenvellen in de invoerlade met de etikettenzijde omlaag en druk
ze zover mogelijk in de printer.
6. Druk de uitvoerlade naar beneden.
7. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen.
8. Trek de printerkap naar beneden.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: Letter of
A4
Type is: gewoon papier
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal
richtlijnen
Gebruik alleen kaarten en ander klein afdrukmateriaal die voldoen aan de
papierformaatspecificaties van de printer. Zie de naslaghandleiding die bij de
printer werd geleverd voor specificaties.
Capaciteit van invoerlade: maximaal 30 kaarten
voorbereiding voor het afdrukken
1. Trek de printerkap naar boven.
2. Schuif de papiergeleider naar links.
3. Trek de uitvoerlade naar boven.
4. Plaats de kaarten met de te bedrukken kant naar beneden en de korte rand
naar de printer gericht aan de rechterkant van de invoerlade.
5. Druk de uitvoerlade naar beneden.
6. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen.
7. Trek de printerkap naar beneden.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: het gewenste kaartformaat
Type is: gewoon papier
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
Als het bericht verschijnt dat het papier op is, klikt u
hier.
foutberichten
bericht dat het papier op is
als de invoerlade is geladen
1. Controleer het volgende:
De invoerlade bevat voldoende papier (ten minste tien vellen).
De invoerlade is niet te vol.
De papierstapel raakt de achterkant van de invoerlade.
2. Schuif de papiergeleider stevig tegen de randen van het papier.
als de invoerlade leeg is
1. Laad het papier in de invoerlade.
2. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
3. Schuif de papiergeleider stevig tegen de randen van het papier.
er verschijnt een foutbericht terwijl het aan/uit-lichtje knippert
Lees het foutbericht op het scherm waarin het probleem en de oplossing worden
beschreven.
Zie aan/uit-lichtje knippert, voor meer informatie.
het foutbericht 'fout bij schrijven naar USB-poort' verschijnt
De printer ontvangt mogelijk geen correcte gegevens van een ander USB-apparaat of
een USB-hub. Sluit de printer direct op de USB-poort van de computer aan.
het foutbericht 'fout bij schrijven naar LPT1' verschijnt
Als de printer via een USB-kabel is aangesloten op de computer, is de kabel mogelijk
niet aangesloten voordat de software werd geïnstalleerd.
Verwijder de software en installeer deze opnieuw.
Klik hier wanneer u de software wilt verwijderen.
het foutbericht 'er kan geen tweerichtingscommunicatie tot stand worden
gebracht' of 'printer reageert niet' verschijnt
De printer kan mogelijk niet met de computer communiceren als de USB-kabel te
lang is.
Als u dit foutbericht ontvangt, dient u ervoor te zorgen dat de USB-kabel niet langer
is dan vijf meter.
wenskaarten
richtlijnen
Vouw voorgevouwen kaarten uit en plaats deze vervolgens in de invoerlade.
Gebruik HP wenskaarten voor de beste resultaten.
Capaciteit van invoerlade: maximaal 20 kaarten
voorbereiding voor het afdrukken
1. Trek de printerkap naar boven.
2. Schuif de papiergeleider naar links.
3. Trek de uitvoerlade naar boven.
4. Waaier de randen van de wenskaarten uit om te voorkomen dat deze aan
elkaar plakken en maak er een nette stapel van.
5. Plaats de wenskaarten met de afdrukzijde omlaag in de invoerlade. Schuif de
kaarten zo ver mogelijk in de printer.
6. Druk de uitvoerlade naar beneden.
7. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de wenskaarten.
8. Trek de printerkap naar beneden.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: het gewenste kaartformaat
Type is: het gewenste kaarttype
Basis
Afdrukstand: de gewenste afdrukstand
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
Als het bericht verschijnt dat het papier op is, klikt u
hier.
foto's
richtlijnen
De foto moet een elektronische indeling (digitaal) hebben om te kunnen
worden afgedrukt. Maak een foto met een digitaal fototoestel, scan een foto of
laat in een fotowinkel een elektronisch bestand van een foto maken.
Gebruik hp fotopapier voor de beste resultaten.
Gebruik voor een hoge afdrukkwaliteit een afdrukinstelling met een hoge
resolutie en stel de HP opties voor digitale fotografie in.
Gebruik HP Premium Plus Fotopapier en installeer een foto-inktpatroon in de
printer om ervoor te zorgen dat de foto zo min mogelijk vervaagt.
Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's.
Capaciteit van invoerlade: maximaal 30 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Trek de printerkap naar boven.
2. Schuif de papiergeleider naar links.
3. Trek de uitvoerlade naar boven.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Kleine foto's: plaats het fotopapier met de afdrukzijde omlaag en het
verwijderlipje van de printer af gericht in de invoerlade.
Grote foto's: plaats het fotopapier met de afdrukzijde omlaag in de
invoerlade.
5. Druk het fotopapier zo ver mogelijk in de printer.
6. Druk de uitvoerlade naar beneden.
7. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen.
8. Trek de printerkap naar beneden.
foto's afdrukken
Als het softwareprogramma beschikt over een functie voor het
afdrukken van foto's, volgt u de instructies van het
softwareprogramma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet
het geval is.
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst formaat voor fotopapier
Type is: gewenste soort fotopapier
Afdrukkwaliteit: Normaal, Best of Maximum dpi.
hp digitale fotografie: gewenste
fotoverbeteringsopties
2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
Als het bericht verschijnt dat het papier op is, klikt u
hier.
Exif Print-enhanced foto's afdrukken
Exif Print (Exchangeable Image File Format 2.2) is een internationale standaard voor
digitale beelden met als doel het vereenvoudigen van digitale fotografie en het
verbeteren van afgedrukte foto's. Wanneer een foto wordt gemaakt met een digitale
camera die compatibel is met Exif Print, worden gegevens als de belichtingstijd, type
flits en kleurverzadiging met de foto opgeslagen. Met behulp van deze informatie kan
de software van de HP Deskjet printer automatisch beeldspecifieke verbeteringen
uitvoeren, wat resulteert in foto's van uitmuntende kwaliteit.
Voor het afdrukken van Exif Print-enhanced foto's is het volgende vereist:
Een digitale camera die Exif Print ondersteunt
Exif Print-compatibele fotosoftware
HP Deskjet printersoftware die Exif Print ondersteunt
Windows 98, 2000, Me of XP
Voer de volgende stappen uit om Exif Print-enhanced foto's af te drukken:
1. Open het bestand dat u met Exif Print-compatibele fotosoftware wilt afdrukken.
2. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Type is: gewenste soort fotopapier
Afdrukkwaliteit: Best of Normaal
3. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
Het afgedrukte beeld wordt automatisch door de printersoftware geoptimaliseerd.
afdrukken met PhotoREt
PhotoREt biedt de optimale combinatie van afdruksnelheid en afdrukkwaliteit voor uw
beeld.
Voer de volgende stappen uit om af te drukken met PhotoREt-technologie:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Afdrukkwaliteit: Best
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd
4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd is de hoogste resolutiekwaliteit die voor deze
printer beschikbaar is. Wanneer Maximum dpi in het printerstuurprogramma is
geseleceerd, drukt de driekleureninktpatroon af in de modus 4800 x 1200-dpi
geoptimaliseerd. Als er ook een foto-inktpatroon is geïnstalleerd, wordt de
afdrukkwaliteit nog verder verbeterd. U kunt foto-inktpatronen apart kopen als deze
niet bij de printer zijn geleverd.
Voer de volgende stappen uit om in de modus 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd af te
drukken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Type is: gewenste soort fotopapier
Afdrukkwaliteit: Maximum dpi
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
afdrukken in kleur met zes inkten
U kunt de kwaliteit van foto's verbeteren met de optie voor het afdrukken in kleur
met zes inkten.
Als u met zes inkten in kleur wilt afdrukken, moet zowel een foto- als een
driekleureninktpatroon zijn geïnstalleerd. U kunt foto-inktpatronen apart kopen als
deze niet bij de printer zijn geleverd.
Voer de volgende stappen uit om met zes inkten in kleur af te drukken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Type is: gewenste soort fotopapier
Afdrukkwaliteit: Normaal, Best of Maximum dpi.
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
iron-on transfers
richtlijnen
Gebruik HP iron-on transfers voor goede resultaten.
Wanneer u in spiegelbeeld afdrukt, worden de tekst en afbeeldingen
horizontaal gedraaid ten opzichte van wat op het computerscherm verschijnt.
Capaciteit van invoerlade: maximaal 100 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Trek de printerkap naar boven.
2. Schuif de papiergeleider naar links.
3. Trek de uitvoerlade naar boven.
4. Plaats het papier in de invoerlade met de afdrukzijde omlaag en duw het zover
mogelijk in de printer.
5. Druk de uitvoerlade naar beneden.
6. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van het papier.
7. Trek de printerkap naar beneden.
afdrukken
Als het softwareprogramma beschikt over een functie voor het
afdrukken van opstrijkpatronen, volgt u de instructies van het
softwareprogramma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet
het geval is.
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: A4 of Letter
Type is: hp iron-on transfer
Afdrukkwaliteit: Normaal of Best
Basis
Afdrukstand: Spiegelbeeld
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
onderhoud
inktpatronen vervangen
inktpatronen kalibreren
inktpatronen automatisch reinigen
inktpatronen handmatig reinigen
inktpatronen onderhouden
printerbehuizing onderhouden
inkt van de huid en van kleding verwijderen
printerhulpmiddelen
inktpatronen automatisch reinigen
Als er in uw afdrukken lijnen of stippen ontbreken of inktstrepen voorkomen, zijn de
inktpatronen mogelijk bijna leeg of moet u deze reinigen.
Klik hier als u het inktniveau van de inktpatronen wilt controleren.
Als de inktpatronen voldoende inkt bevatten, volgt u deze stappen op om de
inktpatronen automatisch te reinigen:
1. Ga naar
printeronderhoud.
2. Klik op Inktpatronen reinigen.
3. Klik op Reinigen en volg de instructies op het scherm op.
Als er na het reinigen nog steeds lijnen of stippen in de afdrukken ontbreken,
vervangt u de inktpatronen.
Let op! Reinig de inktpatronen alleen als het nodig is. Wanneer u de
inktpatronen onnodig vaak reinigt, verspilt u inkt en verkort u de
levensduur van de patronen.
inktpatronen handmatig reinigen
Als de printer in een stoffige omgeving wordt gebruikt, kan er zich enig vuil ophopen
in de behuizing van de printer. Dit vuil kan bestaan uit stof-, haar-, tapijt- of
kledingvezels. Wanneer het vuil op de inktpatronen en de houder terechtkomt, kan
het inktstrepen en vlekken op de afgedrukte pagina's veroorzaken. Inktstrepen zijn
gemakkelijk te verhelpen door de patronen en de houder handmatig te reinigen.
reinigingsmiddelen verkrijgen
U hebt het volgende nodig als u de inktpatronen en de houder wilt reinigen:
gedistilleerd water
wattenstaafjes of ander zacht, pluisvrij materiaal dat niet aan de patronen
blijft kleven
Let op dat u geen
inkt op uw handen of kleding krijgt tijdens het reinigen.
reiniging voorbereiden
1. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten en open de kap.
De houder verschuift naar het midden van de printer.
2. Haal het netsnoer uit de achterzijde van de printer.
3. Verwijder de inktpatronen en plaats deze op een vel papier met de sproeikop
naar boven.
Let op! Laat de patronen niet langer dan een half uur buiten de
printer liggen.
de inktpatronen en de inktpatroonhouder reinigen
1. Bevochtig een wattenstaafje met gedistilleerd water.
2. Reinig het oppervlak en de randen van de eerste inktpatroon met het
wattenstaafje, zoals in de volgende afbeelding wordt weergegeven.
Veeg niet over de sproeikop.
1. sproeikop en inktsproeiers 2. vlakken en randen van de inktpatroon 3.
koperen contactpunten
Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van
de inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen
de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt
optreden of kunnen zich problemen met de elektrische
verbindingen voordoen.
3. Controleer of er zich geen vezels op de voorkant of de randen van de
inktpatroon bevinden.
Herhaal stap 1 en 2 en controleer of er nog vezels aanwezig zijn.
4. Herhaal stap 1 tot en met 3 voor de tweede inktpatroon.
5. Veeg de onderkant van de behuizing van de inktpatroonhouder schoon met
behulp van schone, bevochtigde wattenstaafjes.
Herhaal dit proces totdat er geen inktresten meer op een schoon wattenstaafje
verschijnen.
1. inktpatroonhouder 2. zijkanten van inktpatroonhouder
6. Plaats de inktpatronen en sluit de printerkap.
7. Sluit het netsnoer aan de achterzijde van de printer aan.
8. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten.
9. Kalibreer de inktpatronen.
Herhaal de reinigingsprocedure als er nog steeds inktstrepen op de afdrukken
verschijnen.
inkt van de huid en van kleding verwijderen
Volg deze instructies op om inkt van de huid en van kleding te verwijderen:
inkt verwijderen van methode
huid
Was de huid op de desbetreffende plaats met een
zeep met schuurmiddel.
witte stof
Was de stof in koud water met bleekmiddel.
gekleurde stof
Was de stof in koud water met schuimende ammonia.
Let op! Gebruik altijd koud water om de inkt uit stof te verwijderen.
Door lauw of heet water kan de inktkleur zich aan de stof hechten.
printerbehuizing onderhouden
Aangezien de printer in een fijne waas op het papier spuit, zullen er uiteindelijk
inktvlekken op de printerbehuizing en de aangrenzende oppervlakken verschijnen. Als
u strepen, vlekken en/of opgedroogde inkt van de buitenkant van de printer wilt
verwijderen, gebruikt u een zachte doek die met water vochtig is gemaakt.
Denk aan de volgende tips wanneer u de printer reinigt:
Reinig de binnenkant van de printer niet. Houd alle vloeistoffen bij de
binnenkant vandaan.
Gebruik geen huishoudelijke schoonmaakmiddelen of wasmiddelen.
Als een huishoudreinigingsmiddel of -oplosmiddel voor de printer
wordt gebruikt, veegt u buitenoppervlakken van de printer schoon
met een zachte doek die met water vochtig is gemaakt.
Smeer de ondersteuningsstaaf waarop de inktpatroonhouder heen en
weer schuift niet. Lawaai is normaal wanneer de houder heen een
weer beweegt.
printerhulpmiddelen
De printersoftware bevat een aantal handige hulpmiddelen om de prestaties van de
printer te verbeteren.
Gebruik de printerhulpmiddelen om:
een schatting van het inktniveau weer te geven.
de inktpatronen te reinigen.
de printer te kalibreren.
een testpagina af te drukken.
andere benodigde functies uit te voeren.
Klik
hier om toegang te krijgen tot deze hulpmiddelen.
problemen oplossen
printer drukt niet af
papierstoring
papierproblemen
afdrukkwaliteit is slecht
het document is verkeerd afgedrukt
foto's worden niet goed afgedrukt
problemen met afdrukken zonder rand
het aan/uit-lichtje knippert
printer is traag
foutberichten
als zich problemen blijven voordoen
printer drukt niet af
Controleer het volgende:
Is de printer aangesloten op een stopcontact?
Zijn de kabels goed aangesloten?
Staat de printer aan?
Zijn de inktpatronen correct geïnstalleerd?
Is papier of ander afdrukmateriaal correct in de invoerlade geladen?
Is de printerkap gesloten?
Is de achterklep bevestigd?
het aan/uit-lichtje controleren
Als het Aan/uit-lichtje knippert, is er een fout opgetreden.
Zie aan/uit-lichtje knippert voor meer informatie.
controleer de printerkabelaansluiting
Als de printerkabel is aangesloten op een USB-hub, kan er een afdrukconflict zijn. Er
zijn twee methoden om het conflict op te lossen:
Sluit de USB-kabel van de printer rechtstreeks op de computer aan of
Gebruik tijdens het afdrukken geen andere USB-apparaten die op de hub zijn
aangesloten.
als de printer niet aan gaat
De printer heeft mogelijk te veel stroom ontvangen.
1. Verwijder het netsnoer uit de wandcontactdoos.
2. Wacht ongeveer 10 seconden.
3. Sluit het netsnoer weer aan.
4. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten.
Als de printer nu nog niet aan gaat, probeert u het volgende:
Sluit de printer aan op een andere wandcontactdoos of
Sluit de printer direct aan op een wandcontactdoos in plaats van op een
stroomstootbeveiliging.
als de printer nog steeds niet afdrukt
Selecteer het onderwerp dat het beste overeenkomt met het probleem:
papierstoring
het bericht het papier is op
foutbericht op het scherm
papierproblemen
de printer drukt meerdere vellen tegelijk af
papiergewicht
Er kan op meerdere vellen tegelijk worden afgedrukt wanneer het papier een lager
gewicht heeft dan het vereiste papiergewicht. Gebruik papier dat voldoet aan het
aanbevolen papiergewicht. Zie de naslaghandleiding die bij de printer werden
geleverd voor papiergewichtspecificaties.
papier is mogelijk op onjuiste wijze geladen
Er kan op meerdere vellen tegelijk worden afgedrukt wanneer het papier te ver
achter in de printer is geladen. Laad het papier opnieuw in de papierlade en druk het
papier naar binnen tot u weerstand voelt.
overige papierproblemen
Klik hier voor instructies over het opheffen van een papierstoring.
Als het bericht verschijnt dat het papier op is, klikt u hier.
afdrukkwaliteit is slecht
strepen en ontbrekende lijnen
Als er in uw afdrukken lijnen of stippen ontbreken of inktstrepen voorkomen, zijn de
inktpatronen mogelijk bijna leeg of moet u deze reinigen.
de afdruk is vaag
Controleer of er een zwarte inktpatroon is geïnstalleerd.
Als de zwarte tekst en afbeeldingen op uw afdrukken vaag zijn, drukt u
mogelijk alleen met de driekleurenpatroon af. Installeer een zwarte
inktpatroon naast de driekleurenpatroon om een optimale zwarte
afdrukkwaliteit te verkrijgen.
Controleer of beide inktpatronen niet bijna leeg zijn.
Als een inktpatroon bijna leeg is, is het misschien raadzaam deze te
vervangen. Zie
inktpatronen als u de juiste artikelnummers wilt opzoeken.
Controleer of de beschermende kunststof tape van de inktpatronen is
verwijderd.
1. kunststof tape
Selecteer een hogere afdrukkwaliteit.
verhoog het inktvolume
1. Open het dialoogvenster Geavanceerde functies.
2. Sleep de schuifknop Inktvolume in de richting van Zwaar.
3. Sleep de schuifknop Droogtijd in de richting van Meer.
4. Klik op OK > OK.
er worden lege pagina's afgedrukt
De kunststof tape is mogelijk nog niet van de inktpatronen verwijderd.
Controleer of de kunststof tape van de inktpatronen is verwijderd.
De inktpatronen kunnen leeg zijn. Vervang een of beide lege inktpatronen.
er wordt te veel of te weinig inkt op de pagina gedrukt
pas het inktvolume en de droogtijd aan
1. Open het dialoogvenster Geavanceerde functies.
2. Sleep de schuifknop Inktvolume in de richting van Licht of Zwaar.
Als u het inktvolume verhoogt, moet u de schuifknop
Droogtijd richting Meer verplaatsen om inktvegen te
voorkomen.
3. Klik op OK en vervolgens nogmaals op OK.
het document is verkeerd afgedrukt
tekst en afbeeldingen zijn niet goed uitgelijnd
Als de tekst en afbeeldingen op uw afdrukken niet goed zijn uitgelijnd, moet u de
printer kalibreren.
het afgedrukte document staat scheef of staat niet helemaal in het midden van
het papier
1. Controleer of het papier goed in de invoerlade is geplaatst.
2. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen het papier zijn geschoven.
3. Druk het document opnieuw af.
envelop wordt onder een hoek afgedrukt
1. Schuif de klep in de envelop voordat u de envelop in de invoerlade plaatst.
2. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen de envelop zijn geschoven.
3. Druk de envelop opnieuw af.
sommige gedeelten van het document ontbreken of worden op een onjuiste
plaats afgedrukt
Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en zorg dat de volgende opties
correct zijn ingesteld:
tabblad instelling
Basis
Afdrukstand: controleer of de afdrukstand juist is.
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: controleer of het formaat van het papier juist
is.
Effecten
Passend maken: selecteer deze optie om tekst en
afbeeldingen groter of kleiner af te beelden zodat ze op de
pagina passen.
Afwerking
Poster afdrukken: zorg dat Uit is geselecteerd.
nieuwe afdrukinstellingen zijn niet zichtbaar in de afdrukken
De standaardprinterinstellingen kunnen verschillen van de afdrukinstellingen in het
toepassingsprogramma. Selecteer de juiste afdrukinstellingen in de
softwaretoepassing.
foto's worden niet goed afgedrukt
de papierlade controleren
1. Controleer of er fotopapier met de afdrukzijde naar beneden in de invoerlade is
geplaatst.
2. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
3. Schuif de papiergeleider stevig tegen het papier.
de printereigenschappen controleren
Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en controleer de volgende opties:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst formaat
Type is: fotopapier
Afdrukkwaliteit: Best
problemen met afdrukken zonder rand
het beeld wordt onder een hoek afgedrukt
Als uw afdruk er zo uitziet...
gaat u als volgt te werk...
1. Laad het papier correct in de invoerlade.
2. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen de kaarten of het fotopapier zijn
geschoven.
3. Volg de laadinstructies voor het papiertype.
Zie afdrukken zonder rand.
de rand bevindt zich boven aan het beeld
Als uw afdruk er zo uitziet...
gaat u als volgt te werk...
Kalibreer de printer.
de rand bevindt zich aan de zijkant van het beeld
Als uw afdruk er zo uitziet...
gaat u als volgt te werk...
Kalibreer de printer.
het beeld bevindt zich boven het verwijderlipje
Als uw afdruk er zo uitziet...
gaat u als volgt te werk...
Kalibreer de printer.
inktvegen
als de afdruk inktvegen bevat
De achterkant van een afdruk bevat inktvegen of het papier plakt aan elkaar vast.
gaat u als volgt te werk...
1. Open het dialoogvenster Geavanceerde functies.
2. Sleep de schuifknop Droogtijd in de richting van Meer.
3. Sleep de schuifknop Inktvolume in de richting van Licht.
De kleuren in het beeld kunnen lichter worden.
4. Klik op OK.
Als het probleem blijft bestaan:
1. Verwijder het afdrukmateriaal voor het afdrukken zonder rand en laad gewoon
papier in de invoerlade.
2. Druk op de knop Afdrukken annuleren en houd deze ingedrukt tot er een
zelftestpagina wordt afgedrukt. Laat vervolgens de knop los.
3. Herhaal stap 2 tot de achterkant van het papier geen inktvegen meer heeft.
printer is traag
De prestaties van de printer kunnen door verschillende variabelen negatief worden
beïnvloed.
er zijn meerdere softwaretoepassingen geopend
De computer heeft niet voldoende bronnen om de printer op optimale snelheid te
kunnen laten werken.
Als u de snelheid van de printer wilt verhogen, sluit u alle overbodige
softwaretoepassingen af, wanneer u gaat afdrukken.
er worden complexe documenten, afbeeldingen of foto's afgedrukt
Documenten die afbeeldingen of foto's bevatten, worden langzamer afgedrukt dan
tekstdocumenten.
Wanneer de computer niet voldoende geheugen of schijfruimte heeft om het
document onder normale omstandigheden af te drukken, gebruikt u de Modus weinig
geheugen. De kwaliteit van de afdruk kan wel achteruitgaan als u deze optie
inschakelt. Door het inschakelen van de Modus weinig geheugen, wordt ook het
afdrukken in de modus 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd uitgeschakeld.
U gaat als volgt te werk om de Modus weinig geheugen te activeren:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Basis en vervolgens op de knop Geavanceerde functies.
3. Selecteer Modus weinig geheugen.
4. Druk het document af.
printerstuurprogramma is verouderd
Er is mogelijk een verouderd printerstuurprogramma geïnstalleerd.
Klik hier voor informatie over het bijwerken van het printerstuurprogramma.
computer voldoet niet aan de systeemvereisten
Als uw computer onvoldoende RAM of onvoldoende vrije ruimte op de harde schijf
heeft, neemt de verwerking door de printer meer tijd in beslag.
1. Controleer of de ruimte op de harde schijf, de RAM en de processorsnelheid
overeenkomen met de
systeemvereisten.
2. Maak ruimte vrij op de harde schijf.
de printer bevindt zich in de modus inktreserve
Het is mogelijk dat de printer langzamer afdrukt als deze zich in de modus
Inktreserve bevindt.
Als u de afdruksnelheid wilt verhogen, gebruikt u twee inktpatronen in de printer.
minimale systeemvereisten
Uw computer moet aan de volgende minimale vereisten voldoen:
Microsoft Windows XP
Minimale processorsnelheid: Pentium 233 MHz
Vereist RAM-geheugen: 128 MB
Vereiste vrije ruimte op harde schijf: 40 MB*
Microsoft Windows 98, Me
Minimale processorsnelheid: Pentium 150 MHz
Vereist RAM-geheugen: 32 MB
Vereiste vrije ruimte op harde schijf: 40 MB*
Microsoft Windows 2000 Professional
Minimale processorsnelheid: Pentium 133 MHz
Vereist RAM-geheugen: 64 MB
Vereiste vrije ruimte op harde schijf: 40 MB*
* Als u foto's of op een zeer hoge resolutie (4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd)
afdrukt, moet u ten minste 400 MB tijdelijke schijfruimte beschikbaar hebben.
als zich problemen blijven voordoen
Als zich problemen blijven voordoen, nadat u de probleemoplossingsonderwerpen
hebt doorgenomen, schakelt u de computer uit en start u deze vervolgens opnieuw
op.
Als u ook met het opnieuw opstarten van de computer de problemen niet kunt
oplossen, gaat u naar HP Klantenondersteuning op www.hp.com/support.
specificaties
minimale systeemvereisten
milieuverklaring
inktpatronen recyclen
milieuverklaring
Hewlett-Packard streeft voortdurend naar een verbetering van de ontwerpprocessen
van haar Deskjet printers om zodoende de negatieve effecten te verminderen op de
kantooromgeving en op de omgevingen waar printers worden geproduceerd,
verzonden en gebruikt.
reductie and eliminatie
Papiergebruik: Doordat de printer dubbelzijdig afdrukt, wordt het papiergebruik en
daardoor ook de belasting van het milieu teruggebracht. Deze printer is geschikt voor
het gebruik van gerecyclede papiersoorten volgens DIN 19 309.
Gerecycled papier: alle gedrukte documentatie bij deze printer is afgedrukt op
chloorvrij gerecycled papier.
Ozon: er worden geen ozonafbrekende chemicaliën (bijvoorbeeld cfk's) meer in de
fabricageprocessen van Hewlett-Packard gebruikt.
recyclen
Deze printer is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot een
minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de
betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te
kunnen worden gescheiden. Bevestigingen en andere aansluitingen zijn eenvoudig te
vinden, te bereiken en te verwijderen met normale gereedschappen. Belangrijke
onderdelen zijn zo ontworpen dat deze eenvoudig zijn te bereiken waardoor
demontage en reparatie efficiënter worden.
Printerverpakking: De verpakkingsmaterialen van deze printer zijn zodanig
gekozen dat deze tegen een minimale kostprijs maximale bescherming bieden, het
milieu zo min mogelijk vervuilen en de recycling vereenvoudigen. Het solide ontwerp
van de HP Deskjet printer draagt ertoe bij het gebruik van verpakkingsmateriaal te
beperken en beschadigingen te voorkomen.
Kunststof onderdelen: Alle belangrijke kunststoffen en onderdelen van kunststof
zijn gemarkeerd in overeenstemming met internationale normen. Het is technisch
mogelijk alle kunststof onderdelen die in de behuizing en het chassis van de printer
zijn gebruikt te recyclen. Deze bestaan alle uit één polymeer.
Levensduur van het product: HP biedt het volgende waarmee de levensduur van
uw HP Deskjet printer kan worden verlengd:
Garantieverlenging: meer informatie vindt u in de naslaggids die bij de
printer is geleverd.
Vervangende onderdelen en verbruiksartikelen zijn beschikbaar tot drie
(3) jaar nadat de fabricage is stopgezet.
Inname van het product: als u dit product aan het einde van de nuttige
levensduur aan HP wilt retourneren, gaat u naar www.hp.com/recycle. Zie
inktpatronen recyclen als u lege inktpatronen bij HP wilt inleveren.
De mogelijkheid tot garantieverlenging en inname van het
product is niet beschikbaar in alle landen/regio's.
energieverbruik
Deze printer is ontworpen met het oog op energiebesparing. Hiermee wordt niet
alleen het milieu gespaard, maar bespaart u ook geld, zonder dat de prestaties van
de printer hieronder leiden.
Dit product voldoet aan de vereisten van het ENERGY STAR® programma. ENERGY
STAR is een vrijwillig programma dat is opgericht om de ontwikkeling van
energiezuinige kantoorproducten te stimuleren.
ENERGY STAR is een in de Verenigde Staten gedeponeerd dienstenmerk van de
Amerikaanse Environmental Protection Agency (Milieubeschermingsorganisatie). Als
partner van ENERGY STAR, heeft Hewlett-Packard Company vastgesteld dat dit
product voldoet aan de richtlijnen van ENERGY STAR voor efficiënt energieverbruik.
Energieverbruik in de stand-bystand: zie de naslaggids voor
energieverbruikspecificaties.
Energieverbruik in de uitgeschakelde stand: Als de printer uit staat, wordt nog
steeds een minimale hoeveelheid energie verbruikt. Energieverbruik kan worden
voorkomen door de printer uit te zetten en vervolgens de stekker uit het stopcontact
te verwijderen.

Documenttranscriptie

gebruikershandleiding Selecteer een van de onderstaande onderwerpen als u het antwoord op een vraag wilt weten: ● kennisgevingen ● speciale functies ● aan de slag ● aansluitingen ● afdrukken ● onderhoud ● problemen oplossen ● specificaties kennisgevingen ● kennisgevingen en handelsmerken ● termen en conventies kennisgevingen en handelsmerken kennisgeving van hewlett-packard company De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Hewlett-Packard (HP) biedt ten aanzien van dit materiaal geen enkele garantie, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de geïmpliceerde garanties van verkoopbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel. Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor directe, indirecte, incidentele of gevolgschade die zou voortkomen uit het verstrekken of het gebruiken van deze informatie. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging, bewerking of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HewlettPackard, tenzij dit is toegestaan krachtens de wetten op het auteursrecht. kennisgevingen Microsoft, MS, MS-DOS, Windows en XP zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. TrueType is een handelsmerk in de VS van Apple Computer, Inc. Adobe en Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Copyright 2003 Hewlett-Packard Company termen en conventies De volgende termen en conventies worden gebruikt in de gebruikershandleiding. termen Met de term printer of HP printer wordt verwezen naar HP Deskjet printers. symbolen Het symbool > leidt u door een aantal softwarestappen. Bijvoorbeeld: Klik op Bestand > Afdrukken. Let op en Waarschuwing Let op geeft aan dat het risico bestaat dat de HP Deskjet printer of andere apparatuur beschadigd kan raken. Bijvoorbeeld: Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen. Waarschuwing geeft aan dat er gevaar voor uzelf of anderen bestaat. Bijvoorbeeld: Waarschuwing! Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten het bereik van kinderen. pictogrammen Een pictogram voor een Opmerking geeft aan dat er aanvullende informatie beschikbaar is. Bijvoorbeeld: De beste resultaten verkrijgt u met producten van HP. Een pictogram van een Muis geeft aan dat er aanvullende informatie beschikbaar is via de Help-functie Wat is dit? Bijvoorbeeld: Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven. Het pictogram Niet doen geeft aan dat een bepaalde actie wordt afgeraden. Reinig de binnenkant van de printer niet. speciale functies Gefeliciteerd! U hebt een HP Deskjet printer aangeschaft die beschikt over verschillende indrukwekkende functies: ● ● ● ● ● ● ● ● Prachtige afdrukken van fotokwaliteit: geweldige afdrukprestaties als de zwarte inktpatroon en de driekleureninktpatroon zijn geïnstalleerd. Uitbreidingsmogelijkheid voor afdrukken met zes inkten: zorg voor nog beter afdrukken van foto's met een foto-inktpatroon (apart verkrijgbaar). Afdrukken zonder rand: druk foto's en kaarten van 102 x 152 mm (4 x 6 inch) tot de randen van het papier af met de functie afdrukken zonder rand. Gebruikersvriendelijk: eenvoudig te installeren en te gebruiken. Knop Annuleren: bespaar papier en inkt door afdruktaken snel en eenvoudig te annuleren met de knop Annuleren. Inktniveau-indicator: u kunt nagaan hoeveel inkt er nog ongeveer in elke inktpatroon aanwezig is dankzij de inktniveau-indicator die op het scherm wordt weergegeven. Compact: klein, licht en eenvoudig te installeren, op te slaan en mee te nemen. Kwaliteit: de printer is zo gemaakt dat u altijd de beste resultaten krijgt voor uw afdrukbehoeften. inktpatronen U kunt drie inktpatronen in de printer gebruiken. ● zwarte inktpatroon ● driekleurenpatroon ● foto-inktpatroon 1. zwarte inktpatroon 2. driekleurenpatroon 3. foto-inktpatroon Mogelijk worden niet al deze inktpatronen bij uw printer geleverd. inktpatroon selecteren printermodel HP Deskjet 3600 serie inktpatroon selectienummer productnummer zwart 27 c8727 drie kleuren 28 c8728 foto 58 c6658 Klik hier voor installatie-instructies. Klik hier voor opslaginstructies. Klik hier voor recyclinginstructies. Raadpleeg de informatie op de verpakking van de inktpatroon als u wilt weten wat de inktcapaciteit van de inktpatroon is. Voor optimale prestaties gebruikt u uitsluitend originele, in de fabriek gevulde inktpatronen van HP. Let op! Schade die rechtstreeks voortkomt uit het wijzigen of navullen van HP inktpatronen valt uitdrukkelijk buiten de garantie van de HP printer. inktpatronen vervangen Controleer de artikelnummers voordat u nieuwe inktpatronen koopt. Ga als volgt te werk om een inktpatroon te vervangen: 1. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten. 2. Open de printerkap. De houder verschuift naar het midden van de printer. 3. Druk de inktpatroon naar beneden en schuif deze uit de inktpatroonhouder. 1. Druk op de Aan/uit-knop 2. Trek de kap omhoog 3. Druk de inktpatroon naar beneden 4. Schuif de inktpatroon uit de houder 4. Haal de vervangende inktpatroon uit de verpakking en verwijder voorzichtig de kunststof tape. Houd de inktpatroon zodanig dat de koperen strook zich aan de onderkant bevindt en naar de printer toe gericht is. 1. Verwijder het beschermende plakband Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen. Verwijder de koperen strips niet. Dit zijn vereiste elektrische contactpunten. 1. inktsproeiers 2. koperen contactpunten 5. Schuif de inktpatroon stevig onder een licht opwaartse hoek in de houder totdat u weerstand voelt. 6. Druk de patroon in de houder. U hoort een klik wanneer de inktpatroon in de juiste positie is bevestigd. 7. Sluit de kap van de printer. 8. Kalibreer de printer voor een optimale afdrukkwaliteit. Klik hier voor informatie over de wijze waarop u de oude inktpatronen kunt laten recyclen. Waarschuwing! Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten het bereik van kinderen. inktpatronen kalibreren Kalibreer de inktpatronen nadat u een inktpatroon hebt geïnstalleerd om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen. Ga als volgt te werk om inktpatronen te kalibreren: 1. laad een stapel gewoon wit papier in de invoerlade. 2. Ga naar printeronderhoud. 3. Klik op Printer kalibreren. 4. Klik op Kalibreren en volg de instructies op het scherm op. inktpatronen recyclen Klanten die hun HP inktpatronen willen recyclen, kunnen deelnemen aan het recyclingprogramma voor lege inktpatronen van HP. HP biedt dit programma in meer landen/regio's aan dan enig andere producent van printerpatronen in de wereld. Dit programma wordt aangeboden als een gratis service voor HP klanten en is een milieuvriendelijke oplossing voor deze producten aan het einde van de levenscyclus. Dit programma is niet beschikbaar in alle landen/regio's. Als u hieraan wilt deelnemen, vraagt u eenvoudig via het web een portvrije envelop of bulkverpakking aan op www.hp.com/recycle. Omdat de unieke recyclingprocessen van HP zeer gevoelig zijn voor onjuiste materialen, kunnen wij geen inktpatronen van andere fabrikanten inzamelen en recyclen. De eindproducten van het recyclingproces worden gebruikt bij de fabricage van nieuwe producten en HP moet garanderen dat het materiaal een constante samenstelling heeft. Daarom recyclen wij alleen originele HP inktpatronen. Dit programma geldt niet voor opnieuw gevulde patronen. Teruggezonden inktpatronen worden gescheiden in ruwe materialen zodat deze kunnen worden gezuiverd en worden gebruikt in andere bedrijfstakken voor de fabricage van nieuwe producten. Voorbeelden van producten die zijn gemaakt van gerecyclede materialen van HP inktpatronen, zijn auto-onderdelen, platen die worden gebruikt in de fabricage van microchips, koperdraad, stalen platen en edele materialen die in elektronische producten worden gebruikt. Afhankelijk van het model kan HP maximaal 65% van het gewicht van een inktpatroon recyclen. De resterende delen die niet kunnen worden hergebruikt (inkt, schuim en samengestelde materialen), worden op milieuvriendelijke wijze verwijderd. inktpatronen onderhouden De volgende tips helpen u bij het onderhoud van de HP inktpatronen en bieden u een consistente afdrukkwaliteit: ● ● Bewaar alle inktpatronen in de verzegelde verpakking totdat u deze nodig hebt. Inktpatronen moeten op kamertemperatuur worden bewaard (15-35 °C). Verwijder de kunststof tape op de inktsproeiers pas als u gereed bent om de inktpatroon te installeren in de printer. Als de beschermende tape van de inktpatroon is verwijderd, moet u deze niet meer terugplaatsen. Wanneer u de tape opnieuw bevestigt, beschadigt u de inktpatroon. inktpatronen opslaan Als u inktpatronen uit de printer verwijdert, moet u ze in een inktpatroonbeschermer of een luchtdichte plastic verpakking bewaren. Bij de foto-inktpatroon wordt een inktpatroonbeschermer geleverd. Als u de inktpatroon in een luchtdichte plastic verpakking bewaart, moeten de inktsproeiers met de koppen naar beneden toe worden bewaard zonder dat ze met de verpakking in contact komen. de inktpatroon in de inktpatroonbeschermer plaatsen Schuif de inktpatroon onder een lichte hoek in de beschermer en klik deze stevig vast. de inktpatroon uit de inktpatroonbeschermer verwijderen Druk de beschermer omlaag en naar achteren om de inktpatroon los te maken. Schuif de inktpatroon uit de beschermer. Let op! Laat de inktpatroon niet vallen. Hierdoor kan de inktpatroon beschadigd raken. afdrukken zonder rand Als u afdrukt zonder rand kunt u tot aan de rand van foto's en bepaalde kaartformaten afdrukken. U kunt op de printer randloze foto's van 102 x 152 mm (4 x 6 inch) of kleiner afdrukken. Wanneer u afdrukt op fotopapier van 102 x 152 mm (4 x 6 inch) met verwijderlipjes, bevat de afdruk helemaal geen randen meer nadat u het verwijderlipje hebt verwijderd. Als u afdrukt op fotopapier van 102 x 152 mm (4 x 6 inch) zonder verwijderlipjes, A6kaarten en wenskaarten, bevat de afdruk aan drie zijden geen rand, maar wel een rand aan de onderzijde. de beeldgrootte selecteren Open het bestand in een softwaretoepassing en wijs de gewenste beeldgrootte toe. Zorg dat deze grootte overeenkomt met het formaat van het papier waarop u het beeld wilt afdrukken. afdrukken Voer de volgende stappen uit om een document zonder rand af te drukken: 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Selecteer een van de randloze papierformaten in de vervolgkeuzelijst Formaat is. 5. Selecteer het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Type is. 6. Klik op het selectievakje Zonder rand automatisch passend maken om de grootte van het beeld automatisch zo aan te passen dat er geen rand wordt afgedrukt. De optie Zonder rand automatisch passend maken is alleen beschikbaar voor fotopapiersoorten. 7. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. afdrukinstellingen De printer wordt aangestuurd door op de computer geïnstalleerde software. Gebruik de printersoftware (dat wil zeggen het printerstuurprogramma) om de afdrukinstellingen voor een document te wijzigen. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer om de printerinstellingen te wijzigen. het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster Eigenschappen voor printer te openen: 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer verschijnt. Het is mogelijk dat de wijze waarop u het dialoogvenster Eigenschappen voor printer opent van programma tot programma verschilt. het dialoogvenster Eigenschappen voor printer gebruiken Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer bevat verschillende hulpmiddelen waardoor het eenvoudig te gebruiken is. knoppen en menu's Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer bevat de volgende functies: 1. Tabbladen: klik op een tabblad om de inhoud ervan weer te geven. 2. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 3. Afdrukvoorbeeld: geeft aan wat voor gevolgen wijzigingen in de printerinstellingen op de afdruk hebben. 4. Knoppen: ❍ ❍ ❍ OK: als u hierop klikt, worden wijzigingen opgeslagen en toegepast. Annuleren: als u hierop klikt, wordt het dialoogvenster gesloten zonder dat de nieuwe instellingen worden opgeslagen. Help: als u hierop klikt, verschijnen instructies voor het gebruik van de Help-functie Wat is dit?. Het is mogelijk dat ook de knop Toepassen verschijnt. Als u op de knop Toepassen klikt, worden de instellingen opgeslagen zonder dat het dialoogvenster wordt gesloten. Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven. tabbladen ● tabblad papier/kwaliteit ● tabblad afwerking ● tabblad effecten ● tabblad basis ● tabblad kleur De printerfuncties en instructies voor het gebruik ervan kunnen worden gewijzigd. Dit document werd gepubliceerd voordat alle printerfuncties waren vastgesteld. snelinstellingen afdruktaak Gebruik snelinstellingen voor afdruktaken als u wilt afdrukken met instellingen die u regelmatig gebruikt of als u deze wilt opslaan. Als u bijvoorbeeld vaak enveloppen afdrukt, kunt u een afdruktaak maken met de instellingen voor het papierformaat, de afdrukkwaliteit en de afdrukstand die u normaal gezien gebruikt voor enveloppen. Nadat u de afdruktaak eenmaal hebt gemaakt, kunt u deze gewoon selecteren wanneer u enveloppen afdrukt. U hoeft de afdrukinstellingen dan niet meer allemaal op te geven. Maak uw eigen afdruktaak of gebruik de speciaal ontworpen afdruktaken die u in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak vindt. snelinstellingen voor afdruktaken gebruiken Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor een afdruktaak te gebruiken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer de afdruktaak die u wilt gebruiken in de vervolgkeuzelijst. 3. Klik op OK. Als u de standaardprinterinstellingen wilt herstellen, selecteert u Standaard afdrukinstellingen in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak en klikt u op OK. snelinstellingen voor een afdruktaak maken Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor afdruktaken te maken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer de opties die u in de nieuwe afdruktaak wilt opnemen. 3. Voer in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak een naam voor de nieuwe afdruktaak in en klik op Opslaan. De snelinstellingen voor de afdruktaak wordt aan de vervolgkeuzelijst toegevoegd. Als u meer opties aan de afdruktaak toevoegt, moet u de naam van de afdruktaak wijzigen en op OK klikken. snelinstellingen voor afdruktaken verwijderen Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor een afdruktaak te verwijderen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer de afdruktaak die u uit de vervolgkeuzelijst wilt verwijderen en klik op Verwijderen. Een aantal snelinstellingen voor afdruktaken kunt u niet verwijderen. tabblad papier/kwaliteit Op het tabblad Papier/Kwaliteit kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Formaat is: formaat van het gebruikte papier. 3. Aangepast: zie een aangepast papierformaat instellen. 4. Type is: de papiersoort die wordt gebruikt. 5. Zonder rand automatisch passend maken: selecteer deze optie wanneer u een randloos document op een bepaald papiertype afdrukt en u het beeld over de volledige pagina wilt afdrukken. 6. Afdrukkwaliteit: Er zijn vijf opties voor de afdrukkwaliteit: Snel concept, Snel normaal, Normaal, Best en Maximum dpi. Naarmate de afdrukkwaliteit toeneemt van Snel concept naar Maximum dpi wordt de kwaliteit van het gedrukte beeld beter en neemt de afdruksnelheid af. Voor Snel concept wordt de minste hoeveelheid inkt gebruikt. Voor Maximum dpi wordt de meeste inkt gebruikt en is veel schijfruimte vereist. 7. hp digitale fotografie: zie digitale foto's afdrukken. 8. Afdruktips: afdrukideeën. een aangepast papierformaat instellen Gebruik het dialoogvenster Aangepast papierformaat als u wilt afdrukken op een speciaal papierformaat. een aangepast papierformaat definiëren Voer de volgende stappen uit om een aangepast papierformaat te definiëren: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 3. Klik op de knop Aangepast. Het dialoogvenster Aangepast papierformaat wordt weergegeven. 4. Selecteer een aangepast papierformaat in de vervolgkeuzelijst Naam. 5. Voer de afmetingen van het papier in de vakken Breedte en Lengte in. Onder elk vak staan de minimale en maximale papierafmetingen. 6. Selecteer de maateenheid: Inches of Millimeters. 7. Klik op Opslaan om het aangepaste papierformaat op te slaan. U kunt maximaal vijf aangepaste papierformaten opslaan. 8. Klik op OK om het dialoogvenster Aangepast papierformaat af te sluiten. digitale foto's afdrukken De printer biedt een aantal functies waarmee u de kwaliteit van digitale foto's kunt verbeteren. het dialoogvenster hp opties voor digitale fotografie openen Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie te openen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en vervolgens op de knop HP opties voor digitale fotografie. het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie gebruiken Gebruik het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie om de volgende opties in te stellen: 1. Rode ogen verwijderen: Klik op Aan als u het rode-ogeneffect in de foto wilt verwijderen of verminderen. 2. Contrastverbetering: Stel het gewenste contrast in. Klik op Automatisch als u het contrast automatisch door het stuurprogramma van de printer wilt laten uitbalanceren. 3. Digitale flitser: Hiermee maakt u donkere beelden lichter. Klik op Automatisch als u licht en donker automatisch door het stuurprogramma van de printer wilt laten uitbalanceren. 4. SmartFocus: Als u op Aan klikt, worden beelden automatisch door het stuurprogramma van de printer scherpgesteld. 5. Scherpte: Hiermee stelt u de scherpte van beelden naar wens in. Klik op Automatisch als u de scherpte automatisch door het stuurprogramma wilt laten bepalen. 6. Vloeiend maken: Hiermee kunt u vervormingen naar wens aanpassen. Klik op Automatisch als u wilt dat het beeld automatisch door het stuurprogramma vloeiend wordt gemaakt. tabblad afwerking Op het tabblad Afwerking kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Dubbelzijdig afdrukken. zie dubbelzijdig afdrukken. 3. Brochure-indeling is: zie een brochure afdrukken. 4. Pagina's per vel: zie meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. 5. Poster afdrukken: selecteer het aantal pagina's dat u als poster naast elkaar wilt laten afdrukken om het formaat van uw poster te bepalen. 6. Draaien met 180 graden: hiermee draait u het afgedrukte beeld 180 graden. dubbelzijdig afdrukken Bij tweezijdig afdrukken, ook duplex afdrukken genoemd, kunt u op beide zijden van het papier afdrukken. Het afdrukken op beide zijden van het papier bespaart niet alleen geld, maar is ook beter voor het milieu. afdrukinstructies Voer de volgende stappen uit om een dubbelzijdig document handmatig af te drukken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Afwerking. 3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken. 4. Selecteer een bindoptie: ❍ Voor binden als een boek: zorg dat Pagina's naar boven omslaan niet is geselecteerd. 1. liggend 2. staand ❍ Voor binden als een schrijfblok: selecteer Pagina's naar boven omslaan. 1. liggend 2. staand 5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. De oneven genummerde pagina's worden het eerst afgedrukt. 6. Nadat de oneven genummerde pagina's zijn afgedrukt, laadt u het papier opnieuw, nu met de afdrukzijde omhoog, op basis van de geselecteerde bindsoort en afdrukstand. ❍ Binden als boek met afdrukstand staand: laad het papier als volgt: ❍ Binden als boek met afdrukstand liggend: laad het papier als volgt: ❍ Binden als schrijfblok met afdrukstand staand: laad het papier als volgt: ❍ Binden als schrijfblok met afdrukstand liggend: laad het papier als volgt: 7. Klik op Doorgaan om de even genummerde pagina's af te drukken. een brochure afdrukken Bij het afdrukken van brochures worden de pagina's van een document automatisch zo gerangschikt en vergroot of verkleind dat wanneer het document tot een brochure wordt gevouwen, de paginavolgorde correct is. Als een uit vier pagina's bestaande brochure bijvoorbeeld op weerszijden van het papier wordt afgedrukt, zouden de pagina's als volgt worden gerangschikt en afgedrukt: Ga als volgt te werk om een brochure af te drukken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Afwerking. 3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken. 4. Selecteer een bindoptie in de vervolgkeuzelijst Brochure-indeling is: ❍ ❍ Rechts binden: zorgt ervoor dat het binden aan de rechterzijde van de brochure plaatsvindt. Links binden: zorgt ervoor dat het binden aan de linkerzijde van de brochure plaatsvindt. 5. Voer een van de volgende handelingen uit: ❍ ❍ Als u elke tweede pagina van de brochure leeg wilt laten, selecteert u Afdrukken op een zijde. Als u op alle pagina's van de brochure wilt afdrukken, zorgt u dat Afdrukken op een zijde niet is geselecteerd. 6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. 7. Laad op de hieronder getoonde wijze papier in de invoerlade wanneer u daarom wordt gevraagd. 8. Klik op Doorgaan om het afdrukken van de brochure te voltooien. meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. De printersoftware biedt u de mogelijkheid verschillende pagina's van een document op één vel papier af te drukken. De printersoftware vergroot/verkleint de documenttekst en -afbeeldingen automatisch zodat deze op de afgedrukte pagina passen. Voer de volgende stappen uit om verschillende pagina's van een document op één vel papier af te drukken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Afwerking. 3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina's dat u op elk vel papier wilt laten verschijnen. 4. Als u wilt dat rond elk paginabeeld dat op het vel papier wordt afgedrukt een rand wordt weergegeven, klikt u op het selectievakje Paginaranden afdrukken. 5. Selecteer een lay-out voor elk vel papier in de vervolgkeuzelijst Paginavolgorde is. 6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. tabblad effecten Op het tabblad Effecten kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Document afdrukken op: als u deze optie selecteert, kunt u het document op een ander papierformaat afdrukken dan het papierformaat waarvoor het document is opgemaakt. Selecteer het doelpapierformaat in de vervolgkeuzelijst. 3. Passend maken: als u deze optie selecteert, wordt het formaat van het afgedrukte beeld automatisch aangepast aan het papierformaat dat u hebt geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Document afdrukken op. 4. % van normaal formaat: geef het vergrotings- of verkleiningspercentage voor het afgedrukte beeld op. Geef bijvoorbeeld 70 op als u het afgedrukte beeld tot 70 procent van de normale grootte wilt verkleinen. 5. Watermerken: zie watermerken. watermerken Watermerken worden als achtergrond op documenten afgedrukt. een bestaand watermerk op een document toepassen Voer de volgende stappen uit om een bestaand watermerk op een document toe te passen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Effecten. 3. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerken. Als u niet een van de weergegeven watermerken wilt gebruiken, maakt u een nieuw watermerk. 4. Voer een van de volgende handelingen uit: ❍ Als u wilt dat het watermerk alleen op de eerste pagina wordt weergegeven, selecteert u Alleen eerste pagina. ❍ Als u wilt dat het watermerk alleen op alle afgedrukte pagina's wordt weergegeven, zorgt u dat Alleen eerste pagina niet is geselecteerd. 5. Druk het document af op basis van de instructies voor de papiersoort. een watermerk maken of wijzigen Voer de volgende stappen uit om een watermerk te maken of wijzigen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Effecten. 3. Klik op de knop Bewerken. Het dialoogvenster Watermerkgegevens verschijnt. 4. Voer een van de volgende handelingen uit: ❍ Klik op de knop Nieuw of ❍ selecteer het watermerk dat u wilt wijzigen. 5. Voer het watermerkbericht, de berichthoek en de lettertypekenmerken in. 6. Nadat u de watermerkgegevens hebt ingesteld, klikt u op OK. Klik hier voor instructies over het toepassen van watermerken. Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven. tabblad basis Op het tabblad Basis kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Afdrukstand: geef de pagina-indeling op: ❍ Staand: de lengte van de afgedrukte pagina is groter dan de breedte. ❍ Liggend: de breedte van de afgedrukte pagina is groter dan de lengte. ❍ Spiegelbeeld: hiermee draait u het afgedrukte beeld van links naar rechts om. 3. Paginavolgorde: Selecteer een van de volgende opties: ❍ ❍ Van voren naar achteren: na het afdrukken van het volledige document ligt de eerste pagina bovenop. Van achteren naar voren: na het afdrukken van het volledige document ligt de laatste pagina bovenop. 4. Exemplaren: aantal af te drukken exemplaren. 5. Afdrukvoorbeeld: selecteer deze optie als u de lay-out van een document wilt weergeven voordat het wordt afgedrukt. 6. Geavanceerde functies: zie geavanceerde functies. geavanceerde functies Voor het afdrukken van foto's, transparanten of documenten met illustraties moet u mogelijk in het dialoogvenster Geavanceerde functies opties instellen. het dialoogvenster geavanceerde functies openen Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster Geavanceerde functies te openen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Basis en vervolgens op de knop Geavanceerde functies. het dialoogvenster geavanceerde functies gebruiken Gebruik het dialoogvenster Geavanceerde functies om deze opties in te stellen: 1. Inktvolume: hiermee past u de hoeveelheid inkt aan die op een pagina wordt gedrukt. Wanneer u de hoeveelheid inkt reduceert, heeft dit een nadelige invloed op de kleurkwaliteit. 2. Droogtijd: hiermee stelt u extra droogtijd voor langzaam drogende afdrukken in. 3. Modus weinig geheugen: deze optie stelt u in staat een document af te drukken vanaf een computer die over onvoldoende geheugen of schijfruimte beschikt om het document onder normale omstandigheden af te drukken. De kwaliteit van de afdruk kan wel achteruitgaan als u deze optie inschakelt. De kwaliteitsmodus Maximum dpi is niet beschikbaar wanneer de printer in de Modus weinig geheugen staat. tabblad kleur Op het tabblad Kleur kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Afdrukken in Grijsschaal: als u deze optie selecteert, wordt met grijstinten afgedrukt. ❍ ❍ ❍ Hoge kwaliteit: als u deze optie selecteert, wordt de driekleureninktpatroon en/of de foto-inktpatroon gebruikt voor het afdrukken van hoogwaardige grijswaarden. Alleen zwarte inktpatroon: als u deze optie selecteert, wordt de zwarte inktpatroon gebruikt voor het afdrukken van grijswaarden. Optimaliseren voor fotokopie of fax: als u deze optie selecteert, wordt de zwarte inktpatroon gebruikt om grijswaarden af te drukken die geschikt zijn voor fotokopiëren en faxen. 3. Verzadiging: hiermee past u de intensiteit van afgedrukte kleuren aan. 4. Helderheid: hiermee past u de licht- of donkerheid van afgedrukte kleuren aan. 5. Kleurschakering: hiermee geeft u aan of afgedrukte kleuren warm of koel zijn. knoppen en lichtje Gebruik de knoppen van de printer om de printer aan en uit te zetten en om afdruktaken te annuleren. 1. Aan/uit-knop en -lichtje 2. knop Afdrukken annuleren aan/uit-knop en -lichtje Druk op de Aan/uit-knop om de printer in en uit te schakelen. Het kan ongeveer vijf seconden duren voordat de printer aan staat nadat u op de Aan/uit-knop hebt gedrukt. Het lichtje van de Aan/uit-knop geeft op visuele wijze meer informatie over de status van de printer. Als het Aan/uit-lichtje continu brandt (niet knippert), is de printer bezig met afdrukken of gereed om af te drukken. Als het Aan/uit-lichtje knippert, is de kap van de printer open of is er mogelijk een probleem. Let op! Gebruik altijd de Aan/uit-knop om de printer in en uit te schakelen. Het gebruik van een stekkerdoos, stroomstootbeveiliging of muurschakelaar om de printer aan en uit te zetten kan storingen veroorzaken. knop afdrukken annuleren Als u op de knop Afdrukken annuleren drukt, wordt de huidige afdruktaak geannuleerd. het aan/uit-lichtje knippert ● Als het Aan/uit-lichtje brandt, is de printer bezig met afdrukken of gereed om af te drukken. ● Als het Aan/uit-lichtje uit is, is de printer uitgeschakeld. ● Zie hieronder als het Aan/uit-lichtje knippert. 1. aan/uit-lichtje wat het knipperende lichtje betekent Het Aan/uit-lichtje kan om verschillende redenen knipperen: ● De kap van de printer staat open. ● De printer bevat geen papier meer. ● Er is een probleem met de printer, bijvoorbeeld een papierstoring of een probleem met een inktpatroon. als er een foutbericht verschijnt Lees het foutbericht op het scherm waarin het probleem en de oplossing worden beschreven. als er geen foutbericht verschijnt 1. Ga naar onderhoud. 2. Klik op een van de vier knoppen. Hierna controleert de software de status van de printer. 3. Lees alle foutberichten waarin het probleem en de oplossing worden beschreven. papierstoring Voer de volgende stappen uit totdat de papierstoring is verholpen. 1. Verwijder het papier uit de invoerlade. 2. Als u etiketten afdrukt, controleert u of er geen etiket is losgeraakt van het etikettenvel terwijl het vel door de printer werd gevoerd. 3. Verwijder de achterklep. Druk de hendel naar rechts en trek vervolgens de klep weg. 4. Verwijder de papierstoring via de achterzijde van de printer en plaats de achterklep terug. 5. Laad het papier opnieuw in de invoerlade. 6. Druk het document opnieuw af. venster apparaatstatus Het venster Apparaatstatus verschijnt elke keer dat een bestand wordt afgedrukt. De volgende items worden weergegeven: 1. Inktniveaus: geschat inktniveau van elke inktpatroon. 2. Apparaatstatus: de status van de printer. Bijvoorbeeld Bezig met spoolen of Bezig met afdrukken. 3. Documenteigenschappen: de volgende informatie wordt over de huidige afdruktaak weergegeven. ❍ Document: naam van het document dat op dat moment wordt afgedrukt. ❍ Afdrukkwaliteit: de afdrukkwaliteitinstelling die wordt gebruikt. ❍ Papiersoort: de papiersoort die wordt gebruikt. ❍ Papierformaat: formaat van het gebruikte papier. Klik op Afdrukken annuleren om een afdruktaak te annuleren. Klik op Venster sluiten om het venster Apparaatstatus te sluiten. aan de slag ● printerfuncties ● knoppen en lichtje ● papierladen ● inktpatronen ● modus inktreserve printerfuncties De printer beschikt over verschillende functies die het afdrukken eenvoudiger en efficiënter maken. 1. knoppen en lichtje 2. papierladen 1. inktpatronen 2. modus inktreserve 1. USB-poort papierladen De printer heeft een wegklapbare papierlade die een in- en een uitvoerlade bevat. Selecteer een van de volgende onderwerpen voor informatie over de papierlade: ● de papierladen openvouwen ● invoerlade ● uitvoerlade ● de papierladen open- en dichtvouwen de papierladen openvouwen Voer de volgende stappen uit om de papierladen open te vouwen: 1. Trek de printerkap naar boven. 2. Druk de invoerlade naar beneden. 3. Druk de uitvoerlade naar beneden. 4. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit en vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade open. 5. Druk de kap van de printer omlaag en zet de printer aan. invoerlade De invoerlade bevat papier en ander te bedrukken afdrukmateriaal. 1. invoerlade U kunt op verschillende afdrukmateriaalformaten afdrukken door de papiergeleider naar links of rechts te schuiven. 1. druk op de papiergeleider en verschuif deze uitvoerlade Afgedrukte pagina's worden in de uitvoerlade geplaatst. 1. uitvoerlade Trek de printerkap en de uitvoerlade naar boven als u papier wilt laden. Druk de printerkap en de uitvoerlade omlaag voordat u gaat afdrukken. Als u wilt voorkomen dat er papier uit de lade valt, trekt u het verlengstuk van de uitvoerlade uit en vouwt u de verlengstukstop van de uitvoerlade open. 1. verlengstuk en verlengstukstop van de uitvoerlade de papierladen open- en dichtvouwen Voer de volgende stappen uit om de papierladen dicht te vouwen: 1. Verwijder papier of ander afdrukmateriaal uit de papierladen en zet de printer uit. 2. Trek de printerkap naar boven. 3. Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade dicht en druk het verlengstuk van de uitvoerlade in de uitvoerlade. 4. Trek de uitvoerlade naar boven. 5. Trek de invoerlade naar boven. 6. Plaats uw hand onder de invoerlade en druk de lade omhoog tot deze vastklikt. 7. Trek de printerkap naar beneden. modus inktreserve In de modus Inktreserve kan de printer werken terwijl er maar één inktpatroon in gebruik is. Deze modus wordt ingeschakeld wanneer een inktpatroon uit de houder wordt verwijderd. Klik hier voor instructies over het verwijderen van een inktpatroon. uitvoer in modus inktreserve Als u afdrukt in de modus Inktreserve, werkt de printer langzamer en gaat de kwaliteit van de afdrukken achteruit. wanneer alleen deze inktpatroon is geïnstalleerd... is het resultaat... zwarte inktpatroon Kleuren worden als grijswaarden afgedrukt. driekleurenpatroon Kleuren worden wel afgedrukt, maar zwart wordt als grijstint weergegeven en is niet echt zwart. foto-inktpatroon Kleuren worden als grijswaarden afgedrukt, maar zwart wordt als grijstint weergegeven en is niet echt zwart. Aangeraden wordt niet de foto-inktpatroon te gebruiken voor de modus Inktreserve. de modus inktreserve afsluiten Installeer twee inktpatronen in de printer om de modus Inktreserve af te sluiten. Klik hier voor instructies over het installeren van een inktpatroon. USB De printer wordt met een USB-kabel (Universal Serial Bus) aangesloten op de computer. Op de computer moet Windows 98 of hoger staan als u een USB-kabel wilt gebruiken. Zie de Installatieposter die bij de printer wordt geleverd voor instructies over het aansluiten van de printer met een USB-kabel. aansluitingen ● USB afdrukken Klik hieronder op het juiste onderwerp voor uitleg over de printersoftware: ● afdrukinstellingen ● geavanceerde functies ● venster apparaatstatus Klik hieronder op het gewenste onderwerp om instructies voor de afdrukfuncties weer te geven: ● een document afdrukken ● standaardinstellingen wijzigen ● dubbelzijdig afdrukken ● snelinstellingen afdruktaak ● digitale foto's afdrukken ● afdrukken zonder rand ● een brochure afdrukken ● aangepaste papierformaten instellen ● meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. ● watermerken Klik hieronder op het gewenste onderwerp om afdrukinstructies weer te geven: ● gewoon papier ● enveloppen ● transparanten ● etiketten ● indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal ● wenskaarten ● foto's ● posters ● iron-on transfers een document afdrukken basisafdrukinstructies Voer de volgende stappen uit om een document af te drukken: 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Klik op Bestand > Afdrukken. 3. Klik op OK als u wilt afdrukken met de standaardinstellingen van de printer. afdrukopties instellen Voer de volgende stappen uit om afdrukopties te wijzigen: 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer verschijnt. Het is mogelijk dat de wijze waarop u het dialoogvenster Eigenschappen voor printer opent van programma tot programma verschilt. 3. Geef de hieronder weergegeven afdrukinstellingen op: ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ Selecteer het tabblad Papier/Kwaliteit als u papieropties, afdrukken zonder rand en de afdrukkwaliteit wilt instellen, of als u de HP opties voor digitale fotografie wilt weergeven. Als u al gedefinieerde afdrukinstellingen wilt gebruiken, kiest u Snelinstellingen afdruktaak. Selecteer het tabblad Afwerking om documentopties te kiezen, posters af te drukken of het afgedrukte beeld 180 graden te draaien. Selecteer het tabblad Effecten als u opties voor vergroten/verkleinen wilt selecteren. Selecteer het tabblad Basis als u opties voor afdrukstand en paginavolgorde wilt selecteren, het aantal af te drukken exemplaren wilt opgeven, Afdrukvoorbeeld weergeven wilt inschakelen of toegang wilt tot Geavanceerde functies. Selecteer het tabblad Kleur als u kleuropties en kleurkenmerken wilt selecteren. 4. Klik op OK en volg de instructies van de toepassing om het document af te drukken. posters richtlijnen ● ● Nadat de onderdelen van een poster zijn afgedrukt, snijdt u de randen van de vellen af en plakt u de vellen aan elkaar. Capaciteit van invoerlade: maximaal 100 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Trek de printerkap naar boven. 2. Schuif de papiergeleider naar links. 3. Trek de uitvoerlade naar boven. 4. Plaats het papier in de invoerlade en druk het zover mogelijk in de printer. 5. Druk de uitvoerlade naar beneden. 6. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen. 7. Trek de printerkap naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Type is: gewoon papier Afwerking Poster afdrukken: 2 x 2, 3 x 3, 4 x 4 of 5 x 5 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. standaardinstellingen wijzigen Gebruik het pictogram op de taakbalk als u de standaardinstellingen van de printer wilt wijzigen. De standaardafdrukinstellingen zijn van toepassing op alle documenten die op de printer worden afgedrukt. 1. taakbalkpictogram het snelmenu van het taakbalkpictogram gebruiken Voer de volgende stappen uit om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen: 1. Klik op het taakbalkpictogram. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer verschijnt. 2. Selecteer de opties die u als standaardinstellingen wilt gebruiken. 3. Klik op OK. Er verschijnt een dialoogvenster met het bericht dat de nieuwe instellingen zullen worden gebruikt, telkens wanneer u afdrukt. Als u dit dialoogvenster niet meer wilt zien, selecteert u Dit bericht niet meer weergeven. 4. Klik op OK om de nieuwe afdrukinstellingen op te slaan. gewoon papier richtlijnen Capaciteit van invoerlade: maximaal 100 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Trek de printerkap naar boven. 2. Schuif de papiergeleider naar links. 3. Trek de uitvoerlade naar boven. 4. Plaats het papier in de invoerlade en druk het zover mogelijk in de printer. Papier van het formaat Legal steekt buiten de rand van de invoerlade uit. 5. Druk de uitvoerlade naar beneden. 6. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen. 7. Trek de printerkap naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Type is: gewoon papier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. enveloppen richtlijnen ● Gebruik geen enveloppen die: klemmetjes of vensters bevatten; dikke, onregelmatige of gekrulde randen hebben; glanzen of reliëf hebben; gekreukeld, gescheurd of anderszins beschadigd zijn. ● Lijn de randen van de envelop uit voordat u deze in de invoerlade plaatst. ● Capaciteit van invoerlade: maximaal 10 enveloppen voorbereiding voor het afdrukken 1. Trek de printerkap naar boven. 2. Schuif de papiergeleider naar links. 3. Trek de uitvoerlade naar boven. 4. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden en de klep naar links aan de rechterkant van de invoerlade. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer. 5. Druk de uitvoerlade naar beneden. 6. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen. 7. Trek de printerkap naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst envelopformaat Type is: gewoon papier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. transparanten richtlijnen ● Gebruik inkjet transparanten van het merk HP. ● Capaciteit van invoerlade: maximaal 30 transparanten voorbereiding voor het afdrukken 1. Trek de printerkap naar boven. 2. Schuif de papiergeleider naar links. 3. Trek de uitvoerlade naar boven. 4. Plaats de transparanten met de afdrukzijde omlaag en de plakstrook naar de printer gericht in de invoerlade. Druk de transparanten voorzichtig in de printer totdat deze niet verder kunnen zodat de plakstroken niet aan elkaar kleven. 5. Druk de uitvoerlade naar beneden. 6. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de transparanten. 7. Trek de printerkap naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Type is: geschikte transparant 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. etiketten richtlijnen ● Gebruik alleen etiketten die speciaal voor inkjetprinters zijn ontworpen. ● Gebruik alleen volledige vellen met etiketten. ● ● ● De etiketten mogen niet plakkerig of gekreukeld zijn en mogen niet van de vellen loskomen. Gebruik geen kunststof etiketten of doorschijnende etiketten. De inkt droogt niet op deze etiketten. Capaciteit van invoerlade: maximaal 20 etikettenvellen (gebruik alleen vellen van Letter- of A4-formaat) voorbereiding voor het afdrukken 1. Trek de printerkap naar boven. 2. Schuif de papiergeleider naar links. 3. Trek de uitvoerlade naar boven. 4. Waaier de randen van de etikettenvellen uit om te voorkomen dat deze aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. 5. Plaats de etikettenvellen in de invoerlade met de etikettenzijde omlaag en druk ze zover mogelijk in de printer. 6. Druk de uitvoerlade naar beneden. 7. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen. 8. Trek de printerkap naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: Letter of A4 Type is: gewoon papier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal richtlijnen ● ● Gebruik alleen kaarten en ander klein afdrukmateriaal die voldoen aan de papierformaatspecificaties van de printer. Zie de naslaghandleiding die bij de printer werd geleverd voor specificaties. Capaciteit van invoerlade: maximaal 30 kaarten voorbereiding voor het afdrukken 1. Trek de printerkap naar boven. 2. Schuif de papiergeleider naar links. 3. Trek de uitvoerlade naar boven. 4. Plaats de kaarten met de te bedrukken kant naar beneden en de korte rand naar de printer gericht aan de rechterkant van de invoerlade. 5. Druk de uitvoerlade naar beneden. 6. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen. 7. Trek de printerkap naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: het gewenste kaartformaat Type is: gewoon papier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. Als het bericht verschijnt dat het papier op is, klikt u hier. foutberichten bericht dat het papier op is als de invoerlade is geladen 1. Controleer het volgende: ❍ De invoerlade bevat voldoende papier (ten minste tien vellen). ❍ De invoerlade is niet te vol. ❍ De papierstapel raakt de achterkant van de invoerlade. 2. Schuif de papiergeleider stevig tegen de randen van het papier. als de invoerlade leeg is 1. Laad het papier in de invoerlade. 2. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer. 3. Schuif de papiergeleider stevig tegen de randen van het papier. er verschijnt een foutbericht terwijl het aan/uit-lichtje knippert Lees het foutbericht op het scherm waarin het probleem en de oplossing worden beschreven. Zie aan/uit-lichtje knippert, voor meer informatie. het foutbericht 'fout bij schrijven naar USB-poort' verschijnt De printer ontvangt mogelijk geen correcte gegevens van een ander USB-apparaat of een USB-hub. Sluit de printer direct op de USB-poort van de computer aan. het foutbericht 'fout bij schrijven naar LPT1' verschijnt Als de printer via een USB-kabel is aangesloten op de computer, is de kabel mogelijk niet aangesloten voordat de software werd geïnstalleerd. Verwijder de software en installeer deze opnieuw. Klik hier wanneer u de software wilt verwijderen. het foutbericht 'er kan geen tweerichtingscommunicatie tot stand worden gebracht' of 'printer reageert niet' verschijnt De printer kan mogelijk niet met de computer communiceren als de USB-kabel te lang is. Als u dit foutbericht ontvangt, dient u ervoor te zorgen dat de USB-kabel niet langer is dan vijf meter. wenskaarten richtlijnen ● Vouw voorgevouwen kaarten uit en plaats deze vervolgens in de invoerlade. ● Gebruik HP wenskaarten voor de beste resultaten. ● Capaciteit van invoerlade: maximaal 20 kaarten voorbereiding voor het afdrukken 1. Trek de printerkap naar boven. 2. Schuif de papiergeleider naar links. 3. Trek de uitvoerlade naar boven. 4. Waaier de randen van de wenskaarten uit om te voorkomen dat deze aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. 5. Plaats de wenskaarten met de afdrukzijde omlaag in de invoerlade. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer. 6. Druk de uitvoerlade naar beneden. 7. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de wenskaarten. 8. Trek de printerkap naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: het gewenste kaartformaat Type is: het gewenste kaarttype Basis Afdrukstand: de gewenste afdrukstand 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. Als het bericht verschijnt dat het papier op is, klikt u hier. foto's richtlijnen De foto moet een elektronische indeling (digitaal) hebben om te kunnen worden afgedrukt. Maak een foto met een digitaal fototoestel, scan een foto of laat in een fotowinkel een elektronisch bestand van een foto maken. ● Gebruik hp fotopapier voor de beste resultaten. ● Gebruik voor een hoge afdrukkwaliteit een afdrukinstelling met een hoge resolutie en stel de HP opties voor digitale fotografie in. ● Gebruik HP Premium Plus Fotopapier en installeer een foto-inktpatroon in de printer om ervoor te zorgen dat de foto zo min mogelijk vervaagt. ● ● Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's. ● Capaciteit van invoerlade: maximaal 30 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Trek de printerkap naar boven. 2. Schuif de papiergeleider naar links. 3. Trek de uitvoerlade naar boven. 4. Voer een van de volgende handelingen uit: ❍ ❍ Kleine foto's: plaats het fotopapier met de afdrukzijde omlaag en het verwijderlipje van de printer af gericht in de invoerlade. Grote foto's: plaats het fotopapier met de afdrukzijde omlaag in de invoerlade. 5. Druk het fotopapier zo ver mogelijk in de printer. 6. Druk de uitvoerlade naar beneden. 7. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van de enveloppen. 8. Trek de printerkap naar beneden. foto's afdrukken Als het softwareprogramma beschikt over een functie voor het afdrukken van foto's, volgt u de instructies van het softwareprogramma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet het geval is. 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst formaat voor fotopapier Type is: gewenste soort fotopapier Afdrukkwaliteit: Normaal, Best of Maximum dpi. hp digitale fotografie: gewenste fotoverbeteringsopties 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. Als het bericht verschijnt dat het papier op is, klikt u hier. Exif Print-enhanced foto's afdrukken Exif Print (Exchangeable Image File Format 2.2) is een internationale standaard voor digitale beelden met als doel het vereenvoudigen van digitale fotografie en het verbeteren van afgedrukte foto's. Wanneer een foto wordt gemaakt met een digitale camera die compatibel is met Exif Print, worden gegevens als de belichtingstijd, type flits en kleurverzadiging met de foto opgeslagen. Met behulp van deze informatie kan de software van de HP Deskjet printer automatisch beeldspecifieke verbeteringen uitvoeren, wat resulteert in foto's van uitmuntende kwaliteit. Voor het afdrukken van Exif Print-enhanced foto's is het volgende vereist: ● Een digitale camera die Exif Print ondersteunt ● Exif Print-compatibele fotosoftware ● HP Deskjet printersoftware die Exif Print ondersteunt ● Windows 98, 2000, Me of XP Voer de volgende stappen uit om Exif Print-enhanced foto's af te drukken: 1. Open het bestand dat u met Exif Print-compatibele fotosoftware wilt afdrukken. 2. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Type is: gewenste soort fotopapier Afdrukkwaliteit: Best of Normaal 3. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. Het afgedrukte beeld wordt automatisch door de printersoftware geoptimaliseerd. afdrukken met PhotoREt PhotoREt biedt de optimale combinatie van afdruksnelheid en afdrukkwaliteit voor uw beeld. Voer de volgende stappen uit om af te drukken met PhotoREt-technologie: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Afdrukkwaliteit: Best 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd is de hoogste resolutiekwaliteit die voor deze printer beschikbaar is. Wanneer Maximum dpi in het printerstuurprogramma is geseleceerd, drukt de driekleureninktpatroon af in de modus 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd. Als er ook een foto-inktpatroon is geïnstalleerd, wordt de afdrukkwaliteit nog verder verbeterd. U kunt foto-inktpatronen apart kopen als deze niet bij de printer zijn geleverd. Voer de volgende stappen uit om in de modus 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd af te drukken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Type is: gewenste soort fotopapier Afdrukkwaliteit: Maximum dpi 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. afdrukken in kleur met zes inkten U kunt de kwaliteit van foto's verbeteren met de optie voor het afdrukken in kleur met zes inkten. Als u met zes inkten in kleur wilt afdrukken, moet zowel een foto- als een driekleureninktpatroon zijn geïnstalleerd. U kunt foto-inktpatronen apart kopen als deze niet bij de printer zijn geleverd. Voer de volgende stappen uit om met zes inkten in kleur af te drukken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Type is: gewenste soort fotopapier Afdrukkwaliteit: Normaal, Best of Maximum dpi. 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. iron-on transfers richtlijnen ● ● ● Gebruik HP iron-on transfers voor goede resultaten. Wanneer u in spiegelbeeld afdrukt, worden de tekst en afbeeldingen horizontaal gedraaid ten opzichte van wat op het computerscherm verschijnt. Capaciteit van invoerlade: maximaal 100 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Trek de printerkap naar boven. 2. Schuif de papiergeleider naar links. 3. Trek de uitvoerlade naar boven. 4. Plaats het papier in de invoerlade met de afdrukzijde omlaag en duw het zover mogelijk in de printer. 5. Druk de uitvoerlade naar beneden. 6. Schuif de papiergeleider stevig tegen de rand van het papier. 7. Trek de printerkap naar beneden. afdrukken Als het softwareprogramma beschikt over een functie voor het afdrukken van opstrijkpatronen, volgt u de instructies van het softwareprogramma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet het geval is. 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: A4 of Letter Type is: hp iron-on transfer Afdrukkwaliteit: Normaal of Best Basis Afdrukstand: Spiegelbeeld 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. onderhoud ● inktpatronen vervangen ● inktpatronen kalibreren ● inktpatronen automatisch reinigen ● inktpatronen handmatig reinigen ● inktpatronen onderhouden ● printerbehuizing onderhouden ● inkt van de huid en van kleding verwijderen ● printerhulpmiddelen inktpatronen automatisch reinigen Als er in uw afdrukken lijnen of stippen ontbreken of inktstrepen voorkomen, zijn de inktpatronen mogelijk bijna leeg of moet u deze reinigen. Klik hier als u het inktniveau van de inktpatronen wilt controleren. Als de inktpatronen voldoende inkt bevatten, volgt u deze stappen op om de inktpatronen automatisch te reinigen: 1. Ga naar printeronderhoud. 2. Klik op Inktpatronen reinigen. 3. Klik op Reinigen en volg de instructies op het scherm op. Als er na het reinigen nog steeds lijnen of stippen in de afdrukken ontbreken, vervangt u de inktpatronen. Let op! Reinig de inktpatronen alleen als het nodig is. Wanneer u de inktpatronen onnodig vaak reinigt, verspilt u inkt en verkort u de levensduur van de patronen. inktpatronen handmatig reinigen Als de printer in een stoffige omgeving wordt gebruikt, kan er zich enig vuil ophopen in de behuizing van de printer. Dit vuil kan bestaan uit stof-, haar-, tapijt- of kledingvezels. Wanneer het vuil op de inktpatronen en de houder terechtkomt, kan het inktstrepen en vlekken op de afgedrukte pagina's veroorzaken. Inktstrepen zijn gemakkelijk te verhelpen door de patronen en de houder handmatig te reinigen. reinigingsmiddelen verkrijgen U hebt het volgende nodig als u de inktpatronen en de houder wilt reinigen: ● ● gedistilleerd water wattenstaafjes of ander zacht, pluisvrij materiaal dat niet aan de patronen blijft kleven Let op dat u geen inkt op uw handen of kleding krijgt tijdens het reinigen. reiniging voorbereiden 1. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten en open de kap. De houder verschuift naar het midden van de printer. 2. Haal het netsnoer uit de achterzijde van de printer. 3. Verwijder de inktpatronen en plaats deze op een vel papier met de sproeikop naar boven. Let op! Laat de patronen niet langer dan een half uur buiten de printer liggen. de inktpatronen en de inktpatroonhouder reinigen 1. Bevochtig een wattenstaafje met gedistilleerd water. 2. Reinig het oppervlak en de randen van de eerste inktpatroon met het wattenstaafje, zoals in de volgende afbeelding wordt weergegeven. Veeg niet over de sproeikop. 1. sproeikop en inktsproeiers 2. vlakken en randen van de inktpatroon 3. koperen contactpunten Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen. 3. Controleer of er zich geen vezels op de voorkant of de randen van de inktpatroon bevinden. Herhaal stap 1 en 2 en controleer of er nog vezels aanwezig zijn. 4. Herhaal stap 1 tot en met 3 voor de tweede inktpatroon. 5. Veeg de onderkant van de behuizing van de inktpatroonhouder schoon met behulp van schone, bevochtigde wattenstaafjes. Herhaal dit proces totdat er geen inktresten meer op een schoon wattenstaafje verschijnen. 1. inktpatroonhouder 2. zijkanten van inktpatroonhouder 6. Plaats de inktpatronen en sluit de printerkap. 7. Sluit het netsnoer aan de achterzijde van de printer aan. 8. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten. 9. Kalibreer de inktpatronen. Herhaal de reinigingsprocedure als er nog steeds inktstrepen op de afdrukken verschijnen. inkt van de huid en van kleding verwijderen Volg deze instructies op om inkt van de huid en van kleding te verwijderen: inkt verwijderen van methode huid Was de huid op de desbetreffende plaats met een zeep met schuurmiddel. witte stof Was de stof in koud water met bleekmiddel. gekleurde stof Was de stof in koud water met schuimende ammonia. Let op! Gebruik altijd koud water om de inkt uit stof te verwijderen. Door lauw of heet water kan de inktkleur zich aan de stof hechten. printerbehuizing onderhouden Aangezien de printer in een fijne waas op het papier spuit, zullen er uiteindelijk inktvlekken op de printerbehuizing en de aangrenzende oppervlakken verschijnen. Als u strepen, vlekken en/of opgedroogde inkt van de buitenkant van de printer wilt verwijderen, gebruikt u een zachte doek die met water vochtig is gemaakt. Denk aan de volgende tips wanneer u de printer reinigt: ● ● ● Reinig de binnenkant van de printer niet. Houd alle vloeistoffen bij de binnenkant vandaan. Gebruik geen huishoudelijke schoonmaakmiddelen of wasmiddelen. Als een huishoudreinigingsmiddel of -oplosmiddel voor de printer wordt gebruikt, veegt u buitenoppervlakken van de printer schoon met een zachte doek die met water vochtig is gemaakt. Smeer de ondersteuningsstaaf waarop de inktpatroonhouder heen en weer schuift niet. Lawaai is normaal wanneer de houder heen een weer beweegt. printerhulpmiddelen De printersoftware bevat een aantal handige hulpmiddelen om de prestaties van de printer te verbeteren. Gebruik de printerhulpmiddelen om: ● een schatting van het inktniveau weer te geven. ● de inktpatronen te reinigen. ● de printer te kalibreren. ● een testpagina af te drukken. ● andere benodigde functies uit te voeren. Klik hier om toegang te krijgen tot deze hulpmiddelen. problemen oplossen ● printer drukt niet af ● papierstoring ● papierproblemen ● afdrukkwaliteit is slecht ● het document is verkeerd afgedrukt ● foto's worden niet goed afgedrukt ● problemen met afdrukken zonder rand ● het aan/uit-lichtje knippert ● printer is traag ● foutberichten ● als zich problemen blijven voordoen printer drukt niet af Controleer het volgende: ● Is de printer aangesloten op een stopcontact? ● Zijn de kabels goed aangesloten? ● Staat de printer aan? ● Zijn de inktpatronen correct geïnstalleerd? ● Is papier of ander afdrukmateriaal correct in de invoerlade geladen? ● Is de printerkap gesloten? ● Is de achterklep bevestigd? het aan/uit-lichtje controleren Als het Aan/uit-lichtje knippert, is er een fout opgetreden. Zie aan/uit-lichtje knippert voor meer informatie. controleer de printerkabelaansluiting Als de printerkabel is aangesloten op een USB-hub, kan er een afdrukconflict zijn. Er zijn twee methoden om het conflict op te lossen: ● ● Sluit de USB-kabel van de printer rechtstreeks op de computer aan of Gebruik tijdens het afdrukken geen andere USB-apparaten die op de hub zijn aangesloten. als de printer niet aan gaat De printer heeft mogelijk te veel stroom ontvangen. 1. Verwijder het netsnoer uit de wandcontactdoos. 2. Wacht ongeveer 10 seconden. 3. Sluit het netsnoer weer aan. 4. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten. Als de printer nu nog niet aan gaat, probeert u het volgende: ● ● Sluit de printer aan op een andere wandcontactdoos of Sluit de printer direct aan op een wandcontactdoos in plaats van op een stroomstootbeveiliging. als de printer nog steeds niet afdrukt Selecteer het onderwerp dat het beste overeenkomt met het probleem: ● papierstoring ● het bericht het papier is op ● foutbericht op het scherm papierproblemen de printer drukt meerdere vellen tegelijk af papiergewicht Er kan op meerdere vellen tegelijk worden afgedrukt wanneer het papier een lager gewicht heeft dan het vereiste papiergewicht. Gebruik papier dat voldoet aan het aanbevolen papiergewicht. Zie de naslaghandleiding die bij de printer werden geleverd voor papiergewichtspecificaties. papier is mogelijk op onjuiste wijze geladen Er kan op meerdere vellen tegelijk worden afgedrukt wanneer het papier te ver achter in de printer is geladen. Laad het papier opnieuw in de papierlade en druk het papier naar binnen tot u weerstand voelt. overige papierproblemen ● Klik hier voor instructies over het opheffen van een papierstoring. ● Als het bericht verschijnt dat het papier op is, klikt u hier. afdrukkwaliteit is slecht strepen en ontbrekende lijnen Als er in uw afdrukken lijnen of stippen ontbreken of inktstrepen voorkomen, zijn de inktpatronen mogelijk bijna leeg of moet u deze reinigen. de afdruk is vaag ● Controleer of er een zwarte inktpatroon is geïnstalleerd. Als de zwarte tekst en afbeeldingen op uw afdrukken vaag zijn, drukt u mogelijk alleen met de driekleurenpatroon af. Installeer een zwarte inktpatroon naast de driekleurenpatroon om een optimale zwarte afdrukkwaliteit te verkrijgen. ● Controleer of beide inktpatronen niet bijna leeg zijn. Als een inktpatroon bijna leeg is, is het misschien raadzaam deze te vervangen. Zie inktpatronen als u de juiste artikelnummers wilt opzoeken. ● Controleer of de beschermende kunststof tape van de inktpatronen is verwijderd. 1. kunststof tape ● Selecteer een hogere afdrukkwaliteit. verhoog het inktvolume 1. Open het dialoogvenster Geavanceerde functies. 2. Sleep de schuifknop Inktvolume in de richting van Zwaar. 3. Sleep de schuifknop Droogtijd in de richting van Meer. 4. Klik op OK > OK. er worden lege pagina's afgedrukt ● ● De kunststof tape is mogelijk nog niet van de inktpatronen verwijderd. Controleer of de kunststof tape van de inktpatronen is verwijderd. De inktpatronen kunnen leeg zijn. Vervang een of beide lege inktpatronen. er wordt te veel of te weinig inkt op de pagina gedrukt pas het inktvolume en de droogtijd aan 1. Open het dialoogvenster Geavanceerde functies. 2. Sleep de schuifknop Inktvolume in de richting van Licht of Zwaar. Als u het inktvolume verhoogt, moet u de schuifknop Droogtijd richting Meer verplaatsen om inktvegen te voorkomen. 3. Klik op OK en vervolgens nogmaals op OK. het document is verkeerd afgedrukt tekst en afbeeldingen zijn niet goed uitgelijnd Als de tekst en afbeeldingen op uw afdrukken niet goed zijn uitgelijnd, moet u de printer kalibreren. het afgedrukte document staat scheef of staat niet helemaal in het midden van het papier 1. Controleer of het papier goed in de invoerlade is geplaatst. 2. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen het papier zijn geschoven. 3. Druk het document opnieuw af. envelop wordt onder een hoek afgedrukt 1. Schuif de klep in de envelop voordat u de envelop in de invoerlade plaatst. 2. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen de envelop zijn geschoven. 3. Druk de envelop opnieuw af. sommige gedeelten van het document ontbreken of worden op een onjuiste plaats afgedrukt Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en zorg dat de volgende opties correct zijn ingesteld: tabblad instelling Basis Afdrukstand: controleer of de afdrukstand juist is. Papier/ Kwaliteit Formaat is: controleer of het formaat van het papier juist is. Effecten Passend maken: selecteer deze optie om tekst en afbeeldingen groter of kleiner af te beelden zodat ze op de pagina passen. Afwerking Poster afdrukken: zorg dat Uit is geselecteerd. nieuwe afdrukinstellingen zijn niet zichtbaar in de afdrukken De standaardprinterinstellingen kunnen verschillen van de afdrukinstellingen in het toepassingsprogramma. Selecteer de juiste afdrukinstellingen in de softwaretoepassing. foto's worden niet goed afgedrukt de papierlade controleren 1. Controleer of er fotopapier met de afdrukzijde naar beneden in de invoerlade is geplaatst. 2. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer. 3. Schuif de papiergeleider stevig tegen het papier. de printereigenschappen controleren Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en controleer de volgende opties: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst formaat Type is: fotopapier Afdrukkwaliteit: Best problemen met afdrukken zonder rand het beeld wordt onder een hoek afgedrukt Als uw afdruk er zo uitziet... gaat u als volgt te werk... 1. Laad het papier correct in de invoerlade. 2. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen de kaarten of het fotopapier zijn geschoven. 3. Volg de laadinstructies voor het papiertype. Zie afdrukken zonder rand. de rand bevindt zich boven aan het beeld Als uw afdruk er zo uitziet... gaat u als volgt te werk... Kalibreer de printer. de rand bevindt zich aan de zijkant van het beeld Als uw afdruk er zo uitziet... gaat u als volgt te werk... Kalibreer de printer. het beeld bevindt zich boven het verwijderlipje Als uw afdruk er zo uitziet... gaat u als volgt te werk... Kalibreer de printer. inktvegen als de afdruk inktvegen bevat De achterkant van een afdruk bevat inktvegen of het papier plakt aan elkaar vast. gaat u als volgt te werk... 1. Open het dialoogvenster Geavanceerde functies. 2. Sleep de schuifknop Droogtijd in de richting van Meer. 3. Sleep de schuifknop Inktvolume in de richting van Licht. De kleuren in het beeld kunnen lichter worden. 4. Klik op OK. Als het probleem blijft bestaan: 1. Verwijder het afdrukmateriaal voor het afdrukken zonder rand en laad gewoon papier in de invoerlade. 2. Druk op de knop Afdrukken annuleren en houd deze ingedrukt tot er een zelftestpagina wordt afgedrukt. Laat vervolgens de knop los. 3. Herhaal stap 2 tot de achterkant van het papier geen inktvegen meer heeft. printer is traag De prestaties van de printer kunnen door verschillende variabelen negatief worden beïnvloed. er zijn meerdere softwaretoepassingen geopend De computer heeft niet voldoende bronnen om de printer op optimale snelheid te kunnen laten werken. Als u de snelheid van de printer wilt verhogen, sluit u alle overbodige softwaretoepassingen af, wanneer u gaat afdrukken. er worden complexe documenten, afbeeldingen of foto's afgedrukt Documenten die afbeeldingen of foto's bevatten, worden langzamer afgedrukt dan tekstdocumenten. Wanneer de computer niet voldoende geheugen of schijfruimte heeft om het document onder normale omstandigheden af te drukken, gebruikt u de Modus weinig geheugen. De kwaliteit van de afdruk kan wel achteruitgaan als u deze optie inschakelt. Door het inschakelen van de Modus weinig geheugen, wordt ook het afdrukken in de modus 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd uitgeschakeld. U gaat als volgt te werk om de Modus weinig geheugen te activeren: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Basis en vervolgens op de knop Geavanceerde functies. 3. Selecteer Modus weinig geheugen. 4. Druk het document af. printerstuurprogramma is verouderd Er is mogelijk een verouderd printerstuurprogramma geïnstalleerd. Klik hier voor informatie over het bijwerken van het printerstuurprogramma. computer voldoet niet aan de systeemvereisten Als uw computer onvoldoende RAM of onvoldoende vrije ruimte op de harde schijf heeft, neemt de verwerking door de printer meer tijd in beslag. 1. Controleer of de ruimte op de harde schijf, de RAM en de processorsnelheid overeenkomen met de systeemvereisten. 2. Maak ruimte vrij op de harde schijf. de printer bevindt zich in de modus inktreserve Het is mogelijk dat de printer langzamer afdrukt als deze zich in de modus Inktreserve bevindt. Als u de afdruksnelheid wilt verhogen, gebruikt u twee inktpatronen in de printer. minimale systeemvereisten Uw computer moet aan de volgende minimale vereisten voldoen: Microsoft Windows XP Minimale processorsnelheid: Pentium 233 MHz Vereist RAM-geheugen: 128 MB Vereiste vrije ruimte op harde schijf: 40 MB* Microsoft Windows 98, Me Minimale processorsnelheid: Pentium 150 MHz Vereist RAM-geheugen: 32 MB Vereiste vrije ruimte op harde schijf: 40 MB* Microsoft Windows 2000 Professional Minimale processorsnelheid: Pentium 133 MHz Vereist RAM-geheugen: 64 MB Vereiste vrije ruimte op harde schijf: 40 MB* * Als u foto's of op een zeer hoge resolutie (4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd) afdrukt, moet u ten minste 400 MB tijdelijke schijfruimte beschikbaar hebben. als zich problemen blijven voordoen Als zich problemen blijven voordoen, nadat u de probleemoplossingsonderwerpen hebt doorgenomen, schakelt u de computer uit en start u deze vervolgens opnieuw op. Als u ook met het opnieuw opstarten van de computer de problemen niet kunt oplossen, gaat u naar HP Klantenondersteuning op www.hp.com/support. specificaties ● minimale systeemvereisten ● milieuverklaring ● inktpatronen recyclen milieuverklaring Hewlett-Packard streeft voortdurend naar een verbetering van de ontwerpprocessen van haar Deskjet printers om zodoende de negatieve effecten te verminderen op de kantooromgeving en op de omgevingen waar printers worden geproduceerd, verzonden en gebruikt. reductie and eliminatie Papiergebruik: Doordat de printer dubbelzijdig afdrukt, wordt het papiergebruik en daardoor ook de belasting van het milieu teruggebracht. Deze printer is geschikt voor het gebruik van gerecyclede papiersoorten volgens DIN 19 309. Gerecycled papier: alle gedrukte documentatie bij deze printer is afgedrukt op chloorvrij gerecycled papier. Ozon: er worden geen ozonafbrekende chemicaliën (bijvoorbeeld cfk's) meer in de fabricageprocessen van Hewlett-Packard gebruikt. recyclen Deze printer is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te kunnen worden gescheiden. Bevestigingen en andere aansluitingen zijn eenvoudig te vinden, te bereiken en te verwijderen met normale gereedschappen. Belangrijke onderdelen zijn zo ontworpen dat deze eenvoudig zijn te bereiken waardoor demontage en reparatie efficiënter worden. Printerverpakking: De verpakkingsmaterialen van deze printer zijn zodanig gekozen dat deze tegen een minimale kostprijs maximale bescherming bieden, het milieu zo min mogelijk vervuilen en de recycling vereenvoudigen. Het solide ontwerp van de HP Deskjet printer draagt ertoe bij het gebruik van verpakkingsmateriaal te beperken en beschadigingen te voorkomen. Kunststof onderdelen: Alle belangrijke kunststoffen en onderdelen van kunststof zijn gemarkeerd in overeenstemming met internationale normen. Het is technisch mogelijk alle kunststof onderdelen die in de behuizing en het chassis van de printer zijn gebruikt te recyclen. Deze bestaan alle uit één polymeer. Levensduur van het product: HP biedt het volgende waarmee de levensduur van uw HP Deskjet printer kan worden verlengd: ● ● Garantieverlenging: meer informatie vindt u in de naslaggids die bij de printer is geleverd. Vervangende onderdelen en verbruiksartikelen zijn beschikbaar tot drie (3) jaar nadat de fabricage is stopgezet. ● Inname van het product: als u dit product aan het einde van de nuttige levensduur aan HP wilt retourneren, gaat u naar www.hp.com/recycle. Zie inktpatronen recyclen als u lege inktpatronen bij HP wilt inleveren. De mogelijkheid tot garantieverlenging en inname van het product is niet beschikbaar in alle landen/regio's. energieverbruik Deze printer is ontworpen met het oog op energiebesparing. Hiermee wordt niet alleen het milieu gespaard, maar bespaart u ook geld, zonder dat de prestaties van de printer hieronder leiden. Dit product voldoet aan de vereisten van het ENERGY STAR® programma. ENERGY STAR is een vrijwillig programma dat is opgericht om de ontwikkeling van energiezuinige kantoorproducten te stimuleren. ENERGY STAR is een in de Verenigde Staten gedeponeerd dienstenmerk van de Amerikaanse Environmental Protection Agency (Milieubeschermingsorganisatie). Als partner van ENERGY STAR, heeft Hewlett-Packard Company vastgesteld dat dit product voldoet aan de richtlijnen van ENERGY STAR voor efficiënt energieverbruik. Energieverbruik in de stand-bystand: zie de naslaggids voor energieverbruikspecificaties. Energieverbruik in de uitgeschakelde stand: Als de printer uit staat, wordt nog steeds een minimale hoeveelheid energie verbruikt. Energieverbruik kan worden voorkomen door de printer uit te zetten en vervolgens de stekker uit het stopcontact te verwijderen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115

HP Deskjet 3630 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor