HP deskjet 5150 kleuren-inkjetprinter de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

gebruikershandleiding
Selecteer een onderwerp onder de afbeelding van uw printermodel voor een
antwoord op een vraag.
kennisgevingen
speciale functies
aan de slag
aansluitingen
afdrukken
onderhoud
problemen oplossen
specificaties
kennisgevingen
speciale functies
aan de slag
aansluitingen
afdrukken
onderhoud
problemen oplossen
specificaties
kennisgevingen
kennisgevingen en handelsmerken
termen en conventies
kennisgevingen en handelsmerken
kennisgeving van hewlett-packard company
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden
gewijzigd.
Hewlett-Packard (HP) biedt ten aanzien van dit materiaal geen enkele garantie, met
inbegrip van, maar niet beperkt tot, de geïmpliceerde garanties van verkoopbaarheid
en geschiktheid voor een bepaald doel.
Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor directe, indirecte, incidentele of
gevolgschade die zou voortkomen uit het verstrekken of het gebruiken van deze
informatie.
Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging, bewerking of vertaling van dit
materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-
Packard, tenzij dit is toegestaan krachtens de wetten op het auteursrecht.
kennisgevingen
Microsoft, MS, MS-DOS, Windows en XP zijn gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
TrueType is een handelsmerk in de VS van Apple Computer, Inc.
Adobe en Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
Copyright 2003 Hewlett-Packard Company
termen en conventies
De volgende termen en conventies worden gebruikt in de gebruikershandleiding.
termen
Met de term printer of HP printer wordt verwezen naar HP Deskjet printers.
symbolen
Het symbool > leidt u door een aantal softwarestappen. Bijvoorbeeld:
Klik op Bestand > Afdrukken.
Let op en Waarschuwing
Let op geeft aan dat het risico bestaat dat de HP Deskjet printer of andere
apparatuur beschadigd kan raken. Bijvoorbeeld:
Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de
inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de
sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of
kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen.
Waarschuwing geeft aan dat er gevaar voor uzelf of anderen bestaat. Bijvoorbeeld:
Waarschuwing! Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten het
bereik van kinderen.
pictogrammen
Een pictogram voor een Opmerking geeft aan dat er aanvullende informatie
beschikbaar is. Bijvoorbeeld:
De beste resultaten verkrijgt u met producten van HP.
Een pictogram van een Muis geeft aan dat er aanvullende informatie beschikbaar is
via de Help-functie Wat is dit? Bijvoorbeeld:
Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie
aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna
verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om
meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven.
Het pictogram Niet doen geeft aan dat een bepaalde actie wordt afgeraden.
Reinig de binnenkant van de printer niet.
speciale functies
Gefeliciteerd! U hebt een HP Deskjet printer aangeschaft die beschikt over
verschillende indrukwekkende functies:
Afdrukken zonder rand: gebruik de volledige pagina tijdens het afdrukken
van foto's en kaarten met behulp van de functie Afdrukken zonder rand.
Scherm afdrukken: druk de afbeelding af die op het beeldscherm van de
computer wordt weergegeven door de knop in te drukken.
Uitbreidingsmogelijkheid voor afdrukken met zes inkten: zorg voor nog
beter afdrukken van foto's met een fotopatroon.
digitale fotoafdrukken: verbeterde mogelijkheden voor digitale
fotoafdrukken.
modus Inktreserve: modus Inktreserve geeft de mogelijkheid om door te
gaan met afdrukken als de andere inktpatroon leeg is.
automatisch in- en uitschakelen: schakel de functie automatisch
uitschakelen in om de printer in een modus te schakelen met een laag
stroomverbruik en energiebesparend nadat deze niet-actief is geweest
gedurende 30 minuten. De printer wordt automatisch ingeschakeld zodra u een
bestand afdrukt.
Meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier: gebruik de
printersoftware om max. 16 pagina's op één vel papier af te drukken.
knop voor Afdrukken annuleren : annuleer de afdruktaken door de knop
één keer in te drukken.
Optionele module voor dubbelzijdig afdrukken: schaf een module voor
dubbelzijdig afdrukken aan om documenten automatisch dubbelzijdig af te
drukken.
HP Deskjet 5150 serie printer
HP Deskjet 5160 serie printer
Niet alle printermodellen zijn in alle landen/regio's
verkrijgbaar.
afdrukken zonder rand
Met Afdrukken zonder rand kunt u tot aan de randen van bepaalde papiersoorten en
een reeks van standaard papierformaten zoals L-formaat (89 x 127 mm) tot Letter
(216 x 279) en A4 (210 x 297 mm) afdrukken. De printer kan ook op fotopapier van
10 x 15 mm met afscheurrand afdrukken.
richtlijnen
Druk geen documenten zonder rand af in de modus inktreserve. Er moeten
altijd twee inktpatronen in de printer zijn geïnstalleerd.
Open het bestand in een softwaretoepassing en wijs de gewenste beeldgrootte
toe. Zorg dat deze grootte overeenkomt met het formaat van het papier
waarop u het beeld wilt afdrukken.
afdrukken
Voer de volgende stappen uit om een document zonder rand af te drukken:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
3. Selecteer een van de randloze papierformaten in de vervolgkeuzelijst Formaat
is. Controleer of het geselecteerde papierformaat overeenkomt met het
formaat dat u in de invoerlade hebt.
4. Selecteer het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Type is.
5. Klik op het selectievakje Zonder rand automatisch passend maken om de
grootte van het beeld automatisch zo aan te passen dat er geen rand wordt
afgedrukt.
De optie Automatisch zonder randen is alleen beschikbaar
voor fotopapiersoorten.
6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
Als u wilt afdrukken op fotopapier met een afscheurrand, moet u de rand
verwijderen om het document volledig randloos te maken.
modus Inktreserve
In de modus Inktreserve kan de printer werken terwijl er maar één inktpatroon in
gebruik is. Deze modus wordt ingeschakeld wanneer een inktpatroon uit de houder
wordt verwijderd.
Klik hier voor instructies over het verwijderen van een inktpatroon.
uitvoer in modus Inktreserve
Als u afdrukt in de modus Inktreserve, werkt de printer langzamer en gaat de
kwaliteit van de afdrukken achteruit.
wanneer alleen deze inktpatroon is
geïnstalleerd...
is het resultaat...
zwarte inktpatroon
Kleuren worden als grijswaarden
afgedrukt.
driekleurenpatroon
Kleuren worden wel afgedrukt,
maar zwart wordt als grijstint
weergegeven en is niet echt
zwart.
foto-inktpatroon
Kleuren worden als grijswaarden
afgedrukt, maar zwart wordt als
grijstint weergegeven en is niet
echt zwart.
Aangeraden wordt niet de foto-inktpatroon te gebruiken voor de
modus Inktreserve.
de modus Inktreserve afsluiten
Installeer twee inktpatronen in de printer om de modus Inktreserve af te sluiten.
Klik hier voor instructies over het installeren van een inktpatroon.
inktpatronen vervangen
Controleer de artikelnummers voordat u nieuwe inktpatronen koopt.
De printer kan werken met slechts één geïnstalleerde inktpatroon. Klik
hier voor meer
informatie.
Ga als volgt te werk om een inktpatroon te vervangen:
1. laad een stapel gewoon wit papier in de invoerlade.
2. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten.
3. Open de printerkap.
4. Duw de vergrendeling van de inktpatroon in de positie open.
5. Schuif de inktpatroon uit de houder.
6. Haal de vervangende inktpatroon uit de verpakking en verwijder voorzichtig de
kunststof tape.
Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van
de inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen
de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt
optreden of kunnen zich problemen met de elektrische
verbindingen voordoen. Verwijder de koperen strips niet. Dit zijn
vereiste elektrische contactpunten.
1. Verwijder het beschermende plakband
7. Houd de inktpatroon zo dat de koperen strip aan de onderzijde richting de
printer wijst en schuif de inktpatroon in de houder zoals is weergegeven.
8. Duw de vergrendeling van de inktpatroon omlaag totdat deze vastklikt.
9. Sluit de bovenkap.
De printer drukt automatisch een kalibratiepagina af.
Klik hier voor informatie over het bewaren van inktpatronen.
Klik
hier voor informatie over het recyclen van lege inktpatronen.
Waarschuwing! Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten het
bereik van kinderen.
inktpatronen
U kunt deze inktpatronen in de printer gebruiken.
zwarte inktpatroon
driekleurenpatroon
foto-inktpatroon
1. zwarte inktpatroon 2. driekleurenpatroon 3. foto-inktpatroon
Mogelijk worden niet al deze inktpatronen bij uw printer geleverd.
Niet alle inktpatronen zijn in alle landen/regio's verkrijgbaar.
inktpatroon selecteren
printermodel inktpatroon selectienummer productnummer
hp deskjet 5100
series
zwart
56
c6656
drie kleuren
57
c6657
foto
58
c6658
Klik
hier voor installatie-instructies.
Klik
hier voor opslaginstructies.
Klik
hier voor recyclinginstructies.
Raadpleeg de informatie op de verpakking van de inktpatroon als u
wilt weten wat de inktcapaciteit van de inktpatroon is.
Voor optimale prestaties gebruikt u uitsluitend originele, in de fabriek gevulde
inktpatronen van HP.
Let op! Schade die rechtstreeks voortkomt uit het wijzigen of
navullen van HP inktpatronen valt uitdrukkelijk buiten de garantie van
de HP printer.
inktpatronen onderhouden
De volgende tips helpen u bij het onderhoud van de HP inktpatronen en bieden u een
consistente afdrukkwaliteit:
Bewaar alle inktpatronen in de verzegelde verpakking totdat u deze nodig
hebt. Inktpatronen moeten op kamertemperatuur worden bewaard (15-35 °C).
Verwijder de kunststof tape op de inktsproeiers pas als u gereed bent om de
inktpatroon te installeren in de printer. Als de beschermende tape van de
inktpatroon is verwijderd, moet u deze niet meer terugplaatsen. Wanneer u de
tape opnieuw bevestigt, beschadigt u de inktpatroon.
inktpatronen opslaan
Als u inktpatronen uit de printer verwijdert, moet u ze in een inktpatroonbeschermer
of een luchtdichte plastic verpakking bewaren.
Bij de foto-inktpatroon wordt een inktpatroonbeschermer geleverd. Als u de
inktpatroon in een luchtdichte plastic verpakking bewaart, moeten de inktsproeiers
met de koppen naar beneden toe worden bewaard zonder dat ze met de verpakking
in contact komen.
de inktpatroon in de inktpatroonbeschermer plaatsen
Schuif de inktpatroon onder een lichte hoek in de beschermer en klik deze stevig vast.
de inktpatroon uit de inktpatroonbeschermer verwijderen
Druk de beschermer omlaag en naar achteren om de inktpatroon los te maken.
Schuif de inktpatroon uit de beschermer.
Let op! Laat de inktpatroon niet vallen. Hierdoor kan de inktpatroon
beschadigd raken.
inktpatronen recyclen
Klanten die hun HP inktpatronen willen recyclen, kunnen deelnemen aan het
recyclingprogramma voor lege inktpatronen van HP. HP biedt dit programma in meer
landen/regio's aan dan enig andere producent van printerpatronen in de wereld. Dit
programma wordt aangeboden als een gratis service voor HP klanten en is een
milieuvriendelijke oplossing voor deze producten aan het einde van de levenscyclus.
Dit programma is niet beschikbaar in alle landen/regio's.
Als u hieraan wilt deelnemen, vraagt u eenvoudig via het web een portvrije envelop
of bulkverpakking aan op www.hp.com/recycle.
Omdat de unieke recyclingprocessen van HP zeer gevoelig zijn voor onjuiste
materialen, kunnen wij geen inktpatronen van andere fabrikanten inzamelen en
recyclen. De eindproducten van het recyclingproces worden gebruikt bij de fabricage
van nieuwe producten en HP moet garanderen dat het materiaal een constante
samenstelling heeft. Daarom recyclen wij alleen originele HP inktpatronen. Dit
programma geldt niet voor opnieuw gevulde patronen.
Teruggezonden inktpatronen worden gescheiden in ruwe materialen zodat deze
kunnen worden gezuiverd en worden gebruikt in andere bedrijfstakken voor de
fabricage van nieuwe producten. Voorbeelden van producten die zijn gemaakt van
gerecyclede materialen van HP inktpatronen, zijn auto-onderdelen, platen die worden
gebruikt in de fabricage van microchips, koperdraad, stalen platen en edele
materialen die in elektronische producten worden gebruikt. Afhankelijk van het model
kan HP maximaal 65% van het gewicht van een inktpatroon recyclen. De resterende
delen die niet kunnen worden hergebruikt (inkt, schuim en samengestelde
materialen), worden op milieuvriendelijke wijze verwijderd.
afdrukinstellingen
De printer wordt aangestuurd door op de computer geïnstalleerde software. Gebruik
de printersoftware (dat wil zeggen het printerstuurprogramma) om de
afdrukinstellingen voor een document te wijzigen.
Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer om de printerinstellingen te
wijzigen.
het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen
Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster Eigenschappen voor printer te
openen:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer verschijnt.
Het is mogelijk dat de wijze waarop u het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer opent van programma tot programma
verschilt.
het dialoogvenster Eigenschappen voor printer gebruiken
Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer bevat verschillende hulpmiddelen
waardoor het eenvoudig te gebruiken is.
knoppen en menu's
Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer bevat de volgende functies:
1. Tabbladen: klik op een tabblad om de inhoud ervan weer te geven.
2. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
3. Afdrukvoorbeeld: geeft aan wat voor gevolgen wijzigingen in de
printerinstellingen op de afdruk hebben.
4. Knoppen:
OK: als u hierop klikt, worden wijzigingen opgeslagen en toegepast.
Annuleren: als u hierop klikt, wordt het dialoogvenster gesloten zonder
dat de nieuwe instellingen worden opgeslagen.
Help: als u hierop klikt, verschijnen instructies voor het gebruik van de
Help-functie Wat is dit?.
Het is mogelijk dat ook de knop Toepassen verschijnt. Als u op de knop
Toepassen klikt, worden de instellingen opgeslagen zonder dat het
dialoogvenster wordt gesloten.
Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie
aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna
verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer
informatie over de geselecteerde optie weer te geven.
tabbladen
tabblad Papier/Kwaliteit
tabblad Afwerking
tabblad Effecten
tabblad Basis
tabblad Kleur
De printerfuncties en instructies voor het gebruik ervan kunnen
worden gewijzigd. Dit document werd gepubliceerd voordat alle
printerfuncties waren vastgesteld.
snelinstellingen afdruktaak
Gebruik snelinstellingen voor afdruktaken als u wilt afdrukken met instellingen die u
regelmatig gebruikt of als u deze wilt opslaan.
Als u bijvoorbeeld vaak enveloppen afdrukt, kunt u een afdruktaak maken met de
instellingen voor het papierformaat, de afdrukkwaliteit en de afdrukstand die u
normaal gezien gebruikt voor enveloppen. Nadat u de afdruktaak eenmaal hebt
gemaakt, kunt u deze gewoon selecteren wanneer u enveloppen afdrukt. U hoeft de
afdrukinstellingen dan niet meer allemaal op te geven.
Maak uw eigen afdruktaak of gebruik de speciaal ontworpen afdruktaken die u in de
vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak vindt.
snelinstellingen voor afdruktaken gebruiken
Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor een afdruktaak te gebruiken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer de afdruktaak die u wilt gebruiken in de vervolgkeuzelijst.
3. Klik op OK.
Als u de standaardprinterinstellingen wilt herstellen, selecteert u
Standaard afdrukinstellingen in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen
afdruktaak en klikt u op OK.
snelinstellingen voor een afdruktaak maken
Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor afdruktaken te maken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer de opties die u in de nieuwe afdruktaak wilt opnemen.
3. Voer in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak een naam voor de
nieuwe afdruktaak in en klik op Opslaan.
De snelinstellingen voor de afdruktaak wordt aan de vervolgkeuzelijst
toegevoegd.
Als u meer opties aan de afdruktaak toevoegt, moet u de naam van
de afdruktaak wijzigen en op OK klikken.
snelinstellingen voor afdruktaken verwijderen
Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor een afdruktaak te verwijderen:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer de afdruktaak die u uit de vervolgkeuzelijst wilt verwijderen en klik
op Verwijderen.
Een aantal snelinstellingen voor afdruktaken kunt u niet verwijderen.
tabblad Papier/Kwaliteit
Op het tabblad Papier/Kwaliteit kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
2. Formaat is: formaat van het gebruikte papier.
3. Aangepast: zie
een aangepast papierformaat instellen.
4. Bron is: Selecteer de lade waaruit u wilt afdrukken. Selecteer Bovenste lade
om af te drukken vanuit de invoerlade van de printer.
5. Type is: de papiersoort die wordt gebruikt.
6. Minimale marges: selecteer deze optie om dichter langs de onderste rand
van de pagina af te drukken. Deze functie kan op bepaalde papiersoorten
inktvegen veroorzaken.
7. Zonder rand automatisch passend maken: selecteer deze optie wanneer u
een
randloos document op een bepaald papiertype afdrukt en u het beeld over
de volledige pagina wilt afdrukken.
8. Afdrukkwaliteit: Er zijn vijf opties voor de afdrukkwaliteit: Snel concept, Snel
normaal, Normaal, Best en Maximum dpi. Naarmate de afdrukkwaliteit
toeneemt van Snel concept naar Maximum dpi wordt de kwaliteit van het
gedrukte beeld beter en neemt de afdruksnelheid af. Voor Snel concept wordt
de minste hoeveelheid inkt gebruikt. Voor Maximum dpi wordt de meeste inkt
gebruikt en is veel schijfruimte vereist.
9. hp digitale fotografie: zie digitale foto's afdrukken.
10. Afdruktips: afdrukideeën.
een aangepast papierformaat instellen
Gebruik het dialoogvenster Aangepast papierformaat als u wilt afdrukken op een
speciaal papierformaat.
een aangepast papierformaat definiëren
Voer de volgende stappen uit om een aangepast papierformaat te definiëren:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
3. Klik op de knop Aangepast.
Het dialoogvenster Aangepast papierformaat wordt weergegeven.
4. Selecteer een aangepast papierformaat in de vervolgkeuzelijst Naam.
5. Voer de afmetingen van het papier in de vakken Breedte en Lengte in.
Onder elk vak staan de minimale en maximale papierafmetingen.
6. Selecteer de maateenheid: Inch of Millimeters.
7. Klik op Opslaan om het aangepaste papierformaat op te slaan.
U kunt maximaal vijf aangepaste papierformaten opslaan.
8. Klik op OK om het dialoogvenster Aangepast papierformaat af te sluiten.
digitale foto's afdrukken
De printer biedt een aantal functies waarmee u de kwaliteit van digitale foto's kunt
verbeteren.
het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie openen
Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie
te openen:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en vervolgens op de knop HP opties voor
digitale fotografie.
het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie gebruiken
Gebruik het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie om de volgende opties
in te stellen:
1. Rode ogen verwijderen: Klik op Aan als u het rode-ogeneffect in de foto wilt
verwijderen of verminderen.
2. Contrastverbetering: Stel het gewenste contrast in. Klik op Automatisch als
u het contrast automatisch door het stuurprogramma van de printer wilt laten
uitbalanceren.
3. Digitale flitser: Hiermee maakt u donkere beelden lichter. Klik op
Automatisch als u licht en donker automatisch door het stuurprogramma van
de printer wilt laten uitbalanceren.
4. SmartFocus: Als u op Aan klikt, worden beelden automatisch door het
stuurprogramma van de printer scherpgesteld.
5. Scherpte: Hiermee stelt u de scherpte van beelden naar wens in. Klik op
Automatisch als u de scherpte automatisch door het stuurprogramma wilt laten
bepalen.
6. Vloeiend maken: Hiermee kunt u vervormingen naar wens aanpassen. Klik
op Automatisch als u wilt dat het beeld automatisch door het stuurprogramma
vloeiend wordt gemaakt.
tabblad Afwerking
Op het tabblad Afwerking kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
2. Dubbelzijdig afdrukken. zie
dubbelzijdig afdrukken.
3. Brochure-indeling is: zie
een brochure afdrukken.
4. Pagina's per vel: zie
meerdere pagina's afdrukken op één vel papier.
5. Poster afdrukken: selecteer het aantal pagina's dat u als poster naast elkaar
wilt laten afdrukken om het formaat van uw poster te bepalen.
6. draaien met 180 graden: hiermee draait u het afgedrukte beeld 180 graden.
dubbelzijdig afdrukken
Gebruik een van de volgende methoden om documenten dubbelzijdig af te drukken:
handmatig dubbelzijdig afdrukken
automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex-afdrukken)
handmatig dubbelzijdig afdrukken
Gebruik handmatig dubbelzijdig afdrukken als:
de module voor dubbelzijdig afdrukken niet op de printer is bevestigd.
u op een soort afdrukmateriaal wilt afdrukken dat niet door de module voor
dubbelzijdig afdrukken wordt ondersteund.
afdrukinstructies
Voer de volgende stappen uit om een dubbelzijdig document handmatig af te
drukken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Afwerking.
3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken.
4. Schakel het vakje Automatisch uit en voer een van de volgende handelingen
uit:
Voor binden als een boek: zorg dat Pagina's naar boven omslaan niet is
geselecteerd.
1. liggend 2. staand
Voor binden als een schrijfblok: selecteer Pagina's naar boven omslaan.
1. liggend 2. staand
5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
De oneven genummerde pagina's worden het eerst afgedrukt.
6. Nadat de oneven genummerde pagina's zijn afgedrukt, laadt u het papier
opnieuw, nu met de afdrukzijde omhoog, op basis van de geselecteerde
bindsoort en afdrukstand.
Binden als boek met afdrukstand staand: laad het papier als volgt:
Binden als boek met afdrukstand liggend: laad het papier als volgt:
Binden als schrijfblok met afdrukstand staand: laad het papier als volgt:
Binden als schrijfblok met afdrukstand liggend: laad het papier als volgt:
7. Klik op Doorgaan om de even genummerde pagina's af te drukken.
automatisch dubbelzijdig afdrukken (module vereist)
Om documenten automatisch dubbelzijdig af te drukken, moet de module voor
dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) op de printer zijn bevestigd.
De module voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) ondersteunt slechts bepaalde
soorten afdrukmateriaal. Zie de documentatie die bij de module is geleverd voor een
lijst met ondersteunde soorten afdrukmaterialen.
Gebruik
handmatig dubbelzijdig afdrukken om op niet-ondersteund afdrukmateriaal
af te drukken.
afdrukinstructies
Voer de volgende stappen uit om een dubbelzijdig document automatisch af te
drukken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
Selecteer het tabblad Afwerking.
2. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken.
3. Zorg dat Automatisch is geselecteerd.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Automatisch het formaat van elke pagina aanpassen aan de documentlay-out
op het scherm: Selecteer Lay-out bewaren.
Wanneer deze optie is uitgeschakeld, kan dit resulteren in ongewenste
pagina-einden.
U gaat als volgt te werk om het formaat van elke pagina niet aan te passen
aan de marges aan beide zijden: Zorg dat Lay-out bewaren niet is
geselecteerd.
5. Selecteer een bindoptie:
Voor binden als een boek: zorg dat Pagina's naar boven omslaan niet is
geselecteerd.
1. liggend 2. staand
Voor binden als een schrijfblok: selecteer Pagina's naar boven omslaan.
1. liggend 2. staand
6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
Nadat de eerste zijde van de pagina is afgedrukt, pauzeert de printer terwijl de inkt
opdroogt. Zodra de inkt droog is, wordt het papier terug in de duplexeenheid gevoerd
en wordt de andere zijde van de pagina afgedrukt.
Verwijder het papier niet eerder uit de duplexeenheid voordat beide
zijden van de pagina zijn afgedrukt.
accessoire voor dubbelzijdig afdrukken
(duplexeenheid)
De duplexeenheid is speciale hardware waarmee de printer automatisch beide zijden
van een pagina kan bedrukken.
Het heeft meerdere voordelen om een duplexeenheid met uw printer te gebruiken. U
kunt dan:
Dubbelzijdig afdrukken zonder de pagina handmatig opnieuw te laden.
Lange documenten snel en efficiënt afdrukken.
Minder papier gebruiken door dubbelzijdig af te drukken.
Professioneel-uitziende brochures, rapporten, nieuwsbrieven en overige
speciale items maken.
Als de duplexeenheid niet bij uw printer is geleverd, kan deze afzonderlijk via een
geautoriseerde HP-dealer worden
aangeschaft.
De duplexeenheid is niet beschikbaar in alle landen/regio's.
de duplexeenheid installeren
Volg deze stappen om de duplexeenheid op uw printer aan te sluiten:
1. Druk de twee klemgrepen op de achterklep van de printer naar elkaar toe en
verwijder de klep.
Doe de achterklep niet weg. Om te kunnen afdrukken, moet
de duplexeenheid of de achterklep op de printer bevestigd
zijn.
2. Schuif de duplexeenheid achter in de printer tot beide zijden op hun plaats
vastklikken.
Druk niet op de knoppen aan de zijkanten van de
duplexeenheid terwijl u deze op de printer bevestigt.
Gebruik de knoppen alleen wanneer u de duplexeenheid uit
de printer haalt.
afdrukken met de duplexeenheid
Klik hier voor instructies over het dubbelzijdig afdrukken van een document met de
duplexeenheid.
Klik
hier voor instructies om automatisch dubbelzijdig afdrukken de
standaardinstelling van uw printer te maken.
ondersteunde soorten afdrukmateriaal
De duplexeenheid werkt alleen met bepaalde soorten afdrukmateriaal. Zie de
specificaties in de documentatie die bij de duplexeenheid is geleverd voor een lijst
met ondersteunde afdrukmaterialen.
standaardinstellingen wijzigen
Gebruik het pictogram op de taakbalk als u de standaardinstellingen van de printer
wilt wijzigen. De standaardafdrukinstellingen zijn van toepassing op alle documenten
die op de printer worden afgedrukt.
1. taakbalkpictogram
het snelmenu van het taakbalkpictogram gebruiken
Voer de volgende stappen uit om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen:
1. Klik op het taakbalkpictogram.
Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer verschijnt.
2. Selecteer de opties die u als standaardinstellingen wilt gebruiken.
3. Klik op OK.
Er verschijnt een dialoogvenster met het bericht dat de nieuwe instellingen
zullen worden gebruikt, telkens wanneer u afdrukt. Als u dit dialoogvenster
niet meer wilt zien, selecteert u Dit bericht niet meer weergeven.
4. Klik op OK om de nieuwe afdrukinstellingen op te slaan.
een brochure afdrukken
Bij het afdrukken van brochures worden de pagina's van een document automatisch
zo gerangschikt en vergroot of verkleind dat wanneer het document tot een brochure
wordt gevouwen, de paginavolgorde correct is.
Selecteer een van de volgende opties voor de gewenste instructies:
een brochure afdrukken
een brochure afdrukken met gebruik van de module voor dubbelzijdig
afdrukken
een brochure afdrukken
Voer de volgende stappen uit om een brochure af te drukken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Afwerking.
3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken.
4. Zorg dat Automatisch niet is geselecteerd.
5. Selecteer een bindoptie in de vervolgkeuzelijst Brochure-indeling is:
Rechts binden: zorgt ervoor dat het binden aan de rechterzijde van de
brochure plaatsvindt.
Links binden: zorgt ervoor dat het binden aan de linkerzijde van de
brochure plaatsvindt.
6. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u elke tweede pagina van de brochure leeg wilt laten, selecteert u
Afdrukken op een zijde.
Als u op alle pagina's van de brochure wilt afdrukken, zorgt u dat Afdrukken
op een zijde niet is geselecteerd.
7. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
8. Laad op de hieronder getoonde wijze papier in de invoerlade wanneer u
daarom wordt gevraagd.
9. Klik op Doorgaan om het afdrukken van de brochure te voltooien.
een brochure afdrukken met gebruik van de module voor dubbelzijdig
afdrukken
Voer de volgende stappen uit om een brochure af te drukken met de module voor
dubbelzijdig afdrukken:
De module voor dubbelzijdig afdrukken is optioneel. Klik hier voor
meer informatie.
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Afwerking.
3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken.
4. Selecteer Automatisch.
5. Selecteer lay-out bewaren.
6. Selecteer een bindoptie in de vervolgkeuzelijst Brochure-indeling is:
Rechts binden: zorgt ervoor dat het binden aan de rechterzijde van de
brochure plaatsvindt.
Links binden: zorgt ervoor dat het binden aan de linkerzijde van de
brochure plaatsvindt.
7. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u elke tweede pagina van de brochure leeg wilt laten, selecteert u
Afdrukken op een zijde.
Als u op alle pagina's van de brochure wilt afdrukken, zorgt u dat Afdrukken
op een zijde niet is geselecteerd.
8. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
meerdere pagina's afdrukken op één vel papier.
De printersoftware biedt u de mogelijkheid verschillende pagina's van een document
op één vel papier af te drukken. De printersoftware vergroot/verkleint de
documenttekst en -afbeeldingen automatisch zodat deze op de afgedrukte pagina
passen.
Voer de volgende stappen uit om verschillende pagina's van een document op één vel
papier af te drukken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Afwerking.
3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina's dat u op
elk vel papier wilt laten verschijnen.
4. Als u wilt dat rond elk paginabeeld dat op het vel papier wordt afgedrukt een
rand wordt weergegeven, klikt u op het selectievakje Paginaranden afdrukken.
5. Selecteer een lay-out voor elk vel papier in de vervolgkeuzelijst
Paginavolgorde is.
6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
tabblad Effecten
Op het tabblad Effecten kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
2. Document afdrukken op: als u deze optie selecteert, kunt u het document
op een ander papierformaat afdrukken dan het papierformaat waarvoor het
document is opgemaakt. Selecteer het doelpapierformaat in de
vervolgkeuzelijst.
3. Passend maken: als u deze optie selecteert, wordt het formaat van het
afgedrukte beeld automatisch aangepast aan het papierformaat dat u hebt
geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Document afdrukken op.
4. % van normaal formaat: geef het vergrotings- of verkleiningspercentage
voor het afgedrukte beeld op. Geef bijvoorbeeld 70 op als u het afgedrukte
beeld tot 70 procent van de normale grootte wilt verkleinen.
5. Watermerken: zie
watermerken.
watermerken
Watermerken worden als achtergrond op documenten afgedrukt.
een bestaand watermerk op een document toepassen
Voer de volgende stappen uit om een bestaand watermerk op een document toe te
passen:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Effecten.
3. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerken.
Als u niet een van de weergegeven watermerken wilt gebruiken,
maakt u een
nieuw watermerk.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u wilt dat het watermerk alleen op de eerste pagina wordt weergegeven,
selecteert u Alleen eerste pagina.
Als u wilt dat het watermerk alleen op alle afgedrukte pagina's wordt
weergegeven, zorgt u dat Alleen eerste pagina niet is geselecteerd.
5. Druk het document af op basis van de instructies voor de papiersoort.
een watermerk maken of wijzigen
Voer de volgende stappen uit om een watermerk te maken of wijzigen:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Effecten.
3. Klik op de knop Bewerken.
Het dialoogvenster Watermerkgegevens verschijnt.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Klik op de knop Nieuw of
selecteer het watermerk dat u wilt wijzigen.
5. Voer het watermerkbericht, de berichthoek en de lettertypekenmerken in.
6. Nadat u de watermerkgegevens hebt ingesteld, klikt u op OK.
Klik
hier voor instructies over het toepassen van watermerken.
Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie
aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna
verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer
informatie over de geselecteerde optie weer te geven.
tabblad Basis
Op het tabblad Basis kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
2. Afdrukstand: geef de pagina-indeling op:
Staande afdrukrichting: de lengte van de afgedrukte pagina is groter
dan de breedte.
Liggende afdrukrichting: de breedte van de afgedrukte pagina is
groter dan de lengte.
Spiegelbeeld: hiermee draait u het afgedrukte beeld van links naar
rechts om.
3. Paginavolgorde: Selecteer een van de volgende opties:
Van voren naar achteren: na het afdrukken van het volledige
document ligt de eerste pagina bovenop.
Van achteren naar voren: na het afdrukken van het volledige
document ligt de laatste pagina bovenop.
4. Exemplaren: gebruik deze optie als u meerdere exemplaren van een
document wilt afdrukken.
Aantal exemplaren: aantal af te drukken exemplaren.
Sorteren: bij het afdrukken van meerdere exemplaren van een
document wordt elk exemplaar in zijn geheel afgedrukt voordat een
nieuw exemplaar wordt afgedrukt.
5. Afdrukvoorbeeld: selecteer deze optie als u de lay-out van een document
wilt weergeven voordat het wordt afgedrukt.
6. Geavanceerde functies: zie geavanceerde functies.
geavanceerde functies
Voor het afdrukken van foto's, transparanten of documenten met illustraties moet u
mogelijk in het dialoogvenster Geavanceerde functies opties instellen.
het dialoogvenster Geavanceerde functies openen
Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster Geavanceerde functies te
openen:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Basis en vervolgens op de knop Geavanceerde functies.
het dialoogvenster Geavanceerde functies gebruiken
Gebruik het dialoogvenster Geavanceerde functies om deze opties in te stellen:
1. Inktvolume: hiermee past u de hoeveelheid inkt aan die op een pagina wordt
gedrukt. Wanneer u de hoeveelheid inkt reduceert, heeft dit een nadelige
invloed op de kleurkwaliteit.
2. Droogtijd: hiermee stelt u extra droogtijd voor langzaam drogende afdrukken
in.
3. Modus weinig geheugen: deze optie stelt u in staat een document af te
drukken vanaf een computer die over onvoldoende geheugen of schijfruimte
beschikt om het document onder normale omstandigheden af te drukken. De
kwaliteit van de afdruk kan wel achteruitgaan als u deze optie inschakelt. De
kwaliteitsmodus Maximum dpi is niet beschikbaar wanneer de printer in de
Modus weinig geheugen staat.
tabblad Kleur
Op het tabblad Kleur kunt u de volgende opties instellen:
1. Snelinstellingen afdruktaak: zie
snelinstellingen afdruktaak.
2. Afdrukken in Grijsschaal: als u deze optie selecteert, wordt met grijstinten
afgedrukt.
Hoge kwaliteit: als u deze optie selecteert, wordt de
driekleureninktpatroon en/of de foto-inktpatroon gebruikt voor het
afdrukken van hoogwaardige grijswaarden.
Alleen zwarte inktpatroon: als u deze optie selecteert, wordt de
zwarte inktpatroon gebruikt voor het afdrukken van grijswaarden.
Optimaliseren voor fotokopie of fax: als u deze optie selecteert,
wordt de zwarte inktpatroon gebruikt om grijswaarden af te drukken die
geschikt zijn voor fotokopiëren en faxen.
3. Verzadiging: hiermee past u de intensiteit van afgedrukte kleuren aan.
4. Helderheid: hiermee past u de licht- of donkerheid van afgedrukte kleuren
aan.
5. Kleurschakering: hiermee geeft u aan of afgedrukte kleuren warm of koel
zijn.
6. Kleurruimte: Zie digitale fotografie-technologie.
Digitale fotografie-technologie
De printersoftware biedt meerdere technische functies voor het afdrukken van
digitale foto's.
PhotoREt
4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd
Exif Print
Afdrukken met zes-inkten
Kleurruimten
Afdrukken met PhotoREt
PhotoREt biedt de optimale combinatie van afdruksnelheid en afdrukkwaliteit voor uw
beeld.
Voer de volgende stappen uit om af te drukken met PhotoREt-technologie:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit.
3. Selecteer Best uit de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
4. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd
4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi is de hoogste resolutiekwaliteit die voor deze
printer beschikbaar is. Als u 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi hebt geselecteerd in
de printerdriver, dan zal de driekleurenpatroon afdrukken in modus 4800 x 1200
geoptimaliseerde dpi. Als er ook een fotopatroon is geïnstalleerd, wordt de
afdrukkwaliteit nog verder verbeterd. U kunt fotopatronen apart kopen als deze niet
bij de printer zijn geleverd.
Voer de volgende stappen uit om in de modus 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd af te
drukken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit.
3. Selecteer de juiste papiersoort in de vervolgkeuzelijst Papiersoort.
4. Selecteer Maximale dpi uit de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
Exif Print-enhanced foto's afdrukken
Exif Print (Exchangeable Image File Format 2.2) is een internationale standaard voor
digitale beelden met als doel het vereenvoudigen van digitale fotografie en het
verbeteren van afgedrukte foto's. Wanneer een foto wordt gemaakt met een digitale
camera die compatibel is met Exif Print, worden gegevens als de belichtingstijd, type
flits en kleurverzadiging met de foto opgeslagen. Met behulp van deze informatie kan
de software van de HP Deskjet printer automatisch beeldspecifieke verbeteringen
uitvoeren, wat resulteert in foto's van uitmuntende kwaliteit.
Voor het afdrukken van Exif Print-enhanced foto's is het volgende vereist:
Een digitale camera die Exif Print ondersteunt
Exif Print-compatibele fotosoftware
HP Deskjet printersoftware die Exif Print ondersteunt
Windows 98, 2000, Me of XP
Voer de volgende stappen uit om Exif Print-enhanced foto's af te drukken:
1. Open het bestand dat u met Exif Print-compatibele fotosoftware wilt afdrukken.
2. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
3. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit.
4. Selecteer de juiste fotopapiersoort in de vervolgkeuzelijst Soort is.
5. Selecteer Normaal of Best uit de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
6. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
Het afgedrukte beeld wordt automatisch door de printersoftware geoptimaliseerd.
afdrukken in kleur met zes inkten
U kunt de kwaliteit van foto's verbeteren met de optie voor het afdrukken in kleur
met zes inkten.
Als u met zes inkten in kleur wilt afdrukken, moet zowel een foto- als een
driekleureninktpatroon zijn geïnstalleerd. U kunt foto-inktpatronen apart kopen als
deze niet bij de printer zijn geleverd.
Voer de volgende stappen uit om met zes inkten in kleur af te drukken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit.
3. Selecteer de juiste fotopapiersoort in de vervolgkeuzelijst Soort is.
4. Selecteer Normaal of Best of Maximale dpi uit de vervolgkeuzelijst
Afdrukkwaliteit.
5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
kleurruimte
Kleurruimte definieert het kleurenbereik waarin kan worden afgedrukt. De
printersoftware vertaalt de kleuren van uw document vanuit de huidige kleurruimte
naar de geselecteerde kleurruimte.
De volgende kleurruimten zijn beschikbaar:
sRGB/sYCC
Adobe RGB
sRGB/sYCC
sRGB/sYCC is een geschikte kleurruimte voor de meeste afdruktaken. Het wordt
gebruikt voor de meest web-gebaseerde documenten en de huidige beeldapparatuur.
Volg deze stappen om de sRGB/sYCC-kleurruimte te gebruiken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Kleur.
3. Selecteer sRGB/sYCC uit de vervolgkeuzelijst Kleurruimte.
4. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
Adobe RGB
Adobe RGB is een nieuwe kleurruimte die meer kleuren biedt dan sRGB/sYCC maar
alleen geschikt is voor afbeeldingen.
Als u vanuit een professionele softwaretoepassing Adobe RGB gebruikt, moet u het
kleurbeheer in de toepassing uitschakelen en de printersoftware de kleurruimte laten
beheren.
Volg deze stappen om de Adobe RGB-kleurruimte te gebruiken:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit, en selecteer het volgende:
Selecteer HP-fotopapier in de vervolgkeuzelijst Soort is.
Best of Maximale dpi in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
3. Selecteer het tabblad Kleur.
4. Selecteer Adobe RGB uit de vervolgkeuzelijst Kleurruimte.
5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
Als de Adobe RGB-kleurruimte wordt gebruikt voor een afbeelding die in een andere
kleurruimte is gemaakt, dan worden de afgedrukte kleuren levendiger.
een schermafdruk afdrukken
Gebruik het hulpprogramma HP Schermafdrukken om de afbeelding op het
beeldscherm van uw computer af te drukken.
het hulpprogramma hp schermafdrukken configureren
Volg deze stappen voor het configureren van het hulpprogramma HP
Schermafdrukken:
1. Ga naar
printer hulpprogramma's en klik vervolgens op scherm afdrukken.
2. Selecteer de volgende gewenste configuratie-opties:
Open/Sluit HP Scherm afdrukken: activeert of deactiveert het
hulpprogramma.
Start met Windows: het hulpprogramma wordt zodanig ingesteld dat dit
start zodra Windows wordt gestart.
Scherm afdrukken: drukt de afbeelding op het scherm af.
Afdrukrichting: modus schakelt tussen liggend en staand.
3. Klik op OK.
afdrukinstructies
Voer de volgende stappen uit om een schermafbeelding af te drukken:
1. Controleer of de HP printer op uw computer de standaard printer is.
2. Laad of Letter- of A4-papier in de invoerlade.
3. Voer een van de volgende handelingen uit:
Het hele bureaublad afdrukken: Druk op de knop Print screen (Scherm
afdrukken) op het toetsenbord.
Alleen het actieve venster afdrukken: Druk gelijktijdig op de Alt-toets en de
knop Print screen.
functie voor automatisch in- en uitschakelen
autom. inschakelen
Autom. inschakelen is een standaardfunctie van de printer. De printer wordt
automatisch ingeschakeld zodra u een bestand afdrukt.
automatisch inschakelen
Schakel de functie automatisch inschakelen in om de printer in een modus te
schakelen met een laag stroomverbruik en energiebesparend nadat deze niet-actief is
geweest gedurende 30 minuten.
Volg deze stappen om de functie automatisch inschakelen te activeren:
1. Ga naar
printeronderhoud.
2. Klik op De printer configureren.
3. Klik op Configureren.
4. Selecteer Activeer de functie Hardware automatisch uitschakelen.
5. Klik op Toepassen, en klik vervolgens op OK.
aan de slag (hp deskjet 5150)
Klik
hier voor een overzicht van de printerfuncties en de optionele module voor
dubbelzijdig afdrukken.
Klik op het gewenste onderdeel hieronder voor een beschrijving van een
printerfunctie:
knoppen en lampjes
papierladen
inktpatronen
modus Inktreserve
Klik hier voor een omschrijving van de optionele module voor dubbelzijdig afdrukken.
printerfuncties
De HP printer beschikt over verschillende functies die het afdrukken eenvoudiger en
efficiënter maken.
1.
knoppen en lampjes
2.
papierladen
1.
inktpatronen
2.
modus Inktreserve
1.
aansluitingen
2.
module voor dubbelzijdig afdrukken (optioneel)
knoppen en lampjes
Gebruik de knoppen van de printer om de printer aan en uit te zetten, om
afdruktaken te annuleren en een taak opnieuw te starten. De printerlampjes geven
een indicatie over de status van de printer.
1. knop Afdrukken annuleren 2. inktpatroonstatus-lampje 3. knop Doorgaan 4. Aan/
uit-knop
knop Afdrukken annuleren
Als u op de knop Afdrukken annuleren drukt, wordt de huidige afdruktaak
geannuleerd.
symbool en lampje inktpatroonstatus
Het inktpatroonstatus-lampje gaat branden of knipperen als een inktpatroon service
nodig heeft.
knop en lampje Doorgaan
Het Doorgaan-lampje knippert als u iets moet doen, bijvoorbeeld papier plaatsen of
een papierstoring verhelpen. Als het probleem is opgelost, drukt u op de knop
Doorgaan om verder te gaan met afdrukken.
Aan/uit-knop en -lichtje
Druk op de Aan/uit-knop om de printer in en uit te schakelen. Het kan ongeveer vijf
seconden duren voordat de printer aan staat nadat u op de Aan/uit-knop hebt
gedrukt.
Het aan/uit-lampje knippert als de printer bezig is.
Let op! Gebruik altijd de Aan/uit-knop om de printer in en uit te
schakelen. Het gebruik van een stekkerdoos, stroomstootbeveiliging
of muurschakelaar om de printer aan en uit te zetten kan storingen
veroorzaken.
printerlampjes branden of knipperen
betekenis van de lampjes
De printerlampjes geven de printerstatus weer.
1. aan/uit-lampje 2. doorgaan-lampje 3. inktpatroonstatus-lampje
het aan/uit-lichtje knippert
de printer maakt zich klaar om af te drukken
Het lampje stopt met knipperen als de printer alle gegevens heeft ontvangen.
doorgaan-lampje knippert
het papier in de printer is wellicht op
1. Plaats papier in de invoerlade.
2. Druk op de knop Doorgaan aan de voorzijde van de printer.
er kan een papierstoring zijn
Volg deze instructies voor het oplossen van de papierstoring.
inktpatroonstatus-lampje brandt of knippert
als het lampje brandt en niet knippert
Controleer of de inktpatroon bijna leeg is.
Als een inktpatroon bijna leeg is, overweeg dan
de inktpatroon te vervangen.
Als geen van beide inktpatronen bijna leeg is, druk dan op de knop Doorgaan. Als het
inktpatroonstatus-lampje blijft branden, schakelt u de printer uit en weer aan.
als het lampje brandt en knippert
Controleer of de juiste inktpatronen zijn geïnstalleerd.
Volg deze
richtlijnen als het lampje gaat knipperen terwijl u een document zonder
randen aan het afdrukken bent.
Volg anders de deze stappen:
1. Open de bovenklep van de printer, verwijder de zwarte inktpatroon of de
fotopatroon en sluit de klep weer.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
als het lampje knippert: Open de bovenklep, vervang de inktpatroon die u
hebt verwijderd en verwijder de driekleurenpatroon. Ga naar stap 3.
als het lampje uit is: Er is een probleem met de inktpatroon die u hebt
verwijderd. Ga naar stap 3.
3. De inktpatronen handmatig reinigen.
Na het reinigen van de inktpatroon plaatst u deze terug in de printer.
Als het inktpatroonstatus-lampje blijft knipperen, moet u
de inktpatroon
vervangen.
alle lampjes knipperen
de printer moet wellicht opnieuw worden opgestart
1. Druk op de Aan/uit-knop om de printer uit te schakelen en druk nogmaals op
de Aan/uit-knop om de printer opnieuw te starten.
Ga naar stap 2 als de lampjes blijven knipperen.
2. Druk op de Aan/uit-knop om de printer uit te zetten.
3. Verwijder het netsnoer van de printer uit het stopcontact.
4. Steek het netsnoer van de printer opnieuw in het stopcontact.
5. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten.
papierstoring
volg deze stappen
1. Druk op de knop Doorgaan.
2. Als u etiketten afdrukt, controleert u of er geen etiket is losgeraakt van het
etikettenvel terwijl het vel door de printer werd gevoerd.
als de papierstoring niet verholpen is
printer heeft geen module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten
printer heeft een module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten
printer heeft geen module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten
1. Druk de twee klemgrepen op de achterklep van de printer naar elkaar toe en
verwijder de klep.
2. Verwijder de papierstoring via de achterzijde van de printer en plaats de
achterklep terug.
3. Druk op de knop Doorgaan.
4. Druk het document af.
printer heeft een module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten
1. Druk de knoppen aan de linker- en rechterkant van de module voor
dubbelzijdig afdrukken in en haal deze van de printer.
2. Haal eventueel aanwezig papier uit de achterzijde van de printer.
Als de papierstoring is verholpen, gaat u verder met stap 3 hieronder.
Als de papierstoring niet is verholpen, gaat u verder met stap 1 hieronder.
1. Druk op de knop boven op de module voor dubbelzijdig afdrukken en duw de
toegangsklep omlaag.
2. Verwijder het papier uit de module voor dubbelzijdig afdrukken en sluit de
toegangsklep.
3. Plaats de module voor dubbelzijdig afdrukken in de printer totdat beide zijden
vastklikken.
Druk niet op de knoppen aan de zijkanten van de
duplexeenheid terwijl u deze op de printer bevestigt.
Gebruik de knoppen alleen wanneer u de duplexeenheid uit
de printer haalt.
4. Druk op de knop Doorgaan.
problemen met afdrukken zonder rand
Volg de volgende richtlijnen voor het afdrukken zonder randen:
Controleer of het gespecificeerde papierformaat in de vervolgkeuzelijst
Formaat is op het tabblad Papier/Kwaliteit overeenkomt met het papierformaat
dat in de invoerlade is geladen.
Selecteer de juiste papiersoort in de vervolgkeuzelijst Soort is op het tabblad
Papier/Kwaliteit.
Als u afdrukt in grijstinten, selecteert u Hoge kwaliteit onder Afdrukken in
grijstinten op het tabblad Kleur.
Druk geen documenten zonder rand af in de modus inktreserve. Er moeten
altijd twee inktpatronen in de printer zijn geïnstalleerd.
deel van de foto is vaag
vervaging treedt op aan de randen van een afdruk
Controleer of het fotopapier is gekruld. Als het fotopapier is gekruld, plaatst u het
papier in een plastic tas en buigt u het papier voorzichtig in de tegengestelde richting
van de krul totdat het papier weer vlak ligt. Als het probleem blijft, moet u fotopapier
gebruiken dat niet gekruld is.
Klik
hier voor instructies over het voorkomen van fotopapier dat gaat krullen.
vervaging treedt op bij de randen van een afdruk
Als op ongeveer 2,5 tot 6,5 cm vanaf de rand van een foto vervaging optreedt, kunt
u het volgende proberen:
Installeer een fotopatroon in de printer.
Open het dialoogvenster Printereigenschappen, selecteer de tab Papier/
Kwaliteit en stel vervolgens de Afdrukkwaliteit in op Maximale dpi.
Draai de afbeelding 180 graden.
er verschijnen strepen in een lichter gedeelte van de afdruk
Als in een licht gedeelte op ongeveer 6,5 cm vanaf de lange zijde van een foto
strepen voorkomen, kunt u het volgende proberen:
Installeer een fotopatroon in de printer.
Draai de afbeelding 180 graden.
het beeld wordt onder een hoek afgedrukt
Volg deze stappen als de afbeelding onder een hoek wordt afgedrukt :
1. Verwijder het papier uit de invoerlade.
2. Laad het fotopapier correct in de invoerlade.
3. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen het afdrukmateriaal geschoven
zijn.
4. Volg de laadinstructies voor het soort afdrukmateriaal.
afdruk heeft een ongewenste rand
voor de meeste fotopapiersoorten
Als de afdruk een ongewenste rand heeft, moet u
de printer kalibreren.
Als u een dubbelzijdig document afdrukt, kunt u beter het document
handmatig in
plaats van automatisch afdrukken.
voor fotopapier met een afscheurrand
Als de rand onder de afscheurrand verschijnt, moet u de afscheurrand verwijderen.
Als de rand boven de afscheurrand verschijnt, moet u
de printer kalibreren.
inktvegen
Volg deze stappen als de achterkant van een afdruk inktvegen bevat of het papier
aan elkaar vastplakt.
1. Open het dialoogvenster
Geavanceerde functies.
2. Sleep de schuifknop Droogtijd in de richting van Meer.
3. Sleep de schuifknop Inktvolume in de richting van Licht.
De kleuren in het beeld kunnen lichter worden.
4. Klik op OK.
Als het probleem blijft bestaan:
1. Verwijder het afdrukmateriaal voor het afdrukken zonder rand en laad gewoon
papier in de invoerlade.
2. Druk op de knop Doorgaan en houd deze ingedrukt tot de printer een
zelftestpagina afdrukt. Laat vervolgens de knop los.
3. Herhaal stap 2 tot de achterkant van het papier geen inktvegen meer heeft.
opslag en verwerking van fotopapier
Volg deze instructies om de kwaliteit van uw HP-fotopapier te behouden.
opslag
Houd ongebruikt fotopapier in een hersluitbare plastic tas in de doos waarin
het papier oorspronkelijk is geleverd. Bewaar het verpakte fotopapier op een
vlak oppervlak in een koele ruimte.
Als u wilt gaan afdrukken, moet u alleen het papier pakken dat u direct van
plan bent te gebruiken. Als u klaar bent afdrukken, moet u het ongebruikte
fotopapier terug in de plastic tas doen.
Laat geen ongebruikt fotopapier in de papierlade van de printer liggen. Het
papier kan gaan krullen waardoor de kwaliteit van uw foto's slechter kan
worden.
verwerking
Houd het fotopapier altijd vast bij de randen. Vingerafdrukken op fotopapier
kunnen de afdrukkwaliteit verslechteren.
Als de hoeken van het fotopapier meer dan 10 mm omkrullen, moet u het
papier plat maken door het in de hersluitbare plastic tas te plaatsen en de tas
tegen de punt van een tafel rollen om het papier weer vlak te maken.
Fotopapier moet vlak zijn voordat u gaat afdrukken.
inktpatronen kalibreren
De printer kalibreert automatisch de inktpatronen zodra een nieuwe inktpatroon
wordt geïnstalleerd. U kunt de inktpatronen ook kalibreren op andere momenten om
zo een optimale afdrukkwaliteit te garanderen.
Ga als volgt te werk om inktpatronen te kalibreren:
1. laad een stapel gewoon wit papier in de invoerlade.
2. Ga naar
printeronderhoud.
3. Klik op Printer kalibreren.
4. Klik op Kalibreren en volg de instructies op het scherm op.
de inktpatronen handmatig reinigen
Als de printer in een stoffige omgeving wordt gebruikt, kan er zich enig vuil ophopen
op de contactpunten van de inktpatronen.
reinigingsmiddelen verkrijgen
U hebt het volgende nodig als u de inktpatronen wilt reinigen.
Gedistilleerd water (leidingwater kan verontreinigende stoffen bevatten die de
inktpatroon kan beschadigen)
Wattenstaafjes of ander zacht, pluisvrij materiaal dat niet aan de inktpatronen
blijft kleven
Let op dat u geen
inkt op uw handen of kleding krijgt tijdens het reinigen.
reiniging voorbereiden
1. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten en open de kap.
2. Verwijder de inktpatronen en plaats deze op een vel papier met de sproeikop
naar boven.
Laat de inktpatronen niet langer dan een half uur buiten de
printer liggen.
reinigingsinstructies
1. Bevochtig een wattenstaafje met gedistilleerd water en knijp het overtollige
water eruit.
2. Veeg de koperen contactpunten van de inktpatroon schoon met het
wattenstaafje.
Raak niet de sproeikop van de inktpatroon aan. Als u de
sproeikop aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken,
kunnen problemen met de inkt optreden of kunnen zich
problemen met de elektrische verbindingen voordoen.
1. reinig alleen de koperen contactpunten
Herhaal dit proces totdat er geen inktresten of stof meer op een schoon
wattenstaafje verschijnen.
3. Plaats de inktpatronen in de printer en sluit de printerkap.
inkt van de huid en van kleding verwijderen
Volg deze instructies op om inkt van de huid en van kleding te verwijderen:
inkt verwijderen van methode
huid
Was de huid op de desbetreffende plaats met een
zeep met schuurmiddel.
witte stof
Was de stof in koud water met bleekmiddel.
gekleurde stof
Was de stof in koud water met schuimende ammonia.
Let op! Gebruik altijd koud water om de inkt uit stof te verwijderen.
Door lauw of heet water kan de inktkleur zich aan de stof hechten.
papierladen
De printer heeft twee papierladen: een invoerlade en een uitvoerlade.
1. uitvoerlade 2. invoerlade
invoerlade
De invoerlade bevat papier of ander afdrukmateriaal dat moet worden bedrukt.
Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het afdrukmateriaal waarop u
wilt afdrukken.
1. invoerlade 2. papierbreedtegeleider 3. papierlengtegeleider
uitvoerlade
Afgedrukte pagina's worden in de uitvoerlade geplaatst.
Klap de uitvoerlade omhoog om papier te laden (de meeste papierformaten zijn
hiervoor geschikt). Verwijder de uitvoerlade als u klein afdrukmateriaal wilt laden.
Plaats de uitvoerlade terug voordat u gaat afdrukken.
Om te voorkomen dat het papier uit de uitvoerlade valt, moet u het verlengstuk van
de uitvoerlade uittrekken.
1. verlengstuk van uitvoerlade
Trek tijdens het afdrukken in de modus Snel concept het verlengstuk van de
uitvoerlade uit en vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade open.
1. verlengstuk van de uitvoerlade 2. verlengstukstop van de uitvoerlade
Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade niet uit tijdens het
afdrukken op legal-papier.
Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade dicht als de afdruktaak voltooid is en
druk het verlengstuk van de uitvoerlade in de uitvoerlade.
aansluitingen
USB
netwerkmogelijkheden
verbinden via een netwerkcomputer
een hp jetdirect printserver gebruiken
USB
De printer wordt met een USB-kabel (Universal Serial Bus) aangesloten op de
computer. Op de computer moet Windows 98 of hoger staan als u een USB-kabel wilt
gebruiken.
Zie de Installatieposter die bij de printer wordt geleverd voor instructies over het
aansluiten van de printer met een USB-kabel.
netwerkmogelijkheden
Selecteer de gewenste netwerkoptie:
verbinden via een netwerkcomputer
een hp jetdirect printserver gebruiken
verbinden via een netwerkcomputer
De printer kan rechtstreeks op een computer op een netwerk worden aangesloten en
worden gedeeld met andere computers op het netwerk.
Raadpleeg de instructies op de cd-rom met printersoftware en volg de aanwijzingen
voor netwerkinstallatie op het scherm als u de printer wilt delen op een netwerk.
een hp jetdirect printserver gebruiken
De printer kan worden aangesloten op een netwerk met een HP Jetdirect printserver.
Raadpleeg de instructies op de cd-rom met printersoftware en de documentatie die
bij de printserver is geleverd over het gebruik van een HP Jetdirect printserver.
aan de slag (hp deskjet 5160)
Klik
hier voor een overzicht van de printerfuncties en de optionele module voor
dubbelzijdig afdrukken.
Klik op het gewenste onderdeel hieronder voor een beschrijving van een
printerfunctie:
knoppen en lampjes
papierladen
inktpatronen
modus Inktreserve
Klik hier voor een omschrijving van de optionele module voor dubbelzijdig afdrukken.
printerfuncties
De HP printer beschikt over verschillende functies die het afdrukken eenvoudiger en
efficiënter maken.
1.
knoppen en lampjes
2.
papierladen
3.
enkele envelopsleuf
1.
inktpatronen
2.
modus Inktreserve
1.
aansluitingen
2.
duplexeenheid (optioneel)
knoppen en lampjes
Gebruik de knoppen van de printer om de printer aan en uit te zetten, om
afdruktaken te annuleren en een taak opnieuw te starten. De printerlampjes geven
een indicatie over de status van de printer.
1. knop Afdrukken annuleren 2. inktpatroonstatus-lampje 3. knop Doorgaan 4. Aan/
uit-knop
knop Afdrukken annuleren
Als u op de knop Afdrukken annuleren drukt, wordt de huidige afdruktaak
geannuleerd.
symbool en lampje inktpatroonstatus
Het inktpatroonstatus-lampje gaat branden of knipperen als een inktpatroon service
nodig heeft.
knop en lampje Doorgaan
Het Doorgaan-lampje knippert als u iets moet doen, bijvoorbeeld papier plaatsen of
een papierstoring verhelpen. Als het probleem is opgelost, drukt u op de knop
Doorgaan om verder te gaan met afdrukken.
Aan/uit-knop en -lichtje
Druk op de Aan/uit-knop om de printer in en uit te schakelen. Het kan ongeveer vijf
seconden duren voordat de printer aan staat nadat u op de Aan/uit-knop hebt
gedrukt.
Het aan/uit-lampje knippert als de printer bezig is.
Let op! Gebruik altijd de Aan/uit-knop om de printer in en uit te
schakelen. Het gebruik van een stekkerdoos, stroomstootbeveiliging
of muurschakelaar om de printer aan en uit te zetten kan storingen
veroorzaken.
papierladen
Selecteer een van de volgende onderwerpen voor informatie over de papierlade:
de papierlade openvouwen
invoerlade
uitvoerlade
de papierlade open- en dichtvouwen
De HP deskjet 5160 serie printer is niet in alle landen/regio's
beschikbaar.
de papierlade openvouwen
Voer de volgende stappen uit om de papierlade open te vouwen:
1. Druk de invoerlade naar beneden.
2. Trek de papierlengtegeleider naar buiten naar de rand van de invoerlade.
3. Druk de uitvoerlade naar beneden.
4. Klap het verlengstuk van de lade uit.
invoerlade
De invoerlade bevat papier en ander te bedrukken afdrukmateriaal.
1. invoerlade
papierbreedtegeleider
De papierbreedtegeleider aanpassen om af te drukken op verschillende
papierformaten.
1. papierbreedtegeleider
papierlengtegeleider
De papierlengtegeleider aanpassen om af te drukken op verschillende papierformaten.
1. papierlengtegeleider
verlengstuk van de invoerlade
Als u wilt afdrukken op groot papier zoals legal-papier, trekt u de
papierlengtegeleider naar buiten tot aan de rand van de invoerlade en trekt u
vervolgens het verlengstuk van de invoerlade naar buiten.
1. verlengstuk van de invoerlade
uitvoerlade
Afgedrukte pagina's worden in de uitvoerlade geplaatst.
1. uitvoerlade
Om te voorkomen dat het papier uit de uitvoerlade valt, moet u het verlengstuk van
de uitvoerlade uittrekken.
1. verlengstuk van uitvoerlade
Tijdens het afdrukken in de modus Snel concept trekt u het verlengstuk van de
uitvoerlade naar buiten, schuift u het verlengstuk van de uitvoerlade uit en vouwt u
de verlengstukstop van de uitvoerlade open.
1. verlengstuk van de uitvoerlade 2. verlengstukstop van de uitvoerlade
Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade niet uit tijdens het
afdrukken op legal-papier. Vouw de verlengstukstop alleen uit
tijdens het afdrukken in de modus Snel concept op andere soorten
afdrukmateriaal.
de papierlade open- en dichtvouwen
Voer de volgende stappen uit om de papierlade dicht te vouwen:
1. Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade dicht, schuif het verlengstuk van
de uitvoerlade in en duw het verlengstuk van de uitvoerlade weer naar binnen.
2. Trek de uitvoerlade naar boven.
3. Indien noodzakelijk duwt u het verlengstuk van de invoerlade naar binnen.
4. Duw de papierlengtegeleider naar binnen totdat deze stopt.
5. Trek de invoerlade naar boven.
enveloppen
richtlijnen
Gebruik geen enveloppen die: klemmetjes of vensters bevatten; dikke,
onregelmatige of gekrulde randen hebben; glanzen of reliëf hebben;
gekreukeld, gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
Lijn de randen van de envelop uit voordat u deze in de invoerlade plaatst.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 enveloppen
één envelop afdrukken
1. Plaats de envelop met de afdrukzijde omlaag en de flap naar links in de
envelopinvoer voor één envelop.
2. Schuif de envelop zo ver mogelijk in de printer.
een stapel enveloppen afdrukken
1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde omlaag en de flap naar links aan de
rechterkant van de invoerlade. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de
printer.
4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de enveloppen.
5. Druk de uitvoerlade naar beneden.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst envelopformaat
Type is: gewoon papier
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
afdrukken (hp deskjet 5150)
Klik hieronder op het juiste onderwerp voor uitleg over de printersoftware:
afdrukinstellingen
geavanceerde functies
venster Apparaatstatus
Klik hieronder op het gewenste onderwerp om instructies voor de afdrukfuncties weer
te geven:
een document afdrukken
standaardinstellingen wijzigen
digitale foto's afdrukken
Digitale fotografie-technologie
dubbelzijdig afdrukken
snelinstellingen afdruktaak
afdrukken zonder rand
een aangepast papierformaat instellen
een brochure afdrukken
meerdere pagina's afdrukken op één vel papier.
een schermafdruk afdrukken
watermerken
Klik hieronder op het gewenste onderwerp om afdrukinstructies weer te geven:
gewoon papier
enveloppen
transparanten
etiketten
indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal
wenskaarten
hagaki-kaarten
foto's
posters
banieren
iron-on transfers
venster Apparaatstatus
Het venster Apparaatstatus verschijnt elke keer dat een bestand wordt afgedrukt.
De volgende items worden weergegeven:
1. Inktniveaus: geschat inktniveau van elke inktpatroon.
2. Apparaatstatus: de status van de printer. Bijvoorbeeld Bezig met spoolen of
Bezig met afdrukken.
3. Documenteigenschappen: de volgende informatie wordt over de huidige
afdruktaak weergegeven.
Document: naam van het document dat op dat moment wordt afgedrukt.
Afdrukkwaliteit: de afdrukkwaliteitinstelling die wordt gebruikt.
Papiertype: de papiersoort die wordt gebruikt.
Papierformaat: formaat van het gebruikte papier.
Klik op Afdrukken annuleren om een afdruktaak te annuleren.
Klik op Venster sluiten om het venster Apparaatstatus te sluiten.
een document afdrukken
basisafdrukinstructies
Voer de volgende stappen uit om een document af te drukken:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Klik op Bestand > Afdrukken.
3. Klik op OK als u wilt afdrukken met de standaardinstellingen van de printer.
afdrukopties instellen
Voer de volgende stappen uit om afdrukopties te wijzigen:
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
2. Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer Eigenschappen.
Het dialoogvenster
Printereigenschappen verschijnt.
Het is mogelijk dat de wijze waarop u het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer opent van programma tot
programma verschilt.
3. Geef de hieronder weergegeven afdrukinstellingen op:
Selecteer het tabblad Papier/Kwaliteit als u papieropties, afdrukken zonder
rand en de afdrukkwaliteit wilt instellen, of als u de HP opties voor digitale
fotografie wilt weergeven.
Als u al gedefinieerde afdrukinstellingen wilt gebruiken, kiest u
Snelinstellingen afdruktaak.
Selecteer het tabblad Afwerking om documentopties te kiezen, posters af te
drukken of het afgedrukte beeld 180 graden te draaien.
Selecteer het tabblad Effecten als u opties voor vergroten/verkleinen en
watermerken wilt selecteren.
Selecteer het tabblad Basisinstellingen als u opties voor afdrukrichting en
paginavolgorde wilt selecteren, het aantal af te drukken exemplaren wilt
opgeven, Afdrukvoorbeeld weergeven wilt inschakelen of toegang wilt tot de
Geavanceerde functies.
Selecteer het tabblad Kleur als u kleuropties en kleurkenmerken wilt
selecteren.
4. Klik op OK en volg de instructies van de toepassing om het document af te
drukken.
posters
richtlijnen
Nadat de onderdelen van een poster zijn afgedrukt, snijdt u de randen van de
vellen af en plakt u de vellen aan elkaar.
capaciteit invoerlade: maximaal 150 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Verwijder het papier uit de invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Plaats het gewone papier in de invoerlade en druk het zover mogelijk in de
printer.
4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst formaat
Type is: gewoon papier
Afwerking
Posters afdrukken: 2 x 2, 3 x 3, 4 x 4, of 5 x 5
Basis
Afdrukstand: de gewenste afdrukstand
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
gewoon papier
richtlijnen
capaciteit invoerlade: maximaal 150 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Verwijder het papier uit de invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Plaats het gewone papier in de invoerlade en druk het zover mogelijk in de
printer.
4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier.
1. letter-papier
2. legal-papier
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst papierformaat
Type is: gewoon papier
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
enveloppen
richtlijnen
Gebruik geen enveloppen die: klemmetjes of vensters bevatten; dikke,
onregelmatige of gekrulde randen hebben; glanzen of reliëf hebben;
gekreukeld, gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
Lijn de randen van de envelop uit voordat u deze in de invoerlade plaatst.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 enveloppen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Verwijder de uitvoerlade en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde omlaag en de flap naar links aan de
rechterkant van de invoerlade. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de
printer.
4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de enveloppen.
5. Plaats de uitvoerlade terug.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst envelopformaat
Type is: gewoon papier
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
transparanten
richtlijnen
Gebruik inkjet transparanten van het merk HP.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Verwijder het papier uit de invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Plaats de transparanten met de afdrukzijde omlaag en de plakstrook omhoog
naar de printer gericht in de invoerlade.
4. Druk de transparanten voorzichtig in de printer totdat deze niet verder kunnen
zodat de plakstroken niet aan elkaar kleven.
5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de rand van de transparanten.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Type is: geschikte transparant
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
etiketten
richtlijnen
Gebruik alleen etiketten die speciaal voor inkjetprinters zijn ontworpen.
Gebruik alleen volledige vellen met etiketten.
De etiketten mogen niet plakkerig of gekreukeld zijn en mogen niet van de
vellen loskomen.
Gebruik geen kunststof etiketten of doorschijnende etiketten. De inkt droogt
niet op deze etiketten.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Verwijder het papier uit de invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Waaier de randen van de etikettenvellen uit om te voorkomen dat deze aan
elkaar plakken en maak er een nette stapel van.
4. Plaats de etiketten in de invoerlade met de etiketzijde omlaag. Schuif het
papier zo ver mogelijk in de printer.
5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de rand van het papier.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: Letter of
A4
Type is: gewoon papier
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal
richtlijnen
Gebruik alleen kaarten en ander klein afdrukmateriaal die voldoen aan de
papierformaatspecificaties van de printer. Zie de naslaghandleiding die bij de
printer werd geleverd voor specificaties.
Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's.
capaciteit invoerlade: maximaal 60 kaarten
voorbereiding voor het afdrukken
1. Verwijder de uitvoerlade en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Plaats de kaarten met de afdrukzijde omlaag en de korte rand naar de printer
gericht aan de rechterkant van de invoerlade.
4. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer.
5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de kaarten.
6. Plaats de uitvoerlade terug.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst papierformaat
Soort is: gewenst papiersoort
Afdrukkwaliteit: Normaal of Best
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
wenskaarten
richtlijnen
Vouw voorgevouwen kaarten uit en plaats deze vervolgens in de invoerlade.
Gebruik HP wenskaarten voor de beste resultaten.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 kaarten
voorbereiding voor het afdrukken
1. Verwijder het papier uit de invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Waaier de randen van de wenskaarten uit om te voorkomen dat deze aan
elkaar plakken en maak er een nette stapel van.
4. Plaats de wenskaarten in de invoerlade met de afdrukzijde omlaag. Schuif de
kaarten zo ver mogelijk in de printer.
5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier.
afdrukken
Als uw toepassing beschikt over een functie voor het afdrukken van
wenskaarten, volgt u de instructies van het programma. Volg de
onderstaande instructies op als dit niet het geval is.
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: het gewenste kaartformaat
Type is: het gewenste kaarttype
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
hagaki-kaarten
richtlijnen
Gebruik alleen kaarten en ander klein afdrukmateriaal die voldoen aan de
papierformaatspecificaties van de printer. Zie de naslaghandleiding die bij de
printer werd geleverd voor specificaties.
Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's.
capaciteit invoerlade: maximaal 60 kaarten
voorbereiding voor het afdrukken
1. Verwijder de uitvoerlade en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Plaats de kaarten met de afdrukzijde omlaag en de korte rand naar de printer
gericht aan de rechterkant van de invoerlade.
4. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer.
5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de kaarten.
6. Plaats de uitvoerlade terug.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: Een beschikbaar formaat hagaki of
hagaki-kaart zonder rand
Soort is: Een beschikbaar soort hagaki-papier
Afdrukkwaliteit: Normaal of Best
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
foto's
richtlijnen
Gebruik voor goede resultaten HP-fotopapier.
Gebruik voor een hoge afdrukkwaliteit een afdrukinstelling met een hoge
resolutie, installeer een fotopatroon in de printer en stel de HP opties voor
digitale fotografie in.
Gebruik HP Premium Plus Fotopapier en installeer een foto-inktpatroon in de
printer om ervoor te zorgen dat de foto zo min mogelijk vervaagt.
Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's.
Klik hier voor instructies om te voorkomen dat het fotopapier gaat krullen.
Klik hier voor informatie over verschillende foto-afdruktechnologieën.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Verwijder de uitvoerlade en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Controleer of het fotopapier vlak ligt.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Kleine foto's: Plaats het fotopapier met de afdrukzijde omlaag en de korte
rand naar de printer gericht in de invoerlade.
Controleer als u fotopapier gebruikt met een afscheurrand of de afscheurrand
richting de printer wijst.
Grote foto's: plaats het fotopapier met de afdrukzijde omlaag in de
invoerlade.
5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier.
6. Plaats de uitvoerlade terug.
afdrukken
Als het softwareprogramma beschikt over een functie voor het
afdrukken van foto's, volgt u de instructies van het
softwareprogramma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet
het geval is.
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst formaat voor fotopapier
Soort is: Gewenst soort HP-fotopapier
Afdrukkwaliteit: Normaal, Best of Maximum dpi.
hp digitale fotografie: gewenste
fotoverbeteringsopties
2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
banieren
richtlijnen
Gebruik hp banierpapier voor de beste resultaten.
Verwijder de geperforeerde stroken van het banierpapier voordat u deze in de
invoerlade plaatst.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 kettingvellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Verwijder het papier uit de invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
Vouw niet de verlengstukstop van de uitvoerlade open.
3. Plaats het banierpapier in de invoerlade zodat de losse rand aan de bovenzijde
van de stapel papier richting de printer wijst.
1. losse rand
4. Schuif de papierbreedtegeleider stevig tegen het papier.
afdrukken
Als uw toepassing beschikt over een functie voor het afdrukken van
banieren, volgt u de instructies van het programma. Volg de
onderstaande instructies op als dit niet het geval is.
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: Letter of
A4
Soort is: hp banierpapier
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
iron-on transfers
richtlijnen
Gebruik HP iron-on transfers voor goede resultaten.
Wanneer u in spiegelbeeld afdrukt, worden de tekst en afbeeldingen
horizontaal gedraaid ten opzichte van wat op het computerscherm verschijnt.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Verwijder het papier uit de invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Leg het opstrijkpatroonpapier in de invoerlade met de afdrukzijde omlaag.
Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier.
afdrukken
Als het softwareprogramma beschikt over een functie voor het
afdrukken van opstrijkpatronen, volgt u de instructies van het
softwareprogramma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet
het geval is.
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst papierformaat
Type is: hp iron-on transfer
Afdrukkwaliteit: Normaal of Best
Basis
Afdrukstand: Spiegelbeeld
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
onderhoud
inktpatronen vervangen
inktpatronen kalibreren
kleur kalibreren
inktpatronen automatisch reinigen
de inktpatronen handmatig reinigen
functie voor automatisch in- en uitschakelen
inktpatronen onderhouden
opslag en verwerking van fotopapier
printerbehuizing onderhouden
inkt van de huid en van kleding verwijderen
printerhulpmiddelen
kleur kalibreren
Voer alleen een kleurcalibratie uit als de fotokleuren die zijn afgedrukt met de
fotopatroon zichtbaar anders zijn.
Voor het uitvoeren van een kleurkalibratie moet u
de printer kalibreren en vervolgens
uw foto opnieuw afdrukken. Als de kleur nog steeds zichtbaar anders is, moet u een
kleurkalibratie uitvoeren.
Kleur kalibreren:
1. Laad het witte papier in de invoerlade.
2. Controleer of een
fotopatroon in de printer is geïnstalleerd.
3. Ga naar
printeronderhoud.
4. Klik op Kleur kalibreren.
5. Klik op Kalibreren en volg de instructies op het scherm op.
inktpatronen automatisch reinigen
Als er in uw afdrukken lijnen of stippen ontbreken of inktstrepen voorkomen, zijn de
inktpatronen mogelijk bijna leeg of moet u deze reinigen.
Klik hier als u het inktniveau van de inktpatronen wilt controleren.
Als de inktpatronen voldoende inkt bevatten, volgt u deze stappen op om de
inktpatronen automatisch te reinigen:
1. Ga naar
printeronderhoud.
2. Klik op Inktpatronen reinigen.
3. Klik op Reinigen en volg de instructies op het scherm op.
Als er na het reinigen nog steeds lijnen of stippen in de afdrukken ontbreken,
vervangt u de inktpatronen.
Let op! Reinig de inktpatronen alleen als het nodig is. Wanneer u de
inktpatronen onnodig vaak reinigt, verspilt u inkt en verkort u de
levensduur van de patronen.
printerbehuizing onderhouden
Aangezien de printer in een fijne waas op het papier spuit, zullen er uiteindelijk
inktvlekken op de printerbehuizing en de aangrenzende oppervlakken verschijnen. Als
u strepen, vlekken en/of opgedroogde inkt van de buitenkant van de printer wilt
verwijderen, gebruikt u een zachte doek die met water vochtig is gemaakt.
Denk aan de volgende tips wanneer u de printer reinigt:
Reinig de binnenkant van de printer niet. Houd alle vloeistoffen bij de
binnenkant vandaan.
Gebruik geen huishoudelijke schoonmaakmiddelen of wasmiddelen.
Als een huishoudreinigingsmiddel of -oplosmiddel voor de printer
wordt gebruikt, veegt u buitenoppervlakken van de printer schoon
met een zachte doek die met water vochtig is gemaakt.
Smeer de ondersteuningsstaaf waarop de inktpatroonhouder heen en
weer schuift niet. Lawaai is normaal wanneer de houder heen een
weer beweegt.
printerhulpmiddelen
De printersoftware bevat een aantal handige hulpmiddelen om de prestaties van de
printer te verbeteren.
Gebruik de printerhulpmiddelen om:
een schatting van het inktniveau weer te geven.
de inktpatronen te reinigen.
de printer te kalibreren.
een testpagina af te drukken.
andere benodigde functies uit te voeren.
Klik
hier om toegang te krijgen tot deze hulpmiddelen.
problemen oplossen
printer drukt niet af
papierstoring
afdrukkwaliteit is slecht
het document is verkeerd afgedrukt
foto's worden niet goed afgedrukt
problemen met afdrukken zonder rand
banieren worden niet goed afgedrukt
foutberichten
printerlampjes branden of knipperen
printer is traag
problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken
als zich problemen blijven voordoen
printer drukt niet af
Controleer het volgende:
Is de printer aangesloten op een stopcontact?
Zijn de kabels goed aangesloten?
Staat de printer aan?
Zijn de inktpatronen correct geïnstalleerd?
Is papier of ander afdrukmateriaal correct in de invoerlade geladen?
Is de printerkap van de printer gesloten?
Is de optionele duplexeenheid of de achterklep aanwezig?
de printerlampjes controleren
De printerlampjes geven de printerstatus weer en waarschuwen u voor een eventueel
probleem.
Zie printerlampjes branden of knipperen voor meer informatie.
controleer de printerkabelaansluiting
Als de printerkabel is aangesloten op een USB-hub, kan er een afdrukconflict zijn. Er
zijn twee methoden om het conflict op te lossen:
Sluit de USB-kabel van de printer rechtstreeks op de computer aan of
Gebruik tijdens het afdrukken geen andere USB-apparaten die op de hub zijn
aangesloten.
als de printer niet aan gaat
De printer heeft mogelijk te veel stroom ontvangen.
1. Verwijder het netsnoer uit de wandcontactdoos.
2. Wacht ongeveer 10 seconden.
3. Sluit het netsnoer weer aan.
4. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten.
Als de printer nu nog niet aan gaat, probeert u het volgende:
Sluit de printer aan op een andere wandcontactdoos of
Sluit de printer direct aan op een wandcontactdoos in plaats van op een
stroomstootbeveiliging.
als de printer nog steeds niet afdrukt
Selecteer het onderwerp dat het beste overeenkomt met het probleem:
papierstoring
bericht dat het papier op is
foutberichten
bericht dat het papier op is
als de invoerlade is geladen
1. Controleer het volgende:
De invoerlade bevat voldoende papier (ten minste tien vellen).
De invoerlade is niet te vol.
De papierstapel raakt de achterkant van de invoerlade.
2. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het papier.
3. Druk op de knop Doorgaan om door te gaan met afdrukken.
als de invoerlade leeg is
1. Plaats papier in de lade.
2. Druk op de knop Doorgaan om door te gaan met afdrukken.
het foutbericht 'fout bij schrijven naar USB-poort' verschijnt
De printer ontvangt mogelijk geen correcte gegevens van een ander USB-apparaat of
een USB-hub. Sluit de printer direct op de USB-poort van de computer aan.
het foutbericht 'fout bij schrijven naar LPT1' verschijnt
De printer is via een USB-kabel aangesloten op de computer, maar de kabel is
mogelijk niet aangesloten voordat de software werd geïnstalleerd.
Verwijder de software en installeer deze opnieuw.
Klik hier wanneer u de software wilt verwijderen.
het foutbericht 'er kan geen tweerichtingscommunicatie tot stand worden
gebracht' of 'printer reageert niet' verschijnt
De printer kan mogelijk niet met de computer communiceren als de USB-kabel te
lang is.
Als u dit foutbericht ontvangt, dient u ervoor te zorgen dat de USB-kabel niet langer
is dan vijf meter.
afdrukkwaliteit is slecht
strepen en ontbrekende lijnen
Als er in uw afdrukken lijnen of stippen ontbreken of inktstrepen voorkomen, zijn de
inktpatronen mogelijk bijna leeg of moet u deze reinigen.
de afdruk is vaag
Controleer of er een zwarte inktpatroon is geïnstalleerd.
Als de zwarte tekst en afbeeldingen op uw afdrukken vaag zijn, drukt u
mogelijk alleen met de driekleurenpatroon af. Installeer een zwarte
inktpatroon naast de driekleurenpatroon om een optimale zwarte
afdrukkwaliteit te verkrijgen.
Controleer of beide inktpatronen niet bijna leeg zijn.
Als een inktpatroon bijna leeg is, is het misschien raadzaam deze te
vervangen. Zie
inktpatronen als u de juiste artikelnummers wilt opzoeken.
Controleer of de beschermende kunststof tape van de inktpatronen is
verwijderd.
1. kunststof tape
Selecteer een hogere afdrukkwaliteit.
er worden lege pagina's afgedrukt
De kunststof tape is mogelijk nog niet van de inktpatronen verwijderd.
Controleer of de kunststof tape van de inktpatronen is verwijderd.
De inktpatronen kunnen leeg zijn. Vervang een of beide lege inktpatronen.
er wordt te veel of te weinig inkt op de pagina gedrukt
pas het inktvolume en de droogtijd aan
1. Open het dialoogvenster Geavanceerde functies.
2. Sleep de schuifknop Inktvolume in de richting van Licht of Zwaar.
Als u het inktvolume verhoogt, moet u de schuifknop
Droogtijd richting Meer verplaatsen om inktvegen te
voorkomen.
3. Klik op OK en vervolgens nogmaals op OK.
het document is verkeerd afgedrukt
tekst en afbeeldingen zijn niet goed uitgelijnd
Als de tekst en afbeeldingen op uw afdrukken niet goed zijn uitgelijnd, moet u de
printer kalibreren.
het afgedrukte document staat scheef of staat niet helemaal in het midden van
het papier
1. Controleer of het papier goed in de invoerlade is geplaatst.
2. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen het papier zijn geschoven.
3. Druk het document opnieuw af.
sommige gedeelten van het document ontbreken of worden op een onjuiste
plaats afgedrukt
Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en zorg dat de volgende opties
correct zijn ingesteld:
tabblad instelling
Basis
Afdrukstand: controleer of de afdrukstand juist is.
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: controleer of het formaat van het papier juist
is.
Effecten
Passend maken: selecteer deze optie om tekst en
afbeeldingen groter of kleiner af te beelden zodat ze op de
pagina passen.
Afwerking
Poster afdrukken: zorg dat Uit is geselecteerd.
envelop wordt onder een hoek afgedrukt
1. Schuif de flap in de envelop voordat u de envelop in de printer plaatst.
2. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen de envelop zijn geschoven.
3. Druk de envelop opnieuw af.
nieuwe afdrukinstellingen zijn niet zichtbaar in de afdrukken
De standaardprinterinstellingen kunnen verschillen van de afdrukinstellingen in het
toepassingsprogramma. Selecteer de juiste afdrukinstellingen in de
softwaretoepassing.
foto's worden niet goed afgedrukt
de printereigenschappen controleren
Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en controleer de volgende opties:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst formaat
Type is: fotopapier
Afdrukkwaliteit: Best
kleuren zijn niet goed
Als de kleuren in foto's niet goed zijn, voert u deze stappen uit:
1.
Kalibreer de inktpatronen.
2. Druk de foto opnieuw af.
3. Als de kleuren nog steeds niet goed zijn, moet u
de kleur kalibreren.
Er moet een fotopatroon worden geïnstalleerd voor kleurkalibratie.
4. Druk de foto opnieuw af.
5. Als de kleuren nog steeds niet goed zijn, opent u het dialoogvenster
Printereigenschappen, selecteert u de tab Kleur en doet u het volgende:
Als de kleuren te geel zijn, verplaatst u de schuifregelaar Kleurschakering
naar Koeler.
Als de kleuren te blauw zijn, verplaatst u de schuifregelaar Kleurschakering
naar Warmer.
6. Druk de foto opnieuw af.
7. Als de kleuren nog steeds niet goed zijn, moet u de inktpatronen kalibreren.
deel van de foto is vaag
vervaging treedt op aan de randen van een afdruk
Controleer of het fotopapier is gekruld. Als het fotopapier is gekruld, plaatst u het
papier in een plastic tas en buigt u het papier voorzichtig in de tegengestelde richting
van de krul totdat het papier weer vlak ligt. Als het probleem blijft, moet u fotopapier
gebruiken dat niet gekruld is.
Klik
hier voor instructies over het voorkomen van fotopapier dat gaat krullen.
vervaging treedt op bij de randen van een afdruk
Als op ongeveer 2,5 tot 6,5 cm vanaf de rand van een foto vervaging optreedt, kunt
u het volgende proberen:
Installeer een fotopatroon in de printer.
Open het dialoogvenster Printereigenschappen, selecteer de tab Papier/
Kwaliteit en stel vervolgens de Afdrukkwaliteit in op Maximale dpi.
Draai de afbeelding 180 graden.
banieren worden niet goed afgedrukt
de papierlade controleren
Vouw het papier open en weer dicht als er meerdere vellen tegelijk door de
printer worden gevoerd.
Controleer of de losse rand van de stapel banieren bovenaan ligt en naar de
printer is gericht.
Controleer of het juiste papier wordt gebruikt voor het afdrukken van banieren.
de printereigenschappen controleren
Open het dialoogvenster Printereigenschappen en controleer de volgende instellingen:
tabblad
instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: Gewenst banierformaat
Soort is: hp banierpapier
de software controleren
Controleer of de softwaretoepassing die u gebruikt het afdrukken van banieren
ondersteunt. Niet alle softwaretoepassingen ondersteunen het afdrukken op
banieren.
Controleer of de printersoftware goed functioneert als er bij het afdrukken
openingen te zien zijn aan het einde van de vellen.
printer is traag
De prestaties van de printer kunnen door verschillende variabelen negatief worden
beïnvloed.
er zijn meerdere softwaretoepassingen geopend
De computer heeft niet voldoende bronnen om de printer op optimale snelheid te
kunnen laten werken.
Als u de snelheid van de printer wilt verhogen, sluit u alle overbodige
softwaretoepassingen af, wanneer u gaat afdrukken.
er worden complexe documenten, afbeeldingen of foto's afgedrukt
Documenten die afbeeldingen of foto's bevatten, worden langzamer afgedrukt dan
tekstdocumenten.
Wanneer de computer niet voldoende geheugen of schijfruimte heeft om het
document onder normale omstandigheden af te drukken, gebruikt u de Modus weinig
geheugen. De kwaliteit van de afdruk kan wel achteruitgaan als u deze optie
inschakelt. Door het inschakelen van de Modus weinig geheugen, wordt ook het
afdrukken in de modus 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd uitgeschakeld.
U gaat als volgt te werk om de Modus weinig geheugen te activeren:
1. Open het dialoogvenster
Eigenschappen voor printer.
2. Klik op het tabblad Basis en vervolgens op de knop Geavanceerde functies.
3. Selecteer Modus weinig geheugen.
4. Druk het document af.
afdrukmodus best of maximale dpi is geselecteerd
De printer drukt langzamer af als Best of Maximale dpi als afdrukkwaliteit is
geselecteerd. Om de afdruksnelheid te vergroten, moet u een andere modus
afdrukkwaliteit kiezen.
printerstuurprogramma is verouderd
Er is mogelijk een verouderd printerstuurprogramma geïnstalleerd.
Klik hier voor informatie over het bijwerken van het printerstuurprogramma.
er worden dubbelzijdige documenten afgedrukt
Het afdrukken van dubbelzijdige documenten neemt meer tijd in beslag dan het
afdrukken van enkelzijdige documenten.
Om de snelheid te verhogen, opent u het dialoogvenster Geavanceerde functies, en
vervolgens schuift u de regelaar Droogtijd naar Korter.
computer voldoet niet aan de systeemvereisten
Als uw computer onvoldoende RAM of onvoldoende vrije ruimte op de harde schijf
heeft, neemt de verwerking door de printer meer tijd in beslag.
1. Controleer of de ruimte op de harde schijf, de RAM en de processorsnelheid
overeenkomen met de
systeemvereisten.
2. Maak ruimte vrij op de harde schijf.
de printer bevindt zich in de modus Inktreserve
Het is mogelijk dat de printer langzamer afdrukt als deze zich in de modus
Inktreserve bevindt.
Als u de afdruksnelheid wilt verhogen, gebruikt u twee inktpatronen in de printer.
minimale systeemvereisten
Uw computer moet aan de volgende minimale vereisten voldoen:
Microsoft Windows XP
Minimale processorsnelheid: Pentium II 233 MHz
Vereist RAM-geheugen: 128 MB
Vereiste vrije ruimte op harde schijf: 175 MB*
Microsoft Windows 98, Me
Minimale processorsnelheid: Pentium 150 MHz
Vereist RAM-geheugen: 32 MB
Vereiste vrije ruimte op harde schijf: 175 MB*
Microsoft Windows 2000 Professional
Minimale processorsnelheid: Pentium II 133 MHz
Vereist RAM-geheugen: 64 MB
Vereiste vrije ruimte op harde schijf: 175 MB*
* Als u foto's of op een zeer hoge resolutie (4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd)
afdrukt, moet u ten minste 400 MB tijdelijke schijfruimte beschikbaar hebben.
problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken
(als de optionele module voor dubbelzijdig afdrukken op de printer is bevestigd).
er is een papierstoring in de module voor dubbelzijdig afdrukken opgetreden
Zie papierstoring voor instructies.
optie voor dubbelzijdig afdrukken kan niet worden geselecteerd
Controleer het volgende:
De module voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) is op de printer
bevestigd.
De duplexeenheid is in de printersoftware ingeschakeld.
De geselecteerde soort afdrukmateriaal en het formaat op het tabblad Papier/
Kwaliteit worden door de duplexeenheid ondersteund.
Zie de documentatie die bij de duplexeenheid is geleverd voor een lijst met
ondersteunde soorten en formaten afdrukmaterialen.
als de optie voor dubbelzijdig afdrukken is ingeschakeld, wordt slechts één
zijde van de pagina afgedrukt
Controleer het volgende:
De juiste afdrukopties worden ingesteld in zowel de printersoftware als in de
softwaretoepassing die u gebruikt.
Het fotopapier krult niet als u op dubbelzijdig fotopapier afdrukt. Fotopapier
moet vlak zijn voordat u gaat afdrukken. Zie voor meer informatie opslag en
verwerking van fotopapier.
De geselecteerde soort afdrukmateriaal en het formaat op het tabblad Papier/
Kwaliteit worden door de duplexeenheid ondersteund.
Zie de documentatie die bij de duplexeenheid is geleverd voor een lijst met
ondersteunde soorten en formaten afdrukmaterialen.
Als de soort of het formaat afdrukmateriaal niet door de duplexeenheid wordt
ondersteund, kunt u het document afdrukken met de
functie handmatig
dubbelzijdig afdrukken.
bindmarge bevindt zich op de verkeerde plaats
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer.
2. Selecteer het tabblad Afwerking.
3. Controleer of:
Pagina's naar boven omslaan is geselecteerd voor binden aan de bovenzijde
(schrijfblok binden).
Pagina's naar boven omslaan wordt niet geselecteerd voor binden aan de
zijkant (boek binden).
Zie voor meer informatie
dubbelzijdig afdrukken.
papierformaat wijzigt zodra de optie voor dubbelzijdig afdrukken is
geselecteerd
Het papierformaat wordt niet door de duplexeenheid ondersteund.
Zie de documentatie die bij de duplexeenheid is geleverd voor een lijst met
ondersteunde papierformaten.
als zich problemen blijven voordoen
Als zich problemen blijven voordoen, nadat u de probleemoplossingsonderwerpen
hebt doorgenomen, schakelt u de computer uit en start u deze vervolgens opnieuw
op.
Als u ook met het opnieuw opstarten van de computer de problemen niet kunt
oplossen, gaat u naar HP Klantenondersteuning op www.hp.com/support.
specificaties
printerspecificaties
minimale systeemvereisten
milieuverklaring
inktpatronen recyclen
printerspecificaties
Zie de naslaggids die bij uw printer is geleverd voor de volledige printerspecificaties,
inclusief:
soorten, formaten en gewicht van het papier en overige afdrukmateriaal dat
met uw printer gebruikt kan worden.
afdruksnelheid en resoluties
stroomvereisten
milieuverklaring
Hewlett-Packard streeft voortdurend naar een verbetering van de ontwerpprocessen
van haar Deskjet printers om zodoende de negatieve effecten te verminderen op de
kantooromgeving en op de omgevingen waar printers worden geproduceerd,
verzonden en gebruikt.
reductie and eliminatie
Papiergebruik: Doordat de printer dubbelzijdig afdrukt, wordt het papiergebruik en
daardoor ook de belasting van het milieu teruggebracht. Deze printer is geschikt voor
het gebruik van gerecyclede papiersoorten volgens DIN 19 309.
Gerecycled papier: alle gedrukte documentatie bij deze printer is afgedrukt op
chloorvrij gerecycled papier.
Ozon: er worden geen ozonafbrekende chemicaliën (bijvoorbeeld cfk's) meer in de
fabricageprocessen van Hewlett-Packard gebruikt.
recyclen
Deze printer is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot een
minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de
betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te
kunnen worden gescheiden. Bevestigingen en andere aansluitingen zijn eenvoudig te
vinden, te bereiken en te verwijderen met normale gereedschappen. Belangrijke
onderdelen zijn zo ontworpen dat deze eenvoudig zijn te bereiken waardoor
demontage en reparatie efficiënter worden.
Printerverpakking: De verpakkingsmaterialen van deze printer zijn zodanig
gekozen dat deze tegen een minimale kostprijs maximale bescherming bieden, het
milieu zo min mogelijk vervuilen en de recycling vereenvoudigen. Het solide ontwerp
van de HP Deskjet printer draagt ertoe bij het gebruik van verpakkingsmateriaal te
beperken en beschadigingen te voorkomen.
Kunststof onderdelen: Alle belangrijke kunststoffen en onderdelen van kunststof
zijn gemarkeerd in overeenstemming met internationale normen. Het is technisch
mogelijk alle kunststof onderdelen die in de behuizing en het chassis van de printer
zijn gebruikt te recyclen. Deze bestaan alle uit één polymeer.
Levensduur van het product: HP biedt het volgende waarmee de levensduur van
uw HP Deskjet printer kan worden verlengd:
Garantieverlenging: meer informatie vindt u in de naslaggids die bij de
printer is geleverd.
Vervangende onderdelen en verbruiksartikelen zijn beschikbaar tot drie
(3) jaar nadat de fabricage is stopgezet.
Inname van het product: als u dit product aan het einde van de nuttige
levensduur aan HP wilt retourneren, gaat u naar www.hp.com/recycle. Zie
inktpatronen recyclen als u lege inktpatronen bij HP wilt inleveren.
De mogelijkheid tot garantieverlenging en inname van het
product is niet beschikbaar in alle landen/regio's.
energieverbruik
Deze printer is ontworpen met het oog op energiebesparing. Hiermee wordt niet
alleen het milieu gespaard, maar bespaart u ook geld, zonder dat de prestaties van
de printer hieronder leiden.
Dit product voldoet aan de vereisten van het ENERGY STAR® programma. ENERGY
STAR is een vrijwillig programma dat is opgericht om de ontwikkeling van
energiezuinige kantoorproducten te stimuleren.
ENERGY STAR is een in de Verenigde Staten gedeponeerd dienstenmerk van de
Amerikaanse Environmental Protection Agency (Milieubeschermingsorganisatie). Als
partner van ENERGY STAR, heeft Hewlett-Packard Company vastgesteld dat dit
product voldoet aan de richtlijnen van ENERGY STAR voor efficiënt energieverbruik.
Energieverbruik in de stand-bystand: zie de naslaggids voor
energieverbruikspecificaties.
Energieverbruik in de uitgeschakelde stand: Als de printer uit staat, wordt nog
steeds een minimale hoeveelheid energie verbruikt. Energieverbruik kan worden
voorkomen door de printer uit te zetten en vervolgens de stekker uit het stopcontact
te verwijderen.
afdrukken (hp deskjet 5160)
Klik hieronder op het juiste onderwerp voor uitleg over de printersoftware:
afdrukinstellingen
geavanceerde functies
venster Apparaatstatus
Klik hieronder op het gewenste onderwerp om instructies voor de afdrukfuncties weer
te geven:
een document afdrukken
standaardinstellingen wijzigen
digitale foto's afdrukken
Digitale fotografie-technologie
dubbelzijdig afdrukken
snelinstellingen afdruktaak
afdrukken zonder rand
een aangepast papierformaat instellen
een brochure afdrukken
meerdere pagina's afdrukken op één vel papier.
een schermafdruk afdrukken
watermerken
Klik hieronder op het gewenste onderwerp voor instructies voor afdrukken op
verschillende soorten afdrukmateriaal:
gewoon papier
enveloppen
transparanten
etiketten
indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal
wenskaarten
hagaki-kaarten
foto's
posters
banieren
iron-on transfers
gewoon papier
richtlijnen
capaciteit invoerlade: maximaal 150 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider naar links.
3. Voer het volgende uit voor het papierformaat:
Letter, Executive en A4: trek de papierlengtegeleider helemaal naar voren.
Legal: Trek de papierlengtegeleider naar voren en vouw het verlengstuk van
de invoerlade uit.
4. Plaats het papier in de invoerlade.
5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier.
1. gewoon papier
2. legal-papier
6. Druk de uitvoerlade naar beneden.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst papierformaat
Type is: gewoon papier
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
transparanten
richtlijnen
Gebruik inkjet transparanten van het merk HP.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Plaats de transparanten met de afdrukzijde omlaag en de plakstrook omhoog
naar de printer gericht in de invoerlade.
4. Druk de transparanten voorzichtig in de printer totdat deze niet verder kunnen
zodat de plakstroken niet aan elkaar kleven.
5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de rand van de transparanten.
6. Druk de uitvoerlade naar beneden.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Type is: geschikte transparant
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
etiketten
richtlijnen
Gebruik alleen etiketten die speciaal voor inkjetprinters zijn ontworpen.
Gebruik alleen volledige vellen met etiketten.
De etiketten mogen niet plakkerig of gekreukeld zijn en mogen niet van de
vellen loskomen.
Gebruik geen kunststof etiketten of doorschijnende etiketten. De inkt droogt
niet op deze etiketten.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Waaier de randen van de etikettenvellen uit om te voorkomen dat deze aan
elkaar plakken en maak er een nette stapel van.
4. Plaats de etiketten in de invoerlade met de etiketzijde omlaag. Schuif het
papier zo ver mogelijk in de printer.
5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de rand van het papier.
6. Druk de uitvoerlade naar beneden.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: Letter of
A4
Type is: gewoon papier
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal
richtlijnen
Gebruik alleen kaarten en ander klein afdrukmateriaal die voldoen aan de
papierformaatspecificaties van de printer. Zie de naslaghandleiding die bij de
printer werd geleverd voor specificaties.
Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's.
capaciteit invoerlade: maximaal 60 kaarten
voorbereiding voor het afdrukken
1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Plaats de kaarten met de afdrukzijde omlaag en de korte rand naar de printer
gericht aan de rechterkant van de invoerlade. Schuif de kaarten zo ver
mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de kaarten.
5. Druk de uitvoerlade naar beneden.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst papierformaat
Soort is: gewenst papiersoort
Afdrukkwaliteit: Normaal of Best
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
wenskaarten
richtlijnen
Vouw voorgevouwen kaarten uit en plaats deze vervolgens in de invoerlade.
Gebruik HP wenskaarten voor de beste resultaten.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 kaarten
voorbereiding voor het afdrukken
1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Waaier de randen van de wenskaarten uit om te voorkomen dat deze aan
elkaar plakken en maak er een nette stapel van.
4. Plaats de wenskaarten in de invoerlade met de afdrukzijde omlaag. Schuif de
kaarten zo ver mogelijk in de printer.
5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier.
6. Druk de uitvoerlade naar beneden.
afdrukken
Als uw toepassing beschikt over een functie voor het afdrukken van
wenskaarten, volgt u de instructies van het programma. Volg de
onderstaande instructies op als dit niet het geval is.
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: het gewenste kaartformaat
Type is: het gewenste kaarttype
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
hagaki-kaarten
richtlijnen
Gebruik alleen kaarten en ander klein afdrukmateriaal die voldoen aan de
papierformaatspecificaties van de printer. Zie de naslaghandleiding die bij de
printer werd geleverd voor specificaties.
Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's.
capaciteit invoerlade: maximaal 60 kaarten
voorbereiding voor het afdrukken
1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Plaats de kaarten met de afdrukzijde omlaag en de korte rand naar de printer
gericht aan de rechterkant van de invoerlade. Schuif de kaarten zo ver
mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de kaarten.
5. Druk de uitvoerlade naar beneden.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: Een beschikbaar formaat hagaki of
hagaki-kaart zonder rand
Soort is: Een beschikbaar soort hagaki-papier
Afdrukkwaliteit: Normaal of Best
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
foto's
richtlijnen
Gebruik voor goede resultaten HP-fotopapier.
Gebruik voor een hoge afdrukkwaliteit een afdrukinstelling met een hoge
resolutie, installeer een fotopatroon in de printer en stel de HP opties voor
digitale fotografie in.
Gebruik HP Premium Plus Fotopapier en installeer een foto-inktpatroon in de
printer om ervoor te zorgen dat de foto zo min mogelijk vervaagt.
Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's.
Klik hier voor instructies om te voorkomen dat het fotopapier gaat krullen.
Klik hier voor informatie over verschillende foto-afdruktechnologieën.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Controleer of het fotopapier vlak ligt.
4. Voer een van de volgende handelingen uit:
Kleine foto’s: Plaats het fotopapier rechts in de invoerlade met de
afdrukzijde omlaag en de korte rand naar de printer gericht.
Controleer als u fotopapier gebruikt met een afscheurrand of de afscheurrand
richting de printer wijst.
Grote foto's: plaats het fotopapier met de afdrukzijde omlaag in de
invoerlade.
5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier.
6. Druk de uitvoerlade naar beneden.
afdrukken
Als het softwareprogramma beschikt over een functie voor het
afdrukken van foto's, volgt u de instructies van het
softwareprogramma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet
het geval is.
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst formaat voor fotopapier
Soort is: Gewenst soort HP-fotopapier
Afdrukkwaliteit: Normaal, Best of Maximum dpi.
hp digitale fotografie: gewenste
fotoverbeteringsopties
2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
posters
richtlijnen
Nadat de onderdelen van een poster zijn afgedrukt, snijdt u de randen van de
vellen af en plakt u de vellen aan elkaar.
capaciteit invoerlade: maximaal 150 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Plaats het gewone papier in de invoerlade en druk het zover mogelijk in de
printer.
4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier.
5. Druk de uitvoerlade naar beneden.
afdrukken
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst formaat
Type is: gewoon papier
Afwerking
Posters afdrukken: 2 x 2, 3 x 3, 4 x 4, of 5 x 5
Basis
Afdrukstand: de gewenste afdrukstand
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
banieren
richtlijnen
Gebruik hp banierpapier voor de beste resultaten.
Verwijder de geperforeerde stroken van het banierpapier voordat u deze in de
invoerlade plaatst.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 kettingvellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
Vouw niet de verlengstukstop van de uitvoerlade open.
3. Plaats het banierpapier in de invoerlade zodat de losse rand aan de bovenzijde
van de stapel papier en richting de printer wijst.
1. losse rand
4. Schuif de papierbreedtegeleider stevig tegen het papier.
5. Druk de uitvoerlade naar beneden.
afdrukken
Als uw toepassing beschikt over een functie voor het afdrukken van
banieren, volgt u de instructies van het programma. Volg de
onderstaande instructies op als dit niet het geval is.
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: Letter of
A4
Soort is: hp banierpapier
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.
iron-on transfers
richtlijnen
Gebruik HP iron-on transfers voor goede resultaten.
Wanneer u in spiegelbeeld afdrukt, worden de tekst en afbeeldingen
horizontaal gedraaid ten opzichte van wat op het computerscherm verschijnt.
capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen
voorbereiding voor het afdrukken
1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de
invoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de
papierlengtegeleider naar voren.
3. Leg het opstrijkpatroonpapier in de invoerlade met de afdrukzijde omlaag.
Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier.
5. Druk de uitvoerlade naar beneden.
afdrukken
Als het softwareprogramma beschikt over een functie voor het
afdrukken van opstrijkpatronen, volgt u de instructies van het
softwareprogramma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet
het geval is.
1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende
instellingen:
tabblad instelling
Papier/
Kwaliteit
Formaat is: gewenst papierformaat
Type is: hp iron-on transfer
Afdrukkwaliteit: Normaal of Best
Basis
Afdrukstand: Spiegelbeeld
2. Selecteer eventueel andere gewenste
afdrukinstellingen en klik op OK.

Documenttranscriptie

gebruikershandleiding Selecteer een onderwerp onder de afbeelding van uw printermodel voor een antwoord op een vraag. ● kennisgevingen ● kennisgevingen ● speciale functies ● speciale functies ● aan de slag ● aan de slag ● aansluitingen ● aansluitingen ● afdrukken ● afdrukken ● onderhoud ● onderhoud ● problemen oplossen ● problemen oplossen ● specificaties ● specificaties kennisgevingen ● kennisgevingen en handelsmerken ● termen en conventies kennisgevingen en handelsmerken kennisgeving van hewlett-packard company De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Hewlett-Packard (HP) biedt ten aanzien van dit materiaal geen enkele garantie, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de geïmpliceerde garanties van verkoopbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel. Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor directe, indirecte, incidentele of gevolgschade die zou voortkomen uit het verstrekken of het gebruiken van deze informatie. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging, bewerking of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HewlettPackard, tenzij dit is toegestaan krachtens de wetten op het auteursrecht. kennisgevingen Microsoft, MS, MS-DOS, Windows en XP zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. TrueType is een handelsmerk in de VS van Apple Computer, Inc. Adobe en Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Copyright 2003 Hewlett-Packard Company termen en conventies De volgende termen en conventies worden gebruikt in de gebruikershandleiding. termen Met de term printer of HP printer wordt verwezen naar HP Deskjet printers. symbolen Het symbool > leidt u door een aantal softwarestappen. Bijvoorbeeld: Klik op Bestand > Afdrukken. Let op en Waarschuwing Let op geeft aan dat het risico bestaat dat de HP Deskjet printer of andere apparatuur beschadigd kan raken. Bijvoorbeeld: Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen. Waarschuwing geeft aan dat er gevaar voor uzelf of anderen bestaat. Bijvoorbeeld: Waarschuwing! Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten het bereik van kinderen. pictogrammen Een pictogram voor een Opmerking geeft aan dat er aanvullende informatie beschikbaar is. Bijvoorbeeld: De beste resultaten verkrijgt u met producten van HP. Een pictogram van een Muis geeft aan dat er aanvullende informatie beschikbaar is via de Help-functie Wat is dit? Bijvoorbeeld: Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven. Het pictogram Niet doen geeft aan dat een bepaalde actie wordt afgeraden. Reinig de binnenkant van de printer niet. speciale functies Gefeliciteerd! U hebt een HP Deskjet printer aangeschaft die beschikt over verschillende indrukwekkende functies: ● ● ● ● ● ● ● ● ● Afdrukken zonder rand: gebruik de volledige pagina tijdens het afdrukken van foto's en kaarten met behulp van de functie Afdrukken zonder rand. Scherm afdrukken: druk de afbeelding af die op het beeldscherm van de computer wordt weergegeven door de knop in te drukken. Uitbreidingsmogelijkheid voor afdrukken met zes inkten: zorg voor nog beter afdrukken van foto's met een fotopatroon. digitale fotoafdrukken: verbeterde mogelijkheden voor digitale fotoafdrukken. modus Inktreserve: modus Inktreserve geeft de mogelijkheid om door te gaan met afdrukken als de andere inktpatroon leeg is. automatisch in- en uitschakelen: schakel de functie automatisch uitschakelen in om de printer in een modus te schakelen met een laag stroomverbruik en energiebesparend nadat deze niet-actief is geweest gedurende 30 minuten. De printer wordt automatisch ingeschakeld zodra u een bestand afdrukt. Meerdere pagina’s afdrukken op één vel papier: gebruik de printersoftware om max. 16 pagina's op één vel papier af te drukken. knop voor Afdrukken annuleren : annuleer de afdruktaken door de knop één keer in te drukken. Optionele module voor dubbelzijdig afdrukken: schaf een module voor dubbelzijdig afdrukken aan om documenten automatisch dubbelzijdig af te drukken. HP Deskjet 5150 serie printer HP Deskjet 5160 serie printer Niet alle printermodellen zijn in alle landen/regio's verkrijgbaar. afdrukken zonder rand Met Afdrukken zonder rand kunt u tot aan de randen van bepaalde papiersoorten en een reeks van standaard papierformaten zoals L-formaat (89 x 127 mm) tot Letter (216 x 279) en A4 (210 x 297 mm) afdrukken. De printer kan ook op fotopapier van 10 x 15 mm met afscheurrand afdrukken. richtlijnen ● ● Druk geen documenten zonder rand af in de modus inktreserve. Er moeten altijd twee inktpatronen in de printer zijn geïnstalleerd. Open het bestand in een softwaretoepassing en wijs de gewenste beeldgrootte toe. Zorg dat deze grootte overeenkomt met het formaat van het papier waarop u het beeld wilt afdrukken. afdrukken Voer de volgende stappen uit om een document zonder rand af te drukken: 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 3. Selecteer een van de randloze papierformaten in de vervolgkeuzelijst Formaat is. Controleer of het geselecteerde papierformaat overeenkomt met het formaat dat u in de invoerlade hebt. 4. Selecteer het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Type is. 5. Klik op het selectievakje Zonder rand automatisch passend maken om de grootte van het beeld automatisch zo aan te passen dat er geen rand wordt afgedrukt. De optie Automatisch zonder randen is alleen beschikbaar voor fotopapiersoorten. 6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. Als u wilt afdrukken op fotopapier met een afscheurrand, moet u de rand verwijderen om het document volledig randloos te maken. modus Inktreserve In de modus Inktreserve kan de printer werken terwijl er maar één inktpatroon in gebruik is. Deze modus wordt ingeschakeld wanneer een inktpatroon uit de houder wordt verwijderd. Klik hier voor instructies over het verwijderen van een inktpatroon. uitvoer in modus Inktreserve Als u afdrukt in de modus Inktreserve, werkt de printer langzamer en gaat de kwaliteit van de afdrukken achteruit. wanneer alleen deze inktpatroon is geïnstalleerd... is het resultaat... zwarte inktpatroon Kleuren worden als grijswaarden afgedrukt. driekleurenpatroon Kleuren worden wel afgedrukt, maar zwart wordt als grijstint weergegeven en is niet echt zwart. foto-inktpatroon Kleuren worden als grijswaarden afgedrukt, maar zwart wordt als grijstint weergegeven en is niet echt zwart. Aangeraden wordt niet de foto-inktpatroon te gebruiken voor de modus Inktreserve. de modus Inktreserve afsluiten Installeer twee inktpatronen in de printer om de modus Inktreserve af te sluiten. Klik hier voor instructies over het installeren van een inktpatroon. inktpatronen vervangen Controleer de artikelnummers voordat u nieuwe inktpatronen koopt. De printer kan werken met slechts één geïnstalleerde inktpatroon. Klik hier voor meer informatie. Ga als volgt te werk om een inktpatroon te vervangen: 1. laad een stapel gewoon wit papier in de invoerlade. 2. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten. 3. Open de printerkap. 4. Duw de vergrendeling van de inktpatroon in de positie open. 5. Schuif de inktpatroon uit de houder. 6. Haal de vervangende inktpatroon uit de verpakking en verwijder voorzichtig de kunststof tape. Let op! Raak de inktsproeiers of de koperen contactpunten van de inktpatroon niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen. Verwijder de koperen strips niet. Dit zijn vereiste elektrische contactpunten. 1. Verwijder het beschermende plakband 7. Houd de inktpatroon zo dat de koperen strip aan de onderzijde richting de printer wijst en schuif de inktpatroon in de houder zoals is weergegeven. 8. Duw de vergrendeling van de inktpatroon omlaag totdat deze vastklikt. 9. Sluit de bovenkap. De printer drukt automatisch een kalibratiepagina af. Klik hier voor informatie over het bewaren van inktpatronen. Klik hier voor informatie over het recyclen van lege inktpatronen. Waarschuwing! Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten het bereik van kinderen. inktpatronen U kunt deze inktpatronen in de printer gebruiken. ● zwarte inktpatroon ● driekleurenpatroon ● foto-inktpatroon 1. zwarte inktpatroon 2. driekleurenpatroon 3. foto-inktpatroon Mogelijk worden niet al deze inktpatronen bij uw printer geleverd. Niet alle inktpatronen zijn in alle landen/regio's verkrijgbaar. inktpatroon selecteren printermodel hp deskjet 5100 series inktpatroon selectienummer productnummer zwart 56 c6656 drie kleuren 57 c6657 foto 58 c6658 Klik hier voor installatie-instructies. Klik hier voor opslaginstructies. Klik hier voor recyclinginstructies. Raadpleeg de informatie op de verpakking van de inktpatroon als u wilt weten wat de inktcapaciteit van de inktpatroon is. Voor optimale prestaties gebruikt u uitsluitend originele, in de fabriek gevulde inktpatronen van HP. Let op! Schade die rechtstreeks voortkomt uit het wijzigen of navullen van HP inktpatronen valt uitdrukkelijk buiten de garantie van de HP printer. inktpatronen onderhouden De volgende tips helpen u bij het onderhoud van de HP inktpatronen en bieden u een consistente afdrukkwaliteit: ● ● Bewaar alle inktpatronen in de verzegelde verpakking totdat u deze nodig hebt. Inktpatronen moeten op kamertemperatuur worden bewaard (15-35 °C). Verwijder de kunststof tape op de inktsproeiers pas als u gereed bent om de inktpatroon te installeren in de printer. Als de beschermende tape van de inktpatroon is verwijderd, moet u deze niet meer terugplaatsen. Wanneer u de tape opnieuw bevestigt, beschadigt u de inktpatroon. inktpatronen opslaan Als u inktpatronen uit de printer verwijdert, moet u ze in een inktpatroonbeschermer of een luchtdichte plastic verpakking bewaren. Bij de foto-inktpatroon wordt een inktpatroonbeschermer geleverd. Als u de inktpatroon in een luchtdichte plastic verpakking bewaart, moeten de inktsproeiers met de koppen naar beneden toe worden bewaard zonder dat ze met de verpakking in contact komen. de inktpatroon in de inktpatroonbeschermer plaatsen Schuif de inktpatroon onder een lichte hoek in de beschermer en klik deze stevig vast. de inktpatroon uit de inktpatroonbeschermer verwijderen Druk de beschermer omlaag en naar achteren om de inktpatroon los te maken. Schuif de inktpatroon uit de beschermer. Let op! Laat de inktpatroon niet vallen. Hierdoor kan de inktpatroon beschadigd raken. inktpatronen recyclen Klanten die hun HP inktpatronen willen recyclen, kunnen deelnemen aan het recyclingprogramma voor lege inktpatronen van HP. HP biedt dit programma in meer landen/regio's aan dan enig andere producent van printerpatronen in de wereld. Dit programma wordt aangeboden als een gratis service voor HP klanten en is een milieuvriendelijke oplossing voor deze producten aan het einde van de levenscyclus. Dit programma is niet beschikbaar in alle landen/regio's. Als u hieraan wilt deelnemen, vraagt u eenvoudig via het web een portvrije envelop of bulkverpakking aan op www.hp.com/recycle. Omdat de unieke recyclingprocessen van HP zeer gevoelig zijn voor onjuiste materialen, kunnen wij geen inktpatronen van andere fabrikanten inzamelen en recyclen. De eindproducten van het recyclingproces worden gebruikt bij de fabricage van nieuwe producten en HP moet garanderen dat het materiaal een constante samenstelling heeft. Daarom recyclen wij alleen originele HP inktpatronen. Dit programma geldt niet voor opnieuw gevulde patronen. Teruggezonden inktpatronen worden gescheiden in ruwe materialen zodat deze kunnen worden gezuiverd en worden gebruikt in andere bedrijfstakken voor de fabricage van nieuwe producten. Voorbeelden van producten die zijn gemaakt van gerecyclede materialen van HP inktpatronen, zijn auto-onderdelen, platen die worden gebruikt in de fabricage van microchips, koperdraad, stalen platen en edele materialen die in elektronische producten worden gebruikt. Afhankelijk van het model kan HP maximaal 65% van het gewicht van een inktpatroon recyclen. De resterende delen die niet kunnen worden hergebruikt (inkt, schuim en samengestelde materialen), worden op milieuvriendelijke wijze verwijderd. afdrukinstellingen De printer wordt aangestuurd door op de computer geïnstalleerde software. Gebruik de printersoftware (dat wil zeggen het printerstuurprogramma) om de afdrukinstellingen voor een document te wijzigen. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer om de printerinstellingen te wijzigen. het dialoogvenster Eigenschappen voor printer openen Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster Eigenschappen voor printer te openen: 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer verschijnt. Het is mogelijk dat de wijze waarop u het dialoogvenster Eigenschappen voor printer opent van programma tot programma verschilt. het dialoogvenster Eigenschappen voor printer gebruiken Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer bevat verschillende hulpmiddelen waardoor het eenvoudig te gebruiken is. knoppen en menu's Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer bevat de volgende functies: 1. Tabbladen: klik op een tabblad om de inhoud ervan weer te geven. 2. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 3. Afdrukvoorbeeld: geeft aan wat voor gevolgen wijzigingen in de printerinstellingen op de afdruk hebben. 4. Knoppen: ❍ ❍ ❍ OK: als u hierop klikt, worden wijzigingen opgeslagen en toegepast. Annuleren: als u hierop klikt, wordt het dialoogvenster gesloten zonder dat de nieuwe instellingen worden opgeslagen. Help: als u hierop klikt, verschijnen instructies voor het gebruik van de Help-functie Wat is dit?. Het is mogelijk dat ook de knop Toepassen verschijnt. Als u op de knop Toepassen klikt, worden de instellingen opgeslagen zonder dat het dialoogvenster wordt gesloten. Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven. tabbladen ● tabblad Papier/Kwaliteit ● tabblad Afwerking ● tabblad Effecten ● tabblad Basis ● tabblad Kleur De printerfuncties en instructies voor het gebruik ervan kunnen worden gewijzigd. Dit document werd gepubliceerd voordat alle printerfuncties waren vastgesteld. snelinstellingen afdruktaak Gebruik snelinstellingen voor afdruktaken als u wilt afdrukken met instellingen die u regelmatig gebruikt of als u deze wilt opslaan. Als u bijvoorbeeld vaak enveloppen afdrukt, kunt u een afdruktaak maken met de instellingen voor het papierformaat, de afdrukkwaliteit en de afdrukstand die u normaal gezien gebruikt voor enveloppen. Nadat u de afdruktaak eenmaal hebt gemaakt, kunt u deze gewoon selecteren wanneer u enveloppen afdrukt. U hoeft de afdrukinstellingen dan niet meer allemaal op te geven. Maak uw eigen afdruktaak of gebruik de speciaal ontworpen afdruktaken die u in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak vindt. snelinstellingen voor afdruktaken gebruiken Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor een afdruktaak te gebruiken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer de afdruktaak die u wilt gebruiken in de vervolgkeuzelijst. 3. Klik op OK. Als u de standaardprinterinstellingen wilt herstellen, selecteert u Standaard afdrukinstellingen in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak en klikt u op OK. snelinstellingen voor een afdruktaak maken Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor afdruktaken te maken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer de opties die u in de nieuwe afdruktaak wilt opnemen. 3. Voer in de vervolgkeuzelijst Snelinstellingen afdruktaak een naam voor de nieuwe afdruktaak in en klik op Opslaan. De snelinstellingen voor de afdruktaak wordt aan de vervolgkeuzelijst toegevoegd. Als u meer opties aan de afdruktaak toevoegt, moet u de naam van de afdruktaak wijzigen en op OK klikken. snelinstellingen voor afdruktaken verwijderen Voer de volgende stappen uit om snelinstellingen voor een afdruktaak te verwijderen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer de afdruktaak die u uit de vervolgkeuzelijst wilt verwijderen en klik op Verwijderen. Een aantal snelinstellingen voor afdruktaken kunt u niet verwijderen. tabblad Papier/Kwaliteit Op het tabblad Papier/Kwaliteit kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Formaat is: formaat van het gebruikte papier. 3. Aangepast: zie een aangepast papierformaat instellen. 4. Bron is: Selecteer de lade waaruit u wilt afdrukken. Selecteer Bovenste lade om af te drukken vanuit de invoerlade van de printer. 5. Type is: de papiersoort die wordt gebruikt. 6. Minimale marges: selecteer deze optie om dichter langs de onderste rand van de pagina af te drukken. Deze functie kan op bepaalde papiersoorten inktvegen veroorzaken. 7. Zonder rand automatisch passend maken: selecteer deze optie wanneer u een randloos document op een bepaald papiertype afdrukt en u het beeld over de volledige pagina wilt afdrukken. 8. Afdrukkwaliteit: Er zijn vijf opties voor de afdrukkwaliteit: Snel concept, Snel normaal, Normaal, Best en Maximum dpi. Naarmate de afdrukkwaliteit toeneemt van Snel concept naar Maximum dpi wordt de kwaliteit van het gedrukte beeld beter en neemt de afdruksnelheid af. Voor Snel concept wordt de minste hoeveelheid inkt gebruikt. Voor Maximum dpi wordt de meeste inkt gebruikt en is veel schijfruimte vereist. 9. hp digitale fotografie: zie digitale foto's afdrukken. 10. Afdruktips: afdrukideeën. een aangepast papierformaat instellen Gebruik het dialoogvenster Aangepast papierformaat als u wilt afdrukken op een speciaal papierformaat. een aangepast papierformaat definiëren Voer de volgende stappen uit om een aangepast papierformaat te definiëren: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 3. Klik op de knop Aangepast. Het dialoogvenster Aangepast papierformaat wordt weergegeven. 4. Selecteer een aangepast papierformaat in de vervolgkeuzelijst Naam. 5. Voer de afmetingen van het papier in de vakken Breedte en Lengte in. Onder elk vak staan de minimale en maximale papierafmetingen. 6. Selecteer de maateenheid: Inch of Millimeters. 7. Klik op Opslaan om het aangepaste papierformaat op te slaan. U kunt maximaal vijf aangepaste papierformaten opslaan. 8. Klik op OK om het dialoogvenster Aangepast papierformaat af te sluiten. digitale foto's afdrukken De printer biedt een aantal functies waarmee u de kwaliteit van digitale foto's kunt verbeteren. het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie openen Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie te openen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en vervolgens op de knop HP opties voor digitale fotografie. het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie gebruiken Gebruik het dialoogvenster HP opties voor digitale fotografie om de volgende opties in te stellen: 1. Rode ogen verwijderen: Klik op Aan als u het rode-ogeneffect in de foto wilt verwijderen of verminderen. 2. Contrastverbetering: Stel het gewenste contrast in. Klik op Automatisch als u het contrast automatisch door het stuurprogramma van de printer wilt laten uitbalanceren. 3. Digitale flitser: Hiermee maakt u donkere beelden lichter. Klik op Automatisch als u licht en donker automatisch door het stuurprogramma van de printer wilt laten uitbalanceren. 4. SmartFocus: Als u op Aan klikt, worden beelden automatisch door het stuurprogramma van de printer scherpgesteld. 5. Scherpte: Hiermee stelt u de scherpte van beelden naar wens in. Klik op Automatisch als u de scherpte automatisch door het stuurprogramma wilt laten bepalen. 6. Vloeiend maken: Hiermee kunt u vervormingen naar wens aanpassen. Klik op Automatisch als u wilt dat het beeld automatisch door het stuurprogramma vloeiend wordt gemaakt. tabblad Afwerking Op het tabblad Afwerking kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Dubbelzijdig afdrukken. zie dubbelzijdig afdrukken. 3. Brochure-indeling is: zie een brochure afdrukken. 4. Pagina's per vel: zie meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. 5. Poster afdrukken: selecteer het aantal pagina's dat u als poster naast elkaar wilt laten afdrukken om het formaat van uw poster te bepalen. 6. draaien met 180 graden: hiermee draait u het afgedrukte beeld 180 graden. dubbelzijdig afdrukken Gebruik een van de volgende methoden om documenten dubbelzijdig af te drukken: ● handmatig dubbelzijdig afdrukken ● automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex-afdrukken) handmatig dubbelzijdig afdrukken Gebruik handmatig dubbelzijdig afdrukken als: ● ● de module voor dubbelzijdig afdrukken niet op de printer is bevestigd. u op een soort afdrukmateriaal wilt afdrukken dat niet door de module voor dubbelzijdig afdrukken wordt ondersteund. afdrukinstructies Voer de volgende stappen uit om een dubbelzijdig document handmatig af te drukken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Afwerking. 3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken. 4. Schakel het vakje Automatisch uit en voer een van de volgende handelingen uit: ❍ Voor binden als een boek: zorg dat Pagina's naar boven omslaan niet is geselecteerd. 1. liggend 2. staand ❍ Voor binden als een schrijfblok: selecteer Pagina's naar boven omslaan. 1. liggend 2. staand 5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. De oneven genummerde pagina's worden het eerst afgedrukt. 6. Nadat de oneven genummerde pagina's zijn afgedrukt, laadt u het papier opnieuw, nu met de afdrukzijde omhoog, op basis van de geselecteerde bindsoort en afdrukstand. ❍ Binden als boek met afdrukstand staand: laad het papier als volgt: ❍ Binden als boek met afdrukstand liggend: laad het papier als volgt: ❍ Binden als schrijfblok met afdrukstand staand: laad het papier als volgt: ❍ Binden als schrijfblok met afdrukstand liggend: laad het papier als volgt: 7. Klik op Doorgaan om de even genummerde pagina's af te drukken. automatisch dubbelzijdig afdrukken (module vereist) Om documenten automatisch dubbelzijdig af te drukken, moet de module voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) op de printer zijn bevestigd. De module voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) ondersteunt slechts bepaalde soorten afdrukmateriaal. Zie de documentatie die bij de module is geleverd voor een lijst met ondersteunde soorten afdrukmaterialen. Gebruik handmatig dubbelzijdig afdrukken om op niet-ondersteund afdrukmateriaal af te drukken. afdrukinstructies Voer de volgende stappen uit om een dubbelzijdig document automatisch af te drukken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. Selecteer het tabblad Afwerking. 2. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken. 3. Zorg dat Automatisch is geselecteerd. 4. Voer een van de volgende handelingen uit: ❍ Automatisch het formaat van elke pagina aanpassen aan de documentlay-out op het scherm: Selecteer Lay-out bewaren. Wanneer deze optie is uitgeschakeld, kan dit resulteren in ongewenste pagina-einden. ❍ U gaat als volgt te werk om het formaat van elke pagina niet aan te passen aan de marges aan beide zijden: Zorg dat Lay-out bewaren niet is geselecteerd. 5. Selecteer een bindoptie: ❍ Voor binden als een boek: zorg dat Pagina's naar boven omslaan niet is geselecteerd. 1. liggend 2. staand ❍ Voor binden als een schrijfblok: selecteer Pagina's naar boven omslaan. 1. liggend 2. staand 6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. Nadat de eerste zijde van de pagina is afgedrukt, pauzeert de printer terwijl de inkt opdroogt. Zodra de inkt droog is, wordt het papier terug in de duplexeenheid gevoerd en wordt de andere zijde van de pagina afgedrukt. Verwijder het papier niet eerder uit de duplexeenheid voordat beide zijden van de pagina zijn afgedrukt. accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) De duplexeenheid is speciale hardware waarmee de printer automatisch beide zijden van een pagina kan bedrukken. Het heeft meerdere voordelen om een duplexeenheid met uw printer te gebruiken. U kunt dan: ● Dubbelzijdig afdrukken zonder de pagina handmatig opnieuw te laden. ● Lange documenten snel en efficiënt afdrukken. ● Minder papier gebruiken door dubbelzijdig af te drukken. ● Professioneel-uitziende brochures, rapporten, nieuwsbrieven en overige speciale items maken. Als de duplexeenheid niet bij uw printer is geleverd, kan deze afzonderlijk via een geautoriseerde HP-dealer worden aangeschaft. De duplexeenheid is niet beschikbaar in alle landen/regio's. de duplexeenheid installeren Volg deze stappen om de duplexeenheid op uw printer aan te sluiten: 1. Druk de twee klemgrepen op de achterklep van de printer naar elkaar toe en verwijder de klep. Doe de achterklep niet weg. Om te kunnen afdrukken, moet de duplexeenheid of de achterklep op de printer bevestigd zijn. 2. Schuif de duplexeenheid achter in de printer tot beide zijden op hun plaats vastklikken. Druk niet op de knoppen aan de zijkanten van de duplexeenheid terwijl u deze op de printer bevestigt. Gebruik de knoppen alleen wanneer u de duplexeenheid uit de printer haalt. afdrukken met de duplexeenheid Klik hier voor instructies over het dubbelzijdig afdrukken van een document met de duplexeenheid. Klik hier voor instructies om automatisch dubbelzijdig afdrukken de standaardinstelling van uw printer te maken. ondersteunde soorten afdrukmateriaal De duplexeenheid werkt alleen met bepaalde soorten afdrukmateriaal. Zie de specificaties in de documentatie die bij de duplexeenheid is geleverd voor een lijst met ondersteunde afdrukmaterialen. standaardinstellingen wijzigen Gebruik het pictogram op de taakbalk als u de standaardinstellingen van de printer wilt wijzigen. De standaardafdrukinstellingen zijn van toepassing op alle documenten die op de printer worden afgedrukt. 1. taakbalkpictogram het snelmenu van het taakbalkpictogram gebruiken Voer de volgende stappen uit om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen: 1. Klik op het taakbalkpictogram. Het dialoogvenster Eigenschappen voor printer verschijnt. 2. Selecteer de opties die u als standaardinstellingen wilt gebruiken. 3. Klik op OK. Er verschijnt een dialoogvenster met het bericht dat de nieuwe instellingen zullen worden gebruikt, telkens wanneer u afdrukt. Als u dit dialoogvenster niet meer wilt zien, selecteert u Dit bericht niet meer weergeven. 4. Klik op OK om de nieuwe afdrukinstellingen op te slaan. een brochure afdrukken Bij het afdrukken van brochures worden de pagina's van een document automatisch zo gerangschikt en vergroot of verkleind dat wanneer het document tot een brochure wordt gevouwen, de paginavolgorde correct is. Selecteer een van de volgende opties voor de gewenste instructies: ● ● een brochure afdrukken een brochure afdrukken met gebruik van de module voor dubbelzijdig afdrukken een brochure afdrukken Voer de volgende stappen uit om een brochure af te drukken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Afwerking. 3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken. 4. Zorg dat Automatisch niet is geselecteerd. 5. Selecteer een bindoptie in de vervolgkeuzelijst Brochure-indeling is: ❍ ❍ Rechts binden: zorgt ervoor dat het binden aan de rechterzijde van de brochure plaatsvindt. Links binden: zorgt ervoor dat het binden aan de linkerzijde van de brochure plaatsvindt. 6. Voer een van de volgende handelingen uit: ❍ ❍ Als u elke tweede pagina van de brochure leeg wilt laten, selecteert u Afdrukken op een zijde. Als u op alle pagina's van de brochure wilt afdrukken, zorgt u dat Afdrukken op een zijde niet is geselecteerd. 7. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. 8. Laad op de hieronder getoonde wijze papier in de invoerlade wanneer u daarom wordt gevraagd. 9. Klik op Doorgaan om het afdrukken van de brochure te voltooien. een brochure afdrukken met gebruik van de module voor dubbelzijdig afdrukken Voer de volgende stappen uit om een brochure af te drukken met de module voor dubbelzijdig afdrukken: De module voor dubbelzijdig afdrukken is optioneel. Klik hier voor meer informatie. 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Afwerking. 3. Selecteer Dubbelzijdig afdrukken. 4. Selecteer Automatisch. 5. Selecteer lay-out bewaren. 6. Selecteer een bindoptie in de vervolgkeuzelijst Brochure-indeling is: ❍ ❍ Rechts binden: zorgt ervoor dat het binden aan de rechterzijde van de brochure plaatsvindt. Links binden: zorgt ervoor dat het binden aan de linkerzijde van de brochure plaatsvindt. 7. Voer een van de volgende handelingen uit: ❍ ❍ Als u elke tweede pagina van de brochure leeg wilt laten, selecteert u Afdrukken op een zijde. Als u op alle pagina's van de brochure wilt afdrukken, zorgt u dat Afdrukken op een zijde niet is geselecteerd. 8. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. De printersoftware biedt u de mogelijkheid verschillende pagina's van een document op één vel papier af te drukken. De printersoftware vergroot/verkleint de documenttekst en -afbeeldingen automatisch zodat deze op de afgedrukte pagina passen. Voer de volgende stappen uit om verschillende pagina's van een document op één vel papier af te drukken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Afwerking. 3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina's dat u op elk vel papier wilt laten verschijnen. 4. Als u wilt dat rond elk paginabeeld dat op het vel papier wordt afgedrukt een rand wordt weergegeven, klikt u op het selectievakje Paginaranden afdrukken. 5. Selecteer een lay-out voor elk vel papier in de vervolgkeuzelijst Paginavolgorde is. 6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. tabblad Effecten Op het tabblad Effecten kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Document afdrukken op: als u deze optie selecteert, kunt u het document op een ander papierformaat afdrukken dan het papierformaat waarvoor het document is opgemaakt. Selecteer het doelpapierformaat in de vervolgkeuzelijst. 3. Passend maken: als u deze optie selecteert, wordt het formaat van het afgedrukte beeld automatisch aangepast aan het papierformaat dat u hebt geselecteerd in de vervolgkeuzelijst Document afdrukken op. 4. % van normaal formaat: geef het vergrotings- of verkleiningspercentage voor het afgedrukte beeld op. Geef bijvoorbeeld 70 op als u het afgedrukte beeld tot 70 procent van de normale grootte wilt verkleinen. 5. Watermerken: zie watermerken. watermerken Watermerken worden als achtergrond op documenten afgedrukt. een bestaand watermerk op een document toepassen Voer de volgende stappen uit om een bestaand watermerk op een document toe te passen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Effecten. 3. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerken. Als u niet een van de weergegeven watermerken wilt gebruiken, maakt u een nieuw watermerk. 4. Voer een van de volgende handelingen uit: ❍ Als u wilt dat het watermerk alleen op de eerste pagina wordt weergegeven, selecteert u Alleen eerste pagina. ❍ Als u wilt dat het watermerk alleen op alle afgedrukte pagina's wordt weergegeven, zorgt u dat Alleen eerste pagina niet is geselecteerd. 5. Druk het document af op basis van de instructies voor de papiersoort. een watermerk maken of wijzigen Voer de volgende stappen uit om een watermerk te maken of wijzigen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Effecten. 3. Klik op de knop Bewerken. Het dialoogvenster Watermerkgegevens verschijnt. 4. Voer een van de volgende handelingen uit: ❍ Klik op de knop Nieuw of ❍ selecteer het watermerk dat u wilt wijzigen. 5. Voer het watermerkbericht, de berichthoek en de lettertypekenmerken in. 6. Nadat u de watermerkgegevens hebt ingesteld, klikt u op OK. Klik hier voor instructies over het toepassen van watermerken. Meer informatie over de opties op elk tabblad vindt u door een optie aan te wijzen en met de rechtermuisknop te klikken. Hierna verschijnt het dialoogvenster Wat is dit? Klik op Wat is dit? om meer informatie over de geselecteerde optie weer te geven. tabblad Basis Op het tabblad Basis kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Afdrukstand: geef de pagina-indeling op: ❍ ❍ ❍ Staande afdrukrichting: de lengte van de afgedrukte pagina is groter dan de breedte. Liggende afdrukrichting: de breedte van de afgedrukte pagina is groter dan de lengte. Spiegelbeeld: hiermee draait u het afgedrukte beeld van links naar rechts om. 3. Paginavolgorde: Selecteer een van de volgende opties: ❍ ❍ Van voren naar achteren: na het afdrukken van het volledige document ligt de eerste pagina bovenop. Van achteren naar voren: na het afdrukken van het volledige document ligt de laatste pagina bovenop. 4. Exemplaren: gebruik deze optie als u meerdere exemplaren van een document wilt afdrukken. ❍ ❍ Aantal exemplaren: aantal af te drukken exemplaren. Sorteren: bij het afdrukken van meerdere exemplaren van een document wordt elk exemplaar in zijn geheel afgedrukt voordat een nieuw exemplaar wordt afgedrukt. 5. Afdrukvoorbeeld: selecteer deze optie als u de lay-out van een document wilt weergeven voordat het wordt afgedrukt. 6. Geavanceerde functies: zie geavanceerde functies. geavanceerde functies Voor het afdrukken van foto's, transparanten of documenten met illustraties moet u mogelijk in het dialoogvenster Geavanceerde functies opties instellen. het dialoogvenster Geavanceerde functies openen Voer de volgende stappen uit om het dialoogvenster Geavanceerde functies te openen: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Basis en vervolgens op de knop Geavanceerde functies. het dialoogvenster Geavanceerde functies gebruiken Gebruik het dialoogvenster Geavanceerde functies om deze opties in te stellen: 1. Inktvolume: hiermee past u de hoeveelheid inkt aan die op een pagina wordt gedrukt. Wanneer u de hoeveelheid inkt reduceert, heeft dit een nadelige invloed op de kleurkwaliteit. 2. Droogtijd: hiermee stelt u extra droogtijd voor langzaam drogende afdrukken in. 3. Modus weinig geheugen: deze optie stelt u in staat een document af te drukken vanaf een computer die over onvoldoende geheugen of schijfruimte beschikt om het document onder normale omstandigheden af te drukken. De kwaliteit van de afdruk kan wel achteruitgaan als u deze optie inschakelt. De kwaliteitsmodus Maximum dpi is niet beschikbaar wanneer de printer in de Modus weinig geheugen staat. tabblad Kleur Op het tabblad Kleur kunt u de volgende opties instellen: 1. Snelinstellingen afdruktaak: zie snelinstellingen afdruktaak. 2. Afdrukken in Grijsschaal: als u deze optie selecteert, wordt met grijstinten afgedrukt. ❍ ❍ ❍ Hoge kwaliteit: als u deze optie selecteert, wordt de driekleureninktpatroon en/of de foto-inktpatroon gebruikt voor het afdrukken van hoogwaardige grijswaarden. Alleen zwarte inktpatroon: als u deze optie selecteert, wordt de zwarte inktpatroon gebruikt voor het afdrukken van grijswaarden. Optimaliseren voor fotokopie of fax: als u deze optie selecteert, wordt de zwarte inktpatroon gebruikt om grijswaarden af te drukken die geschikt zijn voor fotokopiëren en faxen. 3. Verzadiging: hiermee past u de intensiteit van afgedrukte kleuren aan. 4. Helderheid: hiermee past u de licht- of donkerheid van afgedrukte kleuren aan. 5. Kleurschakering: hiermee geeft u aan of afgedrukte kleuren warm of koel zijn. 6. Kleurruimte: Zie digitale fotografie-technologie. Digitale fotografie-technologie De printersoftware biedt meerdere technische functies voor het afdrukken van digitale foto's. ● PhotoREt ● 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd ● Exif Print ● Afdrukken met zes-inkten ● Kleurruimten Afdrukken met PhotoREt PhotoREt biedt de optimale combinatie van afdruksnelheid en afdrukkwaliteit voor uw beeld. Voer de volgende stappen uit om af te drukken met PhotoREt-technologie: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit. 3. Selecteer Best uit de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit. 4. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi is de hoogste resolutiekwaliteit die voor deze printer beschikbaar is. Als u 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi hebt geselecteerd in de printerdriver, dan zal de driekleurenpatroon afdrukken in modus 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi. Als er ook een fotopatroon is geïnstalleerd, wordt de afdrukkwaliteit nog verder verbeterd. U kunt fotopatronen apart kopen als deze niet bij de printer zijn geleverd. Voer de volgende stappen uit om in de modus 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd af te drukken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit. 3. Selecteer de juiste papiersoort in de vervolgkeuzelijst Papiersoort. 4. Selecteer Maximale dpi uit de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit. 5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. Exif Print-enhanced foto's afdrukken Exif Print (Exchangeable Image File Format 2.2) is een internationale standaard voor digitale beelden met als doel het vereenvoudigen van digitale fotografie en het verbeteren van afgedrukte foto's. Wanneer een foto wordt gemaakt met een digitale camera die compatibel is met Exif Print, worden gegevens als de belichtingstijd, type flits en kleurverzadiging met de foto opgeslagen. Met behulp van deze informatie kan de software van de HP Deskjet printer automatisch beeldspecifieke verbeteringen uitvoeren, wat resulteert in foto's van uitmuntende kwaliteit. Voor het afdrukken van Exif Print-enhanced foto's is het volgende vereist: ● Een digitale camera die Exif Print ondersteunt ● Exif Print-compatibele fotosoftware ● HP Deskjet printersoftware die Exif Print ondersteunt ● Windows 98, 2000, Me of XP Voer de volgende stappen uit om Exif Print-enhanced foto's af te drukken: 1. Open het bestand dat u met Exif Print-compatibele fotosoftware wilt afdrukken. 2. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 3. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit. 4. Selecteer de juiste fotopapiersoort in de vervolgkeuzelijst Soort is. 5. Selecteer Normaal of Best uit de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit. 6. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. Het afgedrukte beeld wordt automatisch door de printersoftware geoptimaliseerd. afdrukken in kleur met zes inkten U kunt de kwaliteit van foto's verbeteren met de optie voor het afdrukken in kleur met zes inkten. Als u met zes inkten in kleur wilt afdrukken, moet zowel een foto- als een driekleureninktpatroon zijn geïnstalleerd. U kunt foto-inktpatronen apart kopen als deze niet bij de printer zijn geleverd. Voer de volgende stappen uit om met zes inkten in kleur af te drukken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit. 3. Selecteer de juiste fotopapiersoort in de vervolgkeuzelijst Soort is. 4. Selecteer Normaal of Best of Maximale dpi uit de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit. 5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. kleurruimte Kleurruimte definieert het kleurenbereik waarin kan worden afgedrukt. De printersoftware vertaalt de kleuren van uw document vanuit de huidige kleurruimte naar de geselecteerde kleurruimte. De volgende kleurruimten zijn beschikbaar: ● sRGB/sYCC ● Adobe RGB sRGB/sYCC sRGB/sYCC is een geschikte kleurruimte voor de meeste afdruktaken. Het wordt gebruikt voor de meest web-gebaseerde documenten en de huidige beeldapparatuur. Volg deze stappen om de sRGB/sYCC-kleurruimte te gebruiken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Kleur. 3. Selecteer sRGB/sYCC uit de vervolgkeuzelijst Kleurruimte. 4. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. Adobe RGB Adobe RGB is een nieuwe kleurruimte die meer kleuren biedt dan sRGB/sYCC maar alleen geschikt is voor afbeeldingen. Als u vanuit een professionele softwaretoepassing Adobe RGB gebruikt, moet u het kleurbeheer in de toepassing uitschakelen en de printersoftware de kleurruimte laten beheren. Volg deze stappen om de Adobe RGB-kleurruimte te gebruiken: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Papier/kwaliteit, en selecteer het volgende: ❍ Selecteer HP-fotopapier in de vervolgkeuzelijst Soort is. ❍ Best of Maximale dpi in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit. 3. Selecteer het tabblad Kleur. 4. Selecteer Adobe RGB uit de vervolgkeuzelijst Kleurruimte. 5. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. Als de Adobe RGB-kleurruimte wordt gebruikt voor een afbeelding die in een andere kleurruimte is gemaakt, dan worden de afgedrukte kleuren levendiger. een schermafdruk afdrukken Gebruik het hulpprogramma HP Schermafdrukken om de afbeelding op het beeldscherm van uw computer af te drukken. het hulpprogramma hp schermafdrukken configureren Volg deze stappen voor het configureren van het hulpprogramma HP Schermafdrukken: 1. Ga naar printer hulpprogramma's en klik vervolgens op scherm afdrukken. 2. Selecteer de volgende gewenste configuratie-opties: ❍ ❍ Open/Sluit HP Scherm afdrukken: activeert of deactiveert het hulpprogramma. Start met Windows: het hulpprogramma wordt zodanig ingesteld dat dit start zodra Windows wordt gestart. ❍ Scherm afdrukken: drukt de afbeelding op het scherm af. ❍ Afdrukrichting: modus schakelt tussen liggend en staand. 3. Klik op OK. afdrukinstructies Voer de volgende stappen uit om een schermafbeelding af te drukken: 1. Controleer of de HP printer op uw computer de standaard printer is. 2. Laad of Letter- of A4-papier in de invoerlade. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: ❍ ❍ Het hele bureaublad afdrukken: Druk op de knop Print screen (Scherm afdrukken) op het toetsenbord. Alleen het actieve venster afdrukken: Druk gelijktijdig op de Alt-toets en de knop Print screen. functie voor automatisch in- en uitschakelen autom. inschakelen Autom. inschakelen is een standaardfunctie van de printer. De printer wordt automatisch ingeschakeld zodra u een bestand afdrukt. automatisch inschakelen Schakel de functie automatisch inschakelen in om de printer in een modus te schakelen met een laag stroomverbruik en energiebesparend nadat deze niet-actief is geweest gedurende 30 minuten. Volg deze stappen om de functie automatisch inschakelen te activeren: 1. Ga naar printeronderhoud. 2. Klik op De printer configureren. 3. Klik op Configureren. 4. Selecteer Activeer de functie Hardware automatisch uitschakelen. 5. Klik op Toepassen, en klik vervolgens op OK. aan de slag (hp deskjet 5150) Klik hier voor een overzicht van de printerfuncties en de optionele module voor dubbelzijdig afdrukken. Klik op het gewenste onderdeel hieronder voor een beschrijving van een printerfunctie: ● knoppen en lampjes ● papierladen ● inktpatronen ● modus Inktreserve Klik hier voor een omschrijving van de optionele module voor dubbelzijdig afdrukken. printerfuncties De HP printer beschikt over verschillende functies die het afdrukken eenvoudiger en efficiënter maken. 1. knoppen en lampjes 2. papierladen 1. inktpatronen 2. modus Inktreserve 1. aansluitingen 2. module voor dubbelzijdig afdrukken (optioneel) knoppen en lampjes Gebruik de knoppen van de printer om de printer aan en uit te zetten, om afdruktaken te annuleren en een taak opnieuw te starten. De printerlampjes geven een indicatie over de status van de printer. 1. knop Afdrukken annuleren 2. inktpatroonstatus-lampje 3. knop Doorgaan 4. Aan/ uit-knop knop Afdrukken annuleren Als u op de knop Afdrukken annuleren drukt, wordt de huidige afdruktaak geannuleerd. symbool en lampje inktpatroonstatus Het inktpatroonstatus-lampje gaat branden of knipperen als een inktpatroon service nodig heeft. knop en lampje Doorgaan Het Doorgaan-lampje knippert als u iets moet doen, bijvoorbeeld papier plaatsen of een papierstoring verhelpen. Als het probleem is opgelost, drukt u op de knop Doorgaan om verder te gaan met afdrukken. Aan/uit-knop en -lichtje Druk op de Aan/uit-knop om de printer in en uit te schakelen. Het kan ongeveer vijf seconden duren voordat de printer aan staat nadat u op de Aan/uit-knop hebt gedrukt. Het aan/uit-lampje knippert als de printer bezig is. Let op! Gebruik altijd de Aan/uit-knop om de printer in en uit te schakelen. Het gebruik van een stekkerdoos, stroomstootbeveiliging of muurschakelaar om de printer aan en uit te zetten kan storingen veroorzaken. printerlampjes branden of knipperen betekenis van de lampjes De printerlampjes geven de printerstatus weer. 1. aan/uit-lampje 2. doorgaan-lampje 3. inktpatroonstatus-lampje het aan/uit-lichtje knippert de printer maakt zich klaar om af te drukken Het lampje stopt met knipperen als de printer alle gegevens heeft ontvangen. doorgaan-lampje knippert het papier in de printer is wellicht op 1. Plaats papier in de invoerlade. 2. Druk op de knop Doorgaan aan de voorzijde van de printer. er kan een papierstoring zijn Volg deze instructies voor het oplossen van de papierstoring. inktpatroonstatus-lampje brandt of knippert als het lampje brandt en niet knippert Controleer of de inktpatroon bijna leeg is. Als een inktpatroon bijna leeg is, overweeg dan de inktpatroon te vervangen. Als geen van beide inktpatronen bijna leeg is, druk dan op de knop Doorgaan. Als het inktpatroonstatus-lampje blijft branden, schakelt u de printer uit en weer aan. als het lampje brandt en knippert Controleer of de juiste inktpatronen zijn geïnstalleerd. Volg deze richtlijnen als het lampje gaat knipperen terwijl u een document zonder randen aan het afdrukken bent. Volg anders de deze stappen: 1. Open de bovenklep van de printer, verwijder de zwarte inktpatroon of de fotopatroon en sluit de klep weer. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: ❍ ❍ als het lampje knippert: Open de bovenklep, vervang de inktpatroon die u hebt verwijderd en verwijder de driekleurenpatroon. Ga naar stap 3. als het lampje uit is: Er is een probleem met de inktpatroon die u hebt verwijderd. Ga naar stap 3. 3. De inktpatronen handmatig reinigen. Na het reinigen van de inktpatroon plaatst u deze terug in de printer. Als het inktpatroonstatus-lampje blijft knipperen, moet u de inktpatroon vervangen. alle lampjes knipperen de printer moet wellicht opnieuw worden opgestart 1. Druk op de Aan/uit-knop om de printer uit te schakelen en druk nogmaals op de Aan/uit-knop om de printer opnieuw te starten. Ga naar stap 2 als de lampjes blijven knipperen. 2. Druk op de Aan/uit-knop om de printer uit te zetten. 3. Verwijder het netsnoer van de printer uit het stopcontact. 4. Steek het netsnoer van de printer opnieuw in het stopcontact. 5. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten. papierstoring volg deze stappen 1. Druk op de knop Doorgaan. 2. Als u etiketten afdrukt, controleert u of er geen etiket is losgeraakt van het etikettenvel terwijl het vel door de printer werd gevoerd. als de papierstoring niet verholpen is printer heeft geen module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten printer heeft een module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten printer heeft geen module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten 1. Druk de twee klemgrepen op de achterklep van de printer naar elkaar toe en verwijder de klep. 2. Verwijder de papierstoring via de achterzijde van de printer en plaats de achterklep terug. 3. Druk op de knop Doorgaan. 4. Druk het document af. printer heeft een module voor dubbelzijdig afdrukken aangesloten 1. Druk de knoppen aan de linker- en rechterkant van de module voor dubbelzijdig afdrukken in en haal deze van de printer. 2. Haal eventueel aanwezig papier uit de achterzijde van de printer. Als de papierstoring is verholpen, gaat u verder met stap 3 hieronder. Als de papierstoring niet is verholpen, gaat u verder met stap 1 hieronder. 1. Druk op de knop boven op de module voor dubbelzijdig afdrukken en duw de toegangsklep omlaag. 2. Verwijder het papier uit de module voor dubbelzijdig afdrukken en sluit de toegangsklep. 3. Plaats de module voor dubbelzijdig afdrukken in de printer totdat beide zijden vastklikken. Druk niet op de knoppen aan de zijkanten van de duplexeenheid terwijl u deze op de printer bevestigt. Gebruik de knoppen alleen wanneer u de duplexeenheid uit de printer haalt. 4. Druk op de knop Doorgaan. problemen met afdrukken zonder rand Volg de volgende richtlijnen voor het afdrukken zonder randen: ● ● ● ● Controleer of het gespecificeerde papierformaat in de vervolgkeuzelijst Formaat is op het tabblad Papier/Kwaliteit overeenkomt met het papierformaat dat in de invoerlade is geladen. Selecteer de juiste papiersoort in de vervolgkeuzelijst Soort is op het tabblad Papier/Kwaliteit. Als u afdrukt in grijstinten, selecteert u Hoge kwaliteit onder Afdrukken in grijstinten op het tabblad Kleur. Druk geen documenten zonder rand af in de modus inktreserve. Er moeten altijd twee inktpatronen in de printer zijn geïnstalleerd. deel van de foto is vaag vervaging treedt op aan de randen van een afdruk Controleer of het fotopapier is gekruld. Als het fotopapier is gekruld, plaatst u het papier in een plastic tas en buigt u het papier voorzichtig in de tegengestelde richting van de krul totdat het papier weer vlak ligt. Als het probleem blijft, moet u fotopapier gebruiken dat niet gekruld is. Klik hier voor instructies over het voorkomen van fotopapier dat gaat krullen. vervaging treedt op bij de randen van een afdruk Als op ongeveer 2,5 tot 6,5 cm vanaf de rand van een foto vervaging optreedt, kunt u het volgende proberen: ● ● ● Installeer een fotopatroon in de printer. Open het dialoogvenster Printereigenschappen, selecteer de tab Papier/ Kwaliteit en stel vervolgens de Afdrukkwaliteit in op Maximale dpi. Draai de afbeelding 180 graden. er verschijnen strepen in een lichter gedeelte van de afdruk Als in een licht gedeelte op ongeveer 6,5 cm vanaf de lange zijde van een foto strepen voorkomen, kunt u het volgende proberen: ● Installeer een fotopatroon in de printer. ● Draai de afbeelding 180 graden. het beeld wordt onder een hoek afgedrukt Volg deze stappen als de afbeelding onder een hoek wordt afgedrukt : 1. Verwijder het papier uit de invoerlade. 2. Laad het fotopapier correct in de invoerlade. 3. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen het afdrukmateriaal geschoven zijn. 4. Volg de laadinstructies voor het soort afdrukmateriaal. afdruk heeft een ongewenste rand voor de meeste fotopapiersoorten Als de afdruk een ongewenste rand heeft, moet u de printer kalibreren. Als u een dubbelzijdig document afdrukt, kunt u beter het document handmatig in plaats van automatisch afdrukken. voor fotopapier met een afscheurrand Als de rand onder de afscheurrand verschijnt, moet u de afscheurrand verwijderen. Als de rand boven de afscheurrand verschijnt, moet u de printer kalibreren. inktvegen Volg deze stappen als de achterkant van een afdruk inktvegen bevat of het papier aan elkaar vastplakt. 1. Open het dialoogvenster Geavanceerde functies. 2. Sleep de schuifknop Droogtijd in de richting van Meer. 3. Sleep de schuifknop Inktvolume in de richting van Licht. De kleuren in het beeld kunnen lichter worden. 4. Klik op OK. Als het probleem blijft bestaan: 1. Verwijder het afdrukmateriaal voor het afdrukken zonder rand en laad gewoon papier in de invoerlade. 2. Druk op de knop Doorgaan en houd deze ingedrukt tot de printer een zelftestpagina afdrukt. Laat vervolgens de knop los. 3. Herhaal stap 2 tot de achterkant van het papier geen inktvegen meer heeft. opslag en verwerking van fotopapier Volg deze instructies om de kwaliteit van uw HP-fotopapier te behouden. opslag ● ● ● Houd ongebruikt fotopapier in een hersluitbare plastic tas in de doos waarin het papier oorspronkelijk is geleverd. Bewaar het verpakte fotopapier op een vlak oppervlak in een koele ruimte. Als u wilt gaan afdrukken, moet u alleen het papier pakken dat u direct van plan bent te gebruiken. Als u klaar bent afdrukken, moet u het ongebruikte fotopapier terug in de plastic tas doen. Laat geen ongebruikt fotopapier in de papierlade van de printer liggen. Het papier kan gaan krullen waardoor de kwaliteit van uw foto's slechter kan worden. verwerking ● ● Houd het fotopapier altijd vast bij de randen. Vingerafdrukken op fotopapier kunnen de afdrukkwaliteit verslechteren. Als de hoeken van het fotopapier meer dan 10 mm omkrullen, moet u het papier plat maken door het in de hersluitbare plastic tas te plaatsen en de tas tegen de punt van een tafel rollen om het papier weer vlak te maken. Fotopapier moet vlak zijn voordat u gaat afdrukken. inktpatronen kalibreren De printer kalibreert automatisch de inktpatronen zodra een nieuwe inktpatroon wordt geïnstalleerd. U kunt de inktpatronen ook kalibreren op andere momenten om zo een optimale afdrukkwaliteit te garanderen. Ga als volgt te werk om inktpatronen te kalibreren: 1. laad een stapel gewoon wit papier in de invoerlade. 2. Ga naar printeronderhoud. 3. Klik op Printer kalibreren. 4. Klik op Kalibreren en volg de instructies op het scherm op. de inktpatronen handmatig reinigen Als de printer in een stoffige omgeving wordt gebruikt, kan er zich enig vuil ophopen op de contactpunten van de inktpatronen. reinigingsmiddelen verkrijgen U hebt het volgende nodig als u de inktpatronen wilt reinigen. ● ● Gedistilleerd water (leidingwater kan verontreinigende stoffen bevatten die de inktpatroon kan beschadigen) Wattenstaafjes of ander zacht, pluisvrij materiaal dat niet aan de inktpatronen blijft kleven Let op dat u geen inkt op uw handen of kleding krijgt tijdens het reinigen. reiniging voorbereiden 1. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten en open de kap. 2. Verwijder de inktpatronen en plaats deze op een vel papier met de sproeikop naar boven. Laat de inktpatronen niet langer dan een half uur buiten de printer liggen. reinigingsinstructies 1. Bevochtig een wattenstaafje met gedistilleerd water en knijp het overtollige water eruit. 2. Veeg de koperen contactpunten van de inktpatroon schoon met het wattenstaafje. Raak niet de sproeikop van de inktpatroon aan. Als u de sproeikop aanraakt, kunnen de sproeiers verstopt raken, kunnen problemen met de inkt optreden of kunnen zich problemen met de elektrische verbindingen voordoen. 1. reinig alleen de koperen contactpunten Herhaal dit proces totdat er geen inktresten of stof meer op een schoon wattenstaafje verschijnen. 3. Plaats de inktpatronen in de printer en sluit de printerkap. inkt van de huid en van kleding verwijderen Volg deze instructies op om inkt van de huid en van kleding te verwijderen: inkt verwijderen van methode huid Was de huid op de desbetreffende plaats met een zeep met schuurmiddel. witte stof Was de stof in koud water met bleekmiddel. gekleurde stof Was de stof in koud water met schuimende ammonia. Let op! Gebruik altijd koud water om de inkt uit stof te verwijderen. Door lauw of heet water kan de inktkleur zich aan de stof hechten. papierladen De printer heeft twee papierladen: een invoerlade en een uitvoerlade. 1. uitvoerlade 2. invoerlade invoerlade De invoerlade bevat papier of ander afdrukmateriaal dat moet worden bedrukt. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het afdrukmateriaal waarop u wilt afdrukken. 1. invoerlade 2. papierbreedtegeleider 3. papierlengtegeleider uitvoerlade Afgedrukte pagina's worden in de uitvoerlade geplaatst. Klap de uitvoerlade omhoog om papier te laden (de meeste papierformaten zijn hiervoor geschikt). Verwijder de uitvoerlade als u klein afdrukmateriaal wilt laden. Plaats de uitvoerlade terug voordat u gaat afdrukken. Om te voorkomen dat het papier uit de uitvoerlade valt, moet u het verlengstuk van de uitvoerlade uittrekken. 1. verlengstuk van uitvoerlade Trek tijdens het afdrukken in de modus Snel concept het verlengstuk van de uitvoerlade uit en vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade open. 1. verlengstuk van de uitvoerlade 2. verlengstukstop van de uitvoerlade Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade niet uit tijdens het afdrukken op legal-papier. Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade dicht als de afdruktaak voltooid is en druk het verlengstuk van de uitvoerlade in de uitvoerlade. aansluitingen ● USB ● netwerkmogelijkheden ❍ verbinden via een netwerkcomputer ❍ een hp jetdirect printserver gebruiken USB De printer wordt met een USB-kabel (Universal Serial Bus) aangesloten op de computer. Op de computer moet Windows 98 of hoger staan als u een USB-kabel wilt gebruiken. Zie de Installatieposter die bij de printer wordt geleverd voor instructies over het aansluiten van de printer met een USB-kabel. netwerkmogelijkheden Selecteer de gewenste netwerkoptie: ● verbinden via een netwerkcomputer ● een hp jetdirect printserver gebruiken verbinden via een netwerkcomputer De printer kan rechtstreeks op een computer op een netwerk worden aangesloten en worden gedeeld met andere computers op het netwerk. Raadpleeg de instructies op de cd-rom met printersoftware en volg de aanwijzingen voor netwerkinstallatie op het scherm als u de printer wilt delen op een netwerk. een hp jetdirect printserver gebruiken De printer kan worden aangesloten op een netwerk met een HP Jetdirect printserver. Raadpleeg de instructies op de cd-rom met printersoftware en de documentatie die bij de printserver is geleverd over het gebruik van een HP Jetdirect printserver. aan de slag (hp deskjet 5160) Klik hier voor een overzicht van de printerfuncties en de optionele module voor dubbelzijdig afdrukken. Klik op het gewenste onderdeel hieronder voor een beschrijving van een printerfunctie: ● knoppen en lampjes ● papierladen ● inktpatronen ● modus Inktreserve Klik hier voor een omschrijving van de optionele module voor dubbelzijdig afdrukken. printerfuncties De HP printer beschikt over verschillende functies die het afdrukken eenvoudiger en efficiënter maken. 1. knoppen en lampjes 2. papierladen 3. enkele envelopsleuf 1. inktpatronen 2. modus Inktreserve 1. aansluitingen 2. duplexeenheid (optioneel) knoppen en lampjes Gebruik de knoppen van de printer om de printer aan en uit te zetten, om afdruktaken te annuleren en een taak opnieuw te starten. De printerlampjes geven een indicatie over de status van de printer. 1. knop Afdrukken annuleren 2. inktpatroonstatus-lampje 3. knop Doorgaan 4. Aan/ uit-knop knop Afdrukken annuleren Als u op de knop Afdrukken annuleren drukt, wordt de huidige afdruktaak geannuleerd. symbool en lampje inktpatroonstatus Het inktpatroonstatus-lampje gaat branden of knipperen als een inktpatroon service nodig heeft. knop en lampje Doorgaan Het Doorgaan-lampje knippert als u iets moet doen, bijvoorbeeld papier plaatsen of een papierstoring verhelpen. Als het probleem is opgelost, drukt u op de knop Doorgaan om verder te gaan met afdrukken. Aan/uit-knop en -lichtje Druk op de Aan/uit-knop om de printer in en uit te schakelen. Het kan ongeveer vijf seconden duren voordat de printer aan staat nadat u op de Aan/uit-knop hebt gedrukt. Het aan/uit-lampje knippert als de printer bezig is. Let op! Gebruik altijd de Aan/uit-knop om de printer in en uit te schakelen. Het gebruik van een stekkerdoos, stroomstootbeveiliging of muurschakelaar om de printer aan en uit te zetten kan storingen veroorzaken. papierladen Selecteer een van de volgende onderwerpen voor informatie over de papierlade: ● de papierlade openvouwen ● invoerlade ● uitvoerlade ● de papierlade open- en dichtvouwen De HP deskjet 5160 serie printer is niet in alle landen/regio's beschikbaar. de papierlade openvouwen Voer de volgende stappen uit om de papierlade open te vouwen: 1. Druk de invoerlade naar beneden. 2. Trek de papierlengtegeleider naar buiten naar de rand van de invoerlade. 3. Druk de uitvoerlade naar beneden. 4. Klap het verlengstuk van de lade uit. invoerlade De invoerlade bevat papier en ander te bedrukken afdrukmateriaal. 1. invoerlade papierbreedtegeleider De papierbreedtegeleider aanpassen om af te drukken op verschillende papierformaten. 1. papierbreedtegeleider papierlengtegeleider De papierlengtegeleider aanpassen om af te drukken op verschillende papierformaten. 1. papierlengtegeleider verlengstuk van de invoerlade Als u wilt afdrukken op groot papier zoals legal-papier, trekt u de papierlengtegeleider naar buiten tot aan de rand van de invoerlade en trekt u vervolgens het verlengstuk van de invoerlade naar buiten. 1. verlengstuk van de invoerlade uitvoerlade Afgedrukte pagina's worden in de uitvoerlade geplaatst. 1. uitvoerlade Om te voorkomen dat het papier uit de uitvoerlade valt, moet u het verlengstuk van de uitvoerlade uittrekken. 1. verlengstuk van uitvoerlade Tijdens het afdrukken in de modus Snel concept trekt u het verlengstuk van de uitvoerlade naar buiten, schuift u het verlengstuk van de uitvoerlade uit en vouwt u de verlengstukstop van de uitvoerlade open. 1. verlengstuk van de uitvoerlade 2. verlengstukstop van de uitvoerlade Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade niet uit tijdens het afdrukken op legal-papier. Vouw de verlengstukstop alleen uit tijdens het afdrukken in de modus Snel concept op andere soorten afdrukmateriaal. de papierlade open- en dichtvouwen Voer de volgende stappen uit om de papierlade dicht te vouwen: 1. Vouw de verlengstukstop van de uitvoerlade dicht, schuif het verlengstuk van de uitvoerlade in en duw het verlengstuk van de uitvoerlade weer naar binnen. 2. Trek de uitvoerlade naar boven. 3. Indien noodzakelijk duwt u het verlengstuk van de invoerlade naar binnen. 4. Duw de papierlengtegeleider naar binnen totdat deze stopt. 5. Trek de invoerlade naar boven. enveloppen richtlijnen ● Gebruik geen enveloppen die: klemmetjes of vensters bevatten; dikke, onregelmatige of gekrulde randen hebben; glanzen of reliëf hebben; gekreukeld, gescheurd of anderszins beschadigd zijn. ● Lijn de randen van de envelop uit voordat u deze in de invoerlade plaatst. ● capaciteit invoerlade: maximaal 20 enveloppen één envelop afdrukken 1. Plaats de envelop met de afdrukzijde omlaag en de flap naar links in de envelopinvoer voor één envelop. 2. Schuif de envelop zo ver mogelijk in de printer. een stapel enveloppen afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde omlaag en de flap naar links aan de rechterkant van de invoerlade. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer. 4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de enveloppen. 5. Druk de uitvoerlade naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst envelopformaat Type is: gewoon papier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. afdrukken (hp deskjet 5150) Klik hieronder op het juiste onderwerp voor uitleg over de printersoftware: ● afdrukinstellingen ● geavanceerde functies ● venster Apparaatstatus Klik hieronder op het gewenste onderwerp om instructies voor de afdrukfuncties weer te geven: ● een document afdrukken ● standaardinstellingen wijzigen ● digitale foto's afdrukken ● Digitale fotografie-technologie ● dubbelzijdig afdrukken ● snelinstellingen afdruktaak ● afdrukken zonder rand ● een aangepast papierformaat instellen ● een brochure afdrukken ● meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. ● een schermafdruk afdrukken ● watermerken Klik hieronder op het gewenste onderwerp om afdrukinstructies weer te geven: ● gewoon papier ● enveloppen ● transparanten ● etiketten ● indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal ● wenskaarten ● hagaki-kaarten ● foto's ● posters ● banieren ● iron-on transfers venster Apparaatstatus Het venster Apparaatstatus verschijnt elke keer dat een bestand wordt afgedrukt. De volgende items worden weergegeven: 1. Inktniveaus: geschat inktniveau van elke inktpatroon. 2. Apparaatstatus: de status van de printer. Bijvoorbeeld Bezig met spoolen of Bezig met afdrukken. 3. Documenteigenschappen: de volgende informatie wordt over de huidige afdruktaak weergegeven. ❍ Document: naam van het document dat op dat moment wordt afgedrukt. ❍ Afdrukkwaliteit: de afdrukkwaliteitinstelling die wordt gebruikt. ❍ Papiertype: de papiersoort die wordt gebruikt. ❍ Papierformaat: formaat van het gebruikte papier. Klik op Afdrukken annuleren om een afdruktaak te annuleren. Klik op Venster sluiten om het venster Apparaatstatus te sluiten. een document afdrukken basisafdrukinstructies Voer de volgende stappen uit om een document af te drukken: 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Klik op Bestand > Afdrukken. 3. Klik op OK als u wilt afdrukken met de standaardinstellingen van de printer. afdrukopties instellen Voer de volgende stappen uit om afdrukopties te wijzigen: 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Klik op Bestand > Afdrukken en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster Printereigenschappen verschijnt. Het is mogelijk dat de wijze waarop u het dialoogvenster Eigenschappen voor printer opent van programma tot programma verschilt. 3. Geef de hieronder weergegeven afdrukinstellingen op: ❍ Selecteer het tabblad Papier/Kwaliteit als u papieropties, afdrukken zonder rand en de afdrukkwaliteit wilt instellen, of als u de HP opties voor digitale fotografie wilt weergeven. Als u al gedefinieerde afdrukinstellingen wilt gebruiken, kiest u Snelinstellingen afdruktaak. ❍ ❍ ❍ ❍ Selecteer het tabblad Afwerking om documentopties te kiezen, posters af te drukken of het afgedrukte beeld 180 graden te draaien. Selecteer het tabblad Effecten als u opties voor vergroten/verkleinen en watermerken wilt selecteren. Selecteer het tabblad Basisinstellingen als u opties voor afdrukrichting en paginavolgorde wilt selecteren, het aantal af te drukken exemplaren wilt opgeven, Afdrukvoorbeeld weergeven wilt inschakelen of toegang wilt tot de Geavanceerde functies. Selecteer het tabblad Kleur als u kleuropties en kleurkenmerken wilt selecteren. 4. Klik op OK en volg de instructies van de toepassing om het document af te drukken. posters richtlijnen ● ● Nadat de onderdelen van een poster zijn afgedrukt, snijdt u de randen van de vellen af en plakt u de vellen aan elkaar. capaciteit invoerlade: maximaal 150 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Verwijder het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Plaats het gewone papier in de invoerlade en druk het zover mogelijk in de printer. 4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst formaat Type is: gewoon papier Afwerking Posters afdrukken: 2 x 2, 3 x 3, 4 x 4, of 5 x 5 Basis Afdrukstand: de gewenste afdrukstand 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. gewoon papier richtlijnen capaciteit invoerlade: maximaal 150 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Verwijder het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Plaats het gewone papier in de invoerlade en druk het zover mogelijk in de printer. 4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier. 1. letter-papier 2. legal-papier afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst papierformaat Type is: gewoon papier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. enveloppen richtlijnen ● Gebruik geen enveloppen die: klemmetjes of vensters bevatten; dikke, onregelmatige of gekrulde randen hebben; glanzen of reliëf hebben; gekreukeld, gescheurd of anderszins beschadigd zijn. ● Lijn de randen van de envelop uit voordat u deze in de invoerlade plaatst. ● capaciteit invoerlade: maximaal 20 enveloppen voorbereiding voor het afdrukken 1. Verwijder de uitvoerlade en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde omlaag en de flap naar links aan de rechterkant van de invoerlade. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer. 4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de enveloppen. 5. Plaats de uitvoerlade terug. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst envelopformaat Type is: gewoon papier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. transparanten richtlijnen ● Gebruik inkjet transparanten van het merk HP. ● capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Verwijder het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Plaats de transparanten met de afdrukzijde omlaag en de plakstrook omhoog naar de printer gericht in de invoerlade. 4. Druk de transparanten voorzichtig in de printer totdat deze niet verder kunnen zodat de plakstroken niet aan elkaar kleven. 5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de rand van de transparanten. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Type is: geschikte transparant 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. etiketten richtlijnen ● Gebruik alleen etiketten die speciaal voor inkjetprinters zijn ontworpen. ● Gebruik alleen volledige vellen met etiketten. ● ● ● De etiketten mogen niet plakkerig of gekreukeld zijn en mogen niet van de vellen loskomen. Gebruik geen kunststof etiketten of doorschijnende etiketten. De inkt droogt niet op deze etiketten. capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Verwijder het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Waaier de randen van de etikettenvellen uit om te voorkomen dat deze aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. 4. Plaats de etiketten in de invoerlade met de etiketzijde omlaag. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer. 5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de rand van het papier. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: Letter of A4 Type is: gewoon papier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal richtlijnen ● Gebruik alleen kaarten en ander klein afdrukmateriaal die voldoen aan de papierformaatspecificaties van de printer. Zie de naslaghandleiding die bij de printer werd geleverd voor specificaties. ● Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's. ● capaciteit invoerlade: maximaal 60 kaarten voorbereiding voor het afdrukken 1. Verwijder de uitvoerlade en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Plaats de kaarten met de afdrukzijde omlaag en de korte rand naar de printer gericht aan de rechterkant van de invoerlade. 4. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer. 5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de kaarten. 6. Plaats de uitvoerlade terug. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst papierformaat Soort is: gewenst papiersoort Afdrukkwaliteit: Normaal of Best 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. wenskaarten richtlijnen ● Vouw voorgevouwen kaarten uit en plaats deze vervolgens in de invoerlade. ● Gebruik HP wenskaarten voor de beste resultaten. ● capaciteit invoerlade: maximaal 20 kaarten voorbereiding voor het afdrukken 1. Verwijder het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Waaier de randen van de wenskaarten uit om te voorkomen dat deze aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. 4. Plaats de wenskaarten in de invoerlade met de afdrukzijde omlaag. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer. 5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier. afdrukken Als uw toepassing beschikt over een functie voor het afdrukken van wenskaarten, volgt u de instructies van het programma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet het geval is. 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: het gewenste kaartformaat Type is: het gewenste kaarttype 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. hagaki-kaarten richtlijnen ● Gebruik alleen kaarten en ander klein afdrukmateriaal die voldoen aan de papierformaatspecificaties van de printer. Zie de naslaghandleiding die bij de printer werd geleverd voor specificaties. ● Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's. ● capaciteit invoerlade: maximaal 60 kaarten voorbereiding voor het afdrukken 1. Verwijder de uitvoerlade en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Plaats de kaarten met de afdrukzijde omlaag en de korte rand naar de printer gericht aan de rechterkant van de invoerlade. 4. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer. 5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de kaarten. 6. Plaats de uitvoerlade terug. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: Een beschikbaar formaat hagaki of hagaki-kaart zonder rand Soort is: Een beschikbaar soort hagaki-papier Afdrukkwaliteit: Normaal of Best 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. foto's richtlijnen Gebruik voor goede resultaten HP-fotopapier. ● Gebruik voor een hoge afdrukkwaliteit een afdrukinstelling met een hoge resolutie, installeer een fotopatroon in de printer en stel de HP opties voor digitale fotografie in. ● Gebruik HP Premium Plus Fotopapier en installeer een foto-inktpatroon in de printer om ervoor te zorgen dat de foto zo min mogelijk vervaagt. ● ● Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's. ● Klik hier voor instructies om te voorkomen dat het fotopapier gaat krullen. ● Klik hier voor informatie over verschillende foto-afdruktechnologieën. ● capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Verwijder de uitvoerlade en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Controleer of het fotopapier vlak ligt. 4. Voer een van de volgende handelingen uit: ❍ Kleine foto's: Plaats het fotopapier met de afdrukzijde omlaag en de korte rand naar de printer gericht in de invoerlade. Controleer als u fotopapier gebruikt met een afscheurrand of de afscheurrand richting de printer wijst. ❍ Grote foto's: plaats het fotopapier met de afdrukzijde omlaag in de invoerlade. 5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier. 6. Plaats de uitvoerlade terug. afdrukken Als het softwareprogramma beschikt over een functie voor het afdrukken van foto's, volgt u de instructies van het softwareprogramma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet het geval is. 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst formaat voor fotopapier Soort is: Gewenst soort HP-fotopapier Afdrukkwaliteit: Normaal, Best of Maximum dpi. hp digitale fotografie: gewenste fotoverbeteringsopties 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. banieren richtlijnen ● ● ● Gebruik hp banierpapier voor de beste resultaten. Verwijder de geperforeerde stroken van het banierpapier voordat u deze in de invoerlade plaatst. capaciteit invoerlade: maximaal 20 kettingvellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Verwijder het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. Vouw niet de verlengstukstop van de uitvoerlade open. 3. Plaats het banierpapier in de invoerlade zodat de losse rand aan de bovenzijde van de stapel papier richting de printer wijst. 1. losse rand 4. Schuif de papierbreedtegeleider stevig tegen het papier. afdrukken Als uw toepassing beschikt over een functie voor het afdrukken van banieren, volgt u de instructies van het programma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet het geval is. 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: Letter of A4 Soort is: hp banierpapier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. iron-on transfers richtlijnen ● ● ● Gebruik HP iron-on transfers voor goede resultaten. Wanneer u in spiegelbeeld afdrukt, worden de tekst en afbeeldingen horizontaal gedraaid ten opzichte van wat op het computerscherm verschijnt. capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Verwijder het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Leg het opstrijkpatroonpapier in de invoerlade met de afdrukzijde omlaag. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer. 4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier. afdrukken Als het softwareprogramma beschikt over een functie voor het afdrukken van opstrijkpatronen, volgt u de instructies van het softwareprogramma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet het geval is. 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst papierformaat Type is: hp iron-on transfer Afdrukkwaliteit: Normaal of Best Basis Afdrukstand: Spiegelbeeld 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. onderhoud ● inktpatronen vervangen ● inktpatronen kalibreren ● kleur kalibreren ● inktpatronen automatisch reinigen ● de inktpatronen handmatig reinigen ● functie voor automatisch in- en uitschakelen ● inktpatronen onderhouden ● opslag en verwerking van fotopapier ● printerbehuizing onderhouden ● inkt van de huid en van kleding verwijderen ● printerhulpmiddelen kleur kalibreren Voer alleen een kleurcalibratie uit als de fotokleuren die zijn afgedrukt met de fotopatroon zichtbaar anders zijn. Voor het uitvoeren van een kleurkalibratie moet u de printer kalibreren en vervolgens uw foto opnieuw afdrukken. Als de kleur nog steeds zichtbaar anders is, moet u een kleurkalibratie uitvoeren. Kleur kalibreren: 1. Laad het witte papier in de invoerlade. 2. Controleer of een fotopatroon in de printer is geïnstalleerd. 3. Ga naar printeronderhoud. 4. Klik op Kleur kalibreren. 5. Klik op Kalibreren en volg de instructies op het scherm op. inktpatronen automatisch reinigen Als er in uw afdrukken lijnen of stippen ontbreken of inktstrepen voorkomen, zijn de inktpatronen mogelijk bijna leeg of moet u deze reinigen. Klik hier als u het inktniveau van de inktpatronen wilt controleren. Als de inktpatronen voldoende inkt bevatten, volgt u deze stappen op om de inktpatronen automatisch te reinigen: 1. Ga naar printeronderhoud. 2. Klik op Inktpatronen reinigen. 3. Klik op Reinigen en volg de instructies op het scherm op. Als er na het reinigen nog steeds lijnen of stippen in de afdrukken ontbreken, vervangt u de inktpatronen. Let op! Reinig de inktpatronen alleen als het nodig is. Wanneer u de inktpatronen onnodig vaak reinigt, verspilt u inkt en verkort u de levensduur van de patronen. printerbehuizing onderhouden Aangezien de printer in een fijne waas op het papier spuit, zullen er uiteindelijk inktvlekken op de printerbehuizing en de aangrenzende oppervlakken verschijnen. Als u strepen, vlekken en/of opgedroogde inkt van de buitenkant van de printer wilt verwijderen, gebruikt u een zachte doek die met water vochtig is gemaakt. Denk aan de volgende tips wanneer u de printer reinigt: ● ● ● Reinig de binnenkant van de printer niet. Houd alle vloeistoffen bij de binnenkant vandaan. Gebruik geen huishoudelijke schoonmaakmiddelen of wasmiddelen. Als een huishoudreinigingsmiddel of -oplosmiddel voor de printer wordt gebruikt, veegt u buitenoppervlakken van de printer schoon met een zachte doek die met water vochtig is gemaakt. Smeer de ondersteuningsstaaf waarop de inktpatroonhouder heen en weer schuift niet. Lawaai is normaal wanneer de houder heen een weer beweegt. printerhulpmiddelen De printersoftware bevat een aantal handige hulpmiddelen om de prestaties van de printer te verbeteren. Gebruik de printerhulpmiddelen om: ● een schatting van het inktniveau weer te geven. ● de inktpatronen te reinigen. ● de printer te kalibreren. ● een testpagina af te drukken. ● andere benodigde functies uit te voeren. Klik hier om toegang te krijgen tot deze hulpmiddelen. problemen oplossen ● printer drukt niet af ● papierstoring ● afdrukkwaliteit is slecht ● het document is verkeerd afgedrukt ● foto's worden niet goed afgedrukt ● problemen met afdrukken zonder rand ● banieren worden niet goed afgedrukt ● foutberichten ● printerlampjes branden of knipperen ● printer is traag ● problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken ● als zich problemen blijven voordoen printer drukt niet af Controleer het volgende: ● Is de printer aangesloten op een stopcontact? ● Zijn de kabels goed aangesloten? ● Staat de printer aan? ● Zijn de inktpatronen correct geïnstalleerd? ● Is papier of ander afdrukmateriaal correct in de invoerlade geladen? ● Is de printerkap van de printer gesloten? ● Is de optionele duplexeenheid of de achterklep aanwezig? de printerlampjes controleren De printerlampjes geven de printerstatus weer en waarschuwen u voor een eventueel probleem. Zie printerlampjes branden of knipperen voor meer informatie. controleer de printerkabelaansluiting Als de printerkabel is aangesloten op een USB-hub, kan er een afdrukconflict zijn. Er zijn twee methoden om het conflict op te lossen: ● ● Sluit de USB-kabel van de printer rechtstreeks op de computer aan of Gebruik tijdens het afdrukken geen andere USB-apparaten die op de hub zijn aangesloten. als de printer niet aan gaat De printer heeft mogelijk te veel stroom ontvangen. 1. Verwijder het netsnoer uit de wandcontactdoos. 2. Wacht ongeveer 10 seconden. 3. Sluit het netsnoer weer aan. 4. Druk op de Aan/uit-knop om de printer aan te zetten. Als de printer nu nog niet aan gaat, probeert u het volgende: ● Sluit de printer aan op een andere wandcontactdoos of ● Sluit de printer direct aan op een wandcontactdoos in plaats van op een stroomstootbeveiliging. als de printer nog steeds niet afdrukt Selecteer het onderwerp dat het beste overeenkomt met het probleem: ● papierstoring ● bericht dat het papier op is foutberichten bericht dat het papier op is als de invoerlade is geladen 1. Controleer het volgende: ❍ De invoerlade bevat voldoende papier (ten minste tien vellen). ❍ De invoerlade is niet te vol. ❍ De papierstapel raakt de achterkant van de invoerlade. 2. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het papier. 3. Druk op de knop Doorgaan om door te gaan met afdrukken. als de invoerlade leeg is 1. Plaats papier in de lade. 2. Druk op de knop Doorgaan om door te gaan met afdrukken. het foutbericht 'fout bij schrijven naar USB-poort' verschijnt De printer ontvangt mogelijk geen correcte gegevens van een ander USB-apparaat of een USB-hub. Sluit de printer direct op de USB-poort van de computer aan. het foutbericht 'fout bij schrijven naar LPT1' verschijnt De printer is via een USB-kabel aangesloten op de computer, maar de kabel is mogelijk niet aangesloten voordat de software werd geïnstalleerd. Verwijder de software en installeer deze opnieuw. Klik hier wanneer u de software wilt verwijderen. het foutbericht 'er kan geen tweerichtingscommunicatie tot stand worden gebracht' of 'printer reageert niet' verschijnt De printer kan mogelijk niet met de computer communiceren als de USB-kabel te lang is. Als u dit foutbericht ontvangt, dient u ervoor te zorgen dat de USB-kabel niet langer is dan vijf meter. afdrukkwaliteit is slecht strepen en ontbrekende lijnen Als er in uw afdrukken lijnen of stippen ontbreken of inktstrepen voorkomen, zijn de inktpatronen mogelijk bijna leeg of moet u deze reinigen. de afdruk is vaag ● Controleer of er een zwarte inktpatroon is geïnstalleerd. Als de zwarte tekst en afbeeldingen op uw afdrukken vaag zijn, drukt u mogelijk alleen met de driekleurenpatroon af. Installeer een zwarte inktpatroon naast de driekleurenpatroon om een optimale zwarte afdrukkwaliteit te verkrijgen. ● Controleer of beide inktpatronen niet bijna leeg zijn. Als een inktpatroon bijna leeg is, is het misschien raadzaam deze te vervangen. Zie inktpatronen als u de juiste artikelnummers wilt opzoeken. ● Controleer of de beschermende kunststof tape van de inktpatronen is verwijderd. 1. kunststof tape ● Selecteer een hogere afdrukkwaliteit. er worden lege pagina's afgedrukt ● ● De kunststof tape is mogelijk nog niet van de inktpatronen verwijderd. Controleer of de kunststof tape van de inktpatronen is verwijderd. De inktpatronen kunnen leeg zijn. Vervang een of beide lege inktpatronen. er wordt te veel of te weinig inkt op de pagina gedrukt pas het inktvolume en de droogtijd aan 1. Open het dialoogvenster Geavanceerde functies. 2. Sleep de schuifknop Inktvolume in de richting van Licht of Zwaar. Als u het inktvolume verhoogt, moet u de schuifknop Droogtijd richting Meer verplaatsen om inktvegen te voorkomen. 3. Klik op OK en vervolgens nogmaals op OK. het document is verkeerd afgedrukt tekst en afbeeldingen zijn niet goed uitgelijnd Als de tekst en afbeeldingen op uw afdrukken niet goed zijn uitgelijnd, moet u de printer kalibreren. het afgedrukte document staat scheef of staat niet helemaal in het midden van het papier 1. Controleer of het papier goed in de invoerlade is geplaatst. 2. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen het papier zijn geschoven. 3. Druk het document opnieuw af. sommige gedeelten van het document ontbreken of worden op een onjuiste plaats afgedrukt Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en zorg dat de volgende opties correct zijn ingesteld: tabblad instelling Basis Afdrukstand: controleer of de afdrukstand juist is. Papier/ Kwaliteit Formaat is: controleer of het formaat van het papier juist is. Effecten Passend maken: selecteer deze optie om tekst en afbeeldingen groter of kleiner af te beelden zodat ze op de pagina passen. Afwerking Poster afdrukken: zorg dat Uit is geselecteerd. envelop wordt onder een hoek afgedrukt 1. Schuif de flap in de envelop voordat u de envelop in de printer plaatst. 2. Controleer of de papiergeleiders stevig tegen de envelop zijn geschoven. 3. Druk de envelop opnieuw af. nieuwe afdrukinstellingen zijn niet zichtbaar in de afdrukken De standaardprinterinstellingen kunnen verschillen van de afdrukinstellingen in het toepassingsprogramma. Selecteer de juiste afdrukinstellingen in de softwaretoepassing. foto's worden niet goed afgedrukt de printereigenschappen controleren Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en controleer de volgende opties: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst formaat Type is: fotopapier Afdrukkwaliteit: Best kleuren zijn niet goed Als de kleuren in foto's niet goed zijn, voert u deze stappen uit: 1. Kalibreer de inktpatronen. 2. Druk de foto opnieuw af. 3. Als de kleuren nog steeds niet goed zijn, moet u de kleur kalibreren. Er moet een fotopatroon worden geïnstalleerd voor kleurkalibratie. 4. Druk de foto opnieuw af. 5. Als de kleuren nog steeds niet goed zijn, opent u het dialoogvenster Printereigenschappen, selecteert u de tab Kleur en doet u het volgende: ❍ ❍ Als de kleuren te geel zijn, verplaatst u de schuifregelaar Kleurschakering naar Koeler. Als de kleuren te blauw zijn, verplaatst u de schuifregelaar Kleurschakering naar Warmer. 6. Druk de foto opnieuw af. 7. Als de kleuren nog steeds niet goed zijn, moet u de inktpatronen kalibreren. deel van de foto is vaag vervaging treedt op aan de randen van een afdruk Controleer of het fotopapier is gekruld. Als het fotopapier is gekruld, plaatst u het papier in een plastic tas en buigt u het papier voorzichtig in de tegengestelde richting van de krul totdat het papier weer vlak ligt. Als het probleem blijft, moet u fotopapier gebruiken dat niet gekruld is. Klik hier voor instructies over het voorkomen van fotopapier dat gaat krullen. vervaging treedt op bij de randen van een afdruk Als op ongeveer 2,5 tot 6,5 cm vanaf de rand van een foto vervaging optreedt, kunt u het volgende proberen: ● ● ● Installeer een fotopatroon in de printer. Open het dialoogvenster Printereigenschappen, selecteer de tab Papier/ Kwaliteit en stel vervolgens de Afdrukkwaliteit in op Maximale dpi. Draai de afbeelding 180 graden. banieren worden niet goed afgedrukt de papierlade controleren ● ● ● Vouw het papier open en weer dicht als er meerdere vellen tegelijk door de printer worden gevoerd. Controleer of de losse rand van de stapel banieren bovenaan ligt en naar de printer is gericht. Controleer of het juiste papier wordt gebruikt voor het afdrukken van banieren. de printereigenschappen controleren Open het dialoogvenster Printereigenschappen en controleer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: Gewenst banierformaat Soort is: hp banierpapier de software controleren ● ● Controleer of de softwaretoepassing die u gebruikt het afdrukken van banieren ondersteunt. Niet alle softwaretoepassingen ondersteunen het afdrukken op banieren. Controleer of de printersoftware goed functioneert als er bij het afdrukken openingen te zien zijn aan het einde van de vellen. printer is traag De prestaties van de printer kunnen door verschillende variabelen negatief worden beïnvloed. er zijn meerdere softwaretoepassingen geopend De computer heeft niet voldoende bronnen om de printer op optimale snelheid te kunnen laten werken. Als u de snelheid van de printer wilt verhogen, sluit u alle overbodige softwaretoepassingen af, wanneer u gaat afdrukken. er worden complexe documenten, afbeeldingen of foto's afgedrukt Documenten die afbeeldingen of foto's bevatten, worden langzamer afgedrukt dan tekstdocumenten. Wanneer de computer niet voldoende geheugen of schijfruimte heeft om het document onder normale omstandigheden af te drukken, gebruikt u de Modus weinig geheugen. De kwaliteit van de afdruk kan wel achteruitgaan als u deze optie inschakelt. Door het inschakelen van de Modus weinig geheugen, wordt ook het afdrukken in de modus 4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd uitgeschakeld. U gaat als volgt te werk om de Modus weinig geheugen te activeren: 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Klik op het tabblad Basis en vervolgens op de knop Geavanceerde functies. 3. Selecteer Modus weinig geheugen. 4. Druk het document af. afdrukmodus best of maximale dpi is geselecteerd De printer drukt langzamer af als Best of Maximale dpi als afdrukkwaliteit is geselecteerd. Om de afdruksnelheid te vergroten, moet u een andere modus afdrukkwaliteit kiezen. printerstuurprogramma is verouderd Er is mogelijk een verouderd printerstuurprogramma geïnstalleerd. Klik hier voor informatie over het bijwerken van het printerstuurprogramma. er worden dubbelzijdige documenten afgedrukt Het afdrukken van dubbelzijdige documenten neemt meer tijd in beslag dan het afdrukken van enkelzijdige documenten. Om de snelheid te verhogen, opent u het dialoogvenster Geavanceerde functies, en vervolgens schuift u de regelaar Droogtijd naar Korter. computer voldoet niet aan de systeemvereisten Als uw computer onvoldoende RAM of onvoldoende vrije ruimte op de harde schijf heeft, neemt de verwerking door de printer meer tijd in beslag. 1. Controleer of de ruimte op de harde schijf, de RAM en de processorsnelheid overeenkomen met de systeemvereisten. 2. Maak ruimte vrij op de harde schijf. de printer bevindt zich in de modus Inktreserve Het is mogelijk dat de printer langzamer afdrukt als deze zich in de modus Inktreserve bevindt. Als u de afdruksnelheid wilt verhogen, gebruikt u twee inktpatronen in de printer. minimale systeemvereisten Uw computer moet aan de volgende minimale vereisten voldoen: Microsoft Windows XP Minimale processorsnelheid: Pentium II 233 MHz Vereist RAM-geheugen: 128 MB Vereiste vrije ruimte op harde schijf: 175 MB* Microsoft Windows 98, Me Minimale processorsnelheid: Pentium 150 MHz Vereist RAM-geheugen: 32 MB Vereiste vrije ruimte op harde schijf: 175 MB* Microsoft Windows 2000 Professional Minimale processorsnelheid: Pentium II 133 MHz Vereist RAM-geheugen: 64 MB Vereiste vrije ruimte op harde schijf: 175 MB* * Als u foto's of op een zeer hoge resolutie (4800 x 1200-dpi geoptimaliseerd) afdrukt, moet u ten minste 400 MB tijdelijke schijfruimte beschikbaar hebben. problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken (als de optionele module voor dubbelzijdig afdrukken op de printer is bevestigd). er is een papierstoring in de module voor dubbelzijdig afdrukken opgetreden Zie papierstoring voor instructies. optie voor dubbelzijdig afdrukken kan niet worden geselecteerd Controleer het volgende: ● ● ● De module voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) is op de printer bevestigd. De duplexeenheid is in de printersoftware ingeschakeld. De geselecteerde soort afdrukmateriaal en het formaat op het tabblad Papier/ Kwaliteit worden door de duplexeenheid ondersteund. Zie de documentatie die bij de duplexeenheid is geleverd voor een lijst met ondersteunde soorten en formaten afdrukmaterialen. als de optie voor dubbelzijdig afdrukken is ingeschakeld, wordt slechts één zijde van de pagina afgedrukt Controleer het volgende: ● ● ● De juiste afdrukopties worden ingesteld in zowel de printersoftware als in de softwaretoepassing die u gebruikt. Het fotopapier krult niet als u op dubbelzijdig fotopapier afdrukt. Fotopapier moet vlak zijn voordat u gaat afdrukken. Zie voor meer informatie opslag en verwerking van fotopapier. De geselecteerde soort afdrukmateriaal en het formaat op het tabblad Papier/ Kwaliteit worden door de duplexeenheid ondersteund. Zie de documentatie die bij de duplexeenheid is geleverd voor een lijst met ondersteunde soorten en formaten afdrukmaterialen. Als de soort of het formaat afdrukmateriaal niet door de duplexeenheid wordt ondersteund, kunt u het document afdrukken met de functie handmatig dubbelzijdig afdrukken. bindmarge bevindt zich op de verkeerde plaats 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer. 2. Selecteer het tabblad Afwerking. 3. Controleer of: ❍ ❍ Pagina's naar boven omslaan is geselecteerd voor binden aan de bovenzijde (schrijfblok binden). Pagina's naar boven omslaan wordt niet geselecteerd voor binden aan de zijkant (boek binden). Zie voor meer informatie dubbelzijdig afdrukken. papierformaat wijzigt zodra de optie voor dubbelzijdig afdrukken is geselecteerd Het papierformaat wordt niet door de duplexeenheid ondersteund. Zie de documentatie die bij de duplexeenheid is geleverd voor een lijst met ondersteunde papierformaten. als zich problemen blijven voordoen Als zich problemen blijven voordoen, nadat u de probleemoplossingsonderwerpen hebt doorgenomen, schakelt u de computer uit en start u deze vervolgens opnieuw op. Als u ook met het opnieuw opstarten van de computer de problemen niet kunt oplossen, gaat u naar HP Klantenondersteuning op www.hp.com/support. specificaties ● printerspecificaties ● minimale systeemvereisten ● milieuverklaring ● inktpatronen recyclen printerspecificaties Zie de naslaggids die bij uw printer is geleverd voor de volledige printerspecificaties, inclusief: ● soorten, formaten en gewicht van het papier en overige afdrukmateriaal dat met uw printer gebruikt kan worden. ● afdruksnelheid en resoluties ● stroomvereisten milieuverklaring Hewlett-Packard streeft voortdurend naar een verbetering van de ontwerpprocessen van haar Deskjet printers om zodoende de negatieve effecten te verminderen op de kantooromgeving en op de omgevingen waar printers worden geproduceerd, verzonden en gebruikt. reductie and eliminatie Papiergebruik: Doordat de printer dubbelzijdig afdrukt, wordt het papiergebruik en daardoor ook de belasting van het milieu teruggebracht. Deze printer is geschikt voor het gebruik van gerecyclede papiersoorten volgens DIN 19 309. Gerecycled papier: alle gedrukte documentatie bij deze printer is afgedrukt op chloorvrij gerecycled papier. Ozon: er worden geen ozonafbrekende chemicaliën (bijvoorbeeld cfk's) meer in de fabricageprocessen van Hewlett-Packard gebruikt. recyclen Deze printer is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te kunnen worden gescheiden. Bevestigingen en andere aansluitingen zijn eenvoudig te vinden, te bereiken en te verwijderen met normale gereedschappen. Belangrijke onderdelen zijn zo ontworpen dat deze eenvoudig zijn te bereiken waardoor demontage en reparatie efficiënter worden. Printerverpakking: De verpakkingsmaterialen van deze printer zijn zodanig gekozen dat deze tegen een minimale kostprijs maximale bescherming bieden, het milieu zo min mogelijk vervuilen en de recycling vereenvoudigen. Het solide ontwerp van de HP Deskjet printer draagt ertoe bij het gebruik van verpakkingsmateriaal te beperken en beschadigingen te voorkomen. Kunststof onderdelen: Alle belangrijke kunststoffen en onderdelen van kunststof zijn gemarkeerd in overeenstemming met internationale normen. Het is technisch mogelijk alle kunststof onderdelen die in de behuizing en het chassis van de printer zijn gebruikt te recyclen. Deze bestaan alle uit één polymeer. Levensduur van het product: HP biedt het volgende waarmee de levensduur van uw HP Deskjet printer kan worden verlengd: ● ● Garantieverlenging: meer informatie vindt u in de naslaggids die bij de printer is geleverd. Vervangende onderdelen en verbruiksartikelen zijn beschikbaar tot drie (3) jaar nadat de fabricage is stopgezet. ● Inname van het product: als u dit product aan het einde van de nuttige levensduur aan HP wilt retourneren, gaat u naar www.hp.com/recycle. Zie inktpatronen recyclen als u lege inktpatronen bij HP wilt inleveren. De mogelijkheid tot garantieverlenging en inname van het product is niet beschikbaar in alle landen/regio's. energieverbruik Deze printer is ontworpen met het oog op energiebesparing. Hiermee wordt niet alleen het milieu gespaard, maar bespaart u ook geld, zonder dat de prestaties van de printer hieronder leiden. Dit product voldoet aan de vereisten van het ENERGY STAR® programma. ENERGY STAR is een vrijwillig programma dat is opgericht om de ontwikkeling van energiezuinige kantoorproducten te stimuleren. ENERGY STAR is een in de Verenigde Staten gedeponeerd dienstenmerk van de Amerikaanse Environmental Protection Agency (Milieubeschermingsorganisatie). Als partner van ENERGY STAR, heeft Hewlett-Packard Company vastgesteld dat dit product voldoet aan de richtlijnen van ENERGY STAR voor efficiënt energieverbruik. Energieverbruik in de stand-bystand: zie de naslaggids voor energieverbruikspecificaties. Energieverbruik in de uitgeschakelde stand: Als de printer uit staat, wordt nog steeds een minimale hoeveelheid energie verbruikt. Energieverbruik kan worden voorkomen door de printer uit te zetten en vervolgens de stekker uit het stopcontact te verwijderen. afdrukken (hp deskjet 5160) Klik hieronder op het juiste onderwerp voor uitleg over de printersoftware: ● afdrukinstellingen ● geavanceerde functies ● venster Apparaatstatus Klik hieronder op het gewenste onderwerp om instructies voor de afdrukfuncties weer te geven: ● een document afdrukken ● standaardinstellingen wijzigen ● digitale foto's afdrukken ● Digitale fotografie-technologie ● dubbelzijdig afdrukken ● snelinstellingen afdruktaak ● afdrukken zonder rand ● een aangepast papierformaat instellen ● een brochure afdrukken ● meerdere pagina's afdrukken op één vel papier. ● een schermafdruk afdrukken ● watermerken Klik hieronder op het gewenste onderwerp voor instructies voor afdrukken op verschillende soorten afdrukmateriaal: ● gewoon papier ● enveloppen ● transparanten ● etiketten ● indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal ● wenskaarten ● hagaki-kaarten ● foto's ● posters ● banieren ● iron-on transfers gewoon papier richtlijnen capaciteit invoerlade: maximaal 150 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider naar links. 3. Voer het volgende uit voor het papierformaat: ❍ ❍ Letter, Executive en A4: trek de papierlengtegeleider helemaal naar voren. Legal: Trek de papierlengtegeleider naar voren en vouw het verlengstuk van de invoerlade uit. 4. Plaats het papier in de invoerlade. 5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier. 1. gewoon papier 2. legal-papier 6. Druk de uitvoerlade naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst papierformaat Type is: gewoon papier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. transparanten richtlijnen ● Gebruik inkjet transparanten van het merk HP. ● capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Plaats de transparanten met de afdrukzijde omlaag en de plakstrook omhoog naar de printer gericht in de invoerlade. 4. Druk de transparanten voorzichtig in de printer totdat deze niet verder kunnen zodat de plakstroken niet aan elkaar kleven. 5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de rand van de transparanten. 6. Druk de uitvoerlade naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Type is: geschikte transparant 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. etiketten richtlijnen ● Gebruik alleen etiketten die speciaal voor inkjetprinters zijn ontworpen. ● Gebruik alleen volledige vellen met etiketten. ● ● ● De etiketten mogen niet plakkerig of gekreukeld zijn en mogen niet van de vellen loskomen. Gebruik geen kunststof etiketten of doorschijnende etiketten. De inkt droogt niet op deze etiketten. capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Waaier de randen van de etikettenvellen uit om te voorkomen dat deze aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. 4. Plaats de etiketten in de invoerlade met de etiketzijde omlaag. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer. 5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de rand van het papier. 6. Druk de uitvoerlade naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: Letter of A4 Type is: gewoon papier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. indexkaarten en ander klein afdrukmateriaal richtlijnen ● Gebruik alleen kaarten en ander klein afdrukmateriaal die voldoen aan de papierformaatspecificaties van de printer. Zie de naslaghandleiding die bij de printer werd geleverd voor specificaties. ● Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's. ● capaciteit invoerlade: maximaal 60 kaarten voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Plaats de kaarten met de afdrukzijde omlaag en de korte rand naar de printer gericht aan de rechterkant van de invoerlade. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer. 4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de kaarten. 5. Druk de uitvoerlade naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst papierformaat Soort is: gewenst papiersoort Afdrukkwaliteit: Normaal of Best 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. wenskaarten richtlijnen ● Vouw voorgevouwen kaarten uit en plaats deze vervolgens in de invoerlade. ● Gebruik HP wenskaarten voor de beste resultaten. ● capaciteit invoerlade: maximaal 20 kaarten voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Waaier de randen van de wenskaarten uit om te voorkomen dat deze aan elkaar plakken en maak er een nette stapel van. 4. Plaats de wenskaarten in de invoerlade met de afdrukzijde omlaag. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer. 5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier. 6. Druk de uitvoerlade naar beneden. afdrukken Als uw toepassing beschikt over een functie voor het afdrukken van wenskaarten, volgt u de instructies van het programma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet het geval is. 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: het gewenste kaartformaat Type is: het gewenste kaarttype 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. hagaki-kaarten richtlijnen ● Gebruik alleen kaarten en ander klein afdrukmateriaal die voldoen aan de papierformaatspecificaties van de printer. Zie de naslaghandleiding die bij de printer werd geleverd voor specificaties. ● Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's. ● capaciteit invoerlade: maximaal 60 kaarten voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Plaats de kaarten met de afdrukzijde omlaag en de korte rand naar de printer gericht aan de rechterkant van de invoerlade. Schuif de kaarten zo ver mogelijk in de printer. 4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de kaarten. 5. Druk de uitvoerlade naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: Een beschikbaar formaat hagaki of hagaki-kaart zonder rand Soort is: Een beschikbaar soort hagaki-papier Afdrukkwaliteit: Normaal of Best 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. foto's richtlijnen Gebruik voor goede resultaten HP-fotopapier. ● Gebruik voor een hoge afdrukkwaliteit een afdrukinstelling met een hoge resolutie, installeer een fotopatroon in de printer en stel de HP opties voor digitale fotografie in. ● Gebruik HP Premium Plus Fotopapier en installeer een foto-inktpatroon in de printer om ervoor te zorgen dat de foto zo min mogelijk vervaagt. ● ● Klik hier voor instructies over het afdrukken van randloze foto's. ● Klik hier voor instructies om te voorkomen dat het fotopapier gaat krullen. ● Klik hier voor informatie over verschillende foto-afdruktechnologieën. ● capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Controleer of het fotopapier vlak ligt. 4. Voer een van de volgende handelingen uit: ❍ Kleine foto’s: Plaats het fotopapier rechts in de invoerlade met de afdrukzijde omlaag en de korte rand naar de printer gericht. Controleer als u fotopapier gebruikt met een afscheurrand of de afscheurrand richting de printer wijst. ❍ Grote foto's: plaats het fotopapier met de afdrukzijde omlaag in de invoerlade. 5. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier. 6. Druk de uitvoerlade naar beneden. afdrukken Als het softwareprogramma beschikt over een functie voor het afdrukken van foto's, volgt u de instructies van het softwareprogramma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet het geval is. 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst formaat voor fotopapier Soort is: Gewenst soort HP-fotopapier Afdrukkwaliteit: Normaal, Best of Maximum dpi. hp digitale fotografie: gewenste fotoverbeteringsopties 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. posters richtlijnen ● ● Nadat de onderdelen van een poster zijn afgedrukt, snijdt u de randen van de vellen af en plakt u de vellen aan elkaar. capaciteit invoerlade: maximaal 150 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Plaats het gewone papier in de invoerlade en druk het zover mogelijk in de printer. 4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier. 5. Druk de uitvoerlade naar beneden. afdrukken 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst formaat Type is: gewoon papier Afwerking Posters afdrukken: 2 x 2, 3 x 3, 4 x 4, of 5 x 5 Basis Afdrukstand: de gewenste afdrukstand 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. banieren richtlijnen ● ● ● Gebruik hp banierpapier voor de beste resultaten. Verwijder de geperforeerde stroken van het banierpapier voordat u deze in de invoerlade plaatst. capaciteit invoerlade: maximaal 20 kettingvellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. Vouw niet de verlengstukstop van de uitvoerlade open. 3. Plaats het banierpapier in de invoerlade zodat de losse rand aan de bovenzijde van de stapel papier en richting de printer wijst. 1. losse rand 4. Schuif de papierbreedtegeleider stevig tegen het papier. 5. Druk de uitvoerlade naar beneden. afdrukken Als uw toepassing beschikt over een functie voor het afdrukken van banieren, volgt u de instructies van het programma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet het geval is. 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: Letter of A4 Soort is: hp banierpapier 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK. iron-on transfers richtlijnen ● ● ● Gebruik HP iron-on transfers voor goede resultaten. Wanneer u in spiegelbeeld afdrukt, worden de tekst en afbeeldingen horizontaal gedraaid ten opzichte van wat op het computerscherm verschijnt. capaciteit invoerlade: maximaal 20 vellen voorbereiding voor het afdrukken 1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade. 2. Schuif de papierbreedtegeleider helemaal naar links en trek de papierlengtegeleider naar voren. 3. Leg het opstrijkpatroonpapier in de invoerlade met de afdrukzijde omlaag. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer. 4. Schuif de papiergeleiders stevig tegen het papier. 5. Druk de uitvoerlade naar beneden. afdrukken Als het softwareprogramma beschikt over een functie voor het afdrukken van opstrijkpatronen, volgt u de instructies van het softwareprogramma. Volg de onderstaande instructies op als dit niet het geval is. 1. Open het dialoogvenster Eigenschappen voor printer en selecteer de volgende instellingen: tabblad instelling Papier/ Kwaliteit Formaat is: gewenst papierformaat Type is: hp iron-on transfer Afdrukkwaliteit: Normaal of Best Basis Afdrukstand: Spiegelbeeld 2. Selecteer eventueel andere gewenste afdrukinstellingen en klik op OK.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178

HP deskjet 5150 kleuren-inkjetprinter de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor