2/ GEBRUIK VAN UW APPARAAT
NL
•HANDLEIDING AUTOMATISCHE PROGRAMMA’S
13
Vis
Met de functie P07 kunt u vis van 100 g tot 1000 g bakken.
Alle vis kan in de magnetronoven worden gekookt. Zorg er alleen voor dat u
verse vis gebruikt.
Het koken geschiedt met de microgolven functie. U kunt hele vis bakken, moten
of gefileerde vis. Als u een hele vis wilt bakken, maak dan sneden in het dikste
gedeelte voor een beter resultaat.
Leg de vis in een ronde of ovale schaal voor de magnetron, voeg 2 à 3 eetlepels
water, citroensap of witte wijn toe en bedek de schaal met het deksel of folie; na
het bakken op smaak brengen.
Zet de schaal op het draaiplateau.
Gevogelte
Met deze functie kan een hele kip of een kip in stukken (poten) van 500 tot 2000
g worden gebruind en gebakken.
Het bakken geschiedt met de microgolven + hete lucht en/of grill functie.
Gebruik een hittebestendige schaal voor magnetronovens, bij voorkeur van aar-
dewerk (minder vetspatten dan bij glas).
Voor het koken kunt u met een vork gaatjes prikken in het vel, om spatten te
voorkomen.
Giet wat olie over het gevogelte, bestrooi met peper, zout en kruiden naar
keuze.
Hele kip: Zet de schaal op het rooster op niveau 1.
Kippenpoten kunnen direct op de glazen braadslee worden gelegd. Tot 900 g in
de braadslee, op niveau 2. Aan het einde van de baktijd de kip 5 minuten in de
oven laten voordat u hem opdient.
Groenten
Met deze functie kunt u tussen 100 en 1000 g groenten koken.
De groenten worden gekookt in de magnetron stand.
Kies verse groenten en voeg voor het koken wat water toe:
- tot 200 g: 2 eetlepels water
- tot 500 g: 0,5 dl water
- tot 1,000 g: 1 dl water
Gebruik een aan de hoeveelheid groenten aangepaste schaal en bedek deze
(behalve als u champignons kookt).
Zet de schotel op het glazen draaiplateau.
Halverwege de kooktijd herinnert een pieptoon u eraan dat de groenten gemengd
moeten worden, en " " verschijnt op de display. Voeg boter of olie toe en
breng op smaak.
Wacht na het koken enkele minuten voordat u de groenten opdient.
Kies P08 voor het koken van hardere groenten, die meer
vezels bevatten: spruitjes, gesneden witte kool, in plakjes gesneden wortels, knol-
selderij in
blokjes, enz.
Kies P09 voor het koken van zachtere groenten, die meer water bevatten: cour-
gettes in plakjes of stukjes, preiringen, aardappelen in plakjes van dezelfde groot-
te, bladspinazie, venkel, stukjes bloemkool, broccoli, enz.
Kies categorie P10 voor het koken van diepvriesgroenten:
wortels in schijfjes, stukjes bloemkool of broccoli, spruitjes, gesneden prei, schi-
jfjes of dobbelsteentjes courgette, spinazie.