DeWalt DW718 T 2 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Copyright DEWALT
Dansk 9
Deutsch 18
English 28
Español 37
Français 46
Italiano 55
Nederlands 64
Norsk 73
Português82
Suomi 91
Türkçe
107
EÏÏËÓÈη 116
64
NEDERLANDS
VERSTEKZAAGMACHINE DW718
Gefeliciteerd!
U heeft gekozen voor een machine van DEWALT. Jarenlange ervaring,
voortdurende produktontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een
betrouwbare partner voor de professionele gebruiker.
Technische gegevens
DW718
Spanning V 230
Opgenomen vermogen W 1.600
Zaagbladdiameter mm 305
Asgat mm 30
Zaagbladdikte mm 1,8
Max. snelheid zaagblad min
-1
3.400
Max. zaagbreedte 90° mm 203
Max. verstek 45° mm 144
Max. zaagdiepte 90° mm 85
Max. afschuining 45° mm 56
Verstek (max. posities) links 60°
rechts 50°
Afschuining (max. posities) links 48°
rechts 48°
0° verstek
Eindbreedte bij max. hoogte 94 mm mm 328
Eindhoogte bij max. breedte 345 mm mm 74
45° verstek naar links
Eindbreedte bij max. hoogte 94 mm mm 231
Eindhoogte bij max. breedte 241 mm mm 74
45° verstek naar rechts
Eindbreedte bij max. hoogte 94 mm mm 231
Eindhoogte bij max. breedte 241 mm mm 74
45° afschuining links
Eindbreedte bij max. hoogte 61 mm mm 328
Eindhoogte bij max. breedte 345 mm mm 48
45° afschuining rechts
Eindbreedte bij max. hoogte 43 mm mm 328
Eindhoogte bij max. breedte 345 mm mm 28
31,62° verstek, 33,85° afschuining
Eindhoogte bij max. breedte 168 mm mm 23
Remtijd van zaagblad s < 10,0
Gewicht kg 20,5
Zekeringen:
230 V machines 10 A
In deze handleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt:
Duidt op mogelijk lichamelijk letsel, levensgevaar of kans op
beschadiging van de machine indien de instructies in deze
handleiding worden genegeerd.
Geeft elektrische spanning aan.
EG-Verklaring van overeenstemming
DW718
DEWALT verklaart dat deze elektrische machines in overeenstemming zijn
met: 98/37/EEG, 89/336/EEG, 73/23/EEG, 86/188/EEG, EN 55014-2,
EN 55014, EN 61000-3-2, EN 61000-3-3 & EN 61029.
Neem voor meer informatie contact op met DEWALT, zie het adres
hieronder of op de achterkant van deze handleiding.
DW718
L
pA
(geluidsdruk) dB(A) 88
L
WA
(geluidsvermogen) dB(A) 101
Gewogen kwadratische gemiddelde waarde van de versnelling m/s
2
< 2,5*
K
pA
(meetonzekerheid geluidsdruk) dB(A) 2,8
K
WA
(meetonzekerheid geluidsvermogen) dB(A) 2,8
* meetonzekerheid overeenkomstig EN 12096: 0,4 m/s
2
Director Engineering and Product Development
Horst Großmann
DEWALT, Richard-Klinger-Straße 40,
D-65510, Idstein, Duitsland
65
NEDERLANDS
Veiligheidsinstructies
Neem bij het gebruik van stationaire elektrische machines altijd de
plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften in acht in verband met
brandgevaar, gevaar voor elektrische schokken en lichamelijk letsel.
Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u met de
machine gaat werken.
Bewaar deze instructies zorgvuldig!
Algemeen
1 Zorg voor een opgeruimde werkomgeving
Een rommelige werkomgeving kan tot ongelukken leiden.
2 Houd rekening met omgevingsinvloeden
Stel de machine niet bloot aan regen. Gebruik de machine niet in een
vochtige of natte omgeving. Zorg dat de werkomgeving goed is verlicht
(250 – 300 Lux). Gebruik de machine niet op plaatsen waar brand- of
explosiegevaar bestaat, b.v. in de buurt van brandbare vloeistoffen of
gassen.
3 Houd kinderen uit de buurt
Houd kinderen, bezoekers en dieren buiten het werkgebied en laat ze
de machine of de elektriciteitskabel niet aanraken.
4 Draag geschikte werkkleding
Draag geen wijde kleding of loshangende sieraden. Deze kunnen door
de bewegende delen worden gegrepen. Houd lang haar bijeen.
Draag bij het werken buitenshuis bij voorkeur geschikte
werkhandschoenen en schoenen met profielzolen.
5 Persoonlijke bescherming
Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij
werkzaamheden waarbij stofdeeltjes of spanen vrijkomen.
Draag eveneens een hittebestendig schort indien de vrijkomende
spanen aanzienlijk heet kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming.
Draag altijd een veiligheidshelm.
6 Bescherming tegen elektrische schok
Vermijd lichamelijk contact met geaarde voorwerpen (bijv. buizen,
radiatoren, fornuizen en koelkasten). Bij gebruik onder extreme
werkomstandigheden (bijv. hoge vochtigheid, ontwikkeling
vanmetaalstof, enz.) kan de elektrische veiligheid door een
scheidingstransformator of een aardlek-(FI)-schakelaar voor te
schakelen, verhoogd worden.
7 Zorg voor een veilige houding
Zorg altijd voor een juiste, stabiele houding.
8 Blijf voortdurend opletten
Houd uw aandacht bij uw werk. Ga met verstand te werk.
Gebruik de machine niet als u niet geconcentreerd bent.
9 Klem het werkstuk goed vast
Gebruik klemmen of een bankschroef om het werkstuk te fixeren.
Dit is veiliger, bovendien kan de machine dan met beide handen
worden bediend.
10 Sluit de uitrusting van de stofafvoer aan
Indien hulpmiddelen zijn meegeleverd voor de aansluiting van
stofafvoer en voorzieningen voor stofopvang, zorg dan dat deze zijn
aangesloten en naar behoren worden gebruikt.
11 Verwijder sleutels of hulpgereedschappen
Controleer vóór het inschakelen altijd of sleutels en andere
hulpgereedschappen zijn verwijderd.
12 Verlengsnoeren
Inspecteer voor gebruik het verlengsnoer. Vervang het snoer indien het
beschadigd is. Maak bij gebruik buitenshuis uitsluitend gebruik van
verlengsnoeren die geschikt zijn voor gebruik buitenshuis en als
zodanig zijn gemerkt.
13 Gebruik de juiste machine
Het gebruik volgens bestemming is beschreven in deze handleiding.
Gebruik geen lichte machine of hulpstukken voor het werk van zware
machines. De machine werkt beter en veiliger indien u deze gebruikt
voor het beoogde doel. Overbelast de machine niet.
Waarschuwing! Gebruik ter voorkoming van lichamelijk letsel
uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen accessoires en
hulpstukken. Gebruik de machine uitsluitend volgens bestemming.
14 Controleer de machine op beschadigingen
Controleer de machine voor gebruik op schade. Controleer of alle
bewegende delen correct gemonteerd zijn, of er geen onderdelen
gebroken zijn, of er geen beschermkappen en schakelaars beschadigd
zijn en of er andere gebreken zijn die invloed op de werking van de
machine zouden kunnen hebben. Vergewis u er van dat de machine
correct werkt. Gebruik de machine niet als enig onderdeel defect is.
Gebruik de machine niet als de aan/uit-schakelaar niet werkt.
Defecte of beschadigde onderdelen dienen door een erkend DEWALT
servicecentrum te worden vervangen. Probeer nooit om de machine
zelf te repareren.
15 Stekker uit stopcontact verwijderen
Schakel de machine uit en wacht totdat de machine volledig tot stilstand
is gekomen voordat u deze achterlaat. Verwijder de stekker uit het
stopcontact als u de machine niet gebruikt, voordat u gereedschappen,
accessoires of onderdelen van de machine verwisselt en voordat u
onderhoud aan de machine uitvoert.
16 Voorkom onbedoeld inschakelen
Wees ervan verzekerd dat de machine is uitgeschakeld voordat u de
stekker in het stopcontact steekt.
17 Misbruik het snoer niet
Trek niet aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te verwijderen.
Houd het snoer uit de buurt van warmtebronnen, olie en scherpe randen.
18 Berg de machine veilig op
Indien niet in gebruik, dienen machines te worden opgeborgen in een
droge, afsluitbare plaats, buiten bereik van kinderen.
19 Onderhoud de machine met zorg
Houd de machine schoon om beter en veiliger te kunnen werken.
Houdt u aan de instructies met betrekking tot het onderhoud en het
vervangen van accessoires. Houd de handgrepen en schakelaars
droog en vrij van olie en vet.
20 Reparaties
Deze machine voldoet aan alle geldende veiligheidsvoorschriften.
Wendt u voor reparaties tot een erkend DEWALT Service-center
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegde
vakmensen en met behulp van originele reserveonderdelen; anders kan
er een aanzienlijk gevaar voor de gebruiker ontstaan.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor verstekzagen
Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
Gebruik de machine niet als de beschermkap niet op zijn plaats zit,
of als de beschermkap niet functioneert of niet goed onderhouden is.
Gebruik de zaag nooit zonder de sleufplaat.
Houd handen uit de buurt van het zaagblad wanneer de machine is
aangesloten op de elektrische voeding.
Probeer nooit om een draaiende machine te stoppen door het zaagblad
te blokkeren; op deze manier kunnen de ernstigste ongelukken gebeuren.
Lees altijd eerst de handleiding voordat u een accessoire gebruikt.
Onjuist gebruik van een accessoire kan schade veroorzaken.
Selecteer het juiste zaagblad voor het te zagen materiaal.
Neem de op het zaagblad aangeduide maximum snelheid in acht.
Gebruik een houder of draag handschoenen bij het hanteren van
zaagbladen.
Zorg ervoor dat voor gebruik het zaagblad correct is gemonteerd.
Let erop dat het zaagblad in de juiste richting draait.
Houd de zaagbladen scherp.
Gebruik geen zaagblad met een grotere of kleinere diameter dan is
voorgeschreven. Voor de juiste specificaties van het zaagblad,
zie technische gegevens. Gebruik alleen de bladen die in deze
handleiding worden gespecificeerd en voldoen aan EN 847-1.
Overweeg om speciaal ontwikkelde geluidsarme bladen te gebruiken.
Gebruik geen HSS-bladen.
Gebruik geen gescheurde of beschadigde zaagbladen.
66
NEDERLANDS
Gebruik geen slijpschijven.
Licht het zaagblad uit de zaagsnede in de werkstukopening,
voordat de bedieningsschakelaar wordt losgelaten.
Zorg dat de arm bij het uitvoeren van afschuinzaagsneden goed vastzit.
Zet geen wig tegen de ventilator om op die manier de motoras tegen te
houden.
De beschermkap van het zaagblad zal automatisch omhooggaan als
de arm naar beneden wordt getrokken. De beschermkap kan met de
hand omhoog geduwd worden bij het monteren of verwijderen van het
zaagblad of voor inspectie van het zaagblad. Licht de beschermkap
nooit op terwijl de machine ingeschakeld is.
Houd de omgeving van de machine schoon en vrij van rondzwervend
materiaal zoals bijv. spaanders en restafval.
Controleer regelmatig of de luchtsleuven van de motor schoon en vrij
van spaanders zijn.
Vervang de sleufplaat indien versleten.
Ontkoppel de machine van de voeding wanneer
onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd of wanneer
het zaagblad moet worden vervangen.
Voer nooit schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit terwijl de
machine nog draait en de kop niet in ruststand is.
Monteer de machine indien mogelijk altijd op een werkbank.
Als u de zaaglijn met een laser aangeeft, gebruik dan een laser van
klasse 2 volgens EN 60825-1:2001. Vervang de laserdiode niet door
een ander type. Laat de laser bij beschadigingen door een erkend
servicecentrum repareren.
Voor een goed zicht tijdens het werk is de voorkant van de beschermkap
voorzien van louvre-openingen. Hoewel louvre-openingen zorgen voor
een drastische vermindering van rondvliegende spanen, moet tijdens
het zagen en het kijken in de louvre-openingen altijd een veiligheidsbril
worden gedragen.
Overige gevaren
De volgende gevaren zijn inherent aan het gebruik van deze zaagmachines:
- verwonding door het aanraken van roterende delen
Ondanks toepassing van de veiligheidsvoorschriften en het aanbrengen
van beveiligingen blijven bepaalde gevaren bestaan, en wel met name:
- Gevaar voor gehoorbeschadiging.
- Gevaar voor verwonding door de niet afgedekte gedeelten van het
zaagblad.
- Gevaar voor verwonding bij het verwisselen van het zaagblad.
- Gevaar voor beklemming van vingers bij het openen van de afdekkap.
- Gezondheidsrisico door het inademen van stof, met name bij het
verwerken van eiken- en beukehout.
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Gemonteerde verstekzaagmachine
1 Zaagbladsleutel
1 Zaagblad
1 Stofzak
1 Handleiding
1 Onderdelentekening
Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op
transportschade.
Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de
machine gaat werken.
Beschrijving (fig A1 - A7)
Uw DW718 verstekzaagmachine is ontworpen voor het professioneel zagen
van hout, houtproducten, aluminium en kunststoffen. De belangrijkste
zaagbewerkingen - afkorten, schuinzagen en verstekzagen - kunnen zo
eenvoudig, nauwkeurig en veilig worden uitgevoerd.
A1
1 Aan/uit-schakelaar
2 Beweegbare onderste beschermkap
3 Parallelgeleiding links
4 Verstekhendel
5 Verstekgrendel
6 Hendel voor deblokkeren verstekvergrendeling
7 Verstekschaal
8 Parallelgeleiding rechts
9 Sleufplaat
10 Draaggreep
11 Bedieningshendel
12 Zaagkop-ontgrendeling
13 Elektronische toerentalregelaar
14 Spindelblokkering
15 Schaal voor afschuiningsinstelling
16 Vergrendelknop geleiderail
17 Groefaanslag
18 Stofafzuigadapter
A2
19 Vaste bovenste zaagbladbescherming
20 Afschuinvergrendeling/-hendel
21 Klemhendel voor schuininstelling
22 Vergrendelingsstift zaagkop
23 Zaagbladsleutel
24 Handvat
25 Bevestigingsgaten voor werkbank
A3
26 Stofzak
Opties
A4
27 Verlengd werkblad
A5
28 Verstelbare lengte-aanslag
A6
29 Werkstukklem
A7
30 Laser
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is ontwikkeld voor een bepaalde netspanning.
Controleer altijd of uw netspanning overeenkomt met de waarde op het
typeplaatje.
De machine is dubbel geïsoleerd overeenkomstig EN 61029;
een aarddraad is dan ook niet nodig.
Vervangen van het snoer of de stekker
Als de stekker of het snoer wordt vervangen, moet de oude stekker c.q.
het oude snoer worden weggegooid. Het is gevaarlijk om de stekker van
een los snoer in het stopcontact te steken.
Gebruik van verlengsnoeren
Wanneer een verlengsnoer wordt gebruikt, neem dan een goedgekeurd
verlengsnoer, dat geschikt is voor het vermogen van de machine
(zie technische gegevens). De aders moeten minimaal een doorsnede
hebben van 1,5 mm
2
.
Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het snoer dan helemaal af.
67
NEDERLANDS
Spanningsvallen
Inschakelprocessen veroorzaken kortstondige spanningsvallen.
Onder ongunstige omstandigheden in de stroomvoorziening kunnen
andere apparaten nadelig worden beïnvloed.
Indien de impedantie van de stroomvoorziening lager is dan 0,25 ø, is de
kans op een storing nagenoeg uitgesloten.
Monteren
Haal vóór het monteren en instellen altijd de stekker uit het
stopcontact.
Uitpakken (fig. B)
Haal de zaag voorzichtig uit de verpakking en gebruik hiervoor de
draaggreep (10).
Zet de vergrendelknop (16) vrij en duw de zaagkop naar achteren om
hem in de achterste positie te vergrendelen.
Druk de bedieningshendel (11) omlaag en trek aan de vergrendelpin
(22), zoals afgebeeld.
Verminder de druk langzaam en laat de arm geheel omhoogkomen.
Werkbankmontage (fig. C)
In de vier voeten zijn gaten (25) aangebracht om montage op de
werkbank te vergemakkelijken. Er zijn twee gatmaten voor twee
verschillende schroefdiameters. Het is niet nodig om beide gaten te
gebruiken. Zorg voor een stevige montage, opdat de zaagmachine niet
kan bewegen. Moet de zaagmachine draagbaar blijven, monteer de
machine dan op een stuk multiplex met een dikte van 12,5 mm of
meer, dat op de werkbank of samen met de machine op een andere
werkplek op een andere werkbank kan worden bevestigd.
Wanneer de zaagmachine op multiplex wordt bevestigd, zorg er dan
voor dat de schroeven niet aan de onderkant van het hout uitsteken.
Het multiplex moet geheel tegen het blad van de werkbank aanliggen.
Bij het klemmen op elk ander oppervlak moeten de plaatsen van de
bevestigingsgaten worden gebruikt om te klemmen. Klemmen op een
ander punt zal het werken met de zaagmachine bemoeilijken.
Om aanlopen en onnauwkeurigheid te voorkomen, mag het
bevestigingsblad niet krom of oneffen zijn. Als de zaagmachine op het
werkblad wankelt, plaats dan een dun stukje materiaal onder één van
de voeten tot de machine stevig op het werkblad staat.
Monteren van het zaagblad (fig. D1 - D5)
Druk de zaagkop-ontgrendeling (12) om de onderste beschermkap (2)
vrij te geven. Trek de onderste beschermkap nu zo ver mogelijk omhoog.
Draai de schroef van de beschermkaphouder (34) met behulp van het
Torx-bit (33) in de handgreep van de meegeleverde zaagbladsleutel
(23) ver genoeg los om het hoekstuk (35) tussen de kop van de schroef
en de beschermkap te laten passeren. Nu kan de beschermkaphouder
(36) voldoende omhoog worden getrokken om de
bladvergrendelschroef (37) te kunnen bereiken.
Terwijl de onderste beschermkap omhoog wordt gehouden door de
schroef van de beschermkaphouder (34), drukt u met een hand de
spindelvergrendeling (14) in. Gebruik nu met de andere hand de
meegeleverde zaagbladsleutel (23) om de linksdraaiende zaagbladschroef
(37) los te draaien. Hiertoe wordt de schroef rechtsom gedraaid.
Druk nooit op de spindelvergrendeling terwijl het zaagblad
draait. Druk de beschermkap naar beneden en draai na het
monteren van het zaagblad de schroef van de
beschermkaphouder stevig vast (fig. D4).
Verwijder de bladvergrendelschroef (37) en de buitenste askraag (38).
Monteer het zaagblad (39) op de schouder (40) op de binnenste
askraag (41).
Zorg er hierbij voor dat de tanden aan de onderzijde van het zaagblad
in de richting van de achterkant van de zaag, dus van de gebruiker
vandaan wijzen.
Breng de buitenste askraag (38) weer aan.
Draai de bladvergrendelingsschroef (37) aan door deze linksom te draaien.
Houd hierbij met de andere hand de spindelvergrendeling ingedrukt.
Beweeg de beschermkaphouder (36) omlaag totdat het hoekstuk (35) zich
onder de kop van de schroef van de beschermkaphouder (34) bevindt.
Draai de schroef van de beschermkaphouder vast.
Druk nooit op de spindelvergrendeling terwijl het zaagblad
draait. Druk de beschermkap naar beneden en draai na het
monteren van het zaagblad de schroef van de
beschermkaphouder stevig vast.
Instellen
Haal vóór het monteren en instellen altijd de stekker uit het
stopcontact.
Deze verstekzaagmachine is in de fabriek nauwkeurig afgesteld. Als zij als
gevolg van het transport of om andere redenen toch opnieuw moet
worden afgesteld, dient dit te gebeuren zoals hieronder beschreven.
De instelling zou nu niet meer moeten verlopen.
Controleren en instellen van het zaagblad t.o.v. de parallelgeleiding
(fig. E1 - E4)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de
verstekarm (42) vrij te geven.
Draai de verstekarm totdat deze in de stand 0° verstek wordt vergrendeld.
Maak de hendel niet vast.
Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf (43)
valt.
Plaats een winkelhaak (44) tegen de parallelgeleiding links (3) en het
zaagblad (39) (fig. E3).
Laat de winkelhaak niet in aanraking komen met de tanden
van het zaagblad.
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai de schroeven (45) los en beweeg de verstekarm met verstekschaal
naar links of naar rechts, totdat de met de winkelhaak gemeten hoek
tussen het zaagblad en de parallelgeleiding 90° bedraagt.
Draai de schroeven (45) weer vast. Let hierbij nog niet op de uitlezing
van de verstekwijzer.
Instellen van de verstekwijzer (fig. E1, E2 & F)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de
verstekarm (42) vrij te geven.
Beweeg de verstekarm om de verstekwijzer (46) in de nulpositie te
brengen, zoals afgebeeld in fig. F.
Laat de verstekvergrendeling in de juiste positie klikken door de
verstekarm langs de nulstand te draaien, terwijl de verstekhendel nog
niet vastgezet is.
Kijk naar de wijzer (46) en de verstekschaal (7). Als de wijzer niet exact
nul aanwijst, draai dan de schroef (47) los, beweeg de wijzer zodat hij
0° aangeeft en draai de schroef vast.
Instellen van de verstekvergrendel/blokkeerstang (fig. G)
Als het onderstel van de zaag kan worden bewogen terwijl de verstekhendel
(4) vergrendeld is, dan moet de verstekvergrendel/blokkeerstang (48)
worden afgesteld.
Zet de verstekhendel (4) los.
Zet de verstekvergrendel/blokkeerstang (48) volledig vast met behulp van
een schroevendraaier. Draai de stang vervolgens een kwartslag linksom.
68
NEDERLANDS
Controleer of de tafel niet beweegt wanneer de verstekhendel (4) is
vastgezet op een willekeurige (niet voorafingestelde) hoek.
Controleren en instellen van het zaagblad t.o.v. het tafelblad
(fig. H1 – H4)
Draai de afschuinklemknop (21) los en til de afschuinvergrendeling (20)
op om de verstekarm vrij te geven.
Beweeg de zaagarm totdat deze in de stand 0° afschuinpositie wordt
vergrendeld. Maak de hendel niet vast.
Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf (43)
valt.
Plaats een winkelhaak (44) op de tafel en omhoog langs het blad (39)
(fig. H2).
Laat de winkelhaak niet in aanraking komen met de tanden
van het zaagblad.
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai de moeren (49) los en beweeg de zaagarm met verstekschaal
naar links of naar rechts, totdat de met de winkelhaak gemeten hoek
tussen het zaagblad en de parallelgeleiding 90° met de tafel bedraagt.
Draai de moeren (49) weer vast.
Als de stand van de afschuinwijzer (50) op de afschuinschaal (15)
ongelijk is aan 0, draai dan de borgschroef (51) los en stel de wijzer op 0
in. Herhaal dit voor de afschuinwijzer die zich aan de tegenovergelegen
zijde bevindt.
Instellen van de geleider (fig. I1 & I2)
Het bovenste deel van de parallelgeleiding kan worden bijgesteld. Zo kan
ruimte worden gemaakt om de zaag tot de maximale verstekpositie van
48° zowel naar links als naar rechts te kunnen draaien. Om de
parallelgeleiding links (3) in te stellen:
Draai de plastic knop (52) los en beweeg de parallelgeleiding naar links.
Voer een test uit met UITgeschakelde zaag en kijk hoe groot de
beschikbare ruimte is. Zet de parallelgeleiding op een zo klein mogelijke
afstand van het zaagblad, zonder de op- en neerwaartse beweging van
de zaagarm te belemmeren. Zo wordt het werkstuk optimaal gesteund.
Draai de knop stevig aan.
Om de parallelgeleiding rechts (8) in te stellen:
Draai de plastic knop (53) los en beweeg de parallelgeleiding naar rechts.
Ga verder te werk zoals bij het instellen van de parallelgeleiding links.
De geleidegroeven (54) van de parallelgeleiding kunnen
verstopt raken met zaagsel. Gebruik een stokje of wat
lage-druklucht om deze groeven schoon te maken.
Het controleren en aanpassen van de afschuinhoek (fig. I1, I2, J1 & J2)
Controleren en instellen van de afschuinhoek naar links
Draai de klemknop van de linker parallelgeleiding (52) los en beweeg het
bovenste deel van de linker parallelgeleiding zo ver mogelijk naar links.
Draai de afschuinklemknop (21) los en til de afschuinvergrendeling (20)
op om de verstekarm vrij te geven.
Beweeg de zaagarm naar links totdat de vergrendeling in de stand 45°
afschuinpositie wordt vergrendeld. Maak de hendel niet vast.
Controleer of de afschuinindicatie (50) 45° op de afschuinschaal (15)
aangeeft (fig. J1).
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai de moer (55) los en draai de stopschroef (56) naar binnen of buiten
totdat de wijzer (50) 45° aanwijst. Draai de moeren (55) weer vast.
Om een afschuinhoek van 50° in te stellen, draait u de schroef op de
hoekpositie-aanslag naar buiten om zo de zaagarm te bewegen.
Controleren en instellen van de afschuinhoek naar rechts
Draai de klemknop van de rechter parallelgeleiding (53) los en beweeg
het bovenste deel van de rechter parallelgeleiding zo ver mogelijk naar
links.
Draai de afschuinklemknop (21) los en til de afschuinvergrendeling (20)
op om de verstekarm vrij te geven.
Beweeg de zaagarm naar rechts totdat de vergrendeling in de stand
45° afschuinpositie wordt vergrendeld. Maak de hendel niet vast.
Controleer of de afschuinindicatie (50) 45° op de afschuinschaal (15)
aangeeft (fig. J2).
Ga voor het afstellen te werk als bij de afschuinhoek naar links.
Afstellen van het afschuinklemsysteem (fig. K)
Indien de zaagarm kan bewegen wanneer de afschuinklemhendel (21) is
vergrendeld, moet het klemsysteem worden afgesteld.
Verwijder de schroef (56) terwijl u de hendel vasthoudt.
Til de hendel eraf en draai hem 1/8 naar rechts. Plaats de schroef terug.
Controleer of de zaagarm niet beweegt wanneer de afschuinklemhendel
(21) is vastgezet op een willekeurige (niet voorafingestelde) hoek.
Instellen van de railgeleiding (fig. K)
Controleer de rails regelmatig op speling.
Draai de instelschroef (57) geleidelijk rechtsom om de speling te
verminderen terwijl de zaagkop naar voren en achteren wordt geschoven.
Aanwijzingen voor gebruik
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de
geldende voorschriften.
Voor gebruik:
Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten
zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het maximum
toerental van de machine.
Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen.
Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit.
Forceer het zagen niet.
Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen.
Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
Klem het werkstuk vast.
Hoewel deze zaagmachine geschikt is voor het zagen van hout en veel
metalen (maar niet voor ijzer en staal), gelden deze
bedieningsvoorschriften alleen voor het zagen van hout.
Dezelfde richtlijnen gelden ook voor andere materialen. Zaag met deze
zaag geen ijzer, staal, vezelcement of metselwerk!
Gebruik altijd de sleufplaat. Gebruik de machine niet als de sleuf breder
is dan 10 mm.
In- en uitschakelen (fig. L)
De aan/uit-schakelaar (1) is voorzien van een gat (58) om een hangslot
door te steken om de zaag uit bedrijf te vergrendelen.
Druk de aan/uit-schakelaar (1) in om de machine in te schakelen.
Stop de machine door de schakelaar los te laten.
Instellen van de variabele snelheid (fig. L)
Het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling (13) kan worden gebruikt
om vooraf de maximum snelheid in te stellen.
Draai het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling (13) naar de
gewenste waarde, die met een nummer wordt aangegeven.
Gebruik een hoog toerental voor het zagen van zachte materialen zoals
hout. Gebruik een laag toerental voor het zagen van metaal.
69
NEDERLANDS
Basis zaagsneden
Verticale rechte afkortsnede (fig. A1, A2 & M)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de
verstekarm vrij te geven.
Zet de verstekgrendel in de 0°-positie en zet de verstekhendel vast.
Leg het te zagen hout tegen de parallelgeleiding (3 & 8).
Pak de bedieningshendel (11) vast en druk op de zaagkop-ontgrendeling
(12) om de zaagkop vrij te geven.
Druk op de bedieningsknop (1) om de motor aan te zetten.
Druk de zaagkop naar beneden om door het hout te zagen. Het zaagblad
gaat de sleuf in de sleufplaat (9) in.
Laat na het zagen de knop los en wacht tot het zaagblad volledig tot
stilstand is gekomen voordat u de zaagkop laat terugkeren naar zijn
bovenste rustpositie.
Schuifzaagsnede (fig. N)
Met behulp van de geleiderails is het mogelijk om, gebruik makend van
een voor-, neer- en achterwaartse schuifbeweging, grotere werkstukken
van 50 x 100 mm tot 500 x 1000 mm te zagen.
Zet de vergrendelknop (16) vrij.
Trek de zaagkop naar u toe en schakel de machine in.
Laat het zaagblad in het werkstuk zakken en duw de zaagkop terug
om de zaagsnede te voltooien.
Ga te werk zoals hierboven beschreven.
Maak geen schuifzaagsneden bij werkstukken die kleiner zijn
dan 50 x 100 mm.
Vergeet niet om de zaagkop in de achterste positie te
vergrendelen als de werkzaamheden zijn voltooid.
Verticaal zagen met verstek (fig. A1, A2 & O)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in.
Beweeg de arm naar links of naar rechts om de juiste hoek in te stellen.
De vaste verstekgrendelposities zijn 10°, 15°, 22,5°, 31,62° en 45°
zowel links als rechts, en 60° links en 50° rechts. Houd voor
tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet hem vast door
de verstekhendel vast te zetten.
Zorg er voor het zagen altijd voor dat de verstekhendel is vastgezet.
Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
Als een stuk hout met een beschadigde kant wordt gezaagd,
leg het hout dan zo tegen de zaag, dat de beschadigde kant
zich aan de kant met de grootste hoek t.o.v. de parallelgeleiding
bevindt; d.w.z. bij zagen met verstek naar links de beschadiging
links, bij zagen met verstek naar rechts de beschadiging rechts.
Afschuinen (fig. A1, A2 & P)
De afschuinhoek kan worden ingesteld tussen 48° naar links en 48° naar
rechts. Hierbij kan de verstekarm tussen 0° en maximaal 45° naar links of
naar rechts worden ingesteld.
Afschuinhoek naar links
Beweeg het bovenste deel van de linker parallelgeleiding (3) zo ver
mogelijk naar links.
Draai de afschuinklemknop (21) los, til de afschuinvergrendeling (20) op
en stel de afschuinhoek op de gewenste waarde in.
De afschuinvergrendeling vergrendelt automatisch bij 22,5°, 33,85° bij
45°. Houd voor tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet
hem vast door de afschuinklemknop (21) vast te zetten.
Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
Afschuinhoek naar rechts
Beweeg het bovenste deel van de rechter parallelgeleiding (8) zo ver
mogelijk naar rechts.
Ga te werk als bij afschuinzagen naar links.
Kwaliteit van de zaagsnede
Hoe glad een zaagsnede is, hangt altijd af van een aantal variabelen, zoals
het te zagen materiaal. Als optimale zaagsneden nodig zijn, bijvoorbeeld
voor het maken van lijsten en ander precisiewerk, gebruik dan een scherp
zaagblad (60 tanden, hardmetaal) en een lagere, gelijkmatige zaagsnelheid
om het gewenste resultaat te bereiken.
Zorg er voor dat het materiaal tijdens het zagen niet kruipt;
maak het stevig vast. Laat de zaagarm pas omhoogkomen als
het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. Als aan de
achterkant toch kleine splinters ontstaan, plak dan een stuk
crêpe-plakband op de plaats waar de zaagsnede zal worden
gemaakt. Zaag door het crêpe-plakband en verwijder het
voorzichtig na het zagen.
Plaatsen van het lichaam en de handen
Het op de juiste manier plaatsen van het lichaam en de handen maakt het
zagen gemakkelijker, nauwkeuriger en veiliger.
Plaats uw handen nooit in de buurt van de zaagsnede.
Plaats uw handen op minimaal 150 mm van het zaagblad.
Houd het werkstuk tijdens het zagen stevig tegen de tafel en de
parallelgeleiding. Houd uw handen op hun plaats totdat de schakelaar
is losgelaten en het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
Voer altijd een test uit (met UITgeschakelde zaag) om de baan van het
zaagblad te kunnen volgen: zo bereikt u zuivere zaagsneden.
Plaats uw handen niet kruiselings.
Sta stevig met beide voeten op de grond en zorg voor een goed
evenwicht.
Volg de bewegingen van de zaagarm als u hem naar links en rechts
beweegt. Ga enigszins aan de kant van het zaagblad staan.
Kijk bij het volgen van een potloodlijn door de openingen in de
beschermkappen.
Vastzetten van het werkstuk (fig. A6)
Klem het hout als het kan aan de zaag vast.
Gebruik bij voorkeur de speciaal voor uw zaag ontwikkelde werkstukklem
(29). Klem het werkstuk als het kan tegen de parallelgeleiding. U kunt
het werkstuk links of rechts van het zaagblad vastzetten. Het is van
belang dat het werkstuk aan een stevig en vlak oppervlak wordt vastgezet.
Gebruik altijd een materiaalklem bij het zagen van niet-
ijzerhoudende metalen.
0ndersteunen van lange werkstukken (fig. A4)
Ondersteun lange werkstukken altijd.
Gebruik bij voorkeur de verlengsteun (27) om de tafelbreedte van uw
zaag te vergroten (als optie verkrijgbaar bij uw dealer). Ondersteun
lange werkstukken met enig bruikbaar middel, zoals zaagbokken e.d.,
om te voorkomen dat de uiteinden naar beneden hangen.
Zagen van lijsten, dozen en andere rechthoekige objecten (fig. Q1 & Q2)
Versteklijsten en andere lijsten
Oefen met een paar eenvoudige projecten, totdat u uw zaag “aanvoelt”.
Uw zaag is een perfect gereedschap voor het zagen van verstekhoeken
zoals die in fig. Q1. De afgebeelde verbinding kan naar keuze worden
gemaakt door middel van afschuin- of verstekinstelling.
- Door middel van afschuininstelling
De afschuinhoek voor de beide planken wordt ingesteld op 45°, zodat er
een hoek van 90° wordt gevormd. De verstekarm wordt vastgezet in de
nulstand. Het hout wordt met de brede, vlakke kant tegen de tafel en de
smalle kant tegen de parallelgeleiding gelegd.
70
NEDERLANDS
- Door middel van verstekinstelling
Dezelfde zaagsnede kan worden gemaakt door links en rechts met
verstek te zagen, met de brede kant tegen de parallelgeleiding.
De twee schetsen (fig. Q1 & Q2) gelden alleen voor rechthoekige objecten.
Als het aantal kanten verandert, veranderen ook de verstek- en
afschuinhoeken. Onderstaand overzicht geeft de juiste hoeken voor een
groot aantal verschillende vormen. Er wordt aangenomen dat alle zijden
even lang zijn. Als de door u gewenste vorm niet in het overzicht
voorkomt, deel dan 180° door het aantal zijden om de verstek- of
afschuinhoek te bepalen.
Aantal zijden Verstek- of afschuinhoek
4 45°
5 36°
6 30°
7 25,7°
8 22,5°
9 20°
10 18°
Dubbele versteksnede (fig. R1 & R2)
Voor het zagen van lijsten of dozen met schuine kanten zoals in afb. R1
wordt een combinatie van verstek- (fig. Q2) en afschuinhoek (fig. Q1)
gebruikt.
Zorg er als de zaaghoek telkens verschillend is voor dat de
afschuinklemknop en de verstekklemknop stevig aangedraaid
zijn. De knoppen moeten na elke verandering van de verstek-
c.q. afschuinhoek worden vastgezet (fig. R1 & R2).
Een gecombineerde versteksnede is een snede waarbij de verstekhoek
(fig. Q2) en de afschuinhoek (fig. Q2) tegelijkertijd worden gebruikt.
Deze soort zaagsnede wordt gebruikt voor het zagen van lijsten of dozen
met schuine kanten zoals aangegeven in R1.
Als de zaaghoek telkens verschillend is, moet u er op letten dat
de afschuinklemknop en de verstekklemknop stevig
aangedraaid zijn. De knoppen moeten na elke verandering van
de verstek- c.q. afschuinhoek worden vastgezet.
De onderstaande grafiek helpt u bij het kiezen van de juiste afschuin-
en verstekinstellingen voor een aantal gebruikelijke hoeken. U gebruikt
de grafiek door de gewenste hoek “A” (fig. R2) voor uw project te
kiezen en deze hoek op de juiste curve in de grafiek te vinden. Ga van
dat punt recht naar boven of beneden om de juiste afschuinhoek te
vinden en recht naar links of rechts om de juiste verstekhoek te vinden.
Stel de zaag in op de voorgeschreven hoeken en maak enkele
proefsneden.
Oefen met het in elkaar zetten van de gezaagde delen.
Voorbeeld: Maak een vierzijdige doos met buitenhoeken van 25°
(hoek “A”) (fig. R2), gebruik de bovenste boog rechts. Zoek 25° op de
boogschaal. Volg de horizontale snijlijn naar beide zijden om de
instelling van de verstekhoek van de zaag (23°) te verkrijgen. Volg op
dezelfde manier de verticale snijlijn naar beneden of naar boven voor
het instellen van de afschuinhoek van de zaag (40°). Maak steeds
enkele proeven met stukjes afvalhout om de instellingen te controleren.
Zagen van basislijsten
Het zagen van basislijsten wordt uitgevoerd onder een afschuinhoek van 45°.
Voer voor het zagen altijd een test uit met uitgeschakelde zaag.
Er wordt steeds gezaagd met de achterkant van de lijst vlak op de
zaag liggend.
Binnenhoek
- Links
Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Bewaar het deel links van de zaagsnede.
- Rechts
Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Bewaar het deel links van de zaagsnede.
Buitenhoek
- Links
Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
- Rechts
Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
Zagen van plafondsierlijsten
Het zagen van plafondsierlijsten wordt uitgevoerd onder een gecombineerde
verstek- en afschuinhoek. Voor het verkrijgen van uiterste nauwkeurigheid
heeft uw zaag vooringestelde hoekposities op 31,62° verstek en 33,85°
afschuining. Deze instellingen zijn geschikt voor standaard plafondsierlijsten
met een hoek van 52° aan de bovenkant en een hoek van 38° aan de
onderkant.
Maak testzaagsnedes op afvalmateriaal voordat u de definitieve
zaagsnedes maakt.
Er wordt steeds gezaagd onder een afschuinhoek naar links met de
achterkant van de lijst tegen het onderstel.
Binnenhoek
- Links
Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Verstekhoek naar rechts.
Bewaar het deel links van de zaagsnede.
DEZE AFSCHUINING OP DE ZAAG INSTELLEN
VIERZIJDIGE
DOOS
ZESZIJDIGE
DOOS
ACHTZIJDIGE
DOOS
HOEK TUSSEN TWEE RIBBEN
DEZE VERSTEKHOEK OP DE ZAAG INSTELLEN
71
NEDERLANDS
- Rechts
Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Verstekhoek naar links.
Bewaar het deel links van de zaagsnede.
Buitenhoek
- Links
Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Verstekhoek naar links.
Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
- Rechts
Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
Verstekhoek naar rechts.
Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
Groeven maken (fig. S)
Uw zaag is voorzien van een groefaanslag (17) en duimschroef (59) om
groeven te kunnen maken.
Wip de groefaanslag (17) naar de voorkant van de zaag.
Stel de duimschroef (59) in om de diepte van de groef in te stellen.
Het kan nodig zijn om eerst de borgmoer (60) los te draaien.
Plaats een stuk afvalhout van ca. 5 cm tussen de aanslag en het
werkstuk om een rechte groef te maken.
Stofafzuiging (fig. A2 & A3)
Bevestig de stofzak (26) op de stofuitlaat (18).
Sluit indien mogelijk een stofafzuiger aan die voldoet aan de geldende
richtlijnen voor stofemissie.
Zaagbladen
Om de genoemde zaagdiepten te bereiken, dienen altijd zaagbladen met
een diameter van 305 mm en een asgat van 30 mm te worden gebruikt.
Zagen van niet-ijzerhoudende metalen
Bij het zagen van niet-ijzerhoudende metalen mag de machine alleen in de
verstekzaagmodus worden gebruikt. Wij raden aan om geen afschuinsnedes
en gecombineerde verstek- en afschuinhoeken in niet-ijzerhoudende
metalen te maken. De machine mag niet worden gebruikt voor het zagen
van ferrometalen.
Gebruik altijd een materiaalklem bij het zagen van niet-ijzerhoudende
metalen. Zorg dat het werkstuk stevig is vastgeklemd.
Gebruik alleen zaagbladen die geschikt zijn voor het zagen van niet-
ijzerhoudende metalen.
Wanneer u smeermiddelen gebruikt, gebruik dan alleen was of een
scheidingsspray. Gebruik geen emulsies of soortgelijke vloeistoffen.
Sluit een FI- en DI-schakelaar tussen de machine en het lichtnet aan
om restrisico’s door metaalkrullen te voorkomen.
De FI-schakelaar moet voldoen aan de volgende specificaties:
nominale spanning 230 V
nominale stroom 16 A
reactietijd < 15 ms
smeltstroom 30 mA
De DI-schakelaar moet voldoen aan de volgende specificaties:
DIN VDE 0661
nominale spanning 230 V
nominale stroom 16 A
smeltstroom 30 mA
uitschakeling van alle polen L+N+PE
aardlekdetectie
onderspanningsbeveiliging
Opties
Uw dealer verstrekt u graag de nodige informatie over de juiste accessoires.
Transport (fig. A1, A2 & B)
Om de verstekzaagmachine eenvoudig te kunnen dragen, beschikt hij over
een draaggreep (10) aan de bovenkant van de zaagarm.
Beweeg voor het transporteren van de zaag de zaagarm omlaag en
druk de vergrendelingsstift (22) naar binnen.
Zet de vergrendelknop van de geleiderail vast terwijl de zaagarm in de
voorste positie staat, vergrendel de verstekarm in de uiterste rechtse
verstekhoek, schuif de aanslag (3 & 8) helemaal naar binnen en zet de
afschuinhendel (20) vast terwijl de zaagarm in de verticale positie staat
om de machine zo compact mogelijk te maken.
Gebruik altijd de draaggreep (10) of de handvatten (24) zoals afgebeeld
in fig. B om de zaag te transporteren.
Onderhoud
Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos
te functioneren met een minimum aan onderhoud. Een juiste behandeling
en regelmatige reiniging van de machine garanderen een hoge levensduur.
Reiniging
Houd de ventilatiesleuven vrij en maak de behuizing regelmatig schoon
met een zachte doek.
Reinig het tafelblad regelmatig.
Reinig regelmatig het stofopvangsysteem.
Vermijd het gebruik van reinigings- of smeermiddelen om de
machine te onderhouden. In het bijzonder de
reinigingsmiddelen uit sproeiflacons of spuitbussen kunnen de
plastic onderbeschermkap chemisch aantasten.
Smering
Uw machine heeft geen extra smering nodig.
Milieu
Gescheiden inzameling. Dit product mag niet met het gewone
huishoudelijke afval worden weggegooid.
Wanneer uw oude DEWALT-product aan vervanging toe is of het u niet
langer van dienst kan zijn, gooi het dan niet bij het huishoudelijk afval.
Zorg ervoor dat het product gescheiden kan worden ingezameld.
Door gebruikte producten en verpakkingen gescheiden in te
zamelen, worden de materialen gerecycled en opnieuw
gebruikt. Hergebruik van gerecyclede materialen voorkomt
milieuvervuiling en vermindert de vraag naar grondstoffen.
Inzamelpunten voor gescheiden inzameling van electrische
huishoudproducten bij gemeentelijke vuilnisbergen of bij de verkoper waar
u een nieuw product koopt, kunnen aan plaatselijke voorschriften
gebonden zijn.
DEWALT biedt de mogelijkheid tot inzamelen en recyclen van afgedankte
DEWALT-producten. Om gebruik te maken van deze service, retourneert u
het product naar een van de erkende servicecentra, die deze producten
voor ons verzamelt.
72
NEDERLANDS
U kunt het adres van het dichtstbijzijnde servicecentrum opvragen via de
adressen op de achterzijde van deze handleiding. U kunt ook een lijst van
onze servicecentra en meer informatie m.b.t. onze klantenservice vinden
op het volgende Internet-adres: www.2helpU.com
GARANTIE
• 30 DAGEN “NIET GOED, GELD TERUG” GARANTIE •
Indien uw DEWALT-machine om welke reden dan ook niet geheel aan
uw verwachtingen voldoet, stuurt u de machine dan compleet zoals bij
aankoop binnen 30 dagen terug naar DEWALT, samen met uw
aankoopbewijs en uw rekeningnummer. U ontvangt dan uw geld terug.
• 1 JAAR GRATIS SERVICE-CONTRACT •
Mocht uw DEWALT-machine binnen 12 maanden na aankoop nazicht
of reparatie behoeven, dan worden deze werkzaamheden gratis
uitgevoerd in onze Service-centers op vertoon van het aankoopbewijs.
Stuur uw machine rechtstreeks of via uw dealer naar een erkend
DEWALT Service-center.
• 1 JAAR GARANTIE •
Mocht uw DEWALT-machine binnen 12 maanden na datum van
aankoop defect raken tengevolge van materiaal- of constructiefouten,
dan garanderen wij de kosteloze vervanging van alle defecte delen of
van het hele apparaat, zulks ter beoordeling van DEWALT,
op voorwaarde dat:
het produkt niet foutief gebruikt werd
het produkt niet gerepareerd is door onbevoegden
het aankoopbewijs met daarop de aankoopdatum wordt overlegd
Informeer bij uw dealer of bij het DEWALT-hoofdkantoor naar het adres
van het dichtstbijzijnde Service-center (zie de achterzijde van deze
handleiding). Een overzicht van erkende DEWALT Service-centers en
nadere informatie over onze service vindt u ook op Internet:
www.2helpU.com

Documenttranscriptie

Dansk 9 Deutsch 18 English 28 Español 37 Français 46 Italiano 55 Nederlands 64 Norsk 73 Português 82 Suomi 91 Türkçe 107 EÏÏËÓÈη 116 Copyright DEWALT 2 NEDERLANDS VERSTEKZAAGMACHINE DW718 Gefeliciteerd! EG-Verklaring van overeenstemming U heeft gekozen voor een machine van DEWALT. Jarenlange ervaring, voortdurende produktontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een betrouwbare partner voor de professionele gebruiker. Technische gegevens Spanning Opgenomen vermogen Zaagbladdiameter Asgat Zaagbladdikte Max. snelheid zaagblad Max. zaagbreedte 90° Max. verstek 45° Max. zaagdiepte 90° Max. afschuining 45° Verstek (max. posities) Afschuining (max. posities) 0° verstek Eindbreedte bij max. hoogte 94 mm Eindhoogte bij max. breedte 345 mm 45° verstek naar links Eindbreedte bij max. hoogte 94 mm Eindhoogte bij max. breedte 241 mm 45° verstek naar rechts Eindbreedte bij max. hoogte 94 mm Eindhoogte bij max. breedte 241 mm 45° afschuining links Eindbreedte bij max. hoogte 61 mm Eindhoogte bij max. breedte 345 mm 45° afschuining rechts Eindbreedte bij max. hoogte 43 mm Eindhoogte bij max. breedte 345 mm 31,62° verstek, 33,85° afschuining Eindhoogte bij max. breedte 168 mm Remtijd van zaagblad Gewicht Zekeringen: 230 V machines V W mm mm mm min-1 mm mm mm mm links rechts links rechts DW718 230 1.600 305 30 1,8 3.400 203 144 85 56 60° 50° 48° 48° mm 328 mm 74 mm 231 mm 74 mm 328 mm 48 mm 328 mm 28 mm 23 s < 10,0 kg 20,5 10 A Duidt op mogelijk lichamelijk letsel, levensgevaar of kans op beschadiging van de machine indien de instructies in deze handleiding worden genegeerd. 64 Neem voor meer informatie contact op met DEWALT, zie het adres hieronder of op de achterkant van deze handleiding. DW718 LpA (geluidsdruk) dB(A) 88 LWA (geluidsvermogen) dB(A) 101 Gewogen kwadratische gemiddelde waarde van de versnelling m/s2 < 2,5* KpA (meetonzekerheid geluidsdruk) dB(A) 2,8 KWA (meetonzekerheid geluidsvermogen) dB(A) 2,8 * meetonzekerheid overeenkomstig EN 12096: 0,4 m/s2 Director Engineering and Product Development Horst Großmann mm 231 mm 74 In deze handleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt: Geeft elektrische spanning aan. DW718 DEWALT verklaart dat deze elektrische machines in overeenstemming zijn met: 98/37/EEG, 89/336/EEG, 73/23/EEG, 86/188/EEG, EN 55014-2, EN 55014, EN 61000-3-2, EN 61000-3-3 & EN 61029. DEWALT, Richard-Klinger-Straße 40, D-65510, Idstein, Duitsland NEDERLANDS Veiligheidsinstructies Neem bij het gebruik van stationaire elektrische machines altijd de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften in acht in verband met brandgevaar, gevaar voor elektrische schokken en lichamelijk letsel. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u met de machine gaat werken. Bewaar deze instructies zorgvuldig! Algemeen 1 Zorg voor een opgeruimde werkomgeving Een rommelige werkomgeving kan tot ongelukken leiden. 2 Houd rekening met omgevingsinvloeden Stel de machine niet bloot aan regen. Gebruik de machine niet in een vochtige of natte omgeving. Zorg dat de werkomgeving goed is verlicht (250 – 300 Lux). Gebruik de machine niet op plaatsen waar brand- of explosiegevaar bestaat, b.v. in de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen. 3 Houd kinderen uit de buurt Houd kinderen, bezoekers en dieren buiten het werkgebied en laat ze de machine of de elektriciteitskabel niet aanraken. 4 Draag geschikte werkkleding Draag geen wijde kleding of loshangende sieraden. Deze kunnen door de bewegende delen worden gegrepen. Houd lang haar bijeen. Draag bij het werken buitenshuis bij voorkeur geschikte werkhandschoenen en schoenen met profielzolen. 5 Persoonlijke bescherming Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden waarbij stofdeeltjes of spanen vrijkomen. Draag eveneens een hittebestendig schort indien de vrijkomende spanen aanzienlijk heet kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een veiligheidshelm. 6 Bescherming tegen elektrische schok Vermijd lichamelijk contact met geaarde voorwerpen (bijv. buizen, radiatoren, fornuizen en koelkasten). Bij gebruik onder extreme werkomstandigheden (bijv. hoge vochtigheid, ontwikkeling vanmetaalstof, enz.) kan de elektrische veiligheid door een scheidingstransformator of een aardlek-(FI)-schakelaar voor te schakelen, verhoogd worden. 7 Zorg voor een veilige houding Zorg altijd voor een juiste, stabiele houding. 8 Blijf voortdurend opletten Houd uw aandacht bij uw werk. Ga met verstand te werk. Gebruik de machine niet als u niet geconcentreerd bent. 9 Klem het werkstuk goed vast Gebruik klemmen of een bankschroef om het werkstuk te fixeren. Dit is veiliger, bovendien kan de machine dan met beide handen worden bediend. 10 Sluit de uitrusting van de stofafvoer aan Indien hulpmiddelen zijn meegeleverd voor de aansluiting van stofafvoer en voorzieningen voor stofopvang, zorg dan dat deze zijn aangesloten en naar behoren worden gebruikt. 11 Verwijder sleutels of hulpgereedschappen Controleer vóór het inschakelen altijd of sleutels en andere hulpgereedschappen zijn verwijderd. 12 Verlengsnoeren Inspecteer voor gebruik het verlengsnoer. Vervang het snoer indien het beschadigd is. Maak bij gebruik buitenshuis uitsluitend gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor gebruik buitenshuis en als zodanig zijn gemerkt. 13 Gebruik de juiste machine Het gebruik volgens bestemming is beschreven in deze handleiding. Gebruik geen lichte machine of hulpstukken voor het werk van zware machines. De machine werkt beter en veiliger indien u deze gebruikt voor het beoogde doel. Overbelast de machine niet. Waarschuwing! Gebruik ter voorkoming van lichamelijk letsel uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen accessoires en hulpstukken. Gebruik de machine uitsluitend volgens bestemming. 14 Controleer de machine op beschadigingen Controleer de machine voor gebruik op schade. Controleer of alle bewegende delen correct gemonteerd zijn, of er geen onderdelen gebroken zijn, of er geen beschermkappen en schakelaars beschadigd zijn en of er andere gebreken zijn die invloed op de werking van de machine zouden kunnen hebben. Vergewis u er van dat de machine correct werkt. Gebruik de machine niet als enig onderdeel defect is. Gebruik de machine niet als de aan/uit-schakelaar niet werkt. Defecte of beschadigde onderdelen dienen door een erkend DEWALT servicecentrum te worden vervangen. Probeer nooit om de machine zelf te repareren. 15 Stekker uit stopcontact verwijderen Schakel de machine uit en wacht totdat de machine volledig tot stilstand is gekomen voordat u deze achterlaat. Verwijder de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt, voordat u gereedschappen, accessoires of onderdelen van de machine verwisselt en voordat u onderhoud aan de machine uitvoert. 16 Voorkom onbedoeld inschakelen Wees ervan verzekerd dat de machine is uitgeschakeld voordat u de stekker in het stopcontact steekt. 17 Misbruik het snoer niet Trek niet aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te verwijderen. Houd het snoer uit de buurt van warmtebronnen, olie en scherpe randen. 18 Berg de machine veilig op Indien niet in gebruik, dienen machines te worden opgeborgen in een droge, afsluitbare plaats, buiten bereik van kinderen. 19 Onderhoud de machine met zorg Houd de machine schoon om beter en veiliger te kunnen werken. Houdt u aan de instructies met betrekking tot het onderhoud en het vervangen van accessoires. Houd de handgrepen en schakelaars droog en vrij van olie en vet. 20 Reparaties Deze machine voldoet aan alle geldende veiligheidsvoorschriften. Wendt u voor reparaties tot een erkend DEWALT Service-center Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegde vakmensen en met behulp van originele reserveonderdelen; anders kan er een aanzienlijk gevaar voor de gebruiker ontstaan. Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor verstekzagen • Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn. • Gebruik de machine niet als de beschermkap niet op zijn plaats zit, of als de beschermkap niet functioneert of niet goed onderhouden is. • Gebruik de zaag nooit zonder de sleufplaat. • Houd handen uit de buurt van het zaagblad wanneer de machine is aangesloten op de elektrische voeding. • Probeer nooit om een draaiende machine te stoppen door het zaagblad te blokkeren; op deze manier kunnen de ernstigste ongelukken gebeuren. • Lees altijd eerst de handleiding voordat u een accessoire gebruikt. Onjuist gebruik van een accessoire kan schade veroorzaken. • Selecteer het juiste zaagblad voor het te zagen materiaal. • Neem de op het zaagblad aangeduide maximum snelheid in acht. • Gebruik een houder of draag handschoenen bij het hanteren van zaagbladen. • Zorg ervoor dat voor gebruik het zaagblad correct is gemonteerd. • Let erop dat het zaagblad in de juiste richting draait. Houd de zaagbladen scherp. • Gebruik geen zaagblad met een grotere of kleinere diameter dan is voorgeschreven. Voor de juiste specificaties van het zaagblad, zie technische gegevens. Gebruik alleen de bladen die in deze handleiding worden gespecificeerd en voldoen aan EN 847-1. • Overweeg om speciaal ontwikkelde geluidsarme bladen te gebruiken. • Gebruik geen HSS-bladen. • Gebruik geen gescheurde of beschadigde zaagbladen. 65 NEDERLANDS • Gebruik geen slijpschijven. • Licht het zaagblad uit de zaagsnede in de werkstukopening, voordat de bedieningsschakelaar wordt losgelaten. • Zorg dat de arm bij het uitvoeren van afschuinzaagsneden goed vastzit. • Zet geen wig tegen de ventilator om op die manier de motoras tegen te houden. • De beschermkap van het zaagblad zal automatisch omhooggaan als de arm naar beneden wordt getrokken. De beschermkap kan met de hand omhoog geduwd worden bij het monteren of verwijderen van het zaagblad of voor inspectie van het zaagblad. Licht de beschermkap nooit op terwijl de machine ingeschakeld is. • Houd de omgeving van de machine schoon en vrij van rondzwervend materiaal zoals bijv. spaanders en restafval. • Controleer regelmatig of de luchtsleuven van de motor schoon en vrij van spaanders zijn. • Vervang de sleufplaat indien versleten. • Ontkoppel de machine van de voeding wanneer onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd of wanneer het zaagblad moet worden vervangen. • Voer nooit schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit terwijl de machine nog draait en de kop niet in ruststand is. • Monteer de machine indien mogelijk altijd op een werkbank. • Als u de zaaglijn met een laser aangeeft, gebruik dan een laser van klasse 2 volgens EN 60825-1:2001. Vervang de laserdiode niet door een ander type. Laat de laser bij beschadigingen door een erkend servicecentrum repareren. • Voor een goed zicht tijdens het werk is de voorkant van de beschermkap voorzien van louvre-openingen. Hoewel louvre-openingen zorgen voor een drastische vermindering van rondvliegende spanen, moet tijdens het zagen en het kijken in de louvre-openingen altijd een veiligheidsbril worden gedragen. Overige gevaren De volgende gevaren zijn inherent aan het gebruik van deze zaagmachines: - verwonding door het aanraken van roterende delen Ondanks toepassing van de veiligheidsvoorschriften en het aanbrengen van beveiligingen blijven bepaalde gevaren bestaan, en wel met name: - Gevaar voor gehoorbeschadiging. - Gevaar voor verwonding door de niet afgedekte gedeelten van het zaagblad. - Gevaar voor verwonding bij het verwisselen van het zaagblad. - Gevaar voor beklemming van vingers bij het openen van de afdekkap. - Gezondheidsrisico door het inademen van stof, met name bij het verwerken van eiken- en beukehout. A1 1 Aan/uit-schakelaar 2 Beweegbare onderste beschermkap 3 Parallelgeleiding links 4 Verstekhendel 5 Verstekgrendel 6 Hendel voor deblokkeren verstekvergrendeling 7 Verstekschaal 8 Parallelgeleiding rechts 9 Sleufplaat 10 Draaggreep 11 Bedieningshendel 12 Zaagkop-ontgrendeling 13 Elektronische toerentalregelaar 14 Spindelblokkering 15 Schaal voor afschuiningsinstelling 16 Vergrendelknop geleiderail 17 Groefaanslag 18 Stofafzuigadapter A2 19 Vaste bovenste zaagbladbescherming 20 Afschuinvergrendeling/-hendel 21 Klemhendel voor schuininstelling 22 Vergrendelingsstift zaagkop 23 Zaagbladsleutel 24 Handvat 25 Bevestigingsgaten voor werkbank A3 26 Stofzak Opties A4 27 Verlengd werkblad A5 28 Verstelbare lengte-aanslag A6 29 Werkstukklem A7 30 Laser Inhoud van de verpakking Elektrische veiligheid De verpakking bevat: 1 Gemonteerde verstekzaagmachine 1 Zaagbladsleutel 1 Zaagblad 1 Stofzak 1 Handleiding 1 Onderdelentekening De elektrische motor is ontwikkeld voor een bepaalde netspanning. Controleer altijd of uw netspanning overeenkomt met de waarde op het typeplaatje. • Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op transportschade. • Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de machine gaat werken. De machine is dubbel geïsoleerd overeenkomstig EN 61029; een aarddraad is dan ook niet nodig. Vervangen van het snoer of de stekker Als de stekker of het snoer wordt vervangen, moet de oude stekker c.q. het oude snoer worden weggegooid. Het is gevaarlijk om de stekker van een los snoer in het stopcontact te steken. Gebruik van verlengsnoeren Beschrijving (fig A1 - A7) Uw DW718 verstekzaagmachine is ontworpen voor het professioneel zagen van hout, houtproducten, aluminium en kunststoffen. De belangrijkste zaagbewerkingen - afkorten, schuinzagen en verstekzagen - kunnen zo eenvoudig, nauwkeurig en veilig worden uitgevoerd. 66 Wanneer een verlengsnoer wordt gebruikt, neem dan een goedgekeurd verlengsnoer, dat geschikt is voor het vermogen van de machine (zie technische gegevens). De aders moeten minimaal een doorsnede hebben van 1,5 mm2. Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het snoer dan helemaal af. NEDERLANDS Spanningsvallen Inschakelprocessen veroorzaken kortstondige spanningsvallen. Onder ongunstige omstandigheden in de stroomvoorziening kunnen andere apparaten nadelig worden beïnvloed. • • Indien de impedantie van de stroomvoorziening lager is dan 0,25 ø, is de kans op een storing nagenoeg uitgesloten. • Monteren • Zorg er hierbij voor dat de tanden aan de onderzijde van het zaagblad in de richting van de achterkant van de zaag, dus van de gebruiker vandaan wijzen. Breng de buitenste askraag (38) weer aan. Draai de bladvergrendelingsschroef (37) aan door deze linksom te draaien. Houd hierbij met de andere hand de spindelvergrendeling ingedrukt. Beweeg de beschermkaphouder (36) omlaag totdat het hoekstuk (35) zich onder de kop van de schroef van de beschermkaphouder (34) bevindt. Draai de schroef van de beschermkaphouder vast. Haal vóór het monteren en instellen altijd de stekker uit het stopcontact. Uitpakken (fig. B) • Haal de zaag voorzichtig uit de verpakking en gebruik hiervoor de draaggreep (10). • Zet de vergrendelknop (16) vrij en duw de zaagkop naar achteren om hem in de achterste positie te vergrendelen. • Druk de bedieningshendel (11) omlaag en trek aan de vergrendelpin (22), zoals afgebeeld. • Verminder de druk langzaam en laat de arm geheel omhoogkomen. Werkbankmontage (fig. C) • In de vier voeten zijn gaten (25) aangebracht om montage op de werkbank te vergemakkelijken. Er zijn twee gatmaten voor twee verschillende schroefdiameters. Het is niet nodig om beide gaten te gebruiken. Zorg voor een stevige montage, opdat de zaagmachine niet kan bewegen. Moet de zaagmachine draagbaar blijven, monteer de machine dan op een stuk multiplex met een dikte van 12,5 mm of meer, dat op de werkbank of samen met de machine op een andere werkplek op een andere werkbank kan worden bevestigd. • Wanneer de zaagmachine op multiplex wordt bevestigd, zorg er dan voor dat de schroeven niet aan de onderkant van het hout uitsteken. Het multiplex moet geheel tegen het blad van de werkbank aanliggen. Bij het klemmen op elk ander oppervlak moeten de plaatsen van de bevestigingsgaten worden gebruikt om te klemmen. Klemmen op een ander punt zal het werken met de zaagmachine bemoeilijken. • Om aanlopen en onnauwkeurigheid te voorkomen, mag het bevestigingsblad niet krom of oneffen zijn. Als de zaagmachine op het werkblad wankelt, plaats dan een dun stukje materiaal onder één van de voeten tot de machine stevig op het werkblad staat. Monteren van het zaagblad (fig. D1 - D5) • Druk de zaagkop-ontgrendeling (12) om de onderste beschermkap (2) vrij te geven. Trek de onderste beschermkap nu zo ver mogelijk omhoog. • Draai de schroef van de beschermkaphouder (34) met behulp van het Torx-bit (33) in de handgreep van de meegeleverde zaagbladsleutel (23) ver genoeg los om het hoekstuk (35) tussen de kop van de schroef en de beschermkap te laten passeren. Nu kan de beschermkaphouder (36) voldoende omhoog worden getrokken om de bladvergrendelschroef (37) te kunnen bereiken. • Terwijl de onderste beschermkap omhoog wordt gehouden door de schroef van de beschermkaphouder (34), drukt u met een hand de spindelvergrendeling (14) in. Gebruik nu met de andere hand de meegeleverde zaagbladsleutel (23) om de linksdraaiende zaagbladschroef (37) los te draaien. Hiertoe wordt de schroef rechtsom gedraaid. Druk nooit op de spindelvergrendeling terwijl het zaagblad draait. Druk de beschermkap naar beneden en draai na het monteren van het zaagblad de schroef van de beschermkaphouder stevig vast (fig. D4). • Verwijder de bladvergrendelschroef (37) en de buitenste askraag (38). • Monteer het zaagblad (39) op de schouder (40) op de binnenste askraag (41). Druk nooit op de spindelvergrendeling terwijl het zaagblad draait. Druk de beschermkap naar beneden en draai na het monteren van het zaagblad de schroef van de beschermkaphouder stevig vast. Instellen Haal vóór het monteren en instellen altijd de stekker uit het stopcontact. Deze verstekzaagmachine is in de fabriek nauwkeurig afgesteld. Als zij als gevolg van het transport of om andere redenen toch opnieuw moet worden afgesteld, dient dit te gebeuren zoals hieronder beschreven. De instelling zou nu niet meer moeten verlopen. Controleren en instellen van het zaagblad t.o.v. de parallelgeleiding (fig. E1 - E4) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de verstekarm (42) vrij te geven. • Draai de verstekarm totdat deze in de stand 0° verstek wordt vergrendeld. Maak de hendel niet vast. • Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf (43) valt. • Plaats een winkelhaak (44) tegen de parallelgeleiding links (3) en het zaagblad (39) (fig. E3). Laat de winkelhaak niet in aanraking komen met de tanden van het zaagblad. • Het afstellen geschiedt als volgt: • Draai de schroeven (45) los en beweeg de verstekarm met verstekschaal naar links of naar rechts, totdat de met de winkelhaak gemeten hoek tussen het zaagblad en de parallelgeleiding 90° bedraagt. • Draai de schroeven (45) weer vast. Let hierbij nog niet op de uitlezing van de verstekwijzer. Instellen van de verstekwijzer (fig. E1, E2 & F) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de verstekarm (42) vrij te geven. • Beweeg de verstekarm om de verstekwijzer (46) in de nulpositie te brengen, zoals afgebeeld in fig. F. • Laat de verstekvergrendeling in de juiste positie klikken door de verstekarm langs de nulstand te draaien, terwijl de verstekhendel nog niet vastgezet is. • Kijk naar de wijzer (46) en de verstekschaal (7). Als de wijzer niet exact nul aanwijst, draai dan de schroef (47) los, beweeg de wijzer zodat hij 0° aangeeft en draai de schroef vast. Instellen van de verstekvergrendel/blokkeerstang (fig. G) Als het onderstel van de zaag kan worden bewogen terwijl de verstekhendel (4) vergrendeld is, dan moet de verstekvergrendel/blokkeerstang (48) worden afgesteld. • Zet de verstekhendel (4) los. • Zet de verstekvergrendel/blokkeerstang (48) volledig vast met behulp van een schroevendraaier. Draai de stang vervolgens een kwartslag linksom. 67 NEDERLANDS • Controleer of de tafel niet beweegt wanneer de verstekhendel (4) is vastgezet op een willekeurige (niet voorafingestelde) hoek. Controleren en instellen van het zaagblad t.o.v. het tafelblad (fig. H1 – H4) • Draai de afschuinklemknop (21) los en til de afschuinvergrendeling (20) op om de verstekarm vrij te geven. • Beweeg de zaagarm totdat deze in de stand 0° afschuinpositie wordt vergrendeld. Maak de hendel niet vast. • Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf (43) valt. • Plaats een winkelhaak (44) op de tafel en omhoog langs het blad (39) (fig. H2). Laat de winkelhaak niet in aanraking komen met de tanden van het zaagblad. • Het afstellen geschiedt als volgt: • Draai de moeren (49) los en beweeg de zaagarm met verstekschaal naar links of naar rechts, totdat de met de winkelhaak gemeten hoek tussen het zaagblad en de parallelgeleiding 90° met de tafel bedraagt. Draai de moeren (49) weer vast. • Als de stand van de afschuinwijzer (50) op de afschuinschaal (15) ongelijk is aan 0, draai dan de borgschroef (51) los en stel de wijzer op 0 in. Herhaal dit voor de afschuinwijzer die zich aan de tegenovergelegen zijde bevindt. Instellen van de geleider (fig. I1 & I2) Het bovenste deel van de parallelgeleiding kan worden bijgesteld. Zo kan ruimte worden gemaakt om de zaag tot de maximale verstekpositie van 48° zowel naar links als naar rechts te kunnen draaien. Om de parallelgeleiding links (3) in te stellen: • Draai de plastic knop (52) los en beweeg de parallelgeleiding naar links. • Voer een test uit met UITgeschakelde zaag en kijk hoe groot de beschikbare ruimte is. Zet de parallelgeleiding op een zo klein mogelijke afstand van het zaagblad, zonder de op- en neerwaartse beweging van de zaagarm te belemmeren. Zo wordt het werkstuk optimaal gesteund. • Draai de knop stevig aan. Om de parallelgeleiding rechts (8) in te stellen: • Draai de plastic knop (53) los en beweeg de parallelgeleiding naar rechts. • Ga verder te werk zoals bij het instellen van de parallelgeleiding links. De geleidegroeven (54) van de parallelgeleiding kunnen verstopt raken met zaagsel. Gebruik een stokje of wat lage-druklucht om deze groeven schoon te maken. Het controleren en aanpassen van de afschuinhoek (fig. I1, I2, J1 & J2) Controleren en instellen van de afschuinhoek naar links • Draai de klemknop van de linker parallelgeleiding (52) los en beweeg het bovenste deel van de linker parallelgeleiding zo ver mogelijk naar links. • Draai de afschuinklemknop (21) los en til de afschuinvergrendeling (20) op om de verstekarm vrij te geven. • Beweeg de zaagarm naar links totdat de vergrendeling in de stand 45° afschuinpositie wordt vergrendeld. Maak de hendel niet vast. • Controleer of de afschuinindicatie (50) 45° op de afschuinschaal (15) aangeeft (fig. J1). • Het afstellen geschiedt als volgt: • Draai de moer (55) los en draai de stopschroef (56) naar binnen of buiten totdat de wijzer (50) 45° aanwijst. Draai de moeren (55) weer vast. • Om een afschuinhoek van 50° in te stellen, draait u de schroef op de hoekpositie-aanslag naar buiten om zo de zaagarm te bewegen. 68 Controleren en instellen van de afschuinhoek naar rechts • Draai de klemknop van de rechter parallelgeleiding (53) los en beweeg het bovenste deel van de rechter parallelgeleiding zo ver mogelijk naar links. • Draai de afschuinklemknop (21) los en til de afschuinvergrendeling (20) op om de verstekarm vrij te geven. • Beweeg de zaagarm naar rechts totdat de vergrendeling in de stand 45° afschuinpositie wordt vergrendeld. Maak de hendel niet vast. • Controleer of de afschuinindicatie (50) 45° op de afschuinschaal (15) aangeeft (fig. J2). • Ga voor het afstellen te werk als bij de afschuinhoek naar links. Afstellen van het afschuinklemsysteem (fig. K) Indien de zaagarm kan bewegen wanneer de afschuinklemhendel (21) is vergrendeld, moet het klemsysteem worden afgesteld. • Verwijder de schroef (56) terwijl u de hendel vasthoudt. • Til de hendel eraf en draai hem 1/8 naar rechts. Plaats de schroef terug. • Controleer of de zaagarm niet beweegt wanneer de afschuinklemhendel (21) is vastgezet op een willekeurige (niet voorafingestelde) hoek. Instellen van de railgeleiding (fig. K) • Controleer de rails regelmatig op speling. • Draai de instelschroef (57) geleidelijk rechtsom om de speling te verminderen terwijl de zaagkop naar voren en achteren wordt geschoven. Aanwijzingen voor gebruik Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de geldende voorschriften. Voor gebruik: • Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het maximum toerental van de machine. • Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen. • Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit. Forceer het zagen niet. • Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen. • Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn. • Klem het werkstuk vast. • Hoewel deze zaagmachine geschikt is voor het zagen van hout en veel metalen (maar niet voor ijzer en staal), gelden deze bedieningsvoorschriften alleen voor het zagen van hout. Dezelfde richtlijnen gelden ook voor andere materialen. Zaag met deze zaag geen ijzer, staal, vezelcement of metselwerk! • Gebruik altijd de sleufplaat. Gebruik de machine niet als de sleuf breder is dan 10 mm. In- en uitschakelen (fig. L) De aan/uit-schakelaar (1) is voorzien van een gat (58) om een hangslot door te steken om de zaag uit bedrijf te vergrendelen. • Druk de aan/uit-schakelaar (1) in om de machine in te schakelen. • Stop de machine door de schakelaar los te laten. Instellen van de variabele snelheid (fig. L) Het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling (13) kan worden gebruikt om vooraf de maximum snelheid in te stellen. • Draai het stelwiel voor elektronische snelheidsregeling (13) naar de gewenste waarde, die met een nummer wordt aangegeven. • Gebruik een hoog toerental voor het zagen van zachte materialen zoals hout. Gebruik een laag toerental voor het zagen van metaal. NEDERLANDS Basis zaagsneden Verticale rechte afkortsnede (fig. A1, A2 & M) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de verstekarm vrij te geven. • Zet de verstekgrendel in de 0°-positie en zet de verstekhendel vast. • Leg het te zagen hout tegen de parallelgeleiding (3 & 8). • Pak de bedieningshendel (11) vast en druk op de zaagkop-ontgrendeling (12) om de zaagkop vrij te geven. • Druk op de bedieningsknop (1) om de motor aan te zetten. • Druk de zaagkop naar beneden om door het hout te zagen. Het zaagblad gaat de sleuf in de sleufplaat (9) in. • Laat na het zagen de knop los en wacht tot het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u de zaagkop laat terugkeren naar zijn bovenste rustpositie. Schuifzaagsnede (fig. N) Met behulp van de geleiderails is het mogelijk om, gebruik makend van een voor-, neer- en achterwaartse schuifbeweging, grotere werkstukken van 50 x 100 mm tot 500 x 1000 mm te zagen. • Zet de vergrendelknop (16) vrij. • Trek de zaagkop naar u toe en schakel de machine in. • Laat het zaagblad in het werkstuk zakken en duw de zaagkop terug om de zaagsnede te voltooien. • Ga te werk zoals hierboven beschreven. • Maak geen schuifzaagsneden bij werkstukken die kleiner zijn dan 50 x 100 mm. • Vergeet niet om de zaagkop in de achterste positie te vergrendelen als de werkzaamheden zijn voltooid. Verticaal zagen met verstek (fig. A1, A2 & O) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in. • Beweeg de arm naar links of naar rechts om de juiste hoek in te stellen. De vaste verstekgrendelposities zijn 10°, 15°, 22,5°, 31,62° en 45° zowel links als rechts, en 60° links en 50° rechts. Houd voor tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet hem vast door de verstekhendel vast te zetten. • Zorg er voor het zagen altijd voor dat de verstekhendel is vastgezet. • Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen. Als een stuk hout met een beschadigde kant wordt gezaagd, leg het hout dan zo tegen de zaag, dat de beschadigde kant zich aan de kant met de grootste hoek t.o.v. de parallelgeleiding bevindt; d.w.z. bij zagen met verstek naar links de beschadiging links, bij zagen met verstek naar rechts de beschadiging rechts. Afschuinen (fig. A1, A2 & P) De afschuinhoek kan worden ingesteld tussen 48° naar links en 48° naar rechts. Hierbij kan de verstekarm tussen 0° en maximaal 45° naar links of naar rechts worden ingesteld. Afschuinhoek naar links • Beweeg het bovenste deel van de linker parallelgeleiding (3) zo ver mogelijk naar links. • Draai de afschuinklemknop (21) los, til de afschuinvergrendeling (20) op en stel de afschuinhoek op de gewenste waarde in. • De afschuinvergrendeling vergrendelt automatisch bij 22,5°, 33,85° bij 45°. Houd voor tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet hem vast door de afschuinklemknop (21) vast te zetten. • Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen. Afschuinhoek naar rechts • Beweeg het bovenste deel van de rechter parallelgeleiding (8) zo ver mogelijk naar rechts. • Ga te werk als bij afschuinzagen naar links. Kwaliteit van de zaagsnede Hoe glad een zaagsnede is, hangt altijd af van een aantal variabelen, zoals het te zagen materiaal. Als optimale zaagsneden nodig zijn, bijvoorbeeld voor het maken van lijsten en ander precisiewerk, gebruik dan een scherp zaagblad (60 tanden, hardmetaal) en een lagere, gelijkmatige zaagsnelheid om het gewenste resultaat te bereiken. Zorg er voor dat het materiaal tijdens het zagen niet kruipt; maak het stevig vast. Laat de zaagarm pas omhoogkomen als het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. Als aan de achterkant toch kleine splinters ontstaan, plak dan een stuk crêpe-plakband op de plaats waar de zaagsnede zal worden gemaakt. Zaag door het crêpe-plakband en verwijder het voorzichtig na het zagen. Plaatsen van het lichaam en de handen Het op de juiste manier plaatsen van het lichaam en de handen maakt het zagen gemakkelijker, nauwkeuriger en veiliger. • Plaats uw handen nooit in de buurt van de zaagsnede. • Plaats uw handen op minimaal 150 mm van het zaagblad. • Houd het werkstuk tijdens het zagen stevig tegen de tafel en de parallelgeleiding. Houd uw handen op hun plaats totdat de schakelaar is losgelaten en het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. • Voer altijd een test uit (met UITgeschakelde zaag) om de baan van het zaagblad te kunnen volgen: zo bereikt u zuivere zaagsneden. • Plaats uw handen niet kruiselings. • Sta stevig met beide voeten op de grond en zorg voor een goed evenwicht. • Volg de bewegingen van de zaagarm als u hem naar links en rechts beweegt. Ga enigszins aan de kant van het zaagblad staan. • Kijk bij het volgen van een potloodlijn door de openingen in de beschermkappen. Vastzetten van het werkstuk (fig. A6) • Klem het hout als het kan aan de zaag vast. • Gebruik bij voorkeur de speciaal voor uw zaag ontwikkelde werkstukklem (29). Klem het werkstuk als het kan tegen de parallelgeleiding. U kunt het werkstuk links of rechts van het zaagblad vastzetten. Het is van belang dat het werkstuk aan een stevig en vlak oppervlak wordt vastgezet. Gebruik altijd een materiaalklem bij het zagen van nietijzerhoudende metalen. 0ndersteunen van lange werkstukken (fig. A4) • Ondersteun lange werkstukken altijd. • Gebruik bij voorkeur de verlengsteun (27) om de tafelbreedte van uw zaag te vergroten (als optie verkrijgbaar bij uw dealer). Ondersteun lange werkstukken met enig bruikbaar middel, zoals zaagbokken e.d., om te voorkomen dat de uiteinden naar beneden hangen. Zagen van lijsten, dozen en andere rechthoekige objecten (fig. Q1 & Q2) Versteklijsten en andere lijsten Oefen met een paar eenvoudige projecten, totdat u uw zaag “aanvoelt”. Uw zaag is een perfect gereedschap voor het zagen van verstekhoeken zoals die in fig. Q1. De afgebeelde verbinding kan naar keuze worden gemaakt door middel van afschuin- of verstekinstelling. - Door middel van afschuininstelling De afschuinhoek voor de beide planken wordt ingesteld op 45°, zodat er een hoek van 90° wordt gevormd. De verstekarm wordt vastgezet in de nulstand. Het hout wordt met de brede, vlakke kant tegen de tafel en de smalle kant tegen de parallelgeleiding gelegd. 69 - Door middel van verstekinstelling Dezelfde zaagsnede kan worden gemaakt door links en rechts met verstek te zagen, met de brede kant tegen de parallelgeleiding. Aantal zijden 4 5 6 7 8 9 10 Verstek- of afschuinhoek 45° 36° 30° 25,7° 22,5° 20° 18° VIERZIJDIGE DOOS ZESZIJDIGE DOOS HOEK TUSSEN TWEE RIBBEN De twee schetsen (fig. Q1 & Q2) gelden alleen voor rechthoekige objecten. Als het aantal kanten verandert, veranderen ook de verstek- en afschuinhoeken. Onderstaand overzicht geeft de juiste hoeken voor een groot aantal verschillende vormen. Er wordt aangenomen dat alle zijden even lang zijn. Als de door u gewenste vorm niet in het overzicht voorkomt, deel dan 180° door het aantal zijden om de verstek- of afschuinhoek te bepalen. DEZE VERSTEKHOEK OP DE ZAAG INSTELLEN NEDERLANDS ACHTZIJDIGE DOOS DEZE AFSCHUINING OP DE ZAAG INSTELLEN Dubbele versteksnede (fig. R1 & R2) Voor het zagen van lijsten of dozen met schuine kanten zoals in afb. R1 wordt een combinatie van verstek- (fig. Q2) en afschuinhoek (fig. Q1) gebruikt. Zorg er als de zaaghoek telkens verschillend is voor dat de afschuinklemknop en de verstekklemknop stevig aangedraaid zijn. De knoppen moeten na elke verandering van de verstekc.q. afschuinhoek worden vastgezet (fig. R1 & R2). Een gecombineerde versteksnede is een snede waarbij de verstekhoek (fig. Q2) en de afschuinhoek (fig. Q2) tegelijkertijd worden gebruikt. Deze soort zaagsnede wordt gebruikt voor het zagen van lijsten of dozen met schuine kanten zoals aangegeven in R1. Als de zaaghoek telkens verschillend is, moet u er op letten dat de afschuinklemknop en de verstekklemknop stevig aangedraaid zijn. De knoppen moeten na elke verandering van de verstek- c.q. afschuinhoek worden vastgezet. • De onderstaande grafiek helpt u bij het kiezen van de juiste afschuinen verstekinstellingen voor een aantal gebruikelijke hoeken. U gebruikt de grafiek door de gewenste hoek “A” (fig. R2) voor uw project te kiezen en deze hoek op de juiste curve in de grafiek te vinden. Ga van dat punt recht naar boven of beneden om de juiste afschuinhoek te vinden en recht naar links of rechts om de juiste verstekhoek te vinden. • Stel de zaag in op de voorgeschreven hoeken en maak enkele proefsneden. • Oefen met het in elkaar zetten van de gezaagde delen. Voorbeeld: Maak een vierzijdige doos met buitenhoeken van 25° (hoek “A”) (fig. R2), gebruik de bovenste boog rechts. Zoek 25° op de boogschaal. Volg de horizontale snijlijn naar beide zijden om de instelling van de verstekhoek van de zaag (23°) te verkrijgen. Volg op dezelfde manier de verticale snijlijn naar beneden of naar boven voor het instellen van de afschuinhoek van de zaag (40°). Maak steeds enkele proeven met stukjes afvalhout om de instellingen te controleren. Zagen van basislijsten Het zagen van basislijsten wordt uitgevoerd onder een afschuinhoek van 45°. • Voer voor het zagen altijd een test uit met uitgeschakelde zaag. • Er wordt steeds gezaagd met de achterkant van de lijst vlak op de zaag liggend. Binnenhoek - Links • Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. - Rechts • Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. Buitenhoek - Links • Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. - Rechts • Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. Zagen van plafondsierlijsten Het zagen van plafondsierlijsten wordt uitgevoerd onder een gecombineerde verstek- en afschuinhoek. Voor het verkrijgen van uiterste nauwkeurigheid heeft uw zaag vooringestelde hoekposities op 31,62° verstek en 33,85° afschuining. Deze instellingen zijn geschikt voor standaard plafondsierlijsten met een hoek van 52° aan de bovenkant en een hoek van 38° aan de onderkant. • Maak testzaagsnedes op afvalmateriaal voordat u de definitieve zaagsnedes maakt. • Er wordt steeds gezaagd onder een afschuinhoek naar links met de achterkant van de lijst tegen het onderstel. Binnenhoek - Links • Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar rechts. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. 70 NEDERLANDS - Rechts • Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar links. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. Buitenhoek - Links • Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar links. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. - Rechts • Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar rechts. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. Groeven maken (fig. S) Uw zaag is voorzien van een groefaanslag (17) en duimschroef (59) om groeven te kunnen maken. • Wip de groefaanslag (17) naar de voorkant van de zaag. • Stel de duimschroef (59) in om de diepte van de groef in te stellen. Het kan nodig zijn om eerst de borgmoer (60) los te draaien. • Plaats een stuk afvalhout van ca. 5 cm tussen de aanslag en het werkstuk om een rechte groef te maken. Stofafzuiging (fig. A2 & A3) • Bevestig de stofzak (26) op de stofuitlaat (18). • Sluit indien mogelijk een stofafzuiger aan die voldoet aan de geldende richtlijnen voor stofemissie. Opties Uw dealer verstrekt u graag de nodige informatie over de juiste accessoires. Transport (fig. A1, A2 & B) Om de verstekzaagmachine eenvoudig te kunnen dragen, beschikt hij over een draaggreep (10) aan de bovenkant van de zaagarm. • Beweeg voor het transporteren van de zaag de zaagarm omlaag en druk de vergrendelingsstift (22) naar binnen. • Zet de vergrendelknop van de geleiderail vast terwijl de zaagarm in de voorste positie staat, vergrendel de verstekarm in de uiterste rechtse verstekhoek, schuif de aanslag (3 & 8) helemaal naar binnen en zet de afschuinhendel (20) vast terwijl de zaagarm in de verticale positie staat om de machine zo compact mogelijk te maken. • Gebruik altijd de draaggreep (10) of de handvatten (24) zoals afgebeeld in fig. B om de zaag te transporteren. Onderhoud Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos te functioneren met een minimum aan onderhoud. Een juiste behandeling en regelmatige reiniging van de machine garanderen een hoge levensduur. Reiniging Houd de ventilatiesleuven vrij en maak de behuizing regelmatig schoon met een zachte doek. • Reinig het tafelblad regelmatig. • Reinig regelmatig het stofopvangsysteem. Zaagbladen Om de genoemde zaagdiepten te bereiken, dienen altijd zaagbladen met een diameter van 305 mm en een asgat van 30 mm te worden gebruikt. Zagen van niet-ijzerhoudende metalen Bij het zagen van niet-ijzerhoudende metalen mag de machine alleen in de verstekzaagmodus worden gebruikt. Wij raden aan om geen afschuinsnedes en gecombineerde verstek- en afschuinhoeken in niet-ijzerhoudende metalen te maken. De machine mag niet worden gebruikt voor het zagen van ferrometalen. Vermijd het gebruik van reinigings- of smeermiddelen om de machine te onderhouden. In het bijzonder de reinigingsmiddelen uit sproeiflacons of spuitbussen kunnen de plastic onderbeschermkap chemisch aantasten. Smering Uw machine heeft geen extra smering nodig. Milieu • Gebruik altijd een materiaalklem bij het zagen van niet-ijzerhoudende metalen. Zorg dat het werkstuk stevig is vastgeklemd. • Gebruik alleen zaagbladen die geschikt zijn voor het zagen van nietijzerhoudende metalen. • Wanneer u smeermiddelen gebruikt, gebruik dan alleen was of een scheidingsspray. Gebruik geen emulsies of soortgelijke vloeistoffen. • Sluit een FI- en DI-schakelaar tussen de machine en het lichtnet aan om restrisico’s door metaalkrullen te voorkomen. De FI-schakelaar moet voldoen aan de volgende specificaties: nominale spanning 230 V nominale stroom 16 A reactietijd < 15 ms smeltstroom 30 mA De DI-schakelaar moet voldoen aan de volgende specificaties: DIN VDE 0661 nominale spanning 230 V nominale stroom 16 A smeltstroom 30 mA uitschakeling van alle polen L+N+PE aardlekdetectie onderspanningsbeveiliging Gescheiden inzameling. Dit product mag niet met het gewone huishoudelijke afval worden weggegooid. Wanneer uw oude DEWALT-product aan vervanging toe is of het u niet langer van dienst kan zijn, gooi het dan niet bij het huishoudelijk afval. Zorg ervoor dat het product gescheiden kan worden ingezameld. Door gebruikte producten en verpakkingen gescheiden in te zamelen, worden de materialen gerecycled en opnieuw gebruikt. Hergebruik van gerecyclede materialen voorkomt milieuvervuiling en vermindert de vraag naar grondstoffen. Inzamelpunten voor gescheiden inzameling van electrische huishoudproducten bij gemeentelijke vuilnisbergen of bij de verkoper waar u een nieuw product koopt, kunnen aan plaatselijke voorschriften gebonden zijn. DEWALT biedt de mogelijkheid tot inzamelen en recyclen van afgedankte DEWALT-producten. Om gebruik te maken van deze service, retourneert u het product naar een van de erkende servicecentra, die deze producten voor ons verzamelt. 71 NEDERLANDS U kunt het adres van het dichtstbijzijnde servicecentrum opvragen via de adressen op de achterzijde van deze handleiding. U kunt ook een lijst van onze servicecentra en meer informatie m.b.t. onze klantenservice vinden op het volgende Internet-adres: www.2helpU.com GARANTIE • 30 DAGEN “NIET GOED, GELD TERUG” GARANTIE • Indien uw DEWALT-machine om welke reden dan ook niet geheel aan uw verwachtingen voldoet, stuurt u de machine dan compleet zoals bij aankoop binnen 30 dagen terug naar DEWALT, samen met uw aankoopbewijs en uw rekeningnummer. U ontvangt dan uw geld terug. • 1 JAAR GRATIS SERVICE-CONTRACT • Mocht uw DEWALT-machine binnen 12 maanden na aankoop nazicht of reparatie behoeven, dan worden deze werkzaamheden gratis uitgevoerd in onze Service-centers op vertoon van het aankoopbewijs. Stuur uw machine rechtstreeks of via uw dealer naar een erkend DEWALT Service-center. • 1 JAAR GARANTIE • Mocht uw DEWALT-machine binnen 12 maanden na datum van aankoop defect raken tengevolge van materiaal- of constructiefouten, dan garanderen wij de kosteloze vervanging van alle defecte delen of van het hele apparaat, zulks ter beoordeling van DEWALT, op voorwaarde dat: • het produkt niet foutief gebruikt werd • het produkt niet gerepareerd is door onbevoegden • het aankoopbewijs met daarop de aankoopdatum wordt overlegd Informeer bij uw dealer of bij het DEWALT-hoofdkantoor naar het adres van het dichtstbijzijnde Service-center (zie de achterzijde van deze handleiding). Een overzicht van erkende DEWALT Service-centers en nadere informatie over onze service vindt u ook op Internet: www.2helpU.com 72
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128

DeWalt DW718 T 2 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor