DeWalt DW717XPS Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
2
Copyright D
EWALT
Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 7
Deutsch (übersetzt von den originalanweisungen) 17
English (original instructions) 28
Español (traducido de las instrucciones originales) 38
Français (traduction de la notice d’instructions originale) 48
Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 58
Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 69
Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 79
Português (traduzido das instruções originais) 89
Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 99
Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 109
Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 118
Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 128
69
NEDERLANDS
VERSTEKZAAGMACHINE DW717, DW717XPS
Gefeliciteerd!
U heeft gekozen voor een machine van DEWALT. Jarenlange ervaring,
voortdurende produktontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een
betrouwbare partner voor de professionele gebruiker.
Technische gegevens
DW717/ DW717XPS
Spanning V 230
Type 3/4
Opgenomen vermogen W 1 675
Zaagbladdiameter mm 250
Asgat mm 30
Zaagbladdikte mm 2,2
Max. snelheid zaagblad min
-1
4 000
Max. zaagbreedte 90°/90°
mm 98 x 320
Max. verstek 45° mm
226
Max. zaagdiepte 90° mm 89
Max. afschuining 45° mm 56
Verstek (max. posities) links 60°
rechts 51°
Afschuining (max. posities) links 48°
rechts 48°
0° verstek
Eindbreedte bij max. hoogte 89 mm mm 302
Eindhoogte bij max. breedte 320 mm mm 76
45° verstek naar links
Eindbreedte bij max. hoogte 89 mm mm 213
Eindhoogte bij max. breedte 226 mm mm 76
45° afschuining links
Eindbreedte bij max. hoogte 58 mm mm 302
Eindhoogte bij max. breedte 320 mm mm 50
45° afschuining rechts
Eindbreedte bij max. hoogte 30 mm mm 302
Eindhoogte bij max. breedte 320 mm mm 22
31,62° verstek, 33,85° afschuining
Eindhoogte bij max. breedte 272 mm mm 44
Uitlooptijd zaagblad
s < 10,0
Gewicht kg 24
L
PA
(geluidsdruk) dB(A) 91
K
PA
(meetonzekerheid geluidsdruk K) dB(A) 3,0
L
WA
(geluidsvermogen) dB(A) 99
K
WA
(meetonzekerheid geluidsvermogen K) dB(A) 3,0
Totale trillingswaarden (triax vectorsom) bepaald conform EN61029:
Vibratie-emissiewaarde a
h
a
h
= m/s² 2,1
Meetonzekerheid K = m/s² 1,5
Het vibratie-emissieniveau dat in dit informatieblad wordt gegeven, is
gemeten in overeenstemming met een gestandaardiseerde test volgens
EN 61029 en kan worden gebruikt om het ene gereedschap met het andere
te vergelijken. Het kan worden gebruikt voor een eerste inschatting van
blootstelling.
WAARSCHUWING: Het verklaarde vibratie-emissieniveau
geldt voor de hoofdtoepassingen van het gereedschap. Als
het gereedschap echter voor andere toepassingen wordt
gebruikt, dan wel met andere accessoires of slecht wordt
onderhouden, kan de vibratie-emissie verschillen. Dit kan het
blootstellingniveau aanzienlijk verhogen gedurende de totale
arbeidsduur.
Een inschatting van het blootstellingniveau aan vibratie dient
ook te worden overwogen wanneer het gereedschap wordt
uitgeschakeld of als het aan staat maar geen daadwerkelijke
werkzaamheden uitvoert. Dit kan het blootstellingniveau
aanzienlijk verminderen gedurende de totale arbeidsduur.
Stel aanvullende veiligheidsmaatregelen op om de operator te
beschermen tegen de effecten van vibratie, zoals: onderhoud
het gereedschap en de accessoires, houd de handen warm,
organisatie van werkpatronen.
Zekeringen
Europa 230 V machines 10 ampère, stroomnet
OPMERKING: Dit toestel is bedoeld voor aansluiting op een stroomvoor-
zieningssysteem met een maximale toegestame systeemimpedantie Zmax
van 0,27 Ω op het interfacepunt (elektriciteitskast) van de voorziening van
de gebruiker.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit toestel alleen wordt aangesloten op
een elektriciteitssysteem dat aan bovenvermeld vereiste voldoet. Indien nodig
kan de gebruiker het elektriciteitsbedrijf vragen naar de systeemimpedantie
op het interfacepunt.
Defi nities: Veiligheidsrichtlijnen
De onderstaande definities beschrijven de risicograad voor ieder
signaalwoord. Gelieve de handleiding te lezen en op deze symbolen te
letten.
GEVAAR: Wijst op een onmiddellijke gevaarlijke situatie die,
indien ze niet wordt vermeden, zal leiden tot dood of ernstig
letsel.
WAARSCHUWING: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie
die, indien ze niet wordt vermeden, kan leiden tot dood of
ernstig letsel.
VOORZICHTIG: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die,
indien ze niet wordt vermeden, misschien zal leiden tot lichte
of middelmatige verwondingen.
OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen
persoonlijk letsel optreedt die, indien niet voorkomen,
schade aan goederen kan veroorzaken.
Geeft het risico op een elektrische schok aan.
Wijst op brandgevaar.
EG-verklaring van overeenstemming
DW717, DW717XPS
D
EWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder Technische
gegevens in overeenstemming zijn met:
2006/42/EC, EN 61029-1, EN 61029-2-9.
Deze producten voldoen ook aan Richtlijn
2004/108/EG en 2011/65/EU. Neem voor meer informatie contact op
met D
EWALT via het volgende adres of kijk op de achterzijde van de
gebruiksaanwijzing.
De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het
technische bestand en legt deze verklaring af namens D
EWALT.
Horst Grossmann
Vice President Engineering
D
EWALT, Richard-Klinger-Straße 11,
D-65510, Idstein, Duitsland
01.11.2011
70
NEDERLANDS
Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van elektrisch
gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd houdt aan
elementaire veiligheidsmaatregelen om de kans op brand,
elektrische schok en lichamelijk letsel te verkleinen, met inbegrip
van de onderstaande maatregelen.
Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en bewaar
deze instructies.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK
Algemene veiligheidsregels
1. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving.
Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand.
2. Houd rekening met de omgeving van de werkplek.
Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het gereedschap
niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de werkplek goed verlicht
(250–300 Lux). Gebruik het gereedschap niet op plaatsen waar brand-
of explosiegevaar bestaat, bijv. in de buurt van brandbare vloeistoffen en
gassen.
3. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken.
Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld
pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van
het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld
hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd
enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een
scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen.
4. Houd andere mensen uit de buurt.
Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn
betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd ze uit
de buurt van de werkplek.
5. Berg ongebruikt gereedschap op.
Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een droge
plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het bereik van
kinderen.
6. Forceer het gereedschap niet.
Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de bedoelde
wijze wordt gebruikt.
7. Maak gebruik van het juiste gereedschap.
Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines uit
te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden waarvoor het
niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet om boomtakken of
houtblokken te zagen.
8. Draag geschikte kleding.
Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast
komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn
aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen.
9. Gebruik beschermend materiaal.
Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij
werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen. Draag
ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet kunnen zijn.
Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een veiligheidshelm.
10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan.
Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van voorzieningen
voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze zijn aangesloten en
naar behoren worden gebruikt.
11. Gebruik het snoer niet verkeerd.
Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen.
Draag het gereedschap nooit aan het snoer.
12. Zeker het werkstuk.
Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te
bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw handen
gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide handen
bedienen.
13. Zorg voor een veilige houding.
Zorg altijd voor een juist, stabiele houding.
14. Onderhoud gereedschap met zorg.
Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere
prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen van
hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en laat het
repareren door een bevoegde reparatieservice als het is beschadigd.
Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie en vet.
15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact.
Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt
en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires als
bladen, boren en snijstukken verwisselt.
16. Verwijder stel- en moersleutels.
Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en
moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt.
17. Vermijd onbedoeld inschakelen.
Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg
ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor
buitengebruik.
Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die
beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt
gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik en
als zodanig zijn gemarkeerd.
19. Blijf alert.
Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het gereedschap
niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of alcohol hebt gebruikt.
20. Controleer op beschadigde onderdelen.
Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer zorgvuldig
om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en de bedoelde taken
uitvoert. Controleer of bewegende delen zich in de juiste positie
bevinden en goed zijn bevestigd, of er defecte onderdelen zijn, of ze
juist zijn gemonteerd en of er sprake is van andere zaken die bediening
kunnen beïnvloeden. Een beschermstuk of ander onderdeel dat is
beschadigd dient op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd
door een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders
wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte
schakelaars vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/
uitschakelaar niet naar behoren werkt. Probeer nooit zelf reparaties uit te
voeren.
WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire
of hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met
dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze
instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met zich
meebrengen.
21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon.
Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante
veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden
uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van originele
reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk gevaar voor
de gebruiker.
Overige veiligheidsvoorschriften voor verstekzagen
Bij het apparaat wordt een speciaal geconfigureerd stroomsnoer
geleverd dat alleen kan worden vervangen door de fabrikant of door de
bevoegde reparatieservice.
Controleer, voordat u zaagwerkzaamheden begint uit te voeren, dat de
machine op gelijk en stabiel oppervlak is geplaatst.
Gebruik de zaag niet om ander materiaal mee te zagen dan dat door de
fabrikant wordt aanbevolen.
Gebruik het apparaat niet zonder de beschermkappen of indien de
beschermkappen niet functioneren of niet goed zijn onderhouden.
Controleer of de arm goed is bevestigd wanneer u schuin zaagt.
Houd het werkoppervlak rond het apparaat horizontaal, goed
onderhouden en verwijder rondslingerende zaken zoals snippers en
afgezaagde delen.
Gebruik op juiste wijze geslepen zaagbladen. Let op het merkteken van
de maximumsnelheid op het zaagblad. De vermelde maximumsnelheid
moet altijd hoger zijn dan of ten minste even hoog zijn als de snelheid
die op het typeplaatje wordt vermeld.
71
NEDERLANDS
Controleer of alle bevestigingsschroeven en klemmen goed vastzitten
voordat u het gereedschap gebruikt.
Plaats nooit een hand in het zaaggebied wanneer de zaag op het
stroomnet is aangesloten.
Probeer nooit om een draaiende machine snel tot stilstand te brengen
door gereedschap of iets anders tegen het blad te houden; dit kan
leiden tot ernstige ongelukken.
Raadpleeg de handleiding voordat u accessoires gebruikt.
Het verkeerde gebruik van accessoires kan leiden tot schade.
Gebruik de zaag niet voor het zagen van andere materialen dan hout of
dergelijke materialen.
Zorg ervoor dat het zaagblad correct is aangebracht voordat u het
gebruikt.
Let erop dat het blad in de juiste richting draait.
Gebruik geen bladen met een grotere of kleinere diameter
dan aanbevolen. Zie de technische gegevens voor de juiste
zaagcapaciteiten. Gebruik alleen de bladen die in deze handleiding
worden gespecificeerd en voldoen aan EN 847-1.
Overweeg het gebruik van daartoe ontworpen geluidsbeperkende
bladen.
Gebruik geen HIGH SPEED-stalen zaagbladen.
Gebruik geen gebarsten of beschadigde zaagbladen.
Gebruik geen schurende schijven of diamantschijven
Gebruik uw zaag nooit zonder de snijplaat.
Licht het zaagblad uit de zaagsnede in het werkstuk voordat u de
schakelaar loslaat.
Zet geen wig tegen de ventilator om de motoras tegen te houden.
De beschermkap van het zaagblad gaat automatisch omhoog wanneer
u de arm naar beneden houdt. Deze zal omlaag over het blad worden
geplaatst wanneer de hendel voor vergrendeling van de zaagkop (12)
wordt ingedrukt.
Breng de beschermkap van het blad nooit handmatig omhoog, tenzij
de zaag is uitgeschakeld. De beschermkap kan handmatig omhoog
worden gebracht wanneer u zaagbladen installeert of verwijdert of
wanneer u deze inspecteert.
Controleer regelmatig of de ventilatieopeningen van de motor schoon
zijn en vrij van snippers.
Vervang de sleufplaat wanneer deze is versleten.
Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u
onderhoudswerkzaamheden verricht of wanneer u het blad vervangt.
Voer geen schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit terwijl de
machine nog draait en de kop zich nog niet in de ruststand bevindt.
Bevestig het apparaat, indien mogelijk, altijd aan een werkbank.
Als u de snijlijn aanduidt met een LED, is het belangrijk dat de LED
van klasse 2 is volgens EN 62471. Vervang niet een LED-diode door
een diode van een ander type. Laat de LED, als deze beschadigd is,
repareren door een erkende reparatiemonteur.
In de voorzijde van de beschermkap bevindt zich een rooster voor
een beter overzicht tijdens het zagen. Ondanks het feit dat een
rooster leidt tot aanzienlijk minder rondvliegende delen, zijn het wel
openingen in de beschermkap en een veiligheidsbril dient altijd te
worden gedragen wanneer u door het rooster kijkt.
Verbind de zaag met een apparaat voor stofopname wanneer u hout
zaagt. Denk altijd aan factoren die invloed hebben op blootstelling aan
stof, zoals:
-– het soort materiaal waarmee u werkt (spaanplaat produceert meer
stof dan hout);
-– scherpte van het zaagblad;
-– juiste instellingen van het zaagblad.
-– stofafzuiging met luchtsnelheid van niet minder dan 20 m/s
Controleer dat de afvoer ter plaatse, evenals de kappen, schermen en
trechters op juiste wijze zijn afgesteld.
Denk goed aan de volgende factoren die invloed uitoefenen op
blootstelling
aan lawaai:
-– gebruik zaagbladen die zijn ontworpen om het lawaai te verminderen;
-– gebruik alleen goed geslepen bladen;
Onderhoud aan het apparaat dient regelmatig te worden uitgevoerd;
Zorg voor gepaste algehele of plaatselijke verlichting;
Controleer of diegene die met het apparaat werkt goed getraind is in
het gebruiken, het instellen en het bedienen van het apparaat;
Let erop dat eventuele tussenringen en asringen geschikt zijn voor het
doel dat in deze handleiding wordt vermeld.
Verwijder geen uitgezaagde of andere delen van het werkstuk uit het
zaaggebied terwijl de machine loopt en de zaagkop niet in rustpositie
staat.
Zaag nooit werkstukken korten dan 200 mm.
Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een
maximaal werkstukformaat van:
Hoogte 89 mm bij breedte 302 mm bij lengte 600 mm
Langere werkstukken moeten worden ondersteund door een
geschikte aanvullende tafel, bijv. DE7023. Klem het werkstuk altijd
stevig vast.
In het geval van een ongeval of van storing van de machine moet u de
machine onmiddellijk uitschakelen en de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken.
Rapporteer de storing en breng een geschikte aanduiding op de
machine aan zodat andere mensen niet proberen de niet (goed)
functionerende machine te gebruiken.
Wanneer het zaagblad is geblokkeerd als gevolg van abnormale
aanvoerdruk tijdens het zagen, zet de machine dan uit en trek de
stekker uit het stopcontact. Verwijder het werkstuk en zorg voor vrijloop
van het zaagblad. Zet de machine aan start de zaagwerkzaamheden
weer met verminderde aanvoerdruk.
Zaag nooit een lichte legering, vooral niet magnesium.
Monteer, wanneer de situatie dat toelaat, de machine op een werkbank
met bouten van een diameter van 8 mm en een lengte van 80 mm.
Overige risico’s
De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van zagen:
letsel veroorzaakt door aanraken van ronddraaiende delen
Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en de
implementatie van veiligheidsmiddelen kunnen sommige overige risico’s niet
worden vermeden. Dit zijn:
Gehoorsbeschadiging.
Risico op ongevallen veroorzaakt door onbedekte delen van het
draaiende zaagblad.
Risico op letsel bij het verwisselen van het blad.
Risico dat de vingers gekneld raken bij het openen van de
beschermkappen.
Gezondheidsrisico’s die worden veroorzaakt door het inademen van stof
dat vrijkomt bij het zagen van hout, met name eik, beuk en MDF-platen.
De volgende factoren verhogen het risico van ademhalingsproblemen:
Geen stofafzuiging bevestigd wanneer u hout zaagt
Onvoldoende stofafzuiging doordat uitlaatfilters niet zijn gereinigd
Markering op het gereedschap
De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld:
Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik.
Draag gehoorbescherming.
Draag oogbescherming.
Draagpunt
Houd handen weg bij zaagblad.
Kijk niet direct in de lichtbron.
72
POSITIE DATUMCODE (FIG. A1)
De datumcode (13), die ook het jaar van fabricage bevat, is binnen in de
behuizing geprint.
Voorbeeld:
2013 XX XX
Jaar van fabricage
Inhoud van de verpakking
De verpakking bevat:
1 Gemonteerde verstekzaagmachine
1 Zaagbladsleutel
1 Zaagblad
1 Stofzak
1 Materiaalklem
1 Handleiding
1 Onderdelentekening
Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op
transportschade.
Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de
machine gaat werken.
Beschrijving (fi g. A1–A6)
WAARSCHUWING: Breng nooit veranderingen aan het
elektrisch gereedschap of enig onderdeel daarvan aan. Dit kan
schade of lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
A1
1 Aan/uit schakelaar
2 Beweegbare onderste beschermkap
3 Linkerhandkant geleider
4 Verstekhendel
5 Verstekslot
6 XPS
TM
aan/uit-schakelaar
7 Verstekschaal
8 Rechterhandkant geleider
9 Sleufplaat
10 Draaghendel
11 Bedieningsghendel
12 Hoofdvergrendeling vrijgavehendel
13 Datumcode
14 Spindelafsluiting
15 Schaal voor afschuininstelling
16 Vergrendelknop geleiderail
17 Groefaanslag
A2
18 Schuifvergrendeling
19 Vaste bovenste beschermkap
20 Afschuinvergrendeling/-hendel
21 Klemhendel voor schuininstelling
22 Vergrendelingsstift zaagkop
23 Zaagbladsleutel
24 Hantvat
25 Bevestigingsgaten voor werkbank
26 Stofafzuigadapter
A3
27 Stofzak
A4
28 LED werklichtsysteem
Optionele accessoires
A5
29 Verlengd werkblad
A6
30 Werkstukklem
GEBRUIKSDOEL
Uw D
EWALT DW717 Verstekzaag is ontworpen voor het op professionele
wijze zagen van hout, houtproducten en kunststoffen. De zaag voert de
werkzaamheden zoals afkorten, afschuinen en verstekzagen gemakkelijk,
nauwkeurig en veilig uit.
Deze unit is ontworpen voor gebruik met een carbidepuntzaag met een
nominale zaagbladdiameter van 250 mm.
GEBRUIK ZE NIET bij natte omstandigheden of in de aanwezigheid van
ontvlambare vloeistoffen of gassen.
Deze verstekzagen zijn professioneel elektrisch gereedschap.
LAAT GEEN kinderen in contact met het gereedschap komen. Toezicht is
vereist als onervaren gebruikers dit gereedschap bedienen.
WAARSCHUWING! Gebruik de machine niet voor andere
doeleinden dan waarvoor zij is bedoeld.
Dit product is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder
kinderen) die verminderde fysieke, sensorische of psychische
vermogens hebben of die het ontbreekt aan ervaring en/of kennis of
bekwaamheden, als dat niet gebeurt onder toezicht van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen mogen nooit alleen
worden gelaten met dit product zodat ze ermee zouden kunnen spelen.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer altijd
of de stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op het typeplaatje.
Uw DEWALT gereedschap s dubbel geïsoleerd in
overeenstemming met EN 61029; daarom is geen aarding nodig.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door een
speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via de DEWALT servicedienst.
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een goedgekeurd 3-aderig
verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomvoorziening van dit gereedschap
(zie Technische gegevens). De minimale geleidergrootte is 1,5 mm
2
; de
maximale lengte is 30 m.
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af te rollen.
MONTAGE
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te
verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast
of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de
hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Uitpakken (fi g. A1, B)
Haal de zaag voorzichtig uit de verpakking en gebruik hiervoor de
draaggreep (10).
Zet de vergrendelknop (16) vrij en duw de zaagkop naar achteren om
hem in de achterste positie te vergrendelen.
Druk de bedieningshendel (11) omlaag en trek aan de vergrendelpin
(22), zoals afgebeeld.
Verminder de druk langzaam en laat de arm geheel omhoogkomen.
Werkbankmontage (fi g. C)
Er zit gaten (25) in alle vier de voetjes zodat montage op een werkbank
gemakkelijk is. Er zijn gaten van twee verschillende afmetingen voor
gebruik van bouten van verschillende maten. Gebruik één van de gaten;
het is niet nodig beide te gebruiken. Geadviseerd wordt bouten met een
diameter van 8 mm en een lengte van 80 mm te gebruiken. Monteer uw
zaag altijd stevig zodat beweging wordt voorkomen. Voor een betere
draagbaarheid kunt u het gereedschap monteren op een stuk multiplex
van een dikte van 12,5 millimeter of meer, wat u vervolgens op uw
werkbank kunt klemmen of kunt meenemen naar andere locaties en daar
weer kunt vastklemmen.
NEDERLANDS
73
Wanneer de zaagmachine op multiplex wordt bevestigd, zorg er dan
voor dat de schroeven niet aan de onderkant van het hout uitsteken.
Het multiplex moet geheel tegen het blad van de werkbank aanliggen.
Bij het klemmen op elk ander oppervlak moeten de plaatsen van de
bevestigingsgaten worden gebruikt om te klemmen. Klemmen op een
ander punt zal het werken met de zaagmachine bemoeilijken.
Om aanlopen en onnauwkeurigheid te voorkomen, mag het
bevestigingsblad niet krom of oneffen zijn. Als de zaagmachine op het
werkblad wankelt, plaats dan een dun stukje materiaal onder één van
de voeten tot de machine stevig op het werkblad staat.
Monteren van het zaagblad (fi g. D1–D4)
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te
verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast
of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de
hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Druk nooit de asvergrendelingsknop in terwijl het zaagblad
wordt aangedreven of uitloopt.
Zaag geen lichte legeringen of ijzerhoudende metalen (iron
of steel) of metselwerk of vezelcementproducten met deze
verstekzaag.
Maak de onderste beschermkap (2) los door de
hoofdontgrendelingshendel (12) in te drukken, breng daarna de
onderste beschermkap zover mogelijk omhoog.
Druk, wanneer u de onderste beschermkap omhoog houdt, de
asvergrendelingsknop (14) met één hand in, draai vervolgens met de
meegeleverde steeksleutel (23) in de andere hand de
zaagbladvergrendelingsschroef (37) naar rechts los.
WAARSCHUWING! Druk, als u de asvergrendeling wilt
gebruiken, de knop in zoals wordt getoond en draai de as met
de hand tot u voelt dat de vergrendeling ingrijpt.
Blijf de vergrendelingsknop ingedrukt houden als u wilt dat de as niet
draait.
Verwijder de vergrendelingsschroef van het zaagblad (37) en de
buitenste kraag van de spandoorn (38).
Plaats het zaagblad (39) op de zaagbladadapter (40) die direct tegen de
binnenste kraag van de spandoorn (41) zit, en let er daarbij op dat de
tanden van de onderste rand van het zaagblad naar de achterzijde van
de zaag wijzen (weg van de gebruiker).
Plaats de buitenste kraag van de spandoorn weer (38).
Draai de vergrendelingsschroef (37) van het zaagblad zorgvuldig aan
door deze naar links te draaien terwijl u de asvergrendeling vergrendeld
houdt met uw andere hand.
WAARSCHUWING! Bedenk dat het zaagblad alleen op de
voorgeschreven manier moet worden vervangen. Gebruik alleen
zaagbladen die worden aangeduid bij Technische Gegevens;
Cat. nr.: Geadviseerd wordt DT4323 te gebruiken.
Instellingen
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te
verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast
of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de
hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Deze verstekzaagmachine is in de fabriek nauwkeurig afgesteld. Als zij
als gevolg van het transport of om andere redenen toch opnieuw moet
worden afgesteld, dient dit te gebeuren zoals hieronder beschreven. De
instelling zou nu niet meer moeten verlopen.
Controleren en instellen van het zaagblad t.o.v. de parallelgeleiding
(fi g. E1–E4)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de
verstekarm (42) vrij te geven.
Draai de verstekarm totdat deze in de stand 0° verstek wordt vergrendeld.
Maak de hendel niet vast.
Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf (43)
valt.
Plaats een winkelhaak (44) tegen de parallelgeleiding links (3) en het
zaagblad (39) (fi g. E3).
WAARSCHUWING: Laat de winkelhaak niet in aanraking
komen met de tanden van het zaagblad.
Het afstellen geschiedt als volgt:
Draai de schroeven (45) los en beweeg de verstekarm met verstekschaal
naar links of naar rechts, totdat de met de winkelhaak gemeten hoek
tussen het zaagblad en de parallelgeleiding 90° bedraagt.
Draai de schroeven (45) weer vast. Let hierbij nog niet op de uitlezing
van de verstekwijzer.
Instellen van de verstekwijzer (fi g. E1, E2 & F)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de
verstekarm (42) vrij te geven.
Beweeg de verstekarm om de verstekwijzer (46) in de nulpositie te
brengen, zoals afgebeeld in fi g. F.
Laat de verstekvergrendeling in de juiste positie klikken door de
verstekarm langs de nulstand te draaien, terwijl de verstekhendel nog
niet vastgezet is.
Kijk naar de wijzer (46) en de verstekschaal (7). Als de wijzer niet exact
nul aanwijst, draai dan de schroef (47) los, beweeg de wijzer zodat hij
0° aangeeft en draai de schroef vast.
Aanpassing staaf voor verstekvergrendeling (fi g. A1, G)
Indien de onderkant van de zaag bewogen kan worden terwijl de
verstekhendel (4) vergrendeld is, moet de staaf voor verstekvergrendeling
(48) aangepast worden.
Ontgrendel de verstekhendel (4).
Ontspan de vergrendelmoeren (61) op de staaf voor
verstekvergrendeling
Span de staaf voor verstekvergrendeling (48) volledig aan door gebruik
van een schroevendraaier. Ontspan vervolgens de staaf met één draai.
Controleer of de tafel niet beweegt wanneer de hendel (4) vergrendeld
is op een willekeurige (niet vooraf ingestelde) hoek.
Span de vergrendelmoer (61) aan.
Het zaagblad controleren en aan de tafel aanpassen (fi g. A2, H1–H4)
Ontspan de klemhendel voor schuininstelling (21) en beweeg het
veerslot/hendel voor afschuininstelling (20) omhoog om de zaagarm te
bevrijden.
Beweeg de zaagarm totdat het veerslot het in de 0º
afschuininstellingspositie plaatst. Span de hendel niet aan.
Duw de kop naar beneden totdat het zaagblad net in de zaagsleuf (43)
komt.
Blokkeer de zaagkop met de pen (22)
Plaats een ingestelde tekenhaak (44) op de tafel en omhoog tegen het
zaagblad (39) (fi g. H2).
WAARSCHUWING: Raak de punten van de zaagtanden niet
aan met de tekenhaak.
Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk:
Ontspan de moeren (55) en beweeg de verstekzaagarm assemblage
naar links of rechts, totdat het zaagblad 90º ten opzichte van de tafel
staat, zoals gemeten met de tekenhaak. Span de moer (55) opnieuw
aan.
Als de schuine aanwijzer (50) niet nul (0) op de schaal voor
afschuininstelling (15) aangeeft, ontspant u de schroef (51) die de
verstekwijzer beveiligt en beweegt u de verstekwijzer naar behoefte.
Instellen van de geleider (fi g. I1 & I2)
Het bovenste deel van de parallelgeleiding kan worden bijgesteld. Zo
kan ruimte worden gemaakt om de zaag tot de maximale verstekpositie
van 48° zowel naar links als naar rechts te kunnen draaien. Om de
parallelgeleiding links (3) in te stellen:
NEDERLANDS
74
Draai de plastic knop (52) los en beweeg de parallelgeleiding naar links.
Voer een test uit met UITgeschakelde zaag en kijk hoe groot de
beschikbare ruimte is. Zet de parallelgeleiding op een zo klein mogelijke
afstand van het zaagblad, zonder de op- en neerwaartse beweging van
de zaagarm te belemmeren. Zo wordt het werkstuk optimaal gesteund.
Draai de knop stevig aan.
Om de parallelgeleiding rechts (8) in te stellen:
Draai de plastic knop (53) los en beweeg de parallelgeleiding naar rechts.
Ga verder te werk zoals bij het instellen van de parallelgeleiding links.
WAARSCHUWING: De geleidegroeven (54) van de
parallelgeleiding kunnen verstopt raken met zaagsel. Gebruik
een stokje of wat lage-druklucht om deze groeven schoon
te maken.
Afstellen van het afschuinklemsysteem (fi g. J)
Indien de zaagarm kan bewegen wanneer de afschuinklemhendel (21) is
vergrendeld, moet het klemsysteem worden afgesteld.
Verwijder de schroef (56) terwijl u de hendel vasthoudt.
Til de hendel eraf en draai hem 1/8 naar rechts. Plaats de schroef terug.
Controleer of de zaagarm niet beweegt wanneer de
afschuinklemhendel (21) is vastgezet op een willekeurige (niet
voorafi ngestelde) hoek.
Aanpassing railgeleiding (fi g. J)
Kijk geregeld de rails na op speling.
Om speling te verminderen, draait u geregeld de schroeven (57) met
de wijzers van de klok mee terwijl u de zaagkop naar voor en achter
schuift. Pas de speling aan opdat er zo weinig mogelijk is zonder
schuifweerstand te veroorzaken.
BEDIENING
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING: Neem altijd de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften in acht.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, zet u het gereedschap uit en
ontkoppelt u het van de stroomvoorziening, voordat u
enige aanpassing maakt of hulpstukken of accessoires
verwijdert/installeert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in
de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel
veroorzaken.
Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw
ergonomische condities waar het betreft hoogte en stabiliteit van het
werkblad. De plaats van de machine moet zo worden gekozen dat de
gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de machine
heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk.
Verminder de effecten van trillingen door ervoor te zorgen dat de
omgevingstemperatuur niet te koud is, de machine en de accessoires goed
zijn onderhouden en dat de omvang van het werkstuk geschikt is voor deze
machine.
We willen gebruikers in het Verenigd Koninkrijk graag wijzen op de
“woodworking machinesregulations 1974” (houtbewerkingsvoorschriften
voor apparatuur 1974) en alle hieropvolgende wijzigingen.
Voor gebruik:
Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten
zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het maximum
toerental van de machine.
Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen.
Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit.
Forceer het zagen niet.
Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen.
Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn.
Klem het werkstuk vast.
Hoewel deze zaagmachine geschikt is voor het zagen van hout
en veel metalen (maar niet voor ijzer en staal), gelden deze
bedieningsvoorschriften alleen voor het zagen van hout.
Dezelfde richtlijnen gelden ook voor andere materialen. Zaag met deze
zaag geen ijzer, staal, vezelcement of metselwerk!
Gebruik altijd de sleufplaat. Gebruik de machine niet als de sleuf breder
is dan 10 mm.
In- en uitschakelen (fi g. K)
De aan/uit-schakelaar (1) is voorzien van een gat (58) om een hangslot
door te steken om de zaag uit bedrijf te vergrendelen.
Druk de aan/uit-schakelaar (1) in om de machine in te schakelen.
Stop de machine door de schakelaar los te laten.
Plaatsen van het lichaam en de handen
Het op de juiste manier plaatsen van het lichaam en de handen maakt het
zagen gemakkelijker, nauwkeuriger en veiliger.
Plaats uw handen nooit in de buurt van de zaagsnede.
Plaats uw handen op minimaal 150 mm van het zaagblad.
Houd het werkstuk tijdens het zagen stevig tegen de tafel en de
parallelgeleiding. Houd uw handen op hun plaats totdat de schakelaar
is losgelaten en het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
Voer altijd een test uit (met UITgeschakelde zaag) om de baan van het
zaagblad te kunnen volgen: zo bereikt u zuivere zaagsneden.
Plaats uw handen niet kruiselings.
Sta stevig met beide voeten op de grond en zorg voor een goed
evenwicht.
Volg de bewegingen van de zaagarm als u hem naar links en rechts
beweegt. Ga enigszins aan de kant van het zaagblad staan.
Kijk bij het volgen van een potloodlijn door de openingen in de
beschermkappen.
Verstekzaagregeling (fi g. E1)
De verstekhendel (4) en verstekslot (5) maken verstekzagen mogelijk op 60
links en 50 rechts,.
Om met de zaag onder verstek te werken:
Bevrijd de verstekhendel (4) en druk het verstekslot (5) omlaag en stel
de gewenste verstekzaaghoek in op de verstekschaal.
Druk omlaag op de verstekhendel (4) om de zaagtafel op zijn plaats te
vergrendelen.
Regeling afschuininstelling (fi g. H1, H4)
De afschuinvergrendeling hendels (20) en klemhendel voor
afschuininstelling (21) laat de zaag toe in een 48º graden afschuininstelling
links en rechts te plaatsen. Uw zaag heft 2 afschuinvergrendelinghendels
(20), één aan elke kant van de achterste steunbehuizing. Er hoeft slechts
één gebruikt te worden om de afschuininstelling naar beide richtingen te
bewegen. De klemhendel voor afschuininstelling (21) bevindt zich op de
achterste steunbehuizing.
Om de zaag in afschuininstelling te plaatsen:
• Ontspan de klemhendel voor afschuininstelling (21). Breng één
van de hendels op ongeveer 45º en stel de gewenste hoek voor
afschuininstelling op de schaal voor afschuininstelling (15). Voor uw
gemak worden twee schalen voor afschuininstelling geleverd.
Vergrendel de klemhendel voor afschuininstelling (21) om
de afschuininstelling op zijn plaats te vergrendelen. De
afschuinivergrendelinghendels (20) kunnen verticaal omhooggebracht
worden om de gebruikelijke stophoeken te overkomen.
Schuifvergrendeling (fi g. T)
De schuifvergrendeling (18) regelt de plaatsing van de rails van uw zaag
zodat de langst mogelijke verticale profi elen gesneden kunnen worden.
SPAN ALTIJD DE RAILVERGRENDELING AAN BIJ HET GEBRUIK VAN
DE SCHUIFVERGRENDELING OM ZO TE VOORKOMEN DAT HET
SCHUIFSYSTEEM ONGEWILD BEWEEGT
Hendel railvergrendeling (fi g. A1, T)
De hendel voor railvergrendeling (16) laat u toe de zaagkop stevig te
vergrendelen zodat het niet over de rails schuift. Dit is noodzakelijk bij het
maken van bepaalde sneden of bij het transporteren van de zaag.
NEDERLANDS
75
Groefafslag (fi g. A1, R)
De groefafslag (17) laat groefsnijden toe. De hendel naar de voorkant van
de zaag omdraaien en de duimschroef aanpassen wijzigt de diepte van de
groefsnee. De hendel naar de achterkant van de zaag omdraaien leidt de
groefafslag om.
Neerwaarste pin kopvergrendeling (fi g A2)
Om de zaagkop in onderste positive te vergrendelen, duwt u de kop
neerwaarts, druk de pin (22) in en laat de zaagkop los. Dit zal de zaagkop
veilig vastleggen om de zaag van plaats naar plaats te bewegen. Om deze
vrij te maken drukt u de zaagkop benedenwaarts en trekt u de pin uit.
XPS
TM
LED Werklichtsysteem gebruiken (afb. A1, A2)
OPMERKING: De verstekzaag moet op een stopcontact worden
aangesloten.
Het XPS
TM
LED Werklichtsysteem is voorzien van een Aan/Uit-schakelaar
(6). Het XPS
TM
LED Werklichtsysteem werkt onafhankelijk van de Aan/Uit-
schakelaar van de verstekzaag. U kunt de zaag bedienen zonder dat het
licht is ingeschakeld.
Door een bestaande potloodlijn zagen op een stuk hout:
1. Schakel het XPS
TM
systeem in en trek vervolgens de
bedieningshandgreep (11) omlaag zodat het zaagblad dicht bij het hout
komt. De schaduw van het zaagblad verschijnt op het hout.
2. Breng de potloodlijn op één lijn met de rand van de schaduw van het
zaagblad. Misschien moet u, om de potloodlijn nauwkeurig te kunnen
volgen, de verstekhoek of de afschuinhoek aanpassen.
BASIS ZAAGSNEDEN
Verticale rechte afkortsnede (fi g. A1 & L)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de
verstekarm vrij te geven.
Zet de verstekgrendel in de 0°-positie en zet de verstekhendel vast.
Leg het te zagen hout tegen de parallelgeleiding (3 & 8).
Pak de bedieningshendel (11) vast en druk op de zaagkop-
ontgrendeling (12) om de zaagkop vrij te geven.
Druk op de bedienings knop (1) om de motor aan te zetten.
Druk de zaagkop naar beneden om door het hout te zagen. Het
zaagblad gaat de sleuf in de sleufplaat (9) in.
Laat na het zagen de knop los en wacht tot het zaagblad volledig tot
stilstand is gekomen voordat u de zaagkop laat terugkeren naar zijn
bovenste rustpositie.
Schuifzaagsnede (fi g. A1, M)
Met behulp van de geleiderail is het mogelijk om, gebruik makend van
een voor-, neer-, en achterwaartse schuifbeweging, grotere werkstukken
tussen de 76,2 mm en de 111,8 mm te snijden.
Zet de vergrendelknop van de rail (16) vrij.
Trek de zaagkop in uw richting en schakel het gereedschap aan.
Laat de zaagkop op het werkstuk neerkomen en duw de kop terug om
de snee te vervolledigen.
Ga te werk zoals hierboven beschreven.
WAARSCHUWING:
Voer geen schuifzaagsnedes uit op werkstukken kleiner dan
76,2 mm.
Vergeet niet de zaagkop in de achterste positie te
vergrendelen eens de schuifzaagsnedes vervolledigd zijn.
Verticaal zagen met verstek (fi g. A1 en N)
Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in.
Beweeg de arm naar links of naar rechts om de juiste hoek in te
stellen. De vaste verstekgrendelposities zijn 10°, 15°, 22,5°, 31,62°
en 45° zowel links als rechts, en 60° links en 50° rechts. Houd voor
tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet hem vast door
de verstekhendel vast te zetten.
Zorg er voor het zagen altijd voor dat de verstekhendel is vastgezet.
Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
WAARSCHUWING: Wanneer u het eind van een stuk hout
verstekzaagt en een klein deel verwijdert, positioneer het hout
dan zodanig dat het afgezaagde deel zich aan de kant van
het blad bevindt met de grotere hoek ten opzichte van de
parallelgeleiding: oftewel verstek aan de linkerzijde, deel rechts
verwijderen - verstek aan de rechterzijde, deel links verwijderen.
Afschuinen (fi g. A1, A2 & O)
De afschuinhoek kan worden ingesteld tussen 48° naar links en 48° naar
rechts. Hierbij kan de verstekarm tussen 0° en maximaal 45° naar links of
naar rechts worden ingesteld.
Afschuinhoek naar links
Beweeg het bovenste deel van de linker parallelgeleiding (3) zo ver
mogelijk naar links.
Draai de afschuinklemknop (21) los, til de afschuinvergrendeling (20) op
en stel de afschuinhoek op de gewenste waarde in.
De afschuinvergrendeling vergrendelt automatisch bij 22,5°, 33,85° bij
45°. Houd voor tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet
hem vast door de afschuinklemknop (21) vast te zetten.
Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
Afschuinhoek naar rechts
Beweeg het bovenste deel van de rechter parallelgeleiding (8) zo ver
mogelijk naar rechts.
Ga te werk als bij afschuinzagen naar links.
Kwaliteit van de zaagsnede
Hoe glad een zaagsnede is, hangt altijd af van een aantal variabelen, zoals
het te zagen materiaal. Als optimale zaagsneden nodig zijn, bijvoorbeeld
voor het maken van lijsten en ander precisiewerk, gebruik dan een scherp
zaagblad (60 tanden, hardmetaal) en een lagere, gelijkmatige zaagsnelheid
om het gewenste resultaat te bereiken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het materiaal niet
langzaam vooruit beweegt tijdens het zagen: klem het stevig
vast. Laat het blad altijd volledig tot stilstand komen voordat u
de arm omhoog brengt. Indien kleine deeltjes hout nog steeds
aan de achterzijde van het werkstuk springen, plak dan een stuk
plakband op het hout waar u van plan bent te zagen. Zaag door
het plakband en verwijder dit voorzichtig wanneer u klaar bent.
Vastzetten van het werkstuk (fi g. A6, U)
WAARSCHUWING: Een werkstuk dat voor een zaagsnede is
vastgeklemd, uitgebalanceerd en bevestigd, kan uit balans raken
wanneer de zaagsnede is voltooid. Een niet-uitgebalanceerde
belasting kan de zaag of alles waar de zaag op is bevestigd,
zoals een tafel of een werkbank, doen kantelen. Ondersteun,
wanneer u een zaagsnede maakt die het werkstuk uit de
balans kan brengen, het werkstuk goed en zorg ervoor dat de
zaag stevig met bouten is vastgezet op een stabiel oppervlak.
Persoonlijk letsel kan het
gevolg zijn.
WAARSCHUWING: De klemvoet moet steeds boven de
grondplaat van de zaag vastgeklemd blijven, wanneer de
klem wordt gebruikt. Klem het werkstuk altijd vast op de
grondplaat van de zaag – niet op een andere onderdeel van het
werkgebied. Controleer dat de klemvoet niet op de rand van de
grondplaat van der zaag is geklemd.
VOORZICHTIG: Zorg er met behulp van een werkklem altijd
voor dat u de controle behoudt en beperk zo het risico van
persoonlijk letsel en beschadiging van het werkstuk.
Gebruik de materiaalklem (30) die bij uw zaag wordt geleverd. De linkse
en rechtse langsgeleiding schuiven langs en kunnen helpen bij het
vastklemmen. Andere hulpmiddelen zoals veerklemmen, lijmklemmen of
klemschroeven kunnen waarschijnlijk goed van pas komen bij materiaal van
bepaalde afmetingen en vormen
KLEM PLAATSEN
1. Steek de klem in het gat achter de langsgeleiding. De klem moet naar
de achterzijde van de verstekzaag wijzen. De groef op de klemstang
moet geheel in de grondplaat worden gestoken. Controleer dat deze
NEDERLANDS
76
groef volledig in de grondplaat van de verstekzaag is gestoken. Als de
groef zichtbaar is, zit de klem niet goed vast.
2. Draai de klem 180° naar de voorzijde van de verstekzaag.
3. Draai de knop los zodat u de klem omhoog en omlaag kunt aanpassen,
stel vervolgens de klem nauwkeurig af op het werkstuk door middel van
de fijnafstellingsknop.
OPMERKING: Plaats de klem op de tegenovergestelde zijde van de
grondplaat bij het schuin afzagen. PROBEER ALTIJD EERST ZAAGSNEDEN
UIT (ZAAG UITGESCHAKELD) VOORDAT U ZE UITVOERT, ZODAT U HET
PAD VAN HET ZAAGBLAD KUNT CONTROLEREN. CONTROLEER DAT
DE KLEM NIET DE WERKING VAN DE ZAAG OF DE BESCHERMKAP
VERHINDERT.
0ndersteunen van lange werkstukken (fi g. A5)
Ondersteun lange werkstukken altijd.
Gebruik bij voorkeur de verlengsteun (29) om de tafelbreedte van uw
zaag te vergroten (als optie verkrijgbaar bij uw dealer). Ondersteun
lange werkstukken met enig bruikbaar middel, zoals zaagbokken e.d.,
om te voorkomen dat de uiteinden naar beneden hangen.
Zagen van lijsten, dozen en andere rechthoekige objecten (fi g. P1 & P2)
Versteklijsten en andere lijsten
Oefen met een paar eenvoudige projecten, totdat u uw zaag “aanvoelt”.
Uw zaag is een perfect gereedschap voor het zagen van verstekhoeken
zoals die in fi g. P1. De afgebeelde verbinding kan naar keuze worden
gemaakt door middel van afschuin- of verstekinstelling.
- Door middel van afschuininstelling
De afschuinhoek voor de beide planken wordt ingesteld op 45°, zodat er
een hoek van 90° wordt gevormd. De verstekarm wordt vastgezet in de
nulstand. Het hout wordt met de brede, vlakke kant tegen de tafel en de
smalle kant tegen de parallelgeleiding gelegd.
- Door middel van verstekinstelling
Dezelfde zaagsnede kan worden gemaakt door links en rechts met verstek
te zagen, met de brede kant tegen de parallelgeleiding.
De twee schetsen (fi g. P1 & P2) gelden alleen voor rechthoekige
objecten. Als het aantal kanten verandert, veranderen ook de verstek-
en afschuinhoeken. Onderstaand overzicht geeft de juiste hoeken voor
een groot aantal verschillende vormen. Er wordt aangenomen dat alle
zijden even lang zijn. Als de door u gewenste vorm niet in het overzicht
voorkomt, deel dan 180° door het aantal zijden om de verstek- of
afschuinhoek te bepalen.
Aantal zijden Verstek- of afschuinhoek
4 45°
5 36°
6 30°
7 25,7°
8 22,5°
9 20°
10 18°
Dubbele versteksnede (fi g. Q1 & Q2)
Voor het zagen van lijsten of dozen met schuine kanten zoals in afb. Q1
wordt een combinatie van verstek- (fi g. P2) en afschuinhoek (fi g. P1)
gebruikt.
WAARSCHUWING: Zorg er als de zaaghoek telkens
verschillend is voor dat de afschuinklemknop en de
verstekklemknop stevig aangedraaid zijn. De knoppen moeten
na elke verandering van de verstek- c.q. afschuinhoek worden
vastgezet (fig. Q1 & Q2).
De onderstaande grafi ek helpt u bij het kiezen van de juiste afschuin-
en verstekinstellingen voor een aantal gebruikelijke hoeken. U gebruikt
de grafi ek door de gewenste hoek “A” (fi g. Q2) voor uw project te
kiezen en deze hoek op de juiste curve in de grafi ek te vinden. Ga van
dat punt recht naar boven of beneden om de juiste afschuinhoek te
vinden en recht naar links of rechts om de juiste verstekhoek te vinden.
Stel de zaag in op de voorgeschreven hoeken en maak enkele
proefsneden.
Oefen met het in elkaar zetten van de gezaagde delen.
Voorbeeld: Maak een vierzijdige doos met buitenhoeken van 25°
(hoek “A”) (fi g. Q2), gebruik de bovenste boog rechts. Zoek 25° op
de boogschaal. Volg de horizontale snijlijn naar beide zijden om de
instelling van de verstekhoek van de zaag (23°) te verkrijgen. Volg op
dezelfde manier de verticale snijlijn naar beneden of naar boven voor
het instellen van de afschuinhoek van de zaag (40°). Maak steeds
enkele proeven met stukjes afvalhout om de instellingen te controleren.
DEZE AFSCHUINING OP DE ZAAG INSTELLEN
VIERZIJDIGE
DOOS
ZESZIJDIGE
DOOS
ACHTZIJDIGE
DOOS
HOEK TUSSEN TWEE RIBBEN
DEZE VERSTEKHOEK OP DE ZAAG INSTELLEN
Zagen van basislijsten
Het zagen van basislijsten wordt uitgevoerd onder een afschuinhoek van 45°.
Voer voor het zagen altijd een test uit met uitgeschakelde zaag.
Er wordt steeds gezaagd met de achterkant van de lijst vlak op de
zaag liggend.
Binnenhoek
- Links
• Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Bewaar het deel links van de zaagsnede.
- Rechts
• Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Bewaar het deel links van de zaagsnede.
Buitenhoek
- Links
• Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
- Rechts
• Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
Zagen van plafondsierlijsten
Het zagen van plafondsierlijsten wordt uitgevoerd onder een gecombineerde
verstek- en afschuinhoek. Voor het verkrijgen van uiterste nauwkeurigheid
heeft uw zaag vooringestelde hoekposities op 31,62° verstek en
33,85° afschuining. Deze instellingen zijn geschikt voor standaard
plafondsierlijsten met een hoek van 52° aan de bovenkant en een hoek
van 38° aan de onderkant.
NEDERLANDS
77
WAARSCHUWING: Controleer of de zaag stevig is
gemonteerd op een stabiel en plat oppervlak. Anders kan de
zaag onstabiel worden, vallen en letsels veroorzaken.
Plaats het te zagen werkstuk bovenaan het op de tafel gemonteerde
platform. Controleer of het werkstuk stevig tegen de achterste
parallelgeleiding rust.
Maak het materiaal vast voordat u begint te zagen. Zaag langzaam
door het materiaal met een beweging ‘uit, neer en terug’. Als het
materiaal niet stevig geklemd is, of als u niet langzaam zaagt, kan het
materiaal loskomen en letsels veroorzaken.
Na verschillende keren zagen aan verschillende verstekhoeken anders
dan 0 graden, kan het platform verzwakken en het werk niet meer goed
ondersteunen. Installeer een nieuw, ongebruikt platform voor de zaag na
herinstelling van de gewenste verstekhoek.
WAARSCHUWING: Blijvend gebruik van een platform met
verschillende zaagsneden kan leiden tot verlies van controle over
het materiaal en mogelijke letsels.
Stofverwijdering (fi g. A2 & A3)
Plaats de stofzak (27) op de stofafzuigadapter (26).
WAARSCHUWING! Sluit, wanneer dat maar mogelijk is,
een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen in
overeenstemming met de relevante voorschriften voor
stofemissie.
Zaagbladen
Om de genoemde zaagdiepten te bereiken, dienen altijd zaagbladen met
een diameter van 250 mm en een asgat van 30 mm te worden gebruikt.
Transport (fi g. A1, A2 & B)
Om de verstekzaagmachine eenvoudig te kunnen dragen, beschikt hij over
een draaggreep (10) aan de bovenkant van de zaagarm.
Beweeg voor het transporteren van de zaag de zaagarm omlaag en
druk de vergrendelingsstift (22) naar binnen.
Sluit de vergrendelknop van de geleiderrail met de zaagkop
voorwaarts, sluit de verstekarm in de volle linkerverstekhoek,
schuif de parallelgeleiding (3 en 8) volledig naar binnen en sluit de
afschuiningshendel (20) met de zaagkop in verticale positie om het
gereedschap zo compact mogelijk te maken.
Gebruik altijd de draaggreep (10) of de handvatten (24) zoals afgebeeld
in fi g. B om de zaag te transporteren.
ONDERHOUD
Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos
te functioneren met een minimum aan onderhoud. Een juiste behandeling
en regelmatige reiniging van de machine garanderen een hoge levensduur.
WAARSCHUWING: Om het risico van letsel te
verminderen, moet u de unit uitzetten en de stekker van
de machine uit het stopcontact halen vóór de installatie
en verwijdering van toebehoren, vóór het aanpassen of
veranderen van instellingen of als u reparaties uitvoert.
Controleer of de triggerschakelaar in de UIT-positie staat. Een
toevallige activering kan verwondingen veroorzaken.
Smering
lI Vostro elettroutensile non richiede lubrifi cazione addizionale.
Reinigen
Controleer vóór gebruik zorgvuldig de bovenste beschermkap van het zaag-
blad, de beweegbare onderste beschermkap van het zaagblad en ook de
stofafzuigbuis om vast te stellen dat zij goed zullen functioneren. Zorg ervoor
dat spaanders, stof of een deel van het werkstuk niet kunnen leiden tot blok-
kering van één van de functies.
Maak testzaagsnedes op afvalmateriaal voordat u de defi nitieve
zaagsnedes maakt.
Er wordt steeds gezaagd onder een afschuinhoek naar links met de
achterkant van de lijst tegen het onderstel.
Binnenhoek
- Links
• Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Verstekhoek naar rechts.
• Bewaar het deel links van de zaagsnede.
- Rechts
• Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Verstekhoek naar links.
• Bewaar het deel links van de zaagsnede.
Buitenhoek
- Links
• Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Verstekhoek naar links.
• Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
- Rechts
• Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding.
• Verstekhoek naar rechts.
• Bewaar het deel rechts van de zaagsnede.
Groeven maken (fi g. R)
Uw zaag is voorzien van een groefaanslag (17) en duimschroef (59) om
groeven te kunnen maken.
Wip de groefaanslag (17) naar de voorkant van de zaag.
Stel de duimschroef (59) in om de diepte van de groef in te stellen.
Het kan nodig zijn om eerst de borgmoer (60) los te draaien.
Plaats een stuk afvalhout van ca. 5 cm tussen de aanslag en het
werkstuk om een rechte groef te maken.
Speciale opstelling voor breed vertical zagen (fi g. A1, S1, S2)
Uw zaag kan erg brede werkstukken (tot 391 mm) zagen wanneer een
special opstelling gebruikt wordt. Om de zaag in te stellen op deze
werkstukken gaat u als volgt te werk:
Verwijder zowel de linker en rechter schuifgeleidingen van de zaag en
leg ze opzij. Om ze te verwijderen, schroeft u de geleidingschroeven
enkel draaien los en schuift u elke geleiding naar buiten. Pas en
vergrendel de verstekregelaar zodat het zich op 0 graden verstek
bevindt.
Verwijder de schroeven van de achterste geleiding (64) uit het rechter
achtervoet en plaats deze in de schroefgaten van de rechterhand
geleider (62).
WAARSCHUWING: Snij geen materiaal door de speciale
opstelling te gebruiken zonder correct de schroeven van de
achterste geleider (64) te plaatsen, zoniet zal het materiaal
niet correct ondersteund worden en kan het oorzaak zijn van
controleverlies of mogelijk letsel.
Maak een platform met een 38 mm dikke spaanplaat of een
vergelijkbare platte en sterke houten plaat van 38 mm dik voor de
afmeting: 368 x 660 mm. Het platform moet vlak zijn, anders kan het
materiaal tijdens het zagen bewegen en letsels veroorzaken.
Monteer het 368 x 660 mm platform op de zaag met vier 76,2 mm
lange houtschroeven (64) door de gaten in de basisparallelgeleiding.
Het materiaal moet met vier schroeven stevig worden vastgemaakt.
Bij gebruik van de speciale opstelling zal het platform in twee stukken
worden gezaagd. Controleer of de schroeven stevig genoeg vastzitten,
anders kan het materiaal loskomen en letsels veroorzaken. Controleer
of het platform stevig en plat op de tafel ligt, tegen de parallelgeleiding
en precies in het midden.
NEDERLANDS
78
Als delen van het werkstuk zijn vastgelopen tussen het zaagblad en de
beschermkappen, trek de stekker van het netsnoer van de machine dan uit
het stopcontact en volg de instructies die worden gegeven in het hoofdstuk
Het zaagblad monteren. Verwijder de vastgelopen gedeelten en monteer
het zaagblad opnieuw..
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof met droge lucht uit
de behuizing, aangezien vuil zich vaak zichtbaar opstapelt
in en rond de ventilatieopeningen. Draag goedgekeurde
oogbescherming en goedgekeurd stofmasker bij het uitvoeren
van deze procedure.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere
ruwe chemicaliën voor het reinigen van de niet-metalen
onderdelen van het werktuig. Deze chemicaliën kunnen de
materialen die in deze onderdelen gebruikt worden, verzwakken.
Gebruik een doek alleen bevochtigd met water en zachte zeep.
Laat nooit vloeistof in het gereedschap lopen en dompel nooit
enig deel van het gereedschap onder in vloeistof.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te
verkleinen, regelmatig de bovenzijde van de tafel.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te
verkleinen, regelmatig het stofverzamelsysteem.
REINIGING VAN HET WERKLICHT
Verwijder voorzichtig zaagsel en vuil van de lens van het werklicht en
gebruik daarvoor een wattenstaafje. Stof kan het werklicht blokkeren en
dan kan het licht de zaaglijn niet zorgvuldig aangeven.
Gebruik vooral GEEN oplosmiddelen van welke aard dan ook, deze
kunnen de lens beschadigen.
Reinig terwijl het zaagblad is uitgenomen de aanslag en vuilresten van
het zaagblad.
Optionele accessoires (fi g. A5, A6)
WAARSCHUWING: Omdat hulpstukken, behalve die van
D
EWALT, niet zijn getest in combinatie met dit product, kan
het gebruik van dergelijke hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het
risico van letsel te beperken, mogen bij dit product uitsluitend
accessoires worden gebruikt die zijn aanbevolen door DEWALT.
ZAAGBLADEN: GEBRUIK ALTIJD 250 mm ZAAGBLADEN MET 30 mm
OPNAMEBOORGATEN. NOMINALE SNELHEID MOET TEN MINSTE 4000
ZIJN. Gebruik nooit zaagbladen met een kleinere diameter. Deze zullen
nooit goed kunnen worden afgeschermd. Gebruik alleen afkortzaagbladen
Gebruik geen zaagbladen die bedoeld zijn voor overlangse verzaging,
combinatiezaagbladen of zaagbladen met grotere hoeken dan 5°.
BESCHRIJVING VAN ZAAGBLADEN
TOEPASSING DIAMETER TANDEN
Constructiezaagbladen (dunne plaat met anti-kleef rand)
Algemene toepassing 250 mm 40
Fijne afkortzaagsneden 250 mm 60
Zaagbladen voor houtbewerking (geven gladde, schone
zaagsneden)
Fijne afkortzaagsneden 250 mm 80
Neem contact op met uw leverancier voor verdere informatie over de
geschikte accessoires.
Milieubescherming
Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale
huishoudafval worden gegooid.
Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet worden of
dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval.
Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden.
Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen
maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk.
Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt milieuvervuiling te
voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen.
NEDERLANDS
Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling voor
elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper
wanneer u een nieuw product koopt.
DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage van
DEWALT producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Om
van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product terugbrengen naar
elke erkende reparateur die hem voor ons zal inzamelen.
U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te
nemen met uw plaatselijke D
EWALT kantoor op het adres dat in deze
handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs en
alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op
www.2helpU.com.
GARANTIE
DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van zijn producten
en biedt professionele gebruikers van het product een
uitstekende garantie. Deze garantieverklaring is een
aanvulling op uw contractuele rechten als een professionele
gebruiker of uw wettelijke rechten als een particuliere, niet-
professionele gebruiker, en is op geen enkele wijze van
invloed op deze rechten. De garantie is geldig binnen het
grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie en de
Europese Vrijhandelszone.
30 DAGEN NIET GOED GELD TERUG GARANTIE
Als u niet geheel tevreden bent over de prestaties van uw
D
EWALT-gereedschap, kunt u dit compleet met de originele
onderdelen, zoals u het hebt aangekocht. binnen 30 dagen,
gewoon terugbrengen bij het verkooppunt en omruilen voor
een ander stuk gereedschap of tegen restitutie van het
aankoopbedrag. Het product mag niet in onredelijke mate
zijn versleten en u dient een aankoopbewijs te overleggen.
EEN JAAR GRATIS ONDERHOUDSCONTRACT
Als onderhouds- of servicewerkzaamheden nodig zijn
voor uw DEWALT-gereedschap, in de 12 maanden na
uw aankoop, hebt u recht op één jaar gratis service.
Deze zal kosteloos worden uitgevoerd in een DEWALT-
servicecentrum. U dient een aankoopbewijs te overleggen.
Inclusief arbeidskosten. Exclusief accessoires en
reserveonderdelen, tenzij deze defect raakten en onder de
garantie vielen.
EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE
Als uw DEWALT-product defect raakt als gevolg van het
gebruik van verkeerde materialen of onjuiste constructie
binnen 12 maanden na de datum van aankoop, garandeert
DEWALT alle defecte onderdelen gratis te vervangen of –
naar onze beoordeling – het apparaat gratis te vervangen,
op voorwaarde dat:
Het product niet verkeerd gebruikt is;
Het product in redelijke mate is versleten;
Er geen reparaties zijn ondernomen door niet-
geautoriseerde personen;
U een aankoopbewijs kunt overleggen;
Het product compleet met alle originele onderdelen wordt
geretourneerd.
Als u aanspraak wilt maken op de garantie, neem dan
contact op met uw leverancier of zoek het officiële DEWALT-
servicecentrum bij u in de buurt in de DEWALT-catalogus
of neem contact op met het DEWALT-kantoor op het adres
dat wordt vermeld in deze handleiding. Een lijst van officiële
DEWALT-servicecentra en volledige details over onze after-
sales-service zijn ook te vinden op internet via:
www.2helpU.com.

Documenttranscriptie

Dansk (oversat fra original brugsvejledning) 7 Deutsch (übersetzt von den originalanweisungen) 17 English (original instructions) 28 Español (traducido de las instrucciones originales) 38 Français (traduction de la notice d’instructions originale) 48 Italiano (tradotto dalle istruzioni originali) 58 Nederlands (vertaald vanuit de originele instructies) 69 Norsk (oversatt fra de originale instruksjonene) 79 Português (traduzido das instruções originais) 89 Suomi (käännetty alkuperäisestä käyttöohjeesta) 99 Svenska (översatt från de ursprungliga instruktionerna) 109 Türkçe (orijinal talimatlardan çevrilmiştir) 118 Ελληνικά (μετάφραση από τις πρωτότυπες οδηγίες) 128 Copyright DEWALT 2 NEDERLANDS VERSTEKZAAGMACHINE DW717, DW717XPS Een inschatting van het blootstellingniveau aan vibratie dient ook te worden overwogen wanneer het gereedschap wordt uitgeschakeld of als het aan staat maar geen daadwerkelijke werkzaamheden uitvoert. Dit kan het blootstellingniveau aanzienlijk verminderen gedurende de totale arbeidsduur. Gefeliciteerd! U heeft gekozen voor een machine van DEWALT. Jarenlange ervaring, voortdurende produktontwikkeling en innovatie maken DEWALT tot een betrouwbare partner voor de professionele gebruiker. Stel aanvullende veiligheidsmaatregelen op om de operator te beschermen tegen de effecten van vibratie, zoals: onderhoud het gereedschap en de accessoires, houd de handen warm, organisatie van werkpatronen. Technische gegevens Spanning Type Opgenomen vermogen Zaagbladdiameter Asgat Zaagbladdikte Max. snelheid zaagblad Max. zaagbreedte 90°/90° Max. verstek 45° Max. zaagdiepte 90° Max. afschuining 45° Verstek (max. posities) Afschuining (max. posities) 0° verstek Eindbreedte bij max. hoogte 89 mm Eindhoogte bij max. breedte 320 mm 45° verstek naar links Eindbreedte bij max. hoogte 89 mm Eindhoogte bij max. breedte 226 mm 45° afschuining links Eindbreedte bij max. hoogte 58 mm Eindhoogte bij max. breedte 320 mm 45° afschuining rechts Eindbreedte bij max. hoogte 30 mm Eindhoogte bij max. breedte 320 mm 31,62° verstek, 33,85° afschuining Eindhoogte bij max. breedte 272 mm Uitlooptijd zaagblad Gewicht LPA KPA LWA KWA (geluidsdruk) (meetonzekerheid geluidsdruk K) (geluidsvermogen) (meetonzekerheid geluidsvermogen K) DW717/ DW717XPS 230 3/4 W 1 675 mm 250 mm 30 mm 2,2 min-1 4 000 mm 98 x 320 mm 226 mm 89 mm 56 links 60° rechts 51° links 48° rechts 48° V mm mm 302 76 mm mm 213 76 mm mm 302 50 mm mm 302 22 mm s kg 44 < 10,0 24 dB(A) dB(A) dB(A) dB(A) 91 3,0 99 3,0 Totale trillingswaarden (triax vectorsom) bepaald conform EN 61029: Vibratie-emissiewaarde ah ah = m/s² Meetonzekerheid K = m/s² 2,1 1,5 Het vibratie-emissieniveau dat in dit informatieblad wordt gegeven, is gemeten in overeenstemming met een gestandaardiseerde test volgens EN 61029 en kan worden gebruikt om het ene gereedschap met het andere te vergelijken. Het kan worden gebruikt voor een eerste inschatting van blootstelling. WAARSCHUWING: Het verklaarde vibratie-emissieniveau geldt voor de hoofdtoepassingen van het gereedschap. Als het gereedschap echter voor andere toepassingen wordt gebruikt, dan wel met andere accessoires of slecht wordt onderhouden, kan de vibratie-emissie verschillen. Dit kan het blootstellingniveau aanzienlijk verhogen gedurende de totale arbeidsduur. Zekeringen Europa 230 V machines 10 ampère, stroomnet OPMERKING: Dit toestel is bedoeld voor aansluiting op een stroomvoorzieningssysteem met een maximale toegestame systeemimpedantie Zmax van 0,27 Ω op het interfacepunt (elektriciteitskast) van de voorziening van de gebruiker. De gebruiker moet ervoor zorgen dat dit toestel alleen wordt aangesloten op een elektriciteitssysteem dat aan bovenvermeld vereiste voldoet. Indien nodig kan de gebruiker het elektriciteitsbedrijf vragen naar de systeemimpedantie op het interfacepunt. Definities: Veiligheidsrichtlijnen De onderstaande definities beschrijven de risicograad voor ieder signaalwoord. Gelieve de handleiding te lezen en op deze symbolen te letten. GEVAAR: Wijst op een onmiddellijke gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, zal leiden tot dood of ernstig letsel. WAARSCHUWING: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, kan leiden tot dood of ernstig letsel. VOORZICHTIG: Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, indien ze niet wordt vermeden, misschien zal leiden tot lichte of middelmatige verwondingen. OPMERKING: Geeft een handeling aan waarbij geen persoonlijk letsel optreedt die, indien niet voorkomen, schade aan goederen kan veroorzaken. Geeft het risico op een elektrische schok aan. Wijst op brandgevaar. EG-verklaring van overeenstemming DW717, DW717XPS DEWALT verklaart dat deze producten zoals beschreven onder Technische gegevens in overeenstemming zijn met: 2006/42/EC, EN 61029-1, EN 61029-2-9. Deze producten voldoen ook aan Richtlijn 2004/108/EG en 2011/65/EU. Neem voor meer informatie contact op met DEWALT via het volgende adres of kijk op de achterzijde van de gebruiksaanwijzing. De ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het technische bestand en legt deze verklaring af namens DEWALT. Horst Grossmann Vice President Engineering DEWALT, Richard-Klinger-Straße 11, D-65510, Idstein, Duitsland 01.11.2011 69 NEDERLANDS Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING! Wanneer u gebruik maakt van elektrisch gereedschap, is het belangrijk dat u zich altijd houdt aan elementaire veiligheidsmaatregelen om de kans op brand, elektrische schok en lichamelijk letsel te verkleinen, met inbegrip van de onderstaande maatregelen. Lees al deze instructies voordat u dit product tracht te bedienen en bewaar deze instructies. BEWAAR DEZE HANDLEIDING VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK Algemene veiligheidsregels 1. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving. Rommelige plaatsen en werkbanken werken letsel in de hand. 2. Houd rekening met de omgeving van de werkplek. Stel het gereedschap niet bloot aan regen. Gebruik het gereedschap niet in een vochtige of natte omgeving. Houd de werkplek goed verlicht (250–300 Lux). Gebruik het gereedschap niet op plaatsen waar brandof explosiegevaar bestaat, bijv. in de buurt van brandbare vloeistoffen en gassen. 3. Bescherm uzelf tegen elektrische schokken. Vermijd lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijvoorbeeld pijpen, radiatoren, kooktoestellen en koelkasten). Bij gebruik van het gereedschap onder extreme omstandigheden (bijvoorbeeld hoge luchtvochtigheid, als er metaalslijpsel wordt geproduceerd enz.) kan de elektrische veiligheid worden verbeterd door een scheidingstransformator of een (FI) aardlekschakelaar te plaatsen. 4. Houd andere mensen uit de buurt. Laat niet toe dat personen, vooral kinderen, die niet bij het werk zijn betrokken het gereedschap of het verlengsnoer aanraken en houd ze uit de buurt van de werkplek. 5. Berg ongebruikt gereedschap op. Wanneer het gereedschap niet gebruikt wordt, moet het op een droge plek bewaard worden en veilig opgeborgen zijn, buiten het bereik van kinderen. 6. Forceer het gereedschap niet. Het zal de taak beter en veiliger uitvoeren wanneer het op de bedoelde wijze wordt gebruikt. 7. Maak gebruik van het juiste gereedschap. Gebruik geen licht gereedschap om het werk van zware machines uit te voeren. Gebruik het gereedschap niet voor doeleinden waarvoor het niet bestemd is; gebruik bijvoorbeeld cirkelzagen niet om boomtakken of houtblokken te zagen. 8. Draag geschikte kleding. Draag geen loszittende kleding of juwelen, want deze kunnen vast komen te zitten in bewegende delen. Schoenen met profielzolen zijn aanbevolen wanneer u buitenshuis werkt. Houd lang haar bijeen. 9. Gebruik beschermend materiaal. Draag altijd een veiligheidsbril. Draag een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden waarbij stof of rondvliegende deeltjes vrijkomen. Draag ook een hittebestendige schort indien deze deeltjes heet kunnen zijn. Draag altijd gehoorbescherming. Draag altijd een veiligheidshelm. 10. Sluit voorziening voor stofafvoer aan. Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor de aansluiting van voorzieningen voor afvoer en opvang van stof, zorg dan dat deze zijn aangesloten en naar behoren worden gebruikt. 11. Gebruik het snoer niet verkeerd. Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie en scherpe randen. Draag het gereedschap nooit aan het snoer. 12. Zeker het werkstuk. Gebruik waar mogelijk klemmen of een bankschroef om het te bewerken deel vast te zetten. Dit is veiliger dan wanneer u uw handen gebruikt en bovendien kunt u de machine dan met beide handen bedienen. 13. Zorg voor een veilige houding. Zorg altijd voor een juist, stabiele houding. 70 14. Onderhoud gereedschap met zorg. Houd zaagwerktuigen scherp en schoon voor betere en veiligere prestaties. Volg aanwijzingen voor het smeren en verwisselen van hulpstukken. Inspecteer het gereedschap regelmatig en laat het repareren door een bevoegde reparatieservice als het is beschadigd. Houd handgrepen en schakelaars droog, schoon en vrij van olie en vet. 15. Trek de stekker van het gereedschap altijd uit het stopcontact. Haal de stekker uit het stopcontact als u de machine niet gebruikt en wanneer u onderhoud aan de machine uitvoert of accessoires als bladen, boren en snijstukken verwisselt. 16. Verwijder stel- en moersleutels. Maak er een gewoonte van om te controleren dat de stel- en moersleutels zijn verwijderd voordat u het gereedschap gebruikt. 17. Vermijd onbedoeld inschakelen. Draag het gereedschap niet met een vinger op de schakelaar. Zorg ervoor dat het gereedschap uit staat voordat u de stekker in het stopcontact steekt. 18. Maak gebruik van verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik. Controleer voor gebruik de verlengkabel en vervang deze als die beschadigd is. Gebruik, wanneer het gereedschap buiten wordt gebruikt, alleen verlengsnoeren die geschikt zijn voor buitengebruik en als zodanig zijn gemarkeerd. 19. Blijf alert. Kijk wat u doet. Gebruik uw gezond verstand. Gebruik het gereedschap niet wanneer u moe bent of wanneer u drugs of alcohol hebt gebruikt. 20. Controleer op beschadigde onderdelen. Controleer voor gebruik het gereedschap en het stroomsnoer zorgvuldig om vast te stellen dat het op juiste wijze werkt en de bedoelde taken uitvoert. Controleer of bewegende delen zich in de juiste positie bevinden en goed zijn bevestigd, of er defecte onderdelen zijn, of ze juist zijn gemonteerd en of er sprake is van andere zaken die bediening kunnen beïnvloeden. Een beschermstuk of ander onderdeel dat is beschadigd dient op de juiste wijze te worden vervangen of gerepareerd door een bevoegde reparatieservice, tenzij in de handleiding anders wordt aangegeven. Laat een bevoegde reparatieservice defecte schakelaars vervangen. Gebruik het gereedschap niet als de aan-/ uitschakelaar niet naar behoren werkt. Probeer nooit zelf reparaties uit te voeren. WAARSCHUWING! Het gebruik van een accessoire of hulpstuk of het uitvoeren van werkzaamheden met dit gereedschap buiten wat is aanbevolen in deze instructiehandleiding, kan risico op persoonlijk letsel met zich meebrengen. 21. Laat uw gereedschap repareren door een bevoegd persoon. Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de relevante veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde personen die gebruikmaken van originele reserveonderdelen; dit kan anders resulteren in aanzienlijk gevaar voor de gebruiker. Overige veiligheidsvoorschriften voor verstekzagen • Bij het apparaat wordt een speciaal geconfigureerd stroomsnoer geleverd dat alleen kan worden vervangen door de fabrikant of door de bevoegde reparatieservice. • Controleer, voordat u zaagwerkzaamheden begint uit te voeren, dat de machine op gelijk en stabiel oppervlak is geplaatst. • Gebruik de zaag niet om ander materiaal mee te zagen dan dat door de fabrikant wordt aanbevolen. • Gebruik het apparaat niet zonder de beschermkappen of indien de beschermkappen niet functioneren of niet goed zijn onderhouden. • Controleer of de arm goed is bevestigd wanneer u schuin zaagt. • Houd het werkoppervlak rond het apparaat horizontaal, goed onderhouden en verwijder rondslingerende zaken zoals snippers en afgezaagde delen. • Gebruik op juiste wijze geslepen zaagbladen. Let op het merkteken van de maximumsnelheid op het zaagblad. De vermelde maximumsnelheid moet altijd hoger zijn dan of ten minste even hoog zijn als de snelheid die op het typeplaatje wordt vermeld. NEDERLANDS • Controleer of alle bevestigingsschroeven en klemmen goed vastzitten voordat u het gereedschap gebruikt. • Onderhoud aan het apparaat dient regelmatig te worden uitgevoerd; • Plaats nooit een hand in het zaaggebied wanneer de zaag op het stroomnet is aangesloten. • Controleer of diegene die met het apparaat werkt goed getraind is in het gebruiken, het instellen en het bedienen van het apparaat; • Probeer nooit om een draaiende machine snel tot stilstand te brengen door gereedschap of iets anders tegen het blad te houden; dit kan leiden tot ernstige ongelukken. • Let erop dat eventuele tussenringen en asringen geschikt zijn voor het doel dat in deze handleiding wordt vermeld. • Zorg voor gepaste algehele of plaatselijke verlichting; • Raadpleeg de handleiding voordat u accessoires gebruikt. Het verkeerde gebruik van accessoires kan leiden tot schade. • Verwijder geen uitgezaagde of andere delen van het werkstuk uit het zaaggebied terwijl de machine loopt en de zaagkop niet in rustpositie staat. • Gebruik de zaag niet voor het zagen van andere materialen dan hout of dergelijke materialen. • Zaag nooit werkstukken korten dan 200 mm. • Zorg ervoor dat het zaagblad correct is aangebracht voordat u het gebruikt. • Let erop dat het blad in de juiste richting draait. • Gebruik geen bladen met een grotere of kleinere diameter dan aanbevolen. Zie de technische gegevens voor de juiste zaagcapaciteiten. Gebruik alleen de bladen die in deze handleiding worden gespecificeerd en voldoen aan EN 847-1. • Overweeg het gebruik van daartoe ontworpen geluidsbeperkende bladen. • Gebruik geen HIGH SPEED-stalen zaagbladen. • Gebruik geen gebarsten of beschadigde zaagbladen. • Gebruik geen schurende schijven of diamantschijven • Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een maximaal werkstukformaat van: – Hoogte 89 mm bij breedte 302 mm bij lengte 600 mm – Langere werkstukken moeten worden ondersteund door een geschikte aanvullende tafel, bijv. DE7023. Klem het werkstuk altijd stevig vast. • In het geval van een ongeval of van storing van de machine moet u de machine onmiddellijk uitschakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken. • Rapporteer de storing en breng een geschikte aanduiding op de machine aan zodat andere mensen niet proberen de niet (goed) functionerende machine te gebruiken. • Licht het zaagblad uit de zaagsnede in het werkstuk voordat u de schakelaar loslaat. • Wanneer het zaagblad is geblokkeerd als gevolg van abnormale aanvoerdruk tijdens het zagen, zet de machine dan uit en trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder het werkstuk en zorg voor vrijloop van het zaagblad. Zet de machine aan start de zaagwerkzaamheden weer met verminderde aanvoerdruk. • Zet geen wig tegen de ventilator om de motoras tegen te houden. • Zaag nooit een lichte legering, vooral niet magnesium. • De beschermkap van het zaagblad gaat automatisch omhoog wanneer u de arm naar beneden houdt. Deze zal omlaag over het blad worden geplaatst wanneer de hendel voor vergrendeling van de zaagkop (12) wordt ingedrukt. • Monteer, wanneer de situatie dat toelaat, de machine op een werkbank met bouten van een diameter van 8 mm en een lengte van 80 mm. • Gebruik uw zaag nooit zonder de snijplaat. • Breng de beschermkap van het blad nooit handmatig omhoog, tenzij de zaag is uitgeschakeld. De beschermkap kan handmatig omhoog worden gebracht wanneer u zaagbladen installeert of verwijdert of wanneer u deze inspecteert. • Controleer regelmatig of de ventilatieopeningen van de motor schoon zijn en vrij van snippers. Overige risico’s De volgende risico’s zijn inherent aan het gebruik van zagen: – letsel veroorzaakt door aanraken van ronddraaiende delen Ondanks het toepassen van de relevante veiligheidsvoorschriften en de implementatie van veiligheidsmiddelen kunnen sommige overige risico’s niet worden vermeden. Dit zijn: • Vervang de sleufplaat wanneer deze is versleten. – Gehoorsbeschadiging. • Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u onderhoudswerkzaamheden verricht of wanneer u het blad vervangt. – Risico op ongevallen veroorzaakt door onbedekte delen van het draaiende zaagblad. • Voer geen schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit terwijl de machine nog draait en de kop zich nog niet in de ruststand bevindt. – Risico op letsel bij het verwisselen van het blad. • Bevestig het apparaat, indien mogelijk, altijd aan een werkbank. • Als u de snijlijn aanduidt met een LED, is het belangrijk dat de LED van klasse 2 is volgens EN 62471. Vervang niet een LED-diode door een diode van een ander type. Laat de LED, als deze beschadigd is, repareren door een erkende reparatiemonteur. • In de voorzijde van de beschermkap bevindt zich een rooster voor een beter overzicht tijdens het zagen. Ondanks het feit dat een rooster leidt tot aanzienlijk minder rondvliegende delen, zijn het wel openingen in de beschermkap en een veiligheidsbril dient altijd te worden gedragen wanneer u door het rooster kijkt. • Verbind de zaag met een apparaat voor stofopname wanneer u hout zaagt. Denk altijd aan factoren die invloed hebben op blootstelling aan stof, zoals: -– het soort materiaal waarmee u werkt (spaanplaat produceert meer stof dan hout); -– scherpte van het zaagblad; -– juiste instellingen van het zaagblad. -– stofafzuiging met luchtsnelheid van niet minder dan 20 m/s Controleer dat de afvoer ter plaatse, evenals de kappen, schermen en trechters op juiste wijze zijn afgesteld. • Denk goed aan de volgende factoren die invloed uitoefenen op blootstelling aan lawaai: -– gebruik zaagbladen die zijn ontworpen om het lawaai te verminderen; – Risico dat de vingers gekneld raken bij het openen van de beschermkappen. – Gezondheidsrisico’s die worden veroorzaakt door het inademen van stof dat vrijkomt bij het zagen van hout, met name eik, beuk en MDF-platen. De volgende factoren verhogen het risico van ademhalingsproblemen: – Geen stofafzuiging bevestigd wanneer u hout zaagt – Onvoldoende stofafzuiging doordat uitlaatfilters niet zijn gereinigd Markering op het gereedschap De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld: Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik. Draag gehoorbescherming. Draag oogbescherming. Draagpunt Houd handen weg bij zaagblad. Kijk niet direct in de lichtbron. -– gebruik alleen goed geslepen bladen; 71 NEDERLANDS POSITIE DATUMCODE (FIG. A1) De datumcode (13), die ook het jaar van fabricage bevat, is binnen in de behuizing geprint. Voorbeeld: 2013 XX XX Jaar van fabricage Inhoud van de verpakking De verpakking bevat: 1 Gemonteerde verstekzaagmachine 1 Zaagbladsleutel 1 Zaagblad 1 Stofzak 1 Materiaalklem 1 Handleiding 1 Onderdelentekening • Controleer de machine, losse onderdelen en accessoires op transportschade. • Lees deze handleiding rustig en zorgvuldig door voordat u met de machine gaat werken. Beschrijving (fig. A1–A6) WAARSCHUWING: Breng nooit veranderingen aan het elektrisch gereedschap of enig onderdeel daarvan aan. Dit kan schade of lichamelijk letsel tot gevolg hebben. A1 1 Aan/uit schakelaar 2 Beweegbare onderste beschermkap 3 Linkerhandkant geleider 4 Verstekhendel 5 Verstekslot 6 XPSTM aan/uit-schakelaar 7 Verstekschaal 8 Rechterhandkant geleider 9 Sleufplaat 10 Draaghendel 11 Bedieningsghendel 12 Hoofdvergrendeling vrijgavehendel 13 Datumcode 14 Spindelafsluiting 15 Schaal voor afschuininstelling 16 Vergrendelknop geleiderail 17 Groefaanslag A2 18 Schuifvergrendeling 19 Vaste bovenste beschermkap 20 Afschuinvergrendeling/-hendel 21 Klemhendel voor schuininstelling 22 Vergrendelingsstift zaagkop 23 Zaagbladsleutel 24 Hantvat 25 Bevestigingsgaten voor werkbank 26 Stofafzuigadapter A3 27 Stofzak A4 28 LED werklichtsysteem Optionele accessoires A5 29 Verlengd werkblad 72 A6 30 Werkstukklem GEBRUIKSDOEL Uw DEWALT DW717 Verstekzaag is ontworpen voor het op professionele wijze zagen van hout, houtproducten en kunststoffen. De zaag voert de werkzaamheden zoals afkorten, afschuinen en verstekzagen gemakkelijk, nauwkeurig en veilig uit. Deze unit is ontworpen voor gebruik met een carbidepuntzaag met een nominale zaagbladdiameter van 250 mm. GEBRUIK ZE NIET bij natte omstandigheden of in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of gassen. Deze verstekzagen zijn professioneel elektrisch gereedschap. LAAT GEEN kinderen in contact met het gereedschap komen. Toezicht is vereist als onervaren gebruikers dit gereedschap bedienen. WAARSCHUWING! Gebruik de machine niet voor andere doeleinden dan waarvoor zij is bedoeld. • Dit product is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) die verminderde fysieke, sensorische of psychische vermogens hebben of die het ontbreekt aan ervaring en/of kennis of bekwaamheden, als dat niet gebeurt onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen mogen nooit alleen worden gelaten met dit product zodat ze ermee zouden kunnen spelen. Elektrische veiligheid De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer altijd of de stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op het typeplaatje. Uw DEWALT gereedschap s dubbel geïsoleerd in overeenstemming met EN 61029; daarom is geen aarding nodig. Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door een speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via de DEWALT servicedienst. Een verlengsnoer gebruiken Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een goedgekeurd 3-aderig verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomvoorziening van dit gereedschap (zie Technische gegevens). De minimale geleidergrootte is 1,5 mm2; de maximale lengte is 30 m. Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af te rollen. MONTAGE WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken. Uitpakken (fig. A1, B) • Haal de zaag voorzichtig uit de verpakking en gebruik hiervoor de draaggreep (10). • Zet de vergrendelknop (16) vrij en duw de zaagkop naar achteren om hem in de achterste positie te vergrendelen. • Druk de bedieningshendel (11) omlaag en trek aan de vergrendelpin (22), zoals afgebeeld. • Verminder de druk langzaam en laat de arm geheel omhoogkomen. Werkbankmontage (fig. C) • Er zit gaten (25) in alle vier de voetjes zodat montage op een werkbank gemakkelijk is. Er zijn gaten van twee verschillende afmetingen voor gebruik van bouten van verschillende maten. Gebruik één van de gaten; het is niet nodig beide te gebruiken. Geadviseerd wordt bouten met een diameter van 8 mm en een lengte van 80 mm te gebruiken. Monteer uw zaag altijd stevig zodat beweging wordt voorkomen. Voor een betere draagbaarheid kunt u het gereedschap monteren op een stuk multiplex van een dikte van 12,5 millimeter of meer, wat u vervolgens op uw werkbank kunt klemmen of kunt meenemen naar andere locaties en daar weer kunt vastklemmen. NEDERLANDS • Wanneer de zaagmachine op multiplex wordt bevestigd, zorg er dan voor dat de schroeven niet aan de onderkant van het hout uitsteken. Het multiplex moet geheel tegen het blad van de werkbank aanliggen. Bij het klemmen op elk ander oppervlak moeten de plaatsen van de bevestigingsgaten worden gebruikt om te klemmen. Klemmen op een ander punt zal het werken met de zaagmachine bemoeilijken. • Om aanlopen en onnauwkeurigheid te voorkomen, mag het bevestigingsblad niet krom of oneffen zijn. Als de zaagmachine op het werkblad wankelt, plaats dan een dun stukje materiaal onder één van de voeten tot de machine stevig op het werkblad staat. Monteren van het zaagblad (fig. D1–D4) WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken. • Druk nooit de asvergrendelingsknop in terwijl het zaagblad wordt aangedreven of uitloopt. • Zaag geen lichte legeringen of ijzerhoudende metalen (iron of steel) of metselwerk of vezelcementproducten met deze verstekzaag. • Maak de onderste beschermkap (2) los door de hoofdontgrendelingshendel (12) in te drukken, breng daarna de onderste beschermkap zover mogelijk omhoog. • Druk, wanneer u de onderste beschermkap omhoog houdt, de asvergrendelingsknop (14) met één hand in, draai vervolgens met de meegeleverde steeksleutel (23) in de andere hand de zaagbladvergrendelingsschroef (37) naar rechts los. WAARSCHUWING! Druk, als u de asvergrendeling wilt gebruiken, de knop in zoals wordt getoond en draai de as met de hand tot u voelt dat de vergrendeling ingrijpt. Blijf de vergrendelingsknop ingedrukt houden als u wilt dat de as niet draait. • Verwijder de vergrendelingsschroef van het zaagblad (37) en de buitenste kraag van de spandoorn (38). • Plaats het zaagblad (39) op de zaagbladadapter (40) die direct tegen de binnenste kraag van de spandoorn (41) zit, en let er daarbij op dat de tanden van de onderste rand van het zaagblad naar de achterzijde van de zaag wijzen (weg van de gebruiker). • Plaats de buitenste kraag van de spandoorn weer (38). • Draai de vergrendelingsschroef (37) van het zaagblad zorgvuldig aan door deze naar links te draaien terwijl u de asvergrendeling vergrendeld houdt met uw andere hand. WAARSCHUWING! Bedenk dat het zaagblad alleen op de voorgeschreven manier moet worden vervangen. Gebruik alleen zaagbladen die worden aangeduid bij Technische Gegevens; Cat. nr.: Geadviseerd wordt DT4323 te gebruiken. Instellingen WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de stroombron van de machine af voordat u accessoires installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken. Deze verstekzaagmachine is in de fabriek nauwkeurig afgesteld. Als zij als gevolg van het transport of om andere redenen toch opnieuw moet worden afgesteld, dient dit te gebeuren zoals hieronder beschreven. De instelling zou nu niet meer moeten verlopen. Controleren en instellen van het zaagblad t.o.v. de parallelgeleiding (fig. E1–E4) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de verstekarm (42) vrij te geven. • Draai de verstekarm totdat deze in de stand 0° verstek wordt vergrendeld. Maak de hendel niet vast. • Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf (43) valt. • Plaats een winkelhaak (44) tegen de parallelgeleiding links (3) en het zaagblad (39) (fig. E3). WAARSCHUWING: Laat de winkelhaak niet in aanraking komen met de tanden van het zaagblad. • Het afstellen geschiedt als volgt: • Draai de schroeven (45) los en beweeg de verstekarm met verstekschaal naar links of naar rechts, totdat de met de winkelhaak gemeten hoek tussen het zaagblad en de parallelgeleiding 90° bedraagt. • Draai de schroeven (45) weer vast. Let hierbij nog niet op de uitlezing van de verstekwijzer. Instellen van de verstekwijzer (fig. E1, E2 & F) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de verstekarm (42) vrij te geven. • Beweeg de verstekarm om de verstekwijzer (46) in de nulpositie te brengen, zoals afgebeeld in fig. F. • Laat de verstekvergrendeling in de juiste positie klikken door de verstekarm langs de nulstand te draaien, terwijl de verstekhendel nog niet vastgezet is. • Kijk naar de wijzer (46) en de verstekschaal (7). Als de wijzer niet exact nul aanwijst, draai dan de schroef (47) los, beweeg de wijzer zodat hij 0° aangeeft en draai de schroef vast. Aanpassing staaf voor verstekvergrendeling (fig. A1, G) Indien de onderkant van de zaag bewogen kan worden terwijl de verstekhendel (4) vergrendeld is, moet de staaf voor verstekvergrendeling (48) aangepast worden. • Ontgrendel de verstekhendel (4). • Ontspan de vergrendelmoeren (61) op de staaf voor verstekvergrendeling • Span de staaf voor verstekvergrendeling (48) volledig aan door gebruik van een schroevendraaier. Ontspan vervolgens de staaf met één draai. • Controleer of de tafel niet beweegt wanneer de hendel (4) vergrendeld is op een willekeurige (niet vooraf ingestelde) hoek. • Span de vergrendelmoer (61) aan. Het zaagblad controleren en aan de tafel aanpassen (fig. A2, H1–H4) • Ontspan de klemhendel voor schuininstelling (21) en beweeg het veerslot/hendel voor afschuininstelling (20) omhoog om de zaagarm te bevrijden. • Beweeg de zaagarm totdat het veerslot het in de 0º afschuininstellingspositie plaatst. Span de hendel niet aan. • Duw de kop naar beneden totdat het zaagblad net in de zaagsleuf (43) komt. • Blokkeer de zaagkop met de pen (22) • Plaats een ingestelde tekenhaak (44) op de tafel en omhoog tegen het zaagblad (39) (fig. H2). WAARSCHUWING: Raak de punten van de zaagtanden niet aan met de tekenhaak. • Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk: • Ontspan de moeren (55) en beweeg de verstekzaagarm assemblage naar links of rechts, totdat het zaagblad 90º ten opzichte van de tafel staat, zoals gemeten met de tekenhaak. Span de moer (55) opnieuw aan. • Als de schuine aanwijzer (50) niet nul (0) op de schaal voor afschuininstelling (15) aangeeft, ontspant u de schroef (51) die de verstekwijzer beveiligt en beweegt u de verstekwijzer naar behoefte. Instellen van de geleider (fig. I1 & I2) Het bovenste deel van de parallelgeleiding kan worden bijgesteld. Zo kan ruimte worden gemaakt om de zaag tot de maximale verstekpositie van 48° zowel naar links als naar rechts te kunnen draaien. Om de parallelgeleiding links (3) in te stellen: 73 NEDERLANDS • Draai de plastic knop (52) los en beweeg de parallelgeleiding naar links. • Voer een test uit met UITgeschakelde zaag en kijk hoe groot de beschikbare ruimte is. Zet de parallelgeleiding op een zo klein mogelijke afstand van het zaagblad, zonder de op- en neerwaartse beweging van de zaagarm te belemmeren. Zo wordt het werkstuk optimaal gesteund. • Draai de knop stevig aan. Om de parallelgeleiding rechts (8) in te stellen: • Draai de plastic knop (53) los en beweeg de parallelgeleiding naar rechts. • Ga verder te werk zoals bij het instellen van de parallelgeleiding links. WAARSCHUWING: De geleidegroeven (54) van de parallelgeleiding kunnen verstopt raken met zaagsel. Gebruik een stokje of wat lage-druklucht om deze groeven schoon te maken. Afstellen van het afschuinklemsysteem (fig. J) Indien de zaagarm kan bewegen wanneer de afschuinklemhendel (21) is vergrendeld, moet het klemsysteem worden afgesteld. • Verwijder de schroef (56) terwijl u de hendel vasthoudt. • Til de hendel eraf en draai hem 1/8 naar rechts. Plaats de schroef terug. • Controleer of de zaagarm niet beweegt wanneer de afschuinklemhendel (21) is vastgezet op een willekeurige (niet voorafingestelde) hoek. Aanpassing railgeleiding (fig. J) • Kijk geregeld de rails na op speling. • Om speling te verminderen, draait u geregeld de schroeven (57) met de wijzers van de klok mee terwijl u de zaagkop naar voor en achter schuift. Pas de speling aan opdat er zo weinig mogelijk is zonder schuifweerstand te veroorzaken. BEDIENING Gebruiksaanwijzing WAARSCHUWING: Neem altijd de veiligheidsinstructies en van toepassing zijnde voorschriften in acht. WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk letsel te verminderen, zet u het gereedschap uit en ontkoppelt u het van de stroomvoorziening, voordat u enige aanpassing maakt of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat. Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken. Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst overeenkomstig uw ergonomische condities waar het betreft hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de machine moet zo worden gekozen dat de gebruiker een goed overzicht heeft en voldoende ruimte rond de machine heeft voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk. Verminder de effecten van trillingen door ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur niet te koud is, de machine en de accessoires goed zijn onderhouden en dat de omvang van het werkstuk geschikt is voor deze machine. We willen gebruikers in het Verenigd Koninkrijk graag wijzen op de “woodworking machinesregulations 1974” (houtbewerkingsvoorschriften voor apparatuur 1974) en alle hieropvolgende wijzigingen. Voor gebruik: • Breng het juiste zaagblad aan. Gebruik geen overmatig versleten zaagbladen. Het zaagblad moet geschikt zijn voor het maximum toerental van de machine. • Probeer niet om extreem kleine werkstukken te zagen. • Oefen bij het zagen geen overmatige druk op het zaagblad uit. Forceer het zagen niet. • Laat de motor voor het zagen op volle toeren komen. • Zorg er voor dat alle knoppen en hendels goed vastgedraaid zijn. • Klem het werkstuk vast. • Hoewel deze zaagmachine geschikt is voor het zagen van hout en veel metalen (maar niet voor ijzer en staal), gelden deze bedieningsvoorschriften alleen voor het zagen van hout. 74 Dezelfde richtlijnen gelden ook voor andere materialen. Zaag met deze zaag geen ijzer, staal, vezelcement of metselwerk! • Gebruik altijd de sleufplaat. Gebruik de machine niet als de sleuf breder is dan 10 mm. In- en uitschakelen (fig. K) De aan/uit-schakelaar (1) is voorzien van een gat (58) om een hangslot door te steken om de zaag uit bedrijf te vergrendelen. • Druk de aan/uit-schakelaar (1) in om de machine in te schakelen. • Stop de machine door de schakelaar los te laten. Plaatsen van het lichaam en de handen Het op de juiste manier plaatsen van het lichaam en de handen maakt het zagen gemakkelijker, nauwkeuriger en veiliger. • Plaats uw handen nooit in de buurt van de zaagsnede. • Plaats uw handen op minimaal 150 mm van het zaagblad. • Houd het werkstuk tijdens het zagen stevig tegen de tafel en de parallelgeleiding. Houd uw handen op hun plaats totdat de schakelaar is losgelaten en het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. • Voer altijd een test uit (met UITgeschakelde zaag) om de baan van het zaagblad te kunnen volgen: zo bereikt u zuivere zaagsneden. • Plaats uw handen niet kruiselings. • Sta stevig met beide voeten op de grond en zorg voor een goed evenwicht. • Volg de bewegingen van de zaagarm als u hem naar links en rechts beweegt. Ga enigszins aan de kant van het zaagblad staan. • Kijk bij het volgen van een potloodlijn door de openingen in de beschermkappen. Verstekzaagregeling (fig. E1) De verstekhendel (4) en verstekslot (5) maken verstekzagen mogelijk op 60 links en 50 rechts,. Om met de zaag onder verstek te werken: • Bevrijd de verstekhendel (4) en druk het verstekslot (5) omlaag en stel de gewenste verstekzaaghoek in op de verstekschaal. • Druk omlaag op de verstekhendel (4) om de zaagtafel op zijn plaats te vergrendelen. Regeling afschuininstelling (fig. H1, H4) De afschuinvergrendeling hendels (20) en klemhendel voor afschuininstelling (21) laat de zaag toe in een 48º graden afschuininstelling links en rechts te plaatsen. Uw zaag heft 2 afschuinvergrendelinghendels (20), één aan elke kant van de achterste steunbehuizing. Er hoeft slechts één gebruikt te worden om de afschuininstelling naar beide richtingen te bewegen. De klemhendel voor afschuininstelling (21) bevindt zich op de achterste steunbehuizing. Om de zaag in afschuininstelling te plaatsen: • Ontspan de klemhendel voor afschuininstelling (21). Breng één van de hendels op ongeveer 45º en stel de gewenste hoek voor afschuininstelling op de schaal voor afschuininstelling (15). Voor uw gemak worden twee schalen voor afschuininstelling geleverd. • Vergrendel de klemhendel voor afschuininstelling (21) om de afschuininstelling op zijn plaats te vergrendelen. De afschuinivergrendelinghendels (20) kunnen verticaal omhooggebracht worden om de gebruikelijke stophoeken te overkomen. Schuifvergrendeling (fig. T) De schuifvergrendeling (18) regelt de plaatsing van de rails van uw zaag zodat de langst mogelijke verticale profielen gesneden kunnen worden. SPAN ALTIJD DE RAILVERGRENDELING AAN BIJ HET GEBRUIK VAN DE SCHUIFVERGRENDELING OM ZO TE VOORKOMEN DAT HET SCHUIFSYSTEEM ONGEWILD BEWEEGT Hendel railvergrendeling (fig. A1, T) De hendel voor railvergrendeling (16) laat u toe de zaagkop stevig te vergrendelen zodat het niet over de rails schuift. Dit is noodzakelijk bij het maken van bepaalde sneden of bij het transporteren van de zaag. NEDERLANDS Groefafslag (fig. A1, R) De groefafslag (17) laat groefsnijden toe. De hendel naar de voorkant van de zaag omdraaien en de duimschroef aanpassen wijzigt de diepte van de groefsnee. De hendel naar de achterkant van de zaag omdraaien leidt de groefafslag om. WAARSCHUWING: Wanneer u het eind van een stuk hout verstekzaagt en een klein deel verwijdert, positioneer het hout dan zodanig dat het afgezaagde deel zich aan de kant van het blad bevindt met de grotere hoek ten opzichte van de parallelgeleiding: oftewel verstek aan de linkerzijde, deel rechts verwijderen - verstek aan de rechterzijde, deel links verwijderen. Neerwaarste pin kopvergrendeling (fig A2) Om de zaagkop in onderste positive te vergrendelen, duwt u de kop neerwaarts, druk de pin (22) in en laat de zaagkop los. Dit zal de zaagkop veilig vastleggen om de zaag van plaats naar plaats te bewegen. Om deze vrij te maken drukt u de zaagkop benedenwaarts en trekt u de pin uit. Afschuinen (fig. A1, A2 & O) De afschuinhoek kan worden ingesteld tussen 48° naar links en 48° naar rechts. Hierbij kan de verstekarm tussen 0° en maximaal 45° naar links of naar rechts worden ingesteld. XPSTM LED Werklichtsysteem gebruiken (afb. A1, A2) OPMERKING: De verstekzaag moet op een stopcontact worden aangesloten. Het XPSTM LED Werklichtsysteem is voorzien van een Aan/Uit-schakelaar (6). Het XPSTM LED Werklichtsysteem werkt onafhankelijk van de Aan/Uitschakelaar van de verstekzaag. U kunt de zaag bedienen zonder dat het licht is ingeschakeld. Door een bestaande potloodlijn zagen op een stuk hout: 1. Schakel het XPSTM systeem in en trek vervolgens de bedieningshandgreep (11) omlaag zodat het zaagblad dicht bij het hout komt. De schaduw van het zaagblad verschijnt op het hout. 2. Breng de potloodlijn op één lijn met de rand van de schaduw van het zaagblad. Misschien moet u, om de potloodlijn nauwkeurig te kunnen volgen, de verstekhoek of de afschuinhoek aanpassen. BASIS ZAAGSNEDEN Verticale rechte afkortsnede (fig. A1 & L) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de verstekarm vrij te geven. • Zet de verstekgrendel in de 0°-positie en zet de verstekhendel vast. • Leg het te zagen hout tegen de parallelgeleiding (3 & 8). • Pak de bedieningshendel (11) vast en druk op de zaagkopontgrendeling (12) om de zaagkop vrij te geven. • Druk op de bedienings knop (1) om de motor aan te zetten. • Druk de zaagkop naar beneden om door het hout te zagen. Het zaagblad gaat de sleuf in de sleufplaat (9) in. • Laat na het zagen de knop los en wacht tot het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u de zaagkop laat terugkeren naar zijn bovenste rustpositie. Schuifzaagsnede (fig. A1, M) Met behulp van de geleiderail is het mogelijk om, gebruik makend van een voor-, neer-, en achterwaartse schuifbeweging, grotere werkstukken tussen de 76,2 mm en de 111,8 mm te snijden. • Zet de vergrendelknop van de rail (16) vrij. • Trek de zaagkop in uw richting en schakel het gereedschap aan. • Laat de zaagkop op het werkstuk neerkomen en duw de kop terug om de snee te vervolledigen. • Ga te werk zoals hierboven beschreven. WAARSCHUWING: • Voer geen schuifzaagsnedes uit op werkstukken kleiner dan 76,2 mm. • Vergeet niet de zaagkop in de achterste positie te vergrendelen eens de schuifzaagsnedes vervolledigd zijn. Verticaal zagen met verstek (fig. A1 en N) • Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in. • Beweeg de arm naar links of naar rechts om de juiste hoek in te stellen. De vaste verstekgrendelposities zijn 10°, 15°, 22,5°, 31,62° en 45° zowel links als rechts, en 60° links en 50° rechts. Houd voor tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet hem vast door de verstekhendel vast te zetten. • Zorg er voor het zagen altijd voor dat de verstekhendel is vastgezet. • Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen. Afschuinhoek naar links • Beweeg het bovenste deel van de linker parallelgeleiding (3) zo ver mogelijk naar links. • Draai de afschuinklemknop (21) los, til de afschuinvergrendeling (20) op en stel de afschuinhoek op de gewenste waarde in. • De afschuinvergrendeling vergrendelt automatisch bij 22,5°, 33,85° bij 45°. Houd voor tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet hem vast door de afschuinklemknop (21) vast te zetten. • Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen. Afschuinhoek naar rechts • Beweeg het bovenste deel van de rechter parallelgeleiding (8) zo ver mogelijk naar rechts. • Ga te werk als bij afschuinzagen naar links. Kwaliteit van de zaagsnede Hoe glad een zaagsnede is, hangt altijd af van een aantal variabelen, zoals het te zagen materiaal. Als optimale zaagsneden nodig zijn, bijvoorbeeld voor het maken van lijsten en ander precisiewerk, gebruik dan een scherp zaagblad (60 tanden, hardmetaal) en een lagere, gelijkmatige zaagsnelheid om het gewenste resultaat te bereiken. WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het materiaal niet langzaam vooruit beweegt tijdens het zagen: klem het stevig vast. Laat het blad altijd volledig tot stilstand komen voordat u de arm omhoog brengt. Indien kleine deeltjes hout nog steeds aan de achterzijde van het werkstuk springen, plak dan een stuk plakband op het hout waar u van plan bent te zagen. Zaag door het plakband en verwijder dit voorzichtig wanneer u klaar bent. Vastzetten van het werkstuk (fig. A6, U) WAARSCHUWING: Een werkstuk dat voor een zaagsnede is vastgeklemd, uitgebalanceerd en bevestigd, kan uit balans raken wanneer de zaagsnede is voltooid. Een niet-uitgebalanceerde belasting kan de zaag of alles waar de zaag op is bevestigd, zoals een tafel of een werkbank, doen kantelen. Ondersteun, wanneer u een zaagsnede maakt die het werkstuk uit de balans kan brengen, het werkstuk goed en zorg ervoor dat de zaag stevig met bouten is vastgezet op een stabiel oppervlak. Persoonlijk letsel kan het gevolg zijn. WAARSCHUWING: De klemvoet moet steeds boven de grondplaat van de zaag vastgeklemd blijven, wanneer de klem wordt gebruikt. Klem het werkstuk altijd vast op de grondplaat van de zaag – niet op een andere onderdeel van het werkgebied. Controleer dat de klemvoet niet op de rand van de grondplaat van der zaag is geklemd. VOORZICHTIG: Zorg er met behulp van een werkklem altijd voor dat u de controle behoudt en beperk zo het risico van persoonlijk letsel en beschadiging van het werkstuk. Gebruik de materiaalklem (30) die bij uw zaag wordt geleverd. De linkse en rechtse langsgeleiding schuiven langs en kunnen helpen bij het vastklemmen. Andere hulpmiddelen zoals veerklemmen, lijmklemmen of klemschroeven kunnen waarschijnlijk goed van pas komen bij materiaal van bepaalde afmetingen en vormen KLEM PLAATSEN 1. Steek de klem in het gat achter de langsgeleiding. De klem moet naar de achterzijde van de verstekzaag wijzen. De groef op de klemstang moet geheel in de grondplaat worden gestoken. Controleer dat deze 75 NEDERLANDS 2. Draai de klem 180° naar de voorzijde van de verstekzaag. 3. Draai de knop los zodat u de klem omhoog en omlaag kunt aanpassen, stel vervolgens de klem nauwkeurig af op het werkstuk door middel van de fijnafstellingsknop. OPMERKING: Plaats de klem op de tegenovergestelde zijde van de grondplaat bij het schuin afzagen. PROBEER ALTIJD EERST ZAAGSNEDEN UIT (ZAAG UITGESCHAKELD) VOORDAT U ZE UITVOERT, ZODAT U HET PAD VAN HET ZAAGBLAD KUNT CONTROLEREN. CONTROLEER DAT DE KLEM NIET DE WERKING VAN DE ZAAG OF DE BESCHERMKAP VERHINDERT. Zagen van lijsten, dozen en andere rechthoekige objecten (fig. P1 & P2) Versteklijsten en andere lijsten Oefen met een paar eenvoudige projecten, totdat u uw zaag “aanvoelt”. Uw zaag is een perfect gereedschap voor het zagen van verstekhoeken zoals die in fig. P1. De afgebeelde verbinding kan naar keuze worden gemaakt door middel van afschuin- of verstekinstelling. - Door middel van afschuininstelling De afschuinhoek voor de beide planken wordt ingesteld op 45°, zodat er een hoek van 90° wordt gevormd. De verstekarm wordt vastgezet in de nulstand. Het hout wordt met de brede, vlakke kant tegen de tafel en de smalle kant tegen de parallelgeleiding gelegd. - Door middel van verstekinstelling Dezelfde zaagsnede kan worden gemaakt door links en rechts met verstek te zagen, met de brede kant tegen de parallelgeleiding. De twee schetsen (fig. P1 & P2) gelden alleen voor rechthoekige objecten. Als het aantal kanten verandert, veranderen ook de versteken afschuinhoeken. Onderstaand overzicht geeft de juiste hoeken voor een groot aantal verschillende vormen. Er wordt aangenomen dat alle zijden even lang zijn. Als de door u gewenste vorm niet in het overzicht voorkomt, deel dan 180° door het aantal zijden om de verstek- of afschuinhoek te bepalen. Aantal zijden 4 5 6 7 8 9 10 Verstek- of afschuinhoek 45° 36° 30° 25,7° 22,5° 20° 18° Dubbele versteksnede (fig. Q1 & Q2) Voor het zagen van lijsten of dozen met schuine kanten zoals in afb. Q1 wordt een combinatie van verstek- (fig. P2) en afschuinhoek (fig. P1) gebruikt. WAARSCHUWING: Zorg er als de zaaghoek telkens verschillend is voor dat de afschuinklemknop en de verstekklemknop stevig aangedraaid zijn. De knoppen moeten na elke verandering van de verstek- c.q. afschuinhoek worden vastgezet (fig. Q1 & Q2). • De onderstaande grafiek helpt u bij het kiezen van de juiste afschuinen verstekinstellingen voor een aantal gebruikelijke hoeken. U gebruikt de grafiek door de gewenste hoek “A” (fig. Q2) voor uw project te kiezen en deze hoek op de juiste curve in de grafiek te vinden. Ga van 76 VIERZIJDIGE DOOS ZESZIJDIGE DOOS HOEK TUSSEN TWEE RIBBEN 0ndersteunen van lange werkstukken (fig. A5) • Ondersteun lange werkstukken altijd. • Gebruik bij voorkeur de verlengsteun (29) om de tafelbreedte van uw zaag te vergroten (als optie verkrijgbaar bij uw dealer). Ondersteun lange werkstukken met enig bruikbaar middel, zoals zaagbokken e.d., om te voorkomen dat de uiteinden naar beneden hangen. dat punt recht naar boven of beneden om de juiste afschuinhoek te vinden en recht naar links of rechts om de juiste verstekhoek te vinden. • Stel de zaag in op de voorgeschreven hoeken en maak enkele proefsneden. • Oefen met het in elkaar zetten van de gezaagde delen. Voorbeeld: Maak een vierzijdige doos met buitenhoeken van 25° (hoek “A”) (fig. Q2), gebruik de bovenste boog rechts. Zoek 25° op de boogschaal. Volg de horizontale snijlijn naar beide zijden om de instelling van de verstekhoek van de zaag (23°) te verkrijgen. Volg op dezelfde manier de verticale snijlijn naar beneden of naar boven voor het instellen van de afschuinhoek van de zaag (40°). Maak steeds enkele proeven met stukjes afvalhout om de instellingen te controleren. DEZE VERSTEKHOEK OP DE ZAAG INSTELLEN groef volledig in de grondplaat van de verstekzaag is gestoken. Als de groef zichtbaar is, zit de klem niet goed vast. ACHTZIJDIGE DOOS DEZE AFSCHUINING OP DE ZAAG INSTELLEN Zagen van basislijsten Het zagen van basislijsten wordt uitgevoerd onder een afschuinhoek van 45°. • Voer voor het zagen altijd een test uit met uitgeschakelde zaag. • Er wordt steeds gezaagd met de achterkant van de lijst vlak op de zaag liggend. Binnenhoek - Links • Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. - Rechts • Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. Buitenhoek - Links • Leg de lijst met de onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. - Rechts • Leg de lijst met de bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. Zagen van plafondsierlijsten Het zagen van plafondsierlijsten wordt uitgevoerd onder een gecombineerde verstek- en afschuinhoek. Voor het verkrijgen van uiterste nauwkeurigheid heeft uw zaag vooringestelde hoekposities op 31,62° verstek en 33,85° afschuining. Deze instellingen zijn geschikt voor standaard plafondsierlijsten met een hoek van 52° aan de bovenkant en een hoek van 38° aan de onderkant. NEDERLANDS • Maak testzaagsnedes op afvalmateriaal voordat u de definitieve zaagsnedes maakt. • Er wordt steeds gezaagd onder een afschuinhoek naar links met de achterkant van de lijst tegen het onderstel. Binnenhoek - Links • Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar rechts. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. - Rechts • Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar links. • Bewaar het deel links van de zaagsnede. Buitenhoek - Links • Onderkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar links. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. - Rechts • Bovenkant van de lijst tegen de parallelgeleiding. • Verstekhoek naar rechts. • Bewaar het deel rechts van de zaagsnede. Groeven maken (fig. R) Uw zaag is voorzien van een groefaanslag (17) en duimschroef (59) om groeven te kunnen maken. • Wip de groefaanslag (17) naar de voorkant van de zaag. • Stel de duimschroef (59) in om de diepte van de groef in te stellen. Het kan nodig zijn om eerst de borgmoer (60) los te draaien. • Plaats een stuk afvalhout van ca. 5 cm tussen de aanslag en het werkstuk om een rechte groef te maken. Speciale opstelling voor breed vertical zagen (fig. A1, S1, S2) Uw zaag kan erg brede werkstukken (tot 391 mm) zagen wanneer een special opstelling gebruikt wordt. Om de zaag in te stellen op deze werkstukken gaat u als volgt te werk: • Verwijder zowel de linker en rechter schuifgeleidingen van de zaag en leg ze opzij. Om ze te verwijderen, schroeft u de geleidingschroeven enkel draaien los en schuift u elke geleiding naar buiten. Pas en vergrendel de verstekregelaar zodat het zich op 0 graden verstek bevindt. • Verwijder de schroeven van de achterste geleiding (64) uit het rechter achtervoet en plaats deze in de schroefgaten van de rechterhand geleider (62). WAARSCHUWING: Controleer of de zaag stevig is gemonteerd op een stabiel en plat oppervlak. Anders kan de zaag onstabiel worden, vallen en letsels veroorzaken. • Plaats het te zagen werkstuk bovenaan het op de tafel gemonteerde platform. Controleer of het werkstuk stevig tegen de achterste parallelgeleiding rust. • Maak het materiaal vast voordat u begint te zagen. Zaag langzaam door het materiaal met een beweging ‘uit, neer en terug’. Als het materiaal niet stevig geklemd is, of als u niet langzaam zaagt, kan het materiaal loskomen en letsels veroorzaken. Na verschillende keren zagen aan verschillende verstekhoeken anders dan 0 graden, kan het platform verzwakken en het werk niet meer goed ondersteunen. Installeer een nieuw, ongebruikt platform voor de zaag na herinstelling van de gewenste verstekhoek. WAARSCHUWING: Blijvend gebruik van een platform met verschillende zaagsneden kan leiden tot verlies van controle over het materiaal en mogelijke letsels. Stofverwijdering (fig. A2 & A3) • Plaats de stofzak (27) op de stofafzuigadapter (26). WAARSCHUWING! Sluit, wanneer dat maar mogelijk is, een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante voorschriften voor stofemissie. Zaagbladen Om de genoemde zaagdiepten te bereiken, dienen altijd zaagbladen met een diameter van 250 mm en een asgat van 30 mm te worden gebruikt. Transport (fig. A1, A2 & B) Om de verstekzaagmachine eenvoudig te kunnen dragen, beschikt hij over een draaggreep (10) aan de bovenkant van de zaagarm. • Beweeg voor het transporteren van de zaag de zaagarm omlaag en druk de vergrendelingsstift (22) naar binnen. • Sluit de vergrendelknop van de geleiderrail met de zaagkop voorwaarts, sluit de verstekarm in de volle linkerverstekhoek, schuif de parallelgeleiding (3 en 8) volledig naar binnen en sluit de afschuiningshendel (20) met de zaagkop in verticale positie om het gereedschap zo compact mogelijk te maken. • Gebruik altijd de draaggreep (10) of de handvatten (24) zoals afgebeeld in fig. B om de zaag te transporteren. ONDERHOUD Uw DEWALT-machine is ontworpen om gedurende lange tijd probleemloos te functioneren met een minimum aan onderhoud. Een juiste behandeling en regelmatige reiniging van de machine garanderen een hoge levensduur. WAARSCHUWING: Om het risico van letsel te verminderen, moet u de unit uitzetten en de stekker van de machine uit het stopcontact halen vóór de installatie en verwijdering van toebehoren, vóór het aanpassen of veranderen van instellingen of als u reparaties uitvoert. Controleer of de triggerschakelaar in de UIT-positie staat. Een toevallige activering kan verwondingen veroorzaken. WAARSCHUWING: Snij geen materiaal door de speciale opstelling te gebruiken zonder correct de schroeven van de achterste geleider (64) te plaatsen, zoniet zal het materiaal niet correct ondersteund worden en kan het oorzaak zijn van controleverlies of mogelijk letsel. • Maak een platform met een 38 mm dikke spaanplaat of een vergelijkbare platte en sterke houten plaat van 38 mm dik voor de afmeting: 368 x 660 mm. Het platform moet vlak zijn, anders kan het materiaal tijdens het zagen bewegen en letsels veroorzaken. • Monteer het 368 x 660 mm platform op de zaag met vier 76,2 mm lange houtschroeven (64) door de gaten in de basisparallelgeleiding. Het materiaal moet met vier schroeven stevig worden vastgemaakt. Bij gebruik van de speciale opstelling zal het platform in twee stukken worden gezaagd. Controleer of de schroeven stevig genoeg vastzitten, anders kan het materiaal loskomen en letsels veroorzaken. Controleer of het platform stevig en plat op de tafel ligt, tegen de parallelgeleiding en precies in het midden. Smering lI Vostro elettroutensile non richiede lubrificazione addizionale. Reinigen Controleer vóór gebruik zorgvuldig de bovenste beschermkap van het zaagblad, de beweegbare onderste beschermkap van het zaagblad en ook de stofafzuigbuis om vast te stellen dat zij goed zullen functioneren. Zorg ervoor dat spaanders, stof of een deel van het werkstuk niet kunnen leiden tot blokkering van één van de functies. 77 NEDERLANDS Als delen van het werkstuk zijn vastgelopen tussen het zaagblad en de beschermkappen, trek de stekker van het netsnoer van de machine dan uit het stopcontact en volg de instructies die worden gegeven in het hoofdstuk Het zaagblad monteren. Verwijder de vastgelopen gedeelten en monteer het zaagblad opnieuw.. WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof met droge lucht uit de behuizing, aangezien vuil zich vaak zichtbaar opstapelt in en rond de ventilatieopeningen. Draag goedgekeurde oogbescherming en goedgekeurd stofmasker bij het uitvoeren van deze procedure. WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere ruwe chemicaliën voor het reinigen van de niet-metalen onderdelen van het werktuig. Deze chemicaliën kunnen de materialen die in deze onderdelen gebruikt worden, verzwakken. Gebruik een doek alleen bevochtigd met water en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in het gereedschap lopen en dompel nooit enig deel van het gereedschap onder in vloeistof. WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig de bovenzijde van de tafel. WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig het stofverzamelsysteem. REINIGING VAN HET WERKLICHT • Verwijder voorzichtig zaagsel en vuil van de lens van het werklicht en gebruik daarvoor een wattenstaafje. Stof kan het werklicht blokkeren en dan kan het licht de zaaglijn niet zorgvuldig aangeven. • Gebruik vooral GEEN oplosmiddelen van welke aard dan ook, deze kunnen de lens beschadigen. • Reinig terwijl het zaagblad is uitgenomen de aanslag en vuilresten van het zaagblad. WAARSCHUWING: Omdat hulpstukken, behalve die van DEWALT, niet zijn getest in combinatie met dit product, kan het gebruik van dergelijke hulpstukken gevaarlijk zijn. Om het risico van letsel te beperken, mogen bij dit product uitsluitend accessoires worden gebruikt die zijn aanbevolen door DEWALT. ZAAGBLADEN: GEBRUIK ALTIJD 250 mm ZAAGBLADEN MET 30 mm OPNAMEBOORGATEN. NOMINALE SNELHEID MOET TEN MINSTE 4000 ZIJN. Gebruik nooit zaagbladen met een kleinere diameter. Deze zullen nooit goed kunnen worden afgeschermd. Gebruik alleen afkortzaagbladen Gebruik geen zaagbladen die bedoeld zijn voor overlangse verzaging, combinatiezaagbladen of zaagbladen met grotere hoeken dan 5°. TANDEN 40 60 U kunt de dichtstbijzijnde erkende reparateur vinden door contact op te nemen met uw plaatselijke DEWALT kantoor op het adres dat in deze handleiding staat. Of u kunt een lijst met erkende DEWALT reparateurs en alle gegevens over onze herstellingsdienst en contactinformatie vinden op www.2helpU.com. GARANTIE DEWALT vertrouwt op de kwaliteit van zijn producten en biedt professionele gebruikers van het product een uitstekende garantie. Deze garantieverklaring is een aanvulling op uw contractuele rechten als een professionele gebruiker of uw wettelijke rechten als een particuliere, nietprofessionele gebruiker, en is op geen enkele wijze van invloed op deze rechten. De garantie is geldig binnen het grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie en de Europese Vrijhandelszone. • 30 DAGEN NIET GOED GELD TERUG GARANTIE • Als u niet geheel tevreden bent over de prestaties van uw DEWALT-gereedschap, kunt u dit compleet met de originele onderdelen, zoals u het hebt aangekocht. binnen 30 dagen, gewoon terugbrengen bij het verkooppunt en omruilen voor een ander stuk gereedschap of tegen restitutie van het aankoopbedrag. Het product mag niet in onredelijke mate zijn versleten en u dient een aankoopbewijs te overleggen. Als onderhouds- of servicewerkzaamheden nodig zijn voor uw DEWALT-gereedschap, in de 12 maanden na uw aankoop, hebt u recht op één jaar gratis service. Deze zal kosteloos worden uitgevoerd in een DEWALTservicecentrum. U dient een aankoopbewijs te overleggen. Inclusief arbeidskosten. Exclusief accessoires en reserveonderdelen, tenzij deze defect raakten en onder de garantie vielen. • EEN JAAR VOLLEDIGE GARANTIE • Als uw DEWALT-product defect raakt als gevolg van het gebruik van verkeerde materialen of onjuiste constructie binnen 12 maanden na de datum van aankoop, garandeert DEWALT alle defecte onderdelen gratis te vervangen of – naar onze beoordeling – het apparaat gratis te vervangen, op voorwaarde dat: • Het product niet verkeerd gebruikt is; • Het product in redelijke mate is versleten; • Er geen reparaties zijn ondernomen door nietgeautoriseerde personen; 80 Neem contact op met uw leverancier voor verdere informatie over de geschikte accessoires. Milieubescherming Aparte inzameling. Dit product mag niet bij het normale huishoudafval worden gegooid. Als u op een dag merkt dat uw DEWALT product vervangen moet worden of dat u het verder niet kunt gebruiken, gooi het dan niet bij het huishoudafval. Dit product moet afzonderlijk ingezameld worden. Aparte inzameling van gebruikte producten en verpakkingen maakt recycling en hergebruik van materialen mogelijk. Hergebruik van gerecycleerde materialen helpt milieuvervuiling te voorkomen en vermindert de vraag naar grondstoffen. 78 DEWALT beschikt over een gebouw voor de verzameling en recyclage van DEWALT producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt. Om van deze dienst gebruik te maken, kunt u uw product terugbrengen naar elke erkende reparateur die hem voor ons zal inzamelen. • EEN JAAR GRATIS ONDERHOUDSCONTRACT • Optionele accessoires (fig. A5, A6) BESCHRIJVING VAN ZAAGBLADEN TOEPASSING DIAMETER Constructiezaagbladen (dunne plaat met anti-kleef rand) Algemene toepassing 250 mm Fijne afkortzaagsneden 250 mm Zaagbladen voor houtbewerking (geven gladde, schone zaagsneden) Fijne afkortzaagsneden 250 mm Plaatselijke voorschriften bepalen mogelijk een aparte inzameling voor elektrische producten, in containerparken of bij de verkoper wanneer u een nieuw product koopt. • U een aankoopbewijs kunt overleggen; • Het product compleet met alle originele onderdelen wordt geretourneerd. Als u aanspraak wilt maken op de garantie, neem dan contact op met uw leverancier of zoek het officiële DEWALTservicecentrum bij u in de buurt in de DEWALT-catalogus of neem contact op met het DEWALT-kantoor op het adres dat wordt vermeld in deze handleiding. Een lijst van officiële DEWALT-servicecentra en volledige details over onze aftersales-service zijn ook te vinden op internet via: www.2helpU.com.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144

DeWalt DW717XPS Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding