75
Groefafslag (fi g. A1, R)
De groefafslag (17) laat groefsnijden toe. De hendel naar de voorkant van
de zaag omdraaien en de duimschroef aanpassen wijzigt de diepte van de
groefsnee. De hendel naar de achterkant van de zaag omdraaien leidt de
groefafslag om.
Neerwaarste pin kopvergrendeling (fi g A2)
Om de zaagkop in onderste positive te vergrendelen, duwt u de kop
neerwaarts, druk de pin (22) in en laat de zaagkop los. Dit zal de zaagkop
veilig vastleggen om de zaag van plaats naar plaats te bewegen. Om deze
vrij te maken drukt u de zaagkop benedenwaarts en trekt u de pin uit.
XPS
TM
LED Werklichtsysteem gebruiken (afb. A1, A2)
OPMERKING: De verstekzaag moet op een stopcontact worden
aangesloten.
Het XPS
TM
LED Werklichtsysteem is voorzien van een Aan/Uit-schakelaar
(6). Het XPS
TM
LED Werklichtsysteem werkt onafhankelijk van de Aan/Uit-
schakelaar van de verstekzaag. U kunt de zaag bedienen zonder dat het
licht is ingeschakeld.
Door een bestaande potloodlijn zagen op een stuk hout:
1. Schakel het XPS
TM
systeem in en trek vervolgens de
bedieningshandgreep (11) omlaag zodat het zaagblad dicht bij het hout
komt. De schaduw van het zaagblad verschijnt op het hout.
2. Breng de potloodlijn op één lijn met de rand van de schaduw van het
zaagblad. Misschien moet u, om de potloodlijn nauwkeurig te kunnen
volgen, de verstekhoek of de afschuinhoek aanpassen.
BASIS ZAAGSNEDEN
Verticale rechte afkortsnede (fi g. A1 & L)
• Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in om de
verstekarm vrij te geven.
• Zet de verstekgrendel in de 0°-positie en zet de verstekhendel vast.
• Leg het te zagen hout tegen de parallelgeleiding (3 & 8).
• Pak de bedieningshendel (11) vast en druk op de zaagkop-
ontgrendeling (12) om de zaagkop vrij te geven.
• Druk op de bedienings knop (1) om de motor aan te zetten.
• Druk de zaagkop naar beneden om door het hout te zagen. Het
zaagblad gaat de sleuf in de sleufplaat (9) in.
• Laat na het zagen de knop los en wacht tot het zaagblad volledig tot
stilstand is gekomen voordat u de zaagkop laat terugkeren naar zijn
bovenste rustpositie.
Schuifzaagsnede (fi g. A1, M)
Met behulp van de geleiderail is het mogelijk om, gebruik makend van
een voor-, neer-, en achterwaartse schuifbeweging, grotere werkstukken
tussen de 76,2 mm en de 111,8 mm te snijden.
• Zet de vergrendelknop van de rail (16) vrij.
• Trek de zaagkop in uw richting en schakel het gereedschap aan.
• Laat de zaagkop op het werkstuk neerkomen en duw de kop terug om
de snee te vervolledigen.
• Ga te werk zoals hierboven beschreven.
WAARSCHUWING:
• Voer geen schuifzaagsnedes uit op werkstukken kleiner dan
76,2 mm.
• Vergeet niet de zaagkop in de achterste positie te
vergrendelen eens de schuifzaagsnedes vervolledigd zijn.
Verticaal zagen met verstek (fi g. A1 en N)
• Maak de verstekhendel (4) los en druk de verstekgrendel (5) in.
• Beweeg de arm naar links of naar rechts om de juiste hoek in te
stellen. De vaste verstekgrendelposities zijn 10°, 15°, 22,5°, 31,62°
en 45° zowel links als rechts, en 60° links en 50° rechts. Houd voor
tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet hem vast door
de verstekhendel vast te zetten.
• Zorg er voor het zagen altijd voor dat de verstekhendel is vastgezet.
• Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
WAARSCHUWING: Wanneer u het eind van een stuk hout
verstekzaagt en een klein deel verwijdert, positioneer het hout
dan zodanig dat het afgezaagde deel zich aan de kant van
het blad bevindt met de grotere hoek ten opzichte van de
parallelgeleiding: oftewel verstek aan de linkerzijde, deel rechts
verwijderen - verstek aan de rechterzijde, deel links verwijderen.
Afschuinen (fi g. A1, A2 & O)
De afschuinhoek kan worden ingesteld tussen 48° naar links en 48° naar
rechts. Hierbij kan de verstekarm tussen 0° en maximaal 45° naar links of
naar rechts worden ingesteld.
Afschuinhoek naar links
• Beweeg het bovenste deel van de linker parallelgeleiding (3) zo ver
mogelijk naar links.
• Draai de afschuinklemknop (21) los, til de afschuinvergrendeling (20) op
en stel de afschuinhoek op de gewenste waarde in.
• De afschuinvergrendeling vergrendelt automatisch bij 22,5°, 33,85° bij
45°. Houd voor tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet
hem vast door de afschuinklemknop (21) vast te zetten.
• Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
Afschuinhoek naar rechts
• Beweeg het bovenste deel van de rechter parallelgeleiding (8) zo ver
mogelijk naar rechts.
• Ga te werk als bij afschuinzagen naar links.
Kwaliteit van de zaagsnede
Hoe glad een zaagsnede is, hangt altijd af van een aantal variabelen, zoals
het te zagen materiaal. Als optimale zaagsneden nodig zijn, bijvoorbeeld
voor het maken van lijsten en ander precisiewerk, gebruik dan een scherp
zaagblad (60 tanden, hardmetaal) en een lagere, gelijkmatige zaagsnelheid
om het gewenste resultaat te bereiken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het materiaal niet
langzaam vooruit beweegt tijdens het zagen: klem het stevig
vast. Laat het blad altijd volledig tot stilstand komen voordat u
de arm omhoog brengt. Indien kleine deeltjes hout nog steeds
aan de achterzijde van het werkstuk springen, plak dan een stuk
plakband op het hout waar u van plan bent te zagen. Zaag door
het plakband en verwijder dit voorzichtig wanneer u klaar bent.
Vastzetten van het werkstuk (fi g. A6, U)
WAARSCHUWING: Een werkstuk dat voor een zaagsnede is
vastgeklemd, uitgebalanceerd en bevestigd, kan uit balans raken
wanneer de zaagsnede is voltooid. Een niet-uitgebalanceerde
belasting kan de zaag of alles waar de zaag op is bevestigd,
zoals een tafel of een werkbank, doen kantelen. Ondersteun,
wanneer u een zaagsnede maakt die het werkstuk uit de
balans kan brengen, het werkstuk goed en zorg ervoor dat de
zaag stevig met bouten is vastgezet op een stabiel oppervlak.
Persoonlijk letsel kan het
gevolg zijn.
WAARSCHUWING: De klemvoet moet steeds boven de
grondplaat van de zaag vastgeklemd blijven, wanneer de
klem wordt gebruikt. Klem het werkstuk altijd vast op de
grondplaat van de zaag – niet op een andere onderdeel van het
werkgebied. Controleer dat de klemvoet niet op de rand van de
grondplaat van der zaag is geklemd.
VOORZICHTIG: Zorg er met behulp van een werkklem altijd
voor dat u de controle behoudt en beperk zo het risico van
persoonlijk letsel en beschadiging van het werkstuk.
Gebruik de materiaalklem (30) die bij uw zaag wordt geleverd. De linkse
en rechtse langsgeleiding schuiven langs en kunnen helpen bij het
vastklemmen. Andere hulpmiddelen zoals veerklemmen, lijmklemmen of
klemschroeven kunnen waarschijnlijk goed van pas komen bij materiaal van
bepaalde afmetingen en vormen
KLEM PLAATSEN
1. Steek de klem in het gat achter de langsgeleiding. De klem moet naar
de achterzijde van de verstekzaag wijzen. De groef op de klemstang
moet geheel in de grondplaat worden gestoken. Controleer dat deze
NEDERLANDS