Het besturingssysteem kan bronnen toewijzen, zelfs als de instelling is uitgeschakeld.
Miscellaneous Devices (Diverse
apparaten)
Hiermee schakelt u de volgende apparaten op het moederbord in of uit.
Front USB (USB-poort op voorzijde)
Rear Dual USB (Twee USB-poorten op achterzijde)
Rear Quad USB (Vier USB-poorten op achterzijde)
PCI slots (PCI-sleuven)
Audio
Video
Primary Video
(Primaire video)
Dit veld bepaalt welke videocontroller de primaire videocontroller is, wanneer het systeem 2 controllers heeft. Deze selectie is alleen van
toepassing als er 2 videocontroller beschikbaar zijn.
Auto (Automatisch) (standaardinstelling) - Gebruik de add-in videocontroller.
Onboard/Card (Geïntegreerd/kaart) - Gebruik de geïntegreerde videocontroller tenzij er een grafische kaart is geïnstalleerd. Een PCI
Express Graphic (PEG) kaart overschrijft de geïntegreerde videocontroller en schakelt deze uit.
Prestaties
Multi Core
Support
(Ondersteuning
van meerdere
kernen)
Dit veld specificeert of een of alle kernen van de processor ingeschakeld zullen worden. De werking van sommige applicaties zal verbeteren met
de extra kernen.
Intel®
SpeedStep™
Deze optie schakelt de Intel® SpeedStep™ modus van de processor in of uit. Wanneer deze modus is ingeschakeld, wordt het systeem in de
hoogste prestatiestatus geplaatst en kunnen de Intel® SpeedStep™ applet of het stuurprogramma van het eigen besturingssysteem de
prestaties van de processor niet wijzigen. Wanneer de Intel® SpeedStep™ is ingeschakeld, dan kan de ingeschakelde CPU in meerdere
prestatiestatussen werken.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
C States Control
(C staat voor
Controle)
Met deze optie worden de aanvullende slaapstanden van de processor in- of uitgeschakeld. Het besturingssysteem kan deze standen optioneel
gebruiken voor aanvullende energiebesparing bij inactiviteit.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
Limit CPUID
Value (CPUID
waarde beperken)
Dit veld beperkt de maximumwaarde die door de Standard CPUID Function van de processor wordt ondersteund. Sommige besturingssystemen
voltooien de installatie niet wanneer de maximale CPUID Function die wordt ondersteund, grote is dan 3.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
HDD Acoustic
Mode
(Geluidsmodus
vaste schijf)
Met deze optie kunt u de prestaties van uw vaste schijven en het akoestische geluidsniveau aan uw persoonlijke wensen aanpassen.
Bypass (Overslaan) (standaardinstelling) - Niets doen (nodig voor oudere schijven)
Quiet (Stil) - De schijf is langzamer, maar stiller.
Suggested (Aanbevolen) - Stelt de fabrikant van de schijf in staat de modus te selecteren.
Performance (Prestaties) - De schijf is sneller, maar maakt mogelijk ook meer geluid.
Virtualization Support (Virtualisatieondersteuning)
Virtualization
(Virtualisatie)
Deze optie geeft aan of een Virtual Machine Monitor (VMM) gebruik kan maken van de aanvullende hardwaremogelijkheden die door Intel®
Vitalization Technology worden geleverd.
Enable Intel® Virtualization Technology (Intel® Virtualization Technology inschakelen) - Deze optie is standaard uitgeschakeld.
VT for Direct I/O
(VT voor directe
I/O)
Hiermee schakelt u Virtual Machine Monitor (VMM) in of uit voor het gebruik van de extra hardwaremogelijkheden van de Intel® Virtualization
Technology voor directe I/O.
Enable Intel® Virtualization Technology for Direct I/O (Intel® Virtualization Technology voor directe I/O inschakelen) - Deze optie
is standaard uitgeschakeld.
Trusted
Execution
(Vertrouwde
uitvoering)
Deze optie geeft op of een MVMM (gemeten virtuele machinemonitor) de extra hardwareopties kan gebruiken die worden geboden door de
Trusted Execution-technologie van Intel®. De TPM Virtualization Technology en de Virtualization Technology for Direct I/O
(Virtualisatietechnologie voor directe I/O) moeten voor deze functie worden ingeschakeld.
Enable Intel® Trusted Execution Technology (Intel® Trusted Execution Technology inschakelen) - Deze optie is standaard
uitgeschakeld.
Beveiliging
Administrative Password
(Beheerderswachtwoord)
Deze optie biedt een beperkte toegang tot het systeem-setup-programma van de computer op dezelfde manier waarop toegang tot
een systeem kan worden beperkt met de optie System Password (Systeemwachtwoord).
Deze optie is standaard niet ingeschakeld.
System Password
(Systeemwachtwoord)
Hiermee geeft u de huidige status van de wachtwoordbeveiligingsfunctie voor het systeem weer en kunt u een nieuw
systeemwachtwoord toewijzen en verifiëren.
Deze optie is standaard niet ingeschakeld.
Password Changes
(Wachtwoordwijzigingen)
Hiermee schakelt u de mogelijkheid in of uit waarmee de gebruiker het systeemwachtwoord kan wijzigen zonder het
beheerderswachtwoord.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
TPM Security (TPM-
beveiliging)
Hiermee schakelt u de TPM-beveiliging (Trusted Platform Module) in of uit.
U kunt de TPM-beveiliging als volgt instellen:
Deactivate (Deactiveren) (standaardinstelling)
Activate (Activeren)
Clear (Wissen)
OPMERKING: Als TPM Security (TPM-beveiliging) is ingesteld op Clear (Wissen), wist het systeem-setup-programma de
gebruikersgegevens die in de TPM zijn opgeslagen.
CPU XD Support (CPU XD- Hiermee schakelt u de modus Execute Disable van de processor in of uit.