Veiligheidsvoorschriften
441442_c 21
Gebruik het apparaat niet op ruw terrein met
stenen.
Neem de plaatselijke voorschriften in acht
inzake de minimumleeftijd van de bediener.
Geen loszittende kleding dragen
Stevige, slipvrije schoenen dragen
Vreemde voorwerpen uit het werkgebied ver-
wijderen
Het apparaat mag niet voor commercieel ge-
bruik worden ingezet.
De machine niet bedienen onder invloed van
alcohol, drugs of medicatie.
Neem de nationale voorschriften voor de ge-
bruiksduur in acht.
Werk alleen bij voldoende daglicht of kunst-
matige verlichting
LET OP!
Voor inbedrijfstelling altijd een visuele in-
spectie uitvoeren.
Het apparaat uitsluitend in technisch onberis-
pelijke staat gebruiken
Houd er rekening mee dat de gebruiker ver-
antwoordelijk is bij ongevallen en schade, die
andere personen of hun eigendommen be-
treffen
Stel de veiligheids- en beveiligingsvoorzie-
ningen niet buiten werking.
Blijf met uw handen en voeten uit de buurt
van roterende onderdelen.
Til of draag de machine nooit met lopende
motor
Let bij het werken op een zekere stand.
De gebruiker is verantwoordelijk voor onge-
vallen met andere mensen en hun eigendom-
men.
Laat het apparaat nooit zonder toezicht.
Uitlaat en motor schoon houden
Benzine alleen in daarvoor bestemde reser-
voirs bewaren
Alleen buiten tanken
Beschadigde tank of tankdop vervangen
Beschadigde of versleten onderdelen moe-
ten worden vervangen door originele reser-
veonderdelen.
Wijzigingen in constructie en uitvoering blij-
ven voorbehouden.
Bij het starten van de motor mag niemand
voor het apparaat of voor het werkinstrument
(hakmessen) staan - de aandrijving van de
hakmessen moet uitgeschakeld zijn.
De montage en demontage van het transport-
wiel en de bijstelling van de remsteun uitslui-
tend bij uitgeschakelde motor en stilstaande
hakmessen uitvoeren.
Bij het rijden met gemonteerd transportwiel,
de motor uitschakelen en wachten totdat de
hakmessen stilstaan.
Het gebruik van het apparaat is slechts toe-
gestaan, als men zich houdt aan de veilige af-
stand, die door de duwboom wordt bepaald.
Altijd dwars ten opzichte van de helling wer-
ken.
Niet naar boven en naar beneden op de hel-
ling werken en evenmin op hellingen met een
inclinatie van meer dan 10°.
Terwijl de motor loopt of het apparaat heet is,
mag de sluiting van de brandstoftank niet ge-
opend worden en mag er geen benzine bijge-
vuld worden.
Bij het tanken van brandstof een vultrechter
of vulbuis gebruiken, om zo te voorkomen dat
er brandstof wordt gemorst op de motor, de
behuizing of op de ondergrond.
Wanneer er benzine is gemorst/overgelopen,
mag de motor niet worden gestart. Het appar-
aat moet dan worden gereinigd en alle ben-
zinedamp moet zijn vervlogen voordat een
startpoging wordt gedaan.
Uit veiligheidsoverwegingen, de motor nooit
gebruiken met versleten of beschadigde on-
derdelen. De onderdelen moeten worden
vervangen en mogen nooit worden gerepa-
reerd. Gebruik originele reserveonderdelen.
Niet gelijkwaardige reserveonderdelen, kun-
nen de motor beschadigen en uw veiligheid
in gevaar brengen
Een beschadigde uitlaatdemper vervangen.
De afstellingen van de motor niet wijzigen.
MONTAGE
Montage van remsteun (2)
De lange zijde van de remsteun (2-1) in het
eindstuk van de arm op het frame steken en
vastzetten door de greep (2-2) te draaien.