Olympus Μ [MJU:]-III 150, mjuIII 150, μ III 150 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Olympus Μ [MJU:]-III 150 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
95
NLNL
94
OM TE BEGINNEN
1
2
3
De batterij is in orde. U kunt fotograferen.
De batterij is vrijwel uitgeput en u moet hem
op korte termijn vervangen.
De batterij is uitgeput en u moet hem
onmiddellijk vervangen.
Brandt (dooft automatisch).
Knippert en de andere
indicaties worden normaal
weergegeven.
Knippert en de andere
indicaties doven.
INSTELLEN VAN DE
OOGCORRECTIE
Draai de oogcorrectieknop zo dat u de
autofocustekens duidelijk ziet.
BATTERIJ IN DE CAMERA ZETTEN EN CONTROLEREN
U heeft één 3 volt lithiumbatterij nodig (CR123A of DL123A).
1. Terwijl u de onderzijde van het deksel
van het batterijcompartiment in de
richting 1 drukt, draait u het in de
richting 2 open.
Overtuig u ervan dat de lenskap
gesloten is voordat u het deksel van het
batterijcompartiment opent.
BEVESTIGEN VAN DE
CAMERARIEM
Bevestig de camerariem als afgebeeld.
Houd deze onderdelen altijd goed schoon. Stof en vingerafdrukken kunnen tot
gevolg hebben dat uw foto’s wazig en onscherp worden. Stof en vingerafdrukken
verwijdert u door licht wrijven met een zachte doek.
Indicaties in de zoeker
26 Autofocustekens (zie blz. 97)
27 Spotmeettekens (zie blz. 99)
28 Close-up correctietekens (zie blz. 96)
29 Groene LED (Autofocusindicator)
Brandt: De camera heeft zich scherpgesteld. U kunt fotograferen.
Knippert: De camera heeft zich niet scherpgesteld. De sluiter is geblokkeerd.
Knippert snel:
Het lukt de camera niet zich scherp te stellen. U kunt wel fotograferen,
maar het onderwerp wordt mogelijk onscherp afgebeeld.
30 Oranje LED (Flitserindicator)
Dooft: De flitser ontsteekt niet. U kunt fotograferen.
Brandt: De flitser ontsteekt. U kunt fotograferen.
Knippert: De flitser wordt opgeladen. Wacht tot de LED gaat branden.
LCD-venster
31 Datum/tijdindicatie (uitsluitend Quartzdate-uitvoering; zie blz. 101)
32 Waarschuwing tegen bewegen van de camera (zie blz. 100)
33 Opnamenteller
34 Afstandsbediening (optioneel) (zie blz. 100)
35 Zelfontspanner (zie blz. 100)
36 Onderdrukken rode ogen (zie blz. 98)
37 Invulflitsen (zie blz. 98)
38 Flitser uit (zie blz. 98)
39 Nachtscène (zie blz. 99)
40 Batterijlading (zie blz. 95)
41 Spotmeting (zie blz. 99)
42 Oneindig-stand (zie blz. 99)
Opmerking: Als de camera in gebruik is, zijn nooit alle indicaties tegelijk zichtbaar.
HANDLEIDING
Lees voordat u de camera gaat gebruiken, deze gebruiksaanwijzing aandachtig
door (speciaal de paragraaf “Onderhoud en Opbergen” op blz. 102).
DE VERSCHILLENDE ONDERDELEN (Vouw het voorblad zo open dat blz. 3 zichtbaar blijft.)
Camerahuis
1 Zoomknop (zie blz. 97)
2 Ontspanknop (zie blz. 97)
3 Indicatie-LED Zelfontspanner /
Afstandsbediening
4 Sensor belichtingsmeter
5 Zoeker
6 Autofocusvenster
7 Flitser
(zie blz. 97 – 99)
8 Lens
9 Sensor afstandsbediening
10 Lenskap
11
Deksel batterijcompartiment (zie blz. 95)
12 Bevestigingspunt camerariem (zie
blz. 95, 100)
13 Oogcorrectieknop (zie blz. 95)
14 Groene LED
15 Oranje LED
16 Filmcontrolevenster
17 Statiefaansluiting
18 Datumfunctieknop MODE (Functie)
en Datuminstelknop SET (uitsluitend
Quartzdate-uitvoering, zie blz. 101)
19 Terugwikkelknop gedeeltelijk belichte
film (zie blz. 100)
20 Belichtingsfunctieknop (zie blz. 99)
21 Flitserfunctieknop (zie blz. 98)
22 Keuzeknop Zelfontspanner /
Afstandsbediening (zie blz. 100).
23 LCD-venster
24 Camera-achterwand
25
Sluiting camera-achterwand (zie blz. 96)
2. Steek de batterij vooral in de juiste stand
in de camera. Sluit het deksel van het
batterijcompartiment.
Een nieuwe batterij is voldoende voor
circa 15 films.
3. Schuif de lenskap in de richting 1 tot hij
op zijn plaats klikt. De lens schuift naar
voren en de flitser veert omhoog.
Controleer in het LCD-venster de
beschikbare batterijlading.
97
NLNL
96
STANDAARDFUNCTIES
FOTOGRAFEREN
1
2
3
Autofocustekens
3. Druk de ontspanknop half in, zodat de
camera zich kan scherpstellen op het
onderwerp. Nadat u gecontroleerd heeft
dat de groene LED brandt, maakt u de
opname door de ontspanknop helemaal
in te drukken. Nadat de opname gemaakt
is, wordt automatisch het volgende beeld
voorgedraaid.
AUTOFLITSEN – FLITSBEREIK
(met kleurennegatieffilm)
Bij gebruik van omkeerfilm is het flitsbereik in de stand Tele circa 40 % kleiner.
Als de laatste opname van de film gemaakt
is, wordt de film automatisch
teruggewikkeld. Overtuig u ervan dat de
transportmotor gestopt is en dat in de
opnamenteller de letter “ ” knippert. Open
dan pas de camera-achterwand en haal de
film uit de camera.
1. Open de lenskap tot hij op zijn plaats
klikt. De lens schuift iets naar voren en
het LCD-venster licht op. Druk de
zoomknop naar de “T”-kant voor een
teleopname (150 mm) of naar de “W”-
kant voor een groothoekopname (37,5
mm).
Gebruikt u de camera ongeveer 4,5
minuut niet, dan trekt de lens zich
terug en dooft het LCD-venster.
2. Richt de camera zo dat uw onderwerp
binnen de autofocustekens (AF) valt.
Kijk nooit door de zoeker naar de zon
of naar andere sterke lichtbronnen.
FILM TERUGWIKKELEN EN UIT DE CAMERA HALEN
ISO
100
200
400
Groothoek (W)
0,6 m – 5,4 m
0,6 m – 7,6 m
0,6 m – 10,8 m
Tele (T)
0,8 m – 2,1 m
0,8 m – 3,0 m
0,8 m – 4,2 m
STANDAARDFUNCTIES
FILM IN DE CAMERA ZETTEN
1
2
3
3.
Trek de filmaanloopstrook tot aan de
instelstreep (A) uit de filmcassette
en zorg er voor dat de film tussen de
filmgeleidingen (B) ligt. Sluit
vervolgens de camera-achterwand
zo dat hij hoorbaar dichtklikt.
Nu wordt automatisch het
eerste beeld voorgedraaid.
Open de lenskap zover dat u
een klik hoort.
Overtuig u ervan dat in de
opnamenteller in het LCD -
venster het nummer “ ” staat.
Knippert in de opnamenteller de
letter “ ”, dan moet u de film
opnieuw in de camera zetten.
SCHERPSTELLEN EN SCHERPSTELBEREIK
CLOSE-UPFOTOGRAFIE
1. Open de camera-achterwand door de
sluiting ervan omhoog te schuiven.
Raak het inwendige van de camera, en
dan met name de lens, niet aan.
2. Steek de filmcassette zo in de camera dat
hij op zijn plaats klikt.
Als u dichter op uw onderwerp toegaat, schuift
het beeld in de zoeker verder omlaag.
1 Close-upcorrectietekens (beeldveld op de
kleinste scherpstelafstand)
2 Beeldveld met de camera ingesteld op
oneindig
Deze camera beschikt over een breedwerkend
multi-autofocussysteem waardoor de camera
zich makkelijker op het onderwerp kan
scherpstellen, ook als dat niet exact in het
midden van het beeld staat. Het
scherpstelbereik loopt van 0,6 m tot
(oneindig).
1
2
99
NLNL
98
SPECIALE KENMERKEN
Bij herhaald indrukken van de
flitserfunctieknop ( / ) wisselen de
flitserfuncties in de hiernaast, links,
afgebeelde volgorde. De geselecteerde
functie wordt aangegeven in het LCD-
venster.
Sluiten van de lenskap activeert weer de
Automatische belichtingsregeling.
Combinatie van twee functies — NACHTSCÈNE MET
ONDERDRUKKEN VAN RODE OGEN
Deze functie voorkomt de karakteristieke rode ogen zoals u die ziet in foto’s die ‘s
avonds worden gemaakt (zie afbeelding 7 op blz. 126). U kunt deze functie niet
samen met de spotmeetmethode gebruiken. Door de lenskap te sluiten zet u de
camera weer in de stand Autoflitsen.
INSTELLEN VAN DE FLITSERFUNCTIE
Bij herhaald indrukken van de
flitserfunctieknop ( ) wisselen de
flitserfuncties in de hiernaast, links,
afgebeelde volgorde. De geselecteerde
flitserfunctie wordt aangegeven in het LCD-
venster.
Ontsteek de flitser nooit vlak voor de ogen
van mensen of dieren.
Richt de camera niet op motorrijders met de
bedoeling een flitsopname te maken.
Sterke contrasten — SPOTMETING
Fotografeert u in een omgeving met sterke contrasten (bijvoorbeeld portretopnamen
in tegenlicht) dan wordt het hoofdonderwerp te donker of te helder afgebeeld.
Om er voor te zorgen dat uw onderwerp goed wordt belicht, voert u een spotmeting
uit (zie afbeelding 1 op blz. 2). Richt het spotmeetteken (A) op het vlak waaraan u
het licht wilt meten. Druk de ontspannop half in; zodat de groene LED oplicht en de
aan dat vlak gemeten scherpstelling en belichting worden vastgehouden. Kader uw
opname opnieuw af en druk de ontspanknop helemaal in.
Landschapsfotografie — ONEINDIG-STAND
De camera wordt automatisch in de stand Oneindig gezet. De flitser ontsteekt
daarbij niet, behalve wanneer als flitserfunctie Invulflitsen is ingesteld (zie
afbeelding 2 op blz. 2).
INSTELLEN VAN DE BELICHTINGSFUNCTIES
Autoflitsen
Onderdrukken van
rode ogen
Flitser uit
Invulflitsen
Nachtscène
Nachtscène met
onderdrukken van
rode ogen
Automatische
belichtingsregeling
Spotmeting
Oneindig-stand
SPECIALE KENMERKEN
Vouw het achterblad zo open dat blz. 126 zichtbaar blijft.
Rode ogen in flitsfoto’s — FLITSEN MET ONDERDRUKKEN
VAN RODE OGEN
Maakt u een flitsfoto van personen in het donker, dan dringt het flitslicht binnen in
de wijd geopende oogpupillen. In het oog wordt het door het netvlies gereflecteerde
licht rood gekleurd. De functie Onderdrukken van rode ogen geeft een reeks
inleidende lichtzwakke flitsen af voordat de hoofdflits ontsteekt. Dit stelt de ogen
in staat zich aan te passen aan het heldere licht door de pupillen te vernauwen.
Kijkt het onderwerp naar de inleidende flitsen, dan worden de ogen in de foto niet
rood afgebeeld (zie afbeelding 3 op blz. 126).
Houd de camera vooral goed stil. Het duurt ongeveer 1 seconde voordat de sluiter
ontspant.
• Onderdrukken van rode ogen heeft mogelijk geen effect wanneer het onderwerp:
1. Niet recht naar de flitser kijkt.
2. Niet naar de inleidende flitsen kijkt.
3. Te ver van de camera staat.
Het effect van het onderdrukken van rode ogen is afhankelijk van de fysieke
eigenschappen van de gefotografeerde persoon.
Als flitsen niet is toegestaan of de sfeer bederft
FLITSER UIT
De functie Flitser uit gebruikt u in situaties waarin flitsen niet is toegestaan of als u
de sfeer van de schemering of van kaarslicht niet wilt bederven (zie afbeelding 4 op
blz. 126).
Omdat de camera een lange sluitertijd (van liefst 2 s) instelt, moet u een statief
gebruiken om bewegingsonscherpte te voorkomen.
Vraag uw onderwerp stil te staan, omdat het beeld anders wazig wordt. Sluiten
van de lenskap activeert weer de functie Autoflitsen.
Bij schaduwen op het gelaat — INVULFLITSEN
Fotografeert u portretfoto’s met uw onderwerp in tegenlicht of onder een boom of
afdak, dan zal het gelaat te donker worden afgebeeld. De functie Invulflitsen levert
precies de juiste hoeveelheid extra licht om de schaduwen op het gelaat van een
persoon (zie afbeelding 5 op blz.
126
) en om de kleur van TL-licht te compenseren.
Overtuig u ervan dat uw onderwerp zich binnen het bereik van de flitser bevindt
(zie blz. 97).
Bij extreem heldere verlichtingscondities heeft invulflitsen weinig nut. Sluiten van
de lenskap activeert weer de functie Autoflitsen.
Nachtelijk stadsgezicht — NACHTSCÈNE
Deze functie gebruikt u als u tijdens een avondwandeling uw onderwerp op de
voorgrond wilt fotograferen met de standsverlichting als achtergrond. Dat doet u
met de functie Nachtscène. Daarbij verlicht de hoofdflits het onderwerp op de
voorgrond terwijl de sluiter 4 seconden open blijft staan om de stadsverlichting vast
te leggen. Om bewegingsonscherpte te voorkomen zet u de camera op een statief of
op een andere stevige ondergrond (zie afbeelding 6 op blz. 126).
Geen
pictogram
Geen
pictogram
101
NLNL
100
ANDERE HANDELINGEN
Selecteer eerst de datumnotatie die u wilt
afdrukken. Druk op de knop MODE. Bij
elke druk op de knop MODE wijzigt de
datumnotatie in de hiernaast, links,
afgebeelde volgorde. Zorg ervoor dat de
datumnotatie die u wilt gebruiken in het
LCD-venster aangegeven wordt. Datum
en tijd worden afgedrukt in de
rechterbenedenhoek van de foto. Worden
datum en tijd afgedrukt op een licht
gekleurd – oranje, geel, enzovoort – vlak,
dan kan de afdruk moeilijk leesbaar zijn.
Bij gebruik van zwart-wit film is afdrukken
van datum/tijd niet mogelijk.
Geen datumafdruk
Jaar-maand-dag
Maand-dag-jaar
Dag-maand-jaar
Dag-uur-minuten
DATUM EN TIJD GELIJKZETTEN
(uitsluitend Quartzdate-uitvoering)
Vergeet vooral niet datum en tijd gelijk te zetten wanneer u een batterij in de camera
gezet of vervangen heeft.
1. Houd de knop MODE (Functie) ingedrukt tot de cijfergroep van het jaartal begint
te knipperen.
2. Druk op de knop SET (Instellen) om het jaartal gelijk te zetten. Bij elke druk op de
knop wordt het getoonde getal met één verhoogd. Houdt u de knop ingedrukt,
dan lopen de getallen snel door. Schiet u het bedoelde getal voorbij, dan houdt u
de knop ingedrukt tot dat getal weer terugkeert.
3. Druk nogmaals op de knop MODE zodat de cijfergroep van de “maand” begint te
knipperen. Druk op de knop SET (Instellen) om de cijfergroep van de “maand”
gelijk te zetten. Bij elke druk op de knop MODE wijzigt de knipperende cijfergroep
in de volgorde “jaar”, “maand”, “dag”, “uur” en “minuten”.
4. Herhaal de stappen 2 en 3 om het “uur” en de ‘minuten” gelijk te zetten. Overtuig
u ervan dat de cijfergroep “minuten” knippert.
5. Nadat u de “minuten” gelijkgezet heeft, drukt u op de knop MODE. Geen van de
cijfergroepen knippert nu nog en het gelijkzetten van datum/tijd is voltooid.
VERVANGEN VAN DE BATTERIJ VAN DE
AFSTANDSBEDIENING (Optioneel RC-300C)
Knippert de indicatie-LED Zelfontspanner / Afstandsbediening niet meer, ook
niet als u de ontspanknop indrukt, dan moet u de batterij vervangen door een
nieuwe (CR2025).
1. Draai de schroef, aan de achterzijde van de afstandsbediening, tegen de wijzers
van de klok in los.
2. Keer de afstandsbediening om en verwijder het afdekkapje. Haal, met de batterij
naar u toe gericht, de batterij uit de afstandsbediening en steek er, als afgebeeld,
een nieuwe batterij in.
3. Zet het afdekkapje op zijn plaats terug, keer de afstandsbediening om en draai de
schroef met de wijzers van de klok mee vast (zie afbeelding 9 op blz. 127).
DATUM EN TIJD AFDRUKKEN (uitsluitend Quartzdate-uitvoering)
SPECIALE KENMERKEN
Druk op de keuzeknop Afstandsbediening /
Zelfontspanner. De functie wisselt in de
hiernaast, links, afgebeelde volgorde. De
geselecteerde functie wordt aangegeven in
het LCD-venster.
Druk de knop voor het terugwikkelen van
gedeeltelijk belichte film in met het uitsteeksel
aan de gesp van de camerariem 1. Gebruik
geen scherp gepunte voorwerpen. Haal de film
uit de camera zoals beschreven op blz. 97.
1
DE ZELFONTSPANNER/AFSTANDSBEDIENING INSTELLEN
Zelfontspanner
Plaats de camera op een statief of op een of andere stevige ondergrond. Kader uw
opname af in de zoeker. Druk de ontspanknop half in (de op dat moment gemeten
scherpstelling en belichting worden vastgehouden). Druk vervolgens de
ontspanknop helemaal in. De zelfontspanner-LED brandt nu ongeveer 10 seconden
en knippert dan nog eens circa 2 seconden. Daarna ontspant de sluiter.
Afstandsbediening RC-300C (Optioneel)
Kader uw opname af in de zoeker. Richt het autofocuskader op uw onderwerp. Om
de opname te maken, richt u de afstandsbediening op de camera en drukt u de
ontspanknop op de afstandsbediening in. De indicatie-LED Zelfontspanner /
Afstandsbediening begint te knipperen en de sluiter ontspant ongeveer 3 seconden
daarna (zie afbeelding 8 op blz. 127).
Waarschuwing tegen bewegen van de camera
In deze stand waarschuwt de camera u voordat u uw opname maakt en de kans
bestaat dat de opname wazig wordt. Ook bij geringe bewegingen van de camera
helpt deze functie bewegingsonscherpte voorkomen. Knipperen de groene en de
oranje LED afwisselend wanneer u de camera vasthoudt, dan betekent dat dat de
camera beweegt en de opname onscherp zal worden. Pak de camera stevig vast
zodat de LED’s niet meer knipperen en druk dan pas de ontspanknop in.
ANDERE HANDELINGEN
GEDEELTELIJK BELICHTE FILM TERUGWIKKELEN
Functiepictogram
Functie
—————
Zelfontspanner
Afstandsbediening
Waarschuwing
tegen bewegen
van de camera
Geen
pictogram
103
NLNL
102
TECHNISCHE GEGEVENS
Type: Volautomatische kleinbeeld autofocuscamera met centraalsluiter en
ingebouwde 37,5 mm – 150 mm zoomlens.
Filmformaat: Standaard kleinbeeldfilms met DX-code (24 mm x 36 mm).
Lens: Olympus-lens, 37,5 mm – 150 mm; F5,1 – F13,3; 8 elementen in 7 groepen.
Sluiter: Programmagestuurde elektronische sluiter.
Zoeker: Reëelbeeld zoomzoeker met oogcorrectiemogelijkheid.
Scherpstellen: Passief multi-autofocussysteem (aan maximaal 11 punten).
Vasthouden van de scherpstelling mogelijk.
Scherpstelbereik: groothoek 0,6 m – (oneindig), tele 0,8 m – (oneindig).
Belichtingsregeling: Programmagestuurde automatische belichtingsregeling, 3-
zone lichtmeting. Automatisch regelbereik Groothoek: EV2,7 (F5,1; 4 s) –
EV16,1 (F10; 1/690 s) / Tele: EV5,5 (F13,3; 4 s) – EV17 (F17,5; 1/440 s).
Opnamenteller: Optellend type met indicatie in het LCD-venster.
Zelfontspanner: Elektronische zelfontspanner met circa 12 s vertragingstijd.
Filmgevoeligheidbereik: Automatisch instellend met kleinbeeldfilms met DX-code.
Bij andere, tussengelegen filmgevoeligheden wordt automatisch de
eerstvolgend lagere gevoeligheid ingesteld. Voor films zonder DX-code wordt
ISO 100 ingesteld.
Filminleg /Transport /Terugwikkelen: Automatisch.
Flitser: Ingebouwde, omhoogverende flitser. Flitserintervaltijd: Circa 0,5 s – 5,5 s
(bij normale temperatuur en met nieuwe batterij).
Flitserfuncties: Autoflitsen (de flitser ontsteekt automatisch bij weinig licht,
tegenlicht en TL-verlichting), Flitsen met onderdrukken van rode ogen, Flitser
uit, Invulflitsen, Nachtscène en Nachtscène met onderdrukken van rode ogen.
Belichtingsfuncties: Automatische belichtingsregeling, Spotmeting en Oneindig-
stand.
Batterij: Eén 3 volt lithiumbatterij (DL123A of CR123A).
Afmetingen: 117 (b) x 61 (h) x 43 (d) mm. Niet gemeten over uitstekende delen.
Massa (gewicht): 225 g (zonder batterij).
Verder: Weerbestendige ontwerp.
Technische gegevens afstandsbediening RC-300C (Optioneel)
Afstandsbedieningsysteem: Infrarood, met circa 3 seconden vertragingstijd.
Batterij: Eén batterij, type CR2025.
Gebruiksduur batterij: Circa 5 jaar of 20.000 schakelacties.
Werkbereik: Circa 5 m.
Afmetingen: 33 mm x 56 mm x 7 mm.
Massa (gewicht): 11 g (zonder batterij).
WIJZIGINGEN IN TECHNISCHE GEGEVENS VOORBEHOUDEN ZONDER
VOORAFGAANDE KENNISGEVING OF ENIGE VERPLICHTING VAN DE ZIJDE VAN
DE FABRIKANT. HET DAADWERKELIJKE PRODUCT KAN ENIGSZINS VERSCHILLEN
VAN HET IN DE GEBRUIKSAANWIJZING GETOONDE.
ONDERHOUD EN OPBERGEN
Laat de camera niet achter op plaatsen waar hij blootgesteld kan worden aan overmatige
hitte, vochtigheid of direct zonlicht – bijvoorbeeld in een auto of aan het strand.
Stel de camera niet bloot aan formaline of naftaleen.
Is de camera nat geworden, dan wrijft u hem af met een droge handdoek. Vooral
het zout in zeewater kan bijzonder schadelijk zijn.
Reinig de camera niet met organische oplosmiddelen, zoals alcohol of verfverdunner.
Leg de camera niet op of in de buurt van televisie-ontvangers, koelkasten of andere
elektrische huishoudelijke apparaten die een sterk magnetisch veld genereren.
Stel de camera niet bloot aan stof of zand, omdat dat ernstige schade kan veroorzaken.
Stel de camera niet bloot aan stoten en schokken.
Oefen geen overmatig sterke kracht uit op de zoomlens.
Stel de camera niet bloot aan extreme hitte (boven de 40˚C) of aan extreme koude
(onder de –10˚C). Lage temperaturen, zelfs in dit bereik, hebben tot gevolg dat de
batterijen slechter presteren, wat de camera tijdelijk onbruikbaar kan maken.
Laat de camera niet gedurende lange perioden ongebruikt liggen. Dit kan schimmelgroei
op de camera maar ook andere problemen veroorzaken. Probeer, als u de camera weer
gaat gebruiken, de sluiter te ontspannen en controleer de werking van de camera.
Bepaalde op vliegvelden gebruikte röntgen inspectieapparaten kunnen de film in
uw camera beschadigen. Probeer te voorkomen dat u uw camera door deze
apparaten moet laten doorlichten, door de camera aan het veiligheidspersoneel te
overhandigen met het verzoek de inspectie met de hand uit te voeren.
Heeft u de flitser in een kort tijdsbestek een groot aantal malen gebruikt, raak dan
vooral de lens van de flitskop niet aan omdat die dan heet is.
WAARSCHUWING
GOOI BATTERIJEN NOOIT IN HET VUUR. PROBEER NOOIT BATTERIJEN TE DEMONTEREN, OP TE
LADEN OF KORT TE SLUITEN.
HOUD BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN. HEEFT EEN KIND EEN
BATTERIJ DOORGESLIKT, RAADPLEEG DAN ONMIDDELLIJK EEN ARTS.
PROBEER NOOIT DE CAMERA TE DEMONTEREN, OMDAT DEZE HOOGSPANNINGSSCHAKELINGEN
BEVAT. ZIJN DE ONDERDELEN IN HET INWENDIGE VAN DE CAMERA ALS GEVOLG VAN LATEN
VALLEN OF BESCHADIGING AANRAAKBAAR GEWORDEN, HAAL DAN ONMIDDELLIJK DE BATTERIJ
UIT DE CAMERA OM VERDER GEBRUIK VAN DE CAMERA TE VERHINDEREN.
RAADPLEEG IN GEVAL VAN ONJUISTE WERKING DE DICHTSTBIJZIJNDE OLYMPUS DEALER OF
OLYMPUS SERVICE AGENTSCHAP.
Belangrijk
Geachte koopster/koper,
De batterijen welke in dit product worden gebruikt, bevatten stoffen die schadelijk
zijn voor het milieu. Gooi daarom nooit batterijen bij het gewone huisvuil.
Laat bij voorkeur de batterijen door uw vakhandelaar vervangen of lever de
batterijen in bij de chemokar of het chemo-inleverpunt in uw gemeente indien u
de batterijen zelf verwisselt.
Belangrijk
Geachte Koper/Koopster,
Zorg ervoor dat het Nederlandse garantiebewijs geheel is ingevuld en afgestempeld door uw
leverancier.
Bewaar de aankoopbon zeer zorgvuldig. Als u onverhoopt gebruik moet maken van de
garantievoorwaarden, dient u deze bescheiden te overleggen.
1/65