Electrolux EOC5851FAX Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
EOC5851FAX
NL Oven Gebruiksaanwijzing
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 5
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..............................................................8
4. BEDIENINGSPANEEL....................................................................................... 9
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT.........11
6. DAGELIJKS GEBRUIK.....................................................................................11
7. KLOKFUNCTIES.............................................................................................. 15
8. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S................................................................. 16
9. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES................................................................ 16
10. EXTRA FUNCTIES.........................................................................................18
11. AANWIJZINGEN EN TIPS..............................................................................20
12. ONDERHOUD EN REINIGING...................................................................... 33
13. PROBLEEMOPLOSSING...............................................................................36
14. ENERGIEZUINIGHEID...................................................................................38
WE DENKEN AAN U
Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product
dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd
ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op
vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.electrolux.com2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de
buurt te worden gehouden, mits ze voortdurend onder
toezicht staan.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient
dit te worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
NEDERLANDS 3
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient
op te passen dat u de verwarmingselementen niet
aanraakt.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook
verricht, de stekker van het apparaat uit het
stopcontact trekken.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon
te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het
oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden
alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwijder
alle onderdelen van de oven.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
Gebruik uitsluitend de vleesthermometer
(kerntemperatuursensor) die aanbevolen is voor dit
apparaat.
www.electrolux.com4
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer
na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat voldoet aan de EU-
richtlijnen.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
NEDERLANDS 5
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-
luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
leg geen aluminiumfolie op de
bodem van de ruimte in het
apparaat.
plaats geen water direct in het
hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv.
een deur), zorg er dan voor dat de
deur nooit gesloten is als het apparaat
in werking is. Warmte en vocht
kunnen achter een gesloten
meubelpaneel ophopen en schade
aan het apparaat, de behuizing of de
vloer veroorzaken. Sluit het
meubelpaneel niet tot het apparaat
volledig afgekoeld is na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met een erkend
servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Raadpleeg, als u een ovenspray
gebruikt, eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch email
(indien van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
2.5 Pyrolysereiniging
WAARSCHUWING!
Risico op letsel / Brand /
Chemische uitstoot
(dampen) in pyrolitische
modus.
Voordat u de pyrolytische
zelfsreinigingsfunctie of de functie Het
eerste gebruik uitvoert, moet u eerst
www.electrolux.com6
de volgende items uit de binnenkant
oven verwijderen:
eventueel grote hoeveelheden
etensresten, olie of gemorst vet /
afzetttingen.
eventueel verwijderbare objecten
(inclusief plateaus, zijrails, etc.,
die met het product zijn
meegeleverd), in het bijzonder
potten en pannen met
antiaanbaklaag, ovenroosters,
kookgerei, etc.
Lees zorgvuldig alle instructies voor
pyrolytische reiniging.
Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat als de pyrolytische reiniging
in werking is.
Het apparaat wordt erg heet en er
komt hete lucht uit de
ventilatieopeningen aan de voorkant.
Pyrolytische reiniging wordt
uitgevoerd onder hoge temperaturen
waarbij er rook van kookresten en
constructiematerialen kan komen.
Daarom gelden de volgende
aanbevelingen voor consumenten:
zorg voor goede ventilatie tijdens
en na elke pyrolytische reiniging.
zorg tijdens en na het eerste
gebruik bij maximumtemperatuur
voor voldoende verluchting.
In tegenstelling tot mensen, kunnen
bepaalde vogels en reptielen zeer
gevoelig zijn voor mogelijke
rookgassen die tijdens het
reinigingsproces van alle pyrolytische
ovens worden uitgestoten.
Houd huisdieren (met name
vogels) uit de buurt van het
apparaat tijdens en na de
pyrolytische reiniging en gebruik
eerst een programma bij
maximale temperatuur in een
goed geventileerde ruimte.
Kleine huisdieren kunnen ook zeer
gevoelig zijn voor de plaatselijke
temperatuurwijzigingen in de
nabijheid van alle pyrolytische ovens
wanneer de pyrolytische reiniging in
werking is.
Anti-aanbaklagen in potten en
pannen, schalen, keukengerei, enz.
kunnen worden beschadigd door de
hoge temperatuur van het
pyrolytische reinigingsproces van alle
pyrolytische ovens en kunnen
mogelijk ook kleine hoeveelheden
schadelijke gassen veroorzaken.
Rookgassen die vrijkomen uit alle
pyrolytische ovens / kookresten zoals
beschreven, zijn niet schadelijk voor
mensen, inclusief zuigelingen of
personen met medische
aandoeningen.
2.6 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Het type gloeilampje of
halogeenlampje dat voor dit apparaat
wordt gebruikt, is alleen geschikt voor
huishoudelijke apparaten. Gebruik
deze niet voor andere doeleinden.
Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.7 Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
2.8 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
NEDERLANDS 7
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
2
7
1
8
4
3
5
6
5
4
3
2
1
1
Bedieningspaneel
2
Display
3
Opening voor kerntemperatuursensor
4
Verwarmingselement
5
Lampje
6
Ventilator
7
Verwijderbare inschuifrail
8
Roosterhoogtes
3.2 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om
vet op te vangen
Voedselsensor
Om de temperatuur binnenin het voedsel
te meten.
Uittrekbare geleiders
Voor roosters en bakplaten.
www.electrolux.com8
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Elektronische tijdschakelklok
1 112 4 63 9 105 7 8
Gebruik de tiptoetsen om de oven te bedienen.
Tiptoets -functie Opmerking
1
AAN/UIT Om de oven in en uit te schakelen.
2
Verwarmings‐
functies of Kook-
En Bakassistent
Druk eenmaal op de tiptoets om een verwar‐
mingsfunctie of het menu te kiezen: Kook- En
Bakassistent. Druk weer op de tiptoets om tus‐
sen de menu's te schakelen: Verwarmingsfunc‐
ties, Kook- En Bakassistent. Druk 3 seconden
op de tiptoets om de verlichting aan of uit te
zetten.
3
Toets op de ach‐
terkant
Om één niveau terug te gaan in het menu.
Druk 3 seconden op het veld om het hoofdme‐
nu weer te geven.
4
Temperatuurkeu‐
ze
Om de temperatuur in te stellen of om de huidi‐
ge temperatuur in de oven te tonen. Druk 3 se‐
conden op het veld om de machine aan of uit te
zetten: Snel Opwarmen.
5
Favoriet Voor opslag van en toegang tot uw favoriete
programma's.
6
- Display Toont de huidige instellingen van de oven.
7
Toets omhoog Omhoog gaan in het menu.
8
Toets omlaag Omlaag gaan in het menu.
9
Tijd en overige
functies
Verschillende functies instellen. Als een ver‐
warmfunctie in werking is, drukt u op de tiptoets
om de timer of de functies in te stellen: Toets‐
blokkering, Favoriet, Heat+Hold, Set + Go. U
kunt ook de instellingen van de vleesthermo‐
meter wijzigen.
NEDERLANDS 9
Tiptoets -functie Opmerking
10
Kookwekker Om de volgende functie in te stellen: Kookwek‐
ker.
11
OK De selectie of instelling bevestigen.
4.2 Display
A
DE
B C
A. Verwarmingsfunctie
B. Instellen dagtijd
C. Indicatielampje bij voorverwarmen
D. Temperatuur
E. Duur of eindtijd van een functie
Andere indicaties op het display:
Symbool -functie
Kookwekker De functie werkt.
Instellen dagtijd Het display geeft de huidige tijd aan.
Duur Het display geeft de benodigde
kooktijd weer.
Eindtijd Het display geeft aan wanneer de
kooktijd voorbij is.
Temperatuur Het display toont de temperatuur.
Tijdisindicatie Er wordt weergegeven hoe lang een
verwarmingsfunctie in werking is.
Druk tegelijkertijd op en om
de tijd te resetten.
Berekening De oven berekent de bereidings‐
duur.
Controlelampje bij voor‐
verwarmen
Het display geeft de temperatuur in
de oven aan.
Indicatielampje Snelver‐
hitting
De functie staat aan. Het verkort de
opwarmtijd.
Per gewicht Het display geeft weer dat het auto‐
matische weegsysteem aan is of dat
het gewicht kan worden gewijzigd.
Heat+Hold De functie staat aan.
www.electrolux.com10
5. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
5.2 Eerste aansluiting
Wanneer u de oven op het stopcontact
aansluit of na een stroomstoring moet u
de taal, het contrast, de helderheid en de
tijd instellen.
1. Druk op of om de waarde in
te stellen.
2. Druk op
om te bevestigen.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Door de menu's navigeren
1. Oven inschakelen.
2. Druk op of om de menu-optie
te selecteren.
3. Druk op om naar het submenu te
gaan of de instelling te accepteren.
U kunt te allen tijde
terugkeren naar het
hoofdmenu met .
6.2 Een overzicht van de
menu's
Hoofdmenu
Symbool / Me‐
nu-item
Applicatie
Verwarmings‐
functies
Bestaat uit een lijst
met verwarmings‐
functies.
Kook- En Bak‐
assistent
Bestaat uit een lijst
met automatische
programma's.
Symbool / Me‐
nu-item
Applicatie
Favoriet
Bestaat uit een lijst
met favoriete berei‐
dingsprogramma's
die door de gebruiker
zijn gemaakt.
Pyrolyse
Pyrolysereiniging.
Basis Instellin‐
gen
Wordt gebruikt voor
het instellen van de
apparaatconfiguratie.
Speciaal
Bestaat uit een lijst
met extra verwar‐
mingsfuncties.
Submenu voor: Basis Instellingen
Symbool / Me‐
nu-item
Beschrijving
Instellen dagtijd
Stel de dagtijd in.
Tijdisindicatie
Als het apparaat AAN
staat, geeft het dis‐
play de huidige tijd
weer wanneer u het
apparaat uitschakelt.
NEDERLANDS 11
Symbool / Me‐
nu-item
Beschrijving
Snel Opwarmen
Indien AAN verkort
de functie de op‐
warmtijd.
Set + Go
Om een functie in te
stellen en later te ac‐
tiveren door op een
symbool op het be‐
dieningspaneel te
drukken.
Heat+Hold
Houdt het bereide
voedsel warm gedu‐
rende 30 minuten na‐
dat de kookcyclus
voltooid is.
Verleng Tijd
Schakelt de functie
Tijd verlengen in en
uit.
Contrast
Pas het contrast van
het display in stap‐
pen aan.
Helderheid
Pas de helderheid
van het display in
stappen aan.
Taal
Stelt de taal voor het
display in.
Geluidsvolume
Pas het volume van
de druktonen en sig‐
nalen stapsgewijs
aan.
Toetsvolume
Schakelt de toon van
de aanraakvelden
aan en uit. Het geluid
van de tiptoets
AAN/UIT kan niet
worden uitgescha‐
keld.
Alarmtoon
Schakelt de alarm‐
toon in en uit.
Reinigingsherin‐
nering
Herinnert u eraan dat
u het apparaat moet
schoonmaken.
Symbool / Me‐
nu-item
Beschrijving
Geurfilter
Schakelt de functie in
en uit. Voorkomt vie‐
ze geurtjes tijdens
het koken. Als de
geurfilter is uitge‐
schakeld, wordt deze
regelmatig automa‐
tisch schoonge‐
maakt.
Demo modus
Activerings-/deactive‐
ringscode: 2468.
Service
Toont de software‐
versie en -configura‐
tie.
Fabrieksinstel‐
ling
Zet alle instellingen
terug op de fabrieks‐
instelling.
6.3 Verwarmingsfuncties
Verwarmings‐
functie
Applicatie
Hetelucht
Om op max. 3 rek‐
standen tegelijk te
bakken en voedsel te
drogen.Stel de tem‐
peratuur 20 - 40°C la‐
ger in dan voor de
functie: Boven + on‐
derwarmte.
Pizza Hetelucht
Om gerechten op één
niveau te bakken met
intensief bruineren en
een krokantere korst.
Stel de temperatuur
20 - 40°C lager in
dan voor de functie:
Boven + onderwarm‐
te.
www.electrolux.com12
Verwarmings‐
functie
Applicatie
Boven + onder‐
warmte (Bo‐
ven-/Onder‐
warmte)
Voor het bakken en
braden op een oven‐
niveau.
Lage Tempera‐
tuur Garen
Voor het bereiden
van mals en sappig
braadvlees.
Onderwarmte
Voor het bakken van
taarten met een
knapperige bodem en
het inmaken van
voedsel.
Verwarmings‐
functie
Applicatie
Hetelucht (voch‐
tig)
Deze functie is ont‐
worpen om tijdens de
bereiding energie te
besparen. Zie 'Hints
and tips' hoofdstuk
Hetelucht (vochtig)
voor bereidingsin‐
structies. De oven‐
deur dient tijdens de
bereiding gesloten te
zijn zodat de functie
niet wordt onderbro‐
ken en om ervoor te
zorgen dat de oven
werkt op de hoogst
mogelijke energie-ef‐
ficiëntie. Bij het ge‐
bruik van deze func‐
tie kan de tempara‐
tuur in de ruimte ver‐
schillen van de inge‐
stelde temperatuur.
De restwarmte wordt
gebruikt.Het verwar‐
mingsvermogen kan
worden verminderd.
Zie voor algemene
energiebesparings‐
aanbevelingen 'Ener‐
gie-efficiëntie' hoofd‐
stuk Energiebespa‐
ring.Deze functie
werd gebruik om te
voldoen aan de ener‐
gie-efficiëntieklasse
volgens EN 60350-1.
Bevroren Ge‐
rechten
Om kant-en-klaar-ge‐
rechten (bijv. patat,
aardappelpartjes of
loempia's) krokant te
maken.
Grillen
Om plat voedsel te
grillen en brood te
roosteren.
NEDERLANDS 13
Verwarmings‐
functie
Applicatie
Grill Intens
Voor het roosteren
van plat voedsel in
grote hoeveelheden
en voor het maken
van toast.
Circulatiegrill
Voor het braden van
grotere stukken vlees
of gevogelte met bot‐
ten op één niveau.
Voor gratineren en
bruinen.
De verlichting kan tijdens
sommige ovenfuncties
automatisch uitschakelen als
de temperatuur onder de 60
°C komt.
6.4 Speciaal
Verwarmings‐
functie
Applicatie
Brood bakken
Om brood te bakken.
Gratineren
Voor maaltijden als
lasagne of aardappel‐
gratin. Voor gratine‐
ren en bruinen.
Deeg Laten Rij‐
zen
Om het deeg te laten
rijzen voor het bak‐
ken.
Borden Warmen
Om borden voor het
serveren op te war‐
men.
Inmaken
Voor het inmaken
van groenten (bijv.
augurken).
Drogen
Om in plakjes gesne‐
den fruit, groenten en
champignons te dro‐
gen.
Verwarmings‐
functie
Applicatie
Warm houden
Om het voedsel
warm te houden.
Ontdooien
Om voedsel te ont‐
dooien (groenten en
fruit). De ontdooitijd
hangt af van de hoe‐
veelheid en dikte van
het voedsel.
6.5 Een verwarmingsfunctie
instellen
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer het menu:
Verwarmingsfuncties.
3. Druk op om te bevestigen.
4. Selecteer een ovenfunctie.
5. Druk op
om te bevestigen.
6. Stel de temperatuur in.
7. Druk op
om te bevestigen.
6.6 Indicatielampje bij
voorverwarmen
Wanneer u een verwarmingsfunctie
inschakelt, gaat het balkje op het display
branden. Het balkje geeft aan dat de
oventemperatuur toeneemt. Als de
temperatuur bereikt is, zoemt de zoemer
3 maal en knippert de balk om
vervolgens te verdwijnen.
6.7 Indicatielampje
Snelverhitting
Deze functie verkort de opwarmtijd.
Leg geen voedsel in de oven
wanneer de functie Snel
opwarmen is ingeschakeld.
Als u de functie wilt activeren, houdt u
3 seconden ingedrukt. Het
indicatielampje voorverwarmen wisselt.
www.electrolux.com14
6.8 Restwarmte
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan. U kunt de
warmte gebruiken om het eten warm te
houden.
7. KLOKFUNCTIES
7.1 Tabel met klokfuncties
Klokfunctie Applicatie
Kookwekker
Om een afteltijd in te
stellen (max. 2 uur en
30 minuten). Deze
functie heeft geen in‐
vloed op de werking
van de oven.
Gebruik om de
functie in te schake‐
len. Druk op of
om de minuten in te
stellen en op om
te starten.
Duur
Om de werkingsduur
van de oven in te stel‐
len (max. 23 uur 59
min.).
Eindtijd
Voor het instellen van
de uitschakeltijd van
een verwarmingsfunc‐
tie (max. 23 uur en 59
min).
Als u de tijd voor een klokfunctie instelt,
begint het aftellen van de tijd na 5
seconden.
Als u de klokfuncties: Duur,
Eindtijd gebruikt, schakelt de
oven de warmte-elementen
na 90% van de ingestelde
tijd uit. De oven gebruikt de
restwarmte om het
kookproces voor te zetten
totdat de tijd is verstreken (3
- 20 minuten).
7.2 De klokfuncties instellen
Alvorens u de functies: Duur,
Eindtijd gebruikt, moet u een
verwarmingsfunctie en
temperatuur instellen. De
oven wordt automatisch
uitgeschakeld
U kunt de functies: Duur en
Eindtijd tegelijkertijd
gebruiken als u wilt dat de
oven op een later tijdstip
wordt geactiveerd of juist
uitgezet.
De functies: Duur en Eindtijd
werken niet als u de
vleesthermometer gebruikt.
1. Stel de verwarmingsfunctie in.
2. Druk herhaaldelijk op totdat het
display de benodigde klokfunctie en
het bijhorende symbool weergeeft.
3. Druk op
of om de gewenste
tijd in te stellen.
4. Druk op om te bevestigen.
Wanneer de tijd is verstreken, klinkt er
een geluidssignaal. De oven gaat uit. Op
het display verschijnt een melding.
5. Druk op een symbool om het signaal
uit te zetten.
7.3 Heat+Hold
Voorwaarden voor de functie:
De ingestelde temperatuur is hoger
dan 80 °C.
De functie: Duur wordt ingesteld.
De functie: Heat+Hold houdt het
voorbereide gerecht gedurende 30
minuten warm op 80 °C. Deze functie
wordt ingeschakeld wanneer de bak- of
braadprocedure is geëindigd.
U kunt in het menu de functie in- of
uitschakelen: Basis Instellingen.
1. Oven inschakelen.
NEDERLANDS 15
2. Selecteer de verwarmingsfunctie.
3. Stel de temperatuur boven 80 °C in.
4. Druk herhaaldelijk op tot het
display toont: Heat+Hold.
5. Druk op om te bevestigen.
Wanneer de functie beëindigt, klinkt er
een geluidssignaal.
De functie blijft aanstaan als u de
verwarmingsfunctie verandert.
7.4 Verleng Tijd
De functie: Verleng Tijd zorgt dat de
verwarmingsfunctie door blijft gaan als
de Duur is geëindigd.
Van toepassing op alle
verwarmingsfuncties met
Duur of Per gewicht.
Niet van toepassing op
verwarmingsfuncties met de
vleesthermometer.
1. Wanneer de bereidingstijd is
verstreken, klinkt er een
geluidssignaal. Druk op een
willekeurig symbool.
Op het display wordt het bericht
weergegeven.
2. Druk op om te activeren of om
te annuleren.
3. Stel de lengte van de functie in.
4. Druk op .
8. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Online recepten
U vindt de recepten voor de
automatische programma´s
die voor deze oven zijn
gespecificeerd op onze
website. Om het juiste
receptenboek te vinden,
controleer het
productnummer op het
classificatieplaatje op de
voorzijde van het frame van
de binnenkant van de oven.
8.2 Kook- En Bakassistent met
Receptenautomaat
Deze oven bevat een serie recepten die
u kunt gebruiken. De recepten kunnen
niet worden gewijzigd.
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer het menu: Kook- En
Bakassistent. Druk op
om te
bevestigen.
3. Selecteer de categorie en het
gerecht. Druk op om te
bevestigen.
4. Een recept selecteren. Druk op
om te bevestigen.
9. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
9.1 De accessoires plaatsen
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan.
www.electrolux.com16
Bakplaat/ Diepe pan:
Schuif de bakplaat /diepe pan tussen de
geleidestangen van de roostersteun.
Bakrooster en bakplaat /diepe
plaatsamen:
Plaats bakplaat /diepe plaat tussen de
geleiders van de inschuifrails en het
bakrooster op de geleiders erboven.
Kleine inkepingen bovenaan
verhogen de veiligheid.
Deze inkepingen zorgen er
ook voor dat ze niet
omkantelen. De hoge rand
rond het rooster voorkomt
dat het kookgerei van het
rooster afglijdt.
9.2 Telescopische geleiders -
de ovenaccessoires plaatsen
Met de telescopische geleiders kunt u de
roosters eenvoudig plaatsen en
verwijderen.
LET OP!
Reinig de telescopische
geleiders niet in de
afwasautomaat. Maak de
telescopische geleiders niet
vet.
LET OP!
Zorg dat u de telescopische
geleiders helemaal in de
oven schuift voordat u de
ovendeur sluit.
Bakrooster:
Plaats het bakrooster op de
telescopische geleiders zodat de pootjes
naar beneden zijn gericht.
Door de verhoogde rand die
om het rooster loopt is het
kookgerei bovendien
beveiligd tegen wegglijden.
Braadpan:
Plaats de braadpan op de telescopische
geleiders.
Bakrooster en braadpan samen:
NEDERLANDS 17
Plaats het rooster en de braadpan
samen op de telescopische geleider.
10. EXTRA FUNCTIES
10.1 Favoriet
U kunt uw favoriete instellingen als duur,
temperatuur of verwarmingsfunctie
opslaan. De instellingen zijn beschikbaar
in het menu: Favoriet. U kunt 20
programma's opslaan.
Een programma opslaan
1. Oven inschakelen.
2. Stel een verwarmingsfunctie of een
automatisch programma in.
3. Druk herhaaldelijk op tot het
display toont: OPSLAAN.
4. Druk op
om te bevestigen.
Het display geeft de eerste vrije
geheugenpositie weer.
5. Druk op om te bevestigen.
6. Voer de naam van het programma in.
De eerste letter knippert.
7. Druk op of om de letter te
wijzigen.
8. Druk op .
De volgende letter knippert.
9. Herhaal stap 7 indien nodig.
10. Druk op en houdt de knop
ingedrukt om op te slaan.
U kunt een geheugenpositie
overschrijven. Wanneer het display de
eerste vrije geheugenpositie aangeeft,
druk op
of en druk op om een
bestaand programma te overschrijven.
U kunt de naam van een programma
wijzigen in het menu: Wijzig
Programmanaam.
Het programma inschakelen
1. Oven inschakelen.
2. Selecteer het menu: Favoriet.
3. Druk op om te bevestigen.
4. Selecteer de naam van uw favoriete
programma.
5. Druk op om te bevestigen.
Druk op en ga rechtstreeks naar het
menu: Favoriet.
10.2 Gebruik van het Kinderslot
Als het Kinderslot aanstaat, kan de oven
niet per ongeluk worden geactiveerd.
Als de pyrolysefunctie actief
is, wordt de deur
automatisch vergrendeld.
Er verschijnt een melding op
het display als u een
willekeurig symbool indrukt.
1. Druk op om het display aan te
zetten.
2. Druk tegelijkertijd op en totdat
het display een bericht weergeeft.
Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te
schakelen.
10.3 Toetsblokkering
Deze functie voorkomt dat een
verwarmingsfunctie per ongeluk wordt
ingeschakeld. U kunt deze alleen
inschakelen als de oven in werking is.
1. Oven inschakelen.
2. Stel de verwarmingsfunctie of -
instelling in.
www.electrolux.com18
3. Druk herhaaldelijk op tot het
display toont: Toetsblokkering.
4. Druk op om te bevestigen.
Als de pyrolysefunctie werkt,
is de deur vergrendeld en
verschijnt het sleutelsymbool
in het display.
Druk op om de functie uit te
schakelen. Op het display verschijnt een
melding. Druk herhaaldelijk op en
vervolgens op om te bevestigen.
Als u de oven uitzet,
schakelt de functie ook uit.
10.4 Set + Go
Met deze functie kunt u een
verwarmingsfunctie (of programma)
instellen en later met een aanraking van
een symbool gebruiken.
1. Oven inschakelen.
2. Stel de verwarmingsfunctie in.
3. Druk herhaaldelijk op tot het
display toont: Duur.
4. Stel de tijd in.
5. Druk herhaaldelijk op tot het
display toont: Set + Go.
6. Druk op om te bevestigen.
Druk op een symbool (behalve voor
)
om de functie te starten: Set + Go. De
ingestelde verwarmingsfunctie start.
Wanneer de verwarmingsfunctie is
voltooid, klinkt er een signaal.
Toetsblokkering is aan
wanneer de
verwarmingsfunctie actief
is.
Het menu: Basis
Instellingen laat u de
functie: Set + Go in- en
uitschakelen.
10.5 Automatische
uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt de oven
na bepaalde tijd automatisch uit als er
een ovenfunctie in werking is en u geen
instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
200 - 245 5.5
250 - maximum 1.5
De automatische
uitschakeling werkt niet met
de functies:
Binnenverlichting,
Voedselsensor,Duur,
Eindtijd.
10.6 Helderheid van het display
Er zijn twee standen voor de helderheid
van het display:
Helderheid 's nachts - wanneer de
oven uitstaat, is de helderheid van het
display tussen 22.00 uur en 06.00 uur
lager.
Helderheid overdag:
als de oven wordt ingeschakeld;
als u tijdens helderheid 's nachts
een symbool aanraakt (behalve
AAN/UIT), keert het display
gedurende 10 seconden terug
naar helderheid voor overdag.
als de oven wordt uitgeschakeld
en u een functie instelt:
Kookwekker. Wanneer de functie
eindigt, keert het display terug
naar helderheid voor 's nachts.
10.7 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van de oven koel te
houden. Na het uitschakelen van de
oven blijft de ventilatie doorgaan totdat
de oven is afgekoeld.
NEDERLANDS 19
11. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
11.1 Kookadviezen
Uw oven kan anders bakken of roosteren
dan de oven die u tot nu toe gebruikt
heeft. In de onderstaande tabel vindt u
de standaardinstellingen voor
temperatuur, kooktijd en roosterniveau.
Als u voor een speciaal recept de
instelling niet kunt vinden, zoek dan naar
een soortgelijk recept.
11.2 Binnenzijde van de deur
Aan de binnenkant van de deur vindt
u het volgende:
de nummers van de inzetniveaus.
A privacy reminder from Google
Search Results Informatie over de
verwarmingsfuncties, aanbevolen
rekstanden en temperaturen voor
gerechten.
11.3 Nuttige tips voor speciale
opwarmfuncties van de oven
Warm houden
Met deze functie houdt u het voedsel
warm. De temperatuur wordt automatisch
ingesteld op 80 °C.
Borden Warmen
Met deze functie kunt u borden en
schalen verwarmen voor het opdienen.
De temperatuur wordt automatisch
ingesteld op 70 °C.
Verdeel de opgestapelde borden en
schalen gelijkmatig over het ovenrek.
Gebruik de eerste rekstand. Verwissel ze
halverwege de verwarmtijd van plaats.
Deeg Laten Rijzen
Met de functie kunt u ook gistdeeg laten
rijzen. Doe het deeg in een grote schaal
en dek deze af met een natte doek of
plastic folie. Stel de functie in: Deeg
Laten Rijzen en de bereidingstijd.
11.4 Bakken
Gebruik de eerste keer de laagste
temperatuur.
Bij het bereiden van cake op
meerdere niveaus kan de baktijd ca.
10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake niet overal even bruin.
Als de cake niet overal even bruin
wordt, hoeft u de
temperatuurinstelling niet te wijzigen.
De verschillen verminderen tijdens het
bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten
in de oven vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
11.5 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak oplossing
De onderkant van de
cake is niet voldoende
gebruind.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere
rekstand.
www.electrolux.com20
Bakresultaat Mogelijke oorzaak oplossing
De cake zakt in en
wordt klef, klonterig,
streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een ca‐
ke bakt, stelt u de baktempera‐
tuur lager in.
Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de
baktijd niet verlagen door een
hogere temperatuur in te stel‐
len.
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
Minder vocht gebruiken. Let op
de kneedtijden, vooral bij het
gebruik van keukenmachines.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een ca‐
ke bakt, stelt u de baktempera‐
tuur hoger in.
Te lange baktijd. De volgende keer dat u een ca‐
ke bakt, gebruikt u een kortere
baktijd.
De cake wordt onge‐
lijkmatig bruin.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De baktemperatuur lager instel‐
len en de baktijd verlengen.
Het deeg is niet gelijkma‐
tig verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkmatig
over de bakplaat.
De cake wordt niet
gaar binnen de aange‐
geven baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een ca‐
ke bakt, stelt u de baktempera‐
tuur een beetje hoger in.
11.6 Bakken op één niveau
Bakken in een bakblik
Gerecht -functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Tulband / brio‐
che
Hetelucht 150 - 160 50 - 70 1
Moskovisch ge‐
bak / vruchten‐
cake
Hetelucht 140 - 160 70 - 90 1
Taartbodem -
zandtaartdeeg
Hetelucht
170 - 180
1)
10 - 25 2
Taartbodem -
zacht cakedeeg
Hetelucht 150 - 170 20 - 25 2
Kwarktaart Boven + on‐
derwarmte
170 - 190 60 - 90 1
1)
Oven voorverwarmen.
NEDERLANDS 21
Gebak op bakplaat
Gerecht -functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Vlechtbrood/
broodkrans
Boven + onder‐
warmte
170 - 190 30 - 40 3
Kerststol Boven + onder‐
warmte
160 - 180
1)
50 - 70 2
Brood (rogge‐
brood):
1. Eerste 20
minuten:
2. Verminder
daarna
naar:
Boven + onder‐
warmte
1. 230
1)
2. 160 - 180
1. 20
2. 30 - 60
1
Roomsoezen /
Eclairs
Boven + onder‐
warmte
190 - 210
1)
20 - 35 3
Koninginnen‐
brood (opgerol‐
de cake met
jam)
Boven + onder‐
warmte
180 - 200
1)
10 - 20 3
Kruimeltaart
(droog)
Hetelucht 150 - 160 20 - 40 3
Amandelcake/
suikertaart
Boven + onder‐
warmte
190 - 210
1)
20 - 30 3
Vruchtentaar‐
ten
Boven + onder‐
warmte
180 35 - 55 3
Plaatkoek met
garnering (bijv.
kwark, room,
pudding)
Boven + onder‐
warmte
160 - 180
1)
40 - 60 3
1)
Oven voorverwarmen.
Koekjes
Gerecht -functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Bladerdeeg /
biscuitbeslag
Hetelucht 150 - 160 10 - 20 3
Schuimgebak‐
jes
Hetelucht 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes Hetelucht 100 - 120 30 - 50 3
Biscuit van gist‐
deeg
Hetelucht 150 - 160 20 - 40 3
www.electrolux.com22
Gerecht -functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Klein blader‐
deeggebak
Hetelucht
170 - 180
1)
20 - 30 3
Broodjes Boven + onder‐
warmte
190 - 210
1)
10 - 25 3
1)
Oven voorverwarmen.
11.7 Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht -functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Pastaschotel Boven + onder‐
warmte
180 - 200 45 - 60 1
Lasagne Boven + onder‐
warmte
180 - 200 25 - 40 1
Groentegratin
1)
Circulatiegrill 160 - 170 15 - 30 1
Stokbroden
met gesmolten
kaas
Hetelucht 160 - 170 15 - 30 1
Rijstepap Boven + onder‐
warmte
180 - 200 40 - 60 1
Visschotels Boven + onder‐
warmte
180 - 200 30 - 60 1
Gevulde groen‐
te
Hetelucht 160 - 170 30 - 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
11.8 Hetelucht (vochtig)
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Pastagratin 200 - 220 45 - 55 3
Aardappelgratin 180 - 200 70 - 85 3
Moussaka 170 - 190 70 - 95 3
Lasagne 180 - 200 75 - 90 3
Cannelloni 180 - 200 70 - 85 3
Broodpudding 190 - 200 55 - 70 3
Rijstpudding 170 - 190 45 - 60 3
NEDERLANDS 23
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster‐
hoogte
Appeltaart, gemaakt met
roerdeeg (ronde taartvorm)
160 - 170 70 - 80 3
Witbrood 190 - 200 55 - 70 3
11.9 Bakken op meerdere
niveaus
Gebruik de functie: Hetelucht.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
2 standen 3 standen
Roomsoezen /
Eclairs
160 - 180
1)
25 - 45 1 / 4 -
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 1 / 4 -
1)
Oven voorverwarmen.
Koekjes
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
2 standen 3 standen
Koekjes van
bladerdeeg /
biscuitbeslag
150 - 160 20 - 40 1 / 4 1 / 3 / 5
Schuimgebak‐
jes
80 - 100 130 - 170 1 / 4 -
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 1 / 4 -
Biscuit van gist‐
deeg
160 - 170 30 - 60 1 / 4 -
Klein blader‐
deeggebak
170 - 180
1)
30 - 50 1 / 4 -
Broodjes 180 20 - 30 1 / 4 -
1)
Oven voorverwarmen.
11.10 Knapperig bakken met Pizza Hetelucht
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, dun
200 - 230
1)
15 - 20 2
Pizza, dik 180 - 200 20 - 30 2
www.electrolux.com24
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Taarten 180 - 200 40 - 55 1
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 1
Quiche Lorraine /
Zwitserse flan
170 - 190 45 - 55 1
Appeltaart, gedekt 150 - 170 50 - 60 1
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 1
Ongedesemd brood
230 - 250
1)
10 - 20 2
Bladerdeegtaart
160 - 180
1)
45 - 55 2
Flammekuchen
230 - 250
1)
12 - 20 2
Pierogi
180 - 200
1)
15 - 25 2
1)
Oven voorverwarmen.
11.11 Braden
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Braad grote braadstukken direct in de
diepe bakplaat of op een bakrooster
boven de bakplaat.
Giet wat water op de bakplaat om het
inbranden van vrijkomende vleessappen
of vet te voorkomen.
Vlees met een korst kan in de
braadslede zonder deksel worden
gebraden.
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de
gaartijd.
Om het vlees sappiger te houden:
Braad mager vlees in een braadpan
met deksel of gebruik een braadzak.
Rooster vlees en vis in grote stukken
(1 kg of meer).
Besprenkel grote braadstukken en
gevogelte diverse keren tijdens het
braden met het eigen vleessap.
11.12 Roosteren
Rundvlees
Gerecht Hoeveelheid
(kg)
-functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Gesmoord vlees 1 - 1.5 Boven + on‐
derwarmte
230 120 - 150
Rosbief of osse‐
haas: rauw
1 cm dik Circulatiegrill
190 - 200
1)
5 - 6
Rosbief of osse‐
haas: medium
1 cm dik Circulatiegrill
180 - 190
1)
6 - 8
Rosbief of osse‐
haas: gaar
1 cm dik Circulatiegrill
170 - 180
1)
8 - 10
1)
Oven voorverwarmen.
NEDERLANDS 25
Varkensvlees
Gerecht Hoeveelheid
(kg)
-functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Schouderstuk /
nekstuk / hamlap
1 - 1.5 Circulatiegrill 160 - 180 90 - 120
Kotelet / ribbetje 1 - 1.5 Circulatiegrill 170 - 180 60 - 90
Gehaktbrood 0.75 - 1 Circulatiegrill 160 - 170 50 - 60
Varkensschenkel
(voorgekookt)
0.75 - 1 Circulatiegrill 150 - 170 90 - 120
Kalfsvlees
Gerecht Hoeveelheid
(kg)
-functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Geroosterd
kalfsvlees
1 Circulatiegrill 160 - 180 90 - 120
Kalfsschenkel 1.5 - 2 Circulatiegrill 160 - 180 120 - 150
Lamsvlees
Gerecht Hoeveelheid
(kg)
-functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Lamsbout / ge‐
roosterd lams‐
vlees
1 - 1.5 Circulatiegrill 150 - 170 100 - 120
Lamsrug 1 - 1.5 Circulatiegrill 160 - 180 40 - 60
Wild
Gerecht Hoeveelheid
(kg)
-functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Hazenrug / ha‐
zenbout
1 Boven + onder‐
warmte
230
1)
30 - 40
Rug 1.5 - 2 Boven + onder‐
warmte
210 - 220 35 - 40
Reebout, her‐
tenbout
1.5 - 2 Boven + onder‐
warmte
180 - 200 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen.
Gevogelte
Gerecht Hoeveelheid
(kg)
-functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Stukken gevo‐
gelte
0.2 - 0.25 Circulatiegrill 200 - 220 30 - 50
Halve kip 0.4 - 0.5 Circulatiegrill 190 - 210 35 - 50
www.electrolux.com26
Gerecht Hoeveelheid
(kg)
-functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Kip, haantje 1 - 1.5 Circulatiegrill 190 - 210 50 - 70
eend 1.5 - 2 Circulatiegrill 180 - 200 80 - 100
gans 3.5 - 5 Circulatiegrill 160 - 180 120 - 180
Turkije 2.5 - 3.5 Circulatiegrill 160 - 180 120 - 150
Turkije 4 - 6 Circulatiegrill 140 - 160 150 - 240
Vis
Gerecht Hoeveelheid
(kg)
-functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min)
Hele vis 1 - 1.5 Boven + onder‐
warmte
210 - 220 40 - 60
11.13 Grillen
Leg het de pan voor het opvangen van
vet op de eerste rekstand plaatsen.
Verwarm de lege oven 5 minuten voor.
Grillen
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
1e kant 2e kant
Biefstuk 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Runderfilet 230 20 - 30 20 - 30 3
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 25 3
Hele vis, 0,5 - 1
kg
210 - 230 15 - 30 15 - 30 3 / 4
Grill Intens
Verwarm de lege oven 3 minuten voor.
Grill met de maximale temperatuurinstelling.
Gerecht Tijd (min) Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Varkensfilet 10 - 12 6 - 10 4
Worstjes 10 - 12 6 - 8 4
Runderfilet / kalfs‐
biefstukken
7 - 10 6 - 8 4
NEDERLANDS 27
Gerecht Tijd (min) Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Brood met iets erop 6 - 8 - 4
11.14 Bevroren Gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25 2
American pizza, be‐
vroren
190 - 210 20 - 25 2
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25 2
Pizza snacks, be‐
vroren
180 - 200 15 - 30 2
Patat, dun 200 - 220 20 - 30 3
Patat, dik 200 - 220 25 - 35 3
Aardappel Partjes 220 - 230 20 - 35 3
Rösties 210 - 230 20 - 30 3
Lasagne / Cannel‐
loni, vers
170 - 190 35 - 45 2
Lasagne / Cannel‐
loni, bevroren
160 - 180 40 - 60 2
Oven gegratineerde
kaas
170 - 190 20 - 30 3
Kippenvleugels 190 - 210 20 - 30 2
Bevroren kant-en-klaarmaaltijden
Gerecht -functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Pizza, bevroren Boven + onder‐
warmte
volgens aanwij‐
zingen van de
fabrikant
volgens aanwij‐
zingen van de
fabrikant
3
Patat
1)
(300 -
600 g)
Boven + onder‐
warmte of Cir‐
culatiegrill
200 - 220 volgens aanwij‐
zingen van de
fabrikant
3
Baguettes Boven + onder‐
warmte
volgens aanwij‐
zingen van de
fabrikant
volgens aanwij‐
zingen van de
fabrikant
3
www.electrolux.com28
Gerecht -functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog‐
te
Vruchtentaar‐
ten
Boven + onder‐
warmte
volgens aanwij‐
zingen van de
fabrikant
volgens aanwij‐
zingen van de
fabrikant
3
1)
Patat tijdens bakken 2 tot 3 keer omkeren.
11.15 Lage Temperatuur Garen
Gebruik deze functie voor malse, magere
stukken vlees en vis met
kerntemperaturen van minder dan 65 °C.
De functie is niet geschikt voor
stoofpotjes of vette
varkensbraadstukken. U kunt de
vleesthermometer gebruiken om te
garanderen dat het vlees de correcte
kerntemperatuur heeft (zie de tabel voor
de vleesthermometer).
In de eerste 10 minuten kunt u een
oventemperatuur instellen tussen 80°C
en 150°C. De standaard is 90°C. Nadat
de temperatuur is ingesteld, blijft de oven
werken bij 80°C. Gebruik de
automatische lage temperatuur garen
niet voor gevogelte.
Altijd zonder deksel garen
als u gebruikmaakt van deze
functie.
1. Braad het vlees aan in een pan op de
kookplaat op een zeer hoge stand
gedurende 1 - 2 minuten aan elke
kant.
2. Plaats het vlees samen met de hete
braadpan in de oven op het
bakrooster.
3. Steek de vleesthermometer in het
vlees.
4. Selecteer de functie: Lage
Temperatuur Garen en stel de juiste
doelkerntemperatuur in.
Stel de temperatuur in op 120 °C.
Gerecht Tijd
(min)
Rooster‐
hoogte
Rosbief, 1 - 1,5
kg
120 - 150 1
Runderfilet, 1 -
1,5 kg
90 - 150 3
Kalfsbraad‐
stuk, 1 - 1,5 kg
120 - 150 1
Steaks, 0,2 -
0,3 kg
20 - 40 3
11.16 Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord.
Gebruik het eerste roosterniveau
vanaf de bodem.
Bedek het bord niet met een kom of
ander bord, aangezien het ontdooien
hierdoor langer kan duren.
Gerecht Gewicht Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1 kg 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schotel‐
tje in een groot bord leggen. Hal‐
verwege de bereidingstijd om‐
draaien.
Vlees 1 kg 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Vlees 500 g 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
NEDERLANDS 29
Gerecht Gewicht Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Forel 150 g 25 - 35 10 - 15 -
Aardbei‐
en
300 g 30 - 40 10 - 20 -
Boter 250 g 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren slag‐
room.
Gebak 1,4 kg 60 60 -
11.17 Inmaken
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai-
of bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik het eerste rooster van de bodem
van deze functie.
Zet niet meer dan zes wekflessen van 1
liter op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit
ze af met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat,
zodat er voldoende vocht in de oven
ontstaat.
Als de vloeistof in de weckpotten begint
te borrelen (na ca. 35 - 60 minuten bij
weckpotten van 1 liter), stop de oven of
verlaag de temperatuur tot 100 °C
(raadpleeg de tabel).
Zachte vruchten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be‐
gint (min)
Door blijven ko‐
ken op 100 °C
(min.)
Aardbeien / bos‐
bessen / frambo‐
zen / rijpe kruisbes‐
sen
160 - 170 35 - 45 -
Steenvruchten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be‐
gint (min)
Door blijven ko‐
ken op 100 °C
(min.)
Peren / kweepe‐
ren / pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
Groenten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be‐
gint (min)
Door blijven ko‐
ken op 100 °C
(min.)
Wortels
1)
160 - 170 50 - 60 5 - 10
www.electrolux.com30
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be‐
gint (min)
Door blijven ko‐
ken op 100 °C
(min.)
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde augur‐
ken
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Koolrabi / erwten /
asperges
160 - 170 50 - 60 15 - 20
1)
Na uitschakeling in de oven laten staan.
11.18 Drogen
Gebruik hiervoor een met
boterhampapier of bakpapier belegde
plaat.
Stop de oven voor een beter resultaat
halverwege de droogtijd, open de
deur en laat het één nacht afkoelen
om het drogen te voltooien.
Groenten
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (u) Roosterhoogte
1 stand 2 standen
Bonen 60 - 70 6 - 8 3 1 / 4
Paprika's 60 - 70 5 - 6 3 1 / 4
Groente in het
zuur
60 - 70 5 - 6 3 1 / 4
Paddestoelen 50 - 60 6 - 8 3 1 / 4
Kruiden 40 - 50 2 - 3 3 1 / 4
Fruit
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (u) Roosterhoogte
1 stand 2 standen
Pruimen 60 - 70 8 - 10 3 1 / 4
Abrikozen 60 - 70 8 - 10 3 1 / 4
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8 3 1 / 4
Peren 60 - 70 6 - 9 3 1 / 4
11.19 Brood bakken
Voorverwarmen wordt niet aanbevolen.
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Witbrood 180 - 200 40 - 60 2
NEDERLANDS 31
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Baguette 200 - 220 35 - 45 2
Brioche 180 - 200 40 - 60 2
Ciabatta 200 - 220 35 - 45 2
Roggebrood 190 - 210 50 - 70 2
Bruin brood 180 - 200 50 - 70 2
Volkoren brood 170 - 190 60 - 90 2
11.20 Aanwijzingen voor
testinstituten
Tests volgens EN 60350-1:2013 en IEC
60350-1:2011.
Bakken op één niveau. Bakken in een bakblik
Gerecht -functie Temperatuur
(°C)
Tijd
(min)
Rooster‐
hoogte
Biscuittaart zonder
vet
Hetelucht 140 - 150 35 - 50 2
Biscuittaart zonder
vet
Boven-/Onder‐
warmte
160 35 - 50 2
Appeltaart (2 vor‐
men Ø 20 cm, dia‐
gonaal geplaatst)
Hetelucht 160 60 - 90 2
Appeltaart (2 vor‐
men Ø 20 cm, dia‐
gonaal geplaatst)
Boven-/Onder‐
warmte
180 70 - 90 1
Bakken op één niveau. Koekjes
Gebruik de derde rekstand.
Gerecht -functie Temperatuur (°C) Tijd (min)
Zandtaartdeeg / Geba‐
kreepjes
Hetelucht 140 25 - 40
Zandtaartdeeg / Geba‐
kreepjes
Boven-/Onderwarmte
160
1)
20 - 30
Kleine cakes (20 stuks/
bakplaat)
Hetelucht
150
1)
20 - 35
Kleine cakes (20 stuks/
bakplaat)
Boven-/Onderwarmte
170
1)
20 - 30
1)
Oven voorverwarmen.
www.electrolux.com32
Bakken op meerdere niveaus. Koekjes
Gerecht -functie Temperatuur
(°C)
Tijd
(min)
Rooster‐
hoogte
2
stan‐
den
3
stan‐
den
Zandtaartdeeg/
Deegreepjes
Hetelucht 140 25 - 45 1 / 4 1 / 3 /
5
Kleine cakes (20
stuks/bakplaat)
Hetelucht
150
1)
23 - 40 1 / 4 -
1)
Oven voorverwarmen.
Grillen
Verwarm de lege oven 5 minuten voor.
Grill met de maximale temperatuurinstelling.
Gerecht -functie Tijd (min) Roosterhoogte
Geroosterd brood Grillen 1 - 3 5
Biefstuk Grillen
24 - 30
1)
4
1)
Halverwege de bereidingstijd omdraaien.
Grill Intens
Verwarm de lege oven 3 minuten voor.
Grill met de maximale temperatuurinstelling.
Gebruik de vierde rekstand.
Gerecht Tijd (min)
1e kant 2e kant
Burgers 8 - 10 6 - 8
Geroosterd brood 1 - 3 1 - 3
12. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Opmerkingen over
schoonmaken
Maak de voorkant van de oven schoon
met een zachte doek, warm water en
een mild reinigingsmiddel.
Gebruik voor metalen oppervlakken een
specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na elk
gebruik. Vetophoping of andere
voedingsresten kunnen brand
veroorzaken. Het gevaar is groter voor
de grillpan.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en
laat ze drogen. Gebruik een zachte doek
met een warm sopje en een
reinigingsmiddel. De accessoires niet in
de afwasmachine reinigen.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
NEDERLANDS 33
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen
niet worden schoongemaakt met een
agressief reinigingsmiddel, voorwerpen
met scherpe randen of een
afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
Neem het vocht uit de ruimte na ieder
gebruik af.
12.2 Verwijderbare inschuifrails
Als u de binnenkant van de oven wilt
reinigen, verwijdert u de inschuifrails.
LET OP!
Wees voorzichtig bij het
verwijderen van de
inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
2
1
Installeer de verwijderde accessoires in
de omgekeerde volgorde.
De pinnetjes op de
telescopische geleiders
moeten naar voren wijzen.
12.3 Pyrolyse
LET OP!
Verwijder alle accessoires
en verwijderbare
inschuifrails.
De
pyrolysereinigingsprocedure
kan niet worden gestart:
U heeft de stekker van de
vleesthermometer niet uit de
aansluiting gehaald.
U heeft de ovendeur niet helemaal
gesloten.
Verwijder de ergste etensresten met de
hand.
LET OP!
Gebruik als er andere
apparaten in dezelfde kast
zijn geïnstalleerd deze niet
tijdens de functie: Pyrolyse.
Dit kan de oven
beschadigen.
1. Reinig de binnenkant van de deur
met warm water om te voorkomen
dat resten inbranden door hete lucht.
2. Zet de oven aan en kies de functie in
het hoofdmenu: Pyrolyse. Druk op
om te bevestigen.
3. Stel de duur in voor de
reinigingsprocedure:
Optie Beschrijv‐
ing
Kort 1 h voor een
lage vuil‐
graad
Normaal 1 h 30 min
voor een ge‐
wone vuil‐
graad
Intensief 3 h voor een
hoge vuil‐
graad
4. Druk op om te bevestigen.
Als de pyrolytische reiniging
start, wordt de deur van het
oven vergrendeld en werkt
de verlichting niet.
www.electrolux.com34
Schakel het oven uit om de
pyrolyse te stoppen voordat
het is voltooid.
WAARSCHUWING!
Nadat de functie voltooid is,
is de oven erg heet. Laat het
apparaat afkoelen. Gevaar
voor brandwonden.
Als de functie is voltooid,
blijft de deur vergrendeld
tijdens de afkoelfase.
Sommige ovenfuncties zijn
tijdens de afkoelfase niet
beschikbaar.
12.4 De deur verwijderen en
installeren
U kunt de ovendeur en het interne
glazen paneel verwijderen om het
schoon te maken. Het aantal glasplaten
verschilt per model.
WAARSCHUWING!
De deur is zwaar.
1. Open de deur helemaal.
2. Duw de klemhendels (A) volledig op
de twee scharnieren.
A
A
3. Sluit de ovendeur in de eerste
openingsstand (in een hoek van
ongeveer 70°).
4. Pak de deur aan de zijkanten met
beide handen vast en trek deze
onder een opwaartse hoek weg van
de oven.
5. Plaats de ovendeur met de
buitenkant omlaag op een zachte en
egale ondergrond.
6. Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten
vastpakken en naar binnen drukken
om de klemsluiting te ontgrendelen.
1
2
B
7. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
8. Houd de glasplaten aan de
bovenkant vast en trek deze een
voor een omhoog uit de geleiding.
9. Reinig de glasplaat met een sopje.
Droog de glasplaat voorzichtig af.
Voer de bovenstaande stappen in
omgekeerde volgorde uit als de reiniging
voltooid is. Plaats de kleinste glasplaat
eerst, daarna de grotere glasplaten en
de deur.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
glasplaten op de juiste
manier worden geplaatst,
anders kan het oppervlak
van de deur oververhit
raken.
Zorg ervoor dat u de glasplaten (C, B en
A) weer in de juiste volgorde
terugplaatst. Plaats eerst glasplaat C, die
een opdruk van een vierkant op de
linkerkant en opdruk van een driehoek
op de rechterkant heeft. U treft deze
symbolen ook in reliëf aan op het
deurframe. Het driehoeksymbool op het
glas moet overeenkomen met de
driehoek op het deurframe en het
vierkantsymbool met het vierkant. Plaats
hierna de twee andere glasplaten.
NEDERLANDS 35
A B C
12.5 Het lampje vervangen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Oven uitschakelen.
Wacht totdat de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de
ovenruimte.
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en
verwijder het.
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300°C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
De zijverlichting
1. Verwijder de linker inschuifrail om bij
de lamp te komen.
2. Gebruik een smal, stomp voorwerp
(bijv. een theelepel) om het afdekglas
te verwijderen.
3. Reinig het afdekglas.
4. Vervang de lamp door een geschikte
300 °C hittebestendige lamp.
5. Plaats het afdekglas terug.
6. De linker geleider installeren.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
www.electrolux.com36
13.1 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de oven niet in‐
schakelen of bedienen.
De oven is niet aangeslo‐
ten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven
goed is aangesloten op het
stopcontact (zie het aan‐
sluitdiagram indien be‐
schikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven staat uit. Oven inschakelen.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstan‐
den zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instel‐
lingen correct zijn.
De oven wordt niet warm. Automatische uitschake‐
ling is actief.
Raadpleeg 'Automatisch
uitschakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti‐
veerd.
Raadpleeg 'Gebruik van
het Kinderslot'.
De oven wordt niet warm. De deur is niet goed geslo‐
ten.
Sluit de deur volledig.
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgesla‐
gen.
Controleer of de zekering
de oorzaak van de storing
is. Als de zekeringen keer
op keer doorslaan, neemt
u contact op met een er‐
kende installateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Op het display verschijnt
F111.
De stekker van de vlees‐
thermometer is niet goed
in de aansluiting gestoken.
Steek de stekker van de
vleesthermometer zo ver
mogelijk in het stopcontact.
Het display toont een fout‐
code die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout. Zet de oven uit via de
huiszekering of de vei‐
ligheidsschakelaar in de
zekeringkast en schakel
deze weer in.
Neem contact op met
de klantenservice wan‐
neer de foutcode op‐
nieuw wordt weergege‐
ven.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het be‐
reiden niet langer dan 15 -
20 minuten in de oven
staan.
NEDERLANDS 37
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
Het apparaat staat aan
maar wordt niet warm. De
ventilator werkt niet. Op
het display verschijnt "De‐
mo".
De demofunctie is inge‐
schakeld.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik' in 'Ba‐
sisinstellingen'.
13.2 Onderhoudsgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper ofeen erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich aan de
voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de
ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
14. ENERGIEZUINIGHEID
14.1 Productkaart en informatie volgens EU 65-66/2014
Naam leverancier Electrolux
Modelidentificatie EOC5851FAX
Energie-efficiëntie Index 81.2
Energie-efficiëntieklasse A+
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
boven + onderwarmte
1.09 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
hetelucht
0.69 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Elektriciteit
Volume 71 l
Soort oven Inbouwoven
Massa 37.5 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 1: Reeksen, ovens,
stoomovens en grills - Methoden voor
prestatiemeting.
www.electrolux.com38
14.2 Energiebesparing
Deze oven bevat functies die
u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed
gesloten is als u de oven in werking stelt.
De deur niet openen tijdens de bereiding
met stoom. Houd het deurrubber schoon
en zorg ervoor dat het goed op zijn
plaats vastzit.
Gebruik metalen schalen om meer
energie te besparen.
Indien mogelijk de oven niet
voorverwarmen voordat u er voedsel in
plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer
dan 30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van
de bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Houd de onderbrekingen tussen het
bakken zo kort mogelijk als u een aantal
gerechten tegelijkertijd bereidt.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als
een programma met tijdselectie (Duur of
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte
te gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het indicatielampje van de
restwarmte of temperatuur verschijnt op
het display.
Koken met de verlichting
uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken
uit. Doe het aan als u het nodig heeft.
Hetelucht (vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de
bereiding energie te besparen.
Als u deze functie gebruikt, gaat de
verlichting na 30 seconden automatisch
uit. U kunt de verlichting weer
inschakelen maar deze handeling
vermindert de verwachte
energiebesparingen.
15. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
*
NEDERLANDS 39
www.electrolux.com/shop
867325432-C-162018
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Electrolux EOC5851FAX Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding