Basisinstellingen wijzigen
16
NEDERLANDS
3. Druk zo vaak op de bedie-
ningstoets "Koesterkte" tot de
gewenste tijd is ingesteld.
4. U kunt de volgende functie
oproepen of de servicemodus verlaten:
a) Druk kort op de bedieningstoets
"Service" om naar de volgende func-
tie te navigeren.
b) Houd de bedieningstoets "Service"
langer dan 2seconden ingedrukt
om de instelling op te slaan en de
servicemodus te verlaten.
6.3 Waterhardheid instellen
Met de instelling van de waterhardheid
wordt gereguleerd hoe vaak het apparaat
erom vraagt, ontkalkt te worden. Hoe
harder het water is, des te vaker moet het
apparaat ontkalkt worden.
Informatie
Terwijl u een waterlter gebruikt, kunt
u geen waterhardheid instellen (zie
hoofdstuk7.6 Waterlter gebruiken op
pagina23). Met waterlter is de water-
hardheid ingesteld op Zacht.
Bepaal de waterhardheid met het meege-
leverde teststrookje. Neem de instructies
op de verpakking van het teststrookje
en in de tabel Waterhardheidsklasse op
pagina27 in acht.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Display Waterhardheid
zacht, ontkalken na 150liter
gemiddeld, ontkalken na
100liter
hard, ontkalken na 70liter
knipperen
zeer hard, ontkalken na 30liter
geen
koebonen
Er wordt een waterlter
gebruikt. Instellen is niet
mogelijk.
Voorwaarde: het apparaat is klaar voor
gebruik.
1. Houd de bedieningstoets
"Service" langer dan 2seconden
ingedrukt om de Servicemodus1 op te
roepen.
2. Druk zo vaak op de bedie-
ningstoets "Service" tot de weergave
voor de functie Waterhardheid
verschijnt.
3. Druk zo vaak op de bedie-
ningstoets "Koesterkte" tot de
gewenste waterhardheid is ingesteld.
4. U kunt de volgende functie
oproepen of de servicemodus verlaten:
a) Druk kort op de bedieningstoets
"Service" om naar de volgende func-
tie te navigeren.
b) Houd de bedieningstoets "Service"
langer dan 2seconden ingedrukt
om de instelling op te slaan en de
servicemodus te verlaten.
6.4 Uitschakelspoeling
activeren/deactiveren
Het koesysteem wordt altijd onmid-
dellijk na inschakeling gespoeld. Alleen
de uitschakelspoeling kan worden
geactiveerd of gedeactiveerd. Als deze is
geactiveerd, wordt het koesysteem na
uitschakeling gespoeld.
Informatie
Wij adviseren om de uitschakelspoeling
niet permanent te deactiveren, omdat
de uitschakelspoeling het koesysteem
reinigt.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Display Uitschakelspoeling
geactiveerd
geen koebonen gedeactiveerd