NEDERLANDS HANDLEIDING
SYNQ
®
19/46 DLC-1
2. MULTIFUNCTIONEEL SCHERM: geeft de status van de verschillende instellingen weer. Zie hoofdstuk
“Hoe gebruiken” voor meer info.
3. EDITEERKNOP: wordt gebruikt om verschillende menu opties te kiezen en om verschillende
parameters in te stellen.
4. MASTER TOETS: wordt gebruikt om van om het even waar in het menu over te schakelen naar de
algemene volumeregeling van de uitgang: u kunt het volume instellen van 0dB tot -30dB.
5. MENU TOETS: wordt gebruikt om het hoofdmenu te selecteren. U kunt het menu overlopen met de
editeerknop (3), selecteer de gewenste optie door op de menu toets te drukken. Verder in deze
handleiding vindt u nog meer informatie hierover.
6. BYPASS TOETS: Druk op deze toets om de bypass functie in of uit te schakelen:
Bypass aan: de ingang is direct gelinkt met de uitgang het signaal wordt niet bewerkt, alleen
de noise gate en de volumeregeling zijn actief.
Bypass uit: de muziek wordt bewerkt door de compressor en/of limiter.
7. PARAMETER TOETS: wordt gebruikt om de verschillende parameters van de limiter/compressor te
overlopen. De parameters kunnen ingesteld worden met de editeerknop (3). Verder in deze handleiding
vindt u meer uitleg hierover.
8. RECALL TOETS: wordt gebruikt om een van de vorige opgeslagen persoonlijke settings op te roepen.
9. SAVE TOETS: wordt gebruikt om de gebruikte settings op te slagen in een van de 10 user programs.
10. ON/OFF SCHAKELAAR: wordt gebruikt om het toestel aan/uit te zetten.
FUNCTIES (ACHTERZIJDE)
11. VOEDINGSCONNECTOR: met IEC aansluiting en geïntegreerde zekeringhouder; sluit hier de
meegeleverde stroomkabel aan.
12. RS232 CONNECTOR: wordt gebruikt om de firmware via PC te updaten.
13. SYMMETRISCHE UITGANGEN: werkt zowel met symmetrische als asymmetrische XLR of JACK
kabels (zie hoofdstuk “verbindingen” voor meer info)
14. INGANGSNIVEAU REGELING: gebruik een KLEINE schroevendraaier om de het ingangsniveau in te
stellen.
15. SYMMETRISCHE INGANGEN: werkt zowel met symmetrische als asymmetrische XLR of JACK kabels
(zie hoofdstuk “verbindingen” voor meer info)
ENKELE WOORDJES UITLEG
Onthoud dat een limiter/compressors zeer geliefde signaalprocessoren zijn die echter ook potentieel zeer
schadelijk kunnen zijn. In de handen van een ervaren artiest kan een compressor gebruikt worden om een
prachtig geluidsbeeld te boetseren; in handen van een onervaren gebruiker kan dit toestel echter de
geluidskwaliteit volledig ruineren. U doet er dus best aan om uw kennis wat bij te schaven door heel wat te
lezen en te experimenteren alvorens u het toestel daadwerkelijk gaat gebruiken. Op het internet kunt u heel
wat interessante artikels vinden die de werking en de mogelijkheden beschrijven…
Het is misschien een goed idée om vlug enkele woordjes uitleg te geven over de verschillende parameters
die kunnen ingesteld worden voor wij u uitleggen hoe u dit toestel moet gebruiken. Wij zullen u ook een idee
geven van wat het verschil is tussen een limiter en een compressor.
UITLEG OVER DE VERSCHILLENDE PARAMETERS
Threshold level (Display = “CompThre” or “LimitThr):
De drempelwaarde of “treshold” is het niveau (meestal gemeten in decibels “dB”) waarop de
automatische volumereductie in werking treedt. Alles onder dit niveau zal niet gecompresseerd worden.
Wanneer het ingangsniveau het threshold niveau overschrijdt zal de compressor het niveau automatisch
verminderen om te vermijden dat het signaal luider wordt.
NEDERLANDS HANDLEIDING
SYNQ
®
20/46 DLC-1
Attack time (Display = “CompAtta” or “LimitAtta”):
De attack time (meestal gemeten in milliseconden “ms”) bepaalt hoe lang het duurt alvorens het niveau
verminderd wordt wanneer het ingangsniveau de drempelwaarde “threshold level” overschrijdt. Indien u
het toestel wenst te gebruiken ter bescherming tegen overbelasting, dan moet u een zeer snelle attack
time instellen. Indien u het echter gebruikt met een elektrische basgitaar, dan is een waarde van 20 tot 50
milliseconden uitstekend om wat extra “punch” te bekomen. Zo kan de “attack” toch doordringen alvorens
het volume gereduceerd wordt: elke gespeelde noot krijgt hierdoor wat extra definitie zonder dat de
volledige lengte van de noot te luid klinkt.
Release time (Display = “CompRele” or “LimitRele”):
De release time (meestal gemeten in milliseconden “ms”) bepaalt hoe snel het volume terug naar haar
originele positie moet terugkeren wanneer het ingangsniveau zich niet langer boven de drempelwaarde
bevindt. Wanneer de release time te snel is zult u een "pompend" geluid verkrijgen. Dit wordt veel
gebruikt om speciale effecten te verkrijgen, op synthesizers, op drumstellen of op andere instrumenten.
Indien u meer transparantie verkiest voor de compressor moet u de release time relatief lang instellen
(een seconde of meer). Indien u een meer agressieve sound wenst, stel dan de release time korter in.
Compression ratio (Display = “CompRati”):
De compressieverhouding of “Compression ratio” bepaalt hoe sterk het uitgangsniveau wordt verminderd,
in vergelijking met het ingangssignaal op het moment dat de drempelwaarde wordt bereikt. Een
verhouding van 1:1 doet niets. 2:1 betekent dat, indien het ingangsniveau stijgt tot 2 dB boven de
treshold, de compressor het niveau slechts met 1 dB zal verminderen: de uitgang zal dus 1 dB luider
klinken. 10:1 betekent dat het ingangssignaal 10 dB boven de drempelwaarde (threshold) moet komen
om het uigangsniveau met 1 dB te vermeerderen.
Voorbeeld: stel de drempelwaarde in op -20 dB en stuur een -12 dB signaal ( 8 dB boven de
drempelwaarde) door de ingang. Kies een compressieverhouding (Compression ratio) van 4:1 (8 / 4
= 2)
op de uitgang verkrijgt u een signaal van -18 dB (-20 dB + 2 dB = -18 dB)
Makeup Gain (Display = “CompBoost”):
Brengt het niveau van het hele signaal terug naar een schappelijk niveau te brengen nadat het
verminderd werd door de compressor. Dit heeft ook tot gevolg dat stille stukken (welke niet
gecompresseerd worden) luider gaan klinken.
Noise Gate niveau:
Dit niveau (meestal uitgedrukt in decibels “dB”) bepaalt op welk niveau de “gate” open gaat: alle signalen
die lager zijn de het noise gate niveau worden niet doorgelaten naar het uitgangssignaal. Dit kan
bijvoorbeeld zeer nuttig zijn om ongewenste achtergrondgeluiden weg te werken bij microfoonopnamen.
HET VERSCHIL TUSSEN EEN LIMITER EN COMPRESSOR
Het grootste verschil zit hem in de compressieverhouding. Een limiter gebruikt een verhouding van 10:1 tot
100:1 of meer, terwijl een compressor een verhouding zal gebruiken van 10:1 of minder.
Een compressor reduceert het dynamisch bereik (luide stukken worden zachter, zachtere stukken
worden luider) en reageert als een soort dynamische volumecontrole. Daarom wordt het veel gebruikt in
radio studio’s.
Een limiter “beperkt” het ingangssignaal van zodra deze het de drempelwaarde bereikt. Daarom worden
limiters veel gebruikt om pieken te reduceren zodat uw uitrusting (klankkasten) beschermd wordt.
HOE GEBRUIKEN
ZET HET TOESTEL AAN ~ WIJZIG HET UITGANGSNIVEAU
Wanneer u het toestel aan zet toont het scherm even de actuele firmware versie. Daarna verschijnt het
volgende:
A) Toont voor welk kanaal de parameters kunnen ingesteld
worden:
CH:L linker kanaal
CH:R rechter kanaal
CH:LR linker + rechter kanaal
B) Toont de werkingsmodus van het toestel:
C alleen compressor
L alleen limiter
CL compressor + limiter combinatie