Voorzichtig
Richt de camera niet op een intense lichtbron, zoals de zon of een intense
kunstmatige lichtbron. Hierdoor kan schade ontstaan aan de beeldsensor of de
interne onderdelen van de camera.
Time-lapse-movies kunnen niet worden opgenomen wanneer de camera op een
computer is aangesloten met de interfacekabel of wanneer een HDMI-kabel is
aangesloten.
Servo AF voor movies functioneert hier niet.
Als de sluitertijd 1/30 seconde of langzamer is, wordt de belichting van de movie
mogelijk niet correct weergegeven (kan verschillen van de belichting van de
resulterende movie).
Zoom niet met de lens tijdens time-lapse-movie-opname. Als u dit wel doet, kan het
beeld onscherp worden, kan de belichting wijzigen of kan de
lensafwijkingscorrectie mogelijk niet juist functioneren.
Het opnemen van time-lapse-movies bij flikkerend licht kan merkbaar flikkeren van
het scherm veroorzaken en beelden kunnen worden vastgelegd met horizontale
strepen (ruis) of onregelmatige belichting.
Beelden weergegeven als time-lapse-movies kunnen er anders uitzien dan de
definitieve movie (in details zoals onregelmatige helderheid door flikkerende
lichtbronnen, of ruis door een hoge ISO-snelheid).
Wanneer u een time-lapse-movie-opname maakt bij weinig licht, kan het beeld dat
wordt weergegeven tijdens het opnemen afwijken van de opname die in
werkelijkheid in de movie is opgenomen. In dergelijke gevallen knippert het
pictogram [
].
Als u de camera van links naar rechts beweegt (panning) of een bewegend
onderwerp opneemt terwijl u een time-lapse-movie-opname maakt, kan het beeld
er extreem vervormd uitzien.
Tijdens time-lapse-movie-opnamen werkt de functie voor het automatisch
uitschakelen van de camera niet. Bovendien kunt u de opnamefunctie- en
menufunctie-instellingen niet aanpassen, kunt u geen opnamen afspelen
enzovoort.
Er wordt geen geluid opgenomen voor time-lapse-movies.
Om het opnemen van time-lapse-movies te starten of stoppen, kunt u de
ontspanknop helemaal indrukken, ongeacht de instelling voor [ : Functie
sluiterknop v. movies].
Aanzienlijke veranderingen in de helderheid tussen opnamen kunnen verhinderen
dat de camera opnamen maakt op het opgegeven interval wanneer [Interval] is
ingesteld op minder dan 3 sec. en [Aut. belichting] is ingesteld op [Elk beeld].
Als de sluitertijd langer is dan het opname-interval (zoals bij een lange belichting)
of als een trage sluitertijd automatisch wordt ingesteld, neemt de camera mogelijk
niet op met het ingestelde interval. Opnemen kan tevens worden voorkomen door
opname-intervallen die vrijwel gelijk zijn aan de sluitertijd.
Als de volgende geplande opname niet mogelijk is, wordt deze overgeslagen. Dit
kan de opnametijd van de gemaakte time-lapse-movie korter maken.
Als de tijd die nodig is om op de kaart op te nemen, langer is dan het opname-
interval vanwege de ingestelde opnamefuncties of kaartprestaties, kunnen
sommige opnamen niet worden gemaakt met de ingestelde intervallen.
De vastgelegde beelden worden niet opgenomen als foto's. Zelfs wanneer u de
time-lapse-movie-opname annuleert nadat één opname is gemaakt, wordt deze
opgenomen als een moviebestand.
329