Belkin F5D9630-4 Handleiding

Categorie
Netwerken
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

F5D9630df4A
Handleiding
Creëer een netwerk
voor uw computers
en deel uw ADSL-
internetverbinding
ADSL2+ modem
met ingebouwde
draadloze
G+ MIMO router
UK
FR
DE
NL
ES
IT
1
Inhoud
1
1 Inleiding ...................................................................................................1
Voordelen van een netwerk in uw woning ............................................
1
Voordelen van een draadloos netwerk van Belkin ................................
1
2 U dient over het volgende te beschikken .................................................
2
Inhoud van de verpakking ....................................................................
2
Systeemvereisten .................................................................................
2
Internet-verbindingsinstellingen ...........................................................
2
3 Kennismaken met uw router ...................................................................
3
4 Uw router aansluiten ...............................................................................
6
Kennismaken met uw router ................................................................
6
De computers aansluiten .....................................................................
7
Uw router met de ADSL-lijn verbinden .................................................
8
Uw router aanzetten ...........................................................................10
5 Setup van uw computers ........................................................................
11
Handmatige configuratie van netwerkadapters ..................................11
Aanbevolen instellingen van de webbrowser .....................................17
6 Configuratie van de router met behulp van de Setup Wizard ................19
De Setup Wizard gebruiken ...............................................................19
7 Handmatige configuratie van de router .................................................
23
De werking van de geavanceerde web-based gebruikersinterface ....
23
LAN-instellingen wijzigen ...................................................................25
DHCP-cliëntlijst ..................................................................................
28
Internet WAN ......................................................................................28
Uw ISP-verbindingstype instellen op PPPoE of PPPoA .....................30
Het Wireless-tabblad ..........................................................................
35
Encryptie/Beveiliging ..........................................................................37
WEP-setup .........................................................................................41
WPA-setup .........................................................................................42
De beveiligingsinstellingen van de netwerkadapter van uw computer
configureren ....................................................................................... 46
Wireless Bridge (Draadloze brug) .......................................................51
Firewall ...............................................................................................52
Utilities (Hulpprogramma’s) ................................................................
56
8 Problemen oplossen .............................................................................
64
9 Appendices ............................................................................................76
Appendix A: Verklarende woordenlijst ................................................
76
Appendix B: Belangrijke factoren die een rol spelen bij plaatsing en
setup ..................................................................................................83
Appendix C: Overzicht met internet-verbindingsinstellingen ..............85
10 Informatie ............................................................................................ 87
1
Inleiding
1
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Hoofdstuk
Dank u voor het aanschaffen van dit ADSL-modem met ingebouwde hi-
speed draadloze G router van Belkin (de router). Binnen een paar minuten
kunt u uw internetaansluiting delen en vormen uw computers met uw
nieuwe router een netwerk. Hier volgen enkele productkenmerken die deze
router de ideale oplossing maken voor uw netwerk thuis of op kantoor. Wij
raden u aan deze handleiding volledig door te lezen en extra aandacht te
besteden aan Appendix B, getiteld Belangrijke factoren die een rol spelen
bij plaatsing en setup.
Voordelen van een netwerk in uw woning
Als u de volgende eenvoudige setup-instructies volgt, kunt u met uw
thuisnetwerk van Belkin het volgende doen:
Uw hi-speed internetverbinding met alle computers in huis delen
Bronnen als bestanden en harde schijven delen met alle aangesloten
computers in huis
Eén printer met het hele gezin delen
Documenten, muziek, videomateriaal en digitale fotos delen
Bestanden opslaan, ophalen en kopiëren van de ene naar de andere
computer
Tegelijkertijd on-line spelletjes spelen, via het internet uw e-mail
bekijken en chatten
Voordelen van een draadloos netwerk van Belkin
Mobiliteit een speciale computerruimte is voortaan overbodig; u kunt
nu overal binnen het draadloze bereik gebruik maken van een notebook of
desktopcomputer die is aangesloten op het netwerk
Eenvoudige installatie
de Easy Installation Wizard van Belkin maakt
installatie heel eenvoudig
Flexibiliteit installatie van en toegang tot printers, computers en andere
netwerkapparatuur vanaf elke plek in uw woning
Eenvoudige uitbreiding Belkin biedt u keus uit een complete reeks
netwerkproducten die het u mogelijk maken uw netwerk uit te breiden met
apparaten als printers en gaming-consoles
Bedrading niet vereist u bespaart uzelf de kosten en de moeite die
komen kijken bij het aanleggen van Ethernet-kabels in uw woning of kantoor
Algemeen aanvaard keuze uit een groot aanbod van interoperabele
netwerkproducten
32
32
Inhoud van de verpakking
ADSL2+ modem met ingebouwde draadloze G+ MIMO router
RJ11-telefoonkabel - grijs
RJ45 Ethernet-netwerkkabel - geel
ADSL-microfilter*
Voedingsadapter
Handleiding (op cd)
*Benodigde ADSL-microfilters verschillen per land en worden niet in elk land
meegeleverd. Als geen filter is meegeleverd, dient u er zelf een aan te schaffen.
Systeemvereisten
Een actieve ADSL-lijn in combinatie met een telefoonaansluiting aan de
muur, voor het aansluiten van de router
Ten minste één computer met een netwerkinterfacekaart (NIC) en een
internetbrowser die op de juiste wijze zijn gnstalleerd en geconfigureerd
TCP/IP-netwerkprotocol geïnstalleerd op alle computers die zijn
aangesloten op de router
Geen andere DHCP-server op uw lokale netwerk die IP-adressen aan
computers en apparatuur toekent
Internetverbindingsinstellingen
Vraag eerst uw Internet Service Provider (ISP) om de volgende informatie
voordat u het draadloze ADSL-modem met ingebouwde draadloze G router
installeert.
Internetverbindingsprotocol: _________ (PPPoE, PPPoA, dynamisch IP, statisch IP)
Multiplexing-methode of encapsulatie: __________ (LLC of VC MUX)
Virtueel circuit: VPI (Virtual Path Identifier) __________
(een getal tussen 0 en 255)
VCI (Virtual Channel Identifier) __________
(een getal tussen 1 en 65535)
Voor PPPoE- en PPPoA-gebruikers: Gebruikersnaam _____________ en
wachtwoord _______________ van uw ADSL-account
Voor gebruikers van een statisch IP-adres IP Address ___ . ___ . ___ .
___
Subnetmasker ___ . ___ . ___ . ___
Standaard gatewayserver ___ . ___ . ___ .
IP-adres voor Domain Name Server ___ . ___ . ___ . ___ (Indien verstrekt door uw
ISP)
Let op: Zie Appendix C in deze handleiding voor enkele veelgebruikte DSL-
parameters voor internetinstellingen. Bij twijfel raden wij u aan
contact op te nemen met uw ISP.
U dient over het volgende te beschikken
3
Kennismaken met uw router
3
De router is ontworpen voor plaatsing op een bureau. Met het oog op praktische
bruikbaarheid lopen alle kabels via de achterzijde van de router naar uw
apparatuur. De LED’s aan de bovenzijde van de router zijn goed zichtbaar en
geven u informatie over de netwerkactiviteit en de status.
Frontpaneel
1. LED voor voeding
Als u de stroom naar de router (opnieuw) inschakelt, heeft de router enige tijd
nodig om op te starten. Wanneer de router volledig is opgestart, brandt de
LED voor voeding continu GROEN. Dit betekent dat de router klaar is voor
gebruik.
UIT De router is UITgeschakeld
Groen De router is INgeschakeld
Rood De router kon niet opstarten
2. LAN status-LED’s
Deze LED’s zijn genummerd van 1 tot 4. Deze nummering correspondeert
met de nummering van de poorten aan de achterkant van de router. De LED
zal gaan branden als een computer correct wordt aangesloten op één van
de LAN-poorten aan de achterkant van de router. Een GROENE LED die blijft
branden houdt in dat er een apparaat is aangesloten dat geschikt is voor
netwerkcommunicatie. Wanneer via de poort informatie wordt verzonden,
knippert de LED snel. Een ORANJE LED geeft aan dat er sprake is van een
10Base-T-verbinding
UIT Er is geen apparaat aangesloten
Oranje Er is een Ethernet-verbinding tot stand
gebracht en een 10Base-T-apparaat is
aangesloten
Oranje - knippert Een 10Base-T-apparaat is bezig met het
verzenden of ontvangen van gegevens
Groen Er is een Ethernet-verbinding tot stand
gebracht en een 100Base-T-apparaat is
aangesloten
Groen - knippert
Een 100Base-T-apparaat is bezig met het
verzenden of ontvangen van gegevens
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
(1) (4) (3)(5)(2)
54
Kennismaken met uw router
54
Kennismaken met uw router
3. WLAN status-LED
De status-LED voor WLAN brandt continu GROEN zodra
draadloos LAN is geactiveerd. Hij knippert als de router bezig is
met het draadloos versturen of ontvangen van gegevens.
UIT WLAN is uitgeschakeld
Groen WLAN-verbinding is tot stand
gebracht
Groen - knippert Gegevens worden verstuurd of
ontvangen
4. ADSL-LED
De ADSL-LED is GROEN en knippert tijdens de communicatie
met uw ISP. Het lampje blijft GROEN branden als de router op de
juiste manier met uw ADSL-service is verbonden.
UIT Geen ADSL-verbinding
Groen ADSL-verbinding is tot stand gebracht
Groen - knippert Poging tot het maken van een
verbinding
5. Internet-LED
De Internet-LED toont u wanneer de router een internetverbinding
tot stand heeft gebracht. Wanneer de LED NIET brandt, is de
router NIET verbonden met het Internet. Wanneer de LED continu
GROEN licht geeft, is de router verbonden met het Internet. Als
de LED knippert, is de router gegevens aan het ontvangen of
versturen via het Internet.
UIT Geen internetverbinding
Groen Internetverbinding is tot stand
gebracht
Groen - knippert Gegevens worden verstuurd of
ontvangen
Rood Verkrijgen van IP mislukt
5
Kennismaken met uw router
5
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Achterpaneel
6.
DSL-lijn
Deze poort is voor het aansluiten van uw ADSL-lijn. Sluit uw ADSL-lijn aan
op deze poort.
7. Ethernet-poorten
De Ethernet-poorten zijn RJ45, 10/100 auto-negotiation-poorten. De poorten
worden aangeduid met de cijfers 1 t/m 4. Deze cijfers corresponderen
met genummerde LED’s aan de voorkant van de router. Sluit de
netwerkcomputers of andere netwerkapparatuur aan op deze poorten.
8. Resetknop
De resetknop kan gebruikt worden in het zeldzame geval dat de router niet
goed functioneert. Door de router te resetten, herstelt u de normale werking
van de router terwijl de geprogrammeerde instellingen in behouden blijven.
Met de resetknop kunt u ook de fabrieksinstellingen van het draadloze
accesspoint terugroepen. U kunt de optie “Restore” (Herstellen) gebruiken
wanneer u uw persoonlijke wachtwoord bent vergeten.
a. De router resetten
Druk de resetknop in en houd deze een seconde lang ingedrukt.
Wanneer de LED voor “Voeding/Gereed” weer continu brandt, is de
resetprocedure voltooid.
b. De standaard fabrieksinstellingen herstellen
Druk de resetknop gedurende vijf seconden in en laat hem daarna los.
Wanneer de LED voor “Voeding/Gereed” weer continu brandt, zijn de
fabrieksinstellingen hersteld.
9. Voedingsaansluiting
Sluit de meegeleverde 15V-voedingsadapter aan op deze aansluiting. Als u
het verkeerde type voedingsadapter gebruikt, kunt u uw router beschadigen.
(7) (8) (9)
(6)
76
Uw router aansluiten
76
Uw router aansluiten
Kennismaken met uw router
Naarmate de afstand tussen de router en de computer kleiner is,
wordt de verbinding sterker. Het bereik van draadloze apparatuur ligt
doorgaans tussen de 30 en 60 meter. De prestaties van uw draadloze
verbinding zullen iets achteruit gaan bij een grotere afstand tussen
uw router en de aangesloten apparatuur. U hoeft hiervan niet altijd
iets te merken. Bij een grotere afstand tot de router, kan de snelheid
van de verbinding afnemen. Metalen apparaten of bloccades en
muren kunnen signalen verzwakken doordat ze de radiogolven van
uw netwerk blokkeren. Voor meer informatie verwijzen wij u naar
Appendix B: Belangrijke factoren die een rol spelen bij plaatsing en
setup in deze handleiding.
Als u denkt dat de matige prestaties van uw netwerk te maken
hebben met afstand of hindernissen, probeer de computer dan op een
afstand van 1,5 tot 3 meter van de router te plaatsen om te kijken of
een te grote afstand inderdaad de oorzaak is. Als u zelfs problemen
ondervindt bij zon korte afstand, raden wij u aan het hoofdstuk
Problemen oplossen te raadplegen.
7
Uw router aansluiten
7
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
De computers aansluiten
1. Schakel uw computers en netwerkapparatuur uit.
2. Sluit uw computer met behulp van een Ethernet-netwerkkabel aan
op een van de GELE RJ45-poorten, aangeduid met connections
to your computers aan de achterzijde van de router (er is een
Ethernet-netwerkkabel meegeleverd).
98
Uw router aansluiten
98
Uw router aansluiten
Uw router met de ADSL-lijn verbinden
De wijze waarop de router wordt aangesloten op de ADSl-lijn varieert
per land en regio. Doorgaans heeft u een microfilter of een microfilter
met ingebouwde splitter nodig om tegelijkertijd gebruik te kunnen
maken van de ADSL-service en de telefoonservice op dezelfde
telefoonlijn. Leest u de volgende stappen aandachtig door en maak
uw keuze.
1. Indien uw telefoon- en ADSL-service van dezelfde telefoonlijn
gebruik maken, zijn ADSL-microfilters nodig voor elke telefoon,
fax, nummerherkenner of antwoordapparaat, etc. Extra splitters
kunnen gebruikt worden voor het scheiden van telefoonlijnen voor
gebruik voor de telefoon en de router.
Let op: Sluit het ADSL-microfilter niet aan tussen de
wandcontactdoos en de router de ADSL-service kan anders
namelijk niet bij het modem kunnen komen.
2. Indien uw telefoon- en ADSL-service van dezelfde telefoonlijn
gebruik maken en u gebruik maakt van een ADSL-microfilter
met ingebouwde splitter, sluit dan de splitter aan op de
telefoonaansluiting aan de wand die de ADSL-service levert. Sluit
vervolgens de telefoonkabel van de ADSL-microfilter RJ11-poort,
doorgaans aangeduid met DSL aan op de grijze RJ11-poort
aangeduid met DSL line op de achterzijde van de router. Sluit
het telefoonapparaat aan op de andere poort van de ADSL-
splitter, doorgaans aangeduid met Phone. U heeft een extra
ADSL-microfilter als nog een telefoon of apparaat op dezelfde lijn
is aangesloten.
9
9
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Let op: Een RJ11-telefoonkabel is meegeleverd. Zorg er bij het
bevestigen van een RJ11-stekker voor dat het lipje van de stekker
op zijn plaats klikt.
3. Als u een speciale ADSL-service-telefoonlijn met een RJ11-
aansluiting hebt, sluit dan eenvoudigweg een telefoonkabel aan
tussen de aansluiting aan de wand en de grijze RJ11-poort die
wordt aangeduid met DSL line aan de achterzijde van de router.
4. Als u een RJ45-aansluiting voor uw ADSL-service hebt, sluit
dan een RJ45-naar-RJ11-converter aan op de wandaansluiting.
Sluit vervolgens het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op
de converter en het andere uiteinde op de grijze RJ11-poort die
wordt aangeduid met DSL line aan de achterzijde van de router.
Let op: Of de ADSL-microfilter is meegeleverd hangt af van het
land van verkoop.
Uw router aansluiten
1110
1110
Uw router aanzetten
1. Sluit de meegeleverde voedingsadapter aan op de poort van de router
die wordt aangeduid met “Power”.
Let op: Voor uw veiligheid, voor optimale prestaties en om beschadiging
van uw router te voorkomen, raden wij u aan uitsluitend de meegeleverde
voedingsadapter te gebruiken.
2. Zodra u de voedingsadapter hebt aangesloten en de voedingsbron
is ingeschakeld, zou het voedingspictogram van de router op het
frontpaneel ingeschakeld moeten zijn. Het kan enkele minuten duren
voordat de router volledig is opgestart.
3. Zet uw computers aan. Nadat uw computers zijn opgestart, gaat aan de
voorzijde van de router een LED voor de LAN-verbinding branden voor
elke poort waarop een bedrade computer is aangesloten. Deze lampjes
geven de status van de verbinding en activiteit weer. U kunt nu de router
configureren voor een ADSL-verbinding.
Uw router aansluiten
11
Setup van uw computers
11
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Om ervoor te zorgen dat uw computer correct met uw router kan
communiceren, dient u de TCP/IP-Ethernet”-instellingen van uw computer
te wijzigen in: “Obtain an IP address automatically/Using DHCP” (IP-adres
automatisch ophalen/Gebruik maken van DHCP) Dit is de standaardinstelling
voor de meeste homecomputers.
Installeer EERST de computer die is verbonden met het ADSL-modem.
Volg daarbij de volgende stappen. U kunt deze stappen ook gebruiken om
computers aan uw router toe te voegen nadat de router geconfigureerd is voor
aansluiting op het Internet.
Handmatige configuratie van netwerkadapters onder
Windows
XP, 2000 of NT
1. Klik op “Start”, “Settings” (Instellingen) en vervolgens op “Control Panel”
(Configuratiescherm).
2. Dubbelklik op het pictogram “Network and dial-up connections” (Netwerk-
en inbelverbindingen) (Windows 2000) of het pictogram “Network” (Netwerk)
(Windows XP).
3. Klik met uw rechter muisknop op de “Local Area Connection” (Lokale
verbinding) die is gekoppeld aan
uw netwerkadapter en selecteer
“Properties” (Eigenschappen) in
het dropdown-menu.
4. Klik in het scherm “Local
Area Connection Properties”
(Eigenschappen lokale verbinding)
op Internet Protocol (TCP/
IP)” en vervolgens op de knop
“Properties” (Eigenschappen). Nu
verschijnt het volgende scherm:
5. Wanneer “Use the following IP
address” (Gebruik het volgende
IP-adres) (2) is geselecteerd, moet
uw router worden geconfigureerd voor een
verbinding met een statisch IP. Noteer de
adresinformatie in de onderstaande tabel.
U dient deze informatie in de router in te
voeren.
6. Als dit niet al is geselecteerd, selecteer dan “Obtain an IP address
automatically” (IP-adres automatisch ophalen) (1) en “Obtain DNS server
address automatically” (DNS-serveradres automatisch ophalen) (3). Klik op
“OK”.
Uw netwerkadapter(s) is (/zijn) nu geconfigureerd voor gebruik met de router.
(1)
(2)
(3)
1312
Setup van uw computers
1312
Setup van uw computers
Handmatige configuratie van netwerkadapters onder Windows 98SE of
Me
1.
Klik in het dropdown-menu met uw rechter muisknop op “My Network
Neighborhood(Mijn netwerkomgeving) en selecteer “Properties”
(Eigenschappen).
2. Selecteer “TCP/IP -> Settings(TCP/IP -> Instellingen) voor de
geïnstalleerde netwerkadapter. Het volgende venster zal verschijnen.
3. Als “Specify an IP address(IP-adres specificeren) is geselecteerd, moet
uw router worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch
IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U dient deze
informatie in de router in te
voeren.
4. Schrijf het IP-adres en
subnetmasker over van het
tabblad “IP Address(IP-adres)
(3).
5. Selecteer het tabblad “Gateway” (2). Vul het gatewayadres in het diagram
in.
6. Selecteer het tabblad “DNS Configuration” (DNS-configuratie) (1). Vul het
DNS-adres/de DNS-adressen in het diagram in.
7.
Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u op het tabblad voor IP-adressen
“Obtain IP address automatically” (IP-adres automatisch ophalen). Klik op “OK”.
8. Voor een correcte configuratie en verbinding met de router van Belkin dient
u mogelijkerwijs ook de DNS-configuratiegegevens en het gateway-adres uit
het gateway-tabblad te verwijderen.
Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, zijn
uw netwerkadapters geconfigureerd voor gebruik met de router.
(1)
(2)
(3)
13
Setup van uw computers
13
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Installeer EERST de computer die is verbonden met het kabel- of
DSL-modem. Volg daarbij de volgende stappen. U kunt deze stappen
ook gebruiken om computers aan uw router toe te voegen nadat de
router geconfigureerd is voor verbinding met het Internet.
Handmatige configuratie van netwerkadapters onder
Mac OS tot 9.x
Om ervoor te zorgen dat uw computer correct met uw router kan
communiceren, dient u de TCP/IP-instellingen van uw Mac-computer in
te stellen op DHCP.
1. Open het Apple-dropdown-menu. Selecteer Control Panels
(Configuratieschermen) en dan TCP/IP.
2. U ziet nu het TCP/IP-configuratiescherm. Selecteer Ethernet
Built-In (Ethernet ingebouwd) of Ethernet in het dropdown-
menu Connect via: (Verbinding maken via) (1).
3. Als naast Configure (Configureren) (2)Manually (Handmatig)
is geselecteerd, moet uw router ook worden geconfigureerd voor
een verbinding met een statisch IP. Noteer de adresinformatie in
de onderstaande tabel. U dient deze informatie in de router in te
voeren.
(1)
(2)
1514
Setup van uw computers
1514
Setup van uw computers
5. Sluit het venster. Als u veranderingen hebt aangebracht,
verschijnt het volgende venster. Klik op Save (Opslaan).
Herstart de computer. Wanneer de computer opnieuw is
opgestart, zijn uw netwerkinstellingen geconfigureerd voor
gebruik met de router.
4. Als dit niet al bij Configure (Configureren) is ingesteld, kiest u
Using DHCP Server(Gebruik maken van DHCP-server). Hierdoor
geeft u de computer de opdracht bij de router een IP-adres op te
halen.
15
Setup van uw computers
15
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Netwerkadapters onder Mac OS X handmatig configureren
1.
Klik op het pictogram System Preferences (Systeemvoorkeuren).
2. Selecteer Network (Netwerk) (1) in het menu System
Preferences (Systeemvoorkeuren).
3. Selecteer Built-in Ethernet (Ingebouwd Ethernet) (2) naast
Show (Tonen) in het netwerkmenu.
(1)
(2)
(3)
(4)
1716
Setup van uw computers
1716
Setup van uw computers
4. Selecteer het tabblad TCP/IP (3). Naast Configure
(Configureren)(4) moet nu Manually (Handmatig) of Using
DHCP (Gebruikt maken van DHCP) te zien zijn. Is dat niet het
geval, ga dan naar het tabblad PPPoE (5) en zorg ervoor dat
Connect using PPPoE (Met behulp van PPPoE aansluiten) NIET
is geselecteerd. Als dat wel het geval is, dan moet u uw router
configureren voor een verbinding van het type PPPoE met behulp
van uw gebruikersnaam en wachtwoord.
5. Als Manually (Handmatig) is geselecteerd, moet uw router
worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP.
Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U dient deze
informatie in de router in te voeren.
6. Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u behalve Configure
(Configureren) ook Using DHCP (Gebruik maken van DHCP) (4)
en klikt u op Apply Now (Nu toepassen).
Uw netwerkadapter(s) is (/zijn) nu geconfigureerd voor gebruik met de
router.
17
Setup van uw computers
17
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Aanbevolen instellingen van de webbrowser
Meestal hoeft u aan de instellingen van uw webbrowser niets te
veranderen. Als u problemen hebt met het openen van het Internet of de
geavanceerde via het Internet bereikbare gebruikersinterface, wijzig dan
de huidige instellingen van uw browser in de aanbevolen instellingen die
u in dit hoofdstuk vindt.
Internet Explorer 4.0 of hoger
1.
Start uw browser. Selecteer
Tools (Extra) en vervolgens
Internet Options (Internetopties).
2. In het scherm Internet Options
(Internetopties) vindt u drie
keuzemogelijkheden. Never
dial a connection (Nooit
een verbinding maken), Dial
whenever a network connection
is not present (Maak verbinding
indien er geen netwerkverbinding
aanwezig is) en Always dial my
default connection (Altijd mijn
standaardverbinding gebruiken).
Als u een keus kunt maken, selecteer dan Never dial a connection
(Nooit een verbinding maken). Als u geen keus kunt maken, ga dan
naar de volgende stap.
3. Klik op het scherm Internetopties op Verbindingen en selecteer
LAN-instellingen.
1918
1918
4. Zorg ervoor dat geen van de getoonde opties is aangevinkt:
Automatically detect settings (Instellingen automatisch
detecteren), Use automatic configuration script (Script voor
automatische configuratie gebruiken) en Use a proxy server
(Proxyserver gebruiken). Klik op OK. Klik vervolgens op de
pagina Internet Options (Internetopties) opnieuw op OK.
Netscape Navigator 4.0 of hoger
1.
Start Netscape. Klik op Edit (Bewerken) en vervolgens op
Preferences (Voorkeurinstellingen).
2. Klik in het venster Preferences (Voorkeurinstellingen) op
Advanced (Geavanceerd) en selecteer vervolgens Proxies.
In het venster Proxies selecteert u Direct connection to the
Internet (Rechtstreekse verbinding met het Internet).
Setup van uw computers
19
Configuratie van de router met behulp van de
Setup Wizard
19
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
De Setup Wizard gebruiken
1. Op een computer die via kabels verbonden is met de router
kunt u via de internetbrowser toegang krijgen tot de web-based
gebruikersinterface van de router. Typ in de adresbalk van uw
browser 192.168.2.1 in (zonder aanhalingstekens en zonder
http:// of www ervoor). Druk vervolgens op Enter.
Let op: Wij raden u ten zeerste aan bij de eerste setup gebruik te
maken van een computer die via een RJ45-kabel is aangesloten
op de router. Gebruik maken van een computer die draadloos
met de router is verbonden raden wij af.
2. Het volgende scherm zal verschijnen. Hierin wordt u verzocht
in te loggen. De router wordt geleverd zonder vooraf
geprogrammeerd wachtwoord. Laat het wachtwoord in het
inlogscherm blanco en klik op de knop Submit (Verzenden) om
in te loggen.
Let op: Wij raden u uit veiligheidsoverwegingen aan gebruik te
maken van een wachtwoord. Gedetailleerde informatie over het
wijzigen van een wachtwoord en over andere beveiligingsmogelij
kheden vindt u in het hoofdstuk Handmatige configuratie van de
router, in deze handleiding.
2120
Configuratie van de router met behulp van de
Setup Wizard
2120
3. De Setup Wizard zal automatisch starten ten
behoeve van een snelle configuratie (aanbevolen).
Klik op Next (Volgende) om door te gaan.
4. De eerste stap is het selecteren van uw land en ISP.
Vervolgens klikt u op Next (Volgende). Als uw land en/of ISP
niet zijn opgenomen in het getoonde overzicht, selecteert u
Other Country (Ander land) of Other ISP (Andere ISP)
5. Vul nu in het daarvoor bestemde veld de gebruikersnaam en
het wachtwoord in dat u van uw Internet Service Provider
(ISP) hebt gekregen. Het is belangrijk dat u de juiste
informatie invult op de juiste plaats, anders zal er geen
verbinding tot stand gebracht kunnen worden. Uw ISP zal
uw gebruikersnaam en wachtwoord kunnen bevestigen.
Let op: Voor meer gedetailleerde informatie over overige verbindingstypes,
verwijzen wij u naar het hoofdstuk “Handmatige configuratie van de router”.
21
Configuratie van de router met behulp van de
Setup Wizard
21
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
6. Het setup-scherm voor Wireless LAN (Draadloos LAN) zal
verschijnen. U kunt nu verbinding maken met de router via een
WLAN-computer met de volgende standaard instellingen voor
draadloos LAN:
SSID = Belkin G+ MIMO ADSL
Draadloos kanaal = Auto
Beveiliging = off (uitgeschakeld)
Let op: Wij raden u aan gebruik te maken van beveiliging via
WEP of WPA en de SSID een nieuwe naam te geven. Raadpleeg
de handleiding voor meer informatie over beveiligingsniveaus voor
draadloze netwerken en over het wijzigen van beveligingsinstellingen.
2322
2322
7. Controleer de instellingen die op het volgende scherm worden
getoond. U kunt vervolgens klikken op de knop Back om de
instellingen te wijzigen of op Next (Volgende) om te bevestigen.
Let op: Voor het wijzigen van de gekozen instellingen kunt u de Setup
Wizard herstarten of gebruik maken van het Navigatiemenu aan de
linker zijde.
Configuratie van de router met behulp van de
Setup Wizard
23
Handmatige configuratie van de router
23
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
De werking van de geavanceerde web-based gebruikersinterface
Deze homepage geeft u een beknopt overzicht van de status en de
instellingen van de router. Alle paginas voor geavanceerde installatie zijn
vanaf deze pagina bereikbaar.
1. Snelnavigatiekoppelingen
U kunt rechtstreeks naar elke pagina van de gebruikersinterface van
de router gaan door rechtstreeks op deze koppelingen te klikken. Om
het opzoeken van een bepaalde instelling te vergemakkelijken, zijn de
koppelingen onderverdeeld in logische categorieën en gegroepeerd
op tabbladen. Als u klikt op de koptekst van een tabblad krijgt u een
beknopte beschrijving van de functie van het tabblad.
2. Home-knop
DeHome-knop is beschikbaar op elke pagina van de
gebruikersinterface. Met een druk op deze knop gaat u terug naar de
homepage.
3. Help-knop
Door middel van de helpknop kunt u de helppaginas van de router
openen. Met een klik op More Info (Meer informatie) kunt u op veel
paginas naast bepaalde paragrafen ook om hulp vragen.
4. Login/Logout-knop
Met één druk op deze knop kunt u op de router in- en uitloggen.
Wanneer u bent ingelogd, verandert de tekst op de knop in Logout.
(1)
(9)
(2) (5)(4)(3)
(10)
(6)
(8)
(7)
2524
Handmatige configuratie van de router
2524
Handmatige configuratie van de router
Door op de router in te loggen, gaat u naar een afzonderlijke inlogpagina
waar u een wachtwoord moet invoeren. Als u bent ingelogd, kunt u
wijzigingen aanbrengen in de instellingen. Wanneer u klaar bent met het
aanbrengen van wijzigingen, kunt u uitloggen door te klikken op de knop
“Logout” (Afmelden). Meer informatie over inloggen op de router vindt u
in het hoofdstuk “Inloggen op de router”.
5. Internetstatusindicator
Deze indicator is zichtbaar op alle pagina’s van de router en geeft de
verbindingsstatus van de router weer. Wanneer de indicator met een
GROEN lampje “Connection OK” (Verbinding OK) aangeeft, dan is er
een verbinding met Internet tot stand gebracht. Wanneer de indicator
met een rood lampje “No Connection” (Geen verbinding) aangeeft, is er
geen verbinding met Internet tot stand gebracht. Deze indicator wordt
automatisch bijgewerkt zodra u de instellingen van de router wijzigt.
6. LAN-instellingen
Toont u de instellingen van de Local Area Network (LAN) kant van de
router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op de LAN-
snelkoppeling aan de linkerzijde van het scherm.
7. Features (Kenmerken)
Hiermee wordt de status getoond van de UPnP, NAT, firewall-functies
van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op een
van de koppelingen of door te klikken op de snelnavigatiekoppelingen
aan de linkerzijde van het scherm.
8. Internetinstellingen
Toont de instellingen van de internet/WAN-kant van de router die
verbinding maakt met het Internet. U kunt deze instellingen wijzigen
door te klikken op de “Internet/WAN”-snelnavigatiekoppeling aan de
linkerzijde van het scherm.
9. Versie-informatie
Toont de firmwareversie, bootcode-versie, hardwareversie en het
serienummer van de router.
10. Paginanaam
De pagina waarop u zich bevindt, is herkenbaar aan deze naam. Deze
handleiding verwijst soms naar de naam van de pagina’s. Bijvoorbeeld
“LAN > LAN-instellingen” verwijst naar de pagina met “LAN-
instellingen”.
25
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
25
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
LAN-instellingen wijzigen
Hier kunt u alle instellingen van de interne LAN-setup van de router
bekijken en aanpassen.
Als u klikt op de header van de LAN-tab(1) gaat u naar die pagina
van de LAN-tab. Hier vindt u een beknopte beschrijving van
de functies. Om de instellingen te bekijken of één van de LAN-
instellingen te wijzigen, klikt u op LAN Settings (LAN-instellingen)
(2) of als u een lijst wilt bekijken van de aangesloten computers, klikt
u op DHCP Client List (3).
(1)
(2)
(3)
2726
Handmatige configuratie van de router
2726
Handmatige configuratie van de router
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
1. IP-adres
Het “IP address” is het interne IP-adres van de router. Het standaard IP-adres
is “192.168.2.1”. Om de geavanceerde setup-interface te openen, typt u het
IP-adres in de adresbalk van uw browser in. U kunt dit adres indien nodig
wijzigen. Om het IP-adres te wijzigen, typt u het nieuwe IP-adres in en klikt u
op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). Het IP-adres dat u kiest, moet
een niet-routeerbaar IP zijn. Hieronder ziet u een paar voorbeelden van een
niet-routeerbaar IP:
192.168.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
10.x.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
2. Subnetmasker
Het subnetmasker hoeft niet gewijzigd te worden aangezien de router
automatisch de lengte aanpast aan het type IP-adres.
3. DHCP-server
De DHCP-serverfunctie maakt het installeren van een netwerk bijzonder
gemakkelijk omdat aan elke computer in het netwerk automatisch een
IP-adres wordt toegekend. De standaardinstelling is “On” (Ingeschakeld).
U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op de “Internet/WAN”-
snelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm. Om de DHCP-
server uit te schakelen, selecteert u “Off” (Uitgeschakeld) en klikt u op “Apply
Changes” (Wijzigingen aanbrengen).
4. IP-pool
De IP-pool is de verzameling IP-adressen die gereserveerd is voor dynamische
toewijzing aan de computers in uw netwerk. De standaardwaarde is 2-100
(99 computers). Als u dit aantal wilt veranderen, voert u een nieuw start- en
LAN-instellingen
27
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
27
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
eind-IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen).
De DHCP-server kan honderd IP-adressen automatisch toewijzen. Dit
betekent wel dat u geen IP-adressenpool kunt specificeren die groter is
dan honderd computers. Als u bijvoorbeeld bij 50 begint, betekent dit
dat u bij 150 of lager moet eindigen om de limiet van 100 cliënten niet te
overschrijden. Het start-IP-adres moet altijd een lagere waarde hebben
dan het eind-IP-adres.
5. Leasetijd
De leasetijd is de periode die de DHCP-server het IP-adres voor
elke computer bewaart. Het is beter dat de leasetijd ingesteld
blijft op Forever (Altijd). Ook de standaard-instelling is
Forever (Altijd). Dit betekent dat het door de DHCP-server aan
een computer toegewezen IP-adres voor die bepaalde computer
nooit verandert. Door het instellen van kortere leasetijden, zoals
een dag of een uur, komen IP-adressen na de gespecificeerde
tijdsduur vrij. Dit betekent ook dat het IP-adres van een bepaalde
computer na verloop van tijd zou kunnen veranderen. Als u
één van de andere geavanceerde functies van de router heeft
ingesteld zoals DMZ of cliënt IP-filters, dan zijn deze afhankelijk
van het IP-adres. Daarom is het niet waarschijnlijk dat u het IP-
adres wilt wijzigen.
6. Lokale domeinnaam
De standaardinstelling is Belkin”. U kunt een lokale domeinnaam
(netwerknaam) voor uw netwerk instellen. U hoeft deze instelling
niet te wijzigen tenzij u daar een belangrijke reden voor hebt. U kunt
het netwerk elke naam geven die u wilt zoals “MIJN NETWERK”.
2928
Handmatige configuratie van de router
2928
Handmatige configuratie van de router
DHCP-cliëntenlijst
U kunt een overzicht bekijken van de computers (bekend als clients
(cliënten)) die zijn aangesloten op uw netwerk. U kunt het IP-adres (1)
van de computer bekijken, evenals de hostnaam (2) (als de computer
er één heeft toegewezen gekregen) en het MAC-adres(3) van de
computers netwerkinterfacekaart (NIC). Wanneer u de knop Refresh
(Vernieuwen) (4) indrukt, wordt de lijst bijgewerkt. Als er dingen zijn
gewijzigd, wordt de lijst bijgewerkt.
Internet WAN
Via de Internet/WAN-tab kunt u de router instellen voor het maken van
verbinding met uw Internet Service Provider. De router kan met vrijwel
elke ADSL-serviceprovider verbinding maken mits u de instellingen van
de router hebt afgestemd op het type verbinding dat uw ISP gebruikt.
Uw provider verstrekt u de benodigde gegevens. Om de router te
configureren volgens de gegevens die uw ISP heeft verstrekt, klikt u op
“Connection Type (Verbindingstype) (1) links op het scherm. Selecteer
het type verbinding dat u gebruikt. Als uw ISP u DNS-gegevens heeft
gegeven, kunt u door op DNS(2) te klikken DNS-adresinformatie
invoeren voor ISP’s die specifieke instellingen vereisen.
Als u klaar bent met het aanbrengen van instellingen, geeft de
internetstatusindicator aan dat de verbinding in ordeis als uw router
correct is gnstalleerd.
(1) (2) (3)
(4)
(1)
(2)
29
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
29
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Verbindingstype
Op de pagina “Connection Type (Type verbinding) kunt u een van deze
vijf verbindingstypes selecteren, gebaseerd op de informatie die door
verstrekt is door uw ISP.
PPPoE
PPPoA
Dynamisch IP (1483 bridged
)
Statisch IP (IPOA)
Modem Only (Disable Internet Sharing) (Internetverbinding
delen uitschakelen)
Let op: Zie Appendix C in deze handleiding voor enkele veelgebruikte
DSL-parameters voor internetinstellingen. Bij twijfel raden wij u aan
contact op te nemen met uw ISP.
Selecteer het type verbinding dat u gebruikt door op het keuzerondje
(1) naast uw type verbinding te klikken en dan te klikken op Next”
(Volgende) (2).
(2)
(1)
3130
Handmatige configuratie van de router
3130
Handmatige configuratie van de router
Uw ISP-verbindingstype instellen op PPPoE of PPPoA
PPPoE (Point-to-Point Protocol over Ethernet) is de standaard methode voor
het aansluiten van netwerkapparatuur. Een gebruikersnaam en wachtwoord
zijn vereist om toegang tot het netwerk van uw ISP te verkrijgen en om een
verbinding met Internet tot stand te kunnen brengen. PPPoA (PPP over ATM) is
vergelijkbaar met PPPoE,
maar wordt voornamelijk
in het Verenigd Koninkrijk
gebruikt. Selecteer PPPoE
of PPPoA en klik op
“Next” (Volgende). Voer
vervolgens de informatie in
die u van uw ISP gekregen
hebt en klik op “Apply
Changes” (Wijzigingen
aanbrengen) om de
instellingen te activeren.
1. Username (Gebruikersnaam) - Typ de gebruikersnaam in. (Toegekend
door uw ISP).
2. Password (Wachtwoord) - Vul uw wachtwoord in. (Toegekend door uw
ISP).
3. Retype Password (Wachtwoord opnieuw intypen) - Bevestig uw
wachtwoord. (Toegekend door uw ISP).
4. VPI/VCI - Vul uw Virtual Path Identifier (VPI) en Virtual Circuit Identifier (VCI)
parameter hier in. (Toegekend door uw ISP).
5. Encapsulation (Encapsulatie) - Selecteer uw encapsulatietype (verstrekt
door uw ISP) om aan te geven hoe meerdere protocols verwerkt moeten
worden bij de ATM-transportlaag.
VC-MUX: PPPoA Virtual Circuit Multiplexer (null encapsulation) laat slechts
een protocol per virtual circuit toe, met minder overheads.
LLC: PPPoA Logical Link Control staat meerdere protocols toe op een virtueel
circuit (meer overhead).
6. Dial on Demand - Als u “Dial on Demand” selecteert, zal uw router
automatisch verbinding maken met het Internet zodra een gebruiker de
webbrowser opent.
7. Idle Time (Minutes) - Voer de maximale niet-actieve tijd in voor de Internet-
verbinding. Nadat deze tijd is verstreken, zal de verbinding beëindigd worden.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
31
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
31
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Uw type internetverbinding instellen op Dynamic IP (1483
Bridged)
Deze verbindingsmethode zorgt voor een brug tussen uw netwerk en het
netwerk van uw ISP. Aan de router zal automatisch een IP-adres worden
toegekend door de DHCP-server van uw ISP.
1. VPI/VCI - Vul uw Virtual Path Identifier (VPI) en Virtual Circuit
Identifier (VCI) parameter hier in. Deze gegevens worden verstrekt
door uw ISP.
2. Encapsulation (Encapsulatie) - Selecteer LLC of VC MUX afhankelijk
van wat uw ISP gebruikt.
(1)
(2)
3332
Handmatige configuratie van de router
3332
Handmatige configuratie van de router
Uw ISP-verbinding instellen op Static IP (IPoA)
Dit type verbinding wordt ook wel Classical IP over ATM of
CLIP genoemd. Hierbij voorziet uw ISP u van een vast IP voor de
verbinding van uw router met het Internet.
1. WAN IP Address Vul het door uw ISP verstrekte IP-adres in voor
de WAN-interface van de router.
2. WAN Subnet Mask - Vul het door uw ISP verstrekte subnetmasker
in.
3. Default Route - Vul een standaard gateway IP-adres in. Indien
de router binnen het lokale netwerk geen bestemmingsadres kan
vinden, zal hij de pakketten doorsturen naar de standaard gateway
die uw ISP heeft toegekend.
4. VPI/VCI - Vul uw Virtual Path Identifier (VPI) en Virtual Circuit
Identifier (VCI) parameter hier in. Deze gegevens worden verstrekt
door uw ISP.
5. Encapsulation (Encapsulatie) - Selecteer LLC of VC MUX
afhankelijk van wat uw ISP gebruikt.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
33
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
33
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Het verbindingstype instellen op Modem Only (Disable
Internet Sharing) (“Internet delen” uitschakelen)
In deze modus fungeert de router uitsluitend als een bridge (brug) voor de
overdracht van pakketten via de DSL-poort. Om een verbinding met het
Internet tot stand te kunnen brengen, moet echter wel extra software op uw
computer worden gnstalleerd.
1. VPI/VCI - Vul uw Virtual Path Identifier (VPI) en Virtual Circuit Identifier
(VCI) parameter hier in. (Toegekend door uw ISP).
Instellingen DNS (Domain Name Server)
Een “Domain Name Serveris een server op het Internet die URL’s (Universal
Resource Links) als “www.belkin.comvertaalt in IP-adressen. De meeste
ISP’s verlangen niet van u dat u deze informatie in de router invoert. Het vakje
“Automatic from ISP(Automatisch van ISP) (1) moet zijn aangevinkt als uw
ISP u geen specifiek DNS-adres heeft gegeven. Als u een statisch IP gebruikt,
moet u waarschijnlijk een specifiek DNS-adres en een secundair DNS-adres
invullen om ervoor te zorgen dat uw verbinding correct functioneert. Als u
een dynamische verbinding of PPPoE gebruikt, hoeft u waarschijnlijk geen
DNS-adres in te vullen. Laat het vakje behorend bij “Automatic from ISP
(Automatisch van ISP) aangevinkt. Om de gegevens van het DNS-adres in
te voeren, verwijdert u het vinkje voor de optie “Automatic from ISP” en
vult u uw DNS-gegevens in de daarvoor bestemde ruimte in. Klik op Apply
Changes(Wijzigingen aanbrengen) (2) om de instellingen op te slaan.
(1)
(2)
(1)
3534
Handmatige configuratie van de router
3534
Handmatige configuratie van de router
Gebruik maken van een dynamisch DNS
De Dynamic DNS service staat statische hostnamen toe voor
dynamische IP-adressen in een van de vele domeinen van DynDNS.
org, waardoor toegang tot uw netwerkcomputers vanaf verschillende
plaatsen op het internet eenvoudiger is. DynDNS.org biedt deze service,
voor een maximum van vijf hostnamen, als een gratis dienst voor de
internetgemeenschap.
De dynamische DNS-service is ideaal voor een privé-website,
bestandsserver, maar ook als u vanaf uw werk toegang wilt krijgen tot uw
pc thuis en de bestanden die erop staan. Indien u gebruik maakt van deze
service verzekert u zich ervan dat uw hostnaam altijd verwijst naar uw IP-
adres, zelfs als uw ISP dit adres wijzigt. Indien uw IP-adres wijzigt, kunnen
uw vrienden en zakenrelaties u altijd vinden via yourname.dyndns.org!
U kunt zich gratis aanmelden voor een Dynamische DNS-hostnaam via
http://www.dyndns.org.
De Dynamic DNS Update Client van de router installeren.
Voordat u van deze functionaliteit gebruik kunt maken, dient u zich aan
te melden voor de gratis update-service van DynDNS.org. Zodra u dit
gedaan hebt, kunt u verder. Volg daartoe onderstaande aanwijzingen.
1. SelecteerDynDNS.org” in het dropdown-menu. Klik op “Apply Changes”
(Wijzigingen
aanbrengen).
2. Voer uw DynDNS.org-gebruikersnaam in in het veld User Name
(Gebruikersnaam) (1).
3. Voer uw DynDNS.org-wachtwoord in in het veld “Password / Key(2).
4. Voer de DynDNS.org domeinnaam die u met DynDNS.org hebt opgezet in
in het veld Domain Name(3).
5. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om uw IP-adres bij te
werken.
Indien het door uw ISP aan u toegewezen IP-adres wijzigt, zal de
router uw nieuwe IP-adres automatisch doorspelen aan de DynDNS.
org-servers. U kunt
dit ook handmatig
doen door te klikken
op de knop Apply
Changes (Wijzigingen
aanbrengen) (4)
.
35
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
35
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Het Wireless-tabblad
Op het tabblad “Wireless” (Draadloos) kunt u veranderingen aanbrengen in de
instellingen van het draadloze netwerk. Op dit tabblad kunt u de naam van het
draadloze netwerk (SSID), het gebruikte kanaal en de encryptie-instellingen
aanpassen.
Kanaal en SSID
1. Het draadloze kanaal wijzigen
U kunt kiezen uit verschillende kanalen. In de Verenigde Staten zijn 11 kanalen
beschikbaar. In het grootste deel van Europa, waaronder het Verenigd Koninkrijk,
zijn 13 kanalen
beschikbaar.
Een klein aantal
andere landen stelt
andere eisen aan
het kanaalgebruik.
Uw router is zo
ingesteld dat hij
actief kan zijn op de
juiste kanalen voor
het land waarin u
zich bevindt. Het standaard kanaal is 11 (behalve als u zich in een land bevindt waarin
kanaal 11 niet gebruikt mag worden). Indien nodig kan dit adres worden gewijzigd. Als
er meer draadloze netwerken in uw gebied actief zijn, moet uw netwerk op een ander
kanaal worden ingesteld dan de andere draadloze netwerken. U bereikt het beste
resultaat door een kanaal te kiezen dat minstens vijf kanalen verwijderd is van andere
draadloze netwerken. Als een ander netwerk bijvoorbeeld kanaal 11 gebruikt, stel uw
netwerk dan in op kanaal 6 of lager. Om het kanaal te veranderen, kiest u een kanaal in
het dropdown-menu. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De wijziging is
onmiddellijk van kracht.
2. De naam van het draadloze netwerk (SSID) wijzigen
Om uw draadloze netwerk te identificeren, wordt een naam gebruikt die bekend is
als SSID (Service Set Identifier). De standaard SSID van de router is “belkin54g”.
U kunt deze naam veranderen in alles wat u maar wilt of u kunt hem onveranderd
laten. Als er andere draadloze netwerken in uw omgeving actief zijn, stelt u het
waarschijnlijk op prijs dat uw SSID uniek is (dus niet hetzelfde is als die van een ander
draadloos netwerk in uw omgeving). Als u de SSID wil veranderen, typ dan de SSID
die u wilt gebruiken in het SSID-veld in(1) en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen
aanbrengen)(2). De verandering gaat onmiddellijk in. Als u de SSID verandert,
moeten ook uw draadloos werkende computers opnieuw worden geconfigureerd
om verbinding te kunnen maken met uw nieuwe netwerknaam. Zie de handleiding
van uw draadloze netwerkadapter voor informatie over hoe u deze verandering moet
aanbrengen.
(1)
(2)
3736
Handmatige configuratie van de router
3736
Handmatige configuratie van de router
3. Gebruik maken van de ESSID Broadcast-functie
Om veiligheidsredenen kunt u ervoor kiezen de SSID van uw netwerk niet uit
te zenden. Daardoor blijft de naam van uw netwerk verborgen voor computers
die de ether aftasten naar de aanwezigheid van draadloze netwerken. Om de
uitzending van uw SSID stop te zetten, dient u het vinkje te verwijderen uit
het vakje naast de optie Broadcast SSID. De verandering gaat onmiddellijk in.
Elke computer moet nu worden ingesteld op het maken van verbinding met
uw specifieke SSID; een SSID in de vorm van “ANY” (Elke) wordt niet langer
geaccepteerd. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor meer
informatie over hoe u deze verandering moet aanbrengen.
Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers
worden toegepast.
4. De draadloze modus instellen
Uw router kan in twee verschillende draadloze modi werken:
802.11b &
802.11g- Selecteer deze optie als u van plan bent zowel
draadloze 802.11b- als 802.11g-cliënten binnen uw netwerk te gebruiken.
802.11g -
Gebruik deze modus als u geen gebruik maakt van
802.11b-cliënten binnen uw netwerk. Deze optie zorgt voor de beste
netwerkprestaties, maar staat u niet toe 802.11b-cliënten op uw netwerk
aan te sluiten.
5. Protected Mode-schakelaar
Als onderdeel van de 802.11g-specificatie garandeert de Protected-
modus een goede werking van de 802.11g-cliënten en accesspoints
als er veel 802.11b-verkeer is in de bedrijfsomgeving. Als de
Protected-modus is INgeschakeld, scant 802.11g naar ander
draadloos netwerkverkeer voordat hij gegevens verzendt. Daarom
levert deze modus de beste prestaties in omgevingen met veel
802.11b-verkeer of interferentie. Als u zich in een omgeving bevindt
met zeer weinig of geen draadloos netwerkverkeer, worden de beste
prestaties geleverd als de Protected-modus is uitgeschakeld.
37
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
37
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Encryptie/Beveiliging:
Het WiFi-netwerk beveiligen
Hier volgen een aantal manieren om de beveiliging van uw draadloze
netwerk te verbeteren en uw data voor nieuwsgierige ogen en oren
af te schermen. Dit overzicht is van toepassing voor de privé- of
kleinzakelijke gebruiker. Op het moment van publicatie van deze
handleiding, zijn er drie encryptiemethoden beschikbaar.
Naam 64-Bit Wired
Equivalent
Privacy
128-Bit Wired
Equivalent
Privacy
Wi-Fi Protected
Access-TKIP
Wi-Fi Protected
Access 2
Acro-
niem
64-bit WEP 128-bit WEP WPA-TKIP/AES
(of alleen WPA)
WPA2-AES (of
alleen WPA2)
Beveilig
-
ing
Goed Beter Uitstekend Uitstekend
Product
-
ken
-
merken
Statische sleu
-
tels
Statische sleu
-
tels
Dynamische
encryptiesleutels
en tweezijdige
authentificatie
Dynamische
encryptiesleutels
en tweezijdige
authentificatie
Encryptiesleutels
gebaseerd op
het RC4-algorit
-
me (meestal 40-
bits sleutels)
Veiliger dan
64-bits WEP-
encryptie met
een sleutellengte
van 104 bits plus
24 extra bits van
door het sys
-
teem gegener
-
eerde data.
TKIP (Temporal
Key Integrity
Protocol); ter
verhoging van
de veiligheid
worden de
sleutels continu
gewijzigd
AES (Advanced
Encryption Stan
-
dard) beveiligt
zonder snel
-
heidsverlies
WEP (Wired Equivalent Privacy)
WEP is een protocol dat beveiliging van draadloze producten die
voldoen aan de WiFi-standaard mogelijk maakt. WEP werd ontwikkeld
om draadloze netwerken dezelfde mate van privacybescherming te
bieden als vergelijkbare bekabelde netwerken.
64-bits WEP
64-bits WEP werd als eerste geïntroduceerd met 64-bits encryptie,
bestaande uit een sleutel met een lengte van 40 bits plus 24 extra
bits van door het systeem gegenereerde data (totaal 64 bits). Er zijn
hardwarefabrikanten die 64-bits echter 40-bits encryptie noemen. Kort
na de introductie van deze technologie ontdekten onderzoekers dat
64-bits encryptie te eenvoudig te decoderen was.
3938
Handmatige configuratie van de router
3938
Handmatige configuratie van de router
128-bits WEP
Aangezien beveiliging via 64-bits WEP-encryptie mogelijkerwijs niet
toereikend zou zijn, werd een veiligere methode ontwikkeld, namelijk
128-bits WEP-encryptie. De 128-bits encryptie is opgebouwd uit een
sleutellengte van 104 bits plus 24 extra bits van door het systeem
gegenereerde data (128 bits in totaal). Er zijn hardwarefabrikanten die 128-
bits echter 104-bits encryptie noemen.
De meeste nieuwe draadloze apparatuur die momenteel op de markt is,
ondersteunt zowel 64-bits als 128-bits WEP-encryptie wat niet uitsluit dat
u oudere apparatuur bezit die alleen 64-bits WEP-encryptie ondersteunt.
Alle draadloze apparatuur van Belkin ondersteunt zowel 64-bits als 128-bits
WEP-encryptie.
Encryptiesleutels
Nadat u de 64-bits of 128-bits WEP-encryptiemodus hebt gekozen, dient u
een encryptiesleutel te genereren. Als de encryptiesleutel niet consequent
in uw gehele draadloze netwerk gebruikt wordt, kunnen de op het netwerk
aangesloten apparaten niet goed met elkaar communiceren.
U kunt de sleutel invoeren door de hexadecimale sleutel handmatig in te
typen of u kunt een “Passphrase” (Meervoudig wachtwoord) intypen in
het daarvoor bestemde veld en klikken op “Generate” (Genereren) om een
sleutel te maken. Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers
en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 64-bits WEP-encryptie dient u 10
hexadecimale tekens in te voeren. Voor 128-bits WEP-encryptie dient u 26
hexadecimale tekens in te voeren.
Een WEP-passphrase (samengesteld wachtwoord) is NIET hetzelfde als
een WEP-sleutel. Uw draadloze netwerkkaart gebruikt deze passphrase om
uw WEP-sleutels te genereren, maar de methode voor het aanmaken van
sleutels verschilt per hardwarefabrikant. Als uw netwerk uit apparaten van
verschillende leveranciers is opgebouwd, kunt u het beste de hexadecimale
WEP-sleutel van uw router of accesspoint aanhouden en deze met de
hand invoeren in de tabel voor de hexadecimale WEP-sleutel in het
configuratiescherm van uw draadloze kaart.
Gebruik maken van een hexadecimale sleutel
Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A t/m
F en van 0 t/m 9. 64-bits sleutels bestaan uit vijf tweecijferige getallen. 128-
bits sleutels zijn opgebouwd uit dertien paren van 2 tekens.
Bijvoorbeeld:
AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits sleutel
C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel
39
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
39
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Stel in de onderstaande vakken uw sleutel samen door in elk vakje twee tekens
in te vullen. U kunt hierbij gebruik maken van de letters A t/m F en de cijfers 0
t/m 9. U gebruikt deze sleutel om de encryptie-instellingen te bepalen voor uw
router en de op uw draadloze netwerk aangesloten computers aangesloten op
uw draadloze netwerk.
Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort®-
producten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2-producten
kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer dus eerst welk
type apparaat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie
te configureren, probeer dan 64-bits encryptie.
WPA (Wi-Fi Protected Access)
WPA (Wi-Fi Protected Access) is een nieuwe WiFi-standaard die een betere
beveiliging biedt dan WEP-encryptie. De stuurprogramma’s en software van
uw draadloze apparatuur ondersteunen WPA slechts na een upgrade. Updates
kunt u vinden op de website van de leverancier van uw draadloze product. Er
zijn twee soorten WPA-beveiliging: WPA-Personal (PSK) en WPA-Enterprise
(RADIUS).
WPA-Personal (PSK)
Deze methode maakt gebruik van een zogenaamde Pre-Shared key als
netwerksleutel. Een netwerksleutel is een wachtwoord dat tussen de 8 en
63 tekens lang is. Dit wachtwoord kan zijn opgebouwd uit een combinatie
van letters, cijfers en andere tekens. Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde
netwerksleutel om toegang te krijgen tot het netwerk. Dit is de modus die
meestal in huiselijke omgeving wordt gebruikt.
WPA-Enterprise (RADIUS)
Bij dit systeem wordt er door een radiusserver automatisch een netwerksleutel
aan de clienten toegekend. Van deze modus wordt doorgaans in kantoren en
bedrijven gebruik gemaakt. Ga voor een overzicht van de draadloze producten
van Belkin die WPA ondersteunen naar onze website: www.belkin.com/
networking.
WPA2 (WiFi Protected Access)
WPA2 is de tweede generatie WPA die gebaseerd is op de 802.11i-standaard
en maakt een betere beveiliging van uw draadloze netwerk mogelijk doordat
geavanceerde netwerkauthentificatie en een complexere AES encryptietechniek
gecombineerd worden. Net als WPA-beveiliging is WPA2 beschikbaar in WPA2-
Personal (PSK) modus en WPA2-Enterprise (RADIUS) modus. WPA2-Personal
(PSK) is de modus die doorgaans gebruikt worddt in een woonomgeving
terwijl WPA-Enterprise (RADIUS) doorgaans wordt geïmplementeerd in
werkomgevingen waarin een externe radiusserver de netwerksleutel
automatisch distribueert naar alle cliënten.
4140
Handmatige configuratie van de router
4140
Handmatige configuratie van de router
Netwerksleutels delen
De meeste Wi-Fi-producten worden geleverd met uitgeschakelde
beveiliging. Dus zodra u uw netwerk hebt geïnstalleerd, dient u
WEP-encryptie, WPA of WPA2 te activeren en te zorgen dat al uw
draadloze apparatuur dezelfde netwerksleutel delen.
De draadloze G+ MIMO desktopkaart biedt geen toegang tot het
netwerk omdat deze een andere netwerksleutel gebruikt dan de
netwerksleutel die is geconfigureerd in de draadloze G+ MIMO router.
Instellingen voor beveiliging van uw draadloze netwerk wijzigen
Uw router is uitgerust met WPA/WPA2 (Wi-Fi Protected Access),
de nieuwste beveiligingsstandaard voor draadloos netwerkverkeer.
Tevens wordt WEP (Wired Equivalent Privacy)-beveiliging
ondersteund. Normaal is de beveiliging van een draadloos netwerk
uitgeschakeld. Om beveiliging mogelijk te maken, dient u eerst te
bepalen welke standaardinstelling u wilt gebruiken. Om de beveiling
ingsinstellingen te wijzigen, klikt u op Security (Beveiliging) op het
tabblad Wireless (Draadloos).
Wireless G Router
Wireless G Notebook
Network Car
d
Wireless G Desktop
Network Car
d
Wireless G Desktop
Network Car
d
Netwerksleutel=
Wachtwoord FOUT
Netwerksleutel=
MijnWachtwoord
Netwerksleutel=
MijnWachtwoord
Netwerksleutel=
MijnWachtwoord
41
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
41
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
WEP-setup
64-bits WEP-encryptie
1.
Selecteer 64-bit WEP in het dropdown-menu.
2. Nadat u de WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, kunt u uw
sleutel invoeren door de hexadecimale sleutel handmatig in te
typen.
Een hexadecimale sleutel bestaat uit een combinatie van cijfers en
letters van A tot F en van 0 tot 9. Voor 64-bits WEP-encryptie dient u
10 hexadecimale tekens in te voeren.
Bijvoorbeeld:
AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits WEP-sleutel
3. Klik op Apply Changes (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen.
De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen
uw draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met
dezelfde beveiligingsinstellingen..
WAARSCHUWING:
Als u de draadloze router of het draadloze
accesspoint vanaf een computer met een draadloze cliënt
configureert, dient u ervoor te zorgen dat de beveiliging voor
die draadloze cliënt is ingeschakeld, anders wordt de verbinding
verbroken. Zorg ervoor dat u de sleutel ergens noteert voordat u de
wijzigingen aanbrengt.
4342
Handmatige configuratie van de router
4342
Handmatige configuratie van de router
128-bits WEP-encryptie
1.
Selecteer 128-bit WEP in het dropdown-menu.
2. Nadat u de WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, kunt u uw
sleutel invoeren door de hexadecimale sleutel handmatig in te
typen.
Een hexadecimale sleutel bestaat uit een combinatie van cijfers
en letters van A tot F en van 0 tot 9. Voor 128-bits WEP-encryptie
dient u 26 hexadecimale tekens in te voeren.
Bijvoorbeeld:
C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits WEP-sleutel
3. Klik op Apply Changes (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen.
De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen
uw draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met dezelfde
beveiligingsinstellingen.
WAARSCHUWING: Als u de draadloze router of het draadloze
accesspoint vanaf een computer met een draadloze cliënt configureert,
dient u ervoor te zorgen dat de beveiliging voor die draadloze cliënt is
ingeschakeld, anders wordt de verbinding verbroken. Zorg ervoor dat u
de sleutel ergens noteert voordat u de wijzigingen aanbrengt.
WPA-setup
Let op: Om WPA-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw cliënten
geüpgraded zijn naar stuurprogramma’s en software die WPA ondersteunen.
U kunt ook gratis een beveiligingspatch van Microsoft downloaden.
Deze patch werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. U
dient tevens van de website van Belkin het nieuwste stuurprogramma te
downloaden voor uw draadloze G desktop- of notebooknetwerkkaart. Andere
besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. De patch
43
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
43
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
van Microsoft ondersteunt uitsluitend apparaten zoals 802.11g-producten van
Belkin met stuurprogramma’s die WPA ondersteunen.
Er zijn twee soorten WPA-beveiliging: WPA-Personal (PSK) en WPA-Enterprise
(RADIUS). WPA-Personal (PSK) gebruikt een zogenaamde Pre-Shared Key”
als beveiligingssleutel. Een Pre-Shared Key is een wachtwoord dat tussen de
8 en 63 tekens lang is. Dit wachtwoord kan zijn opgebouwd uit een combinatie
van letters, cijfers en andere tekens. Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde
sleutel om toegang te krijgen tot het netwerk. Deze modus wordt doorgaans in
een woonomgeving gebruikt.
WPA-Enterprise (RADIUS) is een configuratie waarin een radiusserver
automatisch de sleutels aan de cliënten toekent. Van deze modus wordt
doorgaans op kantoren gebruik gemaakt.
WPA-Personal (PSK) instellen
1.
Selecteer WPA/WPA2-PSK” in het dropdown-menu Security Mode
(Beveiligingsmodus).
2. Selecteer WPA-PSKvoor authentificatie.
3. Selecteer “TKIP” als “Encryption Technique” (Encryptietechniek). Deze
instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn.
4. Voer uw “pre-shared keyin. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit
kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten dezelfde
sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie
Jansen”.
5. Klik op Apply
Changes (Wijzigingen
aanbrengen) om te
eindigen. Ken nu aan
al uw cliënten deze
instellingen toe.
WPA-Enterprise (RADIUS) instellen
Als uw netwerk een radiusserver gebruikt om de sleutels aan de cliënten
toe te wijzen, gebruik dan deze instelling.
1. Selecteer WPA/WPA2Enterprise (RADIUS) in het dropdown-menu
Security Mode (Beveiligingsmodus).
4544
Handmatige configuratie van de router
4544
Handmatige configuratie van de router
2. Selecteer WPA-RADIUS voor authentificatie
3. Selecteer TKIP als Encryption Technique (Encryptietechniek).
Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn.
4. Voer het IP-adres van de radiusserver in in de daarvoor bestemde
velden.
5. Voer de radius-sleutel in in het veld Radius Key.
6. Voer het sleutelinterval in. Het sleutelinterval geeft aan hoe vaak
de sleutels worden verdeeld (in pakketten).
7. Klik op Apply Changes (Wijzigingen aanbrengen) om te
eindigen. Ken nu aan al uw cliënten deze instellingen toe.
Systeemvereisten voor WPA2
BELANGRIJK:Om WPA2-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al
uw computers en netwerkadapters geüpgradet zijn en beschikken
over stuurprogrammas en software die WPA2 ondersteunen. U kunt
gratis beveiligingspatches van Microsoft downloaden. Deze patches
werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. Andere
besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund.
Voor een computer met Windows XP zonder Service Pack 2 (SP2)
kan via http://support.microsoft.com/?kbid=826942 gratis een bestand
genaamd “Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access
(KB 826942)gedownload worden van http://support.microsoft.com/
?kbid=826942.
Voor Windows XP met Service Pack 2 heeft Microsoft een
gratis download uitgebracht voor het bijwerken van uw draadloze
cliëntcomponenten ter ondersteuning van WPA2 (KB893357). De
update kunt u downloaden via: http://support.microsoft.com/default.
aspx?scid=kb;en-us;893357
45
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
45
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
LET OP: U dient ook te controleren of al uw draadloze netwerkkaarten/
adapters WPA2 ondersteunen en dat u de nieuwste stuurprogramma’s
gedownload en geïnstalleerd hebt. Voor de meeste draadloze netwerkkaarten
van Belkin is er een update voor stuurprogramma’s beschikbaar op de website
van Belkin: www.belkin.com/networking.
WPA2-Personal (PSK) instellen
1. Selecteer “WPA/WPA2-PSK (PSK)” in het dropdown-menuSecurity Mode”
(Beveligingsmodus).
2. Selecteer “WPA2-Personal (PSK)voor authentificatie.
3. Selecteer “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze
instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn.
4. Voer uw “pre-shared key” in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit
kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten dezelfde
sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie
Jansen”.
5. Klik op Apply Changes (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken
nu aan al uw cliënten deze instellingen toe.
WPA2-Enterprise (RADIUS) instellen
Als uw netwerk een radiusserver gebruikt om de sleutels aan de cliënten
toe te wijzen,
gebruik dan deze instelling.
1. Selecteer WPA/WPA2—Enterprise (RADIUS)” in het dropdown-menu
“Security Mode” (Beveligingsmodus).
2. Selecteer WPA2-RADIUS” voor authentificatie.
3. Selecteer AESals Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze
instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn.
4746
Handmatige configuratie van de router
4746
Handmatige configuratie van de router
4. Voer het IP-adres van de radiusserver in in de daarvoor bestemde velden.
5. Voer de radius-sleutel in in het veld “Radius Key”.
6. Voer het sleutelinterval in. Het sleutelinterval geeft aan hoe vaak de sleutels
worden verdeeld (in pakketten).
7. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Stel nu
al uw cliënten op deze manier in.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat uw draadloze computers gpdatet
zijn, WPA2 ondersteunen en voorzien zijn van de juiste instellingen die een
verbinding met de router mogelijk maken.
De beveiligingsinstellingen van de netwerkadapter van uw
computer configureren
Opmerking: Deze paragraaf informeert u over hoe u uw netwerkadapter
kunt configureren voor gebruik met beveiliging. Op dit
moment zou u uw draadloze router of draadloos accesspoint
al zo moeten hebben ingesteld dat deze gebruik maakt
van WPA2, WPA of WEP. Om een draadloze verbinding tot
stand te kunnen brengen dient u uw draadloze notebook- en
desktopnetwerkkaart te configureren met dezelfde beveiligin
gsinstellingen.
Belkin G+ MIMO netwerkkaarten worden geleverd met de praktische
Wireless Networking Utility. Klik eenvoudigweg op uw de naam van uw
draadloze netwerk (SSID) in het overzicht van beschikbare netwerken
(Available Networks) en voer uw pre-shared key (PSK) in. Voor meer
informatie verwijzen wij u naar de handleiding van de netwerkkaart van
Belkin.
De meeste computers kunt u ook instellen voor het werken met een
router via het Wireless Network Properties venster dat in uw Microsoft
Windows besturingssysteem is ingebouwd ucan also setup to work
with the Router from Wireless Network Properties screen build-in your
Microsoft Windows operating system. Twee voorbeelden:
47
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
47
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Uw computer aansluiten op een draadloos netwerk dat een 64-bits of
128-bits WEP-sleutel vereist.
1.
Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless
Network Utility” te laten verschijnen. Als u op de knop “Advanced
(Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de draadloze netwerkkaart
bekijken en configureren.
2. Op het tabblad “Wireless Network Properties” (Eigenschappen
draadloos netwerk) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available
networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op Configure”
(Configureren).
3. Selecteer WEP” onder Data Encryption” (Dataencryptie)
4. Zorg ervoor dat de optie “The key is provided for me automatically
(De sleutel wordt automatisch verstrekt) niet is aangevinkt. Als u deze
computer gebruikt om in te loggen op een bedrijfsnetwerk, vraag dan
aan uw netwerkbeheerder of deze optie aangevinkt moet zijn of niet.
5. Typ de WEP-sleutel in in het daarvoor bestemde vakje bij “Network Key”
(Netwerksleutel).
Belangrijk: Een WEP-sleutel is een combinatie van cijfers en letters van
A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP-encryptie dient u 26 hexadecimale
tekens in te voeren. Voor 64-bits WEP-encryptie dient u 10 hexadecimale
tekens in te voeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de
sleutel die u toekent aan uw draadloze router of accesspoint.
6. Klik op OK om de instellingen op te slaan.
4948
Handmatige configuratie van de router
4948
Handmatige configuratie van de router
Uw computer aansluiten op een draadloos netwerk dat
WPA-PSK vereist (zonder server)
1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster
Wireless Network Utility te laten verschijnen. Als u op de knop
Advanced (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de
draadloze netwerkkaart bekijken en configureren.
2. Op het tabblad Wireless Networks (Draadloze netwerken)
selecteert u een netwerknaam uit de lijst Available networks
(Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op Configure
(Configureren).
3. Selecteer WPA-PSK (no server) onder Network Authentication
(Netwerkauthentificatie).
4. Typ de WPA-sleutel in in het veld naast Network Key
(Netwerksleutel).
Belangrijk:
WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers en
letters van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63 tekens
invoeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel
die u toekent aan uw draadloze router of accesspoint.
5. Klik op OK om de instellingen op te slaan.
49
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
49
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Uw computer aansluiten op een draadloos netwerk dat WPA
(met radiusserver) vereist
1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster
Wireless Network Utility te laten verschijnen. Als u op de knop
Advanced (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de
draadloze netwerkkaart bekijken en configureren.
2. Op het tabblad Wireless Networks (Draadloze netwerken)
selecteert u een netwerknaam uit de lijst Available networks
(Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op Configure
(Configureren).
3. Selecteer WPA onder Network Authentication (Netwerkauthentifi
catie).
4. Selecteer op het tabblad Authentication (Authentificatie) de door
uw netwerkbeheerder bepaalde
vereiste instellingen.
5. Klik op OK om de instellingen op te
slaan.
WPA/WPA2 instellen voor niet-Belkin draadloze desktop- en
notebookkaarten
Voor niet-Belkin WPA draadloze desktop- en notebookkaarten die niet
zijn voorzien van WPA/WPA2-software, kunt u gratis van de website van
Microsoft een bestand downloaden met de naam Windows XP Support
Patch for Wireless Protected Access.
Let op: Dit Microsoft-bestand werkt alleen met Windows XP. Andere
besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund.
5150
Handmatige configuratie van de router
5150
Handmatige configuratie van de router
Belangrijk: U dient ook te controleren of de kaartfabrikant WPA/WPA2 ondersteunt en
of u het nieuwste stuurprogramma van hun support site hebt gedownload.
Ondersteunde besturingssystemen: • Windows XP Professional
• Windows XP Home Edition
De Wireless Network Utility instellen voor Windows XP om gebruik te kunnen
maken van WPA/WPA2-PSK
Om WPA-PSK te kunnen gebruiken, dient u ervoor te zorgen dat u Windows Wireless
Network Utility gebruikt. Dit doet u als volgt:
5. Voor een netwerk in uw woning
of kantoor selecteert u onder
“Network Authentication”
(Netwerkauthentificatie) “WPA-PSK” of
“WPA2-PSK”
Let op: Selecteer “WPA” als u deze computer
gebruikt om verbinding te maken met een
bedrijfsnetwerk dat een authentificatieserver
ondersteunt, zoals bijvoorbeeld een
radiusserver. Neem contact op met uw
netwerkbeheerder voor nadere informatie.
1. In Windows XP, kjlikt u op “Start >
Control Panel >
Network Connections” (Start
> Configuratiescherm >
Netwerkverbindingen).
2. Klik met de rechter muisknop op
“Wireless Network Connection”
(Draadloze netwerkverbinding)
en selecteer Properties”
(Eigenschappen).
3. Nadat u geklikt hebt op het tabblad
“Wireless Networks” (Draadloze
netwerken) verschijnt het volgende
venster. Zorg ervoor dat het vakje
“Use Windows to configure my
wireless network settings” (Gebruik
Windows om de instellingen van mijn
draadloze netwerk te configureren) is
aangevinkt.
4. Klik op het tabblad “Wireless Networks”
(Draadloze netwerken) op de knop
“Configure” (Configureren). Het volgende
scherm zal verschijnen.
51
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
51
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
6. Selecteer onder “Data Encryption” (Data-encryptie) TKIP” of “AES”. Deze instelling
moet gelijk zijn aan die van de router.
7. Typ de encryptiesleutel in in het
vakje naast “Network Key
(Netwerksleutel).
Belangrijk: Voer uw Pre-Shared sleutel in.
Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit
kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U
dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te
gebruiken.
8. Klik op “OK” om de instellingen op te slaan.
Wireless Bridge (Draadloze brug)
Wireless Bridging of Wireless Distribution System (WDS) wordt gebruikt om
draadloze routers en accesspoints te verbinden ten behoeve van uitbreiding van een
netwerk.
Klik op het dropdown-menu naast “Bridge Mode” en selecteer een van de volgende
mogelijkheden:
Disabled (gedeactiveerd):
Wireless Bridging deactiveren (standaard)
Handmatig:
Handmatig de MAC-adressen invoeren van de accesspoints waarmee
draadloos verbinding gemaakt dient te worden.
5352
Handmatige configuratie van de router
5352
Handmatige configuratie van de router
1 Draadloze kanalen dienen voor router en accesspoint gelijk te zijn.
2 Beveiligingsinstellingen (WEP) dienen voor router en accesspoint gelijk te
zijn.
3 Indien MAC-filtering is gedeactiveerd, dient de gebruiker de WLAN Mac-
adressen van de router en het accesspoint toe te voegen, zodat deze
apparaten met elkaar kunnen communiceren.
4 Indien uw netwerk is beveiligd via WPA-beveiliging dient de SSID voor
beide accesspoints hetzelfde te zijn.
Firewall
Uw router is voorzien van een firewall die uw netwerk beschermt tegen
uiteenlopende hackeraanvallen zoals:
IP Spoofing
Land Attack
Ping of Death (PoD)
Denial of Service (DoS)
IP met lengte nul
Smurf Attack
TCP Null Scan
SYN flood
UDP flooding
Tear Drop Attack
ICMP defect
RIP defect
Fragment flooding
De firewall schermt ook gewone poorten af die vaak gebruikt worden
om netwerken aan te vallen. Deze poorten zijn dan onzichtbaar gemaakt
waardoor zij voor hackers eenvoudigweg niet lijken te bestaan. U
kunt de firewallfunctie eventueel uitschakelen hoewel het aanbeveling
verdient de firewall ingeschakeld te laten. Het uitschakelen van de
firewall laat uw netwerk niet volledig onbeschermd tegen een aanval van
hackers, maar wij raden u toch aan de firewall geactiveerd te houden.
53
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
53
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Virtuele servers
Via Virtual Servers” kunt u externe (Internet)verbindingen voor diensten
zoals een webserver (poort 80), FTP-server (poort 21), of andere applicaties,
via uw router doorsturen naar uw interne netwerk. Aangezien uw interne
computers beschermd worden door een firewall, kunnen computers buiten
uw netwerk (via het Internet) de interne computers niet bereiken omdat ze
niet “zichtbaarzijn. Als u de functie virtual servervoor een specifieke
applicatie dient te configureren, neem dan contact op met de leverancier
van de applicatie om geïnformeerd te worden over welke poortinstellingen u
nodig hebt. U kunt deze poortgegevens handmatig invoeren in de router.
Een applicatie kiezen
U kunt kiezen uit een reeks populaire applicaties. Klik op Select a
Service en selecteer de gewenste applicatie in het dropdown-menu. De
instellingen worden overgebracht naar de eerste beschikbare regel. Klik
op Add (Toevoegen) om de instelling voor deze applicatie op te slaan.
Instellingen handmatig in de virtuele server invoeren
Om handmatig instellingen te bepalen, klikt u op Custom Server en
voert u een naam voor de server in. Voer het IP-adres van de server in in
het vak voor de interne computer en geef aan welke poorten gepasseerd
dienen te worden. Selecteer vervolgens het protocoltype (TCP of UDP) en
klik op Add (Toevoegen).
U neemt een zeker risico door poorten in uw firewall te openen. U kunt
instellingen zeer snel in- en uitschakelen. Wij adviseren deze instellingen
uit te schakelen wanneer u een bepaalde toepassing niet gebruikt.
5554
Handmatige configuratie van de router
5554
Handmatige configuratie van de router
Cliënt IP-filters
De router kan zo worden geconfigureerd dat toegang tot het Internet, e-
mail, of andere netwerkdiensten op bepaalde dagen en tijden beperkt is.
Om bijvoorbeeld de toegang tot het Internet voor één enkele computer
af te sluiten, voert u de naam van het filter in in het vakje voor
Filter Name
(1) voert u het IP-adres van de beoogde computer
in het IP-veld in (2). Vervolgens vult u in het poortveld 80:80 in
(3). Selecteer protocol in het dropdown-menu Protocol (4). Klik
op Apply Changes (Wijzigingen aanbrengen). De computer op het
door u opgegeven IP-adres zal nu de toegang tot het Internet worden
ontzegd.
MAC-adressenfilter
Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument
waarmee u kunt aangeven welke computers toegang hebben tot het
netwerk. Elke computer die probeert het netwerk binnen te komen
maar die niet in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd.
Wanneer u deze functie aanzet, moet u een naam voor de gebruiker en
het MAC-adres invoeren van iedere cliënt (computer) op uw netwerk
om elk van deze computers toegang te geven tot het netwerk. Klik op
Add (Toevoegen) om de instellingen op te slaan.
(1) (2) (3) (4)
55
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
55
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
DMZ (Gedemilitariseerde zone)
Indien een van uw cliënten van achter de firewall geen internetapplicatie
kan draaien, kunt u deze cliënt onbeperkte tweewegs internettoegang
verstrekken. Dit kan nodig zijn wanneer de NAT-functie problemen
veroorzaakt met applicaties als games en videoconferenties. Schakel
deze functie alleen tijdelijk in. De computer in de gedemilitariseerde
zone wordt namelijk NIET beschermd tegen hackeraanvallen.
Om een computer in de gedemilitariseerde zone te plaatsen, dient u het
LAN IP-adres van deze computer in het Private IP”-veld in te vullen en te
klikken op Apply Changes (Wijzigingen aanbrengen).
ICMP-pings blokkeren
Computerhackers maken gebruik van een techniek die bekend is onder
de naam pingen om potentiële slachtoffers op het Internet te vinden.
Door naar een bepaald IP-adres te pingen en een reactie te ontvangen
van het IP-adres, kan een hacker vaststellen of zich daar misschien iets
interessants bevindt. De router kan zo worden ingesteld dat hij niet op
ICMP-pings van buiten reageert. Hierdoor wordt de veiligheidsmarge
van uw router verhoogd.
Om het ping-antwoordbericht uit te schakelen, selecteert u Block
ICMP Ping (ICMP-ping blokkeren) (1) en klikt u op Apply Changes
(Wijzigingen aanbrengen). De router reageert nu niet op een ICMP-ping.
5756
Handmatige configuratie van de router
5756
Handmatige configuratie van de router
Utilities (Hulpprogramma’s)
In het scherm Utilities (Hulpprogrammas), kunt u verschillende
parameters van de router beheren en bepaalde beheerfuncties
uitvoeren.
De router herstarten
Als de werking van de router niet meer optimaal is, kan het soms
nodig zijn de router opnieuw te starten. De configuratie-instellingen
van de router worden door opnieuw starten NIET gewist.
57
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
57
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
De router opnieuw starten om de normale werking te herstellen
1.
Klik op de knop Restart Router (Router opnieuw opstarten).
2. De volgende melding verschijnt. Klik op “OK” om uw router te
herstarten.
De standaard fabrieksinstellingen herstellen
Wanneer u deze optie gebruikt, worden alle instellingen in de router
naar de (standaard-) fabrieksinstellingen teruggezet. Het is verstandig
eerst van uw eigen instellingen een reservekopie te maken voordat u
de standaardinstellingen herstelt.
1. Klik op de knop Restore Defaults (Standaard instellingen
herstellen).
2. De volgende melding verschijnt. Klik op “OK” om de standaard
fabrieksinstellingen te herstellen.
5958
Handmatige configuratie van de router
5958
Handmatige configuratie van de router
Huidige instellingen opslaan/als backupbestand opslaan
Met behulp van deze functie kunt u de huidige configuratie opslaan.
Door een reservekopie te maken van uw huidige configuratie kunt u deze
later in het geval van verlies of wijziging herstellen. Het is raadzaam een
reservekopie te maken van uw huidige configuratie voordat u uw firmware
bijwerkt.
1. Klik op “Save” (Opslaan). Er gaat een venster open met de naamFile
Download” (Bestand downloaden). Klik op “Save” (Opslaan).
2. Een scherm wordt geopend waarin u de locatie kunt selecteren waar
u het configuratiebestand wilt opslaan. Selecteer een locatie. U kunt
zelf bepalen hoe u het bestand noemt. Wij raden u echter aan er bij
de naamgeving rekening mee te houden dat u het besatnd nog wel
terug moet kunnen vinden. Wanneer u de locatie hebt geselecteerd
en de naam van het bestand hebt ingevoerd, klikt u op Save
(Opslaan).
59
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
59
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
3. Als het bestand is opgeslagen, verschijnt het volgende scherm.
Klik op Close (Sluiten).
De configuratie is nu bewaard.
Vorige instellingen herstellen
Met deze optie kunt u een eerder opgeslagen configuratie herstellen.
1. Klik op Browse (Bladeren). Er gaat een venster open waarin
u de locatie van het configuratiebestand kunt selecteren. Alle
configuratiebestanden hebben de extensie .conf. Zoek het
configuratiebestand op dat u wilt herstellen en dubbelklik erop.
2. Klik op Open (Openen).
6160
Handmatige configuratie van de router
6160
Handmatige configuratie van de router
Firmware bijwerken
Af en toe brengt Belkin een nieuwe versie uit van de firmware voor de
router. Nieuwe firmwareversies bevatten verbeteringen van functies
en oplossingen voor eventuele problemen. Wanneer Belkin nieuwe
firmware uitbrengt, kunt u deze downloaden van de website en de
firmware van de router bijwerken tot en met de nieuwste versie.
De firmware van de router bijwerken
1.
Op de pagina Firmware Update (Firmware bijwerken) klikt u op
Browse(Bladeren). Er gaat een venster open waarin u de locatie
van het bijgewerkte firmwarebestand kunt selecteren.
2. Ga naar het firmwarebestand dat u hebt gedownload. Selecteer
het bestand door dubbel te klikken op de bestandsnaam.
3. Klik op Update (Bijwerken) om te upgraden naar de nieuwste
firmwareversie.
61
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
61
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Systeeminstellingen
Op de pagina System Settings (Systeeminstellingen) kunt u een
nieuw wachtwoord invoeren voor de systeembeheerder, de tijdzone
instellen, beheer op afstand inschakelen, en de UPnP-functie van de
router aan- en uitschakelen.
Het wachtwoord voor de systeembeheerder instellen of wijzigen
De router wordt geleverd ZONDER vooraf geprogrammeerd
wachtwoord. Als u een wachtwoord wilt toevoegen voor meer
beveiliging, dan kunt u hier een wachtwoord instellen. Schrijf het
wachtwoord op en bewaar het op een veilige plaats, aangezien u het
nodig heeft als u in de toekomst wilt inloggen op de router. Het is
ook verstandig een wachtwoord in te stellen als u van plan bent de
mogelijkheid van extern beheer van uw router te gebruiken.
De inlog-timeout wijzigen
Met de optie inlog-timeout kunt u de maximale tijdsduur instellen
waarbinnen u ingelogd kunt blijven op de Advanced Setup Interface
(Geavanceerde setup-interface) van de router. De tijdklok begint te
lopen als er geen activiteit is geweest. U hebt bijvoorbeeld een aantal
wijzigingen in de geavanceerde gebruikersinterface aangebracht en
daarna uw computer alleen gelaten zonder op Logout (Afmelden)
te klikken. Als de timeout is ingesteld op 10 minuten, dan loopt de
inlogsessie 10 minuten nadat u de router alleen hebt gelaten af. Als
u meer wijzigingen wilt aanbrengen, dient u opnieuw op de router in
te loggen. Deze inlog-timeoutoptie is bedoeld als extra beveiliging en
staat standaard ingesteld op 10 minuten.
Opmerking: Er kan slechts één computer tegelijk ingelogd zijn op de
Advanced Setup-interface van de router.
6362
Handmatige configuratie van de router
6362
Handmatige configuratie van de router
Tijd en tijdzone instellen
De tijdklok van de router wordt geregeld via de aansluiting op een SNTP (Simple
Network Time Protocol) server. Hierdoor loopt de systeemklok van de router
synchroon met de tijd van het wereldwijde internet. De gesynchroniseerde klok
in de router wordt gebruikt voor de registratie van de beveiligingslog en de
aansturing van het cliëntenfilter.
Selecteer de gewenste NTP-tijdservers en de tijdzonde waarin u zich bevindt, en
klik vervolgens op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De systeemklok
geeft niet onmiddellijk na inschakeling de juiste tijd aan. De router heeft ten
minste 15 minuten nodig om een verbinding op te bouwen met de tijdservers op
het Internet en voor het ontvangen van een antwoordsignaal. U kunt de klok niet
zelf instellen.
Beheer op afstand activeren
Voordat u deze geavanceerde functie van uw router van Belkin inschakelt,
DIENT U ERVOOR TE ZORGEN DAT U HET WACHTWOORD VOOR DE
SYSTEEMBEHEERDER HEBT INGESTELD. De functie “Remote Management”
(Beheer op afstand) biedt u de mogelijkheid vanaf elke internetlocatie ter wereld
de instellingen van uw router te wijzigen.
Klik op de knop “Change Settings” (Instellingen wijzigen) om de pagina voor
“Remote Management” (Beheer op afstand) te openen.
Er zijn twee methoden voor het op afstand beheren van de router. Met de eerste
kunt u de router vanaf elke internetlocatie openen door het selecteren van “Any IP
address can remotely manage the Router” (Elk IP-adres kan de router op afstand
beheren). Wanneer u uw WAN IP-adres intypt vanaf iedere willekeurige computer
op het Internet, dan krijgt u een inlogscherm te zien waarin u het wachtwoord van
uw router moet invoeren.
De tweede methode is een specifiek IP-adres uitsluitend te bestemmen voor
beheer op afstand. Deze methode is veiliger, maar minder praktisch. Bij deze
methode vult u in de daarvoor bestemde ruimte het IP-adres in van de computer
waarmee u toegang tot de router wilt hebben en selecteert u “Only this IP
address can remotely manage the Router” (Uitsluitend dit IP-adres kan de
router op afstand beheren). Voordat u deze functie inschakelt, RADEN WIJ U
TEN ZEERSTE AAN uw systeembeheerderwachtwoord in te stellen. Als u geen
wachtwoord invult, loopt uw router het risico van indringers.
63
Handmatige configuratie van de router
Handmatige configuratie van de router
63
Handmatige configuratie van de router
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Klik op de knop “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de instellingen
op te slaan.
UPnP inschakelen/uitschakelen
UPnP (Universal Plug-and-Play) is weer een andere geavanceerde
mogelijkheid van uw router van Belkin. Het is een technologie die
naadloze voice- en video-messaging, games en andere applicaties
mogelijk maakt die voldoen aan UPnP. Voor sommige applicaties dient
de firewall van de router op een specifieke manier geconfigureerd te
zijn voor een juiste werking. Hiervoor moeten doorgaans de TCP- en
UDP-poorten worden geopend en in sommige gevallen triggerpoorten
worden ingesteld. Applicaties die voldoen aan UpnP kunnen met de
router communiceren, in principe om de router te vertellen op welke
wijze de firewall moet worden geconfigureerd. Bij aflevering is de
UPnP-functie van de router uitgeschakeld. Als u applicaties gebruikt
die voldoen aan UpnP en u wilt profiteren van de mogelijkheden van
UPpnP dan heeft het zin de UPnP-functie te activeren.
Klik op de knop Change Settings (Instellingen wijzigen) om de
pagina voor UPnP Setting (UPnP-instelling) te openen. Selecteer
vervolgens On (Aan) naast Enable UPnP (UPnP activeren) om
UPnP te activeren. Klik op de knop Apply Changes (Wijzigingen
aanbrengen) om de instellingen op te slaan.
6564
Problemen oplossen
6564
Problemen oplossen
Probleem:
De ADSL-LED brandt niet.
Oplossing:
1.
Controleer de verbinding tussen de router en de ADSL-lijn. Zorg
ervoor dat de kabel van de ADSL-lijn is aangesloten op de poort
van de router die wordt aangeduid met DSL line.
2. Zorg ervoor dat de router van stroom wordt voorzien. De LED
voor Voeding op het frontpaneel zou nu moeten branden.
Probleem:
De Internet-LED brandt niet.
Oplossing:
1.
Zorg ervoor dat de kabel van de ADSL-lijn is aangesloten op de
poort van de router die wordt aangeduid met DSL line en dat
de ADSL-LED brandt.
2. Zorg ervoor dat u over de juiste, door uw Internet Service Provider
verstrekte, gegevens voor VPI/VCI, gebruikersnaam en wachtwoord
beschikt.
Probleem:
Mijn type verbinding is Static IP Address (Statisch IP-adres). Ik kan
geen verbinding met het Internet tot stand brengen
Oplossing:
Omdat uw type verbinding dat van een statisch IP-adres is, moet
uw internet-serviceprovider u een IP-adres, een subnetmasker en
een gateway-adres toewijzen. In plaats van gebruik te maken van de
Wizard, gaat u naar Connection Type (Verbindingstype) en selecteert
u het type verbinding. Klik op Next (Volgende) en selecteer Static
IP (Statisch IP). Vervolgens voert u het IP-adres, subnetmasker en de
standaard gateway-informatie in.
Probleem:
Ik ben mijn wachtwoord kwijt of vergeten.
Oplossing:
Druk de Reset-knop op het achterpaneel gedurende 10 seconden in
om de standaard fabrieksinstellingen te herstellen.
65
Problemen oplossen
65
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Probleem:
Mijn draadloze PC kan geen verbinding maken met de router.
Oplossing:
1.
Zorg ervoor dat de draadloze PC dezelfde SSID-instellingen heeft als de
router en dat de beveiligingsinstellingen voor de cliënten, zoals WPA-
beveiliging of WEP-encryptie, hetzelfde zijn.
2. Zorg ervoor dat de afstand tussen de router en de draadloze PC niet te
groot is.
Probleem:
Het draadloze netwerkverbinding wordt vaak onderbroken.
Oplossing:
1.
Zet uw draadloze PC dichter bij de router voor een beter signaal.
2. Er kan ook sprake zijn van interferentie, mogelijk veroorzaakt door de
aanwezigheid van een magnetron of 2,4GHz draadloze telefoon. Wijzig de
locatie van de router of maak gebruik van een ander draadloos kanaal.
Probleem:
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen.
Oplossing:
Indien u vanaf een draadloze computer geen verbinding met het Internet tot
stand kunt brengen, ga dan als volgt te werk:
1. Kijk naar de lampjes op uw router. Indien u gebruik maakt van een router
van Belkin geldt het volgende voor de lampjes:
De LED voor Voeding zou moeten branden.
De DSL-LED zou niet moeten knipperen en continu moeten branden.
De “Internet LED” zou continu moetenbranden of moeten knipperen.
2. Open de wireless utility software door te klikken op het pictogram rechts
onderin het scherm. Indien u een draadloze kaart van Belkin gebruikt,
zou het pictogram in de taakbalk er als volgt uit moeten zien:
Het
pictogram kan rood of groen zijn.
3. Het precieze venster dat geopend wordt, is afhankelijk van het type
draadloze kaart waarvan u gebruik maakt; onderdeel van alle utilities is
echter een overzicht van “Available Networks(Beschikbare netwerken)—
de draadloze netwerken waarmee verbinding gemaakt kan worden.
6766
Problemen oplossen
6766
Problemen oplossen
Komt de naam van uw draadloze netwerk in dit overzicht voor?
Ja, de naam van mijn netwerk wordt vermeld.Ga naar de paragraaf
“Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen
maar de naam van mijn netwerk is bekendonder Problemen oplossen.
Nee, de naam van mijn netwerk wordt niet genoemd.—Ga naar de
paragraaf Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand
brengen en de naam van mijn netwerk is niet bekend”.
Probleem:
Ik kan geen draadloze verbinding met internet tot stand brengen, maar de
naam van mijn netwerk is bekend.
Oplossing:
Indien de juiste netwerknaam is opgenomen in het overzicht van “Available
Networks” (Beschikbare netwerken), volg dan de onderstaande stappen om
een draadloze verbinding tot stand te brengen.
1. Klik op de juiste netwerknaam in het overzicht met beschikbare
netwerken.
2. Indien voor het netwerk beveiligingsinstellingen (encryptie) zijn
geactiveerd, dient u de netwerksleutel in te voeren. Meer informatie
over beveiliging vindt u in het hoofdstuk Beveiligingsinstellingen van uw
draadloze netwerk wijzigen
3. Binnen enkele seconden wordt het pictogram in de taakbalk, links
onderin uw scherm, groen. Zo wordt aangegeven dat er een verbinding
met het netwerk tot stand is gebracht.
Probleem:
Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen en
de naam van mijn netwerk is niet bekend.
Oplossing
Doorloop onderstaande stappen als de naam van uw netwerk
niet is opgenomen in het overzicht Available Networks (Beschikbare
netwerken) in het hulpprogramma:
1. Verplaats, indien mogelijk, de computer tijdelijk op een afstand
van tussen anderhalve en drie meter van de router vandaan. Sluit
67
Problemen oplossen
67
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
de utility en heropen hem. Als de naam van het netwerk nu wel in het
overzichtAvailable Networks” (beschikbare netwerken) verschijnt, hebt u
mogelijk een probleem met het bereik of last van storing. Wij verwijzen u
ook naar Appendix B, getiteld “Belangrijke factoren die een rol spelen bij
plaatsing en setup”.
2. Gebruik een computer die via een netwerkkabel op de router is
aangesloten (in plaats van een draadloze verbinding) en zorg dat
“Broadcast SSID” is ingeschakeld. Deze instelling vindt u op de pagina
voor het configureren vanChannel and SSID” (Kanaal en SSID).
Als u nog steeds geen toegang tot Internet kunt krijgen nadat u deze
stappen heeft doorlopen, neem dan contact op met de afdeling
Technische Ondersteuning van Belkin.
Probleem:
De prestaties van mijn draadloze netwerk zijn wisselvallig.
De gegevensoverdracht geschiedt soms traag.
Het signaal is zwak.
Problemen bij het tot stand brengen/behouden van een Virtual Private
Network-verbinding.
Oplossing:
Draadloze technologie is gebaseerd op radiogolven. Dit betekent dat de
connectiviteit en de doorvoersnelheid afnemen naarmate de afstand tussen
de apparaten groter is. Andere factoren die een vermindering van de
signaalkwaliteit veroorzaken (metaal is meestal de grootste boosdoener) zijn
muren en metalen apparaten. Hierdoor is het bereik van draadloze apparatuur
binnenshuis meestal zo’n 30 tot 60 meter. Hou er verder rekening mee dat de
snelheid van de verbinding af zal nemen naarmate de afstand tot de router of
het accesspoint groter wordt.
Om vast te stellen of problemen met draadloze gegevensoverdracht te maken
hebben met afstand, adviseren we u uw computer tijdelijk te verplaatsen,
indien mogelijk, op een afstand van 1,5 tot 3 meter van de router.
Het draadloze kanaal wijzigen - Het wijzigen van het kanaal kan een
positief effect hebben op de prestaties en betrouwbaarheid van uw draadloze
netwerk indien ander draadloos verkeer in uw omgeving en interferentie de
prestaties van uw netwerk negatief beïnvloeden. Het standaard ingestelde
kanaal van de router is 11. Afhankelijk van uw regio kunt u voor verschillende
andere kanalen kiezen. Raadpleeg op pagina 37 de paragraaf “Het kanaal
voor draadloze communicatie wijzigen” voor meer informatie over het kiezen
van een kanaal.
6968
Problemen oplossen
6968
Problemen oplossen
De overdrachtssnelheid verlagen - Het verlagen van de
overdrachtssnelheid kan het draadloze bereik en de stabiliteit van de
verbinding verhogen. Bij de meeste draadloze netwerkkaarten kan de
overdrachtssnelheid aangepast worden. Als u deze eigenschap wilt
wijzigen, gaat u naar het Controle Panel(Configuratiescherm) in Windows,
opent u de map Network connections(Netwerkverbindingen) en
dubbelklikt u op de verbinding van uw draadloze kaart. Onder “Properties
(Eigenschappen) selecteert u de knop “Configure(Configureren) op
het tabblad “General” (Algemeen). (Gebruikers van Windows 98 dienen
de draadloze kaart te selecteren en op “Properties” (Eigenschappen) te
klikken.) Vervolgens selecteert u op het tabblad “Advanced” (Geavanceerd)
de overdrachtssnelheid. Draadloze cliëntkaarten regelen doorgaans
automatisch de draadloze overdrachtssnelheid voor u, maar dit kan
periodiek onderbreking van de verbinding veroorzaken als het draadloze
signaal te zwak is; in de regel zijn langzamere overdrachtssnelheden
betrouwbaarder. Experimenteer met verschillende verbindingssnelheden
totdat u de beste verbinding voor uw netwerkomgeving gevonden hebt; de
beschikbare overdrachtssnelheden zouden allemaal geschikt moeten zijn
voor internetgebruik. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding bij uw
netwerkkaart.
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy of WEP-
beveiliging op een router of accesspoint van Belkin
Oplossing
1.
Log in op uw draadloze router of accesspoint.
2. Open uw webbrowser en typ het IP-adres van uw router accesspoint
in. (De standaardinstelling voor de router is 192.168.2.1, die voor het
802.11g accesspoint is 192.168.2.254 ). Log in op uw router door op
de knop Loginin de rechter bovenhoek van uw scherm te drukken. U
wordt gevraagd uw wachtwoord in te voeren. Als u geen wachtwoord
hebt ingesteld dan vult u dit veld niet in en klikt u op Submit”
(indienen).
3. Klik op het tabblad “Wireless(Draadloos) links op uw scherm. Selecteer
het “Encryption” (Encryptie) of “Security(Beveiliging) tabblad om naar
de instellingenpagina voor beveiliging te gaan.
4. Selecteer 128-bit WEPin het dropdown-menu.
5. Nadat u een WEP-encryptiemodus heeft geselecteerd, kunt u uw
hexadecimale WEP-sleutel handmatig intypen of een passphrase in
het “Passphrase”-veld invoeren en klikken op Generate” (Genereren)
om uit de passphrase een WEP-sleutel te genereren. Klik op Apply
69
Problemen oplossen
69
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Changes(Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Zorg er nu voor dat
al uw cliënten op deze manier zijn ingesteld. Een hexadecimale sleutel is
een combinatie van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits
WEP dient u 26 hexadecimale tekens in te voeren.
Bijvoorbeeld:
C3 03 0F AF 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 E4 = 128-bits sleutel
6. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen.
De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen uw
draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met dezelfde beveilig
ingsinstellingen.
WAARSCHUWING: Als u de draadloze router of accesspoint vanaf een
computer met een draadloze clnt configureert, dient u ervoor te zorgen dat
de beveiliging voor die draadloze clnt is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt,
krijgt u geen draadloze verbinding.
Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort
®
-
producten ondersteunen uitsluitend
64-bits encryptie. Apple AirPort 2-producten kunnen 64-bits en 128-bits
encryptie ondersteunen. Controleer dus eerst het type Apple Airport-product
dat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie te
configureren, probeer dan 64-bits encryptie.
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy of WEP-
beveiliging op een draadloze netwerkkaart van Belkin
Oplossing:
De draadloze netwerkkaart dient dezelfde sleutel te gebruiken als de
draadloze router of het draadloze accesspoint. Als uw draadloze router of
accesspoint de sleutel 00112233445566778899AABBCC gebruikt, dan moet
voor de draadloze kaart exact dezelfde sleutel worden ingesteld.
1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster Wireless
Network(Draadloos netwerk) te laten verschijnen.
2. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart
bekijken en configureren.
3. Nadat u op Advanced (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de
Belkin Wireless LAN Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle
geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.
4. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze
netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks”
(Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop “Properties”
7170
Problemen oplossen
7170
Problemen oplossen
(Eigenschappen).
5. Selecteer “WEP” onder “Data Encryption” (Dataencryptie)
6. Zorg ervoor dat het selectievakje “The key is provided for me automatically”
(Ik krijg de sleutel automatisch), onderaan, niet is aangevinkt. Als u deze
computer gebruikt om in te loggen op een bedrijfsnetwerk, vraag dan aan uw
netwerkbeheerder of deze optie aangevinkt moet zijn of niet.
7. Typ de WEP-sleutel in in het daarvoor bestemde vakje bij “Network Key”
(Netwerksleutel).
Belangrijk:Een WEP-sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A tot
F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP-encryptie dient u 26 hexadecimale sleutels
in te voeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u
toekent aan uw draadloze router of accesspoint.
Bijvoorbeeld: C3 03 0F AF 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 E4 = 128-bits sleutel
8. Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen op te
slaan.
Indien u
GEEN draadloze netwerkkaart van Belkin gebruikt, raden wij u aan
de handleiding van u van de fabrikant van dat product hebt gekregen, te
raadplegen.
Probleem:
Ondersteunen de producten van Belkin WPA?
Oplossing
Let op: Om WPA-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw cliënten
geüpgraded zijn naar stuurprogramma’s en software die WPA ondersteunen. U
kunt gratis een beveiligingspatch van Microsoft downloaden. Deze patch werkt
alleen onder het Windows XP-besturingssysteem.
U kunt deze patch hier downloaden:
http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?FamilyID=009d8425-ce2b-
47a4-abec-274845dc9e91&displaylang=en
U dient tevens van de website van Belkin het nieuwste stuurprogramma te
downloaden voor uw draadloze 802.11g desktop- of notebooknetwerkkaart van
Belkin. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund.
De patch van Microsoft ondersteunt uitsluitend apparaten zoals 802.11g-
producten van Belkin met stuurprogramma’s die WPA ondersteunen.
De nieuwste stuurprogramma’s kunt u hier downloaden:
http://web.belkin.com/support/networkingsupport.asp.
WPA-ondersteuning zal automatisch worden geïnstalleerd als u een upgrade van
uw systeem doet naar Windows XP Service pack 2. Voor meer informatie kunt u
terecht op: http://support.microsoft.com
71
Problemen oplossen
71
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Probleem:
Ik heb problemen bij het instellen van Wi-Fi Protected Access (WPA)
beveiliging voor mijn draadloze router of accesspoint van Belkin in
een thuisnetwerk.
Oplossing:
1.
Selecteer WPA-PSK (zonder server) in het dropdown-menu
Security Mode (Beveligingsmodus).
2. Selecteer TKIP of AES als Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten
hetzelfde zijn.
3. Voer uw pre-shared key in. Deze kan bestaan uit 8 tot 63
karakters en wordt opgebouwd uit letters, cijfers, symbolen en
spaties. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken.
Uw PSK kan er als volgt uitzien: Netwerksleutel familie Jansen.
4. Klik op Apply Changes (Wijzigingen aanbrengen) om te
eindigen. Ken nu aan al uw cliënten deze instellingen toe.
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access
(WPA) beveiliging op een router / accesspoint van Belkin voor een
zakelijk netwerk.
Oplossing:
Als uw netwerk een radiusserver gebruikt om de sleutels aan de
cliënten toe te wijzen, gebruik dan deze instelling. Van deze modus
wordt doorgaans op kantoren gebruik gemaakt.
1. Selecteer WPA (met server) in het dropdown-menu Security
Mode (Beveligingsmodus).
2. Selecteer TKIP of AES als Encryption Technique
(Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten
hetzelfde zijn.
3. Voer het IP-adres van de radiusserver in in de daarvoor
bestemde velden.
4. Voer de radius-sleutel in in het veld Radius Key.
5. Voer het sleutelinterval in. Het sleutelinterval geeft aan hoe vaak
de sleutels worden verdeeld (in pakketten).
6. Klik op Apply Changes (Wijzigingen aanbrengen) om te
eindigen. Ken nu aan al uw cliënten deze instellingen toe.
7372
Problemen oplossen
7372
Problemen oplossen
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA)
beveiliging op een draadloze netwerkkaart van Belkin voor een thuisnetwerk.
Oplossing:
Cliënten moeten dezelfde sleutel gebruiken als de draadloze router /
accesspoint. Als bijvoorbeeld de sleutel Netwerksleutel familie Jansen”
door de draadloze router of het draadloze accesspoint wordt gebruikt,
moeten de ook cliënten van diezelfde sleutel gebruik maken.
1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het scherm “Wireless
Networkte laten verschijnen.
2. Als u op de knop “Advanced” (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties
van de kaart bekijken en configureren.
3. Nadat u op Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de Belkin
Wireless LAN Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde
functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.
4. Op het tabblad “Wireless Networks Properties(Eigenschappen
draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst Available
networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop
“Properties” (Eigenschappen).
5. Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK (zonder server)) onder
“Network Authentication(Netwerkauthentificatie).
6. Typ de WPA-sleutel in in het daarvoor bestemde vakje bij “Network Key”
(Netwerksleutel)
Belangrijk: WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers en letters
van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63 tekens invoeren.
Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u toekent
aan uw draadloze router of accesspoint.
7. Klik op “OKen vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen op
te slaan.
Probleem:
Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access
(WPA) beveiliging op een draadloze netwerkkaart van Belkin voor een
kantoornetwerk.
Oplossing:
1.
Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het scherm
Wireless Network te laten verschijnen.
2. Als u op de knop “Advanced” (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties
van de kaart bekijken en configureren.
3. Nadat u op Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de Belkin
73
Problemen oplossen
73
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Wireless LAN Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde
functies van de draadloze kaart van Belkin beheren.
4. Op het tabblad “Wireless Networks Properties(Eigenschappen
draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst Available
networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop
“Properties” (Eigenschappen).
5. Selecteer “WPA” onder “Network Authentication(Netwerkauthentificatie)
6. Selecteer op het tabblad “Authentication(Authentificatie) de door uw
netwerkbeheerder bepaalde vereiste instellingen.
7. Klik op “OKen vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen op
te slaan.
Probleem:
Ik heb problemen met het installen van Wi-Fi Protected Access (WPA)
beveiliging en ik maak GEEN gebruik van een draadloze netwerkkaart van
Belkin voor een thuisnetwerk.
Oplossing:
Als u GEEN gebruik maakt van een draadloze desktop- en notebookkaart
van Belkin en uw kaart niet voorzien is van software die WPA ondersteunt,
dan kunt u gratis van de website van Microsoft een bestand downloaden
met de naam Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access”.
De patch van Microsoft kunt u downloaden door de knowledge base voor
Windows XP WPA te doorzoeken.
Opmerking: Dit Microsoft-bestand werkt alleen met Windows XP. Andere
besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. U
dient ook te controleren of de kaartfabrikant WPA ondersteunt en of u het
nieuwste stuurprogramma van hun support site hebt gedownload.
Ondersteunde besturingssystemen:
Windows XP Professional
Windows XP Home Edition
Inschakelen WPA-PSK (zonder server)
1.
In Windows XP klikt u op “Start > Control Panel > Network Connections
(Start > Configuratiescherm > Netwerkverbindingen).
2. Klik met de rechtermuisknop op het tabblad “Wireless Networks
(Draadloze netwerken). Het volgende scherm verschijnt. Zorg ervoor dat
de optie Use Windows to configure my wireless network settings
(Gebruik Windows om de instellingen van mijn draadloze netwerk te
configureren) is aangevinkt.
3. Klik op het tabblad Wireless Networks (Draadloze netwerken) op
7574
Problemen oplossen
7574
Problemen oplossen
de knop Configure (Configureren). Het volgende venster zal
verschijnen.
4. Voor gebruik in uw woning of op een klein kantoor, selecteert u
onder Network Administration (Netwerkbeheer) WPA-PSK.
Opmerking: Selecteer WPA (with radius server) (WPA met
radiusserver) als u deze computer gebruikt om verbinding te
maken met een bedrijfsnetwerk dat een authenticatieserver
ondersteunt, bijv. een radiusserver. Neem voor meer informatie
contact op met uw netwerkbeheerder.
5. Selecteer onder Data Encryption (Data-encryptie) TKIP of
AES. Deze instelling moet gelijk zijn aan die van de draadloze
router of het draadloze accesspoint
6. Typ de encryptiesleutel in in het vakje naast Network Key
(Netwerksleutel).
Belangrijk: Voer uw pre-shared sleutel in. Deze sleutel bestaat uit 8
tot 63 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn.
U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken.
7. Klik op OK om de instellingen op te slaan.
Wat is het verschil tussen 802.11b, 802.11g, G+ MIMO en
Pre-N?
Op dit moment zijn er vier standaarden voor draadloze netwerken,
waartussen grote verschillen in overdrachtssnelheden bestaan. Elke
norm is gebaseerd op de aanduiding 802.11(x), een benaming die
is vastgesteld door het IEEE (Institute of Electrical and Electronic
Engineers), het Amerikaanse instituut dat verantwoordelijk is voor de
ontwikkeling en goedkeuring van ondermeer netwerknormen. De meest
gebruikte standaard voor draadloos netwerkverkeer is 802.11b. Deze
maakt een gegevensoverdracht van 11 Mbps mogelijk. De standaarden
802.11a en 802.11g maken snelheden tot 54 Mbps mogelijk. G+ MIMO
werkt eveneens met snelheden tot 54 Mbps en Pre-N met snelheden tot
108 Mbps.
75
Problemen oplossen
75
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Vergelijkend overzicht van draadloze technologieën
Draadloze
technologie
802.11b
G (802.11g)
G+ (802.11g
met HSM)
G+
MIMO(802.11g
met MIMO
MRC)
Belkin Pre-N
(802.11g met
TrueMIMO)
Snel-
heid*
11Mbps-verbind
-
ingssnelheid/
basislijn
5x sneller dan
802.11b*
10x sneller dan
802.11b*
10x sneller dan
802.11b*
15x sneller dan
802.11b*
Frequentie
De vrije 2,4GHz-
band is gevoelig
voor interferentie
door stoorsignalen
van huishoudelijke
apparatuur als
draadloze telefoons
en magnetrons
De vrije 2,4GHz-
band is gevoelig
voor interferentie
door stoor
-
signalen van
huishoudelijke
apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
De vrije 2,4GHz-
band is gevoelig
voor interferentie
door stoor-
signalen van
huishoudelijke
apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
De vrije 2,4GHz-
band is gevoelig
voor inter
-
ferentie door
stoorsignalen
van huishoudeli-
jke apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
De vrije 2,4GHz-
band is gevoelig
voor interferentie
door stoor
-
signalen van
huishoudelijke
apparatuur
als draadloze
telefoons en
magnetrons
Compatibiliteit
Compatibel met
802.11g
Compatible met
802.11b/g
Compatibel met
802.11b/g
Compatibel met
802.11b/g
Compatibel
met 802.11g en
802.11b
Bereik*
Doorgaans 30–60 m
binnenshuis
Tot 120 m* Tot 210 m* Tot 300 m* Tot 425 m*
Voordeel
Algemeen aanvaard
Veel gebruikt
– vooral voor het
delen van inter
-
netaansluitingen
Groter bereik
en hogere snel
-
heden
Betere dekking
en constante
snelheden
Geavanceerd
beste reikwijdte
en doorvoer
*Bereik en verbindingssnelheid afhankelijk van netwerkomgeving.
7776
7776
Appendices
Appendix A: Verklarende woordenlijst
IP Address (IP-adres)
Het “IP address” is het interne IP-adres van de router. Om de
geavanceerde installatie-interface te openen, moet u dit adres in de
adresbalk van uw browser typen. U kunt dit adres indien nodig wijzigen.
Om het IP-adres te wijzigen, typt u het nieuwe IP-adres in en klikt u op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). Het IP-adres dat u kiest, moet
een niet-routeerbaar IP zijn. Hieronder ziet u een paar voorbeelden van
een niet-routeerbaar IP:
192.168.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
10.x.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255)
Subnet Mask (Subnetmasker)
Sommige netwerken zijn veel te groot om, waardoor niet al het verkeer in
alle uithoeken terecht komt. Deze netwerken moeten worden opgedeeld
in kleinere, werkbare delen, subnets genaamd. Het subnetmasker is het
netwerkadres plus de informatie die identificatie van het “subnetwerk”
mogelijk maakt.
77
77
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
12
Appendices
9
8
10
DNS
DNS staat voor Domain Name Server. Een “Domain Name Server” is een
server op het Internet die URL’s (Universal Resource Links) als www.belkin.
com” vertaalt naar IP-adressen. De meeste ISP’s verlangen niet van u dat u
deze informatie in de router invoert. Als u een statisch IP gebruikt, moet u
waarschijnlijk een specifiek DNS-adres en een secundair DNS-adres invullen
om ervoor te zorgen dat uw verbinding correct functioneert. Als u een
dynamische verbinding of PPPoE gebruikt, hoeft u waarschijnlijk geen DNS-
adres in te vullen.
PPPoE
De meeste ADSL-providers maken gebruik van PPPoE als type verbinding. Als
u gebruik maakt van een ADSL-modem voor het maken van een verbinding
met het Internet, dan gebruikt uw ISP mogelijk PPPoE om u aan te melden.
Uw type verbinding is PPPoE als:
1. uw ISP u een gebruikersnaam en een wachtwoord heeft gegeven die
noodzakelijk zijn om de verbinding met het internet tot stand te brengen.
2. uw provider u software als WinPoET of Enternet300 heeft verstrekt om
de internetverbinding tot stand te brengen.
3. u op een ander desktoppictogram dan uw browser moet dubbelklikken
om op Internet te kunnen.
Om de router geschikt te maken voor het gebruik van PPPoE, moet u
uw gebuikersnaam en wachtwoord invoeren in de daarvoor bestemde
velden. Nadat u alle noodzakelijke informatie hebt ingevoerd, klikt u op
“Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen).
Nadat u de noodzakelijke wijzigingen hebt aangebracht, geeft de
internetstatusindicator de melding “Connection OK(Verbinding OK), als uw
router correct is geïnstalleerd.
PPPoA
Voer de PPPoA-informatie in de daarvoor bestemde ruimtes en klik op Next”
(Volgende). Klik op “Apply” (Toepassen) om de instellingen te activeren.
1. User name (Gebruikersnaam) - Voer de gebruikersnaam in. (Toegekend
door uw ISP).
2. Password (Wachtwoord) - Voer uw wachtwoord in. (Toegekend door uw
ISP).
3. Retype Password (Wachtwoord opnieuw intypen) - Typ het wachtwoord
opnieuw in (Toegekend door uw ISP).
Appendices
7978
Appendices
7978
Appendices
4. VPI/VCI - Voer de paramters voor de Virtual Path Identifier (VPI) en de
Virtual Circuit Identifier (VCI) in. (Toegekend door uw ISP).
Verbinding verbreken na X...
Deze functie wordt gebruik om automatisch de verbinding van uw router met
het internet te verbreken als er gedurende bepaalde tijd geen activiteit is. Als
u bijvoorbeeld deze optie aanvinkt en het cijfer 5 in het minutenveld invult,
wordt de verbinding van de router met het Internet automatisch verbroken
als er gedurende vijf minuten geen Internetactiviteit is geweest. Gebruik deze
optie als u voor gebruik van het internet per tijdseenheid moet betalen.
Kanaal en SSID
U kunt het kanaal waarvan de router gebruik maakt, wijzigen door in het
dropdown-menu het gewenste kanaal te kiezen en het gewenste kanaal
te selecteren. Klik op Apply Changes(Wijzigingen aanbrengen) om de
instellingen op te slaan. U kunt ook de SSID wijzigen. De SSID is het
equivalent van de naam van uw draadloze netwerk. U kunt de SSID elke
naam geven die u wilt. Als er meer draadloze netwerken in uw omgeving
actief zijn, geef uw draadloze netwerk dan een unieke naam. KIik in het
SSID-vak en typ een nieuwe naam in. Klik op “Apply Changes(Wijzigingen
aanbrengen) om de wijzigingen door te voeren.
Gebruik maken van de ESSID Broadcast-functie
Veel draadloze netwerkadapters die momenteel op de markt verkrijgbaar
zijn, beschikken over een functie genaamd site survey. Deze functie scant
naar beschikbare netwerken en stelt elke computer in staat automatisch
een netwerk uit de survey te selecteren. Dit gebeurt als de SSID van de
computer is ingesteld op “ANY”. Uw router van Belkin kan deze willekeurige
zoektocht naar een netwerk blokkeren. Indien u deESSID Broadcast”-functie
uitschakelt, kan een computer het netwerk alleen vinden als u de SSID van
de computer op de specifieke naam van het netwerk (zoals WLAN) instelt.
Zorg er wel voor dat u uw SSID (netwerknaam) kent voordat u deze functie
inschakelt. U kunt uw draadloze netwerk zo goed als onzichtbaar maken.
Wanneer u de optie SSID-uitzending uitschakelt, verschijnt het netwerk niet
in site-overzichten. Door het uitschakelen van de SSID-uitzending, helpt u de
veiligheid te verhogen.
Encryptie
Door het gebruik van encryptie zorgt u voor een betere beveiliging van uw
netwerk. De router maakt gebruik van Wired Equivalent Privacy (WEP) en
WIFI Protected Access (WPA) om uw gegevens te beschermen en biedt twee
encryptiemogelijkheden: 64-bits en 128-bits encryptie. Encryptie werkt met
een sleutelsysteem. De sleutel op de computer moet overeen komen met de
sleutel van de router. Er zijn twee manieren om een sleutel te creëren. Bij de
79
Appendices
79
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
eenvoudigste methode laat u de router’s software een passphrase (meervoudig
wachtwoord) converteren naar een sleutel. Een geavanceerde methode is het
handmatig invoeren van de sleutels.
Virtuele servers
De functie Virtuele Servers biedt u de mogelijkheid externe
(internet)verbindingen voor diensten zoals een webserver (poort 80), FTP-server
(poort 21), of andere applicaties, via uw router door te sturen naar uw interne
netwerk. Aangezien uw interne computers beschermd worden door een firewall,
kunnen computers buiten uw netwerk (via het Internet) de interne computers
niet bereiken omdat ze nietzichtbaar” zijn. Als u de functie “virtual server”
voor een specifieke applicatie dient te configureren, neem dan contact op
met de leverancier van de applicatie om geïnformeerd te worden over welke
poortinstellingen u nodig hebt.
Om instellingen handmatig in te voeren, typt u het IP-adres in het vak voor
de interne computer in, geeft u het poortype (TCP of UDP) op en de LAN-
en publieke poort(en) die gepasseerd moeten worden. Selecteer vervolgens
“Enable” (Activeren) en klik op “Set” (Instellen). U kunt per intern IP-adres
slechts één poort vrijgeven. U neemt een zeker risico door poorten in uw
firewall te openen. U kunt instellingen zeer snel in- en uitschakelen. Wij
adviseren deze instellingen uit te schakelen wanneer u een bepaalde toepassing
niet gebruikt.
Cliënt IP-filters
De router kan zo worden geconfigureerd dat toegang tot het Internet,
e-mail, of andere netwerkdiensten op bepaalde dagen en tijden beperkt
is. Deze beperking kan worden ingesteld voor één computer, een groep
computers of verschillende computers.
MAC-adressenfilter
Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument waarmee
u kunt aangeven welke computers toegang hebben tot het netwerk.
Elke computer die probeert het netwerk binnen te komen maar die niet
in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd. Wanneer u deze
functie activeert, moet u het MAC-adres invoeren van iedere cliënt op
uw netwerk om elk van deze cliënten toegang te geven tot het netwerk.
U kunt ook het MAC-adres kopiëren door de naam van de computer
te selecteren in het DHCP Client List-overzicht. Om deze functie te
activeren, selecteert u Enable (Activeren). Klik vervolgens op Apply
Changes (Wijzigingen aanbrengen) om de instellingen op te slaan.
8180
Appendices
8180
Appendices
DMZ
Indien een van uw cliënten van achter de firewall geen
internetapplicatie kan draaien, kunt u deze cliënt onbeperkte
tweewegs internettoegang verstrekken. Dit kan nodig zijn wanneer
de NAT-functie problemen veroorzaakt met applicaties als games en
videoconferenties. Schakel deze functie alleen tijdelijk in. Computers
in de gedemilitariseerde zone zijn niet tegen hackeraanvallen
beveiligd. Om een computer in de gedemilitariseerde zone te
plaatsen, dient u het LAN IP-adres van deze computer in het Static
IP-veld in te vullen en te klikken op Apply Changes (Wijzigingen
aanbrengen).
Als u slechts een publiek (WAN) IP-adres hebt, kunt u het publieke IP
laten staan op 0.0.0.0. Als u meerdere publieke WAN IP-adressen
gebruikt, kunt u aangeven op welk publiek WAN IP-adres de DMZ-
host gericht zal zijn. Vul het (WAN) IP-adres in waaraan de DMZ-host
moet worden gericht, voer de laatste twee cijfers in van het IP-adres
van de DMZ-hostcomputer en klik op Apply Changes (Wijzigingen
aanbrengen).
81
Appendices
81
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Beheerderswachtwoord
De router wordt geleverd ZONDER vooraf geprogrammeerd wachtwoord.
Als u een wachtwoord wilt toevoegen voor meer beveiliging, dan kunt
u via de web-based gebruikersinterface van uw router een wachtwoord
instellen. Bewaar uw wachtwoord op een veilige plek, want u zal het
nodig hebben als u in de toekomst op de router wilt inloggen. Wij raden
u TEN ZEERSTE aan een wachtwoord in te stellen als u van plan bent
de functie beheer op afstand van uw router te gebruiken Met de
optie inlog-timeout kunt u de maximale tijdsduur instellen waarbinnen
u ingelogd kunt blijven op de Advanced Setup Interface (Geavanceerde
setup-interface) van de router. De tijdklok begint te lopen als er geen
activiteit is geweest. U hebt bijvoorbeeld een aantal wijzigingen in de
geavanceerde gebruikersinterface aangebracht en daarna uw computer
alleen gelaten zonder op Logout (Afmelden) te klikken.
Als de timeout is ingesteld op 10 minuten, dan loopt de inlogsessie af
10 minuten nadat u de router alleen hebt gelaten. Als u meer wijzigingen
wilt aanbrengen, dient u opnieuw op de router in te loggen. Deze inlog-
timeoutoptie is bedoeld als extra beveiliging en staat standaard ingesteld
op 10 minuten. Let op: er kan slechts één computer tegelijk ingelogd zijn
op de Advanced Setup-interface van de router.
Tijd en tijdzone
De tijdklok van de router wordt geregeld via de aansluiting op een SNTP
(Simple Network Time Protocol) server. Hierdoor loopt de systeemklok
van de router synchroon met de tijd van het wereldwijde internet. De
gesynchroniseerde klok in de router wordt gebruikt voor de registratie
van de beveiligingslog en de aansturing van het cliëntenfilter. Selecteer
de tijdzone waarin u gevestigd bent. Als u in een land woont dat de
zomer- en wintertijd volgt, vink dan de optie Enable Daylight Saving
(Zomer/wintertijd inschakelen) aan. De systeemklok geeft niet onmiddellijk
na inschakeling de juiste tijd aan. De router heeft ten minste 15 minuten
nodig om een verbinding op te bouwen met de tijdservers op het Internet
en voor het ontvangen van een antwoordsignaal.
Beheer op afstand
ZORG ERVOOR DAT U HET BEHEERDERSWACHTWOORD HEBT
INGESTELD, voordat u deze functie inschakelt.. De functie “Remote
Management (Beheer op afstand) biedt u de mogelijkheid vanaf elke
internetlocatie ter wereld de instellingen van uw router te wijzigen.
8382
Appendices
8382
Appendices
UPnP
UPnP (Universal Plug-and-Play is een technologie die naadloze
werking van voice messaging, video messaging, games en andere
applicaties mogelijk maakt die voldoen aan UPnP. Voor sommige
applicaties dient de firewall van de router op een specifieke manier
geconfigureerd te zijn voor een juiste werking. Hiervoor moeten
doorgaans de TCP- en UDP-poorten worden geopend en in sommige
gevallen triggerpoorten worden ingesteld. Applicaties die voldoen aan
UpnP kunnen met de router communiceren, in principe om de router
te vertellen op welke wijze de firewall moet worden geconfigureerd.
Bij aflevering is de UPnP-functie van de router uitgeschakeld. Als u
applicaties gebruikt die voldoen aan UpnP en u wilt profiteren van
de mogelijkheden van UPpnP dan heeft het zin de UPnP-functie
te activeren. U selecteert eenvoudigweg Enable (Activeren) in
de paragraaf UPnP Enabling (UPnP activeren) van de pagina
Utilities (Hulpprogrammas). Klik op Apply Changes (Wijzigingen
aanbrengen) om de wijziging op te slaan.
83
Appendices
83
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Appendix B: Belangrijke factoren die een rol spelen bij
plaatsing en setup
Let op: Hoewel de onderstaande factoren de prestaties van een netwerk
nadelig kunnen beïnvloeden, beletten zij niet dat het draadloze netwerk
functioneert. Als u denkt dat het netwerk niet optimaal presteert, kan
deze checklist uitkomst bieden.
1. Plaatsing van uw draadloze router (of draadloos accesspoint)
Plaats uw draadloze router (of accesspoint), het centrale
verbindingspunt binnen uw netwerk, op een centrale plek tussen uw
draadloze netwerkapparatuur.
De beste netwerkdekking voor uw draadloze cliënten
(d.w.z. computers aangestuurd door draadloze notebook- en
desktopnetwerkkaarten en draadloze USB-adapters van Belkin)
bereikt u als volgt:
Zorg ervoor dat de netwerkantennes van uw draadloze router (of
accesspoint) parallel aan elkaar en in verticale stand staan (naar
het plafond wijzen). Als de draadloze router (of het draadloze
accesspoint) zelf al verticaal is gepositioneerd, laat de antennes
dan zo recht mogelijk naar het plafond wijzen.
In woningen met meer verdiepingen plaatst u de draadloze router
(of het draadloze accesspoint) op de verdieping die zich het
dichtst bij het midden van de woning bevindt. Dit kan betekenen
dat u de draadloze router (of het draadloze accesspoint) op een
hogere verdieping moet plaatsen.
Plaats de draadloze router (of het draadloze accesspoint) niet in
de buurt van een draadloze 2,4GHz-telefoon.
2. Vermijd obstakels en interferentie
Plaats uw draadloze router (of accesspoint) bij voorkeur niet in de
buurt van apparaten die radiogolven uitzendt, zoals magnetrons De
volgende ondoordringbare objecten kunnen draadloze communicatie
hinderen:
Koelkasten
Wasmachines en/of drogers
Metalen kasten
Grote aquaria
Gemetalliseerde UV-werende ruiten
8584
Appendices
8584
Appendices
Indien het signaal van uw draadloze netwerk op sommige plaatsen
zwakker lijkt te zijn, zorg er dan voor dat dit soort objecten het signaal
niet kunnen hinderen, dat wil zeggen dat ze niet tussen uw computers
en uw draadloze router (of accesspoint) in staan.
3. Draadloze telefoons
Ga als volgt te werk als de prestaties van het draadloze netwerk niet
beter worden nadat u de bovenstaande wenken hebt opgevolgd én u
een draadloze telefoon bezit:
Kijk wat er gebeurt als u uw draadloze telefoon uit de buurt houdt
van uw draadloze router (of accesspoint) en uw computers die
geschikt zijn voor draadloze communicatie.
Verwijder de batterij uit alle draadloze telefoons die gebruik maken
van de 2,4GHz-band (zie informatie van de fabrikant). Als het
probleem hiermee is opgelost, is/zijn uw telefoon(s) de storingsbron.
Als u voor uw telefoon ook andere kanalen kunt kiezen, kies dan
voor het kanaal dat het verst verwijderd is van het kanaal dat
door uw draadloze netwerk gebruikt wordt. Verander bijvoorbeeld
het kanaal van uw telefoon in kanaal 1 en stel het kanaal van uw
draadloze router (of accesspoint) in op kanaal 11. Raadpleeg de
handleiding van uw telefoon voor gedetailleerde instructies.
Ga zo nodig over op een draadloze telefoon van 900 MHz of 5 GHz.
4. Kies het stilste” kanaal voor het draadloze netwerk
Op plaatsen waar meerdere woningen of kantoren dicht bij elkaar
liggen, zoals appartementen- of kantoorgebouwen, kunnen draadloze
netwerken in de omgeving problemen veroorzaken voor uw netwerk.
Maak gebruik van de Site Survey-mogelijkheid (site-overzicht) van
de Wireless LAN Utility (hulpprogramma voor draadloos LAN) om
andere draadloze netwerken te lokaliseren en verplaats uw router
en computers naar een kanaal dat zo ver mogelijk verwijderd is van
andere netwerken.
Experimenteer met de verschillende beschikbare kanalen om de beste
verbinding te vinden en storing door draadloze telefoons en andere
draadloze apparaten in de omgeving te voorkomen.
Gebruik voor niet van Belkin afkomstige draadloze netwerkproducten
het gedetailleerde site-overzicht en de informatie over draadloze
85
Appendices
85
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
kanalen in de handleiding.
Bovenstaande suggesties en richtlijnen helpen u bij het optimaliseren van
het bereik van uw draadloze router (of accesspiont). Als u een nog groter
bereik nodig hebt, overweeg dan de aanschaf van een draadloze range
extender/accesspoint van Belkin.
5. Veilige verbindingen, VPN’s en AOL.
Veilige verbindingen zijn verbindingen waarvoor een gebruikersnaam en
een wachtwoord vereist zijn. Hiervan wordt gebruik gemaakt in situaties
waar beveiliging van belang is. Veilige verbindingen zijn ondermeer:
Virtual Private Network (VPN)-verbindingen; deze worden vaak
gebruikt om van afstand verbinding te maken met een kantoornetwerk
Het “Bring Your Own Access”-programma van America Online
(AOL) - dit programma laat u AOL gebruiken via breedband die ter
beschikking wordt gesteld door een andere kabel- of DSL-service.
De meeste websites voor internetbankieren
Veel commerciële websites waarbij toegang uitsluitend verleend wordt
nadat een gebruikersnaam en wachtwoord zijn ingevuld
Veilige verbindingen kunnen worden onderbroken als het energiebeheer
van de computer de computer naar de slaapstand overschakelt. U kunt
opnieuw verbinding maken door de VPN of AOL-software te draaien, of
door opnieuw op de beveiligde website in te loggen.
Een tweede alternatief is het veranderen van de energiebeheerinstelling
en van de computer, zodat deze niet overgaat op de slaapstand. Dit is
niet noodzakelijkerwijs van toepassing voor draagbare computers. Om de
energiebeheerinstellingen te wijzigingen in Windows, gaat u naar “Power
Options(Energiebeheer) in het “Control Panel” (Configuratiescherm).
Indien u moeilijkheden blijft hebben met de beveiligde verbindingen,
VPN’s en AOL, loop de hierboven beschreven stappen dan door om te
zien of u hiermee rekening gehouden hebt.
Appendix C: Overzicht met internet-verbindingsinstellingen
De tabel op de volgende pagina helpt u bij het selecteren en configureren
van een ADSL-internetverbinding Veel ISP’s maken gebruik van per regio
verschillende instellingen en apparatuur. Probeer de instellingen voor de
ISPs in uw regio. Als dit niet werkt, neem dan contact op met uw ISP en
vraag naar uw specifieke instellingen.
8786
8786
Land Verbindings-
protocol
VPI/VCI Encapsulatie ISPs
Europa
Frankrijk PPPoE 8/35 LLC Meerdere
Duitsland PPPoE 1/32 LLC T-Online,
meerdere
Nederland 1483
Bridged
0/35
0/3
2
0/34
LLC
LLC
LLC
BBNed, XS4all
Versatel DHCP
Baby XL,
Tiscali (start/
Surf/ Family/
Live)
PPPoA 8/48 VC MUX KPN, Hetnet,
HCCNet,
Tiscali (lite/
Basis/Plus)
Wanadoo
PPPoA 0/3
2 VC MUX Versatel PPP,
Zonnet
PPPoE 8/35 LLC Meerdere
België PPPoA 8/35 LLC Belgacom,
Tiscali, Scarlet
Italië PPPoE of
PPPoA
8/35 VC MUX TIN
Spanje PPPoE of
1483
Bridged
8/32 LLC Telefonica
Zweden 1483
Bridged
3/35 LLC Telia
UK PPPoA 0/38 VC MUX BT, Freeserve,
Tiscali, AOL*
Azië
Australië PPPoE of
PPPoA
8/35 LLC Meerdere
Nieuw-
Zeeland
PPPoE of
PPPoA
0/100 VC MUX Meerdere
Singapore PPPoE 0/100 LLC SingNet,
Pacific Internet
Appendices
87
Informatie
87
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Waarschuwing: Blootstelling aan radiofrequente straling.
Het uitgangsvermogen van dit apparaat ligt ver beneden de hiervoor in de FCC-
voorschriften vastgelegde grenswaarden voor stralingsfrequenties. Niettemin
moet dit apparaat zo worden gebruikt dat onder normale omstandigheden de
mogelijkheid van persoonlijk contact tot een minimum beperkt blijft.
Ook bij het aansluiten van een externe antenne op dit apparaat moet de antenne
zodanig worden geplaatst dat bij normaal gebruik de kans op aanraking tot
een minimum beperkt blijft. Ter voorkoming overschrijding van de in de FCC-
voorschriften aangegeven grenswaarden voor de blootstelling aan radiofrequente
straling, mogen personen de werkende antenne niet dichter naderen dan tot op
een afstand van 20 centimeter.
Kennisgeving van de Federal Communications Commission (FCC)
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor digitale
apparaten van Klasse B zoals vastgelegd in Deel 15 van de FCC-voorschriften.
Deze normen zorgen bij de installatie in een woonomgeving voor een
aanvaardbare bescherming tegen schadelijke interferentie.
Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze
tevens uitzenden. Als deze apparatuur de radio- of televisie-ontvangst stoort,
wat u kunt vaststellen door de apparatuur in- en uit te schakelen, kunt u
proberen de storing op te heffen met een of meer van de volgende maatregelen:
FCC-verklaring
VERKLARING VAN CONFORMITEIT MET DE FCC-
VOORSCHRIFTEN VOOR ELEKTROMAGNETISCHE
COMPATIBILITEIT
Wij, Belkin Corporation, gevestigd 501 West Walnut Street,
Compton, CA 90220, Verenigde Staten van Amerika,
verklaren hierbij dat wij de volledige verantwoordelijkheid
aanvaarden dat het product met het artikelnummer:
F5D9630-4
waarop deze verklaring betrekking heeft,
voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het
gebruik ervan is onderworpen aan de beide volgende
voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke
storingen opwekken en (2) het apparaat moet elke ontvangen
interferentie accepteren, waaronder storingen die een
ongewenste werking kunnen veroorzaken.
8988
Informatie
8988
Informatie
Draai de ontvangende antenne in een andere richting of zet de antenne op
een andere plaats.
Door het vergroten de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere groep dan die
waarop de ontvanger is aangesloten.
Neem contact op met de verkoper of een deskundig radio/
televisietechnicus.
Veranderingen
De Federal Communications Commission eist dat de gebruiker wordt
gewaarschuwd dat elke verandering aan het apparaat die niet uitdrukkelijk door
Belkin Corporation is goedgekeurd de bevoegdheid van de gebruiker om het
apparaat te bedienen teniet kan doen.
Canada-Industry Canada (IC)
De draadloze radio van dit apparaat voldoet aan RSS 139 & RSS 210 Industry
Canada. This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Cet appareil nurique de la classe B conforme á la norme NMB-003 du Canada.
Kennisgeving betreffende de Europese Unie
Radioproducten die voorzien zijn van de CE 0560- of de CE-aanduiding
voldoen aan de R&TTE-richtlijn (1995/5/EC) van de Commissie van de Europese
Gemeenschap.
Het voldoen aan deze richtlijn houdt in dat de betreffende apparatuur
beantwoordt aan de volgende Europese normen (de overeenkomstige
internationale normen zijn tussen haakjes vermeld).
• EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid
• EN 300 328 Technische vereisten voor radioapparatuur
ETS 300 826 - Algemene vereisten voor radioapparatuur wat betreft
elektromagnetische compatibiliteit.
U kunt het zendertype vaststellen op het identificatie-etiket van uw apparaat
van Belkin.
Producten die voorzien zijn van het CE-merk voldoen aan de Richtlijn voor
Elektromagnetische Compatibiliteit (89/336/EEC) en aan de Richtlijn voor
Laagspanningsapparatuur (72/23/EEC) van de Commissie van de Europese
Economische Gemeenschap. Apparaten die aan deze richtlijn voldoen
beantwoorden aan de volgende Europese normen (tussen haakjes zijn de
overeenkomstige internationale normen vermeld).
• EN 55022 (CISPR 22) – Elektromagnetische interferentie
• EN 55024 (IEC61000-4-2,3,4,5,6,8,11) Elektromagnetische immuniteit
• EN 61000-3-2 (IEC610000-3-2) – Harmonischen in elektrische leidingen
• EN 61000-3-3 (IEC610000) – Spanningsfluctuaties in elektrische leidingen
• EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid
Producten die een radiozender bevatten zijn voorzien van het CE 0560- of CE-
waarschuwingsmerk en kunnen tevens zijn voorzien van het CE-logo.
89
Informatie
89
Hoofdstuk
2
1
3
4
5
6
7
8
9
10
12
Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit
product niet mag worden afgevoerd met het huishoudelijk afval. Het
is uw verantwoordelijkheid uw afgedankte apparatuur af te leveren
op een aangewezen inzamelpunt voor de verwerking van afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur. De gescheiden inzameling en
verwerking van uw afgedankte apparatuur draagt bij tot het sparen
van natuurlijke bronnen en tot het hergebruik van materiaal op een wijze die de
volksgezondheid en het milieu beschermt. Voor meer informatie over waar u uw
afgedankte apparatuur kunt inleveren voor recycling kunt u contact opnemen met
het gemeentehuis in uw woonplaats, de reinigingsdienst of de winkel waar u het
product hebt aangeschaft.
Beperkte levenslange productgarantie van Belkin Corporation
Belkin Corporation geeft garantie voor de levensduur van het product op
materiaal- en fabricagefouten. Wanneer een defect wordt geconstateerd, zal
Belkin naar eigen keuze het product repareren of kosteloos vervangen, op
voorwaarde dat het product tijdens de garantieperiode, met vooruitbetaalde
vervoerskosten, wordt geretourneerd aan de officiële Belkin dealer bij wie het
product is gekocht. Overlegging van het aankoopbewijs kan noodzakelijk zijn.
Deze garantie is niet van toepassing als het product is beschadigd als gevolg
van een ongeluk, misbruik, verkeerd gebruik of een verkeerde toepassing; als
het product zonder schriftelijke toestemming van Belkin is gewijzigd of als een
serienummer dat door Belkin is aangebracht, is verwijderd of onleesbaar is
gemaakt.
DE GARANTIE EN VERHAALSMOGELIJKHEDEN DIE HIERVOOR
ZIJN UITEENGEZET SLUITEN ELKE ANDERE GARANTIE OF
VERHAALSMOGELIJKHEID UIT, HETZIJ MONDELING OF SCHRIFTELIJK,
HETZIJ UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET. BELKIN WIJST UITDRUKKELIJK
ELKE EN ALLE IMPLICIETE AANSPRAKELIJKHEID OF GARANTIE AF,
WAARONDER, ZONDER ENIGE BEPERKING, GARANTIES BETREFFENDE DE
VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING.
Geen enkele dealer, vertegenwoordiger of werknemer van Belkin is bevoegd tot
wijziging, uitbreiding of aanvulling van deze garantie.
BELKIN IS NIET AANSPRAKELIJK VOOR SPECIFIEKE SCHADE, INCIDENTELE
SCHADE OF GEVOLGSCHADE TEN GEVOLGE VAN HET NIET NAKOMEN
VAN DE GARANTIEVOORWAARDEN OF TEN GEVOLGE VAN ENIG ANDER
JURIDISCH CONFLICT, WAARONDER BEGREPEN WINSTDERVING,
PRODUCTIETIJDVERLIES, GOODWILL, BESCHADIGING VAN PROGRAMMA’S
OF GEGEVENS DIE ZIJN OPGESLAGEN IN OF WORDEN GEBRUIKT
DOOR BELKIN-PRODUCTEN, EN HET OPNIEUW PROGRAMMEREN OF
REPRODUCEREN ERVAN.
In sommige staten of landen is het niet toegestaan om incidentele schade,
voortvloeiende schade en impliciete garanties uit te sluiten of te beperken; in dat
geval gelden de bovenstaande beperkingen of uitsluitingen wellicht niet voor u.
Deze garantie verleent u specifieke wettelijke rechten en wellicht hebt u andere
rechten die van staat tot staat verschillen.
© 2006 Belkin Corporation. Alle rechten voorbehouden. Alle handelsnamen zijn gedeponeerde
handelsmerken van de betreffende rechthebbenden. Apple, AirPort, Mac, Mac OS en Apple
-
Talk zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen gedeponeerde handelsmerken van Apple
Computer, Inc.. Het merkteken Wi-Fiis een gedeponeerd merkteken van de Wi-Fi Alliance.
P75125ea_A
ADSL2+ modem
met ingebouwde
draadloze
G+ MIMO router
Belkin Ltd.
7 Bowen Crescent, West Gosford
NSW 2250, Australië
+61 (0) 2 4372 8600
+61 (0) 2 4372 8603 fax
Belkin B.V.
Boeing Avenue 333
1119 PH Schiphol-Rijk, Nederland
+31 (0) 20 654 7300
+31 (0) 20 654 7349 fax
Belkin Corporation
501 West Walnut Street
Los Angeles, CA 90220, USA
310-898-1100
310-898-1111 fax
Belkin Ltd.
Express Business Park, Shipton Way
Rushden, NN10 6GL, Verenigd Koninkrijk
+44 (0) 1933 35 2000
+44 (0) 1933 31 2000 fax
OOSTENRIJK 08 - 20 20 07 66
TSJECHIË 23 900 04 06
DENEMARKEN 701 22 403
FINLAND 00800 - 22 35 54 60
FRANKRIJK 08 - 25 54 00 26
DUITSLAND 0180 - 500 57 09
GRIEKENLAND 00800 - 44 14 23 90
HONGARIJE 06 - 17 77 49 06
IJSLAND 800 8534
IERLAND 0818 55 50 06
ITALIË 02 - 69 43 02 51
LUXEMBURG 34 20 80 8560
NEDERLAND 0900 - 040 07 90
NOORWEGEN 815 00 287
POLEN 00800 - 441 17 37
PORTUGAL 707 200 676
RUSLAND 495 580 9541
ZUID-AFRIKA 0800 - 99 15 21
SPANJE 902 - 02 43 66
ZWEDEN 07 - 71 40 04 53
ZWITSERLAND 08 - 48 00 02 19
UK 0845 - 607 77 87
Gratis technische ondersteuning*
Aanvullende informatie over technische ondersteuning is beschikbaar op
www.belkin.com onder “Ondersteuning”.
“Indien u telefonisch* contact wilt opnemen met onze afdeling voor technische ondersteuning,
kunt u gebruik maken van het voor u van toepassing zijnde telefoonnummer uit onderstaande
lijst. Onze afdeling voor technische ondersteuning is bereikbaar tijdens kantooruren.”
*Tegen standaard telefoontarief
8786
8786
País Protocolo
de
conexión
VPI/VCI Encapsulamiento ISPs
Europa
Francia PPPoE 8/35 LLC Varios
Germany PPPoE 1/32 LLC T-Online,
varios
Países
Bajos
1483
Bridged
0/35
0/3
2
0/34
LLC
LLC
LLC
BBNed, XS4all
Versatel DHCP
Baby XL,
Tiscali (start/
Surf/ Family/
Live)
PPPoA 8/48 VC MUX KPN, Hetnet,
HCCNet,
Tiscali (lite/
Basis/Plus)
Wanadoo
PPPoA 0/3
2 VC MUX Versatel PPP,
Zonnet
PPPoE 8/35 LLC Varios
Bélgica PPPoA 8/35 LLC Belgacom,
Tiscali, Scarlet
Italia PPPoE o
PPPoA
8/35 VC MUX TIN
España PPPoE o
1483
Bridged
8/32 LLC Telefonica
Suecia 1483
Bridged
3/35 LLC Telia
UK PPPoA 0/38 VC MUX BT, Freeserve,
Tiscali, AOL*
Asia
Australia PPPoE o
PPPoA
8/35 LLC Varios
Nueva
Zelanda
PPPoE o
PPPoA
0/100 VC MUX Varios
Singapur PPPoE 0/100 LLC SingNet,
Pacific Internet
Anexos

Documenttranscriptie

ADSL2+ modem met ingebouwde draadloze G+ MIMO router Creëer een netwerk voor uw computers en deel uw ADSLinternetverbinding UK FR DE NL ES IT Handleiding F5D9630df4A Inhoud 1 Inleiding ................................................................................................... 1 Voordelen van een netwerk in uw woning ............................................ 1 Voordelen van een draadloos netwerk van Belkin ................................ 1 2 U dient over het volgende te beschikken ................................................. 2 Inhoud van de verpakking .................................................................... 2 Systeemvereisten ................................................................................. 2 Internet-verbindingsinstellingen ........................................................... 2 3 Kennismaken met uw router ................................................................... 3 4 Uw router aansluiten ............................................................................... 6 Kennismaken met uw router ................................................................ 6 De computers aansluiten ..................................................................... 7 Uw router met de ADSL-lijn verbinden ................................................. 8 Uw router aanzetten ........................................................................... 10 5 Setup van uw computers........................................................................ 11 Handmatige configuratie van netwerkadapters .................................. 11 Aanbevolen instellingen van de webbrowser ..................................... 17 6 Configuratie van de router met behulp van de Setup Wizard ................ 19 De Setup Wizard gebruiken ............................................................... 19 7 Handmatige configuratie van de router ................................................. 23 De werking van de geavanceerde web-based gebruikersinterface .... 23 LAN-instellingen wijzigen ................................................................... 25 DHCP-cliëntlijst .................................................................................. 28 Internet WAN ...................................................................................... 28 Uw ISP-verbindingstype instellen op PPPoE of PPPoA ..................... 30 Het Wireless-tabblad .......................................................................... 35 Encryptie/Beveiliging .......................................................................... 37 WEP-setup ......................................................................................... 41 WPA-setup ......................................................................................... 42 De beveiligingsinstellingen van de netwerkadapter van uw computer configureren ....................................................................................... 46 Wireless Bridge (Draadloze brug) ....................................................... 51 Firewall ............................................................................................... 52 Utilities (Hulpprogramma’s) ................................................................ 56 8 Problemen oplossen ............................................................................. 64 9 Appendices ............................................................................................ 76 Appendix A: Verklarende woordenlijst ................................................ 76 Appendix B: Belangrijke factoren die een rol spelen bij plaatsing en setup .................................................................................................. 83 Appendix C: Overzicht met internet-verbindingsinstellingen .............. 85 10 Informatie ............................................................................................ 87 Inleiding Voordelen van een netwerk in uw woning Als u de volgende eenvoudige setup-instructies volgt, kunt u met uw thuisnetwerk van Belkin het volgende doen: 1 2 3 4 5 • Uw hi-speed internetverbinding met alle computers in huis delen 6 • Bronnen als bestanden en harde schijven delen met alle aangesloten computers in huis 7 • Eén printer met het hele gezin delen • Documenten, muziek, videomateriaal en digitale foto’s delen 8 • Bestanden opslaan, ophalen en kopiëren van de ene naar de andere computer 9 • Tegelijkertijd on-line spelletjes spelen, via het internet uw e-mail bekijken en chatten Voordelen van een draadloos netwerk van Belkin 10 Mobiliteit – een speciale computerruimte is voortaan overbodig; u kunt nu overal binnen het draadloze bereik gebruik maken van een notebook of desktopcomputer die is aangesloten op het netwerk Eenvoudige installatie – de Easy Installation Wizard van Belkin maakt installatie heel eenvoudig Flexibiliteit – installatie van en toegang tot printers, computers en andere netwerkapparatuur vanaf elke plek in uw woning Eenvoudige uitbreiding – Belkin biedt u keus uit een complete reeks netwerkproducten die het u mogelijk maken uw netwerk uit te breiden met apparaten als printers en gaming-consoles Bedrading niet vereist – u bespaart uzelf de kosten en de moeite die komen kijken bij het aanleggen van Ethernet-kabels in uw woning of kantoor Algemeen aanvaard – keuze uit een groot aanbod van interoperabele netwerkproducten 1 12 Hoofdstuk Dank u voor het aanschaffen van dit ADSL-modem met ingebouwde hispeed draadloze G router van Belkin (de router). Binnen een paar minuten kunt u uw internetaansluiting delen en vormen uw computers met uw nieuwe router een netwerk. Hier volgen enkele productkenmerken die deze router de ideale oplossing maken voor uw netwerk thuis of op kantoor. Wij raden u aan deze handleiding volledig door te lezen en extra aandacht te besteden aan Appendix B, getiteld “Belangrijke factoren die een rol spelen bij plaatsing en setup”. U dient over het volgende te beschikken Inhoud van de verpakking • ADSL2+ modem met ingebouwde draadloze G+ MIMO router • RJ11-telefoonkabel - grijs • RJ45 Ethernet-netwerkkabel - geel • ADSL-microfilter* • Voedingsadapter • Handleiding (op cd) *Benodigde ADSL-microfilters verschillen per land en worden niet in elk land meegeleverd. Als geen filter is meegeleverd, dient u er zelf een aan te schaffen. Systeemvereisten • • • • Een actieve ADSL-lijn in combinatie met een telefoonaansluiting aan de muur, voor het aansluiten van de router Ten minste één computer met een netwerkinterfacekaart (NIC) en een internetbrowser die op de juiste wijze zijn geïnstalleerd en geconfigureerd TCP/IP-netwerkprotocol geïnstalleerd op alle computers die zijn aangesloten op de router Geen andere DHCP-server op uw lokale netwerk die IP-adressen aan computers en apparatuur toekent Internetverbindingsinstellingen Vraag eerst uw Internet Service Provider (ISP) om de volgende informatie voordat u het draadloze ADSL-modem met ingebouwde draadloze G router installeert. • • • • • • • Internetverbindingsprotocol: _________ (PPPoE, PPPoA, dynamisch IP, statisch IP) Multiplexing-methode of encapsulatie: __________ (LLC of VC MUX) Virtueel circuit: VPI (Virtual Path Identifier) __________ (een getal tussen 0 en 255) VCI (Virtual Channel Identifier) __________ (een getal tussen 1 en 65535) Voor PPPoE- en PPPoA-gebruikers: Gebruikersnaam _____________ en wachtwoord _______________ van uw ADSL-account Voor gebruikers van een statisch IP-adres IP Address ___ . ___ . ___ . ___ Subnetmasker ___ . ___ . ___ . ___ Standaard gatewayserver ___ . ___ . ___ . IP-adres voor Domain Name Server ___ . ___ . ___ . ___ (Indien verstrekt door uw ISP) Let op: Zie Appendix C in deze handleiding voor enkele veelgebruikte DSLparameters voor internetinstellingen. Bij twijfel raden wij u aan contact op te nemen met uw ISP. 2 Kennismaken met uw router Frontpaneel (1) (2) (5) (4) (3) 1 2 3 4 5 1. 2. LED voor voeding Als u de stroom naar de router (opnieuw) inschakelt, heeft de router enige tijd nodig om op te starten. Wanneer de router volledig is opgestart, brandt de LED voor voeding continu GROEN. Dit betekent dat de router klaar is voor gebruik. UIT De router is UITgeschakeld Groen De router is INgeschakeld Rood De router kon niet opstarten LAN status-LED’s Deze LED’s zijn genummerd van 1 tot 4. Deze nummering correspondeert met de nummering van de poorten aan de achterkant van de router. De LED zal gaan branden als een computer correct wordt aangesloten op één van de LAN-poorten aan de achterkant van de router. Een GROENE LED die blijft branden houdt in dat er een apparaat is aangesloten dat geschikt is voor netwerkcommunicatie. Wanneer via de poort informatie wordt verzonden, knippert de LED snel. Een ORANJE LED geeft aan dat er sprake is van een 10Base-T-verbinding UIT Er is geen apparaat aangesloten Oranje Er is een Ethernet-verbinding tot stand gebracht en een 10Base-T-apparaat is aangesloten Oranje - knippert Een 10Base-T-apparaat is bezig met het verzenden of ontvangen van gegevens Groen Er is een Ethernet-verbinding tot stand gebracht en een 100Base-T-apparaat is aangesloten Groen - knippert Een 100Base-T-apparaat is bezig met het verzenden of ontvangen van gegevens 3 6 7 8 9 10 11 12 Hoofdstuk De router is ontworpen voor plaatsing op een bureau. Met het oog op praktische bruikbaarheid lopen alle kabels via de achterzijde van de router naar uw apparatuur. De LED’s aan de bovenzijde van de router zijn goed zichtbaar en geven u informatie over de netwerkactiviteit en de status. Kennismaken met uw router 3. WLAN status-LED De status-LED voor WLAN brandt continu GROEN zodra draadloos LAN is geactiveerd. Hij knippert als de router bezig is met het draadloos versturen of ontvangen van gegevens. 4. UIT WLAN is uitgeschakeld Groen WLAN-verbinding is tot stand gebracht Groen - knippert Gegevens worden verstuurd of ontvangen ADSL-LED De ADSL-LED is GROEN en knippert tijdens de communicatie met uw ISP. Het lampje blijft GROEN branden als de router op de juiste manier met uw ADSL-service is verbonden. 5. UIT Geen ADSL-verbinding Groen ADSL-verbinding is tot stand gebracht Groen - knippert Poging tot het maken van een verbinding Internet-LED De Internet-LED toont u wanneer de router een internetverbinding tot stand heeft gebracht. Wanneer de LED NIET brandt, is de router NIET verbonden met het Internet. Wanneer de LED continu GROEN licht geeft, is de router verbonden met het Internet. Als de LED knippert, is de router gegevens aan het ontvangen of versturen via het Internet. UIT Geen internetverbinding Groen Internetverbinding is tot stand gebracht Groen - knippert Gegevens worden verstuurd of ontvangen Rood Verkrijgen van IP mislukt 4 Kennismaken met uw router 1 Achterpaneel 2 (7) (8) (9) 3 4 5 6 6. DSL-lijn Deze poort is voor het aansluiten van uw ADSL-lijn. Sluit uw ADSL-lijn aan op deze poort. 7. Ethernet-poorten De Ethernet-poorten zijn RJ45, 10/100 auto-negotiation-poorten. De poorten worden aangeduid met de cijfers 1 t/m 4. Deze cijfers corresponderen met genummerde LED’s aan de voorkant van de router. Sluit de netwerkcomputers of andere netwerkapparatuur aan op deze poorten. 8. Resetknop De resetknop kan gebruikt worden in het zeldzame geval dat de router niet goed functioneert. Door de router te resetten, herstelt u de normale werking van de router terwijl de geprogrammeerde instellingen in behouden blijven. Met de resetknop kunt u ook de fabrieksinstellingen van het draadloze accesspoint terugroepen. U kunt de optie “Restore” (Herstellen) gebruiken wanneer u uw persoonlijke wachtwoord bent vergeten. a. De router resetten Druk de resetknop in en houd deze een seconde lang ingedrukt. Wanneer de LED voor “Voeding/Gereed” weer continu brandt, is de resetprocedure voltooid. b. De standaard fabrieksinstellingen herstellen Druk de resetknop gedurende vijf seconden in en laat hem daarna los. Wanneer de LED voor “Voeding/Gereed” weer continu brandt, zijn de fabrieksinstellingen hersteld. 9. Voedingsaansluiting Sluit de meegeleverde 15V-voedingsadapter aan op deze aansluiting. Als u het verkeerde type voedingsadapter gebruikt, kunt u uw router beschadigen. 5 7 8 9 10 12 Hoofdstuk (6) Uw router aansluiten Kennismaken met uw router Naarmate de afstand tussen de router en de computer kleiner is, wordt de verbinding sterker. Het bereik van draadloze apparatuur ligt doorgaans tussen de 30 en 60 meter. De prestaties van uw draadloze verbinding zullen iets achteruit gaan bij een grotere afstand tussen uw router en de aangesloten apparatuur. U hoeft hiervan niet altijd iets te merken. Bij een grotere afstand tot de router, kan de snelheid van de verbinding afnemen. Metalen apparaten of bloccades en muren kunnen signalen verzwakken doordat ze de radiogolven van uw netwerk blokkeren. Voor meer informatie verwijzen wij u naar “Appendix B: Belangrijke factoren die een rol spelen bij plaatsing en setup” in deze handleiding. Als u denkt dat de matige prestaties van uw netwerk te maken hebben met afstand of hindernissen, probeer de computer dan op een afstand van 1,5 tot 3 meter van de router te plaatsen om te kijken of een te grote afstand inderdaad de oorzaak is. Als u zelfs problemen ondervindt bij zo’n korte afstand, raden wij u aan het hoofdstuk “Problemen oplossen” te raadplegen. 6 Uw router aansluiten 1 De computers aansluiten Schakel uw computers en netwerkapparatuur uit. 2. Sluit uw computer met behulp van een Ethernet-netwerkkabel aan op een van de GELE RJ45-poorten, aangeduid met “connections to your computers” aan de achterzijde van de router (er is een Ethernet-netwerkkabel meegeleverd). 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 7 Hoofdstuk 1. Uw router aansluiten Uw router met de ADSL-lijn verbinden De wijze waarop de router wordt aangesloten op de ADSl-lijn varieert per land en regio. Doorgaans heeft u een microfilter of een microfilter met ingebouwde splitter nodig om tegelijkertijd gebruik te kunnen maken van de ADSL-service en de telefoonservice op dezelfde telefoonlijn. Leest u de volgende stappen aandachtig door en maak uw keuze. 1. Indien uw telefoon- en ADSL-service van dezelfde telefoonlijn gebruik maken, zijn ADSL-microfilters nodig voor elke telefoon, fax, nummerherkenner of antwoordapparaat, etc. Extra splitters kunnen gebruikt worden voor het scheiden van telefoonlijnen voor gebruik voor de telefoon en de router. Let op: Sluit het ADSL-microfilter niet aan tussen de wandcontactdoos en de router— de ADSL-service kan anders namelijk niet bij het modem kunnen komen. 2. Indien uw telefoon- en ADSL-service van dezelfde telefoonlijn gebruik maken en u gebruik maakt van een ADSL-microfilter met ingebouwde splitter, sluit dan de splitter aan op de telefoonaansluiting aan de wand die de ADSL-service levert. Sluit vervolgens de telefoonkabel van de ADSL-microfilter RJ11-poort, doorgaans aangeduid met “DSL” aan op de grijze RJ11-poort aangeduid met “DSL line” op de achterzijde van de router. Sluit het telefoonapparaat aan op de andere poort van de ADSLsplitter, doorgaans aangeduid met “Phone”. U heeft een extra ADSL-microfilter als nog een telefoon of apparaat op dezelfde lijn is aangesloten. 8 Uw router aansluiten 1 2 3 5 6 7 8 Let op: Een RJ11-telefoonkabel is meegeleverd. Zorg er bij het bevestigen van een RJ11-stekker voor dat het lipje van de stekker op zijn plaats klikt. 3. Als u een speciale ADSL-service-telefoonlijn met een RJ11aansluiting hebt, sluit dan eenvoudigweg een telefoonkabel aan tussen de aansluiting aan de wand en de grijze RJ11-poort die wordt aangeduid met “DSL line” aan de achterzijde van de router. 4. Als u een RJ45-aansluiting voor uw ADSL-service hebt, sluit dan een RJ45-naar-RJ11-converter aan op de wandaansluiting. Sluit vervolgens het ene uiteinde van een telefoonkabel aan op de converter en het andere uiteinde op de grijze RJ11-poort die wordt aangeduid met “DSL line” aan de achterzijde van de router. 9 10 12 Let op: Of de ADSL-microfilter is meegeleverd hangt af van het land van verkoop. 9 Hoofdstuk 4 Uw router aansluiten Uw router aanzetten 1. Sluit de meegeleverde voedingsadapter aan op de poort van de router die wordt aangeduid met “Power”. Let op: Voor uw veiligheid, voor optimale prestaties en om beschadiging van uw router te voorkomen, raden wij u aan uitsluitend de meegeleverde voedingsadapter te gebruiken. 2. Zodra u de voedingsadapter hebt aangesloten en de voedingsbron is ingeschakeld, zou het voedingspictogram van de router op het frontpaneel ingeschakeld moeten zijn. Het kan enkele minuten duren voordat de router volledig is opgestart. 3. Zet uw computers aan. Nadat uw computers zijn opgestart, gaat aan de voorzijde van de router een LED voor de LAN-verbinding branden voor elke poort waarop een bedrade computer is aangesloten. Deze lampjes geven de status van de verbinding en activiteit weer. U kunt nu de router configureren voor een ADSL-verbinding. 10 Setup van uw computers 1 Om ervoor te zorgen dat uw computer correct met uw router kan communiceren, dient u de “TCP/IP-Ethernet”-instellingen van uw computer te wijzigen in: “Obtain an IP address automatically/Using DHCP” (IP-adres automatisch ophalen/Gebruik maken van DHCP) Dit is de standaardinstelling voor de meeste homecomputers. 2 Installeer EERST de computer die is verbonden met het ADSL-modem. Volg daarbij de volgende stappen. U kunt deze stappen ook gebruiken om computers aan uw router toe te voegen nadat de router geconfigureerd is voor aansluiting op het Internet. 4 3 5 1. 6 2. 3. 4. 5. 6. Uw Klik op “Start”, “Settings” (Instellingen) en vervolgens op “Control Panel” (Configuratiescherm). Dubbelklik op het pictogram “Network and dial-up connections” (Netwerken inbelverbindingen) (Windows 2000) of het pictogram “Network” (Netwerk) (Windows XP). Klik met uw rechter muisknop op de “Local Area Connection” (Lokale verbinding) die is gekoppeld aan uw netwerkadapter en selecteer “Properties” (Eigenschappen) in (1) het dropdown-menu. Klik in het scherm “Local (2) Area Connection Properties” (Eigenschappen lokale verbinding) op Internet Protocol (TCP/ (3) IP)” en vervolgens op de knop “Properties” (Eigenschappen). Nu verschijnt het volgende scherm: Wanneer “Use the following IP address” (Gebruik het volgende IP-adres) (2) is geselecteerd, moet uw router worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U dient deze informatie in de router in te voeren. Als dit niet al is geselecteerd, selecteer dan “Obtain an IP address automatically” (IP-adres automatisch ophalen) (1) en “Obtain DNS server address automatically” (DNS-serveradres automatisch ophalen) (3). Klik op “OK”. netwerkadapter(s) is (/zijn) nu geconfigureerd voor gebruik met de router. 11 7 8 9 10 12 Hoofdstuk Handmatige configuratie van netwerkadapters onder WindowsXP, 2000 of NT Setup van uw computers Handmatige configuratie van netwerkadapters onder Windows 98SE of Me 1. Klik in het dropdown-menu met uw rechter muisknop op “My Network Neighborhood” (Mijn netwerkomgeving) en selecteer “Properties” (Eigenschappen). 2. Selecteer “TCP/IP -> Settings” (TCP/IP -> Instellingen) voor de geïnstalleerde netwerkadapter. Het volgende venster zal verschijnen. (1) (3) (2) 3. Als “Specify an IP address” (IP-adres specificeren) is geselecteerd, moet uw router worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U dient deze informatie in de router in te voeren. 4. Schrijf het IP-adres en subnetmasker over van het tabblad “IP Address” (IP-adres) (3). 5. Selecteer het tabblad “Gateway” (2). Vul het gatewayadres in het diagram in. 6. Selecteer het tabblad “DNS Configuration” (DNS-configuratie) (1). Vul het DNS-adres/de DNS-adressen in het diagram in. 7. Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u op het tabblad voor IP-adressen “Obtain IP address automatically” (IP-adres automatisch ophalen). Klik op “OK”. 8. Voor een correcte configuratie en verbinding met de router van Belkin dient u mogelijkerwijs ook de DNS-configuratiegegevens en het gateway-adres uit het gateway-tabblad te verwijderen. Start de computer opnieuw. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, zijn uw netwerkadapters geconfigureerd voor gebruik met de router. 12 Setup van uw computers Installeer EERST de computer die is verbonden met het kabel- of DSL-modem. Volg daarbij de volgende stappen. U kunt deze stappen ook gebruiken om computers aan uw router toe te voegen nadat de router geconfigureerd is voor verbinding met het Internet. Handmatige configuratie van netwerkadapters onder Mac OS tot 9.x 2 3 4 5 1. Open het “Apple”-dropdown-menu. Selecteer “Control Panels” (Configuratieschermen) en dan “TCP/IP”. 6 2. U ziet nu het TCP/IP-configuratiescherm. Selecteer “Ethernet Built-In” (Ethernet ingebouwd) of “Ethernet” in het dropdownmenu “Connect via:” (Verbinding maken via) (1). 7 (1) 9 (2) 3. 8 Als naast “Configure” (Configureren) (2)”Manually” (Handmatig) is geselecteerd, moet uw router ook worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U dient deze informatie in de router in te voeren. 13 10 12 Hoofdstuk Om ervoor te zorgen dat uw computer correct met uw router kan communiceren, dient u de TCP/IP-instellingen van uw Mac-computer in te stellen op DHCP. 1 Setup van uw computers 4. Als dit niet al bij “Configure” (Configureren) is ingesteld, kiest u “Using DHCP Server”(Gebruik maken van DHCP-server). Hierdoor geeft u de computer de opdracht bij de router een IP-adres op te halen. 5. Sluit het venster. Als u veranderingen hebt aangebracht, verschijnt het volgende venster. Klik op “Save” (Opslaan). Herstart de computer. Wanneer de computer opnieuw is opgestart, zijn uw netwerkinstellingen geconfigureerd voor gebruik met de router. 14 Setup van uw computers Netwerkadapters onder Mac OS X handmatig configureren 1. Klik op het pictogram “System Preferences” (Systeemvoorkeuren). 1 2 3 Selecteer “Network” (Netwerk) (1) in het menu “System Preferences” (Systeemvoorkeuren). 4 5 6 (1) 7 8 9 3. Selecteer “Built-in Ethernet” (Ingebouwd Ethernet) (2) naast “Show” (Tonen) in het netwerkmenu. (2) 10 12 (3) (4) 15 Hoofdstuk 2. Setup van uw computers 4. Selecteer het tabblad “TCP/IP” (3). Naast “Configure” (Configureren)(4) moet nu “Manually” (Handmatig) of “Using DHCP” (Gebruikt maken van DHCP) te zien zijn. Is dat niet het geval, ga dan naar het tabblad PPPoE (5) en zorg ervoor dat “Connect using PPPoE” (Met behulp van PPPoE aansluiten) NIET is geselecteerd. Als dat wel het geval is, dan moet u uw router configureren voor een verbinding van het type PPPoE met behulp van uw gebruikersnaam en wachtwoord. 5. Als “Manually” (Handmatig) is geselecteerd, moet uw router worden geconfigureerd voor een verbinding met een statisch IP. Noteer de adresinformatie in de onderstaande tabel. U dient deze informatie in de router in te voeren. 6. Als dit niet al is geselecteerd, selecteert u behalve “Configure” (Configureren) ook “Using DHCP” (Gebruik maken van DHCP) (4) en klikt u op “Apply Now” (Nu toepassen). Uw netwerkadapter(s) is (/zijn) nu geconfigureerd voor gebruik met de router. 16 Setup van uw computers Aanbevolen instellingen van de webbrowser Meestal hoeft u aan de instellingen van uw webbrowser niets te veranderen. Als u problemen hebt met het openen van het Internet of de geavanceerde via het Internet bereikbare gebruikersinterface, wijzig dan de huidige instellingen van uw browser in de aanbevolen instellingen die u in dit hoofdstuk vindt. 1 2 3 4 6 7 8 9 Internet Explorer 4.0 of hoger 1. Start uw browser. Selecteer “Tools” (Extra) en vervolgens “Internet Options” (Internetopties). 2. In het scherm “Internet Options” (Internetopties) vindt u drie keuzemogelijkheden. “Never dial a connection” (Nooit een verbinding maken), “Dial whenever a network connection is not present” (Maak verbinding indien er geen netwerkverbinding aanwezig is) en “Always dial my default connection” (Altijd mijn standaardverbinding gebruiken). Als u een keus kunt maken, selecteer dan “Never dial a connection” (Nooit een verbinding maken). Als u geen keus kunt maken, ga dan naar de volgende stap. 3. Klik op het scherm “Internetopties” op “Verbindingen” en selecteer “LAN-instellingen”. 17 10 12 Hoofdstuk 5 Setup van uw computers 4. Zorg ervoor dat geen van de getoonde opties is aangevinkt: “Automatically detect settings” (Instellingen automatisch detecteren), “Use automatic configuration script” (Script voor automatische configuratie gebruiken) en “Use a proxy server” (Proxyserver gebruiken). Klik op “OK”. Klik vervolgens op de pagina “Internet Options” (Internetopties) opnieuw op “OK”. Netscape Navigator 4.0 of hoger 1. Start Netscape. Klik op “Edit” (Bewerken) en vervolgens op “Preferences” (Voorkeurinstellingen). 2. Klik in het venster “Preferences” (Voorkeurinstellingen) op “Advanced” (Geavanceerd) en selecteer vervolgens “Proxies”. In het venster “Proxies” selecteert u “Direct connection to the Internet” (Rechtstreekse verbinding met het Internet). 18 Configuratie van de router met behulp van de Setup Wizard 1 De Setup Wizard gebruiken 1. Op een computer die via kabels verbonden is met de router kunt u via de internetbrowser toegang krijgen tot de web-based gebruikersinterface van de router. Typ in de adresbalk van uw browser “192.168.2.1” in (zonder aanhalingstekens en zonder “http://” of “www” ervoor). Druk vervolgens op “Enter”. 2 3 4 5 6 Het volgende scherm zal verschijnen. Hierin wordt u verzocht in te loggen. De router wordt geleverd zonder vooraf geprogrammeerd wachtwoord. Laat het wachtwoord in het inlogscherm blanco en klik op de knop “Submit” (Verzenden) om in te loggen. 8 7 9 10 12 Let op: Wij raden u uit veiligheidsoverwegingen aan gebruik te maken van een wachtwoord. Gedetailleerde informatie over het wijzigen van een wachtwoord en over andere beveiligingsmogelij kheden vindt u in het hoofdstuk “Handmatige configuratie van de router”, in deze handleiding. 19 Hoofdstuk 2. Let op: Wij raden u ten zeerste aan bij de eerste setup gebruik te maken van een computer die via een RJ45-kabel is aangesloten op de router. Gebruik maken van een computer die draadloos met de router is verbonden raden wij af. Configuratie van de router met behulp van de Setup Wizard 3. De Setup Wizard zal automatisch starten ten behoeve van een snelle configuratie (aanbevolen). Klik op “Next” (Volgende) om door te gaan. 4. De eerste stap is het selecteren van uw land en ISP. Vervolgens klikt u op “Next” (Volgende). Als uw land en/of ISP niet zijn opgenomen in het getoonde overzicht, selecteert u “Other Country” (Ander land) of “Other ISP” (Andere ISP) 5. Vul nu in het daarvoor bestemde veld de gebruikersnaam en het wachtwoord in dat u van uw Internet Service Provider (ISP) hebt gekregen. Het is belangrijk dat u de juiste informatie invult op de juiste plaats, anders zal er geen verbinding tot stand gebracht kunnen worden. Uw ISP zal uw gebruikersnaam en wachtwoord kunnen bevestigen. Let op: Voor meer gedetailleerde informatie over overige verbindingstypes, verwijzen wij u naar het hoofdstuk “Handmatige configuratie van de router”. 20 Configuratie van de router met behulp van de Setup Wizard 6. 1 Het setup-scherm voor Wireless LAN (Draadloos LAN) zal verschijnen. U kunt nu verbinding maken met de router via een WLAN-computer met de volgende standaard instellingen voor draadloos LAN: 2 SSID = Belkin G+ MIMO ADSL 3 Draadloos kanaal = Auto Beveiliging = off (uitgeschakeld) 4 5 7 8 9 10 Let op: Wij raden u aan gebruik te maken van beveiliging via WEP of WPA en de SSID een nieuwe naam te geven. Raadpleeg de handleiding voor meer informatie over beveiligingsniveaus voor draadloze netwerken en over het wijzigen van beveligingsinstellingen. 21 12 Hoofdstuk 6 Configuratie van de router met behulp van de Setup Wizard 7. Controleer de instellingen die op het volgende scherm worden getoond. U kunt vervolgens klikken op de knop “Back” om de instellingen te wijzigen of op “Next” (Volgende) om te bevestigen. Let op: Voor het wijzigen van de gekozen instellingen kunt u de Setup Wizard herstarten of gebruik maken van het Navigatiemenu aan de linker zijde. 22 Handmatige configuratie van de router De werking van de geavanceerde web-based gebruikersinterface Deze homepage geeft u een beknopt overzicht van de status en de instellingen van de router. Alle pagina’s voor geavanceerde installatie zijn vanaf deze pagina bereikbaar. (10) (2) (3) (4) (5) 1 2 3 4 (6) 5 6 7 8 (8) (9) (7) 1. 2. 3. 4. 9 10 Snelnavigatiekoppelingen U kunt rechtstreeks naar elke pagina van de gebruikersinterface van de router gaan door rechtstreeks op deze koppelingen te klikken. Om het opzoeken van een bepaalde instelling te vergemakkelijken, zijn de koppelingen onderverdeeld in logische categorieën en gegroepeerd op tabbladen. Als u klikt op de koptekst van een tabblad krijgt u een beknopte beschrijving van de functie van het tabblad. Home-knop De”Home”-knop is beschikbaar op elke pagina van de gebruikersinterface. Met een druk op deze knop gaat u terug naar de homepage. Help-knop Door middel van de helpknop kunt u de helppagina’s van de router openen. Met een klik op “More Info” (Meer informatie) kunt u op veel pagina’s naast bepaalde paragrafen ook om hulp vragen. Login/Logout-knop Met één druk op deze knop kunt u op de router in- en uitloggen. Wanneer u bent ingelogd, verandert de tekst op de knop in “Logout”. 23 12 Hoofdstuk (1) Handmatige configuratie van de router Door op de router in te loggen, gaat u naar een afzonderlijke inlogpagina waar u een wachtwoord moet invoeren. Als u bent ingelogd, kunt u wijzigingen aanbrengen in de instellingen. Wanneer u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen, kunt u uitloggen door te klikken op de knop “Logout” (Afmelden). Meer informatie over inloggen op de router vindt u in het hoofdstuk “Inloggen op de router”. 5. Internetstatusindicator Deze indicator is zichtbaar op alle pagina’s van de router en geeft de verbindingsstatus van de router weer. Wanneer de indicator met een GROEN lampje “Connection OK” (Verbinding OK) aangeeft, dan is er een verbinding met Internet tot stand gebracht. Wanneer de indicator met een rood lampje “No Connection” (Geen verbinding) aangeeft, is er geen verbinding met Internet tot stand gebracht. Deze indicator wordt automatisch bijgewerkt zodra u de instellingen van de router wijzigt. 6. LAN-instellingen Toont u de instellingen van de Local Area Network (LAN) kant van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op de LANsnelkoppeling aan de linkerzijde van het scherm. 7. Features (Kenmerken) Hiermee wordt de status getoond van de UPnP, NAT, firewall-functies van de router. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op een van de koppelingen of door te klikken op de snelnavigatiekoppelingen aan de linkerzijde van het scherm. 8. Internetinstellingen Toont de instellingen van de internet/WAN-kant van de router die verbinding maakt met het Internet. U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op de “Internet/WAN”-snelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm. 9. Versie-informatie Toont de firmwareversie, bootcode-versie, hardwareversie en het serienummer van de router. 10. Paginanaam De pagina waarop u zich bevindt, is herkenbaar aan deze naam. Deze handleiding verwijst soms naar de naam van de pagina’s. Bijvoorbeeld “LAN > LAN-instellingen” verwijst naar de pagina met “LANinstellingen”. 24 Handmatige configuratie van de router 1 LAN-instellingen wijzigen Hier kunt u alle instellingen van de interne LAN-setup van de router bekijken en aanpassen. 2 Als u klikt op de header van de LAN-tab (1) gaat u naar die pagina van de LAN-tab. Hier vindt u een beknopte beschrijving van de functies. Om de instellingen te bekijken of één van de LANinstellingen te wijzigen, klikt u op “LAN Settings” (LAN-instellingen) (2) of als u een lijst wilt bekijken van de aangesloten computers, klikt u op “DHCP Client List” (3). 3 (1) 4 5 6 7 (3) 8 9 10 12 25 Hoofdstuk (2) Handmatige configuratie van de router LAN-instellingen (1) (2) (3) (4) (6) (5) 1. IP-adres Het “IP address” is het interne IP-adres van de router. Het standaard IP-adres is “192.168.2.1”. Om de geavanceerde setup-interface te openen, typt u het IP-adres in de adresbalk van uw browser in. U kunt dit adres indien nodig wijzigen. Om het IP-adres te wijzigen, typt u het nieuwe IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). Het IP-adres dat u kiest, moet een niet-routeerbaar IP zijn. Hieronder ziet u een paar voorbeelden van een niet-routeerbaar IP: 192.168.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255) 10.x.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255) 2. Subnetmasker Het subnetmasker hoeft niet gewijzigd te worden aangezien de router automatisch de lengte aanpast aan het type IP-adres. 3. DHCP-server De DHCP-serverfunctie maakt het installeren van een netwerk bijzonder gemakkelijk omdat aan elke computer in het netwerk automatisch een IP-adres wordt toegekend. De standaardinstelling is “On” (Ingeschakeld). U kunt deze instellingen wijzigen door te klikken op de “Internet/WAN”snelnavigatiekoppeling aan de linkerzijde van het scherm. Om de DHCPserver uit te schakelen, selecteert u “Off” (Uitgeschakeld) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). 4. IP-pool De IP-pool is de verzameling IP-adressen die gereserveerd is voor dynamische toewijzing aan de computers in uw netwerk. De standaardwaarde is 2-100 (99 computers). Als u dit aantal wilt veranderen, voert u een nieuw start- en 26 Handmatige configuratie van de router eind-IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De DHCP-server kan honderd IP-adressen automatisch toewijzen. Dit betekent wel dat u geen IP-adressenpool kunt specificeren die groter is dan honderd computers. Als u bijvoorbeeld bij 50 begint, betekent dit dat u bij 150 of lager moet eindigen om de limiet van 100 cliënten niet te overschrijden. Het start-IP-adres moet altijd een lagere waarde hebben dan het eind-IP-adres. 5. Leasetijd 6. Lokale domeinnaam De standaardinstelling is “Belkin”. U kunt een lokale domeinnaam (netwerknaam) voor uw netwerk instellen. U hoeft deze instelling niet te wijzigen tenzij u daar een belangrijke reden voor hebt. U kunt het netwerk elke naam geven die u wilt zoals “MIJN NETWERK”. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 27 Hoofdstuk De leasetijd is de periode die de DHCP-server het IP-adres voor elke computer bewaart. Het is beter dat de leasetijd ingesteld blijft op “Forever” (Altijd). Ook de standaard-instelling is “Forever” (Altijd). Dit betekent dat het door de DHCP-server aan een computer toegewezen IP-adres voor die bepaalde computer nooit verandert. Door het instellen van kortere leasetijden, zoals een dag of een uur, komen IP-adressen na de gespecificeerde tijdsduur vrij. Dit betekent ook dat het IP-adres van een bepaalde computer na verloop van tijd zou kunnen veranderen. Als u één van de andere geavanceerde functies van de router heeft ingesteld zoals DMZ of cliënt IP-filters, dan zijn deze afhankelijk van het IP-adres. Daarom is het niet waarschijnlijk dat u het IPadres wilt wijzigen. 1 Handmatige configuratie van de router DHCP-cliëntenlijst U kunt een overzicht bekijken van de computers (bekend als “clients” (cliënten)) die zijn aangesloten op uw netwerk. U kunt het IP-adres (1) van de computer bekijken, evenals de hostnaam (2) (als de computer er één heeft toegewezen gekregen) en het MAC-adres (3) van de computer’s netwerkinterfacekaart (NIC). Wanneer u de knop “Refresh” (Vernieuwen) (4) indrukt, wordt de lijst bijgewerkt. Als er dingen zijn gewijzigd, wordt de lijst bijgewerkt. (1) (2) (3) (4) Internet WAN Via de “Internet/WAN”-tab kunt u de router instellen voor het maken van verbinding met uw Internet Service Provider. De router kan met vrijwel elke ADSL-serviceprovider verbinding maken mits u de instellingen van de router hebt afgestemd op het type verbinding dat uw ISP gebruikt. Uw provider verstrekt u de benodigde gegevens. Om de router te configureren volgens de gegevens die uw ISP heeft verstrekt, klikt u op “Connection Type” (Verbindingstype) (1) links op het scherm. Selecteer het type verbinding dat u gebruikt. Als uw ISP u DNS-gegevens heeft gegeven, kunt u door op “DNS” (2) te klikken DNS-adresinformatie invoeren voor ISP’s die specifieke instellingen vereisen. Als u klaar bent met het aanbrengen van instellingen, geeft de internetstatusindicator aan dat de verbinding in ordeis als uw router correct is geïnstalleerd. (1) (2) 28 Handmatige configuratie van de router 1 Verbindingstype Op de pagina “Connection Type” (Type verbinding) kunt u een van deze vijf verbindingstypes selecteren, gebaseerd op de informatie die door verstrekt is door uw ISP. • PPPoE • PPPoA 2 3 4 • Dynamisch IP (1483 bridged) • Statisch IP (IPOA) • Modem Only (Disable Internet Sharing) (“Internetverbinding delen” uitschakelen) Selecteer het type verbinding dat u gebruikt door op het keuzerondje (1) naast uw type verbinding te klikken en dan te klikken op “Next” (Volgende) (2). 6 7 8 9 10 (1) 12 (2) 29 Hoofdstuk Let op: Zie Appendix C in deze handleiding voor enkele veelgebruikte DSL-parameters voor internetinstellingen. Bij twijfel raden wij u aan contact op te nemen met uw ISP. 5 Handmatige configuratie van de router Uw ISP-verbindingstype instellen op PPPoE of PPPoA PPPoE (Point-to-Point Protocol over Ethernet) is de standaard methode voor het aansluiten van netwerkapparatuur. Een gebruikersnaam en wachtwoord zijn vereist om toegang tot het netwerk van uw ISP te verkrijgen en om een verbinding met Internet tot stand te kunnen brengen. PPPoA (PPP over ATM) is vergelijkbaar met PPPoE, maar wordt voornamelijk in het Verenigd Koninkrijk (1) gebruikt. Selecteer PPPoE (2) of PPPoA en klik op (3) “Next” (Volgende). Voer vervolgens de informatie in die u van uw ISP gekregen (4) hebt en klik op “Apply (5) Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de (6) instellingen te activeren. (7) 1. Username (Gebruikersnaam) - Typ de gebruikersnaam in. (Toegekend door uw ISP). 2. Password (Wachtwoord) - Vul uw wachtwoord in. (Toegekend door uw ISP). 3. Retype Password (Wachtwoord opnieuw intypen) - Bevestig uw wachtwoord. (Toegekend door uw ISP). 4. VPI/VCI - Vul uw Virtual Path Identifier (VPI) en Virtual Circuit Identifier (VCI) parameter hier in. (Toegekend door uw ISP). 5. Encapsulation (Encapsulatie) - Selecteer uw encapsulatietype (verstrekt door uw ISP) om aan te geven hoe meerdere protocols verwerkt moeten worden bij de ATM-transportlaag. VC-MUX: PPPoA Virtual Circuit Multiplexer (null encapsulation) laat slechts een protocol per virtual circuit toe, met minder overheads. LLC: PPPoA Logical Link Control staat meerdere protocols toe op een virtueel circuit (meer overhead). 6. Dial on Demand - Als u “Dial on Demand” selecteert, zal uw router automatisch verbinding maken met het Internet zodra een gebruiker de webbrowser opent. 7. Idle Time (Minutes) - Voer de maximale niet-actieve tijd in voor de Internetverbinding. Nadat deze tijd is verstreken, zal de verbinding beëindigd worden. 30 Handmatige configuratie van de router Uw type internetverbinding instellen op Dynamic IP (1483 Bridged) Deze verbindingsmethode zorgt voor een brug tussen uw netwerk en het netwerk van uw ISP. Aan de router zal automatisch een IP-adres worden toegekend door de DHCP-server van uw ISP. 1 2 3 4 5 (1) (2) 6 1. VPI/VCI - Vul uw Virtual Path Identifier (VPI) en Virtual Circuit Identifier (VCI) parameter hier in. Deze gegevens worden verstrekt door uw ISP. 2. Encapsulation (Encapsulatie) - Selecteer LLC of VC MUX afhankelijk van wat uw ISP gebruikt. 8 9 10 12 31 Hoofdstuk 7 Handmatige configuratie van de router Uw ISP-verbinding instellen op Static IP (IPoA) Dit type verbinding wordt ook wel “Classical IP over ATM” of “CLIP” genoemd. Hierbij voorziet uw ISP u van een vast IP voor de verbinding van uw router met het Internet. (1) (2) (3) (4) (5) 1. WAN IP Address – Vul het door uw ISP verstrekte IP-adres in voor de WAN-interface van de router. 2. WAN Subnet Mask - Vul het door uw ISP verstrekte subnetmasker in. 3. Default Route - Vul een standaard gateway IP-adres in. Indien de router binnen het lokale netwerk geen bestemmingsadres kan vinden, zal hij de pakketten doorsturen naar de standaard gateway die uw ISP heeft toegekend. 4. VPI/VCI - Vul uw Virtual Path Identifier (VPI) en Virtual Circuit Identifier (VCI) parameter hier in. Deze gegevens worden verstrekt door uw ISP. 5. Encapsulation (Encapsulatie) - Selecteer LLC of VC MUX afhankelijk van wat uw ISP gebruikt. 32 Handmatige configuratie van de router 1 Het verbindingstype instellen op Modem Only (Disable Internet Sharing) (“Internet delen” uitschakelen) 2 In deze modus fungeert de router uitsluitend als een bridge (brug) voor de overdracht van pakketten via de DSL-poort. Om een verbinding met het Internet tot stand te kunnen brengen, moet echter wel extra software op uw computer worden geïnstalleerd. 3 4 (1) 5 6 (VCI) parameter hier in. (Toegekend door uw ISP). 8 Instellingen DNS (Domain Name Server) Een “Domain Name Server” is een server op het Internet die URL’s (Universal Resource Links) als “www.belkin.com” vertaalt in IP-adressen. De meeste ISP’s verlangen niet van u dat u deze informatie in de router invoert. Het vakje “Automatic from ISP” (Automatisch van ISP) (1) moet zijn aangevinkt als uw ISP u geen specifiek DNS-adres heeft gegeven. Als u een statisch IP gebruikt, moet u waarschijnlijk een specifiek DNS-adres en een secundair DNS-adres invullen om ervoor te zorgen dat uw verbinding correct functioneert. Als u een dynamische verbinding of PPPoE gebruikt, hoeft u waarschijnlijk geen DNS-adres in te vullen. Laat het vakje behorend bij “Automatic from ISP” (Automatisch van ISP) aangevinkt. Om de gegevens van het DNS-adres in te voeren, verwijdert u het vinkje voor de optie “Automatic from ISP” en vult u uw DNS-gegevens in de daarvoor bestemde ruimte in. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (2) om de instellingen op te slaan. (1) (2) 33 7 9 10 12 Hoofdstuk 1. VPI/VCI - Vul uw Virtual Path Identifier (VPI) en Virtual Circuit Identifier Handmatige configuratie van de router Gebruik maken van een dynamisch DNS De Dynamic DNS service staat statische hostnamen toe voor dynamische IP-adressen in een van de vele domeinen van DynDNS. org, waardoor toegang tot uw netwerkcomputers vanaf verschillende plaatsen op het internet eenvoudiger is. DynDNS.org biedt deze service, voor een maximum van vijf hostnamen, als een gratis dienst voor de internetgemeenschap. De dynamische DNS-service is ideaal voor een privé-website, bestandsserver, maar ook als u vanaf uw werk toegang wilt krijgen tot uw pc thuis en de bestanden die erop staan. Indien u gebruik maakt van deze service verzekert u zich ervan dat uw hostnaam altijd verwijst naar uw IPadres, zelfs als uw ISP dit adres wijzigt. Indien uw IP-adres wijzigt, kunnen uw vrienden en zakenrelaties u altijd vinden via yourname.dyndns.org! U kunt zich gratis aanmelden voor een Dynamische DNS-hostnaam via http://www.dyndns.org. De Dynamic DNS Update Client van de router installeren. Voordat u van deze functionaliteit gebruik kunt maken, dient u zich aan te melden voor de gratis update-service van DynDNS.org. Zodra u dit gedaan hebt, kunt u verder. Volg daartoe onderstaande aanwijzingen. 1. Selecteer “DynDNS.org” in het dropdown-menu. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). 2. Voer uw DynDNS.org-gebruikersnaam in in het veld “User Name” (Gebruikersnaam) (1). Voer uw DynDNS.org-wachtwoord in in het veld “Password / Key” (2). Voer de DynDNS.org domeinnaam die u met DynDNS.org hebt opgezet in in het veld “Domain Name” (3). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om uw IP-adres bij te werken. 3. 4. 5. Indien het door uw ISP aan u toegewezen IP-adres wijzigt, zal de router uw nieuwe IP-adres automatisch doorspelen aan de DynDNS. org-servers. U kunt dit ook handmatig doen door te klikken op de knop “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) (4). 34 Handmatige configuratie van de router 1 Het Wireless-tabblad Op het tabblad “Wireless” (Draadloos) kunt u veranderingen aanbrengen in de instellingen van het draadloze netwerk. Op dit tabblad kunt u de naam van het draadloze netwerk (SSID), het gebruikte kanaal en de encryptie-instellingen aanpassen. Kanaal en SSID 2 3 4 1. Het draadloze kanaal wijzigen 2. De naam van het draadloze netwerk (SSID) wijzigen Om uw draadloze netwerk te identificeren, wordt een naam gebruikt die bekend is als SSID (Service Set Identifier). De standaard SSID van de router is “belkin54g”. U kunt deze naam veranderen in alles wat u maar wilt of u kunt hem onveranderd laten. Als er andere draadloze netwerken in uw omgeving actief zijn, stelt u het waarschijnlijk op prijs dat uw SSID uniek is (dus niet hetzelfde is als die van een ander draadloos netwerk in uw omgeving). Als u de SSID wil veranderen, typ dan de SSID die u wilt gebruiken in het SSID-veld in(1) en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen)(2). De verandering gaat onmiddellijk in. Als u de SSID verandert, moeten ook uw draadloos werkende computers opnieuw worden geconfigureerd om verbinding te kunnen maken met uw nieuwe netwerknaam. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor informatie over hoe u deze verandering moet aanbrengen. 35 5 6 7 8 9 10 12 Hoofdstuk U kunt kiezen uit verschillende kanalen. In de Verenigde Staten zijn 11 kanalen beschikbaar. In het grootste deel van Europa, waaronder het Verenigd Koninkrijk, zijn 13 kanalen beschikbaar. Een klein aantal andere landen stelt (1) andere eisen aan het kanaalgebruik. Uw router is zo ingesteld dat hij (2) actief kan zijn op de juiste kanalen voor het land waarin u zich bevindt. Het standaard kanaal is 11 (behalve als u zich in een land bevindt waarin kanaal 11 niet gebruikt mag worden). Indien nodig kan dit adres worden gewijzigd. Als er meer draadloze netwerken in uw gebied actief zijn, moet uw netwerk op een ander kanaal worden ingesteld dan de andere draadloze netwerken. U bereikt het beste resultaat door een kanaal te kiezen dat minstens vijf kanalen verwijderd is van andere draadloze netwerken. Als een ander netwerk bijvoorbeeld kanaal 11 gebruikt, stel uw netwerk dan in op kanaal 6 of lager. Om het kanaal te veranderen, kiest u een kanaal in het dropdown-menu. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De wijziging is onmiddellijk van kracht. Handmatige configuratie van de router 3. Gebruik maken van de ESSID Broadcast-functie Om veiligheidsredenen kunt u ervoor kiezen de SSID van uw netwerk niet uit te zenden. Daardoor blijft de naam van uw netwerk verborgen voor computers die de ether aftasten naar de aanwezigheid van draadloze netwerken. Om de uitzending van uw SSID stop te zetten, dient u het vinkje te verwijderen uit het vakje naast de optie Broadcast SSID. De verandering gaat onmiddellijk in. Elke computer moet nu worden ingesteld op het maken van verbinding met uw specifieke SSID; een SSID in de vorm van “ANY” (Elke) wordt niet langer geaccepteerd. Zie de handleiding van uw draadloze netwerkadapter voor meer informatie over hoe u deze verandering moet aanbrengen. Let op: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door ervaren gebruikers worden toegepast. 4. De draadloze modus instellen Uw router kan in twee verschillende draadloze modi werken: • 802.11b & 802.11g- Selecteer deze optie als u van plan bent zowel draadloze 802.11b- als 802.11g-cliënten binnen uw netwerk te gebruiken. • 802.11g - Gebruik deze modus als u geen gebruik maakt van 802.11b-cliënten binnen uw netwerk. Deze optie zorgt voor de beste netwerkprestaties, maar staat u niet toe 802.11b-cliënten op uw netwerk aan te sluiten. 5. Protected Mode-schakelaar Als onderdeel van de 802.11g-specificatie garandeert de Protectedmodus een goede werking van de 802.11g-cliënten en accesspoints als er veel 802.11b-verkeer is in de bedrijfsomgeving. Als de Protected-modus is INgeschakeld, scant 802.11g naar ander draadloos netwerkverkeer voordat hij gegevens verzendt. Daarom levert deze modus de beste prestaties in omgevingen met veel 802.11b-verkeer of interferentie. Als u zich in een omgeving bevindt met zeer weinig of geen draadloos netwerkverkeer, worden de beste prestaties geleverd als de Protected-modus is uitgeschakeld. 36 Handmatige configuratie van de router 1 Encryptie/Beveiliging: 2 Het WiFi-netwerk beveiligen Hier volgen een aantal manieren om de beveiliging van uw draadloze netwerk te verbeteren en uw data voor nieuwsgierige ogen en oren af te schermen. Dit overzicht is van toepassing voor de privé- of kleinzakelijke gebruiker. Op het moment van publicatie van deze handleiding, zijn er drie encryptiemethoden beschikbaar. 3 4 5 Naam 64-Bit Wired Equivalent Privacy 128-Bit Wired Equivalent Privacy Wi-Fi Protected Access-TKIP Wi-Fi Protected Access 2 Acroniem 64-bit WEP 128-bit WEP WPA-TKIP/AES (of alleen WPA) WPA2-AES (of alleen WPA2) Beveiliging Goed Beter Uitstekend Uitstekend Productkenmerken Statische sleutels Statische sleutels Dynamische encryptiesleutels en tweezijdige authentificatie Dynamische encryptiesleutels en tweezijdige authentificatie 8 Encryptiesleutels gebaseerd op het RC4-algoritme (meestal 40bits sleutels) Veiliger dan 64-bits WEPencryptie met een sleutellengte van 104 bits plus 24 extra bits van door het systeem gegenereerde data. TKIP (Temporal Key Integrity Protocol); ter verhoging van de veiligheid worden de sleutels continu gewijzigd AES (Advanced Encryption Standard) beveiligt zonder snelheidsverlies 10 WEP is een protocol dat beveiliging van draadloze producten die voldoen aan de WiFi-standaard mogelijk maakt. WEP werd ontwikkeld om draadloze netwerken dezelfde mate van privacybescherming te bieden als vergelijkbare bekabelde netwerken. 64-bits WEP 64-bits WEP werd als eerste geïntroduceerd met 64-bits encryptie, bestaande uit een sleutel met een lengte van 40 bits plus 24 extra bits van door het systeem gegenereerde data (totaal 64 bits). Er zijn hardwarefabrikanten die 64-bits echter 40-bits encryptie noemen. Kort na de introductie van deze technologie ontdekten onderzoekers dat 64-bits encryptie te eenvoudig te decoderen was. 37 7 9 12 Hoofdstuk WEP (Wired Equivalent Privacy) 6 Handmatige configuratie van de router 128-bits WEP Aangezien beveiliging via 64-bits WEP-encryptie mogelijkerwijs niet toereikend zou zijn, werd een veiligere methode ontwikkeld, namelijk 128-bits WEP-encryptie. De 128-bits encryptie is opgebouwd uit een sleutellengte van 104 bits plus 24 extra bits van door het systeem gegenereerde data (128 bits in totaal). Er zijn hardwarefabrikanten die 128bits echter 104-bits encryptie noemen. De meeste nieuwe draadloze apparatuur die momenteel op de markt is, ondersteunt zowel 64-bits als 128-bits WEP-encryptie wat niet uitsluit dat u oudere apparatuur bezit die alleen 64-bits WEP-encryptie ondersteunt. Alle draadloze apparatuur van Belkin ondersteunt zowel 64-bits als 128-bits WEP-encryptie. Encryptiesleutels Nadat u de 64-bits of 128-bits WEP-encryptiemodus hebt gekozen, dient u een encryptiesleutel te genereren. Als de encryptiesleutel niet consequent in uw gehele draadloze netwerk gebruikt wordt, kunnen de op het netwerk aangesloten apparaten niet goed met elkaar communiceren. U kunt de sleutel invoeren door de hexadecimale sleutel handmatig in te typen of u kunt een “Passphrase” (Meervoudig wachtwoord) intypen in het daarvoor bestemde veld en klikken op “Generate” (Genereren) om een sleutel te maken. Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 64-bits WEP-encryptie dient u 10 hexadecimale tekens in te voeren. Voor 128-bits WEP-encryptie dient u 26 hexadecimale tekens in te voeren. Een WEP-passphrase (samengesteld wachtwoord) is NIET hetzelfde als een WEP-sleutel. Uw draadloze netwerkkaart gebruikt deze passphrase om uw WEP-sleutels te genereren, maar de methode voor het aanmaken van sleutels verschilt per hardwarefabrikant. Als uw netwerk uit apparaten van verschillende leveranciers is opgebouwd, kunt u het beste de hexadecimale WEP-sleutel van uw router of accesspoint aanhouden en deze met de hand invoeren in de tabel voor de hexadecimale WEP-sleutel in het configuratiescherm van uw draadloze kaart. Gebruik maken van een hexadecimale sleutel Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A t/m F en van 0 t/m 9. 64-bits sleutels bestaan uit vijf tweecijferige getallen. 128bits sleutels zijn opgebouwd uit dertien paren van 2 tekens. Bijvoorbeeld: AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits sleutel C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits sleutel 38 Handmatige configuratie van de router Stel in de onderstaande vakken uw sleutel samen door in elk vakje twee tekens in te vullen. U kunt hierbij gebruik maken van de letters A t/m F en de cijfers 0 t/m 9. U gebruikt deze sleutel om de encryptie-instellingen te bepalen voor uw router en de op uw draadloze netwerk aangesloten computers aangesloten op uw draadloze netwerk. Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort®producten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2-producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer dus eerst welk type apparaat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits encryptie. WPA (Wi-Fi Protected Access) WPA-Personal (PSK) Deze methode maakt gebruik van een zogenaamde Pre-Shared key als netwerksleutel. Een netwerksleutel is een wachtwoord dat tussen de 8 en 63 tekens lang is. Dit wachtwoord kan zijn opgebouwd uit een combinatie van letters, cijfers en andere tekens. Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde netwerksleutel om toegang te krijgen tot het netwerk. Dit is de modus die meestal in huiselijke omgeving wordt gebruikt. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 WPA-Enterprise (RADIUS) Bij dit systeem wordt er door een radiusserver automatisch een netwerksleutel aan de clienten toegekend. Van deze modus wordt doorgaans in kantoren en bedrijven gebruik gemaakt. Ga voor een overzicht van de draadloze producten van Belkin die WPA ondersteunen naar onze website: www.belkin.com/ networking. WPA2 (WiFi Protected Access) WPA2 is de tweede generatie WPA die gebaseerd is op de 802.11i-standaard en maakt een betere beveiliging van uw draadloze netwerk mogelijk doordat geavanceerde netwerkauthentificatie en een complexere AES encryptietechniek gecombineerd worden. Net als WPA-beveiliging is WPA2 beschikbaar in WPA2Personal (PSK) modus en WPA2-Enterprise (RADIUS) modus. WPA2-Personal (PSK) is de modus die doorgaans gebruikt worddt in een woonomgeving terwijl WPA-Enterprise (RADIUS) doorgaans wordt geïmplementeerd in werkomgevingen waarin een externe radiusserver de netwerksleutel automatisch distribueert naar alle cliënten. 39 12 Hoofdstuk WPA (Wi-Fi Protected Access) is een nieuwe WiFi-standaard die een betere beveiliging biedt dan WEP-encryptie. De stuurprogramma’s en software van uw draadloze apparatuur ondersteunen WPA slechts na een upgrade. Updates kunt u vinden op de website van de leverancier van uw draadloze product. Er zijn twee soorten WPA-beveiliging: WPA-Personal (PSK) en WPA-Enterprise (RADIUS). 1 Handmatige configuratie van de router Netwerksleutels delen De meeste Wi-Fi-producten worden geleverd met uitgeschakelde beveiliging. Dus zodra u uw netwerk hebt geïnstalleerd, dient u WEP-encryptie, WPA of WPA2 te activeren en te zorgen dat al uw draadloze apparatuur dezelfde netwerksleutel delen. De draadloze G+ MIMO desktopkaart biedt geen toegang tot het netwerk omdat deze een andere netwerksleutel gebruikt dan de netwerksleutel die is geconfigureerd in de draadloze G+ MIMO router. Netwerksleutel= MijnWachtwoord Wireless G Desktop Network Card Wireless G Router Netwerksleutel= MijnWachtwoord Netwerksleutel= MijnWachtwoord Wireless G Notebook Network Card Netwerksleutel= Wachtwoord FOUT Wireless G Desktop Network Card Instellingen voor beveiliging van uw draadloze netwerk wijzigen Uw router is uitgerust met WPA/WPA2 (Wi-Fi Protected Access), de nieuwste beveiligingsstandaard voor draadloos netwerkverkeer. Tevens wordt WEP (Wired Equivalent Privacy)-beveiliging ondersteund. Normaal is de beveiliging van een draadloos netwerk uitgeschakeld. Om beveiliging mogelijk te maken, dient u eerst te bepalen welke standaardinstelling u wilt gebruiken. Om de beveiling ingsinstellingen te wijzigen, klikt u op “Security” (Beveiliging) op het tabblad “Wireless” (Draadloos). 40 Handmatige configuratie van de router 1 WEP-setup 2 64-bits WEP-encryptie 1. Selecteer “64-bit WEP” in het dropdown-menu. 2. Nadat u de WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, kunt u uw sleutel invoeren door de hexadecimale sleutel handmatig in te typen. Een hexadecimale sleutel bestaat uit een combinatie van cijfers en letters van A tot F en van 0 tot 9. Voor 64-bits WEP-encryptie dient u 10 hexadecimale tekens in te voeren. 3 4 5 6 AF 0F 4B C3 D4 = 64-bits WEP-sleutel 8 9 10 12 3. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen uw draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met dezelfde beveiligingsinstellingen.. WAARSCHUWING: Als u de draadloze router of het draadloze accesspoint vanaf een computer met een draadloze cliënt configureert, dient u ervoor te zorgen dat de beveiliging voor die draadloze cliënt is ingeschakeld, anders wordt de verbinding verbroken. Zorg ervoor dat u de sleutel ergens noteert voordat u de wijzigingen aanbrengt. 41 Hoofdstuk 7 Bijvoorbeeld: Handmatige configuratie van de router 128-bits WEP-encryptie 1. 2. Selecteer “128-bit WEP” in het dropdown-menu. Nadat u de WEP-encryptiemodus hebt geselecteerd, kunt u uw sleutel invoeren door de hexadecimale sleutel handmatig in te typen. Een hexadecimale sleutel bestaat uit een combinatie van cijfers en letters van A tot F en van 0 tot 9. Voor 128-bits WEP-encryptie dient u 26 hexadecimale tekens in te voeren. Bijvoorbeeld: C3 03 0F AF 0F 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 = 128-bits WEP-sleutel 3. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen uw draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met dezelfde beveiligingsinstellingen. WAARSCHUWING: Als u de draadloze router of het draadloze accesspoint vanaf een computer met een draadloze cliënt configureert, dient u ervoor te zorgen dat de beveiliging voor die draadloze cliënt is ingeschakeld, anders wordt de verbinding verbroken. Zorg ervoor dat u de sleutel ergens noteert voordat u de wijzigingen aanbrengt. WPA-setup Let op: Om WPA-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw cliënten geüpgraded zijn naar stuurprogramma’s en software die WPA ondersteunen. U kunt ook gratis een beveiligingspatch van Microsoft downloaden. Deze patch werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. U dient tevens van de website van Belkin het nieuwste stuurprogramma te downloaden voor uw draadloze G desktop- of notebooknetwerkkaart. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. De patch 42 Handmatige configuratie van de router van Microsoft ondersteunt uitsluitend apparaten zoals 802.11g-producten van Belkin met stuurprogramma’s die WPA ondersteunen. Er zijn twee soorten WPA-beveiliging: WPA-Personal (PSK) en WPA-Enterprise (RADIUS). WPA-Personal (PSK) gebruikt een zogenaamde “Pre-Shared Key” als beveiligingssleutel. Een Pre-Shared Key is een wachtwoord dat tussen de 8 en 63 tekens lang is. Dit wachtwoord kan zijn opgebouwd uit een combinatie van letters, cijfers en andere tekens. Elke cliënt maakt gebruik van dezelfde sleutel om toegang te krijgen tot het netwerk. Deze modus wordt doorgaans in een woonomgeving gebruikt. WPA-Enterprise (RADIUS) is een configuratie waarin een radiusserver automatisch de sleutels aan de cliënten toekent. Van deze modus wordt doorgaans op kantoren gebruik gemaakt. 1. Selecteer “WPA/WPA2-PSK” in het dropdown-menu “Security Mode” (Beveiligingsmodus). 2. Selecteer “WPA-PSK” voor authentificatie. 3. Selecteer “TKIP” als “Encryption Technique” (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn. 4. Voer uw “pre-shared key” in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”. 5. Klik op “Apply 3 4 5 6 7 8 9 10 12 Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken nu aan al uw cliënten deze instellingen toe. WPA-Enterprise (RADIUS) instellen Als uw netwerk een radiusserver gebruikt om de sleutels aan de cliënten toe te wijzen, gebruik dan deze instelling. 1. 2 Selecteer “WPA/WPA2—Enterprise (RADIUS)” in het dropdown-menu “Security Mode” (Beveiligingsmodus). 43 Hoofdstuk WPA-Personal (PSK) instellen 1 Handmatige configuratie van de router 2. Selecteer “WPA-RADIUS” voor authentificatie 3. Selecteer “TKIP” als “Encryption Technique” (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn. 4. Voer het IP-adres van de radiusserver in in de daarvoor bestemde velden. 5. Voer de radius-sleutel in in het veld “Radius Key”. 6. Voer het sleutelinterval in. Het sleutelinterval geeft aan hoe vaak de sleutels worden verdeeld (in pakketten). 7. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken nu aan al uw cliënten deze instellingen toe. Systeemvereisten voor WPA2 BELANGRIJK:Om WPA2-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw computers en netwerkadapters geüpgradet zijn en beschikken over stuurprogramma’s en software die WPA2 ondersteunen. U kunt gratis beveiligingspatches van Microsoft downloaden. Deze patches werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. Voor een computer met Windows XP zonder Service Pack 2 (SP2) kan via http://support.microsoft.com/?kbid=826942 gratis een bestand genaamd “Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access (KB 826942)” gedownload worden van http://support.microsoft.com/ ?kbid=826942. Voor Windows XP met Service Pack 2 heeft Microsoft een gratis download uitgebracht voor het bijwerken van uw draadloze cliëntcomponenten ter ondersteuning van WPA2 (KB893357). De update kunt u downloaden via: http://support.microsoft.com/default. aspx?scid=kb;en-us;893357 44 Handmatige configuratie van de router LET OP: U dient ook te controleren of al uw draadloze netwerkkaarten/ adapters WPA2 ondersteunen en dat u de nieuwste stuurprogramma’s gedownload en geïnstalleerd hebt. Voor de meeste draadloze netwerkkaarten van Belkin is er een update voor stuurprogramma’s beschikbaar op de website van Belkin: www.belkin.com/networking. WPA2-Personal (PSK) instellen 1. Selecteer “WPA/WPA2-PSK (PSK)” in het dropdown-menu “Security Mode” (Beveligingsmodus). 2. Selecteer “WPA2-Personal (PSK)” voor authentificatie. 3. Selecteer “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 5. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken nu aan al uw cliënten deze instellingen toe. WPA2-Enterprise (RADIUS) instellen Als uw netwerk een radiusserver gebruikt om de sleutels aan de cliënten toe te wijzen, gebruik dan deze instelling. 1. Selecteer “WPA/WPA2—Enterprise (RADIUS)” in het dropdown-menu “Security Mode” (Beveligingsmodus). 2. Selecteer “WPA2-RADIUS” voor authentificatie. 3. Selecteer “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn. 45 Hoofdstuk 4. Voer uw “pre-shared key” in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”. 1 Handmatige configuratie van de router 4. Voer het IP-adres van de radiusserver in in de daarvoor bestemde velden. 5. Voer de radius-sleutel in in het veld “Radius Key”. 6. Voer het sleutelinterval in. Het sleutelinterval geeft aan hoe vaak de sleutels worden verdeeld (in pakketten). 7. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Stel nu al uw cliënten op deze manier in. BELANGRIJK: Zorg ervoor dat uw draadloze computers geüpdatet zijn, WPA2 ondersteunen en voorzien zijn van de juiste instellingen die een verbinding met de router mogelijk maken. De beveiligingsinstellingen van de netwerkadapter van uw computer configureren Opmerking: Deze paragraaf informeert u over hoe u uw netwerkadapter kunt configureren voor gebruik met beveiliging. Op dit moment zou u uw draadloze router of draadloos accesspoint al zo moeten hebben ingesteld dat deze gebruik maakt van WPA2, WPA of WEP. Om een draadloze verbinding tot stand te kunnen brengen dient u uw draadloze notebook- en desktopnetwerkkaart te configureren met dezelfde beveiligin gsinstellingen. Belkin G+ MIMO netwerkkaarten worden geleverd met de praktische Wireless Networking Utility. Klik eenvoudigweg op uw de naam van uw draadloze netwerk (SSID) in het overzicht van beschikbare netwerken (Available Networks) en voer uw pre-shared key (PSK) in. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de handleiding van de netwerkkaart van Belkin. De meeste computers kunt u ook instellen voor het werken met een router via het Wireless Network Properties venster dat in uw Microsoft Windows besturingssysteem is ingebouwd ucan also setup to work with the Router from Wireless Network Properties screen build-in your Microsoft Windows operating system. Twee voorbeelden: 46 Handmatige configuratie van de router Uw computer aansluiten op een draadloos netwerk dat een 64-bits of 128-bits WEP-sleutel vereist. 1. 2. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless Network Utility” te laten verschijnen. Als u op de knop “Advanced” (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de draadloze netwerkkaart bekijken en configureren. Op het tabblad “Wireless Network Properties” (Eigenschappen draadloos netwerk) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op “Configure” (Configureren). 3. Selecteer “WEP” onder “Data Encryption” (Dataencryptie) 4. Typ de WEP-sleutel in in het daarvoor bestemde vakje bij “Network Key” (Netwerksleutel). 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 Belangrijk: Een WEP-sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP-encryptie dient u 26 hexadecimale tekens in te voeren. Voor 64-bits WEP-encryptie dient u 10 hexadecimale tekens in te voeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u toekent aan uw draadloze router of accesspoint. 6. Klik op “OK” om de instellingen op te slaan. 47 Hoofdstuk 5. Zorg ervoor dat de optie “The key is provided for me automatically” (De sleutel wordt automatisch verstrekt) niet is aangevinkt. Als u deze computer gebruikt om in te loggen op een bedrijfsnetwerk, vraag dan aan uw netwerkbeheerder of deze optie aangevinkt moet zijn of niet. 1 Handmatige configuratie van de router Uw computer aansluiten op een draadloos netwerk dat WPA-PSK vereist (zonder server) 1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless Network Utility” te laten verschijnen. Als u op de knop “Advanced” (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de draadloze netwerkkaart bekijken en configureren. 2. Op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op “Configure” (Configureren). 3. Selecteer “WPA-PSK (no server)” onder “Network Authentication” (Netwerkauthentificatie). 4. Typ de WPA-sleutel in in het veld naast “Network Key” (Netwerksleutel). Belangrijk: WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers en letters van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63 tekens invoeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u toekent aan uw draadloze router of accesspoint. 5. Klik op “OK” om de instellingen op te slaan. 48 Handmatige configuratie van de router Uw computer aansluiten op een draadloos netwerk dat WPA (met radiusserver) vereist 1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless Network Utility” te laten verschijnen. Als u op de knop “Advanced” (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de draadloze netwerkkaart bekijken en configureren. 2. Op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op “Configure” (Configureren). Selecteer “WPA” onder “Network Authentication” (Netwerkauthentifi catie). 4. Selecteer op het tabblad “Authentication” (Authentificatie) de door uw netwerkbeheerder bepaalde vereiste instellingen. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 5. Klik op “OK” om de instellingen op te slaan. WPA/WPA2 instellen voor niet-Belkin draadloze desktop- en notebookkaarten Voor niet-Belkin WPA draadloze desktop- en notebookkaarten die niet zijn voorzien van WPA/WPA2-software, kunt u gratis van de website van Microsoft een bestand downloaden met de naam “Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access”. Let op: Dit Microsoft-bestand werkt alleen met Windows XP. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. 49 12 Hoofdstuk 3. 1 Handmatige configuratie van de router Belangrijk: U dient ook te controleren of de kaartfabrikant WPA/WPA2 ondersteunt en of u het nieuwste stuurprogramma van hun support site hebt gedownload. Ondersteunde besturingssystemen: • Windows XP Professional • Windows XP Home Edition De Wireless Network Utility instellen voor Windows XP om gebruik te kunnen maken van WPA/WPA2-PSK Om WPA-PSK te kunnen gebruiken, dient u ervoor te zorgen dat u Windows Wireless Network Utility gebruikt. Dit doet u als volgt: 1. In Windows XP, kjlikt u op “Start > Control Panel > Network Connections” (Start > Configuratiescherm > Netwerkverbindingen). 3. Nadat u geklikt hebt op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) verschijnt het volgende venster. Zorg ervoor dat het vakje “Use Windows to configure my wireless network settings” (Gebruik Windows om de instellingen van mijn draadloze netwerk te configureren) is aangevinkt. 2. Klik met de rechter muisknop op “Wireless Network Connection” (Draadloze netwerkverbinding) en selecteer “Properties” (Eigenschappen). 4. Klik op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) op de knop “Configure” (Configureren). Het volgende scherm zal verschijnen. 5. Voor een netwerk in uw woning of kantoor selecteert u onder “Network Authentication” (Netwerkauthentificatie) “WPA-PSK” of “WPA2-PSK” 50 Let op: Selecteer “WPA” als u deze computer gebruikt om verbinding te maken met een bedrijfsnetwerk dat een authentificatieserver ondersteunt, zoals bijvoorbeeld een radiusserver. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor nadere informatie. Handmatige configuratie van de router 6. Selecteer onder “Data Encryption” (Data-encryptie) “TKIP” of “AES”. Deze instelling moet gelijk zijn aan die van de router. 7. Typ de encryptiesleutel in in het vakje naast “Network Key” (Netwerksleutel). 8. Belangrijk: Voer uw Pre-Shared sleutel in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Klik op “OK” om de instellingen op te slaan. Wireless Bridge (Draadloze brug) Wireless Bridging of Wireless Distribution System (WDS) wordt gebruikt om draadloze routers en accesspoints te verbinden ten behoeve van uitbreiding van een netwerk. Disabled (gedeactiveerd): Wireless Bridging deactiveren (standaard) 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 Handmatig: Handmatig de MAC-adressen invoeren van de accesspoints waarmee draadloos verbinding gemaakt dient te worden. 51 Hoofdstuk Klik op het dropdown-menu naast “Bridge Mode” en selecteer een van de volgende mogelijkheden: 1 Handmatige configuratie van de router 1 Draadloze kanalen dienen voor router en accesspoint gelijk te zijn. 2 Beveiligingsinstellingen (WEP) dienen voor router en accesspoint gelijk te zijn. 3 Indien MAC-filtering is gedeactiveerd, dient de gebruiker de WLAN Macadressen van de router en het accesspoint toe te voegen, zodat deze apparaten met elkaar kunnen communiceren. 4 Indien uw netwerk is beveiligd via WPA-beveiliging dient de SSID voor beide accesspoints hetzelfde te zijn. Firewall Uw router is voorzien van een firewall die uw netwerk beschermt tegen uiteenlopende hackeraanvallen zoals: • IP Spoofing • SYN flood • Land Attack • UDP flooding • Ping of Death (PoD) • Tear Drop Attack • Denial of Service (DoS) • ICMP defect • IP met lengte nul • RIP defect • Smurf Attack • Fragment flooding • TCP Null Scan De firewall schermt ook gewone poorten af die vaak gebruikt worden om netwerken aan te vallen. Deze poorten zijn dan onzichtbaar gemaakt waardoor zij voor hackers eenvoudigweg niet lijken te bestaan. U kunt de firewallfunctie eventueel uitschakelen hoewel het aanbeveling verdient de firewall ingeschakeld te laten. Het uitschakelen van de firewall laat uw netwerk niet volledig onbeschermd tegen een aanval van hackers, maar wij raden u toch aan de firewall geactiveerd te houden. 52 Handmatige configuratie van de router 1 Virtuele servers Via “Virtual Servers” kunt u externe (Internet)verbindingen voor diensten zoals een webserver (poort 80), FTP-server (poort 21), of andere applicaties, via uw router doorsturen naar uw interne netwerk. Aangezien uw interne computers beschermd worden door een firewall, kunnen computers buiten uw netwerk (via het Internet) de interne computers niet bereiken omdat ze niet “zichtbaar” zijn. Als u de functie “virtual server” voor een specifieke applicatie dient te configureren, neem dan contact op met de leverancier van de applicatie om geïnformeerd te worden over welke poortinstellingen u nodig hebt. U kunt deze poortgegevens handmatig invoeren in de router. 2 3 4 5 6 8 9 10 Een applicatie kiezen U kunt kiezen uit een reeks populaire applicaties. Klik op “Select a Service” en selecteer de gewenste applicatie in het dropdown-menu. De instellingen worden overgebracht naar de eerste beschikbare regel. Klik op “Add” (Toevoegen) om de instelling voor deze applicatie op te slaan. Instellingen handmatig in de virtuele server invoeren Om handmatig instellingen te bepalen, klikt u op “Custom Server” en voert u een naam voor de server in. Voer het IP-adres van de server in in het vak voor de interne computer en geef aan welke poorten gepasseerd dienen te worden. Selecteer vervolgens het protocoltype (TCP of UDP) en klik op “Add” (Toevoegen). U neemt een zeker risico door poorten in uw firewall te openen. U kunt instellingen zeer snel in- en uitschakelen. Wij adviseren deze instellingen uit te schakelen wanneer u een bepaalde toepassing niet gebruikt. 53 12 Hoofdstuk 7 Handmatige configuratie van de router Cliënt IP-filters De router kan zo worden geconfigureerd dat toegang tot het Internet, email, of andere netwerkdiensten op bepaalde dagen en tijden beperkt is. (1) (2) (3) (4) Om bijvoorbeeld de toegang tot het Internet voor één enkele computer af te sluiten, voert u de naam van het filter in in het vakje voor “Filter Name” (1) voert u het IP-adres van de beoogde computer in het IP-veld in (2). Vervolgens vult u in het poortveld “80:80” in (3). Selecteer protocol in het dropdown-menu “Protocol” (4). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De computer op het door u opgegeven IP-adres zal nu de toegang tot het Internet worden ontzegd. MAC-adressenfilter Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument waarmee u kunt aangeven welke computers toegang hebben tot het netwerk. Elke computer die probeert het netwerk binnen te komen maar die niet in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd. Wanneer u deze functie aanzet, moet u een naam voor de gebruiker en het MAC-adres invoeren van iedere cliënt (computer) op uw netwerk om elk van deze computers toegang te geven tot het netwerk. Klik op “Add” (Toevoegen) om de instellingen op te slaan. 54 Handmatige configuratie van de router 1 DMZ (Gedemilitariseerde zone) Indien een van uw cliënten van achter de firewall geen internetapplicatie kan draaien, kunt u deze cliënt onbeperkte tweewegs internettoegang verstrekken. Dit kan nodig zijn wanneer de NAT-functie problemen veroorzaakt met applicaties als games en videoconferenties. Schakel deze functie alleen tijdelijk in. De computer in de gedemilitariseerde zone wordt namelijk NIET beschermd tegen hackeraanvallen. 2 3 4 5 6 Om een computer in de gedemilitariseerde zone te plaatsen, dient u het LAN IP-adres van deze computer in het “Private IP”-veld in te vullen en te klikken op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). ICMP-pings blokkeren Computerhackers maken gebruik van een techniek die bekend is onder de naam “pingen” om potentiële slachtoffers op het Internet te vinden. Door naar een bepaald IP-adres te pingen en een reactie te ontvangen van het IP-adres, kan een hacker vaststellen of zich daar misschien iets interessants bevindt. De router kan zo worden ingesteld dat hij niet op ICMP-pings van buiten reageert. Hierdoor wordt de veiligheidsmarge van uw router verhoogd. Om het ping-antwoordbericht uit te schakelen, selecteert u “Block ICMP Ping” (ICMP-ping blokkeren) (1) en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De router reageert nu niet op een ICMP-ping. 55 8 9 10 12 Hoofdstuk 7 Handmatige configuratie van de router Utilities (Hulpprogramma’s) In het scherm “Utilities” (Hulpprogramma’s), kunt u verschillende parameters van de router beheren en bepaalde beheerfuncties uitvoeren. De router herstarten Als de werking van de router niet meer optimaal is, kan het soms nodig zijn de router opnieuw te starten. De configuratie-instellingen van de router worden door opnieuw starten NIET gewist. 56 Handmatige configuratie van de router De router opnieuw starten om de normale werking te herstellen 1. Klik op de knop “Restart Router” (Router opnieuw opstarten). 2. De volgende melding verschijnt. Klik op “OK” om uw router te herstarten. 1 2 3 4 5 6 Wanneer u deze optie gebruikt, worden alle instellingen in de router naar de (standaard-) fabrieksinstellingen teruggezet. Het is verstandig eerst van uw eigen instellingen een reservekopie te maken voordat u de standaardinstellingen herstelt. 7 8 9 10 1. Klik op de knop “Restore Defaults” (Standaard instellingen herstellen). 2. De volgende melding verschijnt. Klik op “OK” om de standaard fabrieksinstellingen te herstellen. 57 12 Hoofdstuk De standaard fabrieksinstellingen herstellen Handmatige configuratie van de router Huidige instellingen opslaan/als backupbestand opslaan Met behulp van deze functie kunt u de huidige configuratie opslaan. Door een reservekopie te maken van uw huidige configuratie kunt u deze later in het geval van verlies of wijziging herstellen. Het is raadzaam een reservekopie te maken van uw huidige configuratie voordat u uw firmware bijwerkt. 1. Klik op “Save” (Opslaan). Er gaat een venster open met de naam “File Download” (Bestand downloaden). Klik op “Save” (Opslaan). 2. Een scherm wordt geopend waarin u de locatie kunt selecteren waar u het configuratiebestand wilt opslaan. Selecteer een locatie. U kunt zelf bepalen hoe u het bestand noemt. Wij raden u echter aan er bij de naamgeving rekening mee te houden dat u het besatnd nog wel terug moet kunnen vinden. Wanneer u de locatie hebt geselecteerd en de naam van het bestand hebt ingevoerd, klikt u op “Save” (Opslaan). 58 Handmatige configuratie van de router 3. Als het bestand is opgeslagen, verschijnt het volgende scherm. Klik op “Close” (Sluiten). 1 2 3 4 5 De configuratie is nu bewaard. 6 Met deze optie kunt u een eerder opgeslagen configuratie herstellen. 7 1. 8 Klik op “Browse” (Bladeren). Er gaat een venster open waarin u de locatie van het configuratiebestand kunt selecteren. Alle configuratiebestanden hebben de extensie “.conf”. Zoek het configuratiebestand op dat u wilt herstellen en dubbelklik erop. 9 10 12 2. Klik op “Open” (Openen). 59 Hoofdstuk Vorige instellingen herstellen Handmatige configuratie van de router Firmware bijwerken Af en toe brengt Belkin een nieuwe versie uit van de firmware voor de router. Nieuwe firmwareversies bevatten verbeteringen van functies en oplossingen voor eventuele problemen. Wanneer Belkin nieuwe firmware uitbrengt, kunt u deze downloaden van de website en de firmware van de router bijwerken tot en met de nieuwste versie. De firmware van de router bijwerken 1. Op de pagina “Firmware Update” (Firmware bijwerken) klikt u op “Browse” (Bladeren). Er gaat een venster open waarin u de locatie van het bijgewerkte firmwarebestand kunt selecteren. 2. Ga naar het firmwarebestand dat u hebt gedownload. Selecteer het bestand door dubbel te klikken op de bestandsnaam. 3. Klik op “Update” (Bijwerken) om te upgraden naar de nieuwste firmwareversie. 60 Handmatige configuratie van de router 1 Systeeminstellingen Op de pagina “System Settings” (Systeeminstellingen) kunt u een nieuw wachtwoord invoeren voor de systeembeheerder, de tijdzone instellen, beheer op afstand inschakelen, en de UPnP-functie van de router aan- en uitschakelen. 2 Het wachtwoord voor de systeembeheerder instellen of wijzigen 4 5 6 7 8 9 10 De inlog-timeout wijzigen Met de optie inlog-timeout kunt u de maximale tijdsduur instellen waarbinnen u ingelogd kunt blijven op de Advanced Setup Interface (Geavanceerde setup-interface) van de router. De tijdklok begint te lopen als er geen activiteit is geweest. U hebt bijvoorbeeld een aantal wijzigingen in de geavanceerde gebruikersinterface aangebracht en daarna uw computer alleen gelaten zonder op “Logout” (Afmelden) te klikken. Als de timeout is ingesteld op 10 minuten, dan loopt de inlogsessie 10 minuten nadat u de router alleen hebt gelaten af. Als u meer wijzigingen wilt aanbrengen, dient u opnieuw op de router in te loggen. Deze inlog-timeoutoptie is bedoeld als extra beveiliging en staat standaard ingesteld op 10 minuten. Opmerking: Er kan slechts één computer tegelijk ingelogd zijn op de Advanced Setup-interface van de router. 61 12 Hoofdstuk De router wordt geleverd ZONDER vooraf geprogrammeerd wachtwoord. Als u een wachtwoord wilt toevoegen voor meer beveiliging, dan kunt u hier een wachtwoord instellen. Schrijf het wachtwoord op en bewaar het op een veilige plaats, aangezien u het nodig heeft als u in de toekomst wilt inloggen op de router. Het is ook verstandig een wachtwoord in te stellen als u van plan bent de mogelijkheid van extern beheer van uw router te gebruiken. 3 Handmatige configuratie van de router Tijd en tijdzone instellen De tijdklok van de router wordt geregeld via de aansluiting op een SNTP (Simple Network Time Protocol) server. Hierdoor loopt de systeemklok van de router synchroon met de tijd van het wereldwijde internet. De gesynchroniseerde klok in de router wordt gebruikt voor de registratie van de beveiligingslog en de aansturing van het cliëntenfilter. Selecteer de gewenste NTP-tijdservers en de tijdzonde waarin u zich bevindt, en klik vervolgens op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). De systeemklok geeft niet onmiddellijk na inschakeling de juiste tijd aan. De router heeft ten minste 15 minuten nodig om een verbinding op te bouwen met de tijdservers op het Internet en voor het ontvangen van een antwoordsignaal. U kunt de klok niet zelf instellen. Beheer op afstand activeren Voordat u deze geavanceerde functie van uw router van Belkin inschakelt, DIENT U ERVOOR TE ZORGEN DAT U HET WACHTWOORD VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER HEBT INGESTELD. De functie “Remote Management” (Beheer op afstand) biedt u de mogelijkheid vanaf elke internetlocatie ter wereld de instellingen van uw router te wijzigen. Klik op de knop “Change Settings” (Instellingen wijzigen) om de pagina voor “Remote Management” (Beheer op afstand) te openen. Er zijn twee methoden voor het op afstand beheren van de router. Met de eerste kunt u de router vanaf elke internetlocatie openen door het selecteren van “Any IP address can remotely manage the Router” (Elk IP-adres kan de router op afstand beheren). Wanneer u uw WAN IP-adres intypt vanaf iedere willekeurige computer op het Internet, dan krijgt u een inlogscherm te zien waarin u het wachtwoord van uw router moet invoeren. De tweede methode is een specifiek IP-adres uitsluitend te bestemmen voor beheer op afstand. Deze methode is veiliger, maar minder praktisch. Bij deze methode vult u in de daarvoor bestemde ruimte het IP-adres in van de computer waarmee u toegang tot de router wilt hebben en selecteert u “Only this IP address can remotely manage the Router” (Uitsluitend dit IP-adres kan de router op afstand beheren). Voordat u deze functie inschakelt, RADEN WIJ U TEN ZEERSTE AAN uw systeembeheerderwachtwoord in te stellen. Als u geen wachtwoord invult, loopt uw router het risico van indringers. 62 Handmatige configuratie van de router Klik op de knop “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de instellingen op te slaan. 1 2 3 4 UPnP inschakelen/uitschakelen Klik op de knop “Change Settings” (Instellingen wijzigen) om de pagina voor “UPnP Setting” (UPnP-instelling) te openen. Selecteer vervolgens “On” (Aan) naast “Enable UPnP” (UPnP activeren) om UPnP te activeren. Klik op de knop “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de instellingen op te slaan. 63 6 7 8 9 10 12 Hoofdstuk UPnP (Universal Plug-and-Play) is weer een andere geavanceerde mogelijkheid van uw router van Belkin. Het is een technologie die naadloze voice- en video-messaging, games en andere applicaties mogelijk maakt die voldoen aan UPnP. Voor sommige applicaties dient de firewall van de router op een specifieke manier geconfigureerd te zijn voor een juiste werking. Hiervoor moeten doorgaans de TCP- en UDP-poorten worden geopend en in sommige gevallen triggerpoorten worden ingesteld. Applicaties die voldoen aan UpnP kunnen met de router communiceren, in principe om de router te “vertellen” op welke wijze de firewall moet worden geconfigureerd. Bij aflevering is de UPnP-functie van de router uitgeschakeld. Als u applicaties gebruikt die voldoen aan UpnP en u wilt profiteren van de mogelijkheden van UPpnP dan heeft het zin de UPnP-functie te activeren. 5 Problemen oplossen Probleem: De ADSL-LED brandt niet. Oplossing: 1. Controleer de verbinding tussen de router en de ADSL-lijn. Zorg ervoor dat de kabel van de ADSL-lijn is aangesloten op de poort van de router die wordt aangeduid met “DSL line”. 2. Zorg ervoor dat de router van stroom wordt voorzien. De LED voor Voeding op het frontpaneel zou nu moeten branden. Probleem: De Internet-LED brandt niet. Oplossing: 1. Zorg ervoor dat de kabel van de ADSL-lijn is aangesloten op de poort van de router die wordt aangeduid met “DSL line” de ADSL-LED brandt. en dat 2. Zorg ervoor dat u over de juiste, door uw Internet Service Provider verstrekte, gegevens voor VPI/VCI, gebruikersnaam en wachtwoord beschikt. Probleem: Mijn type verbinding is “Static IP Address” (Statisch IP-adres). Ik kan geen verbinding met het Internet tot stand brengen Oplossing: Omdat uw type verbinding dat van een statisch IP-adres is, moet uw internet-serviceprovider u een IP-adres, een subnetmasker en een gateway-adres toewijzen. In plaats van gebruik te maken van de Wizard, gaat u naar “Connection Type” (Verbindingstype) en selecteert u het type verbinding. Klik op “Next” (Volgende) en selecteer “Static IP” (Statisch IP). Vervolgens voert u het IP-adres, subnetmasker en de standaard gateway-informatie in. Probleem: Ik ben mijn wachtwoord kwijt of vergeten. Oplossing: Druk de “Reset”-knop op het achterpaneel gedurende 10 seconden in om de standaard fabrieksinstellingen te herstellen. 64 Problemen oplossen 1 Probleem: Mijn draadloze PC kan geen verbinding maken met de router. Oplossing: 1. Zorg ervoor dat de draadloze PC dezelfde SSID-instellingen heeft als de router en dat de beveiligingsinstellingen voor de cliënten, zoals WPAbeveiliging of WEP-encryptie, hetzelfde zijn. 2. Zorg ervoor dat de afstand tussen de router en de draadloze PC niet te groot is. Probleem: Het draadloze netwerkverbinding wordt vaak onderbroken. Oplossing: 2 3 4 5 6 Zet uw draadloze PC dichter bij de router voor een beter signaal. 7 2. Er kan ook sprake zijn van interferentie, mogelijk veroorzaakt door de aanwezigheid van een magnetron of 2,4GHz draadloze telefoon. Wijzig de locatie van de router of maak gebruik van een ander draadloos kanaal. 8 9 Probleem: Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen. Oplossing: 10 Indien u vanaf een draadloze computer geen verbinding met het Internet tot stand kunt brengen, ga dan als volgt te werk: 1. Kijk naar de lampjes op uw router. Indien u gebruik maakt van een router van Belkin geldt het volgende voor de lampjes: • De LED voor Voeding zou moeten branden. • De DSL-LED zou niet moeten knipperen en continu moeten branden. • De “Internet LED” zou continu moetenbranden of moeten knipperen. 2. Open de wireless utility software door te klikken op het pictogram rechts onderin het scherm. Indien u een draadloze kaart van Belkin gebruikt, zou het pictogram in de taakbalk er als volgt uit moeten zien: Het pictogram kan rood of groen zijn. 3. Het precieze venster dat geopend wordt, is afhankelijk van het type draadloze kaart waarvan u gebruik maakt; onderdeel van alle utilities is echter een overzicht van “Available Networks” (Beschikbare netwerken)— de draadloze netwerken waarmee verbinding gemaakt kan worden. 65 12 Hoofdstuk 1. Problemen oplossen Komt de naam van uw draadloze netwerk in dit overzicht voor? Ja, de naam van mijn netwerk wordt vermeld.—Ga naar de paragraaf “Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen maar de naam van mijn netwerk is bekend” onder Problemen oplossen. Nee, de naam van mijn netwerk wordt niet genoemd.—Ga naar de paragraaf “Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen en de naam van mijn netwerk is niet bekend”. Probleem: Ik kan geen draadloze verbinding met internet tot stand brengen, maar de naam van mijn netwerk is bekend. Oplossing: Indien de juiste netwerknaam is opgenomen in het overzicht van “Available Networks” (Beschikbare netwerken), volg dan de onderstaande stappen om een draadloze verbinding tot stand te brengen. 1. Klik op de juiste netwerknaam in het overzicht met beschikbare netwerken. 2. Indien voor het netwerk beveiligingsinstellingen (encryptie) zijn geactiveerd, dient u de netwerksleutel in te voeren. Meer informatie over beveiliging vindt u in het hoofdstuk Beveiligingsinstellingen van uw draadloze netwerk wijzigen 3. Binnen enkele seconden wordt het pictogram in de taakbalk, links onderin uw scherm, groen. Zo wordt aangegeven dat er een verbinding met het netwerk tot stand is gebracht. Probleem: Ik kan geen draadloze verbinding met het Internet tot stand brengen en de naam van mijn netwerk is niet bekend. Oplossing Doorloop onderstaande stappen als de naam van uw netwerk niet is opgenomen in het overzicht “Available Networks” (Beschikbare netwerken) in het hulpprogramma: 1. Verplaats, indien mogelijk, de computer tijdelijk op een afstand van tussen anderhalve en drie meter van de router vandaan. Sluit 66 Problemen oplossen de utility en heropen hem. Als de naam van het netwerk nu wel in het overzicht “Available Networks” (beschikbare netwerken) verschijnt, hebt u mogelijk een probleem met het bereik of last van storing. Wij verwijzen u ook naar Appendix B, getiteld “Belangrijke factoren die een rol spelen bij plaatsing en setup”. 2. Gebruik een computer die via een netwerkkabel op de router is aangesloten (in plaats van een draadloze verbinding) en zorg dat “Broadcast SSID” is ingeschakeld. Deze instelling vindt u op de pagina voor het configureren van “Channel and SSID” (Kanaal en SSID). Als u nog steeds geen toegang tot Internet kunt krijgen nadat u deze stappen heeft doorlopen, neem dan contact op met de afdeling Technische Ondersteuning van Belkin. Probleem: Oplossing: Draadloze technologie is gebaseerd op radiogolven. Dit betekent dat de connectiviteit en de doorvoersnelheid afnemen naarmate de afstand tussen de apparaten groter is. Andere factoren die een vermindering van de signaalkwaliteit veroorzaken (metaal is meestal de grootste boosdoener) zijn muren en metalen apparaten. Hierdoor is het bereik van draadloze apparatuur binnenshuis meestal zo’n 30 tot 60 meter. Hou er verder rekening mee dat de snelheid van de verbinding af zal nemen naarmate de afstand tot de router of het accesspoint groter wordt. Om vast te stellen of problemen met draadloze gegevensoverdracht te maken hebben met afstand, adviseren we u uw computer tijdelijk te verplaatsen, indien mogelijk, op een afstand van 1,5 tot 3 meter van de router. Het draadloze kanaal wijzigen - Het wijzigen van het kanaal kan een positief effect hebben op de prestaties en betrouwbaarheid van uw draadloze netwerk indien ander draadloos verkeer in uw omgeving en interferentie de prestaties van uw netwerk negatief beïnvloeden. Het standaard ingestelde kanaal van de router is 11. Afhankelijk van uw regio kunt u voor verschillende andere kanalen kiezen. Raadpleeg op pagina 37 de paragraaf “Het kanaal voor draadloze communicatie wijzigen” voor meer informatie over het kiezen van een kanaal. 67 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 Hoofdstuk De prestaties van mijn draadloze netwerk zijn wisselvallig. De gegevensoverdracht geschiedt soms traag. Het signaal is zwak. Problemen bij het tot stand brengen/behouden van een Virtual Private Network-verbinding. 1 Problemen oplossen De overdrachtssnelheid verlagen - Het verlagen van de overdrachtssnelheid kan het draadloze bereik en de stabiliteit van de verbinding verhogen. Bij de meeste draadloze netwerkkaarten kan de overdrachtssnelheid aangepast worden. Als u deze eigenschap wilt wijzigen, gaat u naar het “Controle Panel” (Configuratiescherm) in Windows, opent u de map “Network connections” (Netwerkverbindingen) en dubbelklikt u op de verbinding van uw draadloze kaart. Onder “Properties” (Eigenschappen) selecteert u de knop “Configure” (Configureren) op het tabblad “General” (Algemeen). (Gebruikers van Windows 98 dienen de draadloze kaart te selecteren en op “Properties” (Eigenschappen) te klikken.) Vervolgens selecteert u op het tabblad “Advanced” (Geavanceerd) de overdrachtssnelheid. Draadloze cliëntkaarten regelen doorgaans automatisch de draadloze overdrachtssnelheid voor u, maar dit kan periodiek onderbreking van de verbinding veroorzaken als het draadloze signaal te zwak is; in de regel zijn langzamere overdrachtssnelheden betrouwbaarder. Experimenteer met verschillende verbindingssnelheden totdat u de beste verbinding voor uw netwerkomgeving gevonden hebt; de beschikbare overdrachtssnelheden zouden allemaal geschikt moeten zijn voor internetgebruik. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding bij uw netwerkkaart. Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy of WEPbeveiliging op een router of accesspoint van Belkin Oplossing 1. Log in op uw draadloze router of accesspoint. 2. Open uw webbrowser en typ het IP-adres van uw router accesspoint in. (De standaardinstelling voor de router is 192.168.2.1, die voor het 802.11g accesspoint is 192.168.2.254 ). Log in op uw router door op de knop “Login” in de rechter bovenhoek van uw scherm te drukken. U wordt gevraagd uw wachtwoord in te voeren. Als u geen wachtwoord hebt ingesteld dan vult u dit veld niet in en klikt u op “Submit” (indienen). 3. Klik op het tabblad “Wireless” (Draadloos) links op uw scherm. Selecteer het “Encryption” (Encryptie) of “Security” (Beveiliging) tabblad om naar de instellingenpagina voor beveiliging te gaan. 4. Selecteer “128-bit WEP” in het dropdown-menu. 5. Nadat u een WEP-encryptiemodus heeft geselecteerd, kunt u uw hexadecimale WEP-sleutel handmatig intypen of een passphrase in het “Passphrase”-veld invoeren en klikken op “Generate” (Genereren) om uit de passphrase een WEP-sleutel te genereren. Klik op “Apply 68 Problemen oplossen Changes” (Wijzigingen toepassen) om te eindigen. Zorg er nu voor dat al uw cliënten op deze manier zijn ingesteld. Een hexadecimale sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP dient u 26 hexadecimale tekens in te voeren. Bijvoorbeeld: C3 03 0F AF 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 E4 = 128-bits sleutel 6. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. De encryptie in de router is nu ingesteld. Iedere computer binnen uw draadloze netwerk moet nu worden geconfigureerd met dezelfde beveilig ingsinstellingen. WAARSCHUWING: Als u de draadloze router of accesspoint vanaf een 1 2 3 4 5 computer met een draadloze cliënt configureert, dient u ervoor te zorgen dat de beveiliging voor die draadloze cliënt is ingeschakeld. Als dat niet gebeurt, krijgt u geen draadloze verbinding. 6 Opmerking voor Mac-gebruikers: De oorspronkelijke Apple AirPort®- 7 Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wired Equivalent Privacy of WEPbeveiliging op een draadloze netwerkkaart van Belkin 8 9 10 Oplossing: De draadloze netwerkkaart dient dezelfde sleutel te gebruiken als de draadloze router of het draadloze accesspoint. Als uw draadloze router of accesspoint de sleutel 00112233445566778899AABBCC gebruikt, dan moet voor de draadloze kaart exact dezelfde sleutel worden ingesteld. 1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het venster “Wireless Network” (Draadloos netwerk) te laten verschijnen. 2. Met de knop “Advanced” (Geavanceerd) kunt u meer opties van de kaart bekijken en configureren. 3. Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de Belkin Wireless LAN Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren. 4. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop “Properties” 69 12 Hoofdstuk producten ondersteunen uitsluitend 64-bits encryptie. Apple AirPort 2-producten kunnen 64-bits en 128-bits encryptie ondersteunen. Controleer dus eerst het type Apple Airport-product dat u gebruikt. Als het u niet lukt uw netwerk met 128-bits encryptie te configureren, probeer dan 64-bits encryptie. Problemen oplossen (Eigenschappen). 5. Selecteer “WEP” onder “Data Encryption” (Dataencryptie) 6. Zorg ervoor dat het selectievakje “The key is provided for me automatically” (Ik krijg de sleutel automatisch), onderaan, niet is aangevinkt. Als u deze computer gebruikt om in te loggen op een bedrijfsnetwerk, vraag dan aan uw netwerkbeheerder of deze optie aangevinkt moet zijn of niet. 7. Typ de WEP-sleutel in in het daarvoor bestemde vakje bij “Network Key” (Netwerksleutel). Belangrijk:Een WEP-sleutel is een combinatie van cijfers en letters van A tot F en 0 tot 9. Voor 128-bits WEP-encryptie dient u 26 hexadecimale sleutels in te voeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u toekent aan uw draadloze router of accesspoint. Bijvoorbeeld: C3 03 0F AF 4B B2 C3 D4 4B C3 D4 E7 E4 = 128-bits sleutel 8. Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen op te slaan. Indien u GEEN draadloze netwerkkaart van Belkin gebruikt, raden wij u aan de handleiding van u van de fabrikant van dat product hebt gekregen, te raadplegen. Probleem: Ondersteunen de producten van Belkin WPA? Oplossing Let op: Om WPA-beveiliging te kunnen gebruiken moeten al uw cliënten geüpgraded zijn naar stuurprogramma’s en software die WPA ondersteunen. U kunt gratis een beveiligingspatch van Microsoft downloaden. Deze patch werkt alleen onder het Windows XP-besturingssysteem. U kunt deze patch hier downloaden: http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?FamilyID=009d8425-ce2b47a4-abec-274845dc9e91&displaylang=en U dient tevens van de website van Belkin het nieuwste stuurprogramma te downloaden voor uw draadloze 802.11g desktop- of notebooknetwerkkaart van Belkin. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. De patch van Microsoft ondersteunt uitsluitend apparaten zoals 802.11gproducten van Belkin met stuurprogramma’s die WPA ondersteunen. De nieuwste stuurprogramma’s kunt u hier downloaden: http://web.belkin.com/support/networkingsupport.asp. WPA-ondersteuning zal automatisch worden geïnstalleerd als u een upgrade van uw systeem doet naar Windows XP Service pack 2. Voor meer informatie kunt u terecht op: http://support.microsoft.com 70 Problemen oplossen 1 Probleem: Ik heb problemen bij het instellen van Wi-Fi Protected Access (WPA) beveiliging voor mijn draadloze router of accesspoint van Belkin in een thuisnetwerk. Oplossing: 1. Selecteer “WPA-PSK (zonder server)” in het dropdown-menu “Security Mode” (Beveligingsmodus). 2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn. 3. Voer uw “pre-shared key” in. Deze kan bestaan uit 8 tot 63 karakters en wordt opgebouwd uit letters, cijfers, symbolen en spaties. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. Uw PSK kan er als volgt uitzien: “Netwerksleutel familie Jansen”. eindigen. Ken nu aan al uw cliënten deze instellingen toe. Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA) beveiliging op een router / accesspoint van Belkin voor een zakelijk netwerk. Oplossing: Als uw netwerk een radiusserver gebruikt om de sleutels aan de cliënten toe te wijzen, gebruik dan deze instelling. Van deze modus wordt doorgaans op kantoren gebruik gemaakt. 1. Selecteer “WPA (met server)” in het dropdown-menu “Security Mode” (Beveligingsmodus). 2. Selecteer “TKIP” of “AES” als Encryption Technique (Encryptietechniek). Deze instelling moet voor al uw cliënten hetzelfde zijn. 3. Voer het IP-adres van de radiusserver in in de daarvoor bestemde velden. 4. Voer de radius-sleutel in in het veld “Radius Key”. 5. Voer het sleutelinterval in. Het sleutelinterval geeft aan hoe vaak de sleutels worden verdeeld (in pakketten). 6. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te eindigen. Ken nu aan al uw cliënten deze instellingen toe. 71 3 4 5 6 7 8 9 10 12 Hoofdstuk 4. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om te 2 Problemen oplossen Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA) beveiliging op een draadloze netwerkkaart van Belkin voor een thuisnetwerk. Oplossing: Cliënten moeten dezelfde sleutel gebruiken als de draadloze router / accesspoint. Als bijvoorbeeld de sleutel “Netwerksleutel familie Jansen” door de draadloze router of het draadloze accesspoint wordt gebruikt, moeten de ook cliënten van diezelfde sleutel gebruik maken. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het scherm “Wireless Network” te laten verschijnen. Als u op de knop “Advanced” (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de kaart bekijken en configureren. Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de Belkin Wireless LAN Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop “Properties” (Eigenschappen). Selecteer “WPA-PSK (no server)” (WPA-PSK (zonder server)) onder “Network Authentication” (Netwerkauthentificatie). Typ de WPA-sleutel in in het daarvoor bestemde vakje bij “Network Key” (Netwerksleutel) Belangrijk: WPA-PSK is opgebouwd uit een combinatie van cijfers en letters 7. van A tot Z en 0 tot 9. Voor WPA-PSK kunt u 8 tot 63 tekens invoeren. Deze netwerksleutel dient overeen te komen met de sleutel die u toekent aan uw draadloze router of accesspoint. Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen op te slaan. Probleem: Ik heb problemen met het installeren van Wi-Fi Protected Access (WPA) beveiliging op een draadloze netwerkkaart van Belkin voor een kantoornetwerk. Oplossing: 1. Dubbelklik op het signaalindicatorpictogram om het scherm “Wireless Network” te laten verschijnen. 2. Als u op de knop “Advanced” (Geavanceerd) drukt, kunt u meer opties van de kaart bekijken en configureren. 3. Nadat u op “Advanced” (Geavanceerd) hebt geklikt, verschijnt de Belkin 72 Problemen oplossen Wireless LAN Utility. Met dit hulpprogramma kunt u alle geavanceerde functies van de draadloze kaart van Belkin beheren. 4. Op het tabblad “Wireless Networks Properties” (Eigenschappen draadloze netwerken) selecteert u een netwerknaam uit de lijst “Available networks” (Beschikbare netwerken) en vervolgens klikt u op de knop “Properties” (Eigenschappen). 5. 6. Selecteer “WPA” onder “Network Authentication” (Netwerkauthentificatie) 7. Klik op “OK” en vervolgens op “Apply” (Toepassen) om de instellingen op te slaan. Selecteer op het tabblad “Authentication” (Authentificatie) de door uw netwerkbeheerder bepaalde vereiste instellingen. 1 2 3 4 5 Probleem: 6 Ik heb problemen met het installen van Wi-Fi Protected Access (WPA) beveiliging en ik maak GEEN gebruik van een draadloze netwerkkaart van Belkin voor een thuisnetwerk. 7 Als u GEEN gebruik maakt van een draadloze desktop- en notebookkaart van Belkin en uw kaart niet voorzien is van software die WPA ondersteunt, dan kunt u gratis van de website van Microsoft een bestand downloaden met de naam “Windows XP Support Patch for Wireless Protected Access”. De patch van Microsoft kunt u downloaden door de knowledge base voor Windows XP WPA te doorzoeken. 8 9 10 Opmerking: Dit Microsoft-bestand werkt alleen met Windows XP. Andere besturingssystemen worden op dit moment nog niet ondersteund. U dient ook te controleren of de kaartfabrikant WPA ondersteunt en of u het nieuwste stuurprogramma van hun support site hebt gedownload. Ondersteunde besturingssystemen: • Windows XP Professional • Windows XP Home Edition Inschakelen WPA-PSK (zonder server) 1. In Windows XP klikt u op “Start > Control Panel > Network Connections” (Start > Configuratiescherm > Netwerkverbindingen). 2. Klik met de rechtermuisknop op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken). Het volgende scherm verschijnt. Zorg ervoor dat de optie “Use Windows to configure my wireless network settings” (Gebruik Windows om de instellingen van mijn draadloze netwerk te configureren) is aangevinkt. 3. Klik op het tabblad “Wireless Networks” (Draadloze netwerken) op 73 12 Hoofdstuk Oplossing: Problemen oplossen de knop “Configure” (Configureren). Het volgende venster zal verschijnen. 4. Voor gebruik in uw woning of op een klein kantoor, selecteert u onder “Network Administration” (Netwerkbeheer) “WPA-PSK”. Opmerking: Selecteer “WPA (with radius server)” (WPA met radiusserver) als u deze computer gebruikt om verbinding te maken met een bedrijfsnetwerk dat een authenticatieserver ondersteunt, bijv. een radiusserver. Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkbeheerder. 5. Selecteer onder “Data Encryption” (Data-encryptie) “TKIP” of “AES”. Deze instelling moet gelijk zijn aan die van de draadloze router of het draadloze accesspoint 6. Typ de encryptiesleutel in in het vakje naast “Network Key” (Netwerksleutel). Belangrijk: Voer uw pre-shared sleutel in. Deze sleutel bestaat uit 8 tot 63 tekens, dit kunnen letters, cijfers of symbolen zijn. U dient bij al uw cliënten dezelfde sleutel te gebruiken. 7. Klik op “OK” om de instellingen op te slaan. Wat is het verschil tussen 802.11b, 802.11g, G+ MIMO en Pre-N? Op dit moment zijn er vier standaarden voor draadloze netwerken, waartussen grote verschillen in overdrachtssnelheden bestaan. Elke norm is gebaseerd op de aanduiding 802.11(x), een benaming die is vastgesteld door het IEEE (Institute of Electrical and Electronic Engineers), het Amerikaanse instituut dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en goedkeuring van ondermeer netwerknormen. De meest gebruikte standaard voor draadloos netwerkverkeer is 802.11b. Deze maakt een gegevensoverdracht van 11 Mbps mogelijk. De standaarden 802.11a en 802.11g maken snelheden tot 54 Mbps mogelijk. G+ MIMO werkt eveneens met snelheden tot 54 Mbps en Pre-N met snelheden tot 108 Mbps. 74 Problemen oplossen 1 Vergelijkend overzicht van draadloze technologieën Belkin Pre-N (802.11g met TrueMIMO) 5x sneller dan 802.11b* 10x sneller dan 802.11b* 10x sneller dan 802.11b* 15x sneller dan 802.11b* De vrije 2,4GHzband is gevoelig voor interferentie door stoorsignalen van huishoudelijke apparatuur als draadloze telefoons en magnetrons De vrije 2,4GHzband is gevoelig voor interferentie door stoorsignalen van huishoudelijke apparatuur als draadloze telefoons en magnetrons De vrije 2,4GHzband is gevoelig voor interferentie door stoorsignalen van huishoudelijke apparatuur als draadloze telefoons en magnetrons De vrije 2,4GHzband is gevoelig voor interferentie door stoorsignalen van huishoudelijke apparatuur als draadloze telefoons en magnetrons G (802.11g) G+ MIMO(802.11g met MIMO MRC) 11Mbps-verbindingssnelheid/ basislijn G+ (802.11g met HSM) Snelheid* 802.11b Draadloze technologie 2 3 4 5 De vrije 2,4GHzband is gevoelig voor interferentie door stoorsignalen van huishoudelijke apparatuur als draadloze telefoons en magnetrons 7 8 9 Voordeel Bereik* Compatibiliteit 10 Compatibel met 802.11g Compatible met 802.11b/g Compatibel met 802.11b/g Compatibel met 802.11b/g Compatibel met 802.11g en 802.11b Doorgaans 30–60 m binnenshuis Tot 120 m* Tot 210 m* Tot 300 m* Tot 425 m* Algemeen aanvaard Veel gebruikt – vooral voor het delen van internetaansluitingen Groter bereik en hogere snelheden Betere dekking en constante snelheden Geavanceerd – beste reikwijdte en doorvoer *Bereik en verbindingssnelheid afhankelijk van netwerkomgeving. 75 12 Hoofdstuk Frequentie 6 Appendices Appendix A: Verklarende woordenlijst IP Address (IP-adres) Het “IP address” is het interne IP-adres van de router. Om de geavanceerde installatie-interface te openen, moet u dit adres in de adresbalk van uw browser typen. U kunt dit adres indien nodig wijzigen. Om het IP-adres te wijzigen, typt u het nieuwe IP-adres in en klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). Het IP-adres dat u kiest, moet een niet-routeerbaar IP zijn. Hieronder ziet u een paar voorbeelden van een niet-routeerbaar IP: 192.168.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255) 10.x.x.x (waarbij x elke waarde kan hebben tussen 0 en 255) Subnet Mask (Subnetmasker) Sommige netwerken zijn veel te groot om, waardoor niet al het verkeer in alle uithoeken terecht komt. Deze netwerken moeten worden opgedeeld in kleinere, werkbare delen, subnets genaamd. Het subnetmasker is het netwerkadres plus de informatie die identificatie van het “subnetwerk” mogelijk maakt. 76 Appendices 1 DNS DNS staat voor Domain Name Server. Een “Domain Name Server” is een server op het Internet die URL’s (Universal Resource Links) als “www.belkin. com” vertaalt naar IP-adressen. De meeste ISP’s verlangen niet van u dat u deze informatie in de router invoert. Als u een statisch IP gebruikt, moet u waarschijnlijk een specifiek DNS-adres en een secundair DNS-adres invullen om ervoor te zorgen dat uw verbinding correct functioneert. Als u een dynamische verbinding of PPPoE gebruikt, hoeft u waarschijnlijk geen DNSadres in te vullen. PPPoE De meeste ADSL-providers maken gebruik van PPPoE als type verbinding. Als u gebruik maakt van een ADSL-modem voor het maken van een verbinding met het Internet, dan gebruikt uw ISP mogelijk PPPoE om u aan te melden. Uw type verbinding is PPPoE als: uw ISP u een gebruikersnaam en een wachtwoord heeft gegeven die noodzakelijk zijn om de verbinding met het internet tot stand te brengen. 2. uw provider u software als WinPoET of Enternet300 heeft verstrekt om de internetverbinding tot stand te brengen. 3. u op een ander desktoppictogram dan uw browser moet dubbelklikken om op Internet te kunnen. Om de router geschikt te maken voor het gebruik van PPPoE, moet u uw gebuikersnaam en wachtwoord invoeren in de daarvoor bestemde velden. Nadat u alle noodzakelijke informatie hebt ingevoerd, klikt u op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). Nadat u de noodzakelijke wijzigingen hebt aangebracht, geeft de internetstatusindicator de melding “Connection OK” (Verbinding OK), als uw router correct is geïnstalleerd. PPPoA Voer de PPPoA-informatie in de daarvoor bestemde ruimtes en klik op “Next” (Volgende). Klik op “Apply” (Toepassen) om de instellingen te activeren. 1. User name (Gebruikersnaam) - Voer de gebruikersnaam in. (Toegekend door uw ISP). 2. Password (Wachtwoord) - Voer uw wachtwoord in. (Toegekend door uw ISP). 3. Retype Password (Wachtwoord opnieuw intypen) - Typ het wachtwoord opnieuw in (Toegekend door uw ISP). 77 3 4 5 6 7 8 9 10 12 Hoofdstuk 1. 2 Appendices 4. VPI/VCI - Voer de paramters voor de Virtual Path Identifier (VPI) en de Virtual Circuit Identifier (VCI) in. (Toegekend door uw ISP). Verbinding verbreken na X... Deze functie wordt gebruik om automatisch de verbinding van uw router met het internet te verbreken als er gedurende bepaalde tijd geen activiteit is. Als u bijvoorbeeld deze optie aanvinkt en het cijfer 5 in het minutenveld invult, wordt de verbinding van de router met het Internet automatisch verbroken als er gedurende vijf minuten geen Internetactiviteit is geweest. Gebruik deze optie als u voor gebruik van het internet per tijdseenheid moet betalen. Kanaal en SSID U kunt het kanaal waarvan de router gebruik maakt, wijzigen door in het dropdown-menu het gewenste kanaal te kiezen en het gewenste kanaal te selecteren. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de instellingen op te slaan. U kunt ook de SSID wijzigen. De SSID is het equivalent van de naam van uw draadloze netwerk. U kunt de SSID elke naam geven die u wilt. Als er meer draadloze netwerken in uw omgeving actief zijn, geef uw draadloze netwerk dan een unieke naam. KIik in het SSID-vak en typ een nieuwe naam in. Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijzigingen door te voeren. Gebruik maken van de ESSID Broadcast-functie Veel draadloze netwerkadapters die momenteel op de markt verkrijgbaar zijn, beschikken over een functie genaamd site survey. Deze functie scant naar beschikbare netwerken en stelt elke computer in staat automatisch een netwerk uit de survey te selecteren. Dit gebeurt als de SSID van de computer is ingesteld op “ANY”. Uw router van Belkin kan deze willekeurige zoektocht naar een netwerk blokkeren. Indien u de “ESSID Broadcast”-functie uitschakelt, kan een computer het netwerk alleen vinden als u de SSID van de computer op de specifieke naam van het netwerk (zoals WLAN) instelt. Zorg er wel voor dat u uw SSID (netwerknaam) kent voordat u deze functie inschakelt. U kunt uw draadloze netwerk zo goed als onzichtbaar maken. Wanneer u de optie SSID-uitzending uitschakelt, verschijnt het netwerk niet in site-overzichten. Door het uitschakelen van de SSID-uitzending, helpt u de veiligheid te verhogen. Encryptie Door het gebruik van encryptie zorgt u voor een betere beveiliging van uw netwerk. De router maakt gebruik van Wired Equivalent Privacy (WEP) en WIFI Protected Access (WPA) om uw gegevens te beschermen en biedt twee encryptiemogelijkheden: 64-bits en 128-bits encryptie. Encryptie werkt met een sleutelsysteem. De sleutel op de computer moet overeen komen met de sleutel van de router. Er zijn twee manieren om een sleutel te creëren. Bij de 78 Appendices eenvoudigste methode laat u de router’s software een passphrase (meervoudig wachtwoord) converteren naar een sleutel. Een geavanceerde methode is het handmatig invoeren van de sleutels. Virtuele servers De functie Virtuele Servers biedt u de mogelijkheid externe (internet)verbindingen voor diensten zoals een webserver (poort 80), FTP-server (poort 21), of andere applicaties, via uw router door te sturen naar uw interne netwerk. Aangezien uw interne computers beschermd worden door een firewall, kunnen computers buiten uw netwerk (via het Internet) de interne computers niet bereiken omdat ze niet “zichtbaar” zijn. Als u de functie “virtual server” voor een specifieke applicatie dient te configureren, neem dan contact op met de leverancier van de applicatie om geïnformeerd te worden over welke poortinstellingen u nodig hebt. Om instellingen handmatig in te voeren, typt u het IP-adres in het vak voor de interne computer in, geeft u het poortype (TCP of UDP) op en de LANen publieke poort(en) die gepasseerd moeten worden. Selecteer vervolgens “Enable” (Activeren) en klik op “Set” (Instellen). U kunt per intern IP-adres slechts één poort vrijgeven. U neemt een zeker risico door poorten in uw firewall te openen. U kunt instellingen zeer snel in- en uitschakelen. Wij adviseren deze instellingen uit te schakelen wanneer u een bepaalde toepassing niet gebruikt. De router kan zo worden geconfigureerd dat toegang tot het Internet, e-mail, of andere netwerkdiensten op bepaalde dagen en tijden beperkt is. Deze beperking kan worden ingesteld voor één computer, een groep computers of verschillende computers. MAC-adressenfilter Het MAC-adressenfilter is een krachtig beveiligingsinstrument waarmee u kunt aangeven welke computers toegang hebben tot het netwerk. Elke computer die probeert het netwerk binnen te komen maar die niet in de filterlijst voorkomt, wordt de toegang geweigerd. Wanneer u deze functie activeert, moet u het MAC-adres invoeren van iedere cliënt op uw netwerk om elk van deze cliënten toegang te geven tot het netwerk. U kunt ook het MAC-adres kopiëren door de naam van de computer te selecteren in het “DHCP Client List”-overzicht. Om deze functie te activeren, selecteert u “Enable” (Activeren). Klik vervolgens op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de instellingen op te slaan. 79 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 Hoofdstuk Cliënt IP-filters 1 Appendices DMZ Indien een van uw cliënten van achter de firewall geen internetapplicatie kan draaien, kunt u deze cliënt onbeperkte tweewegs internettoegang verstrekken. Dit kan nodig zijn wanneer de NAT-functie problemen veroorzaakt met applicaties als games en videoconferenties. Schakel deze functie alleen tijdelijk in. Computers in de gedemilitariseerde zone zijn niet tegen hackeraanvallen beveiligd. Om een computer in de gedemilitariseerde zone te plaatsen, dient u het LAN IP-adres van deze computer in het “Static IP”-veld in te vullen en te klikken op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). Als u slechts een publiek (WAN) IP-adres hebt, kunt u het publieke IP laten staan op “0.0.0.0”. Als u meerdere publieke WAN IP-adressen gebruikt, kunt u aangeven op welk publiek WAN IP-adres de DMZhost gericht zal zijn. Vul het (WAN) IP-adres in waaraan de DMZ-host moet worden gericht, voer de laatste twee cijfers in van het IP-adres van de DMZ-hostcomputer en klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen). 80 Appendices 1 Beheerderswachtwoord De router wordt geleverd ZONDER vooraf geprogrammeerd wachtwoord. Als u een wachtwoord wilt toevoegen voor meer beveiliging, dan kunt u via de web-based gebruikersinterface van uw router een wachtwoord instellen. Bewaar uw wachtwoord op een veilige plek, want u zal het nodig hebben als u in de toekomst op de router wilt inloggen. Wij raden u TEN ZEERSTE aan een wachtwoord in te stellen als u van plan bent de functie “beheer op afstand” van uw router te gebruiken Met de optie inlog-timeout kunt u de maximale tijdsduur instellen waarbinnen u ingelogd kunt blijven op de Advanced Setup Interface (Geavanceerde setup-interface) van de router. De tijdklok begint te lopen als er geen activiteit is geweest. U hebt bijvoorbeeld een aantal wijzigingen in de geavanceerde gebruikersinterface aangebracht en daarna uw computer alleen gelaten zonder op “Logout” (Afmelden) te klikken. 2 Als de timeout is ingesteld op 10 minuten, dan loopt de inlogsessie af 10 minuten nadat u de router alleen hebt gelaten. Als u meer wijzigingen wilt aanbrengen, dient u opnieuw op de router in te loggen. Deze inlogtimeoutoptie is bedoeld als extra beveiliging en staat standaard ingesteld op 10 minuten. Let op: er kan slechts één computer tegelijk ingelogd zijn op de Advanced Setup-interface van de router. 7 De tijdklok van de router wordt geregeld via de aansluiting op een SNTP (Simple Network Time Protocol) server. Hierdoor loopt de systeemklok van de router synchroon met de tijd van het wereldwijde internet. De gesynchroniseerde klok in de router wordt gebruikt voor de registratie van de beveiligingslog en de aansturing van het cliëntenfilter. Selecteer de tijdzone waarin u gevestigd bent. Als u in een land woont dat de zomer- en wintertijd volgt, vink dan de optie “Enable Daylight Saving” (Zomer/wintertijd inschakelen) aan. De systeemklok geeft niet onmiddellijk na inschakeling de juiste tijd aan. De router heeft ten minste 15 minuten nodig om een verbinding op te bouwen met de tijdservers op het Internet en voor het ontvangen van een antwoordsignaal. Beheer op afstand ZORG ERVOOR DAT U HET BEHEERDERSWACHTWOORD HEBT INGESTELD, voordat u deze functie inschakelt.. De functie “Remote Management” (Beheer op afstand) biedt u de mogelijkheid vanaf elke internetlocatie ter wereld de instellingen van uw router te wijzigen. 81 4 5 6 8 9 10 12 Hoofdstuk Tijd en tijdzone 3 Appendices UPnP UPnP (Universal Plug-and-Play is een technologie die naadloze werking van voice messaging, video messaging, games en andere applicaties mogelijk maakt die voldoen aan UPnP. Voor sommige applicaties dient de firewall van de router op een specifieke manier geconfigureerd te zijn voor een juiste werking. Hiervoor moeten doorgaans de TCP- en UDP-poorten worden geopend en in sommige gevallen triggerpoorten worden ingesteld. Applicaties die voldoen aan UpnP kunnen met de router communiceren, in principe om de router te “vertellen” op welke wijze de firewall moet worden geconfigureerd. Bij aflevering is de UPnP-functie van de router uitgeschakeld. Als u applicaties gebruikt die voldoen aan UpnP en u wilt profiteren van de mogelijkheden van UPpnP dan heeft het zin de UPnP-functie te activeren. U selecteert eenvoudigweg “Enable” (Activeren) in de paragraaf “UPnP Enabling” (UPnP activeren) van de pagina “Utilities” (Hulpprogramma’s). Klik op “Apply Changes” (Wijzigingen aanbrengen) om de wijziging op te slaan. 82 Appendices Appendix B: Belangrijke factoren die een rol spelen bij plaatsing en setup Let op: Hoewel de onderstaande factoren de prestaties van een netwerk nadelig kunnen beïnvloeden, beletten zij niet dat het draadloze netwerk functioneert. Als u denkt dat het netwerk niet optimaal presteert, kan deze checklist uitkomst bieden. 1. Plaatsing van uw draadloze router (of draadloos accesspoint) Plaats uw draadloze router (of accesspoint), het centrale verbindingspunt binnen uw netwerk, op een centrale plek tussen uw draadloze netwerkapparatuur. De beste netwerkdekking voor uw “draadloze cliënten” (d.w.z. computers aangestuurd door draadloze notebook- en desktopnetwerkkaarten en draadloze USB-adapters van Belkin) bereikt u als volgt: 2 3 4 5 6 7 • Zorg ervoor dat de netwerkantennes van uw draadloze router (of accesspoint) parallel aan elkaar en in verticale stand staan (naar het plafond wijzen). Als de draadloze router (of het draadloze accesspoint) zelf al verticaal is gepositioneerd, laat de antennes dan zo recht mogelijk naar het plafond wijzen. 8 • In woningen met meer verdiepingen plaatst u de draadloze router (of het draadloze accesspoint) op de verdieping die zich het dichtst bij het midden van de woning bevindt. Dit kan betekenen dat u de draadloze router (of het draadloze accesspoint) op een hogere verdieping moet plaatsen. 10 • Plaats de draadloze router (of het draadloze accesspoint) niet in de buurt van een draadloze 2,4GHz-telefoon. 12 Vermijd obstakels en interferentie Plaats uw draadloze router (of accesspoint) bij voorkeur niet in de buurt van apparaten die radiogolven uitzendt, zoals magnetrons De volgende ondoordringbare objecten kunnen draadloze communicatie hinderen: • Koelkasten • Wasmachines en/of drogers • Metalen kasten • Grote aquaria • Gemetalliseerde UV-werende ruiten 83 9 Hoofdstuk 2. 1 Appendices Indien het signaal van uw draadloze netwerk op sommige plaatsen zwakker lijkt te zijn, zorg er dan voor dat dit soort objecten het signaal niet kunnen hinderen, dat wil zeggen dat ze niet tussen uw computers en uw draadloze router (of accesspoint) in staan. 3. Draadloze telefoons Ga als volgt te werk als de prestaties van het draadloze netwerk niet beter worden nadat u de bovenstaande wenken hebt opgevolgd én u een draadloze telefoon bezit: • Kijk wat er gebeurt als u uw draadloze telefoon uit de buurt houdt van uw draadloze router (of accesspoint) en uw computers die geschikt zijn voor draadloze communicatie. • Verwijder de batterij uit alle draadloze telefoons die gebruik maken van de 2,4GHz-band (zie informatie van de fabrikant). Als het probleem hiermee is opgelost, is/zijn uw telefoon(s) de storingsbron. • Als u voor uw telefoon ook andere kanalen kunt kiezen, kies dan voor het kanaal dat het verst verwijderd is van het kanaal dat door uw draadloze netwerk gebruikt wordt. Verander bijvoorbeeld het kanaal van uw telefoon in kanaal 1 en stel het kanaal van uw draadloze router (of accesspoint) in op kanaal 11. Raadpleeg de handleiding van uw telefoon voor gedetailleerde instructies. • Ga zo nodig over op een draadloze telefoon van 900 MHz of 5 GHz. 4. Kies het “stilste” kanaal voor het draadloze netwerk Op plaatsen waar meerdere woningen of kantoren dicht bij elkaar liggen, zoals appartementen- of kantoorgebouwen, kunnen draadloze netwerken in de omgeving problemen veroorzaken voor uw netwerk. Maak gebruik van de Site Survey-mogelijkheid (site-overzicht) van de Wireless LAN Utility (hulpprogramma voor draadloos LAN) om andere draadloze netwerken te lokaliseren en verplaats uw router en computers naar een kanaal dat zo ver mogelijk verwijderd is van andere netwerken. Experimenteer met de verschillende beschikbare kanalen om de beste verbinding te vinden en storing door draadloze telefoons en andere draadloze apparaten in de omgeving te voorkomen. Gebruik voor niet van Belkin afkomstige draadloze netwerkproducten het gedetailleerde site-overzicht en de informatie over draadloze 84 Appendices 1 kanalen in de handleiding. 5. Bovenstaande suggesties en richtlijnen helpen u bij het optimaliseren van het bereik van uw draadloze router (of accesspiont). Als u een nog groter bereik nodig hebt, overweeg dan de aanschaf van een draadloze range extender/accesspoint van Belkin. 2 Veilige verbindingen, VPN’s en AOL. 4 Veilige verbindingen zijn verbindingen waarvoor een gebruikersnaam en een wachtwoord vereist zijn. Hiervan wordt gebruik gemaakt in situaties waar beveiliging van belang is. Veilige verbindingen zijn ondermeer: • Virtual Private Network (VPN)-verbindingen; deze worden vaak gebruikt om van afstand verbinding te maken met een kantoornetwerk • Het “Bring Your Own Access”-programma van America Online (AOL) - dit programma laat u AOL gebruiken via breedband die ter beschikking wordt gesteld door een andere kabel- of DSL-service. • De meeste websites voor internetbankieren • Veel commerciële websites waarbij toegang uitsluitend verleend wordt nadat een gebruikersnaam en wachtwoord zijn ingevuld 3 5 6 7 8 9 10 Een tweede alternatief is het veranderen van de energiebeheerinstelling en van de computer, zodat deze niet overgaat op de slaapstand. Dit is niet noodzakelijkerwijs van toepassing voor draagbare computers. Om de energiebeheerinstellingen te wijzigingen in Windows, gaat u naar “Power Options” (Energiebeheer) in het “Control Panel” (Configuratiescherm). 12 Indien u moeilijkheden blijft hebben met de beveiligde verbindingen, VPN’s en AOL, loop de hierboven beschreven stappen dan door om te zien of u hiermee rekening gehouden hebt. Appendix C: Overzicht met internet-verbindingsinstellingen De tabel op de volgende pagina helpt u bij het selecteren en configureren van een ADSL-internetverbinding Veel ISP’s maken gebruik van per regio verschillende instellingen en apparatuur. Probeer de instellingen voor de ISP’s in uw regio. Als dit niet werkt, neem dan contact op met uw ISP en vraag naar uw specifieke instellingen. 85 Hoofdstuk Veilige verbindingen kunnen worden onderbroken als het energiebeheer van de computer de computer naar de slaapstand overschakelt. U kunt opnieuw verbinding maken door de VPN of AOL-software te draaien, of door opnieuw op de beveiligde website in te loggen. Appendices Land Verbindingsprotocol VPI/VCI Encapsulatie ISP’s Frankrijk PPPoE 8/35 LLC Meerdere Duitsland PPPoE 1/32 LLC T-Online, meerdere Nederland 1483 Bridged 0/35 0/32 0/34 LLC LLC LLC BBNed, XS4all Versatel DHCP Baby XL, Tiscali (start/ Surf/ Family/ Live) PPPoA 8/48 VC MUX KPN, Hetnet, HCCNet, Tiscali (lite/ Basis/Plus) Wanadoo PPPoA 0/32 VC MUX Versatel PPP, Zonnet PPPoE 8/35 LLC Meerdere België PPPoA 8/35 LLC Belgacom, Tiscali, Scarlet Italië PPPoE of PPPoA 8/35 VC MUX TIN Spanje PPPoE of 1483 Bridged 8/32 LLC Telefonica Zweden 1483 Bridged 3/35 LLC Telia UK PPPoA 0/38 VC MUX BT, Freeserve, Tiscali, AOL* Australië PPPoE of PPPoA 8/35 LLC Meerdere NieuwZeeland PPPoE of PPPoA 0/100 VC MUX Meerdere Singapore PPPoE 0/100 LLC SingNet, Pacific Internet Europa Azië 86 Informatie 1 FCC-verklaring VERKLARING VAN CONFORMITEIT MET DE FCCVOORSCHRIFTEN VOOR ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT Wij, Belkin Corporation, gevestigd 501 West Walnut Street, Compton, CA 90220, Verenigde Staten van Amerika, verklaren hierbij dat wij de volledige verantwoordelijkheid aanvaarden dat het product met het artikelnummer: F5D9630-4 waarop deze verklaring betrekking heeft, voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik ervan is onderworpen aan de beide volgende voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke storingen opwekken en (2) het apparaat moet elke ontvangen interferentie accepteren, waaronder storingen die een ongewenste werking kunnen veroorzaken. Kennisgeving van de Federal Communications Commission (FCC) Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor digitale apparaten van Klasse B zoals vastgelegd in Deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze normen zorgen bij de installatie in een woonomgeving voor een aanvaardbare bescherming tegen schadelijke interferentie. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze tevens uitzenden. Als deze apparatuur de radio- of televisie-ontvangst stoort, wat u kunt vaststellen door de apparatuur in- en uit te schakelen, kunt u proberen de storing op te heffen met een of meer van de volgende maatregelen: 87 3 4 5 6 7 8 9 10 12 Hoofdstuk Waarschuwing: Blootstelling aan radiofrequente straling. Het uitgangsvermogen van dit apparaat ligt ver beneden de hiervoor in de FCCvoorschriften vastgelegde grenswaarden voor stralingsfrequenties. Niettemin moet dit apparaat zo worden gebruikt dat onder normale omstandigheden de mogelijkheid van persoonlijk contact tot een minimum beperkt blijft. Ook bij het aansluiten van een externe antenne op dit apparaat moet de antenne zodanig worden geplaatst dat bij normaal gebruik de kans op aanraking tot een minimum beperkt blijft. Ter voorkoming overschrijding van de in de FCCvoorschriften aangegeven grenswaarden voor de blootstelling aan radiofrequente straling, mogen personen de werkende antenne niet dichter naderen dan tot op een afstand van 20 centimeter. 2 Informatie • Draai de ontvangende antenne in een andere richting of zet de antenne op een andere plaats. • Door het vergroten de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger. • Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere groep dan die waarop de ontvanger is aangesloten. • Neem contact op met de verkoper of een deskundig radio/ televisietechnicus. Veranderingen De Federal Communications Commission eist dat de gebruiker wordt gewaarschuwd dat elke verandering aan het apparaat die niet uitdrukkelijk door Belkin Corporation is goedgekeurd de bevoegdheid van de gebruiker om het apparaat te bedienen teniet kan doen. Canada-Industry Canada (IC) De draadloze radio van dit apparaat voldoet aan RSS 139 & RSS 210 Industry Canada. This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B conforme á la norme NMB-003 du Canada. Kennisgeving betreffende de Europese Unie Radioproducten die voorzien zijn van de CE 0560- of de CE-aanduiding voldoen aan de R&TTE-richtlijn (1995/5/EC) van de Commissie van de Europese Gemeenschap. Het voldoen aan deze richtlijn houdt in dat de betreffende apparatuur beantwoordt aan de volgende Europese normen (de overeenkomstige internationale normen zijn tussen haakjes vermeld). • EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid • EN 300 328 Technische vereisten voor radioapparatuur • ETS 300 826 - Algemene vereisten voor radioapparatuur wat betreft elektromagnetische compatibiliteit. U kunt het zendertype vaststellen op het identificatie-etiket van uw apparaat van Belkin. Producten die voorzien zijn van het CE-merk voldoen aan de Richtlijn voor Elektromagnetische Compatibiliteit (89/336/EEC) en aan de Richtlijn voor Laagspanningsapparatuur (72/23/EEC) van de Commissie van de Europese Economische Gemeenschap. Apparaten die aan deze richtlijn voldoen beantwoorden aan de volgende Europese normen (tussen haakjes zijn de overeenkomstige internationale normen vermeld). • EN 55022 (CISPR 22) – Elektromagnetische interferentie • EN 55024 (IEC61000-4-2,3,4,5,6,8,11) – Elektromagnetische immuniteit • EN 61000-3-2 (IEC610000-3-2) – Harmonischen in elektrische leidingen • EN 61000-3-3 (IEC610000) – Spanningsfluctuaties in elektrische leidingen • EN 60950 (IEC60950) – Productveiligheid Producten die een radiozender bevatten zijn voorzien van het CE 0560- of CEwaarschuwingsmerk en kunnen tevens zijn voorzien van het CE-logo. 88 Informatie Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit product niet mag worden afgevoerd met het huishoudelijk afval. Het is uw verantwoordelijkheid uw afgedankte apparatuur af te leveren op een aangewezen inzamelpunt voor de verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. De gescheiden inzameling en verwerking van uw afgedankte apparatuur draagt bij tot het sparen van natuurlijke bronnen en tot het hergebruik van materiaal op een wijze die de volksgezondheid en het milieu beschermt. Voor meer informatie over waar u uw afgedankte apparatuur kunt inleveren voor recycling kunt u contact opnemen met het gemeentehuis in uw woonplaats, de reinigingsdienst of de winkel waar u het product hebt aangeschaft. Beperkte levenslange productgarantie van Belkin Corporation Belkin Corporation geeft garantie voor de levensduur van het product op materiaal- en fabricagefouten. Wanneer een defect wordt geconstateerd, zal Belkin naar eigen keuze het product repareren of kosteloos vervangen, op voorwaarde dat het product tijdens de garantieperiode, met vooruitbetaalde vervoerskosten, wordt geretourneerd aan de officiële Belkin dealer bij wie het product is gekocht. Overlegging van het aankoopbewijs kan noodzakelijk zijn. Deze garantie is niet van toepassing als het product is beschadigd als gevolg van een ongeluk, misbruik, verkeerd gebruik of een verkeerde toepassing; als het product zonder schriftelijke toestemming van Belkin is gewijzigd of als een serienummer dat door Belkin is aangebracht, is verwijderd of onleesbaar is gemaakt. Geen enkele dealer, vertegenwoordiger of werknemer van Belkin is bevoegd tot wijziging, uitbreiding of aanvulling van deze garantie. BELKIN IS NIET AANSPRAKELIJK VOOR SPECIFIEKE SCHADE, INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE TEN GEVOLGE VAN HET NIET NAKOMEN VAN DE GARANTIEVOORWAARDEN OF TEN GEVOLGE VAN ENIG ANDER JURIDISCH CONFLICT, WAARONDER BEGREPEN WINSTDERVING, PRODUCTIETIJDVERLIES, GOODWILL, BESCHADIGING VAN PROGRAMMA’S OF GEGEVENS DIE ZIJN OPGESLAGEN IN OF WORDEN GEBRUIKT DOOR BELKIN-PRODUCTEN, EN HET OPNIEUW PROGRAMMEREN OF REPRODUCEREN ERVAN. In sommige staten of landen is het niet toegestaan om incidentele schade, voortvloeiende schade en impliciete garanties uit te sluiten of te beperken; in dat geval gelden de bovenstaande beperkingen of uitsluitingen wellicht niet voor u. Deze garantie verleent u specifieke wettelijke rechten en wellicht hebt u andere rechten die van staat tot staat verschillen. 89 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 Hoofdstuk DE GARANTIE EN VERHAALSMOGELIJKHEDEN DIE HIERVOOR ZIJN UITEENGEZET SLUITEN ELKE ANDERE GARANTIE OF VERHAALSMOGELIJKHEID UIT, HETZIJ MONDELING OF SCHRIFTELIJK, HETZIJ UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET. BELKIN WIJST UITDRUKKELIJK ELKE EN ALLE IMPLICIETE AANSPRAKELIJKHEID OF GARANTIE AF, WAARONDER, ZONDER ENIGE BEPERKING, GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALDE TOEPASSING. 1 ADSL2+ modem met ingebouwde draadloze G+ MIMO router Aanvullende informatie over technische ondersteuning is beschikbaar op www.belkin.com onder “Ondersteuning”. “Indien u telefonisch* contact wilt opnemen met onze afdeling voor technische ondersteuning, kunt u gebruik maken van het voor u van toepassing zijnde telefoonnummer uit onderstaande lijst. Onze afdeling voor technische ondersteuning is bereikbaar tijdens kantooruren.” *Tegen standaard telefoontarief Gratis technische ondersteuning* OOSTENRIJK TSJECHIË DENEMARKEN FINLAND FRANKRIJK DUITSLAND GRIEKENLAND HONGARIJE IJSLAND IERLAND ITALIË 08 - 20 20 07 66 23 900 04 06 701 22 403 00800 - 22 35 54 60 08 - 25 54 00 26 0180 - 500 57 09 00800 - 44 14 23 90 06 - 17 77 49 06 800 8534 0818 55 50 06 02 - 69 43 02 51 LUXEMBURG NEDERLAND NOORWEGEN POLEN PORTUGAL RUSLAND ZUID-AFRIKA SPANJE ZWEDEN ZWITSERLAND UK 34 20 80 8560 0900 - 040 07 90 815 00 287 00800 - 441 17 37 707 200 676 495 580 9541 0800 - 99 15 21 902 - 02 43 66 07 - 71 40 04 53 08 - 48 00 02 19 0845 - 607 77 87 Belkin Corporation 501 West Walnut Street Los Angeles, CA 90220, USA 310-898-1100 310-898-1111 fax Belkin Ltd. 7 Bowen Crescent, West Gosford NSW 2250, Australië +61 (0) 2 4372 8600 +61 (0) 2 4372 8603 fax Belkin Ltd. Express Business Park, Shipton Way Rushden, NN10 6GL, Verenigd Koninkrijk +44 (0) 1933 35 2000 +44 (0) 1933 31 2000 fax Belkin B.V. Boeing Avenue 333 1119 PH Schiphol-Rijk, Nederland +31 (0) 20 654 7300 +31 (0) 20 654 7349 fax © 2006 Belkin Corporation. Alle rechten voorbehouden. Alle handelsnamen zijn gedeponeerde handelsmerken van de betreffende rechthebbenden. Apple, AirPort, Mac, Mac OS en AppleTalk zijn in de Verenigde Staten en/of andere landen gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.. Het merkteken “Wi-Fi” is een gedeponeerd merkteken van de Wi-Fi Alliance. P75125ea_A Anexos País Protocolo de conexión VPI/VCI Encapsulamiento ISPs Francia PPPoE 8/35 LLC Varios Germany PPPoE 1/32 LLC T-Online, varios Países Bajos 1483 Bridged 0/35 0/32 0/34 LLC LLC LLC BBNed, XS4all Versatel DHCP Baby XL, Tiscali (start/ Surf/ Family/ Live) PPPoA 8/48 VC MUX KPN, Hetnet, HCCNet, Tiscali (lite/ Basis/Plus) Wanadoo PPPoA 0/32 VC MUX Versatel PPP, Zonnet Europa PPPoE 8/35 LLC Varios Bélgica PPPoA 8/35 LLC Belgacom, Tiscali, Scarlet Italia PPPoE o PPPoA 8/35 VC MUX TIN España PPPoE o 1483 Bridged 8/32 LLC Telefonica Suecia 1483 Bridged 3/35 LLC Telia UK PPPoA 0/38 VC MUX BT, Freeserve, Tiscali, AOL* Australia PPPoE o PPPoA 8/35 LLC Varios Nueva Zelanda PPPoE o PPPoA 0/100 VC MUX Varios Singapur PPPoE 0/100 LLC SingNet, Pacific Internet Asia 86
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482
  • Page 483 483
  • Page 484 484
  • Page 485 485
  • Page 486 486
  • Page 487 487
  • Page 488 488
  • Page 489 489
  • Page 490 490
  • Page 491 491
  • Page 492 492
  • Page 493 493
  • Page 494 494
  • Page 495 495
  • Page 496 496
  • Page 497 497
  • Page 498 498
  • Page 499 499
  • Page 500 500
  • Page 501 501
  • Page 502 502
  • Page 503 503
  • Page 504 504
  • Page 505 505
  • Page 506 506
  • Page 507 507
  • Page 508 508
  • Page 509 509
  • Page 510 510
  • Page 511 511
  • Page 512 512
  • Page 513 513
  • Page 514 514
  • Page 515 515
  • Page 516 516
  • Page 517 517
  • Page 518 518
  • Page 519 519
  • Page 520 520
  • Page 521 521
  • Page 522 522
  • Page 523 523
  • Page 524 524
  • Page 525 525
  • Page 526 526
  • Page 527 527
  • Page 528 528
  • Page 529 529
  • Page 530 530
  • Page 531 531
  • Page 532 532
  • Page 533 533
  • Page 534 534
  • Page 535 535
  • Page 536 536
  • Page 537 537
  • Page 538 538
  • Page 539 539
  • Page 540 540
  • Page 541 541
  • Page 542 542
  • Page 543 543
  • Page 544 544
  • Page 545 545
  • Page 546 546
  • Page 547 547
  • Page 548 548
  • Page 549 549
  • Page 550 550
  • Page 551 551
  • Page 552 552

Belkin F5D9630-4 Handleiding

Categorie
Netwerken
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor