MTD bosmaaier 1000w Original Operating Instructions

Categorie
Grastrimmers
Type
Original Operating Instructions
English . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
(Original operating instructions)
Français . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
(Notice d’instructions d’origine)
Deutsch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
(Originalbetriebsanleitung)
Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
(Originele gebruiksaanwijzing)
Italiano . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
(Istruzioni per l’uso originali)
Español . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
(Instrucciones de funcionamiento originales)
Svenska . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
(Originalbruksanvisning)
Dansk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
(Originale driftsvejledning)
Norsk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
(Originale driftsanvisningen)
Suomi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
(Alkuperäinen käyttöohjekirja)
Português . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
(Instruções de serviço originais)
Ελληνικά . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
(Αυθεντικές οδηγίες χειρισμού)
Magyar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
(Eredeti üzemeltetési útmutató)
Polski . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112
(Oryginalna instrukcja obsługi)
Gebruiksaanwijzing Nederlands
29
Inhoudsopgave
Voor uw veiligheid . . . . . . . . . . 29
Bedienings- en indicatie-
elementen . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Montagevoorschrift . . . . . . . . . 32
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Onderhoud en reiniging . . . . . . 35
Vervoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Fouten verhelpen . . . . . . . . . . . 36
Gegevens op het type-
plaatje
Vul alle gegevens van het type-
plaatje van het apparaat in het
onderstaande vakje in. U vindt het
typeplaatje in de buurt van de motor.
Deze gegevens zijn bijzonder
belangrijk om het apparaat later
te kunnen identificeren, voor het
bestellen van onderdelen voor het
apparaat en voor de klantenservice.
Deze en andere gegevens van
de machine vindt u in de aparte
CE-conformiteitsverklaring die deel
uitmaakt van deze gebruiksaanwij-
zing.
Afbeeldingen
Vouw de pagina's met afbeeldingen
aan het begin van de gebruiksaan-
wijzing open.
Details van afbeeldingen kunnen
verschillen van de door u gekochte
machine.
Voor uw veiligheid
Het apparaat correct
gebruiken
Dit apparaat is uitsluitend bestemd:
Voor het gebruik in huis- en
hobbytuinen,
met draadknop voor het maaien
van grasranden en kleine of moei-
lijk bereikbare grasoppervlakken
(bijv. onder struiken)
met maaimes voor het maaien
van wildgroei, struiken en kreupel-
hout.
overeenkomstig de beschrijvin-
gen en veiligheidsvoorschriften
in deze gebruiksaanwijzing.
Elk ander gebruik is geen gebruik
volgens de voorschriften.
Het gebruik anders dan volgens
de voorschriften heeft het vervallen
van de garantie en afwijzing van
elke verantwoordelijkheid van
de zijde van de fabrikant tot gevolg.
De gebruiker is aansprakelijk voor
alle schade aan derden en hun
eigendom.
Gebruik het apparaat alleen in de
door de fabrikant voorgeschreven
en geleverde technische toestand.
Eigenmachtige veranderingen aan
de machine sluiten aansprakelijk-
heid van de fabrikant voor daaruit
voortkomende schade uit.
Lees alle voorschriften
voor het gebruik
Lees deze voorschriften zorg-
vuldig. Maak u vertrouwd met
de bediening en het gebruik van
het apparaat.
Gebruik het apparaat niet wanneer
u moe of ziek bent of onder de in-
vloed van alcohol, drugs of medi-
cijnen staat.
Kinderen en jongeren jonger dan
16 jaar mogen het apparaat niet
gebruiken.
Dit apparaat is niet bestemd om
te worden gebruikt door personen
(inclusief kinderen) met beperkt
fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens, met gebrekkige
ervaring en/of gebrekkige kennis,
tenzij onder toezicht van een voor
hun veiligheid verantwoordelijke
persoon of voorzien van aanwij-
zingen van deze persoon ten
aanzien van het gebruik van het
apparaat.
Er dient op te worden toegezien
dat kinderen niet met deze
machine spelen.
Controleer het apparaat voordat
u het gebruikt.
Vervang beschadigde onder-
delen. Controleer dat alle verbin-
dingselementen aangebracht
en bevestigd zijn. Vervang een
snijkop die gescheurd, gespron-
gen of anders-zins beschadigd is.
Verzekert u zich ervan dat het
maaiopzetstuk (maaimes, draad-
kop) correct ingebouwd en goed
bevestigd is. Zorg ervoor dat
de kap van het snijhulpstuk goed
bevestigd is en geplaatst is zoals
aanbevolen. Het niet in acht
nemen van deze voorschriften
kan tot verwondingen van de ge-
bruiker en toeschouwers en tot
schade aan het apparaat leiden.
Gebruik alleen een
vervangingsdraad met een dia-
meter van 1,6 mm.
Gebruik nooit een met metaal
versterkt snoer, koord, draad,
ketting of iets dergelijks.
Deze kunnen afbreken en tot
gevaarlijke projectielen worden.
Wees u altijd bewust van het
verwondingsgevaar voor hoofd,
handen en voeten.
Voer alle nodige afstellingen en
reparaties uit voor u het werktuig
gebruikt.
Maak voor elk gebruik de om-
geving schoon waarin u de
trimmer wilt gebruiken.
Verwijder alle voorwerpen zoals
stenen, glasscherven, spijkers,
metaaldraad of touwen, die weg-
geslingerd kunnen worden of in
de snijkop verward kunnen raken.
Verwijder kinderen, toeschouwers
en dieren uit de omgeving.
Houd kinderen, toeschouwers en
dieren minstens 15 m uit de buurt.
Er bestaat voor toeschouwers
altijd een risico om door weg-
geslingerde objecten geraakt
te worden.
Toeschouwers dienen een oog-
bescherming te dragen.
Als men bij u in de buurt komt,
dient u de motor en de snijkop
onmiddellijk uit te schakelen.
Nederlands Gebruiksaanwijzing
30
Tijdens het gebruik
Gebruik dit apparaat alleen voor
het doel waarvoor het bestemd is.
Gebruik buitenshuis alleen
aansluitkabels die voor gebruik
buitenshuis zijn goedgekeurd en
als zodanig zijn gekenmerkt, bij-
voorbeeld H07RN-F 3 x 1,5 mm²
(max. 25 m).
Verbindingsdelen van aansluit-
kabels moeten tegen spatwater
beschermd en van rubber ver-
vaardigd of met rubber bekleed
zijn.
Controleer vóór elk gebruik ofde
aansluitkabels beschadigd,
versleten of in de war zijn.
Controleer vóór elk gebruik
of de apparaatkabel met net-
stekker beschadigd is.
Laat een beschadigde kabel on-
middellijk door een gespeciali-
seerd bedrijf vervangen.
Schakel daarvoor de machine
uit en trek de stekker uit het stop-
contact. Gebruik alleen aansluit-
kabels die helemaal in orde zijn.
Start het apparaat nooit en laat het
nooit lopen wanneer u zich in een
gesloten ruimte of gebouw be-
vindt. Gebruik het apparaat alleen
buitenshuis.
Gereedschap nooit met natte
handen gebruiken.
Draag een veiligheidsbril en
gehoorbescherming wanneer
u het apparaat gebruikt.
Draag bij werkzaamheden met
veel stof een gezichts- of stof-
masker. Kleding met lange
mouwen wordt aangeraden.
Draag een stevige broek met
lange pijpen, laarzen en hand-
schoenen. Draag geen losse
kleding, sieraden, een korte broek
of sandalen en werk niet met blote
voeten. Bind uw haar op tot boven
uw schouders als u lang haar
heeft. Draag indien nodig een
haarnet.
De afdekking van het maaiopzet-
stuk moet altijd aangebracht zijn.
Bij gebruik met draadkop moet
ook de afdekking van de draadkop
gemonteerd zijn.
De juiste trimdraad moet geïnstal-
leerd zijn.
Beide trimdraden moeten voor
het gebruik uitgetrokken zijn.
De trimdraad mag niet verder dan
het einde van de draadkopafdek-
king uitgetrokken zijn.
Controleer voor het inschakelen
van de machine dat de draad-
spoel of het maaimes met geen
voorwerp in aanraking komt.
Stel de greepbeugel in op uw
lichaamslengte, zodat u het
gereedschap goed kunt vast-
houden.
Houd het apparaat tijdens het
gebruik altijd met beide handen
vast: Een hand aan de achterste
hand greep, de andere hand aan
de greepbeugel.
Traag tijdens het gebruik altijd
de schouderriem.
Voorkom per ongeluk starten.
Wees gereed om het apparaat
te bedienen als u het inschakelt.
U dient zich, net als het apparaat,
bij het starten in een stabiele
stand te bevinden.
Neem de aanwijzingen voor het
starten en stoppen van de motor
in acht.
Reik niet te ver. Zorg ervoor dat
u stevig staat en blijf in evenwicht.
Gebruik het apparaat alleen bij
daglicht of bij goed kunstlicht.
Gebruik de machine niet bij
slechte weersomstandigheden
of bij kans op regen of onweer.
Draag het apparaat nooit aan
de kabel.
Apparaataansluitleiding altijd aan
achterzijde van apparaat
geleiden.
Apparaat nooit met defecte
bedrijfsschakelaar gebruiken.
Bij het loslaten van de schakelaar
moet het gereedschap onmiddel-
lijk stoppen.
Houd uw handen, gezicht en
voeten uit de buurt van alle
bewegende delen.
Raak de snijkop niet aan zolang
deze draait en probeer ook niet
om deze tegen te houden.
Zet de motor altijd uit wanneer
u het trimmen onderbreekt of
wanneer u van één plaats naar
een andere plaats loopt.
Zet bij ongewone trillingen
de motor onmiddellijk uit.
Controleer het apparaat op
schade. Laat het apparaat
in geval van schade nazien.
Motor uitzetten en netstekker uit
het stopcontact trekken voordat
u blokkeringen opheft of overige
werkzaamheden aan het gereed-
schap uitvoert.
Gebruik voor de reparatie alleen
originele vervangingsonderdelen.
Deze onderdelen zijn verkrijgbaar
bij uw erkende leverancier.
Gebruik nooit onderdelen,
toebehoren of opzetstukken
die voor dit apparaat niet zijn toe-
gestaan. Ernstig letsel bij de ge-
bruiker of beschadiging van het
apparaat kan het gevolg zijn.
Bovendien kan de garantie
vervallen.
Houd het apparaat schoon en let
erop dat er geen planten of andere
voorwerpen tussen de snijkop en
de beschermplaat vast komen
te zitten.
Laat alle reparaties uitsluitend
door een gespecialiseerd bedrijf
uitvoeren.
Bij gebruik met snijmes
(afhankelijk van model)
Lees voor het gebruik van het
apparaat alle veiligheidsvoor-
schriften zorgvuldig.
Houd de greepbeugel altijd tussen
gebruiker en maaiopzetstuk.
Maai met het snijmes nooit 75 cm
of hoger boven de grond.
Terugstootkrachten kunnen op-
treden als het draaiende mes een
voorwerp raakt dat niet onmiddel-
lijk kan worden gesneden.
Terugstootkrachten kunnen sterk
genoeg zijn om het apparaat en/of
de gebruiker in een willekeurige
richting te slingeren en hem
de controle over het apparaat
te laten verliezen.
Terugstootkrachten kunnen
zonder waarschuwing optreden
wanneer het mes vasthaakt,
vastklemt of geblokkeerd wordt.
Dit kan gemakkelijk gebeuren in
een omgeving waar het te maaien
materiaal moeilijk te overzien is.
Gebruiksaanwijzing Nederlands
31
Maai met de het struikenmes niets
dat dikker is dan 12,7 mm.
Anders kunnen er hevige
terugstootkrachten optreden.
Bij gebruik met het maaimes
moet de afdekking van het maai-
opzetstuk altijd gemonteerd zijn.
Probeer niet om het mes aan
te raken of tegen te houden
wanneer het draait.
Wanneer u met het mes een
vreemd voorwerp raakt of het mes
daarin vastraakt, dient u de motor
onmiddellijk uit te zetten en te
controleren of er schade is ont-
staan. Laat de schade verhelpen
voordat u het apparaat verder
gebruikt. Gebruik het apparaat
niet met een verbogen, gescheurd
of stomp mes.
Gooi een verbogen, kromgetrok-
ken, gescheurd of gebroken mes
weg.
Slijp het mes niet. Het geslepen
mes kan tijdens het gebruik af-
breken. Dit kan ernstig letsel tot
gevolg hebben. Vervang het mes.
Reinig de snijmessen met een
huishoudreinigingsmiddel om alle
resten te verwijderen.
Smeer het mes met machineolie
om het tegen roest te bescher-
men.
Berg het maaimes goed en achter
slot op om het mes tegen be-
schadiging en gebruik door
onbevoegden te beschermen.
Andere
veiligheidsvoorschriften
Laat de motor afkoelen voordat u
het apparaat opruimt of verplaatst.
Bescherm het apparaat tijdens het
vervoer.
Berg het apparaat droog, achter
slot of hoog op om gebruik door
onbevoegden of schade te voor-
komen. Houd het apparaat buiten
bereik van kinderen.
Giet nooit water of een andere
vloeistof op het apparaat.
Houd het apparaat droog, schoon
en stofvrij. Reinig het apparaat
na elk gebruik.
Neem de aanwijzingen over
reiniging en opslag in acht.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing.
Lees de gebruiksaanwijzing en
gebruik deze om andere gebrui-
kers te instrueren.
Geef de gebruiksaanwijzing mee
als u het apparaat aan iemand
uitleent.
Gebruikstijden
Neem de geldende voorschriften
met betrekking tot de gebruikstijden
in acht (eventueel na te vragen bij
uw gemeente).
Pictogrammen
op de machine
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft
veiligheids- en internationale sym-
bolen en pictogrammen die op dit
apparaat afgebeeld kunnen zijn.
Lees de gebruiksaanwijzing om
u met alle veiligheids-, montage-,
gebruiks- en reparatievoorschriften
vertrouwd te maken.
Let op!
Lees de gebruiks-
aanwijzing vóór
de ingebruikneming!
Vóór alle werkz-
aamheden zoals
instellen, schoon-
maken en controleren
apparaat uitschakelen
en stekker uit stop-
contact trekken.
Als de aansluitkabel
beschadigd wordt,
het gereedschap uit-
schakelen en de net-
stekker uit het stop-
contact trekken.
Houd derden uit
de buurt van het
gevaarlijke gebied.
Ogen-, gehoor- en
hoofdbescherming
dragen.
Draag tijdens het ge-
bruik van het apparaat
stevige schoenen en
werkhandschoenen.
Weggeslingerde voor-
werpen en ronddraai-
ende delen kunnen
ernstig letsel
veroorzaken.
Apparaat niet in de
regen gebruiken.
Houd deze symbolen op de machine
altijd in een leesbare toestand.
Symbolen in deze
gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing worden
de volgende symbolen gebruikt:
Gevaar
U wordt gewezen op gevaren
die met de beschreven activiteit
samenhangen en die persoonlijk
letsel tot gevolg kunnen hebben.
Let op
U wordt gewezen op gevaren
die met de beschreven activiteit
samenhangen en die materiële
schade tot gevolg kunnen
hebben.
Opmerking
Geeft belangrijke informatie
en gebruikstips aan.
Afvoeren
Verpakkingsresten, oude apparaten,
enz. moeten volgens de geldende
voorschriften worden afgevoerd.
Oude elektrische
apparaten kunnen
worden gerecycled
en horen daarom
niet bij het huisvuil.
Wij verzoeken u daarom, ons te
ondersteunen door uw actieve bij-
drage aan een zuinig verbruik van
grondstoffen en aan de bescher-
ming van het milieu, en deze
machine bij een daartoe aange-
wezen inzamelplaats af te geven.
!
Nederlands Gebruiksaanwijzing
32
Bedienings- en indicatie-
elementen
Let op. Beschadiging van
de machine.
Hier worden eerst de functies
van de bedienings- en indicatie-
elementen beschreven.
Voer nog geen functies uit!
Afbeelding 1
1 Bedrijfsschakelaar
(aan/uit-schakelaar)
2 Inschakelbeveiliging
3 Handgreep
4 Aansluitstekker
5 Kabeltrekontlasting
6 Bovenstuk schacht
7 Bevestigingsoog voor
schouderriem
8 Greepbeugel
9 Schachtkoppeling
10 Onderstuk schacht
11 Machinekop
12 Draadkop
13 Draadmes
14 Afdekking snijopzetstuk
15 Draadkopafdekking
16 Maaimes
17 Schouderriem
18 Inbussleutel *
19 Dopsleutel *
* Afhankelijk van uitvoering
Montagevoorschrift
Gevaar
Gevaal voor letsel door on-
bedoelde start van de motor.
Bescherm u tegen verwondingen.
Altijd voor werkzaamheden aan
het apparaat:
Zet de motor uit.
Wacht tot alle bewegende delen
volledig tot stilstand gekomen
zijn.
De motor moet afgekoeld zijn.
Netstekker uit stopcontact
trekken.
Schachtmontage
Afbeelding 2
1. Knevelschroef aan de schacht-
koppeling van het bovenste ge-
deelte van de schacht losmaken.
2. Vergrendelingsknop aan onder-
ste schacht met de invoerhulp
en het boorgat in de schacht-
koppeling uitrichten.
Onderkant van de schacht
in de schachtkoppeling schuiven
tot de vergrendelingsknop in het
boorgat vastklikt.
3. Knevelschroef (3) vastdraaien.
Inbouw en instelling van
de greepbeugel
Afbeelding 3
1. Greepbeugel demonteren.
Daarvoor de vier schroeven
losdraaien.
2. De greepbeugel van boven op de
schacht leggen.
3. De boorgaten van de onderste
vasthoudplaat met de schroeven
in de greepbeugel uitrichten.
De vier schroeven indraaien.
Noch niet vastdraaien.
Het gereedschap in bedrijfsstand
houden (afbeelding 5) en de
greepbeugel in de stand brengen
die het u mogelijk maakt het
gereedschap het best vast
te houden.
4. De vier schroeven vast aan-
draaien tot de greepbeugel
vast zit.
Montage en instelling van
schouderriem (afhankelijk
van model)
Afbeelding 4
Karabijnhaak (1) aan bevestigings-
oog (2) van behuizing vasthaken.
of
Vasthoudhaak (1) openen, aan
bevestigingsoog (2) van behuizing
vastmaken en goed sluiten.
Afbeelding 5
Trek de schouderriem over uw
hoofd en neem de voor de werk-
zaamheden vereiste houding in.
Afbeelding 6
Stel de schouderriem in op uw
lichaamslengte.
Montage van afdekking
van maaiopzetstuk
Afbeelding 7
1. Moer met de wijzers van de klok
mee (naar rechts) losschroeven
en met afstandsschijf en
vasthoudschijf verwijderen.
Opmerking
Delen zijn onder bepaalde
omstandigheden nodig voor
de montage van het maaimes
of de draadkop.
2. De drie schroeven aan
de machinekop losdraaien
en uitdraaien.
3. Afdekking van maaiopzetstuk
op de machinekop zetten
en de boorgaten met de schroef-
draadgaten op één lijn brengen.
4. De drie schroeven weer indra-
aien en vast aandraaien.
Montage en demontage
van het maaimes
Draadkop en draadkopafdekking,
indien gemonteerd, eerst verwij-
deren. Zie daarvoor „Montage
en demontage van draadkop“.
In het gegeven geval de afdekking
van het maaiopzetstuk en de aan-
drijfas reinigen.
Montage van maaimes
Afbeelding 8
Afstandsring (2) op aandrijfas (1)
schuiven.
Daarbij het boorgat in de afstands-
schijf met de inkeping op het
motorhuis op één lijn brengen.
Maaimes (3) op aandrijfas (1)
schuiven en op afstandsring (2)
centreren.
Opmerking
Letten op correcte plaatsing van
maaimes (3) op afstandschijf (2),
in het midden en plat liggend.
Vasthoudschijf (4) op aandrijfas
(1) schuiven.
Moer (5) tegen de wijzers van
de klok (linksom) op de aandrijfas
(1) draaien.
Afbeelding 9
Boorgaten in afdekking van maai-
opzetstuk (6) en de afstandsschijf
(2) met elkaar op één lijn brengen.
Gebruiksaanwijzing Nederlands
33
Inbussleutel (7) door de boor-
gaten steken.
Moer (5) tegen de wijzers van de
klok (linksom) stevig vastdraaien
draaimoment 37 Nm.
Opmerking
Vóór het vastdraaien nogmaals
correcte plaatsing van maaimes
controleren.
Als geen draaimomentsleutel
beschikbaar is, de moer met
de hand stevig vastdraaien
tot deze het maaimes raakt.
Aansluitend de moer met een
ringsleutel nog een halve slag
tegen de wijzers van de klok
(linksom) aandraaien.
Inbussleutel (7) naar buiten
trekken.
Veiligheidsafdekking (indien
aanwezig) van het maaimes
verwijderen.
Demontage van maaimes
Afbeelding 10
Veiligheidsafdekking (indien
aanwezig) op het maaimes
verwijderen.
Boorgaten in afdekking van maai-
opzetstuk (1) en de afstandsschijf
(2) met elkaar op één lijn brengen.
Inbussleutel (3) door de boor-
gaten steken.
Moer (4) met de wijzers van de
klok mee (rechtsom) losdraaien
en van de aandrijfas (5) los-
schroeven.
Inbussleutel (3) naar buiten
trekken.
Vasthoudschijf (6), maaimes (7)
en afstandsschijf (2) van de aan-
drijfas (5) nemen.
Opmerking
Gedemonteerde delen reinigen
en voor later gebruik bewaren zodat
ze weer terug te vinden zijn.
Montage en demontage
van draadkop
Maaimes, indien gemonteerd,
eerst verwijderen. Zie daarvoor
„Demontage van maaimes“.
In het gegeven geval de afdekking
van het maaiopzetstuk en de aan-
drijfas reinigen.
Montage van draadkop
Afbeelding 11
1. Draadkopafdekking op de af-
dekking van het maaiopzetstuk
leggen. Schroeven met de boor-
gaten op één lijn brengen.
2. Draadkopafdekking met de vier
schroeven bevestigen.
Afbeelding 12
3. Afstandsschijf en vasthoudschijf
op de aandrijfas schuiven.
Daarbij het boorgat in de
afstandsschijf met de inkeping
op het motorhuis op één lijn
brengen.
Opmerking
Op correcte plaatsing van de vast-
houdschijf op de afstandsschijf
letten, dat wil zeggen gecentreerd
en vlak aansluitend.
4. Draadkop tegen de wijzers van
de klok (linksom) op de aan-
drijfas draaien.
Afbeelding 13
5. Boorgaten in de afdekking van
het maaiopzetstuk en de af-
standsschijf op één lijn brengen.
Inbussleutel door de boorgaten
steken.
6. Draadkop stevig vastdraaien.
7. Inbussleutel naar buiten trekken.
8. Veiligheidsafscherming van het
draadmes (afbeelding 1) verwij-
deren (indien aanwezig).
Demontage van draadkop
Afbeelding 14
1. Boorgaten in de afdekking van
het maaiopzetstuk en de af-
standsschijf op één lijn brengen.
Inbussleutel door de boorgaten
steken.
2. Draadkop met de wijzers van
de klok mee (rechtsom) los-
draaien en van de aandrijfas
losschroeven.
Inbussleutel naar buiten trekken.
3. Vasthoudschijf en afstandsschijf
van de aandrijfas nemen.
4. Vier schroeven van de draadkop-
afdekking losdraaien.
5. Draadkopafdekking verwijderen.
Opmerking
Gedemonteerde delen reinigen
en voor later gebruik bewaren zodat
ze weer terug te vinden zijn.
Gebruik
Gevaar
Stroomschok
Gebruik aan uw netstopcontact
een aardlekschakelaar (met
maximaal 30 mA inschakel-
stroom).
Bij beschadiging van de aan-
sluitkabel bestaat levens- of
verwondingsgevaar.
Verwijder u langzaam met
kleine stappen uit de buurt van
de machine. Trek de stekker uit
het stopcontact.
Let op
Controleer voor het inschakelen
van de machine dat de draad-
spoel of het maaimes met geen
voorwerp in aanraking komt.
Bij werkzaamheden met het
apparaat kunt u over de
aansluitkabel struikelen en
gewond raken. Geleid de kabel
altijd zo, dat deze nooit terecht
kan komen op de plaats waar
uwerkt.
Werk met het apparaat alleen
stapvoets.
Apparaat alleen gebruiken als
de aansluitkabel aan de kabel-
trekontlasting bevestigd is.
De gebruiker draagt de voor-
geschreven veiligheidsuitrus-
ting en kleding.
Gereedschap op een goede
gebruikstoestand en bevesti-
ging van alle veiligheidsvoorzie-
ningen controleren.
Bij het einde van de werkzaam-
heden of als u het apparaat
neerlegt of verlaat, altijd net-
stekker aan stopcontact en aan
apparaat lostrekken.
Na het gebruik:
Netstekker uit stopcontact
trekken.
Apparaat reinigen.
Nederlands Gebruiksaanwijzing
34
Motor starten
1. Aansluitkabel aan de trekontlas-
ting bevestigen (afbeelding 15).
2. Aansluitkabel eerst aan
apparaatstekker en vervolgens
aan een 230 V-stopcontact
insteken.
3. De op de lichaamsgrootte vooraf
ingestelde schouderriem om-
doen.
4. In werkstand stellen (afbeel-
ding 5).
5. Eerst inschakelbeveiliging be-
dienen, vervolgens de bedrijfs-
schakelaar (aan/uit-schakelaar)
indrukken (afbeelding 16).
De motor loopt en u kunt met de
werkzaamheden beginnen.
Motor stoppen
De bedrijfsschakelaar/aan/
uit-schakelaar loslaten
(afbeelding 17).
De motor stopt na korte tijd.
Vasthouden van
de machine
Voordat u het gereedschap gebruikt,
stelt u zich op in de arbeidspositie
(afbeelding 5). Let op het volgende:
Stel de schouderriem op de juiste
hoogte in.
De greepbeugel is zo ingesteld
dat u deze met één hand kunt
grijpen zonder uw arm te hoeven
uitstrekken.
Het gereedschap met beide
handen vasthouden: de ene hand
aan de achterste handgreep, de
andere hand aan de beugelgreep.
Het apparaat moet zich onder
taillehoogte bevinden.
Houd de snijkop parallel aan
de grond, zodat u de te maaien
planten gemakkelijk kunt bereiken
zonder voorover te hoeven
buigen.
Lengte van trimdraad
instellen
Met de aantipknop van de snijkop
kunt u trimdraad toevoeren zonder
de motor te stoppen.
Om meer trimdraad vrij te geven
stoot u de draadkop licht op de grond
(afbeelding 18) terwijl u de gazon-
trimmer laat lopen.
Opmerking
De trimdraad moet altijd de maxi-
male lengte hebben.
Naarmate de trimdraad korter word
wordt, wordt de draadtoevoer moei-
lijker.
Elke keer als de kop op de grond
wordt gestoten, wordt ca. 25 mm
trimdraad vrijgegeven.
Het mes in de draadkopafdekking
snijdt de trimdraad op de juiste
lengte af als te veel draad wordt
vrijgegeven.
De aantipknop kan het best op
de kale of harde grond worden
gestoten. Wanneer u probeert
om de trimdraad in hoog gras toe
te voeren, kan de motor afslaan.
Houd de trimdraad altijd op volledige
lengte. Het toevoeren van draad
wordt moeilijker naarmate de trim-
draad korter is.
Opmerking
De aantipknop niet over de grond
trekken.
De trimdraad kan breken door:
vastraken in voorwerpen,
normale materiaalmoeheid,
het knippen van dikke stengels,
slaan tegen muren of tuinhekken.
Tips voor de beste trim-
resultaten
Houd de snijkop parallel aan
de grond.
Maai alleen met de punt van
de draad, in het bijzonder langs
muren. Maaien met meer dan
de punt vermindert het maaiver-
mogen en kan tot overbelasting
van de motor leiden.
Gras van meer dan 20 cm hoog
moet in meerdere keren gemaaid
worden door het steeds een stukje
korter te snijden om een voortij-
dige slijtage van de draad of het
aanlopen van de motor te ver-
mijden.
Maai indien mogelijk van links
naar rechts. Maaien naar rechts
levert een beter maaivermogen
van het apparaat op.
Grasafval wordt dan van de ge-
bruiker weggeslingerd.
Het gereedschap langzaam op
de gewenste hoogte in en uit het
maaigedeelte bewegen.
Beweeg zelf vooruit en achteruit
of van links naar rechts.
Het knippen van korte stukken
leidt tot betere resultaten.
Knip alleen wanneer gras en on-
kruid droog zijn.
De levensduur van de trimdraad
is afhankelijk van het volgende:
De levensduur van de trimdraad
hangt af van,
de te maaien planten,
waar deze gemaaid worden.
Een draad verslijt bijvoorbeeld
sneller bij het maaien langs een
muur dan bij het maaien rondom
een boom.
Decoratief maaien
U krijgt een decoratief resultaat
wanneer u alle planten rond bomen,
palen, hekken enz. wegmaait.
Draai het hele apparaat zodanig
dat u de snijkop in een hoek van 30°
tot de grond houdt (afbeelding 19).
Gebruik met maaimes
Voordat u het gereedschap gebruikt,
stelt u zich op in de arbeidspositie
(afbeelding 5). Zie „Vasthouden van
de machine“.
Tips voor het gebruik met het
snijmes:
Maai op regelmatige wijze.
Zorg ervoor dat u stevig en
gemakkelijk staat.
Maai door met bovenste gedeelte
van uw lichaam van links naar
rechts te draaien.
Draai het apparaat in dezelfde
richting waarin het mes snijdt.
Dit bevordert het maaien.
Zet een of meer stappen naar het
volgende maaigedeelte na het
terugzwaaien en ga weer stevig
staan.
Volg deze aanwijzingen op om
de kans te beperken dat planten
zich om het mes wikkelen:
Draai van rechts naar links in de
te maaien planten (afbeelding 20).
Maai niet in de zojuist afgemaaide
planten wanneer u terugdraait.
Gebruiksaanwijzing Nederlands
35
Onderhoud en reiniging
Gevaar
Ter voorkoming van verwondin-
gen, voor alle werkzaamheden
aan de machine
de motor uitschakelen,
wachten tot alle bewegende
delen volledig tot stilstand
gekomen zijn,
de stekker uit het stopcontact
trekken,
motor laten afkoelen
(ca. 30 minuten).
Laat alle reparaties uitsluitend
door een gespecialiseerd bedrijf
uitvoeren.
Laat de machine aan het einde
van het seizoen door een gespe-
cialiseerd bedrijf inspecteren
en onderhouden.
De machine niet met water af-
spuiten. Anders kunnen elek-
trische delen beschadigd raken.
Reinig de machine na elk gebruik.
Een niet-gereinigde machine
veroorzaakt materiaalschade
en functiestoringen.
Trimdraad wisselen
Altijd de trimdraad met een diameter
van 1,6 mm (max.) gebruiken.
Bij gebruik van een dikkere
trimdraad kan de motor oververhit
raken of defect raken.
Er zijn twee mogelijkheden om
de trimdraad te vervangen:
Opwikkelen van een nieuwe
draad op de spoel
Inbouw van een spoel met vooraf
opgewikkelde draad
Opwikkelen van een nieuwe
draad op de spoel
Afbeelding 21
Spoelhuis (1) vasthouden en
de aantipknop (2) met de wijzers
van de klok mee losdraaien
en verwijderen.
Lege draadspoel (3) en veer (4)
verwijderen.
Spoelhuis (1), veer (4), draad-
spoel (3) en aantipknop (2)
reinigen.
Afbeelding 22
Vuil tussen spoelhuis (1) en
vasthoudschijf (5) verwijderen.
De slijtage van de vertanding (6)
aan het spoelhuis (1) en de draad-
spoel (3) controleren. Indien nodig
beschadigde delen vervangen.
Twee nieuwe trimdraden van elk
3 meter lengte klaarleggen.
Opmerking
Steeds de aangegeven draadlengte
gebruiken. Als de draad te lang is,
wordt deze misschien niet correct
toegevoerd.
Afbeelding 23
Een draaduiteinde in de boor-
gaten in de onderste en bovenste
spoelhelft steken.
De draden in strakke, gelijkmatige
lagen telkens op de onderste
en bovenste spoelhelft wikkelen.
De op de spoel aangegeven
wikkelrichting in acht nemen!
Afbeelding 24
De draaduiteinden (ca. 15 cm)
in de twee tegenover elkaar
liggende vasthoudsleuven
(markering
1,6 mm
) drukken.
Afbeelding 25
De draadspoel met veer in het
spoelhuis zetten.
De draaduiteinden door de tege-
nover elkaar liggende openingen
in het spoelhuis voeren.
Aan de draaduiteinden trekken
om de draden uit de vasthoud-
sleuven los te maken.
Afbeelding 26
Draadspoel geheel in het spoel-
huis drukken en vasthouden.
Aantipknop tegen de wijzers van
de klok in vastschroeven en met
de hand vastdraaien.
Daarbij het spoelhuis vasthouden.
Inbouw van een spoel met vooraf
opgewikkelde draad
Afbeelding 21
Spoelhuis (1) vasthouden en
de aantipknop (2) met de wijzers
van de klok mee losdraaien
en verwijderen.
Lege draadspoel (3) en veer (4)
verwijderen.
Spoelhuis (1), veer (4) en aantip-
knop (2) reinigen.
Afbeelding 27
Vuil tussen spoelhuis (1) en vast-
houdschijf (5) verwijderen.
De slijtage van de vertanding (6)
aan het spoelhuis (1) controleren.
Indien nodig spoelhuis vervangen.
Afbeelding 24
De draaduiteinden van de nieuwe
draadspoel uit de twee tegenover
elkaar liggende vasthoudsleuven
trekken. De draad ca. 15 cm af-
wikkelen en weer in de vasthoud-
sleuven (markering
1,6 mm
)
drukken.
De veer in de nieuwe draadspoel
zetten (afbeelding 28).
Afbeelding 25
De draadspoel met veer in het
spoelhuis zetten.
De draaduiteinden door de tegen-
over elkaar liggende openingen
in het spoelhuis voeren.
Aan de draaduiteinden trekken
om de draden uit de vasthoud-
sleuven los te maken.
Afbeelding 26
Draadspoel geheel in het spoel-
huis drukken en vasthouden.
Aantipknop tegen de wijzers van
de klok in vastschroeven en met
de hand vastdraaien.
Daarbij het spoelhuis vasthouden.
Apparaat reinigen
Let op
Houd apparaat en ventilatieope-
ningen altijd schoon en verwijder
vuil.
Gebruik een kleine borstel voor het
reinigen van de buitenzijde van het
apparaat.
Gebruik geen scherpe reinigings-
middelen.
Huishoudreinigingsmiddelen die
aromatische olieën zoals denneolie
en citroen of oplosmiddelen zoals
kerosine bevatten, kunnen de kunst-
stof behuizing en de handgrepen
beschadigen.
Huis alleen met een vochtige doek
afvegen.
!
Nederlands Gebruiksaanwijzing
36
Opbergen
Laat de motor afkoelen voordat
u het apparaat opbergt.
Bewaar het apparaat in een
droge, afgesloten ruimte,
om gebruik door onbevoegden
en schade te voorkomen.
Houd het apparaat buiten bereik
van kinderen.
Langdurig opbergen
Ga als volgt te werk als het apparaat
langdurig moet worden opgeborgen:
Reinig het apparaat grondig
en controleer het op losse of be-
schadigde delen.
Repareer beschadigde delen
of vervang deze en draai losse
schroeven, moeren en bouten
vast. Het apparaat kan nu worden
opgeborgen.
Bewaar het apparaat in een
droge, afgesloten ruimte, om
gebruik door onbevoegden
en schade te voorkomen.
Houd het apparaat buiten bereik
van kinderen.
Vervoer
Motor stoppen.
Netstekker uit stopcontact
trekken.
Aansluitkabel van aansluitstekker
van apparaat lostrekken.
Laat het apparaat afkoelen voor-
dat u het vervoert of verplaatst.
Zet het apparaat vast, zodat het
niet kan wegglijden.
Garantie
In uw land gelden de garantievoor-
waarden van onze verkoopmaat-
schappij of importeur.
Storingen aan het apparaat ver-
helpen wij kosteloos in het kader van
de garantie, inden een materiaal- of
fabricagefout hiervan de oorzaak is.
Neem bij garantiekwesties contact
op met uw leverancier of de vesti-
ging bij u in de buurt.
Fouten verhelpen
Neem bij vragen contact op met uw erkende leverancier.
Fout Oorzaak Oplossing
Motor start niet. Aansluitkabel niet aangesloten
of defect.
Kabel controleren en aansluiten, indien nodig
vervangen of door een vakman laten repareren.
Zekering van stroomkring over-
belast.
Zekering inschakelen, een sterkere zekering
gebruiken of een sterkere zekering door een
vakman laten installeren.
Bedrijfsschakelaar defect. Door een gespecialiseerd bedrijf laten repareren.
Motor slaat plotseling af. Stekker is losgeraakt. Kabel controleren, controleren of de kabel in de
trekontlasting is bevestigd en de stekker weer
in de aansluiting steken.
Overbelastingsbescherming
is geactiveerd.
Netstekker uit het stopcontact trekken en het
gereedschap laten afkoelen (ca. 10 minuten).
Sterke trillingen. Beschadigde maaigereed-
schappen of aandrijvingsdelen.
Schakel het gereedschap onmiddellijk uit.
Laat defecte delen door een gespecialiseerd
bedrijf vervangen.
Draadkop geeft trimdraad
niet vrij.
Gras op draadkop gewikkeld. Stop de motor en reinig de snijkop.
Geen draad in draadkop. Wikkel een nieuwe draad op.
Spoel klemt. Vervang de spoel.
Draadkop vuil. Draadspoel en spoelhuis reinigen.
Draad gesmolten. Demonteren, gesmolten deel verwijderen
en draad opnieuw opwikkelen.
Draad bij vullen gedraaid. Demonteren en draad opnieuw opwikkelen.
Onvoldoende draad
toegevoerd.
De aantipknop aantippen en draad uittrekken
tot er 10 cm draad uit het spoelhuis komt.

Documenttranscriptie

English . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Français . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Deutsch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Italiano . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Español . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Svenska . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Dansk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 Norsk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Suomi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Português . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86 Ελληνικά . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Magyar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104 Polski . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 (Original operating instructions) (Notice d’instructions d’origine) (Originalbetriebsanleitung) (Originele gebruiksaanwijzing) (Istruzioni per l’uso originali) (Instrucciones de funcionamiento originales) (Originalbruksanvisning) (Originale driftsvejledning) (Originale driftsanvisningen) (Alkuperäinen käyttöohjekirja) (Instruções de serviço originais) (Αυθεντικές οδηγίες χειρισμού) (Eredeti üzemeltetési útmutató) (Oryginalna instrukcja obsługi) Gebruiksaanwijzing Inhoudsopgave Voor uw veiligheid . . . . . . . . . . 29 Bedienings- en indicatieelementen . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Montagevoorschrift . . . . . . . . . 32 Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Onderhoud en reiniging . . . . . . 35 Vervoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Fouten verhelpen . . . . . . . . . . . 36 Gegevens op het typeplaatje Vul alle gegevens van het typeplaatje van het apparaat in het onderstaande vakje in. U vindt het typeplaatje in de buurt van de motor. Deze gegevens zijn bijzonder belangrijk om het apparaat later te kunnen identificeren, voor het bestellen van onderdelen voor het apparaat en voor de klantenservice. Deze en andere gegevens van de machine vindt u in de aparte CE-conformiteitsverklaring die deel uitmaakt van deze gebruiksaanwijzing. Afbeeldingen Nederlands – met draadknop voor het maaien van grasranden en kleine of moeilijk bereikbare grasoppervlakken (bijv. onder struiken) – met maaimes voor het maaien van wildgroei, struiken en kreupelhout. – overeenkomstig de beschrijvingen en veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing. Elk ander gebruik is geen gebruik volgens de voorschriften. Het gebruik anders dan volgens de voorschriften heeft het vervallen van de garantie en afwijzing van elke verantwoordelijkheid van de zijde van de fabrikant tot gevolg. De gebruiker is aansprakelijk voor alle schade aan derden en hun eigendom. Gebruik het apparaat alleen in de door de fabrikant voorgeschreven en geleverde technische toestand. Eigenmachtige veranderingen aan de machine sluiten aansprakelijkheid van de fabrikant voor daaruit voortkomende schade uit. Lees alle voorschriften voor het gebruik    Vouw de pagina's met afbeeldingen aan het begin van de gebruiksaanwijzing open. Details van afbeeldingen kunnen verschillen van de door u gekochte machine.  Voor uw veiligheid Het apparaat correct gebruiken Dit apparaat is uitsluitend bestemd: – Voor het gebruik in huis- en hobbytuinen,  Lees deze voorschriften zorgvuldig. Maak u vertrouwd met de bediening en het gebruik van het apparaat. Gebruik het apparaat niet wanneer u moe of ziek bent of onder de invloed van alcohol, drugs of medicijnen staat. Kinderen en jongeren jonger dan 16 jaar mogen het apparaat niet gebruiken. Dit apparaat is niet bestemd om te worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met beperkt fysieke, sensorische of geestelijke vermogens, met gebrekkige ervaring en/of gebrekkige kennis, tenzij onder toezicht van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of voorzien van aanwijzingen van deze persoon ten aanzien van het gebruik van het apparaat. Er dient op te worden toegezien dat kinderen niet met deze machine spelen.      Controleer het apparaat voordat u het gebruikt. Vervang beschadigde onderdelen. Controleer dat alle verbindingselementen aangebracht en bevestigd zijn. Vervang een snijkop die gescheurd, gesprongen of anders-zins beschadigd is. Verzekert u zich ervan dat het maaiopzetstuk (maaimes, draadkop) correct ingebouwd en goed bevestigd is. Zorg ervoor dat de kap van het snijhulpstuk goed bevestigd is en geplaatst is zoals aanbevolen. Het niet in acht nemen van deze voorschriften kan tot verwondingen van de gebruiker en toeschouwers en tot schade aan het apparaat leiden. Gebruik alleen een vervangingsdraad met een diameter van 1,6 mm. Gebruik nooit een met metaal versterkt snoer, koord, draad, ketting of iets dergelijks. Deze kunnen afbreken en tot gevaarlijke projectielen worden. Wees u altijd bewust van het verwondingsgevaar voor hoofd, handen en voeten. Voer alle nodige afstellingen en reparaties uit voor u het werktuig gebruikt. Maak voor elk gebruik de omgeving schoon waarin u de trimmer wilt gebruiken. Verwijder alle voorwerpen zoals stenen, glasscherven, spijkers, metaaldraad of touwen, die weggeslingerd kunnen worden of in de snijkop verward kunnen raken. Verwijder kinderen, toeschouwers en dieren uit de omgeving. Houd kinderen, toeschouwers en dieren minstens 15 m uit de buurt. Er bestaat voor toeschouwers altijd een risico om door weggeslingerde objecten geraakt te worden. Toeschouwers dienen een oogbescherming te dragen. Als men bij u in de buurt komt, dient u de motor en de snijkop onmiddellijk uit te schakelen. 29 Nederlands Gebruiksaanwijzing Tijdens het gebruik            Gebruik dit apparaat alleen voor het doel waarvoor het bestemd is. Gebruik buitenshuis alleen aansluitkabels die voor gebruik buitenshuis zijn goedgekeurd en als zodanig zijn gekenmerkt, bijvoorbeeld H07RN-F 3 x 1,5 mm² (max. 25 m). Verbindingsdelen van aansluitkabels moeten tegen spatwater beschermd en van rubber vervaardigd of met rubber bekleed zijn. Controleer vóór elk gebruik ofde aansluitkabels beschadigd, versleten of in de war zijn. Controleer vóór elk gebruik of de apparaatkabel met netstekker beschadigd is. Laat een beschadigde kabel onmiddellijk door een gespecialiseerd bedrijf vervangen. Schakel daarvoor de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact. Gebruik alleen aansluitkabels die helemaal in orde zijn. Start het apparaat nooit en laat het nooit lopen wanneer u zich in een gesloten ruimte of gebouw bevindt. Gebruik het apparaat alleen buitenshuis. Gereedschap nooit met natte handen gebruiken. Draag een veiligheidsbril en gehoorbescherming wanneer u het apparaat gebruikt. Draag bij werkzaamheden met veel stof een gezichts- of stofmasker. Kleding met lange mouwen wordt aangeraden. Draag een stevige broek met lange pijpen, laarzen en handschoenen. Draag geen losse kleding, sieraden, een korte broek of sandalen en werk niet met blote voeten. Bind uw haar op tot boven uw schouders als u lang haar heeft. Draag indien nodig een haarnet. De afdekking van het maaiopzetstuk moet altijd aangebracht zijn. Bij gebruik met draadkop moet ook de afdekking van de draadkop gemonteerd zijn. De juiste trimdraad moet geïnstalleerd zijn. 30              Beide trimdraden moeten voor het gebruik uitgetrokken zijn. De trimdraad mag niet verder dan het einde van de draadkopafdekking uitgetrokken zijn. Controleer voor het inschakelen van de machine dat de draadspoel of het maaimes met geen voorwerp in aanraking komt. Stel de greepbeugel in op uw lichaamslengte, zodat u het gereedschap goed kunt vasthouden. Houd het apparaat tijdens het gebruik altijd met beide handen vast: Een hand aan de achterste hand greep, de andere hand aan de greepbeugel. Traag tijdens het gebruik altijd de schouderriem. Voorkom per ongeluk starten. Wees gereed om het apparaat te bedienen als u het inschakelt. U dient zich, net als het apparaat, bij het starten in een stabiele stand te bevinden. Neem de aanwijzingen voor het starten en stoppen van de motor in acht. Reik niet te ver. Zorg ervoor dat u stevig staat en blijf in evenwicht. Gebruik het apparaat alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht. Gebruik de machine niet bij slechte weersomstandigheden of bij kans op regen of onweer. Draag het apparaat nooit aan de kabel. Apparaataansluitleiding altijd aan achterzijde van apparaat geleiden. Apparaat nooit met defecte bedrijfsschakelaar gebruiken. Bij het loslaten van de schakelaar moet het gereedschap onmiddellijk stoppen. Houd uw handen, gezicht en voeten uit de buurt van alle bewegende delen. Raak de snijkop niet aan zolang deze draait en probeer ook niet om deze tegen te houden. Zet de motor altijd uit wanneer u het trimmen onderbreekt of wanneer u van één plaats naar een andere plaats loopt.       Zet bij ongewone trillingen de motor onmiddellijk uit. Controleer het apparaat op schade. Laat het apparaat in geval van schade nazien. Motor uitzetten en netstekker uit het stopcontact trekken voordat u blokkeringen opheft of overige werkzaamheden aan het gereedschap uitvoert. Gebruik voor de reparatie alleen originele vervangingsonderdelen. Deze onderdelen zijn verkrijgbaar bij uw erkende leverancier. Gebruik nooit onderdelen, toebehoren of opzetstukken die voor dit apparaat niet zijn toegestaan. Ernstig letsel bij de gebruiker of beschadiging van het apparaat kan het gevolg zijn. Bovendien kan de garantie vervallen. Houd het apparaat schoon en let erop dat er geen planten of andere voorwerpen tussen de snijkop en de beschermplaat vast komen te zitten. Laat alle reparaties uitsluitend door een gespecialiseerd bedrijf uitvoeren. Bij gebruik met snijmes (afhankelijk van model)     Lees voor het gebruik van het apparaat alle veiligheidsvoorschriften zorgvuldig. Houd de greepbeugel altijd tussen gebruiker en maaiopzetstuk. Maai met het snijmes nooit 75 cm of hoger boven de grond. Terugstootkrachten kunnen optreden als het draaiende mes een voorwerp raakt dat niet onmiddellijk kan worden gesneden. Terugstootkrachten kunnen sterk genoeg zijn om het apparaat en/of de gebruiker in een willekeurige richting te slingeren en hem de controle over het apparaat te laten verliezen. Terugstootkrachten kunnen zonder waarschuwing optreden wanneer het mes vasthaakt, vastklemt of geblokkeerd wordt. Dit kan gemakkelijk gebeuren in een omgeving waar het te maaien materiaal moeilijk te overzien is. Gebruiksaanwijzing        Maai met de het struikenmes niets dat dikker is dan 12,7 mm. Anders kunnen er hevige terugstootkrachten optreden. Bij gebruik met het maaimes moet de afdekking van het maaiopzetstuk altijd gemonteerd zijn. Probeer niet om het mes aan te raken of tegen te houden wanneer het draait. Wanneer u met het mes een vreemd voorwerp raakt of het mes daarin vastraakt, dient u de motor onmiddellijk uit te zetten en te controleren of er schade is ontstaan. Laat de schade verhelpen voordat u het apparaat verder gebruikt. Gebruik het apparaat niet met een verbogen, gescheurd of stomp mes. Gooi een verbogen, kromgetrokken, gescheurd of gebroken mes weg. Slijp het mes niet. Het geslepen mes kan tijdens het gebruik afbreken. Dit kan ernstig letsel tot gevolg hebben. Vervang het mes. Reinig de snijmessen met een huishoudreinigingsmiddel om alle resten te verwijderen. Smeer het mes met machineolie om het tegen roest te beschermen. Berg het maaimes goed en achter slot op om het mes tegen beschadiging en gebruik door onbevoegden te beschermen. Andere veiligheidsvoorschriften     Laat de motor afkoelen voordat u het apparaat opruimt of verplaatst. Bescherm het apparaat tijdens het vervoer. Berg het apparaat droog, achter slot of hoog op om gebruik door onbevoegden of schade te voorkomen. Houd het apparaat buiten bereik van kinderen. Giet nooit water of een andere vloeistof op het apparaat. Houd het apparaat droog, schoon en stofvrij. Reinig het apparaat na elk gebruik. Neem de aanwijzingen over reiniging en opslag in acht. Nederlands  Bewaar deze gebruiksaanwijzing. Lees de gebruiksaanwijzing en gebruik deze om andere gebruikers te instrueren. Geef de gebruiksaanwijzing mee als u het apparaat aan iemand uitleent. Draag tijdens het gebruik van het apparaat stevige schoenen en werkhandschoenen. Gebruikstijden Weggeslingerde voorwerpen en ronddraaiende delen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Apparaat niet in de regen gebruiken. Neem de geldende voorschriften met betrekking tot de gebruikstijden in acht (eventueel na te vragen bij uw gemeente). Pictogrammen op de machine Deze gebruiksaanwijzing beschrijft veiligheids- en internationale symbolen en pictogrammen die op dit apparaat afgebeeld kunnen zijn. Lees de gebruiksaanwijzing om u met alle veiligheids-, montage-, gebruiks- en reparatievoorschriften vertrouwd te maken. Let op! Lees de gebruiksaanwijzing vóór de ingebruikneming! ! Vóór alle werkzaamheden zoals instellen, schoonmaken en controleren apparaat uitschakelen en stekker uit stopcontact trekken. Als de aansluitkabel beschadigd wordt, het gereedschap uitschakelen en de netstekker uit het stopcontact trekken. Houd derden uit de buurt van het gevaarlijke gebied. Ogen-, gehoor- en hoofdbescherming dragen. Houd deze symbolen op de machine altijd in een leesbare toestand. Symbolen in deze gebruiksaanwijzing In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt: Gevaar U wordt gewezen op gevaren die met de beschreven activiteit samenhangen en die persoonlijk letsel tot gevolg kunnen hebben. Let op U wordt gewezen op gevaren die met de beschreven activiteit samenhangen en die materiële schade tot gevolg kunnen hebben. Opmerking Geeft belangrijke informatie en gebruikstips aan. Afvoeren Verpakkingsresten, oude apparaten, enz. moeten volgens de geldende voorschriften worden afgevoerd. Oude elektrische apparaten kunnen worden gerecycled en horen daarom niet bij het huisvuil. Wij verzoeken u daarom, ons te ondersteunen door uw actieve bijdrage aan een zuinig verbruik van grondstoffen en aan de bescherming van het milieu, en deze machine bij een daartoe aangewezen inzamelplaats af te geven. 31 Nederlands Bedienings- en indicatieelementen Let op. Beschadiging van de machine. Hier worden eerst de functies van de bedienings- en indicatieelementen beschreven. Voer nog geen functies uit! Afbeelding 1 1 Bedrijfsschakelaar (aan/uit-schakelaar) 2 Inschakelbeveiliging 3 Handgreep 4 Aansluitstekker 5 Kabeltrekontlasting 6 Bovenstuk schacht 7 Bevestigingsoog voor schouderriem 8 Greepbeugel 9 Schachtkoppeling 10 Onderstuk schacht 11 Machinekop 12 Draadkop 13 Draadmes 14 Afdekking snijopzetstuk 15 Draadkopafdekking 16 Maaimes 17 Schouderriem 18 Inbussleutel * 19 Dopsleutel * * Afhankelijk van uitvoering Montagevoorschrift Gevaar Gevaal voor letsel door onbedoelde start van de motor. Bescherm u tegen verwondingen. Altijd voor werkzaamheden aan het apparaat: – Zet de motor uit. – Wacht tot alle bewegende delen volledig tot stilstand gekomen zijn. De motor moet afgekoeld zijn. – Netstekker uit stopcontact trekken. 32 Gebruiksaanwijzing Schachtmontage Afbeelding 2 1. Knevelschroef aan de schachtkoppeling van het bovenste gedeelte van de schacht losmaken. 2. Vergrendelingsknop aan onderste schacht met de invoerhulp en het boorgat in de schachtkoppeling uitrichten. Onderkant van de schacht in de schachtkoppeling schuiven tot de vergrendelingsknop in het boorgat vastklikt. 3. Knevelschroef (3) vastdraaien. Inbouw en instelling van de greepbeugel Afbeelding 3 1. Greepbeugel demonteren. Daarvoor de vier schroeven losdraaien. 2. De greepbeugel van boven op de schacht leggen. 3. De boorgaten van de onderste vasthoudplaat met de schroeven in de greepbeugel uitrichten. De vier schroeven indraaien. Noch niet vastdraaien. Het gereedschap in bedrijfsstand houden (afbeelding 5) en de greepbeugel in de stand brengen die het u mogelijk maakt het gereedschap het best vast te houden. 4. De vier schroeven vast aandraaien tot de greepbeugel vast zit. Montage en instelling van schouderriem (afhankelijk van model) Afbeelding 4  Karabijnhaak (1) aan bevestigingsoog (2) van behuizing vasthaken. of  Vasthoudhaak (1) openen, aan bevestigingsoog (2) van behuizing vastmaken en goed sluiten. Afbeelding 5  Trek de schouderriem over uw hoofd en neem de voor de werkzaamheden vereiste houding in. Afbeelding 6  Stel de schouderriem in op uw lichaamslengte. Montage van afdekking van maaiopzetstuk Afbeelding 7 1. Moer met de wijzers van de klok mee (naar rechts) losschroeven en met afstandsschijf en vasthoudschijf verwijderen. Opmerking Delen zijn onder bepaalde omstandigheden nodig voor de montage van het maaimes of de draadkop. 2. De drie schroeven aan de machinekop losdraaien en uitdraaien. 3. Afdekking van maaiopzetstuk op de machinekop zetten en de boorgaten met de schroefdraadgaten op één lijn brengen. 4. De drie schroeven weer indraaien en vast aandraaien. Montage en demontage van het maaimes Draadkop en draadkopafdekking, indien gemonteerd, eerst verwijderen. Zie daarvoor „Montage en demontage van draadkop“.  In het gegeven geval de afdekking van het maaiopzetstuk en de aandrijfas reinigen. Montage van maaimes Afbeelding 8  Afstandsring (2) op aandrijfas (1) schuiven. Daarbij het boorgat in de afstandsschijf met de inkeping op het motorhuis op één lijn brengen.  Maaimes (3) op aandrijfas (1) schuiven en op afstandsring (2) centreren.  Opmerking Letten op correcte plaatsing van maaimes (3) op afstandschijf (2), in het midden en plat liggend.  Vasthoudschijf (4) op aandrijfas (1) schuiven.  Moer (5) tegen de wijzers van de klok (linksom) op de aandrijfas (1) draaien. Afbeelding 9  Boorgaten in afdekking van maaiopzetstuk (6) en de afstandsschijf (2) met elkaar op één lijn brengen. Gebruiksaanwijzing   Inbussleutel (7) door de boorgaten steken. Moer (5) tegen de wijzers van de klok (linksom) stevig vastdraaien – draaimoment 37 Nm. Opmerking – Vóór het vastdraaien nogmaals correcte plaatsing van maaimes controleren. – Als geen draaimomentsleutel beschikbaar is, de moer met de hand stevig vastdraaien tot deze het maaimes raakt. Aansluitend de moer met een ringsleutel nog een halve slag tegen de wijzers van de klok (linksom) aandraaien.  Inbussleutel (7) naar buiten trekken.  Veiligheidsafdekking (indien aanwezig) van het maaimes verwijderen. Demontage van maaimes Afbeelding 10  Veiligheidsafdekking (indien aanwezig) op het maaimes verwijderen.  Boorgaten in afdekking van maaiopzetstuk (1) en de afstandsschijf (2) met elkaar op één lijn brengen.  Inbussleutel (3) door de boorgaten steken.  Moer (4) met de wijzers van de klok mee (rechtsom) losdraaien en van de aandrijfas (5) losschroeven.  Inbussleutel (3) naar buiten trekken.  Vasthoudschijf (6), maaimes (7) en afstandsschijf (2) van de aandrijfas (5) nemen. Opmerking Gedemonteerde delen reinigen en voor later gebruik bewaren zodat ze weer terug te vinden zijn. Montage en demontage van draadkop   Maaimes, indien gemonteerd, eerst verwijderen. Zie daarvoor „Demontage van maaimes“. In het gegeven geval de afdekking van het maaiopzetstuk en de aandrijfas reinigen. Nederlands Montage van draadkop Afbeelding 11 1. Draadkopafdekking op de afdekking van het maaiopzetstuk leggen. Schroeven met de boorgaten op één lijn brengen. 2. Draadkopafdekking met de vier schroeven bevestigen. Afbeelding 12 3. Afstandsschijf en vasthoudschijf op de aandrijfas schuiven. Daarbij het boorgat in de afstandsschijf met de inkeping op het motorhuis op één lijn brengen. Opmerking Op correcte plaatsing van de vasthoudschijf op de afstandsschijf letten, dat wil zeggen gecentreerd en vlak aansluitend. 4. Draadkop tegen de wijzers van de klok (linksom) op de aandrijfas draaien. Afbeelding 13 5. Boorgaten in de afdekking van het maaiopzetstuk en de afstandsschijf op één lijn brengen. Inbussleutel door de boorgaten steken. 6. Draadkop stevig vastdraaien. 7. Inbussleutel naar buiten trekken. 8. Veiligheidsafscherming van het draadmes (afbeelding 1) verwijderen (indien aanwezig). Demontage van draadkop Afbeelding 14 1. Boorgaten in de afdekking van het maaiopzetstuk en de afstandsschijf op één lijn brengen. Inbussleutel door de boorgaten steken. 2. Draadkop met de wijzers van de klok mee (rechtsom) losdraaien en van de aandrijfas losschroeven. Inbussleutel naar buiten trekken. 3. Vasthoudschijf en afstandsschijf van de aandrijfas nemen. 4. Vier schroeven van de draadkopafdekking losdraaien. 5. Draadkopafdekking verwijderen. Gebruik Gevaar Stroomschok – Gebruik aan uw netstopcontact een aardlekschakelaar (met maximaal 30 mA inschakelstroom). – Bij beschadiging van de aansluitkabel bestaat levens- of verwondingsgevaar. Verwijder u langzaam met kleine stappen uit de buurt van de machine. Trek de stekker uit het stopcontact. Let op – Controleer voor het inschakelen van de machine dat de draadspoel of het maaimes met geen voorwerp in aanraking komt. – Bij werkzaamheden met het apparaat kunt u over de aansluitkabel struikelen en gewond raken. Geleid de kabel altijd zo, dat deze nooit terecht kan komen op de plaats waar u werkt. – Werk met het apparaat alleen stapvoets. – Apparaat alleen gebruiken als de aansluitkabel aan de kabeltrekontlasting bevestigd is. – De gebruiker draagt de voorgeschreven veiligheidsuitrusting en kleding. – Gereedschap op een goede gebruikstoestand en bevestiging van alle veiligheidsvoorzieningen controleren. – Bij het einde van de werkzaamheden of als u het apparaat neerlegt of verlaat, altijd netstekker aan stopcontact en aan apparaat lostrekken. – Na het gebruik: – Netstekker uit stopcontact trekken. – Apparaat reinigen. Opmerking Gedemonteerde delen reinigen en voor later gebruik bewaren zodat ze weer terug te vinden zijn. 33 Nederlands Motor starten 1. Aansluitkabel aan de trekontlasting bevestigen (afbeelding 15). 2. Aansluitkabel eerst aan apparaatstekker en vervolgens aan een 230 V-stopcontact insteken. 3. De op de lichaamsgrootte vooraf ingestelde schouderriem omdoen. 4. In werkstand stellen (afbeelding 5). 5. Eerst inschakelbeveiliging bedienen, vervolgens de bedrijfsschakelaar (aan/uit-schakelaar) indrukken (afbeelding 16). De motor loopt en u kunt met de werkzaamheden beginnen. Motor stoppen De bedrijfsschakelaar/aan/ uit-schakelaar loslaten (afbeelding 17). De motor stopt na korte tijd.  Vasthouden van de machine Voordat u het gereedschap gebruikt, stelt u zich op in de arbeidspositie (afbeelding 5). Let op het volgende: – Stel de schouderriem op de juiste hoogte in. – De greepbeugel is zo ingesteld dat u deze met één hand kunt grijpen zonder uw arm te hoeven uitstrekken. – Het gereedschap met beide handen vasthouden: de ene hand aan de achterste handgreep, de andere hand aan de beugelgreep. – Het apparaat moet zich onder taillehoogte bevinden. – Houd de snijkop parallel aan de grond, zodat u de te maaien planten gemakkelijk kunt bereiken zonder voorover te hoeven buigen. Lengte van trimdraad instellen Met de aantipknop van de snijkop kunt u trimdraad toevoeren zonder de motor te stoppen. Om meer trimdraad vrij te geven stoot u de draadkop licht op de grond (afbeelding 18) terwijl u de gazontrimmer laat lopen. 34 Gebruiksaanwijzing Opmerking De trimdraad moet altijd de maximale lengte hebben. Naarmate de trimdraad korter word wordt, wordt de draadtoevoer moeilijker. Elke keer als de kop op de grond wordt gestoten, wordt ca. 25 mm trimdraad vrijgegeven. Het mes in de draadkopafdekking snijdt de trimdraad op de juiste lengte af als te veel draad wordt vrijgegeven. De aantipknop kan het best op de kale of harde grond worden gestoten. Wanneer u probeert om de trimdraad in hoog gras toe te voeren, kan de motor afslaan. Houd de trimdraad altijd op volledige lengte. Het toevoeren van draad wordt moeilijker naarmate de trimdraad korter is. Opmerking De aantipknop niet over de grond trekken. De trimdraad kan breken door: – vastraken in voorwerpen, – normale materiaalmoeheid, – het knippen van dikke stengels, – slaan tegen muren of tuinhekken. Tips voor de beste trimresultaten – Houd de snijkop parallel aan de grond. – Maai alleen met de punt van de draad, in het bijzonder langs muren. Maaien met meer dan de punt vermindert het maaivermogen en kan tot overbelasting van de motor leiden. – Gras van meer dan 20 cm hoog moet in meerdere keren gemaaid worden door het steeds een stukje korter te snijden om een voortijdige slijtage van de draad of het aanlopen van de motor te vermijden. – Maai indien mogelijk van links naar rechts. Maaien naar rechts levert een beter maaivermogen van het apparaat op. Grasafval wordt dan van de gebruiker weggeslingerd. – Het gereedschap langzaam op de gewenste hoogte in en uit het maaigedeelte bewegen. Beweeg zelf vooruit en achteruit of van links naar rechts. Het knippen van korte stukken leidt tot betere resultaten. – Knip alleen wanneer gras en onkruid droog zijn. De levensduur van de trimdraad is afhankelijk van het volgende: – De levensduur van de trimdraad hangt af van, – de te maaien planten, – waar deze gemaaid worden. Een draad verslijt bijvoorbeeld sneller bij het maaien langs een muur dan bij het maaien rondom een boom. Decoratief maaien U krijgt een decoratief resultaat wanneer u alle planten rond bomen, palen, hekken enz. wegmaait. Draai het hele apparaat zodanig dat u de snijkop in een hoek van 30° tot de grond houdt (afbeelding 19). Gebruik met maaimes Voordat u het gereedschap gebruikt, stelt u zich op in de arbeidspositie (afbeelding 5). Zie „Vasthouden van de machine“. Tips voor het gebruik met het snijmes: – Maai op regelmatige wijze. – Zorg ervoor dat u stevig en gemakkelijk staat. – Maai door met bovenste gedeelte van uw lichaam van links naar rechts te draaien. – Draai het apparaat in dezelfde richting waarin het mes snijdt. Dit bevordert het maaien. – Zet een of meer stappen naar het volgende maaigedeelte na het terugzwaaien en ga weer stevig staan. Volg deze aanwijzingen op om de kans te beperken dat planten zich om het mes wikkelen: – Draai van rechts naar links in de te maaien planten (afbeelding 20). – Maai niet in de zojuist afgemaaide planten wanneer u terugdraait. Gebruiksaanwijzing Onderhoud en reiniging ! Gevaar Ter voorkoming van verwondingen, voor alle werkzaamheden aan de machine – de motor uitschakelen, – wachten tot alle bewegende delen volledig tot stilstand gekomen zijn, – de stekker uit het stopcontact trekken, – motor laten afkoelen (ca. 30 minuten). Laat alle reparaties uitsluitend door een gespecialiseerd bedrijf uitvoeren. Laat de machine aan het einde van het seizoen door een gespecialiseerd bedrijf inspecteren en onderhouden. De machine niet met water afspuiten. Anders kunnen elektrische delen beschadigd raken. Reinig de machine na elk gebruik. Een niet-gereinigde machine veroorzaakt materiaalschade en functiestoringen. Trimdraad wisselen Altijd de trimdraad met een diameter van 1,6 mm (max.) gebruiken. Bij gebruik van een dikkere trimdraad kan de motor oververhit raken of defect raken. Er zijn twee mogelijkheden om de trimdraad te vervangen: – Opwikkelen van een nieuwe draad op de spoel – Inbouw van een spoel met vooraf opgewikkelde draad Opwikkelen van een nieuwe draad op de spoel Afbeelding 21  Spoelhuis (1) vasthouden en de aantipknop (2) met de wijzers van de klok mee losdraaien en verwijderen.  Lege draadspoel (3) en veer (4) verwijderen.  Spoelhuis (1), veer (4), draadspoel (3) en aantipknop (2) reinigen. Nederlands Afbeelding 22  Vuil tussen spoelhuis (1) en vasthoudschijf (5) verwijderen.  De slijtage van de vertanding (6) aan het spoelhuis (1) en de draadspoel (3) controleren. Indien nodig beschadigde delen vervangen.  Twee nieuwe trimdraden van elk 3 meter lengte klaarleggen. Opmerking Steeds de aangegeven draadlengte gebruiken. Als de draad te lang is, wordt deze misschien niet correct toegevoerd. Afbeelding 23  Een draaduiteinde in de boorgaten in de onderste en bovenste spoelhelft steken.  De draden in strakke, gelijkmatige lagen telkens op de onderste en bovenste spoelhelft wikkelen. De op de spoel aangegeven wikkelrichting in acht nemen! Afbeelding 24  De draaduiteinden (ca. 15 cm) in de twee tegenover elkaar liggende vasthoudsleuven (markering 1,6 mm) drukken. Afbeelding 25  De draadspoel met veer in het spoelhuis zetten. De draaduiteinden door de tegenover elkaar liggende openingen in het spoelhuis voeren.  Aan de draaduiteinden trekken om de draden uit de vasthoudsleuven los te maken. Afbeelding 26  Draadspoel geheel in het spoelhuis drukken en vasthouden.  Aantipknop tegen de wijzers van de klok in vastschroeven en met de hand vastdraaien. Daarbij het spoelhuis vasthouden. Inbouw van een spoel met vooraf opgewikkelde draad Afbeelding 21  Spoelhuis (1) vasthouden en de aantipknop (2) met de wijzers van de klok mee losdraaien en verwijderen.  Lege draadspoel (3) en veer (4) verwijderen.  Spoelhuis (1), veer (4) en aantipknop (2) reinigen. Afbeelding 27  Vuil tussen spoelhuis (1) en vasthoudschijf (5) verwijderen.  De slijtage van de vertanding (6) aan het spoelhuis (1) controleren. Indien nodig spoelhuis vervangen. Afbeelding 24  De draaduiteinden van de nieuwe draadspoel uit de twee tegenover elkaar liggende vasthoudsleuven trekken. De draad ca. 15 cm afwikkelen en weer in de vasthoudsleuven (markering 1,6 mm) drukken.  De veer in de nieuwe draadspoel zetten (afbeelding 28). Afbeelding 25  De draadspoel met veer in het spoelhuis zetten. De draaduiteinden door de tegenover elkaar liggende openingen in het spoelhuis voeren.  Aan de draaduiteinden trekken om de draden uit de vasthoudsleuven los te maken. Afbeelding 26  Draadspoel geheel in het spoelhuis drukken en vasthouden.  Aantipknop tegen de wijzers van de klok in vastschroeven en met de hand vastdraaien. Daarbij het spoelhuis vasthouden. Apparaat reinigen Let op Houd apparaat en ventilatieopeningen altijd schoon en verwijder vuil. Gebruik een kleine borstel voor het reinigen van de buitenzijde van het apparaat. Gebruik geen scherpe reinigingsmiddelen. Huishoudreinigingsmiddelen die aromatische olieën zoals denneolie en citroen of oplosmiddelen zoals kerosine bevatten, kunnen de kunststof behuizing en de handgrepen beschadigen. Huis alleen met een vochtige doek afvegen. 35 Nederlands Gebruiksaanwijzing Opbergen    Laat de motor afkoelen voordat u het apparaat opbergt. Bewaar het apparaat in een droge, afgesloten ruimte, om gebruik door onbevoegden en schade te voorkomen. Houd het apparaat buiten bereik van kinderen. Langdurig opbergen Vervoer  Ga als volgt te werk als het apparaat langdurig moet worden opgeborgen:  Reinig het apparaat grondig en controleer het op losse of beschadigde delen. Repareer beschadigde delen of vervang deze en draai losse schroeven, moeren en bouten vast. Het apparaat kan nu worden opgeborgen. Bewaar het apparaat in een droge, afgesloten ruimte, om gebruik door onbevoegden en schade te voorkomen. Houd het apparaat buiten bereik van kinderen.     Motor stoppen. Netstekker uit stopcontact trekken. Aansluitkabel van aansluitstekker van apparaat lostrekken. Laat het apparaat afkoelen voordat u het vervoert of verplaatst. Zet het apparaat vast, zodat het niet kan wegglijden. Garantie In uw land gelden de garantievoorwaarden van onze verkoopmaatschappij of importeur. Storingen aan het apparaat verhelpen wij kosteloos in het kader van de garantie, inden een materiaal- of fabricagefout hiervan de oorzaak is. Neem bij garantiekwesties contact op met uw leverancier of de vestiging bij u in de buurt. Fouten verhelpen Fout Oorzaak Oplossing Motor start niet. Aansluitkabel niet aangesloten of defect. Kabel controleren en aansluiten, indien nodig vervangen of door een vakman laten repareren. Zekering van stroomkring over- Zekering inschakelen, een sterkere zekering belast. gebruiken of een sterkere zekering door een vakman laten installeren. Motor slaat plotseling af. Bedrijfsschakelaar defect. Door een gespecialiseerd bedrijf laten repareren. Stekker is losgeraakt. Kabel controleren, controleren of de kabel in de trekontlasting is bevestigd en de stekker weer in de aansluiting steken. Overbelastingsbescherming is geactiveerd. Netstekker uit het stopcontact trekken en het gereedschap laten afkoelen (ca. 10 minuten). Sterke trillingen. Beschadigde maaigereedSchakel het gereedschap onmiddellijk uit. schappen of aandrijvingsdelen. Laat defecte delen door een gespecialiseerd bedrijf vervangen. Draadkop geeft trimdraad niet vrij. Gras op draadkop gewikkeld. Stop de motor en reinig de snijkop. Geen draad in draadkop. Wikkel een nieuwe draad op. Spoel klemt. Vervang de spoel. Draadkop vuil. Draadspoel en spoelhuis reinigen. Draad gesmolten. Demonteren, gesmolten deel verwijderen en draad opnieuw opwikkelen. Draad bij vullen gedraaid. Demonteren en draad opnieuw opwikkelen. Onvoldoende draad toegevoerd. De aantipknop aantippen en draad uittrekken tot er 10 cm draad uit het spoelhuis komt. Neem bij vragen contact op met uw erkende leverancier. 36
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125

MTD bosmaaier 1000w Original Operating Instructions

Categorie
Grastrimmers
Type
Original Operating Instructions