• Voorzichtig: Gevaar voor spatten! Vochtig frituurgoed drogen voor het gefrituurd wordt.
• Het deksel (1) met de greep (12) sluiten en de temperatuurregelaar (5) in de stand OFF draaien
• De stroomstekker (7) in een geschikt stopcontact steken. De controlelamp ON/OFF (3) licht op.
• De temperatuurregelaar (5) op de gewenste temperatuur instellen. De controlelamp HEATING (4)
licht op. De frituurduur en de nodige temperatuur zijn afhankelijk van de soort en de toestand van
wat u wilt frituren. Gelieve op de informatie te letten die de fabrikant van de betrokken
voedingsmiddelen op de verpakking heeft vermeld. De volgende temperaturen zijn richtwaarden:
Frituurgoed Frituurtemperatuur Gaartijd
Gevogelte 170 °C 12 - 15 min.
Frieten 180 °C 12 - 15 min.
Vis 160 °C 6 – 8 Min.
Krabben 180 °C 6 – 7 Min.
Paddestoelen 150 °C 5 – 7 Min.
Donuts 180 °C 5 – 6 Min.
• Het verwarmingselement (6) aan de binnenkant van het frituurreservoir (9) begint nu de olie tot de
gewenste temperatuur op te warmen. Zodra deze temperatuur bereikt is, dooft de controlelamp
HEATING (4). De levensmiddelen kunnen nu gefrituurd worden.
• De frituurmand (2) met het te frituren goed vullen. Gelieve de frituurmand (2) niet te vol te doen,
anders wordt het frituurgoed dat bovenaan ligt niet naar wens gefrituurd.
• Het deksel (1) met de greep (12) voorzichtig openen. De frituurmand (2) aan de greep (11)
vastnemen en met de levensmiddelen in het frituurreservoir (9) zetten. Let op voor oliespatten en
opklimmend schuim ! Er mag geen vet over de rand geraken.
• Het deksel (1) met de greep (12) sluiten.
• Het apparaat beschikt over een ingebouwde thermostaat. Het kan dus zijn
dat de controlelamp HEATING (4) tussendoor even oplicht en daarna terug
dooft. Daarmee wordt aangegeven dat het apparaat de olie opnieuw
kortstondig verwarmt om de temperatuur constant te houden.
• Het deksel (1) met de greep (12) van het apparaat openen. Voorzichtig:
Hete dampen en eventueel spattend vet kunnen brandwonden
veroorzaken!
• De frituurmand (2) aan de greep (11) uit het frituurreservoir (9) tillen. De
houder van de frituurmand aan de rand van het frituurreservoir (9) hangen.
Het vet laten uitdruipen.
• De temperatuurregelaar (5) op de OFF-stand draaien. De stroomstekker (7)
uittrekken.
• Het frituurgoed kan nu uit de frituurmand (3) gehaald worden.
• De olie volledig laten afkoelen.
Oververhittingbeveiliging
• De friteuze is van een oververhittingbeveiliging voorzien. Als de friteuze niet ingeschakeld kan
worden, controleer dan of de oververhittingbeveiliging aangesprongen is. De stroomstekker (7) uit
het stopcontact trekken en met een spits voorwerp op de RESTART-toets drukken.
REINIGING EN ONDERHOUD
• Let hierbij ook zeker op de veiligheidsinstructies.
• Het apparaat en zijn inhoud volledig laten afkoelen voordat u met de reiniging ervan begint.
• Het apparaat moet na elke frituurbeurt gereinigd worden, aangezien etensresten gemakkelijk
beginnen te branden en oliën of vetten daardoor sneller ranzig worden. Verwijder minstens de in
de olie achtergebleven etensresten.
• De olie moet regelmatig ververst worden.
• Voor het reinigen de stuureenheid met de verwarmingselementen naar boven verwijderen.
• De stuureenheid en de verwarmingsstaven met een vochtig gemaakte doek reinigen. Opgelet!
De stuureenheid en de verwarmingselementen mogen niet in water ondergedompeld worden.
• Voor de reiniging van de buitenbehuizing en het deksel
(1) een met water bevochtigde doek en eventueel een
zacht reinigingsmiddel gebruiken.
• Het frituurreservoir (9) met warm water en wat
spoelmiddel reinigen en vervolgens met koud water
uitspoelen.
• De frituurmand (2) mag met warm water en wat
spoelmiddel, maar ook in de vaatwasmachine, gereinigd
worden.
• Geen schurende of harde reinigingsmiddelen gebruiken.
• Voor de reiniging mag in geen geval benzine of een
oplosmiddel gebruikt worden.
TECHNISCHE GEGEVENS
Bedrijfsspanning: 230V~ 50Hz
Vermogensopname: 2000 Watt
AANWIJZINGEN INZAKE DE MILIEUBESCHERMING
Dit product mag aan het einde van zijn levensduur niet samen met het normale
huishoudelijke afval verwijderd worden, maar moet afgegeven worden op een
verzamelpunt voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur. Het symbool
op het product, in de gebruiksaanwijzing of op de verpakking maakt u daarop attent.
De werkstoffen zijn volgens hun kenmerking herbruikbaar. Met het hergebruik, de stoffelijke
verwerking of andere vormen van recycling van oude apparaten levert u een belangrijke bijdrage
tot de bescherming van ons milieu.
Gelieve bij het gemeentebestuur informatie te vragen over het bevoegde verzamelpunt.
GARANTIE EN KLANTENDIENST
Alvorens onze apparaten de fabriek verlaten, worden ze aan een strenge kwaliteitscontrole
onderworpen. Indien niettegenstaande alle zorg tijdens de productie of tijdens het transport schade
ontstaan zou zijn, verzoeken wij u het apparaat terug te brengen naar uw verdeler. Naast de
wettelijke waarborg heeft de koper naar keuze recht op de volgende waarborgprestaties:
Wij bieden op het gekocht apparaat 2 jaar waarborg die op de dag van de verkoop begint te lopen.
Binnen deze periode verhelpen we kostenloos alle defecten die toe te schrijven zijn aan materiaal-
of fabricagefouten, hetzij door herstelling, hetzij door omruiling.
Defecten die ontstaan zijn door een onjuist gebruik en door fouten die door ingrepen en
herstellingen van derden, of door de montage van vreemde onderdelen ontstaan zijn, vallen niet
onder deze garantie.
36
RESTART-
toets