Documenttranscriptie
Mededeling
De informatie in dit gebruikershandboek kan zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd
worden.
DE FABRIKANT OF DE VERKOPER IS NIET VERANTWOORDELIJK VOOR FOUTEN OF
WEGLATINGEN DIE DIT HANDBOEK BEVAT, EN IS OOK NIET VERANTWOORDELIJK
VOOR EENDER WELKE SCHADE, DIE HET GEVOLG KAN ZIJN VAN HET GEBRUIK OF
HET ONVERMOGEN TOT GEBRUIK VAN DIT HANDBOEK.
De informatie in dit gebruikershandboek is beschermd door de copyright wetten. Alle
rechten voorbehouden. Niets uit dit handboek mag gefotokopieerd of verveelvoudigd
worden in enige vorm, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyright
houders.
Copyright Mei 2000
Alle rechten voorbehouden.
Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van de Microsoft Corporation. DOS,
Windows 95/98/2000/NT zijn handelsmerken van de Microsoft Corporation.
Alle productnamen die u in dit handboek vindt, zijn handelsmerken en/of geregistreerde handelsmerken
van hun respectievelijk eigenaars/bedrijven.
De software, die beschreven wordt in dit handboek, is geleverd met een licentieovereenkomst. De
software mag enkel gebruikt of gekopieerd worden overeenkomstig met de bepalingen van de
overeenkomst.
Rev. 1.0
ii
Inhoudsopgave
Inleiding
Symbolen en overeenkomsten
Uw notebook beschermen - Behandel uw notebook met zorg en vermijdt
blootstelling aan een ongunstige omgeving
Samenvatting van de hoofdstukken
1.
BEGINNEN
Prestaties & karakteristieken (1-2,3)
Een blik op het systeem (1-4)
Bovenaanzicht (1-4,5,6)
Achteraanzicht (1-6,7)
Rechter zijaanzicht (1-8)
Linker zijaanzicht (1-9)
Onderaanzicht (1-10,11)
LED statusindicatoren (1-11,12)
LED systeemindicatoren (1-13)
Toetesenbord (1-14)
Functie (snel)toetsen (1-15)
2.
BIOS SETUP EN VEILIGHEID
Het BIOS setup scherm activeren (2-3)
Het BIOS setup scherm verlaten (2-3)
BIOS actietoetsen (2-3)
De BIOS instellingen wijzigen (2-4)
Het hoofdmenuenu (2-4,5)
Het gavanceerd menu (2-6,7,8)
Het beveiligingsmenuenu (2-9)
Het energiemenu (2-10,11,12)
Het opstartmenu (2-12,13)
Het afsluitmenu (2-13)
3.
BATTERIJVERMOGEN EN ENERGIEBEHEER
De batterij (3-2)
Ni-MH / Lithium-Ion batterij (3-2)
De batterij waarschuwingen (3-3)
De batterij installeren en verwijderen (3-4,5)
De batterij verwijderen (3-4)
De batterij installeren (3-5)
De oplaadtijd en het opladen van uw batterij (3-5)
Het energieniveau van de batterij controleren (3-6)
De levensduur van de batterij verlengen (3-6)
Energiebeheer gebruiken (3-7)
iii
Suspend-stand (3-7)
De Suspend-knop (3-8)
De schakelaar van het LCD scherm (3-8)
Energieverbruik van het LCD scherm (3-8)
De “Save To Disk” partitie (of bestand) creëren (3-9)
De energiebeheer functie van Windows 98 (3-10)
Intel SpeedStepTM Technologie (3-11)
Installatie van Intel SpeedStepTM (3-11)
De Intel(R) SpeedStepTM applicatie gebruiken (3-11,12,13)
4.
UW NOTEBOOK UPGRADEN
De harde schijf upgraden (4-2)
De harde schijf uitbreiden (4-3,4,5)
Het systeemgeheugen upgraden (4-6)
De DIMM module in de originele ruimte vervangen (4-7,8,9)
De DIMM module in de uitbreidingsruimte installeren (4-10)
De DIMM module uit de uitbreidingsruimte verwijderen (4-11)
5.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De eerste stap (5-2,3)
Audio problemen (5-4)
Harde schijf problemen (5-5,6)
Cd-rom-station problemen (5-6)
Diskettestation problemen (5-7)
CMOS problemen (5-7)
Beeldscherm problemen (5-8)
Toetsenbord en aanwijsapparaat problemen (5-9,10)
PC kaart (PCMCIA) problemen (5-10)
Infrarood problemen (5-11,12)
Gegeugen problemen (5-12)
Modem problemen (5-13)
Netwerk problemen (5-14)
Prestatie problemen (5-15)
Energie, starten en batterij problemen (5-16)
Afdruk problemen (5-17)
Seriële, parallelle en USB problemen (5-18)
Bijlage A
Bijlage B
Bijlage C
iv
Productspecificaties
Speciale VGA Functies
Installatie/update van het Windows 98 beeldscherm
stuurprogramma (B-2)
Installatie van het SMI VGA configuratiescherm programma (B-3)
De SMI VGA configuratiescherm applicatie gebruiken (B-3,4)
De DualView functie gebruiken (B-5,6,7,8)
Wettelijke mededelingen
Inleiding
Dit handboek gebruiken
Dit gebruikershandboek bevat algemene inlichtingen over uw notebook, hardware en
software instellingen, problemen oplossen, en technische specificaties.
Symbolen en overeenkomsten
De volgende overeenkomsten en symbolen worden in dit handboek gebruikt:
Wanneer toetsen simultaan (tegelijkertijd) ingedrukt worden, dan zal er een plus
(+) symbool igebruikt worden. Bijvoorbeeld, Fn+F7 betekent dat de toets “Fn” en
de toets “F7” tegelijkertijd worden ingedrukt.
De bestandsnamen worden afgedrukt in grote letters. Bijvoorbeeld,
WELCOME.EXE.
Wanneer er een reeks klikacties nodig zijn in het Windows besturingssysteem,
dan worden de symbolen [ ] en > gebruikt. Bijvoorbeeld, [Start > Instellingen >
Configuratiescherm > Multimedia] betekent dat u eerst op het pictogram Start
moet klikken, vervolgens op Instellingen, dan op Configuratiescherm, en tenslotte
op het pictogram Multimedia.
Wanneer u een selectie met het touch pad (drukgevoelig vlak) of muis dient te
maken, dan zal er u gevraagt worden om een item te “selecteren” of op een item
te “klikken”.
Noot: Tekst in dit formaat en voorzien
van dit symbool, wijst op specifieke
instructies, commentaar, aanvullende
informatie waar u op moet letten.
Waarschuwing: Tekst in dit formaat en
voorzien van dit symbool, wijst erop,
dat het niet gehoorzamen aan de
gegeven instructies, kan resulteren in
materiële of lichamelijke schade.
v
Uw notebook beschermen - Behandel uw notebook met zorg en vermijdt
blootstelling aan een ongunstige omgeving.
Volg het onderstaand advies om de best mogelijke prestaties te verkrijgen.
Volg de onderstaande voorzorgsmaatregelen om de beste werking te
bekomen en schade aan uw notebook te vermijden.
Stel de notebook niet bloot aan rechtstreeks zonlicht of plaats het niet nabij
een warmtebron.
Stel de notebook niet bloot aan temperaturen lager dan 0oC (32oF) of hoger dan
50oC (122oF).
Stel de notebook niet bloot aan magnetische velden.
Stel de notebook niet bloot aan regen en vochtigheid.
Mors geen water of vloeistop op de notebook.
Stel de notebook niet bloot aan overdreven schokken of vibraties.
Stel de notebook niet bloot aan stof en vuil.
Plaats geen voorwerpen op de notebook, om het beschadigen van de notebook
te vermijden.
Plaats de notebook niet op een oneven oppervlakte, op stof/katoen of op andere
alle materialen die een slechte thermische geleiding hebben (bijvoorbeeld: bed
of deken).
Voorzorgsmaatregelen voor de AC adapter.
Verbindt de adapter enkel en alleen met uw notebook.
Stap niet op de voedingskabel of plaats geen zware voorwerpen op de kabel.
Plaats de voedingskabel en ander kabels zodanig, dat ze geen versperring
vormen voor andere personen.
Wanneer u de voedingskabel loskoppelt, trek dan niet aan de kabel maar wel
aan de stekker.
Hou de adapter buiten het bereik van kinderen.
De totale stroomsom van alle (via het verlengsnoer) verbonden apparaten , mag
niet meer zijn dan de maximum stroomwaarde van dat verlengsnoer.
De totale stroomsom van alle apparaten die met hetzelfde stopcontact
verbonden zijn, mag niet meer zijn dan de waarde van de zekering.
Voorzorgsmaatregelen voor de batterij.
Gebruik alleen de originele batterijen.
Schakel eerst de notebook uit of ga over naar de suspend-stand, alvorens de
batterij te verwijderen of te vervangen.
Pruts niet met de batterij of probeer hem niet uit elkaar te halen.
Hou de batterij buiten het bereik van kinderen.
Behandel gebruikte batterijen overeenkomstig met de locale reglementering.
Stel de batterij niet bloot aan vuur en recycleer hem indien mogelijk.
Bij het schoonmaken moet u de onderstaande stappen volgen:
1. Schakel de notebook uit en verwijder de batterij.
2. Koppel de wisselstroomadapter los.
3. Gebruik een lichtjes met water bevochtigde, zachte doek. Gebruik geen
vloeibare of sprayende schoonmaakmiddelen.
Contacteer uw verdeler of ga naar uw onderhoudsdienst indien een van de
volgende situaties zich voordoet:
De notebook viel of de behuizing werd beschadigd.
Er werd vloeistof op de notebook gemorst.
De notebook werkt niet juist.
vi
Hoofdstuk 1 BEGINNEN
HOOFDSTUK 1
BEGINNEN
In dit hoofdstuk worden de karakteristieken en de
componenten van de notebook geïntroduceerd.
1-1
GEBRUIKERSHANDBOEK
Prestaties & karakteristieken
Processor met hoge prestaties en Intel SpeedStep
technologie
De notebook is uitgerust met de krachtige Intel
Pentium III processor. Deze processor levert uitstekende prestaties en een gegevensverwerking met een
level II cachegeheugen van 256K. De Intel SpeedStep
technologie is gericht op persoonlijke aanpassing van
de computer prestaties op mobiele pc’s. (Raadpleeg
hoofdstuk 3 BATTERIJVERMOGEN & ENERGIEBEHEER, pagina 3-11.)
AGP grafieken
Het systeem heeft 2 AGP bussen voor hoge grafische
prestaties mogelijk te maken.
Geavanceerde 3D grafieken en het hardware versnelde
afspelen van MPEG2/DVD **
Het hardware versnelde afspelen geeft u een probleemloze videoweergave zonder verspringen van beelden.
De geavanceerde grafische en 3D-mogelijkheden
maken u spelletjes en andere grafische toepassingen
nog realistischer.
Mogelijkheid tot massa-opslag
Het systeem geeft u de mogelijkheid om een upgrade
van de harde schijf uit te voeren. Dit laat u toe van de
opslagcapaciteit, indien nodig, te vergroten.
Uiterst flexiebel ontwerp
De notebook heeft één uitbreidingscompartiment voor
een upgrade van het geheugen. U kunt de hoeveelheid
van het geheugen vergroten door geheugenmodules toe
te voegen. U kunt het geheugen maximum uitbreiden tot
512 MB.
Groot LCD beeldscherm
Het active-matrix XGA 14.1-inch TFT beeldscherm (of
13.0-inch DSTN XGA voor sommige modellen) geeft u
duidelijke en heldere kleuren, teksten en grafieken.
1-2
Hoofdstuk 1 BEGINNEN
Toetsenbord en touch pad
Het toetsenbord is van een normale grote en is
voorzien van 2 Win98-toetsen. Het ingebouwde touch
pad (drukgevoelig vlak), bevindt zich in het midden van
de ergonomische palmsteun. Zowel het toetsenbord
als het touch pad verhogen de werkefficiëntie en de
productiviteit.
Geavanceerd batterij
De ultramoderne Nikkel Metaal Hydride (NiMH) batterij
of Li-Ion batterij heeft een lange levensduur, is zeer
licht en laadt zich snel op.
Uitgebreide communicatiemogelijkheden
Het systeem voorziet u van een volledige
communicatieoplossing voor netwerkverbindingen,
Internet-toegang, en draadloze datatransmissie. De
ingebouwde netwerkadapter geeft u toegang tot LAN
(Local Area Network) en laat u toe er gegevens over te
verzenden. De ingebouwde 56-Kbps V.90 modem maakt
een snelle gegevens- en faxcommunicatie mogelijk,
zonder dat u een PC kaart moet gebruiken. De infrarood
verzend/ontvangst apparatuur stelt u in staat tot een
draadloze punt tot punt verbinding met andere systemen
of apparaten, die uitgerust zijn met een infraroodpoort.
Audio karakteristieken
Het systeem is uitgerust met interne audio opname en
afspeel functies. Zo bevat het systeem onder andere:
3D-audio (driedimensionale), 64-voices DirectSound
kanaalondersteuning en een ingebouwde hardware
wave-tabel.
Geïntegreerde I/O poorten
Deze notebook is uitgerust met een hele reeks
ingebouwde I/O poorten. Het systeem is ook voorzien
van een USB poort (Universal Serial Bus) voor de
nieuwe generatie van USB-conforme randapparatuur.
1-3
GEBRUIKERSHANDBOEK
Een blik op het systeem
11
Bovenaanzicht
1
1
2
3
4
5
6
7
8
10
Fn
9
Waarschuwing:
Plaats geen zware
voorwerpen op de
bovenkant van de
notebook wanneer
het deksel toe is.
Dit kan schade
veroorzaken aan
het beeldscherm.
1-4
1.
LCD veersloten
De veersloten die zich aan de linker en rechterkant
bevinden, vergrendelen/ontgrendelen het LCD scherm.
2.
LCD beeldscherm
Deze notebook is uitgerust met een LCD scherm (liquid
crystal display) met XGA en SXGA resolutie.
Hoofdstuk 1 BEGINNEN
Noot:
Om de Internet
sneltoets te gebruiken moet u:
1. In windows
“Externe toegang”
installeren met
een geldige
Internetabonnement
(van een ISP),
2. de speciale
Internet sneltoets
(hotkey) applicatie
installeren, die u
vindt op de
meegeleverde
CD-ROM (d:\Driver
\ Qbrowse \
Setup.exe), en
3. Microsoft
Internet Explorer
4.0 of hoger
installeren.
3.
Internet sneltoets
De ‘Internet sneltoets’ activeert de inbelverbinding van de
modem met het netwerk en opent automatisch de Internet
browser. (Zie Noot aan zijkant.)
4.
LED statusindicatoren
De LED statusindicatoren tonen u de status van bepaalde
toetsfuncties (al dan niet ingedrukt) en de status van de harde
schijf (HDD) en cd-romspeler. (Raadpleeg pagina 1-11,12)
5.
Power/Suspend knop
De power/suspend toets schakelt de computer in of uit, en
functioneer ook als een suspend toets (toets voor
slaapstand) voor het systeem. Hiervoor gebruikt de notebook
een speciaal ontworpen knop. Druk kort op de knop om het
systeem in te schakelen. Hou de knop ingedrukt voor 3~4
seconden om het systeem uit te schakelen. Eens dat het
systeem zich in een DOS/Windows omgeving bevindt, zal
een korte druk op de knop, het systeem doen overgaan naar
de suspend mode (slaapstand). Druk nogmaals kort op de
power/suspend knop om terug te keren uit de suspend
mode. (Zie hoofdstuk 3 voor meer details over de suspend
functie van het systeem.)
6.
Ingebouwde luidsprekers
De ingebouwde luidsprekers produceren een stereo geluid.
7.
Toetsenbord
Het verbeterde 86/87-toetsen wordt gebruikt om gegevens in
te geven. Het is ook voorzien van de volgende toetsen: de
Windows starttoets, applicatie menutoets voor Windows95/
98/NT4.0, ingebouwd numeriek toetsenblok en cursor
besturingstoetsens (Raadpleeg pagina 1-14,15).
8.
Fn toets
De Fn toets wordt gebrukt in combinatie met de
functietoetsen, om de sneltoets functies te activeren. (Zie
pagina 1-15 )
9.
Touch pad
Het touch pad (drukgevoelig vlak) is een ingebouwd
aanwijsapparaat met functies die te vergelijken zijn met een
muis.
1-5
GEBRUIKERSHANDBOEK
10. LED System Indicators
De indicator toont de power/suspend status van het
systeem. (Raadpleeg pagina 1-13)
11. Ingebouwde microfoon
De ingebouwde microfoon geeft u de mogelijkheid om
geluid aan uw applicaties toe te voegen of de
spraakfuncties van uw applicaties te gebruiken. Om
gebruik te maken van de microfoon dient u audio software
te installeren, die u de audio laat invoeren.
Achteraanzicht
1 2 3
5 6 7
4
Noot:
1-6
9
10
11
1.
Kensington veiligheidsanker
Dit anker kan worden gebruikt met een mechanisch slot en
een kabel van het Kensington-type. Met deze functie kunt u
om veiligheidsredenen de notebook vergrendelen aan een
gepaste locatie.
2.
USB poort
De USB poort (Universal Serial Bus) laat u toe van een grote
keuze van apparaten via de USB kabel met uw notebook te
verbinden. Er kunnen tot 128 apparaten via deze poort
verbonden worden, aan een zeer hoge gegevensoverdracht
snelheid tot 12 Mbps (Mega-bits per seconde).
Deze poort is conform met de USB Plug en Play standaard.
3.
Modem poort
Met deze poort verbindt u de telefoonkabel (RJ-11), zodat u
fax/modem functies kunt uitvoeren.
Indien u Windows NT als
besturingssysteem
gebruikt, dan is de USB
functie niet ondersteund.
Waarschuwing:
Open het deksel van de
CPU heatsink/ventilator
niet. Dit kan resulteren in
permanente elektrische
schade aan het systeem.
Zulke schade valt niet
onder de garantie van de
fabrikant.
8
Hoofdstuk 1 BEGINNEN
4.
PS/2 poort
De notebook is ontworpen om tegelijkertijd slechts één
aanwijsapparaat te gebruiken. Hier verbindt u externe PS/2compatibele apparaten zoals een muis of toetsenbord.
5 . Stereo microfoonaansluiting
De stereo microfoonaansluiting (diameter van 3,5-mm) laat u
toe van een microfoon met de notebook te verbinden. Om
defecten te vermijden doet u er goed aan, de ingebouwde
microfoon te deactiveren wanneer er een externe microfoon
met de notebook verbonden is.
6.
Stereo hoofdtelefoonaansluiting
De stereo hoofdtelefoonaansluiting (diameter van 3,5-mm)
laat u toe van een hoofdtelefoon of luidsprekers met de
notebook te verbinden. Deactiveer de ingebouwde
luidsprekers, wanneer er een externe hoofdtelefoon of
luidsprekers met de notebook verbonden is.
7.
S-Video poort
De S-Video poort laat u toe van de weergave van het scherm
te veranderen naar een televisiescherm of een analooog
videotoestel, zodat u een een grotere schermweergave
verkrijgt.
8.
Externe VGA poort
De 15-pin VGA analoge poort laat u toe een externe CRT
monitor of projector te verbinden.
9.
Seriële poort
Hier verbindt u een seriël apparaat met een 9-pin seriële
kabel (RS-232).
10. Parallelle poort
De parallelle poort (25 gaatjes) wordt voornamelijk gebruikt
voor het aansluiten van een printer of een diskettestation.
11. LAN poort
Deze poort verbindt een netwerk hub via de RJ-45 kabel en
is conform met de 10Base-T and 100Base-TX transmissieprotocols.
1-7
GEBRUIKERSHANDBOEK
Rechter zijaanzicht
1
2
1.
3
4
5
6
Batterij
De batterij is een ingebouwde voedingsbron voor de notebook.
Noot:
2.
Indien u
Windows NT als
besturingssysteem
gebruikt, dan is
de USB functie
niet
ondersteund.
Diskettestation
Het diskettestation is ook in het systeem ingebouwd.
3.
Uitwerpknop van het diskettestation
Met deze knop kunt u een diskette uitwerpen.
4.
Ventilator rooster
De rooster van de ventilator is waar de warme lucht vrijkomt.
Blokkeer deze luchtweg niet.
5.
Infraroodpoort
De IrDA (Infrared Data Association) conforme seriële
infraroodpoort maakt een draadloze gegevensoverdracht van
4Mbps (FIR mode) mogelijk met externe IRda 1.1
compatibele apparaten.
6.
1-8
Stroomaansluiting (gelijkstroom)
Hier wordt de gelijkstroomkant van de adapter verbonden
met de notebook.
Hoofdstuk 1 BEGINNEN
Linker zijaanzicht
2
1
1.
3
4
Cd-rom-station
De cd-rom-station is in de notebook ingebouwd.
2.
Uitwerpknop van het cd-rom-station
De uitwerpknop opent de lade van het cd-rom-station.
3.
PC kaartsleuf
In deze sleuf wordt de PC kaart (PCMCIA) geplaatst.
De PC kaartsleuf heeft aansluitingen voor twee 3.3V/5V
kaarten en beide ondersteunen CardBus-technologie.
4.
PC kaart uitwerpknop
Met deze knop kunt u de PCMCIA kaart uitwerpen.
Noot:
Er zijn twee soorten cd-rom-stations die kunnen geïnstalleerd zijn. Een
elektrische of een mechanische. Normaal gezien is de notebook voorzien
van het elektrisch cd-rom-station. Bij het elektrisch cd-rom-station kunt u
slechts de cd-rom uitwerpen wanneer het systeem ingeschakeld staat. Bij
het mechanisch cd-rom-station werkt de uitwerpknop altijd, zelf wanneer het
systeem af staat. Met het mechanisch cd-rom-station kunt u echter de cd
niet uitwerpen door gebruik te maken van de Fn toets onder het Windows 98
besturingssysteem.
1-9
GEBRUIKERSHANDBOEK
Onderaanzicht
7
1
6
2
Waarschuwing:
Open het deksel van
de CPU heatsink/
ventilator niet en
1.
blokkeer deze
luchtweg niet. Dit kan
resulteren in
permanente
elektrische schade aan
het systeem. Zulke
2.
schade valt niet onder
de garantie van de
fabrikant.
Waarschuwing:
Wanneer u een
upgrade uitvoert van
uw CPU, wees dan
alsteblieft voorzichtig
met de heatsink/
ventilator. De as van
de kan gebogen
worden door een te
grote druk. Zulke
schade valt niet onder
de garantie van de
fabrikant.
1-10
3
4
5
Vastzetschroef
Deze schroef zet het deksel van de baai van de harde schijf
vast. Dit verhindert dat de harde schijf in aanraking komt met
stof en vuil.
Baai van de harde schijf
Hier bevindt de harde schijf zich. De harde schijf slaat alle
systeemgegevens op. Dankzij het flexibel ontwerp van de
notebook heeft u de mogelijkheid van een upgrade uit te
voeren, zodat u de capaciteit van uw harde schijf kan
vergroten. (Raadpleeg hoofdstuk 4 voor meer instructies
betreffende een upgrade van de harde schijf.)
3.
Deksel van de CPU hatsink/ventilator baai
In de baai van de CPU heatsink/ventilator wordt de lucht in
de noteboook gezogen, voor interne thermische regeling.
Blokkeer deze luchtweg niet volledig en verwijder het deksel
niet. In de baai bevinden zich geen onderdelen die door de
gebuiker kunnnen onderhouden worden.
4.
Vastzetschroef
Deze schroef zet het deksel van de baai van de CPU
heatsink/ventilator vast. Dit verhindert dat de CPU module in
aanraking komt met stof en vuil.
Hoofdstuk 1 BEGINNEN
5.
Baai van de CPU heatsink/ventilator
Dit is de ruimte wwar de CPU zich bevindt.
6.
Veerslot van de batterij
Het veerslot van de batterij vergrendelt of ontgrendelt de
batterij.
7.
Batterij
De batterij is een ingebouwde voedingsbron voor de notebook.
LED Statusindicatoren
De indicators die zich onder het LCD scherm bevinden (zie
onderstaande figuur), informeren u over de huidige werkingsstatus
van uw notebook. Indien een bepaalde functie ingeschakeld staat
dan zal de indicator van die functie oplichten. De pictogrammen
of symbolen zijn hieronder afgebeeld en worden in detail
beschreven op de volgende pagina’s.
1-11
GEBRUIKERSHANDBOEK
LED grafisch
symbool
Beschrijving
Een groen licht toont aan dat het
diskettestation gebruikt wordt.
Een groen licht toont aan dat de harde
schijf gebruikt wordt
Een groen licht toont aan dat het
cd-rom-station gebruikt wordt
Een groen licht toont aan dat het
numerieke toetsenblok ingeschakeld is.
Een groen licht toont aan dat de cap-lock
toets ingeschakeld is.
Een groen licht toont aan dat de
scroll-lock toets ingeschakeld is.
1-12
GEBRUIKERSHANDBOEK
Toetsenbord
De notebook kan slechts één toetsenbord tegelijkertijd
gebruiken. Schakel het ingebouwde toetsenbord uit alvorens u
het externe toetsenbord inschakelt.
De belangrijkst invoer-interface van de notebook is het
toetsenbord. Het toetsenbord van de notebook biedt dezelfde
mogelijkheden als een standaard toetsenbord met 101 toesten.
Het voorziet u ook nog van bijkomstige functies zoals onder
andere: het ingebouwde numeriek toetsenblok, de windows
sneltoets, sneltoetsen voor systeembediening. De onderstaande
beschrijving heeft u al nodige details.
Aan de rechter onderkant van uw toetsenbord bevinden zich de
cursor besturingstoetsen, en de [Pg Up], [Pg Dn], [Home] en
[End] toetsen. Met deze toetsen, ook wel pijltjes-toetsen
genoemd, kunt u de bewegingen van de cursor besturen.
Aan de linkerkant van de cursor besturingstoetsen vindt u de [Ins]
en [Del] toetsen. Deze toetsen worden gebruikt voor het invoegen
en wissen van tekens. U kunt meer gedetailleerde informatie
vinden op pagina 1-18 Ingebouwd nummeriek toetsenbord..
Uw toetsenbord is ook voorzien van twee Windows 95 toetsen:
1. Starttoets, voorzien van het Windows-logo:
Met een druk op deze toets zal het Windows
startmenu, onderaan de taakbalk, verschijnen.
2. Applicatie menutoets, die eruit ziet als een menu
met een cursor erop:
Een druk op deze toets zal het pop-up menu van de
huidige applicatie (indien compatibel met Windows
95) oproepen. Deze functie is te te vergelijken met
een klik op de rechtermuisknop.
1-14
Hoofdstuk 1 BEGINNEN
Functie (snel)toetsen
Grafisch
symbool
Noot:
Voor
verscheidene
systeemregelingen,
moet u
tegelijkertijd op
de Fn(functie)
toets drukken en
de Fx toets.
Noot:
De contrast
functie toetsen,
Fn+F9 en
Fn+F10, zullen
niet werken als de
TFT monitor.
Scroll
Lock
Actie
Systeemregeling
Fn + F1
Gaat naar de Suspend Mode (slaapstand)
Fn + F3
W isselt tussen het in- en uitschakelen van
de batterij waarschuwingsbiep.
Fn + F4
Schakelt over tussen de weergavemodus:
alleen LCD, alleen CRT en tweevoudige
weergave.
Fn + F5
Verhogen van het luidsprekersvolume.
Fn + F6
Verminderen van het luidsprekersvolume.
Fn + F7
Verhoogt de helderheid van het scherm.
Fn + F8
Vermindert de helderheid van het scherm.
Fn + F9
Verhoogt het contrast van het scherm.
(alleen voor DSTN)
Fn + F10
Vermindert het contrast van het scherm.
(alleen voor DSTN)
Num Lock
Laat toe van het ingebouwd toetsenblok in
de nummerieke modem te laten werken.
De toetsen functioneren als een
rekenmachine. Gebruik deze modus indien
u veel nummerieke gegevens moet
invoeren. Als alternatief kunt u ook een
extern toetsenblok aansluiten.
Scroll Lock Eerst een druk op de ScrLk toets en
vervolgens een druk op de¡ ô
o f ¡ tõoets
(pijltjes-toetsen) laat u toe van het scherm
een lijn naar boven of beneden te
verplaatsen. Scroll Lock werkt niet met
sommige applicaties.
1-15
Hoofdstuk 2 BIOS SETUP & VEILIGHEID
HOOFDSTUK 2
BIOS SETUP EN VEILIGHEID
In dit hoofdstuk , zult u leren hoe u in het BIOS setupmenu moet geraken en hoe u daar verscheidene
hardware bedieningsinstellingen kunt hanteren. U zult
ook leren hoe u de ingebowude veiligheidsfuncties
moet gebruiken.
2-1
GEBRUIKERSHANDBOEK
Het Setup (instelling) hulpprogramma is een hardware
configuratieprogramma dat in de BIOS (Basic Input/Output
System) van uw notebook ingebouwd is. Het beheert en onderhoud verscheidene hardwarefuncties. Het is een menugestuurde
software, die u toelaat van gemakkelijk uw notebook te configureren en instellingen te veranderen.
De BIOS gebruikt de standaard instellingen van de fabrikant voor
de normale werking van de notebook. Toch zullen er echter
situaties optreden, die vereisen dat u de standaardinstellingen in
de BIOS moet veranderen. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn van het
BIOS setup programma te activeren, wanneer er een verandering
in de hardware van uw notebook plaatsvindt, of wanneer u de
hardware instellingen naar eigen behoefte wilt veranderen.
De BIOS heeft u de mogelijkheid van wachtwoorden te gebruiken
om zo het aantal gebruikers te beperken. Dit is een belangrijke
functie aangezien er heel wat belangrijke informatie op uw
notebook kan staan. Onbevoegde toegang kan dus vermeden
worden. In dit hoofdstuk zult u leren van deze beveiligingsfunctie
te gebruiken.
2-2
Hoofdstuk 2 BIOS SETUP & VEILIGHEID
Het BIOS setup scherm activeren
Zet eerst de notebook aan. Wanneer de BIOS, POST (Power-On
Self Test) uitvoert, drukt u op de functietoets F2 om zo het Bios
setup hulpprogramma te activeren. Druk op F2 wanneer u
onderaan op het scherm het volgende bericht ziet “Press <F2> to
enter SETUP”.
Het BIOS setup scherm verlaten
Wanneer u klaar bent met het wijzigen van de BIOS-instellingen,
sluit u de BIOS af. Het duurt een paar seconden om de
veranderingen in de CMOS op te slaan.
BIOS Actietoetsen
Functietoetsen
Opdracht
Beschrijving
F1
Help
–
Lower value
Selecteert de volgende lagere waarde in
een veld.
+
Higher value
Selecteert de volgende hogere waarde in
een veld.
Toont de algemene Help.
¡ ö
Select a menu
Selecteert het volgende rechtse menu.
¡ ÷
Select a menu
Selecteert het volgende linkse menu.
¡ ô
Select an item
Selecteert het volgende hogere item.
¡ õ
Select an item
Selecteert het volgende lagere item.
<Tab>
Select a field
Selecteert het volgende veld.
<Enter>
Select
F9
Load defaults
Herstelt alles naar de vooraf bepaalde
BIOS instellingen.
F10
Save and Exit
Slaat de veranderingen op en start de
notebook opnieuw op.
ESC
Exit
Voert de waarde in of selecteert het
sub-menu.
Verlaat een sub-menu om terug te keren
naar het vorige m enu of verlaat de BIOS
setup terwijl veranderingen opgeslagen
worden.
Noot:
Bij sommige instellingen zijn de velden grijs
van kleur. Grijs gekleurde velden zijn
onveranderbaar.
2-3
GEBRUIKERSHANDBOEK
De BIOS instellingen wijzigen
De BIOS Setup is onderverdeeld in vijf submenus: het hoofdmenu
(Main Menu), het geavanceerd menu (Advanced Menu), het
Beveiligingsmenu (Security Menu), het energiemenu (Power
Menu), het opstartmenu (Boot Menu), en het afsluitmenu (Exit
Menu).
Het hoofdmenu
Item
System
Time
System
Date
Legacy
Diskette A
Primary
Master /
Slave
Selecties of
submenu
n.v.t.
n.v.t.
Disabled
360KB 5 1/4"
1.2MB 5 1/4"
720KB 3 1/2"
1.44/1.25MB
1/2"
2.88MB 3 1/2"
n.v.t.
Secondary
Master /
Slave
QuickBoot
Mode
n.v.t.
Boot Time
Diagnostic
Screen
Disabled
Enabled
2-4
Disabled
Enabled
Beschrijving
Typ de huidige tijd in.
De tijd wordt weergegeven op een militaire
wijze, 24 uren formaat.
Typ de huidige datum in.
Kies het diskettestation dat je gebruikt.
Disabled]: Diskettestation is uitgeschakeld.
¡ ½ Standaardinstelling:
1.44/1.25MB 3 1/2"
3 Het systeem ondersteunt 3 standen voor de
diskettestation werking.
De primary master bestuurt de harde schijf.
De capaciteit van de harde schijf zal in dit
veld getoont worden.
De primary slave bevat geen apparaat.
De primary master is waar de BIOS eerst
van tracht op te starten.
De secondary master bestuurt het
cd-rom-station.
De secondary slave bevat geen apparaat.
[Disabled]: Het systeem voert alle testen uit
tijdens het opstarten.
[Enabled]: Het systeem spaart opstarttijd uit
door sommige apparaattesten over te slaan.
¡ ½ Standaardinstelling: Enabled
[Disabled]:
Het systeem toont de informatie van de
zelftest niet tijdens het opstarten.
[Enabled]:
Het systeem toont het diagnostische
scherm tijdens het opstarten.
¡ ½ Standaardinstelling: [Disabled]
Het diagnostisch scherm toont: CPU
snelheid, DRAM grootte, Cache grootte,
enz.
Hoofdstuk 2 BIOS SETUP & VEILIGHEID
Item
Selecties
of Beschrijving
submenu
Boot Options: (Sub-menu)
Summary Disabled
[Disabled]:
Screen
Enabled
Het systeem toont de hardwareconfiguratie niet
tijdens het opstarten.
[Enabled]:
Het systeem toont de configuratietabel.
Standaardinstelling: [Enabled]
Druk op <ESC> om het sub-veld te verlaten.
SETUP
Disabled
[Disabled]:
Prompt
Enabled
Het systeem toont de BIOS Setup-prompt niet
tijdens het opstarten.
[Enabled]:
Het systeem toont de BIOS Setup-prompt tijdens
het opstarten.
Standaardinstelling: [Enabled]
Druk op <ESC> om het sub-veld te verlaten.
Memory
Disabled
[Disabled]:
Cache
Enabled
De interne cache functioneert niet.
[Enabled]:
De interne cache werkt.
Standaardinstelling: [Enabled]
Geheugencache versnelt de gegevensstroom van
en naar de processor.
Stel in op [Enabled] om een hogere prestatie van
het systeem te verkrijgen.
Boot-time
Disabled
[Disabled]:
Diagnostic
Enabled
Het diagnostisch scherm wordt niet getoond tijdens
Screen
het opstarten.
[Enabled]:
Het diagnostisch scherm wordt getoond tijdens het
opstarten.
Video
LCD only
Selecteer het apparaat voor videoweergave.
Display
CRT only
[LCD only]:
Device
Simul Mode
Alleen de originele LCD monitor is ingeschakeld.
[CRT only]:
Alleen de externe CRT monitor is ingeschakeld.
[Simul Mode]:
Zowel de LCD als CRT zijn ingeschakeld.
System
n.v.t.
Dit veld toont het standaard systeemgeheugen, dat
Memory
vast ingesteld staat op 640KB.
Het systeemgeheugen is altijd 640KB. De
bijkomstige DRAM zal getoond worden in het veld
"Extended Memory".
Extended
n.v.t.
BIOS zal het geheugen automatisch detecteren en
Memory
er automatisch een grootte aan toekennen, nadat
bijkomend geheugen in de DIMM-aansluiting
geïnstalleerd is.
Het totale maximum systeemgeheugen is 512MB
(indien er twee 256MB DIMM modules
geïnstalleerd zijn.)
2-5
GEBRUIKERSHANDBOEK
Het geavanceerd menu
Item
Installed O/S
Reset
Configuration
Data
Selecties of
submenu
Other
Win95,Win98/
Win2000
¡ ½Default:
[Win98/
Win2000]
No
Yes
¡ ½Default:
[No]
PS/2 Mouse
Disabled
Enabled
Auto Detect
¡ ½Default:
[Auto
Detect]
PCI configuration (submenu)
ISA
No
graphics
Yes
device
installed
¡ ½Default:
[No]
PCI/PNP
C800¡ Ð
CBFF
ISA UMB
CC00¡ Ð
CFFF
Region
Exclusion
D000¡ Ð
D3FF
D400¡ Ð
D7FF
D800¡ Ð
DBFF
PCI/PNP
ISA IRQ
Resource
Exclusion
DC00¡ Ð
DFFF
IRQ 3
IRQ 4
IRQ 5
IRQ 7
IRQ 9
IRQ 10
IRQ 11
Beschrijving
[Other]: Selecteer dit indien Unix, Linux, of een
ander besturingssysteem geïnstalleerd is.
[Win95]: Selecteer dit indien Windows95
geïnstalleerd is.
[Win98/Win2000]: Selecteer deze optie wanneer
Windows98 of Windows2000 op uw notebook
geïnstalleerd is.
Een onjuiste instelling kan resulteren in een niet
juist werkend besturingssysteem.
[No]: Het systeem gebruikt vroeger opgeslagen
PCI hardware I/O adressen telkens wanneer het
systeem opstart.
[Yes]: Het systeem herstelt de PCI hardware I/O
adresconfiguratie telkens wanneer het systeem
opstart.
[Disabled]: Het ingebouwde touch pad is
uitgeschakeld en IRQ12 is vrijgemaakt. De
externe muis zal ook niet werken.
[Enabled]: De PS/2 muispoort is altijd actief.
[Auto Detect]: Het systeem zal de muispoort
inschakelen wanneer er een muis aanwezig is.
[No]: Uitschakelen van het ISA (niet-VGA)
grafisch apparaat, om stapelgegevens in het
PCI VGA apparaat te gebruiken.
[Yes]: Inschakelen van het ISA (niet-VGA)
grafisch apparaat, om stapelgegevens in het
PCI VGA apparaat te gebruiken.
[Available]: Deactiveer de aangeduide bovenste
geheugenblok voor het te laten gebruiken door
een legacy ISA apparaat.
[Reserved]: Reserveer de aangeduide bovenste
geheugenblok voor het te laten gebruiken door
een legacy ISA apparaat.
¡ ½ Standaardinstelling: [Available]
[Available]: Deactiveer de aangeduide bovenste
geheugenblok voor het te laten gebruiken door
een legacy ISA apparaat.
[Reserved]: Reserveer de aangeduide IRQ voor
het te laten gebruiken door een legacy ISA
apparaat.
¡ ½ Standaardinstelling: [Available]
Noot:
Windows 95, zonder het OSR2 dienstpakket, is geen volledig Plug en Play
besturingssysteem. Ga na bij Microsoft of uw versie van het besturingssysteem
al dan niet een volledige Plug en Play functie heeft.
2-6
Hoofdstuk 2 BIOS SETUP & VEILIGHEID
Item
Selecties of
Beschrijving
submenu
I/O Device Configuration: (Submenu)
Serial
Disabled
Opties voor het configureren van poort A:
Port A
Enabled
[Disabled]: Deze poort zal uitgeschakeld zijn.
Auto
[Enabled]: De gebruiker mag het basis I/O adres
en de interruptie bepalen.
[Auto]: BIOS of besturingssysteem zal deze poort
configureren.
(OS controlled): Wordt getoond wanneer bestuurd
wordt door het besturingssysteem.
Base I/O 3F8 IRQ4
Als er voor de seriële poort, [Enabled]
geselecteerd is, dan zal [Base I/O Address] op de
Address 2F8 IRQ3
menu-itemlijst verschijnen, en zal kunnen
3E8 IRQ4
ingesteld worden.
2E8 IRQ3
[Base I/O address]: Dit bepaalt het basis I/O adres
en wijst ook een specifiek IRQ kanaal toe, voor
een opgegeven poort of apparaat.
I/O Device Configuration: (Submenu)
Serial
Disabled
Opties voor het configureren van poort B:
Port B
Enabled
[Disabled]: Deze poort zal uitgeschakeld zijn.
Auto
[Enabled]: De gebruiker mag het basis I/O adres
en de interruptie bepalen, en het DMA kanaal.
[Auto]: BIOS of besturingssysteem zal deze poort
configureren.
(OS controlled): Wordt getoond wanneer bestuurd
wordt door het besturingssysteem.
Base I/O 3F8 IRQ4
Als er voor de seriële poort [Enabled] is
geselecteerd, dan zal de [Base I/O Address],
Address 2F8 IRQ3
[Mode], en [DMA Channel] op de menu-itemlijst
3E8 IRQ4
verschijnen. Al de beschreven items zullen
2E8 IRQ3
kunnen ingesteld worden.
[Base I/O address]: Dit bepaalt het basis I/O adres
voor een opgegeven poort of apparaat.
Mode
IrDA
Bepaalt de stand voor de seriële poort B:
FIR
[IrDA]: Standaard Seriele IR communicatie is
geselecteerd.
[FIR]: Snelle IR communicatie.
FIR: Selecteer [FIR] voor Windows98. Dit zal de
FIR gegevenssnelheid vermeerderen tot 4Mb/s.
¡ ½Default:
Voor Windows95, is een specifiek
[FIR]
stuurprogramma nodig, geleverd door de verkoper.
DMA
DMA 1
[IRQ]:
De gebruiker mag een specifiek IRQ kanaal, voor
Channel DMA 3
een opgegeven poort of apparaat, bepalen.
[DMA Channel]:
Dit laat u enkel een configuratie toe onder de
geselecteerde [FIR] stand.
Noot:
Overschakelen tussen het standaard I/O adres en de IRQ instellingen voor COM 1,
COM 2 en de LPT poort, kan conflicten met de systeemapparaten en de
geïnstalleerde randapparatuur veroorzaken.
Het is aanbevolen, om indien mogelijk, de selecties op [Auto] te laten
2-7
staan.
GEBRUIKERSHANDBOEK
Item
Selecties of
Beschrijving
submenu
I/O Device Configuration: (Submenu)
Opties voor het configureren van de parallelle poort:
Parallel
Disabled
[Disabled]: Deze poort zal uitgeschakeld zijn.
Port
Enabled
[Enabled]: De gebruiker mag het basis I/O adres en de
Auto
interruptie bepalen.
[Auto]: BIOS of besturingssysteem zal deze poort
configureren.
(OS controlled): Wordt getoond wanneer bestuurd wordt
door het besturingssysteem.
¡ ½Default:
Overschakelen tussen het standaard I/O adres en de IRQ
[Auto]
instellingen voor COM 1, COM 2 en de LPT poort, kan
conflicten met de systeemapparaten en de geïnstalleerde
randapparatuur veroorzaken.
Als er voor de parallelle poort [Enabled] geselecteerd is,
Mode
Output Only
dan zullen de [Mode], en [Base I/O Address] op de
Bi-directional
menu-itemlijst verschijnen en zal het mogelijk zijn deze
ECP
items in te stellen.
EPP
[Output Only]: Gegevens worden enkel verzonden.
Base
378/IRQ7
[Bi-directional]: Parallelle poort verwerkt de gegevens in
I/O
378/IRQ5
beide richtingen.
Addres 278/IRQ7
[ECP]: Snelere gegevensoverdracht dan EPP.
s
278/IRQ5
[EPP]: Verbeterde parallelle poort voor snellere prestaties
3BC/IRQ7
[Base I/O address]: De gebruiker mag het basis I/O adres
3BC/IRQ5
bepalen, en een specifiek IRQ kanaal, voor een opgegeven
poort of apparaat, toewijzen.
I/O Device Configuration: (Submenu)
Opties voor het configureren van de parallelle poort:
Floppy
Disabled
[Disabled]: Deze poort zal uitgeschakeld zijn.
Disk
Enabled
[Enabled]: De gebruiker mag het basis I/O adres en de
Controller Auto
interruptie bepalen.
[Auto]: BIOS of besturingssysteem zal deze poort
¡ ½Default:
configureren.
[Enabled]
(OS controlled): Wordt getoond wanneer bestuurd wordt
door het besturingssysteem.
[Disabled]: Zowel de primaire als de tweede adapter (in
Local Bus
Disabled
het hoofdmenu) is uitgeschakeld. Het systeem zal niet
IDE Adapter Primary
opstarten wanneer [Disabled] geselecteerd is.
Secondary
[Primary]: De primaire adapter is ingeschakeld en het
Both
systeem zal opstarten van deze adapter.
[Secondary]: De tweede adapter is ingeschakeld en het
systeem zal opstarten van eender welk station dat met de
adapter verbonden is. Indien het cd-rom-station aan de
¡ ½Default:
tweede master verbonden is, dan zal de notebook
[Both]
opstarten van het cd-rom-station.
[Both]: Beide adapters zijn ingeschakeld. Het systeem zal
opstarten van eender welke adapter, die een geldig
besturingssysteem bevat.
[Other]: Indien een niet-Windows besturingssysteem wordt
Large Disk
Other
gebruikt.
Access
DOS
[DOS]: Indien een DOS of Windows besturingssysteem
Mode
wordt gebruikt.
2-8
Hoofdstuk 2 BIOS SETUP & VEILIGHEID
Het beveiligingsmenu
De BIOS heeft u de mogelijkheid, een beveiligingswachtwoord in
te stellen, om zo onbevoegde toegang tot uw notebook te
vermijden. Als u deze optie inschakelt, dan zal u telkens de
notebook opgestart wordt, een wachtwoord moeten ingeven.
Item
Set User
Password
Selecties of
Submenu
n.v.t.
Set
Supervisor
Password
n.v.t.
Password
on Boot
Disabled,
Enabled
¡ ½Default:
Disabled
Fixed Disk
Boot Sector
Normal
Write Protect
Diskette
Access
¡ ½Default:
[Normal]
User
Supervisor
¡ ½Default:
Supervisor
Noot:
Indien u drie maal na elkaar een
ongeldig wachtwoord invoert, dan
zal het systeem uitgeschakeld
worden. Zet het systeem af en
probeer opnieuw.
Beschrijving
Druk op Enter om de wachtwoordbeveiliging in te
schakelen. Een nieuw wachtwoord moet een
tweede maal ingevoerd worden, voor bevestiging.
Het instellen van een gebruikerswachtwoord is niet
mogelijk wanneer er geen wachtwoord ingesteld is.
Indien het wachtwoord ingesteld is, dan kan de
gebruiker alle BIOS-instellingen zien, maar kan
niet alle instellingen veranderen.
Om een wachtwoord te verwijderen, moet u: het
oude wachtwoord invoeren en de volgende twee
velden leeg laten.
Druk op Enter om de wachtwoordbeveiliging in te
schakelen. Een nieuw wachtwoord moet een
tweede maal ingevoerd worden, voor bevestiging.
De supervisor kan veranderingen maken aan alle
BIOS-instellingen.
Om een wachtwoord te verwijderen, moet u: het
oude wachtwoord invoeren en de volgende twee
velden leeg laten.
[Disabled]: Er moet geen wachtwoord ingevoerd
worden bij het opstarten van het systeem.
[Enabled]: Er zal een gebruikerswachtwoord of
een supervisor-wachtwoord ingevoerd moeten
worden wanneer het systeem opstart.
Schakel het wachtwoord in, om de toegang tot uw
notebook te beperken.
De opstartsector van de harde schijf is tegen schrijven
beveiligd, om deze te beschermen tegen virussen.
[Normal]: Er kan opnieuw op de opstartsector
van de hard schijf geschreven worden.
[Write Protect]: Er kan niet op de opstartsector
van de harde schrijf geschreven worden.
Bedient het toegangsrecht tot de diskettestations.
[User]: Zowel de gebruiker als de supervisor
hebben toegang tot het diskettestation.
[Supervisor]: Alleen supervisors hebben toegang
tot het diskettestation.
Waarschuwing:
Wees zeker van uw beveiligingswachtwoord op te
slaan op een veilige plaats. Indien u uw wachtwoord
vergeet, zal u de notebook moeten laten herstellen.
Dit is niet which is not covered by the standard factory
2-9
warranty.
GEBRUIKERSHANDBOEK
Het energiemenu
Het energiemenu maakt het mogelijk de energiebesparende
functies van de notebook te regelen en in werking te stellen. Het
instellen van de geavanceerde functie zal de levensduur van de
batterij ven de notebook verlengen.
Item
Selecties of
submenu
Power
Disabled
Savings Customized
Maximum
Power Savings
Maximum
Performance
¡ ½Default:
[Disabled].
Beschrijving
[Disabled]:
Het uitschakelen van het energiebeheer. De items
van het energiebeheer worden automatisch als volgt
ingesteld:
- Idle Mode: Off (= uitgeschakeld)
- Standby Timeout: Off (= uitgeschakeld)
- Auto Standby Timeout: Off (= uitgeschakeld)
- Hard Disk Timeout: Disable (= uitgeschakeld)
- Video Timeout: Disable (= uitgeschakeld)
[Customized]:
U kunt de volgende items van het energiebeheer
naar eigen behoefte instellen: standby timeout, auto
suspend timeout, hard disk timeout en video timeout.
[Maximum Power Savings]:
Als het systeem zich in deze stand bevindt dan zal
er het meest energie bespaard worden.
De items van het energiebeheer worden
automatisch als volgt ingesteld:
- Idle Mode: On (ingeschakeld)
- Standby Timeout: 1 Min.
- Auto Standby Timeout: 5 Min.
- Hard Disk Timeout: 1 Min.
- Video Timeout: 30 Min.
[Maximum Performance]:
In deze stand zal het systeem energie besparen en
bovendien in staat zijn tot grootse prestaties.
De items van het energiebeheer worden
automatisch als volgt ingesteld:
- Idle Mode: Off (uitgeschakeld)
- Standby Timeout: 16 Min.
- Auto Standby Timeout: 60 Min.
- Hard Disk Timeout: 15 Min.
- Video Timeout: 15 Min.
De batterij moet onmiddellijk opgeladen worden
wanneer het energieniveau zich onder 3% bevindt.
2-10
Hoofdstuk 2 BIOS SETUP & VEILIGHEID
Item
Selecties of
submenu
Beschrijving
Idle Mode
Off
On
[Idle Mode]:
Vertraagt de CPU wanneer het
systeem niet bezig is.
Standby
Timeout
Off
1 Minute
2 Minutes
4 Minutes
6 Minutes
8 Minutes
12 Minutes
16 Minutes
Bepaalt de periode van
inactiviteit, alvorens er
overgegaan wordt naar de
Stand-by stand.
Zolang u de computer niet
gebruikt, zullen er verscheidene
apparaten van het systeem
uitgeschakeld worden (onder
andere het scherm).
Auto
Suspend
Timeout
Off
5 Minute
10 Minutes
15 Minutes
20 Minutes
30 Minutes
40 Minutes
60 Minutes
Suspend
Deze functie bepaalt de periode
van inactiviteit, alvorens de
notebook overgaat naar de
suspend stand (slaapstand).
Suspend
Mode
Save To Disk
¡ ½Default:
[Suspend]
Hard Disk
Timeout
Disabled
10 Seconds
15 Seconds
30 Seconds
45 Seconds
1 Minute
2 Minutes
4 Minutes
6 Minutes
8 Minutes
10 Minutes
15 Minutes
Enkel actief
wanneer
[Customized], in
het
energiebeheer,
geselecteerd is.
Selecteert de verschillende suspend-standen.
[Save To Disk]:
Het systeem zal zijn huidige toestand op de harde
schijf opslaan en vervolgens uitschakelen.
[Suspend]:
Het systeem zal zijn huidige toestand opslaan en
overgaan naar een lage energiestand.
Bepaalt de periode van inactiviteit, alvorens de
harde schijf overgaat naar de energiebesparende
stand.
Enkel actief wanneer [Customized], in het
energiebeheer, geselecteerd is.
2-11
GEBRUIKERSHANDBOEK
Item
Selecties of
submenu
Video
Disabled
Timeout
10 Seconds
15 Seconds
30 Seconds
45 Seconds
1 Minute
2 Minutes
4 Minutes
6 Minutes
8 Minutes
10 Minutes
15 Minutes
Resume On Off
Modem
On
Ring
¡ ½Default:
[On]
Resume On Off
Time
On
¡ ½Default:
[Off]
Resume
Time
Resume
Date
n.v.t.
n.v.t.
Beschrijving
Bepaalt de periode van inactiviteit, alvorens het
scherm uitgeschakeld wordt.
Enkel actief wanneer [Customized], in het
energiebeheer, geselecteerd is.
[On]: Het systeem wordt actief (na de
suspend-stand), wanneer de modem een
binnenkomend signaal ontvangt.
[Off]: Deze functie is uitgeschakeld.
Indien uw notebook zich in de "Save To Disk"
stand bevindt, dan zal een binnenkomende oproep
naar de modem het systeem niet actief maken.
[On]: Het systeem wordt op een opgegeven
tijdstip, actief (na de suspend-stand).
[Off]: Het systeem blijft in de suspend-stand.
Deze timer werkt niet voor de "Save To Disk"
suspend-stand.
Geef een tijd op, wanneer het systeem terug actief
moet worden (na de suspend-stand).
Geef een datum op, wanneer het systeem terug
actief moet worden (na de suspend-stand).
Het opstartmenu
In het opstartmenu (Boot Menu), kunt u bepalen hoe uw notebook
zal opstarten.
Item
Floppy
Check
Summary
Screen
2-12
Selecties of
submenu
Disabled
Enabled
¡ ½Default:
[Disabled]
Disabled
Enabled
¡ ½Default:
[Disabled]
Beschrijving
[Enabled]: Bij het opstarten, zal het systeem, het
diskettestation controleren.
[Disabled]: De notebook start op, zonder het
diskettestation te controleren.
[Enabled]: Tijdens het opstarten toont het
systeem, het overzichtscherm, dat de
hardwareconfiguratie, weergeeft.
[Disabled]: Deze functie is uitgeschakeld.
Hoofdstuk 2 BIOS SETUP & VEILIGHEID
Item
Selecties of
submenu
Boot Device Removable
Priority
Devices
Hard Drive
ATAPI
CD-ROM
Drive
Hard Drive
Beschrijving
Selecteer de zoekvolgorde voor de verschillende
opstartapparaten.
Selecteer een station en gebruik <+> of <–>, om
een hogere of lagere prioriteit aan te geven.
Bij het opstarten, zal systeem beginnen met het
eerste station op de lijst te controleren, vervolgens
het tweede, dan het derde, enz...
Deze functie stelt u in staat te bepalen hoe de
notebook de opstartvolgorde uitvoert.
Het systeem kan opstarten van de cd-rom-speler.
Druk op <ESC> om dit submenu te verlaten.
Het systeem tracht het besturingssysteem op te
Bootable
Add-in Cards starten, dat zich op harde schijf bevindt, die het
IBM-DYKA-23 eerst op de lijst staat.
Indien er op de eerste harde schijf geen
240-PM
(The Installed besturingssysteem gevonden wordt, dan zal het
systeem de volgende harde schijf proberen, totdat
Hard Drive)
er uiteindelijk een besturingssysteem gevonden is.
Selecteer een station en gebruik <+> of <–>, om
een hogere of lagere prioriteit aan te geven.
Bij het opstarten, zal het systeem beginnen met
het eerste station op de lijst te controleren,
vervolgens het tweede, dan het derde, enz....
Flash-geheugenkaarten, die een
besturingssysteem bevatten, zijn ook startbare
apparaten.
Druk op <ESC> om dit submenu te verlaten.
Het afsluitmenu
Item
Exit Saving
Changes
Selecties of
submenu
Yes
No
Exit
Discarding
Changes
Yes
No
Load Setup
Defaults
Yes
No
Discard
Changes
Yes
No
Save
Changes
Yes
No
Beschrijving
[Yes]: De BIOS-instellingen worden opgeslagen
en het systeem wordt opnieuw opgestart.
[No]: Het afsluitmenu blijft actief.
[Yes]: De BIOS-instellingen worden niet
opgeslagen en het systeem wordt opnieuw
opgestart.
[No]: Het afsluitmenu blijft actief.
[Yes]: Alle BIOS-instellingen worden hersteld
naar hun oorspronkelijke fabriekswaarden.
[No]: Het afsluitmenu blijft actief.
[Yes]: Alle veranderingen, die u ditmaal aan de
instellingen maakte, worden hersteld naar hun
vorige waarden.
[No]: Het afsluitmenu blijft actief.
[Yes]: Alle veranderingen worden onmiddellijk
naar de CMOS opgeslagen.
[No]: Het afsluitmenu blijft actief.
2-13
Hoofdstuk 3 BATTERIJVERMOGEN & ENERGIEBEHEER
Hoofdstuk 3
BATTERIJVERMOGEN EN
ENERGIEBEHEER
In dit hoofdstuk, zult u de basisfuncties van
energiebeheer leren en leren hoe u deze moet
gebruiken om een maximale levensduur van de batterij
te bekomen.
3-1
GEBRUIKERSHANDBOEK
In dit hoofdstuk zult u leren hoe u het best met het
batterijvermogen van uw notebook moet omgaan, hoe u de batterij
moet hanteren en onderhouden en hoe u gebruik maakt van het
unieke energiebeheer van het systeem.
Het TFT scherm, de centrale processor, de harde schijf en het
diskettestation zijn de onderdelen van het systeem die het meest
energie verbruiken. Energiebeheer behandelt hoe deze
onderdelen zich moeten gedragen om energie te besparen. Om
energie te besparen kunt u bijvoorbeeld het beeldscherm laten
uitschakelen, na een inactiviteit van 2 minuten. Efficiënt
energiebeheer kan de gebruiksduur van de batterij, alvorens deze
opgeladen dient te worden, verlengen.
De batterij
Noot: Wees zeker
dat de batterij
volledig opgeladen
is, alvorens het
gebruik.
Wanneer de notebook werkt op batterijvermogen, dan zal de LED
indicator van de batterij oplichten.
Ni-MH / Lithium-Ion Batterij
Noot: In de “Save To
Ram” stand, zal een
volledig opgeladen
batterij zijn energie
in ongeveer 1 dag
verliezen. Wanneer
deze niet gebruikt
wordt, zal de
energie van de
batterij uitgeput zijn
na 1-2 maanden.
Noot: Raak de
metalen einden van
de batterijaansluiting
niet aan, om roesten
te vermijden.
3-2
Uw notebook gebruikt een uitneembare Nikkel Metalen Hydride
batterij (Ni-MH) met tien cellen of een Lithium-Ion batterij met
acht cellen. De batterij levert energie wanneer uw notebook niet
met het stopcontact (wisselstroom) verbonden is. De
hoofdbatterij, moet opgeladen worden wanneer hij leeg is. Het is
aanbevolen dat u naast de hoofdbatterij, ook nog een tweede
(reserve) batterij hebt. Dit is handig wanneer u reist, of voor het
geval er iets misgaat met de hoofdbatterij.
Hoofdstuk 3 BATTERIJVERMOGEN & ENERGIEBEHEER
Batterij waarschuwingen
I. Waarschuwing laag energieniveau van de batterij
De waarschuwing van een laag energieniveau van de batterij,
gebeurt wanneer de batterij nog 6% van zijn volledig
energieniveau bezit. Alvorens over te gaan naar zeer laag
energieniveau van de batterij zal de groene energie LED indicator
Waarschuwing:
Stel de batterij niet
bloot aan
temperaturen lager
dan 0oC (32oF) of
hoger dan 60oC
(140oF). Dit kan de
batterij beschadigen.
Waarschuwing:
Indien de
“waarschuwingspiep
van de batterij”
uitgeschakeld is door
Fn + F3, dan zal het
systeem deze
piepgeluiden niet
meer weergeven.
knipperen aan dezelfde snelheid als het piepen van het systeem
(eenmaal per 16 seconden).
II. Waarschuwing zeer laag energieniveau van de batterij
De waarschuwing van een zeer laag energieniveau van de batterij,
gebeurt wanneer de batterij nog 3% van zijn volledig
energieniveau bezit. Voordat de batterij volledig leeg is, zal de
groene energie LED indicator knipperen aan dezelfde snelheid als
het piepen van het systeem (eenmaal per 4 seconden).
De signalen waarschuwen u dat de batterij op een laag
energieniveau staat, en dat er een actie nodig is om te vermijden
dat het systeem zal uitvallen. Sla altijd onmiddelijk uw
documenten of gegevens op en sluit vervolgens alle geopende
applicaties. Indien u dit niet doet, riskeert u van al uw huidige
informatie te verliezen. Het systeem kan nog een 5-10 minuten
op batterijvermogen werken. Om nog langer verder te werken,
moet u de adapter met de voedingskabel in het stopcontact
steken.
3-3
GEBRUIKERSHANDBOEK
De batterij installeren en verwijderen
Bekijk zorgvuldig de onderstaande afbeelding alvorens dit uit te
voeren.
De batterij verwijderen:
1. Plaats de notebook met zijn onderkant naar boven, op
een plat en stabiel oppervlak.
2. Zoek naar het veerslot van de batterij. Schuif het
vergrendelde slot naar beneden, zoals getoond door pijl 1
en houdt het veerslot naar beneden geduwd.
3. Terwijl u het veerslot in de ontgrendelstand houdt (naar
beneden), trekt u de batterij naar buiten, zoals getoond
door pijl 2.
2
4. Haal de batterij nu uit
het batterijcompartiment,
zoals hiernaast getoond.
3-4
Hoofdstuk 3 BATTERIJVERMOGEN & ENERGIEBEHEER
De Batterij installeren:
1. Plaats de notebook met zijn onderkant naar boven, op
een plat en stabiel oppervlak.
2. Schuif het veerslot in de ontgrendelstand (naar beneden,
zie pijl 1) en houdt hem daar.
3. Steek voorzichtig de batterij in het batterijcompartiment,
en duw (zie pijl 2) totdat de rand van de batterij zich op
gelijke hoogte bevindt met de rand van de notebook.
2
4. Laat het veerslot los en deze zal overgaan naar de
vergrendelstand.
De oplaadtijd en het opladen van uw batterij
Om een batterij op te laden, terwijl deze zich in de notebook
bevindt, moet u de adapter met de notebook verbinden en het
elektrisch stopcontact.
De oplaadtijd van de batterij is ongeveer 2-3 uren als de notebook
uitgeschakeld is, en ongeveer 3-5 uren als de notebook in
werking is.
Indien u de notebook gebruikt, terwijl die met het elektrisch
stopcontact verbonden is, dan zal de batterij toch nog opgeladen
Noot:
Alvorens u op reis
gaat, moet u
voldoende tijd
besteden om uw
batterij volledig op te
laden.
worden. Dit opladen is natuurlijk trager dan het opladen wanneer
de notebook uitgeschakeld is. Het volledig opladen van een lege
batterij duurt dan ongeveer een 3-5 uren.
Wanneer de batterij volledig opgeladen is, dan licht de LED
indicator van de batterij rood op (met tussenpozen).
3-5
GEBRUIKERSHANDBOEK
Het energieniveau van de batterij controleren
U kunt het resterend energieniveau van de batterij controleren,
aan de hand van de Windows batterijstatus indicator, die zich
rechts onderaan in de taakbalk bevindt. De nauwkeurigheid van
deze indicator is +/- 5-7%.
U kunt ook toegang tot de energiemeter verkrijgen, door in het
Configuratiescherm van Windows, op het pictogram
Energiebeheer te klikken.
De levensduur van de batterij verlengen
Er zijn verschillende manieren om het gebruik van de batterij te
verlengen.
Gebruik steeds het elektrisch stopcontact, wanneer u de
mogelijk heeft. Hierdoor bekomt u een ononderbroken
werking.
Koop een tweede reserve batterij.
Gebruik de batterij bij kamertemperatuur. Hogere
temperaturen putten de batterij sneller uit.
Maak optimaal gebruik van de Energiebeheer functie. “Save
To Disk” bespaart het meeste energie, door huidige
systeeminhouden op te slaan in een speciaal daar voor
gereserveerde plaats.
Schakel de parallelle en seriele poort uit indien er geen
apparaten aan verbonden zijn. Raadpleeg hoofdstuk 2 voor
Noot:
Lees het het deel
“Uw notebook
beschermen”, dat
zich in de inleidng
van dit handboek
bevindt. Daar
kunt u meer tips
vinden over hoe u
de batterij moet
onderhouden.
3-6
meer details hierover.
Zelfs wanneer een PC kaart niet in werking is, zal hij toch
een kleine hoeveelheid energie gebruiken. Werp de PC kaart
uit wanneer u deze niet gebruikt.
De verwachte levensduur van de batterij is ongeveer 500
oplaadbeurten.
Lees het deel “Uw notebook beschermen”, in de inleiding
van het handboek. Daar kunt u de voorzorgsmaatregelen
voor de batterij vinden.
Hoofdstuk 3 BATTERIJVERMOGEN & ENERGIEBEHEER
Energiebeheer gebruiken
Het systeem gebruikt de volgende methodes om het
energieverbruik van verscheidene hardware onderdelen te regelen.
Windows heeft 2 soorten hulpprogramma’s voor de
energiebeheer: De APM (Advanced Power Management)
of de ACPI (Advanced Configuration Power Interface,
alleen voor Windows98). Ga in Windows naar
Energiebeheer (Start > Instellingen >
Configuratiescherm > Energiebeheer), hier kunt u de
Noot:
Wanneer de
notebook op de
batterij werkt,
probeer dan van
niet teveel
applicaties
tegelijkertijd te
openen.
tijden instellen voor het uitschakelen van de monitor en
de harde schijf. De Energiebeheer van Windows bespaart
energie door bijvoorbeeld na 1 minuut van inactiviteit, de
harde schijf uit te schakelen. Raadpleeg het handboek
van Windows voor meer details hierover.
Suspend-stand
Het systeem kan zo ingesteld worden, dat als de batterij een
kritisch energieniveau bereikt (3% resterend), er overgegaan
wordt naar één van de twee onderstaande suspend-standen:
Suspend
In de suspend-stand, zullen er slechts enkele hardwareapparaten, zoals het beeldscherm en de harde schijf,
uitgeschakeld worden om energie te besparen. De andere
apparaten worden in een lage energiestand gezet.
Noot:
Raadpleeg het
hoofdstuk 2 BIOSinstellingen, om
de instellingen van
het energiebeheer
in de BIOS aan te
passen.
Save To Disk
In deze stand, worden alle systeemgegevens op de harde schijf
opgeslagen, alvorens het systeem volledig zal uitgeschakeld
worden. Wanneer deze stand in werking is, dan zult u 3 grafische
metertjes zien, die de voortgang van het opslaan van de gegevens
naar de harde schijf tonen. Eens dat de meters 100% bereikt
hebben, dan zal het systeem volledig uitgeschakeld worden.
Omdat er geen energie van batterij gebruikt wordt in deze stand,
bespaart deze het meest energie.
Afhankelijk van hoeveel RAM er op uw notebook geïnstalleerd is,
zal de tijd, nodig voor het opslaan van alle vorige informatie,
variëren van 15 tot 30 seconden.
Om de functie Save To Disk te gebruiken, is er een partitie van de
harde schijf vereist (nodig voor de vorige informatie van het
systeem op te slaan). De volgende bladzijden zullen u leren, hoe
een Save To Disk partitie/bestand te creëren.
3-7
GEBRUIKERSHANDBOEK
De suspend-knop
Noot:
Indien uw
Windows98
ingesteld is op de
ACPI stand, dan
kunt u de functies
van de suspendknop instellen.
Klik in het
Configuratiescherm
op het pictogram
Energiebeheer, of
raadpleeg uw
Windows98
De
handboek, voor
meer inlichtingen.
Deze notebook heeft een “één-knop” ontwerp. Dit betekent dat
zowel de in/uitschakelaar en de suspend functies van het
systeem dezelfde fysische knop gebruiken. De in/uitschakelaar
doet ook dienst als de suspend-knop. U kunt de suspend functie
activeren door op de Fn+F1 sneltoets combinatie te drukken.
Druk op de nogmaals op de suspend-knop of eender andere
knop, om het syteem terug uit de suspend-stand te activeren.
Indien de notebook echter in de Save-to-Disk stand staat, dan zal
enkel de suspend knop het systeem terug kunnnen activeren.
schakelaar van het LCD scherm
Aan de rand van het LCD scherm bevindt zich een kleine
mechanische schakelaar. Wanneer u het LCD scherm opent of
sluit, zal deze schakelaar geactiveerd worden. Deze schakelaar
heeft dezelfde functie als de suspend-knop. Indien de suspendstand ingesteld staat op Suspend, dan zal het sluiten van het
LCD scherm, de suspend-cyclus laten beginnen.
Noot:
Indien uw
Windows98
ingesteld is op de
Het openen van het LCD scherm of het indrukken van de susACPI stand, dan
pend-knop, zal het syteem terug uit de suspend-stand activeren.
kunt u instellen
hoe het systeem
werkt wanneer het
LCD scherm dicht Energieverbuik van het LCD scherm
is. Klik in het
Configuratiescherm
Uw notebook is voorzien van een TFT (active matrix) LCD
op het pictogram
scherm. Het scherm is één van de hardware-onderdelen, die veel
Energiebeheer, of
energie gebruikt. Indien mogelijk, moet u de helderheid van het
raadpleeg uw
Windows98
scherm instellen op een redelijk niveau, zodat er energie bespaart
handboek, voor
wordt. Door de helderheid te verlagen, kunt u de levensduur van
meer inlichtingen.
de black-light lamp, die zich in het scherm bevindt, verlengen.
Om de helderheid van het LCD scherm te verlagen, drukt u op
Fn+ F8.
Om het LCD uit te schakelen, kunt u de sneltoets Fn+F4
gebruiken.
3-8
Hoofdstuk 3 BATTERIJVERMOGEN & ENERGIEBEHEER
De “Save To Disk” partitie (of bestand) creëren
De harde schijf heeft een standaard “Save To Disk” partitie.
Bijvoorbeeld: indien het maximum toegelaten systeemgeheugen
160 MB is; dan is er 16 MB nodig voor de de inhoud van de
videochip en andere microcontrollers. Indien u dus de suspend
functie onder het maximum systeemgeheugen wilt gebruiken,
Noot:
Installeer of
verwijder de
geheugenmodule
niet wanneer het
systeem zich in de
Save To Disk
suspend -stand
bevindt. Start de
notebook opnieuw
op en schakel uit,
alvorens de
geheugenconfiguratie
te veranderen.
dan zal u de “Save To Disk” partitie moeten vergroten tot 176MB.
Indien u het formaat van de “Save To Disk” partitie wilt wijzigen,
zal u het volgende hulpprogramma moeten uitvoeren. Het programma HDPREP.EXE zal echter alle gegevens op uw
harde schijf vernietigen! Indien u dit hulpprogramma uitvoert,
zal u dus uw besturingssysteem en alle programma’s opnieuw
moeten installeren.
Om de “Save To Disk” partitie te creeren of het formaat
ervan te wijzigen, moet u het volgende doen:
1.
2.
Waarschuwing:
Het uitvoeren van
het programma
PHDISK.EXE, zal
de gegevens op de
harde schijf
beschadigen.
Hierdoor zal u het
nodig zijn, de
software opnieuw te
installeren.
Start uw notebook in DOS op.
Zoek op de meegeleverde cd-rom (of diskette) een
hulprogramma met de naam “HDPREP.EXE”.
3. Typ achter de DOS-prompt “HDPREP” en druk vervolgens op Enter.
U zult de harde schijf opnieuw moeten formateren (de DOS
partition) en het besturingssysteem en alle programma’s opnieuw
moeten installeren.
Iindien u DOS, Windows 3.x, of Windows 95 (FAT16) gebruikt,
dan kunt u i.p.v. een partitie, een “Save To Disk”bestand creeren.
In dit geval, moet u de harde schijf niet opnieuw formateren en
dus ook niet het besturingssysteem opnieuw installeren. Om een
“Save To Disk”bestand te creeren, volgt u de bovenstaande
procedure, met dit verschil dat u in stap 3 het volgende typt:
PHDISK /create /file.
3-9
GEBRUIKERSHANDBOEK
De energiebeheer functie van Windows 98
Naast het ingebouwde energiebeheer hulpprogramma van de
notebook, is er ook een vergelijkbare energiebeheer functie van
Windows 98. Om deze toegeng te verkrijgen tot deze functie,
gaat u naar [Deze computer > Configuratiescherm] en dubbelklikt
u op het pictogram Energiebeheer.
Noot:
Raadpleeg het
Windows98
handboek voor
meer inlichtingen
omtrent het
gebruik van de
functies in het
Energiebeheer.
Noot:
De BIOS van de
notebook
ondersteund de
Windows APM en
ACPI standen. De
rechtse
afbeelding toont
u het
dialoogvenster
van Windows98
APM. Raadplaag
het Windows98
handboek, voor
meer inlichtingen
omtrent het
inscahkelen van
de Windows ACPI
stand.
3-10
Het Energiebeheer van Windows laat u toe, time-outwaarden in te
geven voor de monitor en de harde schijf. U kunt ook de notebook
automatisch laten overgaan naar een stand-by modus of laten
uitschakelen, wanneer het energieniveau van de batterij te laag
wordt. Raadpleeg de windows on-line help of het Windows98
handboek, voor meer inlichtingen omtrent de energiebesparende
functies.
Hoofdstuk 3 BATTERIJVERMOGEN & ENERGIEBEHEER
Intel SpeedStepTM Technologie
De notebook is voorzien van de nieuwe Pentium III processor en
de laatse nieuw functie van Intel Mobile Computing Technology,
namelijk SpeedStep. Intel SpeedStep technology is ontwikkeld
met als doel, de prestaties van een mobiele PC aan te passen
aan de behoefte van de gebruiker. Dit wil zeggen dat de
gebruiker, om het even waar en wanneer, de prestatie van zijn
notebook kan aanpassen. Met een verwerkingsfrequentie van
650MHz, is uw notebook in staat de meest complexe
applicaties, aan een identieke snelheid als uw desktop systeem
uit te voeren. Wanneer uw notebook door de batterij gevoed
wordt, zal de verwerkingsfrequentie automatisch dalen tot
500MHz. Dit bespaart energie en heeft nog steeds een
uitstekend prestatie. De automatische instelling kan echter
manueel aangepast worden, om de verwerkingsfrequentie terug
te zetten op 650MHz (wanneer gevoed via de batterij).
Installatie van Intel SpeedStepTM
Neem eerst de bij de notebook geleverde cd-rom, alvorens de
onderstaande instructies te volgen.
Volg de onderstaande stappen om SpeedStepTM te
installeren:
1. Ga naar [Start > UItvoeren...].
2. Klik op Bladeren... en steek de meegeleverde cd-rom in
het cd-rom-station.
3. De cd-rom bevat de Intel SpeedStepTM applicatie, voer het
bestand SpeedStep Setup uit.
4. Volg de instructies die op het scherm verschijnen. Start
het systeem opnieuw op, wanneer de installatie voltooid
is.
De Intel(R) SpeedStepTM applicatie gebruiken
De speciale SpeedStepTM applicatie, laat u toe de
verwerkingssnelheid van de processor in te stellen. Door deze
applicatie te gebruiken, kunt u de verwerkingsprestatie instellen
op een maximum stand (Maximum Performance Mode) en een
stand voor batterijgebruik (Battery Optimized Performance Mode).
3-11
GEBRUIKERSHANDBOEK
Volg de onderstaande stappen om de SpeedStepTM
applicatie te activeren:
1. Dubbelklik op het pictogram SpeedStep, onderaan in de
rechterhoek van de Windows taakbalk (zie hieronder).
2. Om de SpeedStep functie op uw systeem te activeren,
moet u op de knop Advanced... klikken.
3. Het dialoogvenster Intel(R) SpeedStep(TM)
Technology(Advanced) zal nu tevoorschijn komen .
4. Activeer de SpeedStep functie, en klik vervolgens op OK.
5. Start uw computer opnieuw op.
3-12
Hoofdstuk 3 BATTERIJVERMOGEN & ENERGIEBEHEER
De SpeedStepTM applicatie heeft twee werkingsstanden:
Er kan automatisch of manueel tussen de twee
werkingsstanden overgeschakeld worden.
1. De stand Maximum Performance
Wanneer de notebook verbonden is met de netstroom,
zal deze stand een maximale verwerkingssnelheid geven.
2. De stand Battery Optimized Performance
Deze stand heeft als doel energie te besparen en
tegelijkertijd een voldoende verwerkingssnelheid te
behouden.
Door het systeem te laten werken op 80% van de
maximale verwerkingssnelheid, kan er een
energiebesparing bekomen worden van 40% tot 50%.
Noot:
Indien het systeem voorzien is van een microprocessor
van 650MHz, dan zal de verwerkingsfrequentie in de
Maximum Performance stand 650MHz bedragen. In de
Optimized Performance stand zal dat 500 MHz zijn.
Indien het systeem voorzien is van een microprocessor
van 600MHz, dan zal de verwerkingsfrequentie in de
Maximum Performance stand 600MHz bedragen. In de
Optimized Performance stand zal dat 500 MHz zijn.
3-13
Hoofdstuk 4 UW NOTEBOOK UPGRADEN
Hoofdstuk 4
UW NOTEBOOK UPGRADEN
In dit hoofdstuk, zult u leren hoe u de capaciteit van het
geheugen en de hardware moet upgraden.
4-1
GEBRUIKERSHANDBOEK
De harde schijf upgraden
Het vervangen van de originele harde schijf door een grotere harde
schijf, kan de capaciteit van de harde schijf van de notebook
vergroten. Hierdoor zal u dus meer gegevens op uw harde schijf
kunnne opslaan. De notebook een harde schijf van 9,5 mm
(hoogte), 2.5-inch Enhanced IDE en Ultra DMA, of een harde
Noot:
Sommige
modellen die
voorzien zijn
van een harde
schijf van het
merk IBM,
zullen een
kletterend
geluid
produceren
wanneer ermee
geschud wordt.
Dit is een
normale
toestand.
schijf van type ATA-66.
Wees zeker van een reservekopie (back-up) te maken van al uw
gegevens, alvorens deze operatie uit te voeren.
Waarschuwing: Een upgrade van de harde schijf in deze notebook is een delicate procedure. Volg zorgvuldig de onderstaande
instructies of laat de volledige procedure door een erkende
technicus uitvoeren. Beschadigingen die oorzaak zijn van een
foute handeling tijdens deze procedure, vallen NIET onder de
garantie van de fabrikant.
Waarschuwing: Wees uiterst voorzichtig tijdens het hanteren van
de harde schijf.
Laat de harde schijf niet vallen of stel hem niet bloot aan
schokkken.
4-2
Druk niet op de buitenkant.
Raak de aansluiting niet aan met uw vingers.
Het verkeerd hanteren van de harde schijf kan resulteren in
een permanent verlies van de gegevens. Maak steeds een
reservekopie van de gegevens op de harde schijf, alvorens
deze te verwijderen.
Hoofdstuk 4 UW NOTEBOOK UPGRADEN
De Harde schijf uitbreiden
Volg de onderstaande stappen om de harde schijf te
vervangen:
1. Schakel de computer uit. Trek het netsnoer uit het
stopcontact en verwijder alle kabels/apparaten die met
de notebook verbonden zijn.
2. Plaats uw hand op een groot metalen voorwerp om de
statische energie die zich in uw lichaam bevindt, te
ontladen.
3. Localiseer aan de onderkant van de notebook, de harde
schijf.
4. Draai de schroef A (aan de baai van de harde schijf) los.
5. Verwijder het deksel van de baai van de harde schijf.
6. Nu kunt u de schroeven B en C zien en het klapstuk,
met daaronder de harde schijf.
7. Draai de schroeven B en C (die het klapstuk en de harde
schijf vasthouden) los.
8. Draai de schroeven D en E los.
Deksel
Schroef E
Klapstuk
Schroef D
Aansluiting
van de harde
schijf
Schroef A
Schroef B
Schroef C
4-3
GEBRUIKERSHANDBOEK
8. Til het klapstuk van de harde schijf op, tot een hoek van
ongeveer 30 graden. and pull it up as the following
illustration.
Schroeven F en G
(aan de kant van het
klapstuk)
Flexibel PCB
Aansluiting A
Modem module
van de harde
schijf
PCMCIA kaart
Harde schijf
Klapstuk
van de
harde schijf
Afbeelding 4-1
9. Let op de oriëntatie van de aansluiting A van de harde
schijf en verwijider hem zorgvuldig. (Zie afbeelding <4-2>
op de volgende pagina)
10. Localiseer de 2 resterende schroeven F en G (die het
klapstuk en de harde schijf vasthouden) en verwijder ze.
11. Verwijder nu het klapstuk en de harde schijf. U ziet dat
het groene PC bord van de harde schijf naar beneden
gericht is.
12. Nu kunt u de nieuwe harde schijf op het klapstuk
plaatsen en vervolgens de schroeven B, C, F en G terug
4-4
vastschroeven.
Hoofdstuk 4 UW NOTEBOOK UPGRADEN
Schroeven F en G
Klapstuk
van de
harde schijf
Afbeelding 4-2
Harde
schijf
Aansluiting A van
de harde schijf
13. Verbindt de aansluiting A met de nieuwe harde schijf.
Wees zeker dat de verbinding tussen de aansluiting A en
de harde schijf goed vast zit.
14. Steek het klapstuk zorgvuldig terug in de baai.
15. Maak de schroeven D en E vast.
16. Plaats het deksel van de baai terug.
17. Draai de notebook terug om en zet hem aan.
U heeft nu de upgrade van de harde schijf voltooid.
Eens de nieuwe harde schijf geïnstalleerd is, zal u deze moeten
formateren en er opnieuw het besturingssysteem en de
programma’s op installeren. Indien u de suspend-functie “Save To
Disk” wilt hebben, dan is het aanbevolen van eerst de “Save To
Disk” partitie te creëren, alvorens de harde schijf te formateren.
Dit is omdat het hulpprogramma PHDISK (dat u moet uitvoeren
om de partitie te creëren), alle gegevens op de harde schijf zal
vernietigen. Raadpleeg het deel De “Save To Disk” partitie (of
bestand) creëren, op pagina 3-9, voor meer inlichtingen hierover.
4-5
GEBRUIKERSHANDBOEK
Het systeemgeheugen upgraden
Vele applicaties zullen sneller werken als de geheugencapaciteit
van de notebook vergroot is. De notebook is voorzien van een
uitbreidingsruimte voor het upgraden van het geheugen, die zich
onder het toetsenbord bevindt. U kunt de hoeveelheid geheugen
vergroten door een DIMM-geheugenmodule toe te voegen (dual
inline memory module). De DIMM kan een capaciteit hebben van
16MB, 32MB, 64MB, of 128MB. De DIMM is synchrone DRAM,
heeft 144 pinnen en werkt op 3.3V. De snelheid van de DIMM kan
70ns of 60ns zijn (een kleiner getal heeft een groter snelheid.)
Warschuwing: Een upgrade van het geheugen in deze notebook
is een delicate procedure. Volg zorgvuldig de onderstaande
instructies of laat de volledige procedure door een erkende
technicus uitvoeren. Beschadigingen die oorzaak zijn van een
foute handeling tijdens deze procedure, vallen NIET onder de
garantie van de fabrikant.
Waarschuwing: Het veranderen van het geheugen tijdens dat uw
notebook zich in de suspend-stand of de energiebesparende
stand bevindt, kan permanente schade aan de notebook
veroorzaken. Wees zeker dat de notebook uitgeschakeld is en
dat het netsnoer uitgetrokken is, alvorens te beginnen met het
uitvoeren van de upgrade van het geheugen.
4-6
Hoofdstuk 4 UW NOTEBOOK UPGRADEN
De DIMM module in de originele ruimte vervangen
Volg de volgende stappen om de DIMM te vervangen:
Waarschuwing:
Om het
beschadigen
van de DIMM te
vermijden, mag
u de metalen
contactpunten
van de DIMM
niet aanraken.
Statische
elektriciteit kan
elektrostatische
schade
veroorzaken.
1. Schakel de computer uit. Trek het netsnoer uit het
stopcontact en verwijder alle kabels/apparaten die met
de notebook verbonden zijn..
2. Plaats uw hand op een groot metalen voorwerp om de
statische energie die zich in uw lichaam bevindt, te
ontladen.
3. Plaats de notebook op een plat oppervlak en open het
LCD scherm volledig.
4. Localiseer de veersloten A, B en C, die zich aan de
onderste rand van het toetsenbord bevinden (zie
onderstaande figuur). De veersloten zullen ingetrokken
worden wanneer er op geduwd wordt en terug naar hun
originele positie springen wanneer ze losgelaten worden.
Afbeelding 4-3
Fn
Ctrl
Alt
Alt
Del
Ctrl
Veerslot A
Veerslot B
Veerslot C
Onderkant van het toetsenbord
5. Druk het veerslot A, aan de hand van een mes (of een
ander fijn voorwerp), naar beneden. Het toetsenbord zal
naar boven springen en zich iets boven het veerslot
bevinden. Indien het toetsenbord niet naar boven springt,
probeer het dan voorzichtig over het veerslot te heffen.
Doe hetzelfde voor de andere twee veersloten.
6. Til voorzichtig de onderkant van het toetsenbord op.
4-7
GEBRUIKERSHANDBOEK
PCB aansluiting
Originele geheugenruimte
DIMM module
Uitbreidingsruimte
van het geheugen
Schroeven
Veerslot B
Veerslot A
Veerslot C
Flexibele PCB
(De brug tussen het
toetsenbord en het
mainboard.)
Toetsenbord
Afbeelding 4-4
Noot:
Uw notebook werd
getest met de
meeste DIMM’s
die momenteel op
de markt te vinden
zijn. Toch zijn niet
alle
geheugenmodules
compatibel met
de notebook. Ga
na bij de
verkoper van uw
notebook, welke
DIMM’s
compatibel zijn
met uw notebook.
4-8
7. U kunt nu de geheugenruimte zien, zoals getoont op
afbeelding 4-4.
8. Druk de beide veersloten, die zich aan beide kanten van
de ruimte bevinden, tegelijkertijd naar buiten. De DIMM
zal nu onder een hoek van 30 graden, naar buiten
moeten springen.
Hoofdstuk 4 UW NOTEBOOK UPGRADEN
9. Trek de oude DIMM module uit de geheugenruimte.
Bewaar de oude DIMM, voor later gebruik.
Noot:
Let op de inkeping
die zich op de
DIMM module
bevinden. De
inkepingen moeten
juist passen in de
geheugenruimte.
10. Installeer de nieuwe DIMM module in de geheugenruimte.
De DIMM zal slechts in een richting in de
geheugenruimte passen. Schuif de DIMM onder een
hoek van +/- 30 graden in de ledige geheugenruimte.
Druk nu op de beide kanten van de DIMM module, zodat
de contactkant stevig in de geheugenruimte vastzit.
Inkeping
Afbeelding 4-6
DIMM module
Geheugenruimte
11. Draai nu de DIMM, totdat de veersloten, aan beide
kanten van de geheugenruimte, op hun plaats klikken (u
hoort een klik wanneer dit gebeurt).
12. Plaats het toetsenbord terug in zijn oorspronkelijke
positie. Wees voorzichtig met de PCB die verbonden is
met toetsenbord. Vergrendel het toetsenbord aan de
hand van de drie veersloten.
U heeft nu het upgraden van het geheugen voltooid.
4-9
GEBRUIKERSHANDBOEK
De DIMM module in de uitbreidingsruimte installeren
Volg de volgende stappen om de DIMM te installeren:
1. Volg de stappen 1~8 van het vorige deel De DIMM
module in de originele ruimte vervangen (pagina 4-7, 4-8).
2. Hou de module van het uitbreidingsgeheugen (DIMM)
onder een hoek van 30 graden, en schuif hem in de
ledige geheugenruimte.
Inkeping
DIMM module
Geheugenruimte
3. Zorg ervoor dat de inkeping van de DIMM module zich op
de juist plaats bevindt en druk op de beide kanten van de
DIMM module, zodat de contactkant stevig in de
geheugenruimte vastzit.
4. Draai nu de DIMM, totdat de veersloten, aan beide
kanten van de geheugenruimte, op hun plaats klikken (u
hoort een klik wanneer dit gebeurt).
5. Plaats het toetsenbord terug in zijn oorspronkelijke
positie. Wees voorzichtig met de PCB die verbonden is
met toetsenbord. Vergrendel het toetsenbord aan de
hand van de drie veersloten.
U heeft nu het upgraden van het geheugen voltooid.
4-10
Hoofdstuk 4 UW NOTEBOOK UPGRADEN
De DIMM module uit de uitbreidingsruimte verwijderen
Volg de volgende stappen om de DIMM te verwijderen:
1. Volg de stappen 1~8 van het vorige deel De DIMM
module in de originele ruimte vervangen (pagina 4-7, 4-8).
2. Druk de beide veersloten, die zich aan beide kanten van
de ruimte bevinden, tegelijkertijd naar buiten. De DIMM
zal nu onder een hoek van 30 graden, naar buiten
moeten springen.
Afbeelding 4-7
3. Trek de oude DIMM module uit de uitbreidingsruimte.
Bewaar de oude DIMM, voor later gebruik.
4. Plaats het toetsenbord terug in zijn oorspronkelijke
positie. Wees voorzichtig met de PCB die verbonden is
met toetsenbord. Vergrendel het toetsenbord aan de
hand van de drie veersloten.
5. Zet nu de notebook aan en let tijdens het opstarten op de
geheugentelling. Controleer of de eindewaarde van de
geheugentelling al dan niet vermindert is tot de
oorspronkelijke geheugencapaciteit.
U heeft nu het verwijderen van de DIMM voltooid.
4-11
Hoofdstuk 5 PROBLEMEN OPLOSSEN
HOOFDSTUK 5
PROBLEMEN OPLOSSEN
In dit hoofdstuk, zult u leren hoe u de meest
voorkomende problemen met betrekking tot de hardware en software moet oplossen.
5-1
GEBRUIKERSHANDBOEK
Uw notebook werd volledig getest en voldoet aan alle
systeemspecificaties alvorens de fabriek te verlaten. Een onjuiste
behandeling tijdens het transport kan echter problemen.
Dit hoofdstuk dient als referentie voor het identificeren en
oplossen van vaak voorkomende problemen.
Wanneer u op een probleem stuit, moet u eerst proberen
van de instructies in dit hoofdstuk te volgen. In plaats van
de notebook terug te sturen en te wachten op de
herstelling, kunt u misschien makkelijk het probleem zelf
oplossen. Indien u na het lezen van dit hoofdstuk, het
probleem niet kunt oplossen, contacteer dan uw verkoper
of verdeler.
Overweeg eerst deze suggesties, alvorens over te gaan tot
andere maatregelen:
Ga na of het probleem blijft bestaan, indien alle externe
apparaten losgekoppeld zijn.
Ga na of het groene indicator lichtje van de
netstroomadapter brandt.
Ga na of het netsnoer juist met de notebook en het
stopcontact verbonden is.
Ga na of de stroomindicator van de notebook brandt.
Controleer de bediening van de helderheid op het
toetsenbord, indien de weergave van het LCD te dim lijkt.
Ga na of het toetsenbord operationeel is, door te drukken op
eender welke toets. Een hoorbare pieptoon toont aan dat
het toetsenbord correct werkt.
Ga na of er geen slechte verbindingen zijn. Controleer
of de aansluitingen stevig vast zitten.
5-2
Hoofdstuk 5 PROBLEMEN OPLOSSEN
Ga na of u in het BIOS Setup programma, geen verkeerde
instelling betreffende de hardware apparaten maakte. Een
verkeerde instelling kan een foute werking van het systeem
veroorzaken. Indien u niet zeker bent welke veranderingen u
maakte, herstel dan alle instellingen naar de
standaardinstelling (fabrieksinstelling).
Wees zeker dat alle apparaatstuurprogramma’s juist
geïnstalleerd zijn. Indien u bijvoorbeeld het audiostuurprogramma niet juist installeert, dan zullen de
microfoon en de luidsprekers niet werken.
Indien een verbonden extern apparaat zoals een USB
camera, een scanner of een SCSI kaart niet juist werkt, dan
is dit meestal een probleem van dit apparaat. Raadpleeg de
fabrikant van het apparaat.
Sommige softwareprogramma’s die niet grondig getest zijn,
kunnen tijdens het gebruik problemen veroorzaken.
Raadpleeg de verkoper/verdeler van de software.
Niet alle randapparatuur is Plug en Play compatibel. In dit
geval moet u het systeem opnieuw opstarten met het reeds
verbonden en ingeschakeld.
5-3
GEBRUIKERSHANDBOEK
Audio problemen
Er komt geen geluid uit de luidsprekers -
Het volume, in het Microsoft programma Volumeregeling, is
gedempt. Dubbelklik op het luidspreker pictogram dat zich
onderaan in de linkerhoek van de taakbalk bevindt, om de
instelling te wijzigen.
Druk op Fn+F5 Up om het volume te verhogen.
De meeste audio problemen zijn softwareverwant. Indien het
geluid van uw notebook vroeger werkte, dan is de kans zeer
groot dat de software verkeers ingesteld staat.
Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiepaneel] en
dubbelklik op het pictogram Multimedia. Wees zeker dat in
het tabblad Audio, Maestro Playback als Voorkeursapparaat
ingesteld staat.
Er kan geen geluid opgenomen worden -
Dubbelklkik op het luidspreker pictogram dat zich onderaan
in de linkerhoek van de taakbalk bevindt, om te zien of het
volume gedempt is.
1. Klik op Opties en selecteer Eigenschappen.
2. Selecteer Opnemen en klik op de knop OK.
3. Nu zal het venster Recording Control geopend worden,
ga de instellingen na.
Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiepaneel] en
dubbelklik op het pictogram Multimedia. Wees zeker dat in
het tabblad Audio, Maestro Playback als Voorkeursapparaat
ingesteld staat.
5-4
Hoofdstuk 5 PROBLEMEN OPLOSSEN
Harde schijf problemen
De harde schijf draait niet
Indien u pas een upgrade van de harde schijf uitvoerde, wees
dan zeker dat de aansluiting van de harde schijf niet loszit
en dat de harde schijf juist geïnstalleerd is. Haal de
aansluiting eruit en steek hem er opnieuw in (u moet een
klik voelen). Start uw PC opnieuw op. (Lees hoofdstuk 4
Upgrading Your Notebook for details.)
Controleer de LED indicator van de harde schijf. Wanneer u
een bestand van de harde schijf gebruikt , dan zal het
indicatorlichtje eventjes oplichten.
De nieuwe harde schijf is beschadigd.
Indien uw notebook een elektrische schok of een fysische
schok heeft ondergaan, dan kan het nodig zijn van het
besturingssysteem opnieuw te installeren.
De harde schijf maakt abnormale geluiden
Maak zo vlug mogelijk een reservekopie van al uw gegevens.
Controleer of het geluid wel degelijk van de harde schijf komt
en niet van de ventilator of andere apparaten..
De harde schijf heeft zijn capaciteit bereikt
Verwijder back-up bestanden of verplaats ze naar een ander
opslagmedium (floppydiskette, cd-rom, enz…). Vele
programma’s slaan back-up bestanden op, u kunt deze
verwijderen om meer plaats op de harde schijf te creëren.
Verwijder of verplaats archiefbestanden en programma’s die
u niet langer meer gebruikt naar een ander opslagmedium
(floppydiskette, cd-rom, enz…).
Vele browsers slaan bestanden op in het cachegeheugen
van de harde schijf. Ga na hoe u het cachegeheugen van de
harde schijf moet instellen op een kleinere grootte.
Maak de Prullenbak leeg om meer schijfruimte te
creëren. Wanneer u bestanden verwijdert zal Windows 95/
98, ze naar de Prullenbak verplaatsen.
5-5
GEBRUIKERSHANDBOEK
De harde schijf werkt te traag Indien u de harde schijf reeds langer gebruikt, dan zijn de
bestanden misschien gefragmenteerd. Ga naar [Start >
Programma’s > Bureau-accessoires > Systeemwerkset>
Defragmentatie] om een defragmentatie van de harde schijf
uit te voeren. Het uitvoeren hiervan kan een tijdje duren.
De bestanden zijn beschadigd Voer het programma Schijfcontrole uit om de harde schijf te
controleren. (Deze functie is beschikbaar in Windows 95/98,
maar niet in Windows NT). Ga naar [Start > Programma’s >
Bureau-accessoires > Systeemwerkset > Schijfcontrole].
Het uitvoeren hiervan kan een tijdje duren
cd-rom-station problemen
Het cd-rom-station werkt niet Probeer het systeem opnieuw te starten..
Het stuurprogramma van het cd-rom-station is niet geladen.
Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm>
Systeem] en kijk in Apparaatbeheer of het cd-rom-station in
werking gesteld is. Indien u een rood kruis of een geel teken
ziet, dan wil dit zeggen dar er een conflict is. Raadpleeg de
Windows on-line help of het handboek voor meer informatie.
Nadat u de cd-rom insteekt kan het eventjes duren alvorens
u er toegang tot hebt.
Het cd-rom-station kan de CD niet lezen De CD zit misschien niet goed in de lade. Plaats de CD in
de lade en druk hard op de cd zodat deze zich over de spil
in het midden klikt.
Noot:
Er zijn twee soorten cd-rom-stations die kunnen geïnstalleerd
zijn. Een elektrische of een mechanische. Normaal gezien is de
notebook voorzien van het elektrisch cd-rom-station. Bij het
elektrisch cd-rom-station kunt u slechts de cd-rom uitwerpen
wanneer het systeem ingeschakeld staat. Bij het mechanisch cdrom-station werkt de uitwerpknop altijd, zelf wanneer het systeem
af staat. Met het mechanisch cd-rom-station kunt u echter de cd
niet uitwerpen door gebruik te maken van de Fn toets onder het
Windows 98 besturingssysteem.
5-6
Hoofdstuk 5 PROBLEMEN OPLOSSEN
Diskettestation problemen
Het diskettestation werkt niet juist Controleer de LED indicator van het diskettestation.
Wanneer u een bestand van een diskette gebruikt dan zal
het indicatorlichtje eventjes oplichten.
De floppydiskette is misschien beschadigd. Probeer
opnieuw met een andere diskette.
Controleer of de diskette volledig in het diskettestation zit.
Het diskettestation kan niet opslaan Controleer of de tab van de floppy diskette in de stand
“tegen schrijven beveiligd” staat.
Formatteer de diskette.
Indien de diskette vol is, dan moet u andere diskette
gebruiken of bestanden van de diskette verwijderen.
De diskette kan niet uit het station geworpen worden Het metalen cover on the diskette might be bent. Contact
your local dealer for technical support.
Het etiket op de diskette is misschien losgekomen en
blokkeert de diskette. Ga na of het etiket de diskette
blokkeert en contacteer zonodig uw verdeler voor
ondersteuning
CMOS problemen
Een bericht “CMOS Checksum Failure” verschijnt tijdens
het opstartproces Als het bericht “CMOS Checksum Failure” verschijnt
tijdens het opstarten, dan kan het zijn dat de batterij van de
CMOS (Complementary Metal-Oxide Semiconductor) moet
vervangen worden.
De batterij is getest voor een continue werking van meer dan
een jaar. Aangezien de meeste gebruikers hun notebook
niet constant gebruiken, is de batterij goed voor een drietal
tot een vijftal jaren.
Raadpleeg uw verdeler of verkoper voor meer inlichtingen
hierover.
5-7
GEBRUIKERSHANDBOEK
Beeldscherm problemen
Het beeldscherm is zwart wanneer het systeem aangezet
wordt
Wees zeker dat de notebook zich niet in de Suspend of de
“Save To Disk”stand bevindt.
Druk op Fn+F7 om de helderheid van het scherm te
verhogen.
Druk op Fn+F4 om zeker te weten dat de notebook zich niet
in de CRT-weergave stand bevindt.
Het scherm is moeilijk leesbaar Druk op Fn+F7 om de helderheid van het scherm te
verhogen.
De resolutie van het scherm moet ingesteld worden op
1024x768 voor een optimale weergave. Ga naar [Start >
Instellingen > Configuratiescherm] en dubbelklik op het pictogram Beeldscherm. In het tabblad Instellingen stelt u de
resolutie in op 1024x768 en kiest u tenminste 256 kleuren.
De externe CRT monitor werkt niet Druk op Fn+F4 om zeker te weten dat de notebook zich niet
in de LCD-weergave stand bevindt.
De DualView functie werkt niet Wees zeker dat u het SMI VGA control panel programma al
geïnstalleerd hebt. Raadpleeg Bijlage B om te weten hoe u
dit moet doen.
De externe TV toont geen beeld De TV weergave is enkel beschikbaar op bepaalde
modellen. Indien uw notebook geen TV-out poort heeft, dan
ondersteunt hij deze functie niet.
Wees zeker dat u het SMI VGA control panel programma al
geïnstalleerd hebt. Raadpleeg Bijlage B om te weten hoe u
dit moet doen.
Open het programma SMI VGA Control Panel en maak de
selectie van TV output ongedaan. Selecteer de NTSC of PAL
stand en klik op <OK>.
Wees zeker dat de signaalkabel juist verbonden is.
5-8
Hoofdstuk 5 PROBLEMEN OPLOSSEN
Toetsenbord en aanwijsapparaat (muis) problemen
Het ingebouwde toetsenbord werkt niet Deze notebook is ontworpen om slechts een toetsenbord
tehelijkertijd te gebruiken. Indien u reeds een extern
toetsenbord met de notebook verbond, dan zal het interne
toetsenbord niet werken. Koppel het externe toetsenbord los
en start het systeem opnieuw op.
Indien er geen extern toetsenbord verbonden is, probeer dan
nogmaals opnieuw het systeem op te starten.
De externe PS/2 of seriële muis werkt niet Sommige externe muizen zijn voorzien van speciale functies
(zoals 3 knoppen). In dit geval kan het nodig zijn van het
ingebouwde touch pad te deactiveren. Raadpleeg hoofdstuk
2 BIOS Setup voor meer instructies over het deactiveren van
het interne aanwijsapparaat.
Een speciale muis zal een uniek stuurprogramma nodig
hebben. Wees zeker dat u het stuurprogramma juist
installeerde.
Een speciale externe muis met een duimwiel (scroll-wheel)
is niet Plug en Play compatibel. Om dit apparaat in te
schakelen, moet u het eerst verbinden met de P/S2 poort,
alvorens Windows aan te zetten. U zult ook het unieke
stuurprogramma voor deze muis moeten installeren.
Het ingebouwde touch pad werkt niet Wees zeker dat de interne PS/2 poort (aanwijsapparaat)
ingeschakeld is (of ingesteld op auto-detectie) in de BIOS
Setup. Raadpleeg hoofdstuk 2 BIOS Setup voor meer
instructies over het activeren van de PS/2 muis.
Het ingebouwde touch pad werkt niet goed Wees zeker dat uw handen niet vochtig of nat zijn. Zorg
ervoor dat het oppervlak van het touch pad niet vuil en nat
wordt.
Laat uw hand of pols niet op het touch pad rusten wanneer
u aan het typen bent of het touch pad gebruikt.
5-9
GEBRUIKERSHANDBOEK
De tekens op het scherm herhalen zich tijdens het typen.
U houdt de toetsen te lang ingedrukt.
Hou het toetsenbord proper. Stof en vuil onder de toetsen
kunnen een foute werking veroorzaken.
Stel het toetsenbord in om langer te wachten alvorens de
functie Tekenherhaling start. Om deze functie in te stellen,
gaat u naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm], en
dubbelklik op het pictogram Toetsenbord. Een
dialoogvenster zal u de instelmogelijkheden van het
toetsenbord geven.
PC kaart (PCMCIA) problemen
De PC kaart werkt niet Wees zeker dat u het stuurprogramma van de kaart juist
geïnstalleerd hebt.
Raadpleeg het handboek van de kaart of contacteer de
verkoper/verdeler.
De PC kaart wordt niet herkend Windows NT4.0 ondersteunt de PCMCIA (PC kaart) functie
niet. U zal een bijkomend programma daarvoor moeten
installeren.
Wees zeker dat de kaart volledig in de sleuf zit, de
buitenkant van de kaart moet op een gelijke hoogte zijn als
de buitenkant van de notebook.
Verwijder de PC kaart en steek hem nogmaals in.
Wees zeker dat er geen IRQ conflict met de kaart is.
Raadpleeg de Windows on-line help voor het oplossen van
problemen betreffende IRQ conflicten.
Start de notebook opnieuw op en kijk of het probleem nog
steeds bestaat.
De kaart is misschien beschadigd. Probeer de kaart op een
ander systeem.
Windows blokkeert wanneer u de PC kaart verwijdert Wees zeker dat u op het PC kaart pictogram klikt, dat zich
onderaan in de rechterhoek van de taakbalk bevindt.
Selecteer de PC kaart die u wenst te stoppen en klik op
<OK>. Een paar seconden later zal Windows u vragen om
de kaart te verwijderen.
5-10
Hoofdstuk 5 PROBLEMEN OPLOSSEN
Infrarood problemen
De infrarood communicatiepoort werkt niet
Indien u zojuist de Windows 98 setup procedure voltooid
hebt, dan zult u het geladen FIR stuurprogramma moeten
updaten. De hieronder vermelde stappen leggen u uit hoe u
het IrDA stuurprogramma moet vernieuwen.
1. Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm >
Systeem ], klik op het tabblad Systeembeheerder.
2. Dubbelklik in de Systeembeheerder op Netwerkadapters
en selecteer hieronder IrDA 3.0 Fast Infrared Port en klik
op de knop Eigenschappen.
3. Vervolgens klikt u op het tabblad Stuurprogramma en
klikt u vervolgens op de knop Stuurprogramma
bijwerken… .
4. In het venster Wizard Apparaatstuurprogramma
bijwerken, klikt u op Volgende.
5. Selecteer “Een lijst van alle stuurprogramma’s op een
specifieke locatie weergeven…” en klik op Volgende.
6. Selecteer in het volgende venster “Alle hardware
weergeven” en selecteer vervolgens “National Semiconductor“ als fabrikant en “NSC-PC87338 Fast Infrared
Prot” als model. (Indien u National Semicondutor niet in
de lijst van de fabrikanten kunt vinden, selecteer dan
Diskette…en steek de meegeleverde cd-rom in, en
selecteer het pad van het stuurprogramma.)
7. Klik in het volgende venster op OK.
8. Klik in het venster Wizard Apparaatstuurprogramma
bijwerken, op de knoppen Volgende en Voltooien.
9. Start de computer opnieuw op.
10. Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm >
Netwerk ], selecteer “NSC-PC87338 Fast Infrared Port”
en druk op de knop Eigenschappen.
11. Klik in de Eigenschappen van NSC-PC87338 Fast
Infrared Port op het tabblad Geavanceerd. Selecteer
“Infrared Transceiver A” en stel “HP HSDL-2300” in, in de
waardekolom. Vervolgens zal er nog een venster
verschijnen; klik nogmaals op “OK”.
12. Klik in de volgende schermen op de knoppen OK en Ja.
13. Start het systeem opnieuw op.
5-11
GEBRUIKERSHANDBOEK
Windows NT 4.0 ondersteund geen infraroodapparaten.
Verwijder alle voorwerpen die zich in tussen de
communicerende apparaten bevinden .
Zorg ervoor dat de communicerende apparaten niet meer
dan 1 meter van elkaar verwijdert zijn.
Wees zeker dat het IR apparaat in het Configuratiescherm in
werking gesteld is. Indien er zich een rood kruis naast het
infrarood pictogram bevindt (onderaan in rechterhoek van de
taakbalk), dan is de infraroodfunctie uitgeschakeld. Klik op
het pictogram en selecteer, in het tabblad Opties, het item
Infraroodcommunicatie inschakelen.
Controleer de infrarod-instelling in het BIOS Setup
hulpprogramma. Raadpleeg hoofdstuk 2, BIOS Setup, om
uit te vinden hoe dit gebeurt. Indien u Windows 95 gebruikt
en u heeft de optie Fast IR in de BIOS Setup ingeschakeld,
dan zal u het specifieke IR stuurprogramma van de verkoper
moet opladen, voor deze te laten werken (Windows 95 heeft
alleen een standaard IrDA stuurprogramma.)
Geheugen problemen
Het systeem tont geen vergroot geheugen, wanneer u reeds
extra geheugen hebt geïnstalleerd Sommige geheugenmodules zijn niet compatibel met uw
systeem. U moet aan uw verkoper een lijst met compatibele
DIMM modules vragen.
De geheugenmodule is misschien niet juist geïnstalleerd.
Raadpleeg hoofdstuk 4 Uw notebook upgraden voor meer
inlichtingen hierover.
De geheugenmodule is misschien beschadigd.
Het besturingssysteem toont het bericht “Onvoldoende
geheugen” tijdens de werking Dit is vaak een software of een Windows-verwant probleem.
Sluit de applicaties die u niet gebruikt en start het systeem
opnieuw.
U moet een bijkomende geheugenmodule installeren.
Raadpleeg hoofdstuk 4 Uw notebook upgraden voor meer
inlichtingen hierover.
5-12
Hoofdstuk 5 PROBLEMEN OPLOSSEN
Modem problemen
De ingebouwde modem reageert niet Wees zeker dat het stuurprogramma van de modem juist
geladen is.
Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm > Modem]
en controleer of de PCTEL 56K V.90 Modem in de
modemlijst staat (tabblad Eigenschappen). Indien niet, klik
dan op de knop Toevoegen… om het stuurprogramma van de
modem toe te voegen, die u kunt vinden op de meegeleverd
cd-rom (of floppydiskette).
Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm >
Systeem] en controleer in het tabblad Apparaatbeheer of er
geen stuurprogramma conflict is. Raadpleeg de Windows online help of het handboek om meer hierover te weten.
Wees zeker dat de telefoonlijn die met de modem verbonden
is, geldig is.
De fax/modem verbreekt tijdens de transmissie Zorg ervoor dat Wachten op kiestoon uitgeschakeld is.
Overdreven geruis op de telefoonlijn kan de verbinden
verbreken. Om dit uit te vinden, verbindt u een normale
telefoon met de lijn en probeert u die uit. Indien u een
abnormale hoeveelheid geruis hoort dan moet u de modem
via een andere telefoonlijn verbinden. Contacteer uw
telefoonmaatschappij.
Wees zeker dat de communicatiesoftware juist ingesteld is.
De fax/modem werkt niet juist Wees zeker dat de RJ-11 kabel (de kabel van de modem
naar de telefoonaansluiting) stevig verbonden is met de RJ-11
aansluiting en de aansluiting in de muur.
Controleer de instellingen van de seriële poort. Wees zeker
dat de hardware en de software naar dezelfde COM poort
verwijzen.
Controleer de opgegeven communicatieparameters
(baudsnelheid, pariteit, databits en stopbits) in het
communicatieprogramma.
Het systeem waarmee de modem zich moet verbinden kan
bezet of buiten werking zijn. Probeer nogmaals op een ander
tijdstip een verbinding te maken.
Wees zeker dat er een kiestoon aanwijzig is op de lijn.
5-13
GEBRUIKERSHANDBOEK
Netwerkadapter Problems
De Ethernet adapter werkt niet –
Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm] en
dubbelklik op het pictogram Systeem. Selecteer het tabblad
Apparaatbeheer, dubbelklik op Netwerkadapters en
controleer of de SiS 0900 PCI Fast Ethernet Adapter als één
van de adapters op de lijst staat. Indien deze niet op de lijst
staat dan wil dit zeggen dat Windows de SiS adapter niet
gedetecteerd heeft, of dat het apparaatstuurprogramma niet
geïnstalleerd werd. Indien er een geel teken of een rood
kruis over de SiS netwerkadapter staat, dan betekent dit dat
er waarschijnlijk een apparaat- of een bronconflict is.
Raadpleeg in dit geval het Windows-handboek.
Wees zeker dat de kabel aan beide kanten goed verbonden
is.
De hub of de concentrator werkt misschien niet juist.
Controleer of andere werkstations die met dezelfde hub
verbonden zijn, al dan niet werken.
Herhaal het ontkoppelen en het aankoppelen.
Probeer Windows opnieuw te starten met de poort
replicator reeds aan het netwerk verbonden.
De Ethernetadapter werkt niet in de 100Mbps
transmissiestand –
Wees zeker dat de hub die u gebruikt een 100Mbps werking
ondersteunt.
Wees zeker dat de RJ-45 kabel aan de 100Base-TX
vereisten voldoet.
Wees zeker dat de Ethernet kabel verbonden is met de
aansluiting van de hub die de 100Base-TX stand
ondersteunt. De hub heeft misschien zowel een 100Base-TX
aansluiting als een 100Base-T aansluiting.
5-14
Hoofdstuk 5 PROBLEMEN OPLOSSEN
Prestatie problemen
De notebook wordt warm o
In een omgeving van 35 C, kan de onderkant van de noteo
book een temperatuur bereiken van 50 graden C.
Wees zeker dat de luchtwegen niet geblokkeerd zijn.
Indien de fan niet werkt aan een hoge temperatuur (meer
o
dan 50 C), contacteer dan het dienstcentrum.
Sommige processor intensieve programma’s, kunnen de
temperatuur van de notebook doen oplopen tot een
temperatuur, waar de notebook de kloksnelheid van de CPU
automatisch doet dalen (voor het beschermen van de CPU
tegen oververhitting).
Het programma is gestopt of werkt zeer traag
Duw op CTRL+ALT+DEL om te zien of het programma nog
reageert.
Start de notebook opnieuw.
Dit kan normaal zijn voor Windows wanneer er op de
achtergrond nog andere CPU-intensieve programma’s in
gebruik zijn.
Er zijn misschien teveel applicaties in gebruik. Sluit een
aantal applicaties of verhoog het systeemgeheugen voor
hoger prestaties te bekomen.
U heeft misschien de Maximum energiebesparende stand of
Idle stand geselecteerd. Deze energiebesparende opties
vertragen de CPU om energie te besparen. Raadpleeg
hoofdstuk 2 BIOS Setup en hoofdstuk 3 Batterijvermogen &
energiebeheer, voor meer inlichtingen hierover
5-15
GEBRUIKERSHANDBOEK
Eenrgie, opstarten, en batterij problemen
De notebook start op maar valt onmiddellijk uit Het energieniveau van de batterij is uiterst laag. Het
elektrisch circuit verhindert het volledig leeglopen van de
Lithium Ion batterij. Gebruik de adapter om de batterijen op
te laden.
De notebook piept met tussenpozen Wanneer het energieniveau van de batterij zeer laag is, zal
een geluidssignaal (pieptoon) u verwittigen van de batterij op
te laden. Druk op Fn+F3 om het geluidssignaal uit te
schakelen.
De batterij
De batterij heeft een beperkte levensduur van ongeveer 500
oplaadbeurten. Als uw batterij ongeveer twee jaren oud is,
dan kan het nodig zijn deze te vervangen.
Probeer een hogere energiebesparende instelling in de BIOS
of in het Energiebeheer van Windows.
De batterij laadt niet op Wees zeker dat de netstroomadapter op een juiste
voedingsbron aangesloten is .
Controleer of het groen indicatorlichtje van de adapter oplicht
wanneer deze aangesloten is.
De LED indicator van het opladen van de batterij (bevindt
zich op de notebook) zou moeten oplichten wanneer de
5-16
netstroomadapter aangesloten is.
Wees zeker dat de batterij volledig in de baai steekt; wees
zeker dat het veerslot van de batterij op de vergrendelde
stand staat.
Indien de batterij aan een zeer hoge temperatuur werkt dan
zal hij misschien niet meer opladen
Hoofdstuk 5 PROBLEMEN OPLOSSEN
Afdruk problemen
De printer werkt niet Wees zeker dat de printer stevig verbonden is met de
notebook en dat hij aanstaat.
Voer de zelftest van de printer uit om te zien of het probleem
al dan niet te wijten is aan de printer.
Controleer of de printer enige foutmeldingen heeft. Misschien
is het papier geblokkeerd
Wees zeker dat de het stuurprogramma van de printer juist
geïnstalleerd is.
De meeste printerproblemen zijn softwareverwant.
Raadpleeg de Windows on-line help of contacteer de
verkoper van de printer voor hulp.
Probeer het systeem opnieuw te starten, met de printer
reeds aangezet en verbonden.
De printer drukt niet af wat er op het scherm staat De gegevens op het scherm zijn verschillend van wat de
printer afdrukt. Dit is een situatie die in veel programma’s
voorkomt. Controleer of de taakbalk de functie
Afdrukvoorbeeld (voorvertoning van het af te drukken document) heeft en vergelijk het afdrukvoorbeeld met de afdruk.
Contacteer de softwareleverancier voor technische
ondersteuning.
Indien de printer een reeks rare tekens afdrukt, dan moet u
alle afdruktaken afsluiten en eventueel even de printer af- en
aanzetten. Druk nu opnieuw hetzelfde document af.
Wees zeker dat de het stuurprogramma van de printer juist
geïnstalleerd is.
De printer reageert niet op de infraroodcommunicatie Raadpleeg het deel Infrarood problemen op pagina 5-11.
5-17
GEBRUIKERSHANDBOEK
Seriële, parallelle en USB problemen
Het apparaat dat verbonden is met de seriële poort werkt niet
Wees zeker dat de kabel juist verbonden is.
Misschien is de kabel beschadigd of gebruikt u het
verkeerde type; vervang de kabel.
Controleer de apparaatinstellingen in het Configuratiescherm
van Windows, [Start > Instellingen > Configuratiescherm >
Systeem > Apparaatbeheer], en wees zeker dat de poort in
de BIOS ingeschakeld is. Indien de poort uitgeschakeld is,
dan kan het systeem niet communiceren met de externe
apparaten die met deze poort verbonden zijn.
Wees zeker dat de poort ingesteld staat op de juiste waarde
(COM1 of COM2) om de seriële poort te activeren.
Controleer de apparaatinstellingen in het Configuratiescherm
van Windows en de BIOS. Indien het ingesteld staat op een
andere waarde en u maakte geen verandering om het
conflict met een ander apparaat te vermijden, stel hem dan
in op de correcte COM poort. (COM 1 is normaal gezien de
standaard.)
De seriële poort apparaten zijn misschien niet Plug en Play
compatibel. Start de notebook opnieuw op met de apparaten
reeds verbonden en aangezet.
De Parallelle poort werkt niet Wees zeker dat de kabel juist verbonden is..
Controleer de apparaatinstellingen in het Configuratiescherm
van Windows en de BIOS.
De parallelle poort apparaten zijn misschien niet Plug en
Play compatibel. Start de notebook opnieuw op met de
apparaten reeds verbonden en aangezet.
Het USB apparaat werkt niet Windows NT 4.0 ondersteunt geen USB protocols
Controleer de instellingen in het Configuratiescherm van
Windows.
Wees zeker dat u de nodige stuurprogramma’s geïnstalleerd
hebt.
Contacteer de verkoper voor bijkomende ondersteuning.
5-18
GEBRUIKERSHANDBOEK
Processor en core logic
• Processor
450/500/6XX MHz Intel Pentium III processor.
met Celeron, uPGA 2 type CPU
• Front side
Bus
Uitstekende prestatie van 64-bit 100Mhz FSB voorziet een
optimale snelheid voor geheugentoegang
• L1 Cache
32KB (16KB voor Code Instruction, 16KB voor data) on-die.
• L2 Cache
256KB Cache (Pentium III) on-die.
• Core logic
Intel 440BX chipset, PCI bus Versie 2.1
• Bus
66 MHz Front Side Bus (100 MHz gereed), PCI / AGP.
Architectuur
Systeemgeheugen
• Geheugentype Synchroon DRAM systeemgeheugen.
• Geheugenuitbreiding
De twee 144-pin SO-DIMM aansluiting aanvaard 32MB, 64MB, of
128MB SDRAM modules in eender welke combinatie voor de
uitbreiding van het systeemgeheugen tot 256MB.
LCD
• Beeldscherm 13.0,12.1-inch DSTN beeldscherm of 14.1,13.3-inch XGA or 12.1inch SVGA active-matrix (TFT) beeldscherm met een
ondersteunde resolutie van 1024x768 tot ware kleuren.
Grafieken
A-2
• Grafische
Controller
128-bit Silicon Motion Inc. Lynx3DM 721 grafische versneller
• Grafisch
geheugen
4/8 MB ingebouwde SDRAM met een 64-bit interface.
• Grafische
functies
Mogelijkheid tot 2X AGP grafieken.
3D grafieken worden ondersteund.
• Weergave
Hardware versnelde MPEG2 / DVD weergave
• Dual Display
LCD/externe monitor zijn tegelijkertijd ondersteund.
Tweevoudige, onafhankelijke weergave van de LCD en de externe
monitor.
Tweevoudige applicatiemogelijkeheid.
• Andere
functies
Compatibel met DirectX, Direct3D.
Zoomed Video is ondersteund voor de sleuf van de PC kaart
Bijlage A PRODUCTSPECIFICATIES
Opslagcapaciteit
• Harde schijf
2.5-inch / 3-inch formaat (hoogte van 9,5mm), verwijderbaar
station met een capaciteit van 1,6 ~ 6,4GB
• Diskettestation
3.5-inch formaat, vaste module met 3 standen: 720KB, 1.44MB
en 1,2MB.
Audio
• Audio
Chipset
• Geluidsvermogen
ESS SOLO-1 (ESS 1946s),
Enkel, gemengd signaal,16-bit stereo VLSI chip met hoge
prestaties
PCI parallelle bus interface, versie 2.1
Volledig locale DOS games compatibiliteit
Dynamisch bereik (SNR) van meer dan 80db
Geïntegreerde Spatializer 3-D audio effecten processor
ESFM muzieksynthesizer van hoge kwaliteit
Modem
• Chipset
PCTEL 1789 PCI Modem Controller.
• Transmissiesnelheid
• Andere
functies
V.90 / K56flex voor downloadsnelheden tot 56000bps.
V.34, V.17, V.29 transmissieprotocol.
Full Duplex Speaker Phone
V.42LAPM en MNP foutcompressie
V.42bis en MNP 5 gegevenscompressie
Groep III Fax
LAN
• Netwerkadapter
SIS 0900 PCI Fast Ethernetadapter met 10Base-T en 100BaseTX standaarden.
• PnP functie
Compatibel met Windows 95 / 98 Plug en Play
• Datatransport- Automatisch blokkeren en automatische onderhandeling voor
besturing
datatransportbesturing.
• Snelheidselectie
Automatische onderhandeling en parallelle detectie voor
automatische snelheidselectie (IEEE 802.3u).
• Andere
functies
Uitstekend presterende 32-bit PCI bus master architectuur met
geïntegreerde DMA controller voor laag CPU en bus gebruik.
Afgelegen wake-up schema ondersteund.
Ondersteunt Hot Insertion
A-3
GEBRUIKERSHANDBOEK
Andere standaard hardware
• Cd-rom-station
5,25-inch formaat (12,7mm hoog) vaste module met 24X snelheid.
• DVD-station
5,25-inch formaat (12,7mm hoog) vaste module. (Optioneel)
• Toetsenbord
QWERTY toetsenbord met 87 toetsen en een ingebouwd
toetsenblok.
TouchPad met 2 knoppen.
• Aanwijsapparaat
PC kaart
• PCMCIA
Controller
O2Micro OZ 6912 controller met Zoomed Video Capability.
• Functies
Enkele sleuf voor PC kaarten van het type II met Card Bus 1.0
interface. Ondersteunt het insteken en verwijderen tijdens dat de
notebook in werking is (hot insertion). Mogelijkheid tot verbinding
met randapparatuur zoals multimediacommunicatie.
Poorten
• VGA poort
Een 15-pin CRT connector
• Audio poort
Een stereo line-out aansluiting & een microfoon-in aansluiting
• Infrarood poort
Een FIR LED indicator
• Parallelle poort Een 25-hole parallelle connector (ECP / EPP)
• Seriele poort
Een 9-pin seriële connector (16550A / FIFO)
• USB poort
Een USB connector
• PS/2 poort
Een 6-pin connector
• Modem poort
Een standaard telefoonaansluiting (RJ-11)
• LAN poort
Een standaard netwerkconnector (RJ-45)
• Voeding poort
Een gelijkstroomaansluiting
• S-Video poort
Een aansluiting voor TV-Out (uitgang voor TV)
Voeding
• Hoofdbatterij
Ni-MH met 10 cellen, 48.0 Whrs (totale capaciteit), 12.0V,
4000mAh.
Li-Ion met 8 cellen, 47.4 Whrs (totale capaciteit), 14.8V,
3200mAh.
100~240V, 50~60Hz, 20/60W.
• Netstroomdapter Systeem AF: 3~4 uren (100%)
Systeem AAN: 8~10 uren (100%)
Waarschuwing van laag energieniveau van de batterij
• Opladen
• Andere functies Suspend / Resume functie
A-4
Bijlage A PRODUCTSPECIFICATIES
BIOS
• PnP functie
Phoenix PnP BIOS
• Zelftest
Power On Self Test
• Auto
detectie
DRAM auto-detectie, auto-sizing
L2 Cache auto-detectie
Harde schijf auto-detectie
• Energiebeheer
APM 1.2 (Advanced Power Management) &
ACPI 1.0 (Advanced Configuration Power Interface)
• Security
Wachtwoordbeveiliging
• Andere
functies
32bit toegang, Ultra DMA, PIO4, INT13h extensie
3-stand floppy diskettestation
Multi-boot functie
Besturingssysteem
• Besturingssyteem
Microsoft Windows 95 / 98 / 2000
Microsoft NT 4.0
Phsical specificatie
• Gewicht &
afmetingen
2,8 Kg (met cd-rom-station en diskettestation)
• Omgeving
Gebruikstemperatuur: 5 tot 35oC (41 tot 95oF)
315 (L) x 256 (B) x 39.5 (H) mm
Vochtigheid: 20 tot 90 percent RH (5 tot 35oC)
Opslagtemperatuur: -20 tot 50oC (-4 tot 122oF)
Noot: De productspecificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling
gewijzigd worden.
A-5
Bijlage B SPECIALE VGA FUNCTIES
BIJLAGE B
SPECIALE VGA FUNCTIES
Indit hoofdstuk zult u leren, hoe u voordeel kunt halen uit
de speciale DualView functie via de VGA controller.
B-1
GEBRUIKERSHANDBOEK
De VGA controller (grafische processor) van uw notebook is in
staat tot een DualView functie. Deze unieke weergave functie
maakt het mogelijk om efficiënt met een externe CRT monitor of
een RGB projector (voor presentaties met veel kijkers) te werken.
Dankzij DualView, kunt u onafhankelijk en tegelijkertijd,
afzonderlijke Windows applicaties gebruiken op het TFT
beeldscherm en de CRT monitor.
Indien u het VGA stuurprogramma en het SMI configuratiescherm
programma nog niet op uw notebook heeft geïnstalleerd, dan
moet u dit nu eerst doen.
Installatie/update van het Windows 98 beeldscherm
stuurprogramma
Volg de onderstaande stappen om de installatie/upgrade
van het stuurprogramma te doen:
1. Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm] en
dubbelklik op het pictogram Beeldscherm.
2. Klik in het venster Eigenschappen voor Beeldscherm op
het tabblad Instellingen.
3. Klik op de knop Geavanceerd... .
4. Klik op het tabblad Adapter.
5. Klik op de knop Wijzigen....
6. Het venster Wizard Apparaatstuurprogramma zal nu
openen (indien u Windows 98gebruikt).
7. Klik op de knop Volgende en steek de meegeleverde cdrom in, en ga naar de loctoe waar het VGA
stuurprogramma zich bevindt.
B-2
Bijlage B SPECIALE VGA FUNCTIES
Installatie van het SMI VGA configuratiescherm programma
U moet het SMI LynxE beeldscherm stuurprogramma reeds
geïnstalleerd hebben alvorens verder te gaan. Zie het vorige deel
voor de procedures omtrent de installatie van het
stuurprogramma.
Volg de onderstaande stappen om het control panel
(configfuratiescherm) en het stuurprogramma van de image
capture, te installeren:
1. Ga naar [Start > UItvoeren].
2. KLik op Bladeren... en steek de meegeleverde cd-rom in.
3. Deze cd-rom bevat het VGA setup programma. Voer nu
“Silicon Motion Controls Setup” uit.
4. Volg de instructies die op het scherm verschijnen.
Wanneer dit voltooid is, start u het systeem opnieuw op.
De SMI VGA configuratiescherm applicatie gebruiken
De speciale VGA configuratiescherm applicatie (zie pagina B-4)
heeft u de mogelijkheid unieke weergave functies in te stellen. U
kunt het configuratiescherm gebruiken om DualView, Rotation
(rotatie), en LCD stretch (uitrekken) te activeren. Bovendien heeft
het configuratiescherm ook nog een sneltoets, zodat u steeds
snelle toegang tot deze functies heeft.
Het volgende deel beschrijft enkel de DualView functie. De Online help, aanwezig op het VGA configuratiescherm, beschrijft
meer gedetailleerd de overige functies. Gebruik het om meer
inlichtingen te krijgen betreffende DualView, Rotation, en LCD
stretch.
B-3
GEBRUIKERSHANDBOEK
Noot: De indeling
van het
configuratiescherm
en de knoppen,
die in deze
handleiding
getoont wordt,
kan lichtjes
verschillend zijn
van deze
geïnstalleerd op
uw notebook.
De gebruiker kan de sneltoets (hot key) functie inschakelen door
Enable Hot Key te selecteren. Wanneer de sneltoets
ingeschakeld is dan zal de knop Hot-key Settings actief zijn.
Noot: De
standaard
sneltoetsen zijn
zo ingesteld dat
ze de door de
gebruiker
ingestelde
sneltoetsen , niet
hinderen.
B-4
Bijlage B SPECIALE VGA FUNCTIES
De DualView
functie gebruiken
Met de DualView functie, heeft u tweemaal zoveel bureaublad
ruimte, zonder een bijkomende grafische controller kaart te
moeten kopen.
DualView heeft u de mogelijkheid van onafhankelijk, verschillende
applicaties, op verschillende schermen uit te voeren.
(Bijvoorbeeld, het externe CRT scherm en het LCD scherm van
de notebook.)
Belangrijk: Wanneer u de DualView functie voor de eerste maal
gebruikt , dan moet u eerst een Plug en Play compatibel CRT
scherm met de notebook verbinden en deze externe monitor
aanzetten. Vervolgens kunt u de notebook aanzetten en Windows
zal beginnen met de setup procedure van de monitor. Volg nu de
instructies die op het scherm verschijnen. Na deze procedure zou
u het onderstaande dialoogvenster moeten zien
.
B-5
GEBRUIKERSHANDBOEK
Ga naar [Start > Instellingen > Configuratiescherm >
Beeldscherm] en klik op het tabblad Instellingen. U kunt ook
dubbelklikken op het SMI pictogram, dat zich onderaan rechts in
de Windows taakbalk bevindt (zie hieronder).
Om DualView op het externe beeldscherm te activeren, moet u
op monitor ‘2‘ klikken (zie hieronder). Wanneer het onderstaande
dialoogvenster verschijnt, klikt u op Ja. Hierna klikt u in het
dialoogvenster Instellingen op Toepassen om de DualView functie
in te schakelen.
Nu zullen zowel het ingebouwde LCD scherm als het externe
beeldscherm actief worden. Open nu twee applicaties en sleep
een applicatie van het scherm van de notebook naar de externe
monitor.
U kunt in het tabblad Instellingen ook de resolutie en de kleuren
voor elk beeldscherm afzonderlijk instellen.
B-6
Bijlage B SPECIALE VGA FUNCTIES
Om de DualView functie uit te schakelen wijst u de cusor naar ,
monitor `2` en klikt u eenmaal met de rechtermuisknop. Het
onderstaande dialoogvenster verschijnt.
Selecteer nogmaals “Het bureaublad naar deze monitor
uitbreiden” (zodat deze optie niet geselecteerd staat) en klik op
de knop Toepassen. Het tweede scherm zal nu uitgeschakeld
worden.
B-7
GEBRUIKERSHANDBOEK
U kunt ook de positie van het tweede scherm t.o.v. het eerste
scherm veranderen. Dit doet u door op de tweede monitor te
klikken en hem naar boven, onder, links of rechts te verslepen.
Kijk naar het onderstaande dialoogvenster voor een voorbeeld.
Nu bevindt het tweede beeldscherm zich onder het eerste
beeldscherm.
Raadpleeg het SMI VGA help-bestand of handboek voor meer
inlichtingen hierover.
B-8
GEBRUIKERSHANDBOEK
Verklaring van de Federal Communications Commission
Deze apparatuur is getest en er is vastgesteld dat de apparatuur
voldoet aan de limieten voor een digitaal toestel van Klasse B,
overeenkomstig met delen 15 en 68 van het FCC reglement. Deze
limieten zijn ingesteld om redelijke bescherming tegen schadelijke
storingen te verstrekken wanneer de apparatuur in een residentiele
omgeving gebruikt wordt. Deze apparatuur wekt radiofrequentie
energie op, gebruikt die, en kan die ook uitstralen; als de apparatuur
niet volgens de instructies geïnstalleerd en gebruikt wordt, kunnen er
storingen veroorzaakt worden die schadelijk zijn voor
radiocommunicaties. Indien deze apparatuur schadelijke storingen
van radio- of televisieontvangst veroorzaakt, wat kan vastgesteld
worden door de uitrusting in- en uit te schakelen, dan kan de
gebruiker de storingen proberen te corrigeren door de volgende
maatregelingen te nemen:
De ontvangst antenne opnieuw oriënteren of van plaats
veranderen.
Plaats de apparatuur verder weg van de ontvanger.
Sluit de apparatuur op een stopcontact aan dat op een ander
circuit zit dan het stopcontact waar de ontvanger is op
aangesloten.
Raadpleeg de verdeler of een erkende radio/TV technicus om
hulp te bieden.
Wijzigingen
Enige veranderingen of wijzigingen die niet uitdrukkelijk goedgekeurd
zijn door de fabrikanten kunnen de bevoegdheid om deze apparatuur
te bedienen annuleren.
Verbindingen met randapparaten
Om conform te zijn met het FCC regelement, moeten de
verbindingen naar dit apparaat gebeuren aan de hand van kabels
met beschermingsmantels, met een metalen RFI/EMI connectorkap.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat voldoet aan de delen 15 en 68 van het FCC reglement.
De bediening is onderworpen aan de volgende voorwaarden: (1) dit
apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit
apparaat moet eender welke ontvangen storing kunnen weerstaan,
zelfs storingen die een ongewenste werking veroorzaken.
Voor meer inlichtingen over deze verklaring, contacteer:
uw locale dealer, of een van de service-adressen
op de achterkant van deze handleiding
Gebruik voor identificatie het serienummer die op het product vindt.
Europese verklaring
Producten voorzien van het CE teken voldoen aan zowel de EMC
instructie (89/336/EEC) als de laagspanning instructie (73/23/EEC)
uitgegeven door de Commissie van de Europese Gemeenschap.
Het voldoen aan deze instructies impliceert overeenstemming met
de volgende Europese normen:
EN55022 (CISPR 22) Radio frequentie interferentie
EN50082 (IEC801-2, IEC801-3, IEC801-4) Elektromagnetische
immuniteit
C-2
Appendix C AGENCY REGULATORY NOTICES
EN60950 (IEC950) Productveiligheid
Canadian Notice
This digital apparatus does not exceed the Class B limits for radio
noise emissions from digital apparatus as set out in the radio
interference regulations of the Canadian Department of Communications.
Le present appareil numerique nemet pas de bruits radioelectriques
depassant les limites applicables aux appareils numeriques de
Classe B prescrites dans le reglement sur le brouillage
radioelectrique edicte par le Ministere des Communications du
Canada.
Vereisten van het netsnoer
Het netsnoer dat bij de netstroomadapter van de notebook geleverd
is, moet overeenkomen met de vereisten van uw streek. Er is een
wettelijk goedkeuring verkregen voor de netstroomadapter wanneer
deze gebruikt wordt met het lokaal gebruikte netsnoer. Indien u echter
naar een andere streek reist, en u moet de notebook verbinden naar
een ander stopcontact of netstroom, dan zal u een van de
onderstaande netsnoeren moeten gebruiken. Om een netsnoer (ook
voor andere landen, dan deze vermeld) of een vervangende
netstroomadapter te kopen, moet u uw lokale verdeler contacteren.
V.S. en Canada
Het netsnoer moet UL-Listed en CSA-Certified zijn.
De minimum specificaties voor het flexiebele netsnoer zijn: (1)
No. 18 AWG, (2) Type SJ, en (3) 3-conductor.
Het netsnoer moet een stroomcapaciteit hebben van tenminste
10 A.
De verbindingstekker moet geaard zijn en met een NEMA 5-15P
(15A, 125V) of NEMA 6-15P (15 A, 250V) configuratie
Japan
Alle onderdelen van het netsnoer (snoer, connector, en stekker)
moeten een `T` teken en een registratienummer dragen. Dit is
in overeenkomst met de Japanese Dentori wet.
De minimum specificaties voor het flexiebele netsnoer zijn: (1)
0.75 mm2 conductors, (2) type VCT of VCTF, en (3) 3-conductor.
Het netsnoer moet een stroomcapaciteit hebben van tenminste
7 A.
De verbindingstekker moet tweepolig en geaard zijn, met een
Japanese industriële standaard C8303 (15 A, 125 VAC)
configuratie.
Andere landen
Het netsnoer moet het certificaatteken van de dienst dragen,
verantwoordelijk voor de evaluatie in dit specifiek land.
Aanvaardbare diensten zijn:
C-3
GEBRUIKERSHANDBOEK
BSI (Groot-Brittannië)
OVE (Australië)
CEBEC (België)
SEMKO (Zweden)
DEMKO (Denemarken)
SETI (Finland)
EANSW (Oostenrijk)
SEV (Zwitserland)
IMQ (Italië)
UTE (Frankrijk)
KEMA (Nederland)
VDE (Duitsland)
NEMKO (Noorwegen)
Het flexibele snoer moet van het HAR-type (geharmoniseerd)
zijn HO5VV-F 3-conductorsnoer met een minimum
conductorgrootte van 0.03 vierkante inches.
Het netsnoer moet een stroomcapaciteit hebben van tenminste
10 A een nominale spanning van 125 / 250 V (wisselstroom).
Veiligheidsmaatregelingen voor de batterij
De batterij is alleen bestemd voor het gebruik met deze notebook.
Haal de batterij niet uit elkaar.
Smijt de batterij niet in water of vuur.
Om brand, vuur en en beschadigingen aan uw batterij te
vermijden, mag u de contacten van de batterij niet met een
metalen voorwerp aanraken.
Hanteer een beschadigde of lekkende baterij uiterst voorzichtig.
Indien u in aanraking komt met het elektrolyt, was dan
onmiddelijk blootgestelde gebied met zeep en water. Indien u
ogen in aanraking koemn met het elektrolyt, spoel ze dan
geduerende 15 minuten minuten met stromend water en.
Laadt de batterij niet op indien de buitentemperatuur hoger is
dan 45oC (113oF).
Om een batterijvervanging te bekomen, moet u uw verdeler
contacteren
Stel de batterij niet bloot aan hoge opslagtemperaturen (hoger
dan 60oC, 140oF).
Wanneer u een batterij wilt wegsmijten contacteer dan uw
lokale afvaldienst om meer inlichtingen te bekomen hierover.
Waarschuwing:Explosiegevaar bij verkeerd ingezette batterij. Vervang
de batterij alleen door een batterij van hetzelfde type, aanbevolen
door de fabrikant. Gooi batterijen niet weg bij het huisvuil, maar geef
ze af bij het milieupark of de winkelier.
C-4
Appendix C AGENCY REGULATORY NOTICES
Veiligheid betreffende de laser
Het cd-rom-station van deze notebook is een goedgekeurd apparaat
van laserklasse 1 (Overeenkomstig met de U.S. Department of
Health and Human Services (DHHS) Radiation Performance Standard en de internationale standaarden IEC 825 / IEC 825-1
(EN60825 / EN60825-1). Het apparaat is niet schadelijk, maar u
moet toch de onderstaande voorzorgmaatregelen in acht nemen:
Open dit apparaat niet.
Vermijdt rechtstreekse blootstelling aan de laserstraal.
Indien het apparaat dient hersteld te worden, contacteer dan
een erkende hersteldienst.
Wees zeker van het apparaat juist te gebruiken door zorgvuldig
de instructies te lezen en te volgen.
Probeer niet van regelingen aan dit apparaat uit te voeren.
CLASS 1 LASER PRODUCT
APPAREIL A LASER DE CLASSE 1
LASERSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT
Veiligheid betreffende de LED (Infrarood)
De infraroodpoort lbevindt zich aan de linkerzijde van de notebook.
Het is een goedgekeurde LED (light-emitting diode) apparaat van de
klasse 1 (overeenkomstig met de internationale standaard IEC 825-1
(EN60825-1). Het apparaat is niet schadelijk, maar u moet toch de
onderstaande voorzorgmaatregelen in acht nemen:
Probeer niet van de LED infraroodstraal met eender welk type
van optische apparatuur te zien.
Probeer niet van enige regelingen aan het apparaat te maken.
Indien het apparaat dient hersteld te worden, contacteer dan
een erkende hersteldienst.
Vermijdt rechtstreekse blootstelling van het oog aan de
infrarood LED straal. U moet weten dat de infraroodstraal
onzichtbaar is en dus niet met het blote oog kan gezien worden.
KLASSE 1 LED PRODUKT
LEDSCHUTZKLASSE 1 PRODUKT
C-5
GEBRUIKERSHANDBOEK
Waarschuwing betreffende het cd-rom-station
Waarschuwing! Tracht niet de lade die de cd-rom bevat uit elkaar te halen. De
laserstraal die in dit product gebruikt wordt is schadelijk voor de
ogen. Het gebruik van optische instrumenten, zoals een vergrootglas,
verhogen het risico voor schade aan de ogen. Laat het apparaat
enkel en alleen herstellen door een erkende hersteldienst.
CLASS 1 LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
LUOKAN 1 LASERLAITE
APPAReil A LASER DE CLASSE 1
EN608825
C-6