Pelgrim GVW592RVS/P02, GVW592RVS/P01, GVW592RVS/P04 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Pelgrim GVW592RVS/P02 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Inhoud
Veiligheidsinformatie 2
Beschrijving van het product 4
Bedieningspaneel 4
Het eerste gebruik 6
De waterontharder instellen 6
Gebruik van zout voor de vaatwasser 7
Gebruik van glansspoelmiddel 8
Dagelijks gebruik 9
De vaatwasser inruimen 10
Gebruik van vaatwasmiddelen 12
Een wasprogramma selecteren en starten
13
De vaatwasser uitruimen 14
Wasprogramma's 14
Onderhoud en reiniging 15
Problemen oplossen 17
Technische gegevens 18
Montage 18
Aansluiting aan de waterleiding 19
Aansluiting aan het elektriciteitsnet 20
Milieubescherming 21
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
In het belang van uw veiligheid en om
een correct gebruik te kunnen waarbor-
gen is het van belang dat u, alvorens het
apparaat te installeren en in gebruik te
nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclu-
sief de tips en waarschuwingen, grondig
doorleest. Om onnodige vergissingen en
ongevallen te voorkomen is het belang-
rijk ervoor te zorgen dat alle mensen die
het apparaat gebruiken, volledig bekend
zijn met de werking ervan en de veilig-
heidsvoorzieningen. Bewaar deze in-
structies en zorg ervoor dat zij bij het ap-
paraat blijven als het wordt verplaatst of
verkocht, zodat iedereen die het appa-
raat gedurende zijn hele levensduur ge-
bruikt, naar behoren is geïnformeerd
over het gebruik en de veiligheid van het
apparaat.
Correct gebruik
Deze afwasmachine is uitsluitend bedoeld
voor het reinigen van huishoudelijke ge-
bruiksvoorwerpen die geschikt zijn voor
reiniging in een afwasmachine.
Doe geen oplosmiddelen in de afwasma-
chine. Dit kan een explosie veroorzaken.
Messen en andere voorwerpen met scher-
pe punten moeten met de punt naar be-
neden in de bestekmand worden ge-
plaatst of horizontaal in het bovenrek wor-
den gelegd.
Gebruik alleen producten (afwasmiddel,
zout en glansmiddel) die geschikt zijn voor
afwasmachines.
Open de deur niet als het apparaat in
werking is; er kan hete stoom ontsnappen.
Neem geen serviesgoed uit de afwasma-
chine voordat het afwasprogramma is af-
gelopen.
Trek na het gebruik de stekker uit het stop-
contact en draai de waterkraan dicht.
Dit product mag alleen worden onderhou-
den door een daartoe bevoegde service-
monteur en er dient alleen gebruik te wor-
den gemaakt van originele reserveonder-
delen.
Onder geen voorwaarde moet u proberen
de afwasmachine zelf te repareren. Repa-
raties die worden uitgevoerd door onerva-
ren personen veroorzaken letsel of storin-
gen. Neem contact op met onze service-
afdeling. Sta te allen tijde op het gebruik
van originele reserveonderdelen.
Algemene veiligheid
Mensen (met inbegrip van kinderen) met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of ver-
standelijke vermogens of gebrek aan er-
varing en kennis mogen dit apparaat niet
gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan
of instructies krijgen over het gebruik van
dit apparaat van iemand die verantwoor-
delijk is voor hun veiligheid.
Afwasmiddelen kunnen chemische brand-
wonden veroorzaken aan de ogen, de
mond en de keel. Deze kunnen levensbe-
dreigend zijn! Houd u aan de veiligheids-
instructies van de afwasmiddelfabrikant.
2
Het water in uw afwasmachine is geen
drinkwater. Resten van afwasmiddel kun-
nen nog in de machine aanwezig zijn.
Zorg ervoor dat de deur van de afwasma-
chine altijd gesloten is als het apparaat niet
wordt in- of uitgeruimd. Zo voorkomt u dat
iemand over de open deur struikelt en zich
bezeert.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
De veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bestemd voor gebruik door
volwassenen. Kinderen moeten in de ga-
ten gehouden worden om te voorkomen
dat zij met het apparaat gaan spelen..
Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het
bereik van kinderen. Gevaar voor verstik-
king.
Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige
plaats buiten het bereik van kinderen.
Houd kinderen uit de buurt van de afwas-
machine als de deur open staat.
Installatie
Controleer uw afwasmachine op eventuele
transportschade. Sluit nooit een bescha-
digde machine aan. Neem contact op met
uw leverancier als de machine beschadigd
is.
Alle verpakkingsmaterialen moeten verwij-
derd worden voordat u het apparaat in ge-
bruik neemt.
Alle elektrische en loodgieterswerkzaam-
heden die nodig zijn voor de installatie van
dit apparaat moeten worden uitgevoerd
door een gekwalificeerd en competent
persoon.
Om veiligheidsredenen is het gevaarlijk wij-
zigingen aan te brengen in de specificaties
of dit product op enigerlei wijze te modifi-
ceren.
Gebruik de afwasmachine nooit als het
aansluitsnoer of de waterslangen bescha-
digd zijn; of als het bedieningspaneel, het
werkblad of de plint zodanig beschadigd
zijn dat het inwendige van de machine vrij
toegankelijk is. Raadpleeg onze service-
afdeling om gevaarlijke situaties te voor-
komen.
In de behuizing van de afwasmachine mo-
gen geen gaten worden geboord ter voor-
koming van schade aan hydraulische en
elektrische onderdelen.
Waarschuwing! Voor de aansluiting
van elektriciteit en water dienen de
instructies in de desbetreffende
paragrafen nauwgezet te worden
opgevolgd.
3
Beschrijving van het product
1 Bovenrek
2 Aanpassen van de instelling van de wa-
terhardheid
3 Zoutreservoir
4 Afwasmiddeldoseerbakje
5 Glansmiddeldoseerbakje
6 Typeplaatje
7 Filters
8 Onderste sproeiarm
9 Bovenste sproeiarm
Bedieningspaneel
4
1 Aan-/uit-toets
2 Toets uitgestelde start
3 Toets programmakeuze / annuleren (mode/cancel)
4 Controlelampjes
5 Programmalampjes
Controlelampjes
Einde programma
Gaat branden als het afwasprogramma is afgelopen. Heeft ook andere visuele
signaleringsfuncties zoals:
het instellen van de waterontharder,
uit- of inschakelen van de geluidssignalen,
melding van een alarm als gevolg van storing van de machine.
Glansmiddel
Gaat branden als het glansmiddel op is.
Zout
Gaat branden als het speciale zout op is.
Programmalampjes A en B
In aanvulling op de keuze van het bijbeho-
rende afwasprogramma, zullen deze lampjes
u ook helpen bij de volgende handelingen:
het instellen van het niveau van de water-
ontharder,
het in- of uitschakelen van de geluidssig-
nalen.
Instelmodus
Druk op de Aan-/uittoets; als alle program-
malampjes uit zijn en het controlelampje Ein-
de knippert, staat het apparaat in de instel-
modus.
Vergeet nooit dat bij het uitvoeren van
handelingen zoals:
het kiezen van een afwasprogramma,
het instellen van het niveau van de wa-
terontharder,
het in- of uitschakelen van de geluids-
signalen,
het apparaat in de instelmodus moet
staan.
Druk op de Aan-/uittoets; als er een pro-
grammalampje continu brandt, dan is het
laatst uitgevoerde of gekozen programma
nog ingesteld. Om in dit geval terug te keren
naar de instelmodus moet het programma
worden geannuleerd.
Om een ingesteld programma of een
lopend programma te annuleren
Druk, gedurende ongeveer 3 seconden, op
de toets programmakeuze/annuleren, totdat
het controlelampje Einde gaat knipperen. Het
programma is geannuleerd en de machine
staat nu in de instelmodus.
Geluidssignalen
De geluidssignalen zijn bedoeld om aan te
geven welke handelingen het apparaat aan
het uitvoeren is:
einde van het afwasprogramma,
melden van een alarm als gevolg van sto-
ring van de machine.
Fabrieksinstelling: geluidssignalen inge-
schakeld
De geluidssignalen kunnen worden uit-
geschakeld.
In- en uitschakelen van de
geluidssignalen
1. Druk op de aan-/uittoets. Het apparaat
moet in de instelmodus staan.
2. Houd de toets programmakeuze/annule-
ren ingedrukt totdat het programma-
lampje A gaat knipperen en programma-
lampje B continu gaat branden.
3. Druk nogmaals op de toets programma-
keuze/annuleren. Programmalampje A
gaat continu branden en programma-
lampje B begint te knipperen. Wacht tot
programmalampje A uit gaat. Program-
malampje B blijft knipperen en controle-
lampje Einde brandt continu. Dit betekent
dat u de functie inschakelen/uitschakelen
van de geluidssignalen geactiveerd heeft.
Het continu branden van het controle-
lampje Einde betekent dat de geluidssig-
nalen ingeschakeld zijn.
4. Om de geluidssignalen uit te schakelen
nogmaals op de toets Programmakeuze/
5
Annuleren drukken. Het indicatorlampje
Einde gaat uit, wat aangeeft dat de ge-
luidssignalen zijn uitgeschakeld.
5. Schakel om de bewerking vast te leggen
de afwasmachine uit door op de aan-/
uittoets te drukken.
Om de geluidssignalen weer in te schake-
len hoeft u alleen maar de bovenstaande
instructies op te volgen totdat het indica-
tielampje Einde programma gaat branden.
Het eerste gebruik
Voordat u uw afwasmachine in gebruik
neemt:
Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting
en de wateraansluiting voldoen aan de in-
stallatie-instructies
Verwijder alle verpakkingsmaterialen uit
het inwendige van de machine
De waterontharder instellen
Giet 1 liter water in het zoutreservoir en vul
het reservoir vervolgens met regenereer-
zout
Vul het glansmiddeldoseerbakje
Als u gebruik wilt maken van ge-
combineerde afwasmiddelblokjes
zoals: ''3 in 1'', ''4 in 1'', ''5 in 1'' enz...
volg de instructies in "Gebruik van
afwasmiddel".
De waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een wa-
terontharder die is ontworpen om mineralen
en zouten uit het leidingwater te verwijderen
die een schadelijk of negatief effect zouden
hebben op de werking van het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen en
zouten is, des te harder is het water. De
hardheid van water wordt gemeten in equi-
valente eenheden, Duitse hardheid (°dH),
Franse hardheid (°TH) en mmol/l (millimol per
liter - internationale eenheid voor de hardheid
van water).
De ontharder moet worden ingesteld in over-
eenstemming met de hardheid van het water
in uw omgeving. Uw waterleidingbedrijf kan
u informeren over de hardheid van het water
in uw woonplaats.
De waterontharder moet op beide ma-
nieren worden ingesteld: handmatig,
met behulp van de waterhardheidstoets
en elektronisch.
Waterhardheid
Aanpassen van de waterhardheidsin-
stelling
Ge-
bruik
van
zout
°dH °TH mmol/l handmatig elektronisch
51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 2 niveau 10 ja
43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 2 niveau 9 ja
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 2 niveau 8 ja
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 2 niveau 7 ja
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 2 niveau 6 ja
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 2 niveau 5 ja
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 1 niveau 4 ja
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 1 niveau 3 ja
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 1 niveau 2 ja
< 4 < 7 < 0,7 1 niveau 1 nee
6
Handmatig instellen
De afwasmachine wordt in de fabriek in-
gesteld op stand 2.
1. Open de deur van de afwasmachine.
2. Neem het onderrek uit de afwasmachine.
3. Zet de waterhardheidstoets in stand 1 of
2 (zie tabel).
4. Plaats het onderrek terug.
Elektronisch instellen
De afwasmachine is in de fabriek inge-
steld op stand 5.
1. Druk op de aan-/uittoets. De afwasma-
chine moet in de instelmodus staan.
2. Houd de toets programmakeuze/annule-
ren ingedrukt totdat het programma-
lampje A gaat knipperen en programma-
lampje B continu gaat branden. Wacht tot
programmalampje B uit gaat. Program-
malampje A blijft knipperen en tegelijker-
tijd gaat het controlelampje Einde knip-
peren. Wacht tot programmalampje B uit
gaat. Programmalampje A blijft knipperen
en tegelijkertijd gaat het controlelampje
Einde knipperen. Dit betekent dat u de
functie elektronische instelling van de wa-
terontharder geactiveerd heeft. Het hui-
dige niveau wordt aangegeven door het
aantal keren dat het controlelampje Einde
programma knippert en een onderbre-
king van enkele seconden.
Voorbeelden:
5 keer knipperen, pauze, 5 keer knippe-
ren, pauze, enz. = niveau 5
6 keer knipperen, pauze, 6 keer knippe-
ren, pauze, enz. = niveau 6
3. Druk op de toets Programmakeuze/An-
nuleren om het niveau te wijzigen. Elke
keer dat deze toets wordt ingedrukt,
wordt het niveau gewijzigd. (Zie de tabel
voor de selectie van het nieuwe niveau).
Voorbeelden:
Als het huidige niveau 5 is, wordt door de
toets programmakeuze/annuleren één
keer in te drukken, niveau 6 geselecteerd,
Als het huidige niveau 10 is, wordt door
toets programmakeuze/annuleren één
keer in te drukken, niveau 1 geselecteerd.
4. Schakel om de bewerking vast te leggen
de afwasmachine uit door op de aan-/
uittoets te drukken.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
Waarschuwing!
Gebruik alleen zout dat specifiek is bestemd
voor gebruik in afwasmachines. Alle andere
soorten zout die niet specifiek zijn ontwikkeld
voor gebruik in een afwasmachine, in het bij-
zonder tafelzout, zullen schade toebrengen
aan de waterontharder. Vul alleen zout bij
vlak voordat u een van de volledige afwas-
programma's gaat starten. Hiermee wordt
voorkomen dat gemorste zoutkorrels of zout
water enige tijd op de bodem van de machi-
ne achterblijven, hetgeen corrosie kan ver-
oorzaken.
Vullen:
1. Open de deur, neem het onderrek uit de
machine en schroef het deksel van het
zoutreservoir los door het tegen de wij-
zers van de klok in te draaien.
2. Giet 1 liter water in het reservoir (dit is
alleen nodig als de machine de eerste
keer met zout wordt gevuld) .
3. Giet met behulp van de bijgeleverde
trechter zout in het reservoir totdat het vol
is.
7
4. Plaats het deksel terug en zorg er voor
dat er geen zoutresten achterblijven op
de schroefdraad of op de pakking.
5. Draai het deksel goed vast door het met
de klok mee te draaien tot de aanslag (u
hoort een klik).
Maak u geen zorgen als er bij het vullen
met zout water uit de vulopening
stroomt, dit is heel normaal.
Het zoutcontrolelampje op het be-
dieningspaneel kan 2-6 uur blijven
branden nadat het zout is bijgevuld,
ervan uitgaande dat de afwasmachi-
ne ingeschakeld blijft. Als u gebruik
maakt van zout dat minder snel op-
lost, kan dit nog langer duren. De
werking van de machine wordt hier-
door niet beïnvloed.
Gebruik van glansspoelmiddel
Waarschuwing! Gebruik alleen
merkglansmiddelen voor
afwasmachines.
Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit
met andere middelen (bijv. afwasmachi-
nereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmid-
del). Dit zou het apparaat beschadigen.
Glansmiddel zorgt ervoor dat het ser-
viesgoed grondig wordt gespoeld en vrij
van vlekken en strepen opdroogt.
Glansmiddel wordt tijdens de laatste
keer spoelen automatisch gedoseerd.
1. Open het reservoir door op de ontgren-
delknop (A) te drukken.
2. Giet glansmiddel in het reservoir. Het
maximale vulniveau wordt aangegeven
door "max".
Het doseerbakje bevat ongeveer 110 ml
glansmiddel, voldoende voor tussen de
16 en 40 afwascycli, afhankelijk van de
ingestelde dosering.
3. Zorg ervoor dat het deksel na het vullen
goed wordt gesloten.
Neem eventueel bij het vullen gemorst
glansmiddel op met een absorberende
doek om de volgende keer als u een
programma draait buitensporige
schuimvorming te voorkomen.
8
Stel de dosering van het glansmiddel in over-
eenstemming met de bereikte eind- en
droogresultaten in met behulp van de 6-stan-
denschakelaar (stand 1 minimumdosering,
stand 6 maximumdosering).
De dosering wordt in de fabriek ingesteld op
stand 4.
Verhoog de dosering als er na afloop van het
programma waterdruppels of kalkvlekken op
het serviesgoed achterblijven.
Verlaag de dosering als er kleverige witach-
tige strepen op het serviesgoed achterblijven
of een blauwzweem op glaswerk of op de
lemmeten van messen.
Dagelijks gebruik
Controleer of het nodig is regenereerzout
of glansmiddel bij te vullen.
Plaats bestek en serviesgoed in de afwas-
machine.
Afwasmiddel doseren.
Selecteer een programma dat geschikt is
voor het bestek en het serviesgoed.
Start het afwasprogramma.
Handige aanwijzingen en tips
Sponzen, huishoudtextiel en voorwerpen die
water kunnen absorberen mogen niet in de
afwasmachine worden gereinigd.
Voordat u het serviesgoed in de machine
plaatst, dient u:
alle voedselresten en rommel te verwij-
deren.
Laat aangebakken etensresten in pan-
nen eerst inweken
Let bij het plaatsen van serviesgoed en be-
stek op de volgende punten:
Borden en bestek mogen de draaibe-
weging van de sproeiarmen niet belem-
meren.
Plaats holle voorwerpen zoals kopjes,
glazen, pannen, enz. met de opening
naar beneden zodat ze niet vol water lo-
pen.
Borden en bestek mogen niet in elkaar
liggen of elkaar bedekken.
Zorg er ter voorkoming van schade aan
glaswerk voor dat glazen elkaar niet ra-
ken.
Leg kleine voorwerpen in de bestek-
mand.
Voorwerpen van kunststof en pannen met
teflon hebben de neiging waterdruppels
vast te houden; deze voorwerpen drogen
niet zo goed als voorwerpen van porselein
en staal.
Lichte voorwerpen (kunststofbakjes enz.)
moeten in het bovenrek worden geplaatst
en zo worden neergezet dat ze niet kunnen
bewegen.
9
Het volgende serviesgoed en bestek is voor reiniging in de afwasmachine
niet geschikt: in beperkte mate geschikt:
bestek met houten, hoornen, porseleinen of pa-
relmoeren handgrepen.
voorwerpen van kunststof die niet hittebesten-
dig zijn.
ouder bestek met gelijmde onderdelen die niet
hittebestendig zijn.
gelijmd bestek of gelijmde borden.
tinnen of koperen voorwerpen.
glaswerk van loodkristal.
gemakkelijk roestende stalen voorwerpen.
houten schotels.
voorwerpen gemaakt van synthetische vezels.
Reinig aardewerk alleen in de afwasmachine als
het door de fabrikant specifiek wordt geken-
merkt als afwasmachinebestendig.
Geglazuurde dessins kunnen vervagen als ze
vaak in de afwasmachine gewassen worden.
Zilveren en aluminium hebben de neiging om
tijdens het reinigen te verkleuren: Etensresten,
bijv. eiwit, eierdooier en mosterd, veroorzaken
op zilver vaak verkleuring en vlekken. Verwijder
etensresten dan ook onmiddellijk van zilver, als
dit niet meteen na gebruik wordt afgewassen.
De vaatwasser inruimen
Het onderrek
Het onderrek is geschikt voor steelpannen,
deksels, borden, slakommen, bestek, enz.
Dekschalen en grote deksels moeten langs
de rand van het rek worden gerangschikt om
te garanderen dat de sproeiarmen vrij kun-
nen draaien.
U kunt de rijen met punten in het onderrek
laten zakken om ruimte te maken voor pot-
ten, pannen en schalen.
De bestekmand
Rechtop geplaatste lange messen zijn
een potentieel gevaar. Lang en/of
scherp snijgereedschap zoals
bijvoorbeeld vleesmessen moeten
horizontaal in het bovenrek worden
gelegd. Pas op bij het plaatsen of
uitnemen van scherpe voorwerpen zoals
messen.
Plaats vorken en lepels in de uitneembare
bestekmand met de handgrepen naar bene-
den en messen met de handgrepen naar bo-
ven gericht.
10
Als de handgrepen onder de bestekmand
uitsteken en de onderste sproeiarm in zijn
beweging belemmeren, dient het bestek met
de handgrepen omhoog te worden ge-
plaatst.
Meng lepels met ander bestek om te voor-
komen dat zij aan elkaar kleven.
Voor de beste resultaten raden wij u aan ge-
bruik te maken van de bestekroosters (indien
de grootte en afmetingen van het bestek dit
toelaten).
Bovenrek
Het bovenrek is geschikt voor borden (tot
een diameter van 26 cm), slakommen, kop-
jes, glazen, potten en deksels.
Plaats voorwerpen zo op en onder de kop-
jesrekken dat het water alle oppervlakken
kan bereiken.
Zet geen borden in de eerste drie sectoren
van het voorste deel van de mand. Zorg er-
voor dat de borden naar voren gezet zijn.
Glazen met een lange voet kunnen onder-
steboven in de kopjesrekken worden ge-
plaatst.
Voor hogere voorwerpen kunnen de kopjes-
rekken worden opgeklapt.
Controleer, voordat u de deur sluit, of de
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
De hoogte van het bovenrek aanpassen
Als er zeer grote borden moeten worden af-
gewassen, kunt u deze in het onderrek plaat-
sen nadat u het bovenrek in zijn hoogste po-
sitie hebt geplaatst.
Maximale hoogte van borden in het onder-
rek
bovenrek
onder-
rek
Met bovenrek in
hoogste stand
22 cm 33 cm
Met bovenrek in
laagste stand
26 cm 29 cm
Ga als volgt te werk om het bovenrek in
zijn hoogste stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
11
2. Til beide kanten voorzichtig op totdat het
mechanisme vastklikt en het rek stabiel
is.
Ga als volgt te werk om het rek in zijn
oorspronkelijke stand te laten zakken:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op en laat het
mechanisme langzaam terug naar bene-
den zakken, terwijl u het blijft vasthouden.
Zet het rek nooit aan een enkele kant
naar boven of beneden
Als het rek zich in de bovenste stand be-
vindt, adviseren wij u de kopjesrekken in
te stellen op de onderste positie.
Sluit na het vullen van het apparaat
altijd de deur, want een open deur
kan gevaarlijk zijn.
Gebruik van vaatwasmiddelen
Gebruik uitsluitend afwasmiddelen die
specifiek zijn bedoeld voor gebruik in af-
wasmachines.
Neem de aanbevelingen van de fabri-
kant voor dosering en bewaren op de
verpakking van het afwasmiddel in acht.
Het gebruik van niet meer dan de juiste
hoeveelheid afwasmiddel draagt bij aan
minder milieuverontreiniging.
Afwasmiddel doseren
1. Open het deksel.
2. Vul het afwasmiddelbakje (1) met afwas-
middel. De markering geeft de doseerni-
veaus aan:
20 = ca. 20 g afwasmiddel
30 = ongeveer 30 g afwasmiddel.
1
2
3. Alle programma's met voorwas hebben
een extra dosering afwasmiddel nodig
(5/10 g) dat in het afwasmiddelbakje voor
de voorwas (2) moet worden gedaan.
Deze dosering wordt gebruikt tijdens de
voorwasfase.
Bij gebruik van afwasmiddeltabletten;
plaats het tablet in vak (1)
12
4. Sluit het deksel en druk totdat het op zijn
plaats klikt.
Afwasmiddeltabletten van verschillende
fabrikanten lossen niet allemaal even
snel op. Daarom bereiken bepaalde af-
wasmiddeltabletten tijdens korte pro-
gramma's niet hun volledige reinigings-
werking. Kies daarom bij het gebruik van
afwasmiddeltabletten lange program-
ma's, om ervoor te zorgen dat tabletres-
ten volledig worden verwijderd.
Gebruik van gecombineerde
afwasmiddeltabletten
Dit zijn producten met een gecombineerde
reinigings-, glans- en zoutfunctie. Ook kun-
nen zij verschillende andere middelen bevat-
ten afhankelijk van de soort tabletten die u
kiest ("3 in 1", "4 in 1", "5 in 1" enz...).
1. Controleer of deze producten geschikt
zijn voor uw waterhardheid. Zie de in-
structies van de fabrikant.
Het zoutreservoir en het glansmiddeldo-
seerbakje hoeven dan niet meer bijgevuld
te worden. In dit geval blijft het controle-
lampje glansmiddel altijd branden, als de
machine wordt ingeschakeld.
2. Kies de laagste instelling voor de water-
hardheid en de dosering van het glans-
middel.
Als de droogresultaten niet bevredigend
zijn, adviseren wij u:
1. het glansmiddeldoseerbakje te vullen met
glansmiddel.
2. de dosering van het glansmiddel in te
stellen op stand 2.
Als u besluit weer over te gaan op het
gebruik van de
standaardafwasmiddelen adviseren wij
u:
1. vul het zoutreservoir en het glansmiddel-
doseerbakje opnieuw.
2. Stel de waterhardheid in op de hoogste
stand en laat 1 normaal afwasprogram-
ma, zonder serviesgoed, draaien.
3. Stel de waterhardheid in overeenstem-
ming de hardheid van het water in uw
omgeving.
4. De glansmiddeldosering in te stellen.
Een wasprogramma selecteren en starten
Selecteer het afwasprogramma met
de deur enigszins geopend. Het pro-
gramma begint pas als de deur ge-
sloten is. Tot dat moment kunnen de
instellingen nog worden gewijzigd.
1. Controleer of de rekken juist zijn geladen
en of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
2. Controleer of de waterkraan is geopend.
3. Druk op de aan-/uittoets. De afwasma-
chine moet in de instelmodus staan.
4. Druk op de toets programmakeuze/an-
nuleren tot het lampje dat bij het gewen-
ste programma hoort gaat branden (zie
tabel "Afwasprogramma's").
Sluit de deur van de afwasmachine, het
programma start automatisch.
Het programma instellen en starten met
"uitgestelde start"
De start van het programma wordt 3 uur
uitgesteld.
1. Een afwasprogramma selecteren.
2. Druk op de toets uitgestelde start. Het
bijbehorende controlelampje brandt.
3. Sluit de deur van de afwasmachine. Het
aftellen start automatisch.
Het openen van de deur onderbreekt het
aftelproces. Zodra de deur wordt geslo-
ten, gaat het aftellen verder vanaf het
punt waarop het was onderbroken.
4. Als het aftelproces verstreken is, wordt
het afwasprogramma automatisch ge-
start.
13
Een lopend startuitstel annuleren
1. Open de deur van de afwasmachine.
2. Druk op de toets uitgestelde start. Het
bijbehorende controlelampje gaat uit.
3. Sluit de deur van de afwasmachine. Het
afwasprogramma start automatisch.
Waarschuwing! Onderbreek of
annuleer een lopend
afwasprogramma ALLEEN als het
absoluut noodzakelijk is.
Let op! Als de deur wordt geopend
kan hete stoom vrijkomen. Open de
deur voorzichtig.
Een lopend afwasprogramma
onderbreken
Open de deur van de afwasmachine; het
programma stopt. Sluit de deur; het pro-
gramma gaat verder waar het was onder-
broken.
Het lopende programma annuleren
Open de deur van de afwasmachine; druk
gedurende ongeveer 3 seconden op de
toets Programmakeuze/Annuleren, tot het
lampje van het lopende programma uit
gaat en het lampje einde programma gaat
knipperen. Het afwasprogramma is gean-
nuleerd en het apparaat staat nu in de in-
stelmodus.
Als er een nieuw afwasprogramma moet
worden gekozen, controleer dan of er af-
wasmiddel in het doseerbakje zit.
Einde van het afwasprogramma
De afwasmachine stopt automatisch en
een geluidssignaal laat u weten dat het
programma is afgelopen.
Open de deur van de afwasmachine.
Het lampje einde programma brandt.
Het controlelampje van het zojuist beëin-
digde programma blijft branden.
1. Schakel de afwasmachine uit door op de
aan-/uittoets te drukken.
2. Laat de deur van de afwasmachine op
een kier staan en wacht een paar minuten
voordat u het serviesgoed uit de machine
haalt; dit zal dan al enigszins zijn afge-
koeld en ook beter zijn gedroogd.
De vaatwasser uitruimen
Hete borden zijn gevoelig voor stoten. Het
is daarom raadzaam het serviesgoed eerst
te laten afkoelen alvorens de machine uit
te ruimen.
Ruim eerst het onderrek en dan het bo-
venrek uit; hiermee voorkomt u dat er wa-
ter van het bovenrek op het serviesgoed in
het onderrek druppelt.
Er kan water op de zijkanten en de deur
van de afwasmachine ontstaan omdat
roestvrij staal uiteindelijk koeler zal worden
dan het serviesgoed.
Als het afwasprogramma is afgelo-
pen is het raadzaam de stekker uit
het stopcontact te trekken en de
kraan dicht te draaien.
Wasprogramma's
Afwasprogramma's
Programma Mate van vervui-
ling
Soort servies-
goed
Beschrijving programma
Sterk vervuild Serviesgoed, be-
stek, potten en
pannen
Voorwas
Hoofdwas tot 70°C
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
Normaal vervuild Serviesgoed en
bestek
Hoofdwas tot 65°C
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
14
Programma Mate van vervui-
ling
Soort servies-
goed
Beschrijving programma
1)
Normaal of licht ver-
vuild
Serviesgoed en
bestek
Hoofdwas tot 60°C
Laatste spoelgang
2)
Normaal vervuild Serviesgoed en
bestek
Voorwas
Hoofdwas tot 50°C
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
Alles Gedeeltelijke la-
ding (later op de
dag verder te vul-
len).
1 koude spoelgang (om te voorko-
men dat voedselresten kunnen
aankoeken).
Vaatwasmiddel is met dit pro-
gramma niet nodig.
1) Dit is een perfect dagelijks programma voor een halfvolle lading. Ideaal voor een familie bestaande uit
4 personen die alleen het serviesgoed en het bestek van de ochtend- en avondmaaltijd in de machine
wil laden.
2) Testprogramma voor testinstanties.
Verbruikswaarden
Programma Duur (in minuten) Energieverbruik
(kWh)
Water (in liters)
85 - 95 1,8 - 2,0 22 - 25
105 - 115 1,5 - 1,7 23 - 25
30 0,9 9
130 - 140 1,0 - 1,2 14 - 16
12 0,1 5
De druk en temperatuur van het water,
de variaties in stroomtoevoer en de hoe-
veelheid vaat kan deze waarden veran-
deren.
Onderhoud en reiniging
De filters reinigen
De filters moeten van tijd tot tijd worden ge-
controleerd en gereinigd. Vuile filters beïn-
vloeden het afwasresultaat negatief.
Waarschuwing! Zorg ervoor dat de
machine is uitgeschakeld voordat de
filters worden schoongemaakt.
1. Open de deur, neem het onderrek uit de
machine.
2. Het filtersysteem van de afwasmachine
omvat een grof filter ( A ), een microfilter
( B ) en een platte filter. Ontgrendel het
filtersysteem met behulp van de hendel
op het microfilter.
3. Draai de greep ongeveer een kwartslag
naar links en verwijder het filtersysteem
15
4. Pak het grof filter ( A ) beet bij de greep
en verwijder het microfilter ( B ).
5. Maak alle filters onder stromend water
grondig schoon.
6. Verwijder het platte filter uit de bodem van
het afwascompartiment en reinig het filter
grondig aan beide kanten.
7. Plaats het platte filter terug in de bodem
van het afwascompartiment en contro-
leer of het filter goed op zijn plaats zit.
8.
Plaats het grof filter ( A ) in het microfilter
( B ) en druk ze tegen elkaar.
9. Breng de filtercombinatie terug op zijn
plaats en vergrendel het geheel door de
hendel tot de aanslag met de wijzers van
de klok mee te draaien. Let er bij deze
procedure op dat het platte filter niet bo-
ven de bodem van het afwascomparti-
ment uitsteekt.
Gebruik de afwasmachine NOOIT
zonder filters. Een onjuiste terug-
plaatsing en bevestiging van de fil-
ters heeft slechtere afwasresultaten
tot gevolg en kan resulteren in scha-
de aan het apparaat.
Probeer NOOIT de sproeiarmen te
verwijderen.
Als etensresten de openingen in de
sproeiarmen hebben verstopt, verwijder
deze dan met een cocktailprikker.
Buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machi-
ne en het bedieningspaneel met een vochti-
ge zachte doek. Gebruik - indien nodig - al-
leen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik
nooit schurende producten, schuursponsjes
of oplosmiddelen (aceton, trichlooretheen,
enz.).
De binnenkant van de machine reinigen
Zorg ervoor dat de afdichtingsrubbers rond-
om de deur en het afwasmiddelbakje en
glansmiddeldoseerbakje regelmatig met een
vochtige doek worden gereinigd.
Wij adviseren eenmaal per 3 maanden een
afwasprogramma voor ernstig vervuild ser-
viesgoed te draaien met afwasmiddel, maar
zonder serviesgoed.
Als de afwasmachine langere tijd niet
wordt gebruikt
Als u de afwasmachine gedurende langere
tijd niet gebruikt, adviseren wij u:
1. de stekker uit het stopcontact te trekken
en de kraan dicht te draaien.
2. de deur op een kier te zetten om de vor-
ming van onaangename geurtjes te voor-
komen.
3. het inwendige van de machine leeg en
schoon te houden.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Zet de machine niet op een plaats waar de
temperatuur lager is dan 0 °C. Als het toch
niet anders kan, maak de machine leeg, sluit
de deur, ontkoppel de watertoevoerleiding
en laat deze leeglopen.
De machine verplaatsen
Als u de machine moet verplaatsen (bij ver-
huizing, enz.):
1. trek de stekker uit het stopcontact.
2. draai de waterkraan dicht.
3. verwijder de watertoevoer- en -afvoers-
lang.
4. trek de machine samen met de slangen
naar voren.
Vermijd kantelen van de machine tijdens het
vervoer.
16
Problemen oplossen
De afwasmachine start niet of stopt als hij
bezig is.
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een
gebrek aan eenvoudig onderhoud of onop-
lettendheid en kunnen zonder de inschake-
ling van een monteur worden opgelost met
behulp van de in de tabel hieronder beschre-
ven aanwijzingen.
Zet de afwasmachine uit en voer de volgende
voorgestelde corrigerende handelingen uit.
Storingscodes en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
Voortdurend knipperen van het controlelampje
programma bezig
onderbroken geluidssignaal
1 keer knipperen van het controlelampje einde
programma
De afwasmachine wordt niet gevuld met wa-
ter
De waterkraan is verstopt of aangezet met kalk-
aanslag.
Maak de waterkraan schoon.
De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
Het filter (indien aanwezig) in de schroeffitting
van de wateraanvoerslang is verstopt.
Maak het filter schoon.
De watertoevoerslang is niet juist geplaatst of is
gebogen of geknikt.
Controleer de aansluiting van de wateraan-
voerslang.
Voortdurend knipperen van het controlelampje
programma bezig
onderbroken geluidssignaal
2 keer knipperen van het controlelampje einde
programma
Het afwaswater wordt niet afgevoerd
De gootsteenafvoer is geblokkeerd.
Ontstop de gootsteenafvoer.
De waterafvoerslang is niet juist geplaatst of is
gebogen of geknikt.
Controleer de aansluiting van de waterafvoers-
lang.
Voortdurend knipperen van het controlelampje
programma bezig
onderbroken geluidssignaal
3 keer knipperen van het controlelampje einde
programma
Anti-overstromingsinrichting is geactiveerd
Draai de waterkraan dicht en neem contact op
met onze service-afdeling.
Storing Mogelijke oorzaak en oplossing
Het programma begint niet De deur van de afwasmachine is niet goed ge-
sloten.
Sluit de deur.
De stekker zit niet in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact
De zekering in de meterkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
Uitgestelde start is ingesteld. Annuleer de uit-
gestelde start als het serviesgoed direct moet
worden afgewassen.
Nadat u deze controles hebt uitgevoerd,
schakelt u het apparaat in.
Het programma gaat verder op het punt
waar het was onderbroken.
Als de storing of storingscode zich opnieuw
voordoet, dient u contact op te nemen met
onze service-afdeling.
Voor andere, niet in de bovenstaande tabel
beschreven storingscodes dient u ook con-
tact op te nemen met onze service-afdeling.
Houd als u contact opneemt met onze ser-
vice-afdeling de volgende gegevens bij de
hand: model (Mod.), productnummer (PNC)
en serienummer (S.N.).
Deze informatie is te vinden op het typepla-
tje aan de zijkant van de deur van de afwas-
machine.
Wij adviseren u deze nummers hier te note-
ren zodat u ze altijd bij de hand hebt:
Model : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
17
Productnum-
mer : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Serienum-
mer : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het afwasresultaat is niet bevredigend
De borden zijn niet
schoon
Het verkeerde afwasprogramma is geselecteerd.
Het serviesgoed is zo geplaatst dat het water niet alle delen van een op-
pervlak kan bereiken. De rekken moeten niet te vol worden geladen.
De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaat-
sing van het serviesgoed.
De filters in de bodem van het afwascompartiment zijn vuil of onjuist ge-
plaatst.
Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
Als er kalkresten op het serviesgoed achterblijven, is het zoutreservoir leeg
of is de waterontharder op het verkeerde niveau ingesteld.
De afvoerslang is niet correct aangesloten.
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
Het serviesgoed is nat
en dof
Er is geen glansmiddel gebruikt.
Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De glazen en borden
vertonen strepen,
melkachtige vlekken
of een blauwzweem
Verlaag de dosering van het glansmiddel.
Opgedroogde water-
druppels op glazen en
borden
Verhoog de dosering van het glansmiddel.
Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op met de consu-
mentenlijn van de afwasmiddellenfabrikant.
Als het probleem na al deze controles aan-
houdt, neem dan contact op met onze ser-
vice-afdeling.
Technische gegevens
Afmetingen Breedte
Hoogte
Diepte
59,6 cm
85,8 - 93,8 cm
55 cm
Elektrische aansluiting - Voltage
- Totale vermogen - Zekering
Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het type-
plaatje op de binnenrand van de deur van de afwasmachine.
Leidingwaterdruk Minimaal
Maximaal
0,05 MPa (0,5 bar)
0,8 MPa (8 bar)
Capaciteit 12 couverts
Montage
Waarschuwing! Alle
elektrotechnische en/of
loodgieterswerkzaamheden die
nodig zijn voor de installatie van het
apparaat dienen te worden
uitgevoerd door een erkend
installateur.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen alvo-
rens de machine te plaatsen.
Plaats de machine indien mogelijk naast een
waterkraan en een afvoer.
Deze afwasmachine is ontworpen voor in-
stallatie onder een keukenblad of werkop-
pervlak.
Let op! Volg nauwgezet de instructies op de
bijgeleverde mal voor de inbouw van de af-
wasmachine en plaatsing van het meubelpa-
neel.
Er zijn geen verdere openingen voor de ont-
luchting van de afwasmachine vereist, maar
alleen om de watertoevoer- en afvoerslang
en het aansluitsnoer door te laten.
18
De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes
voor het instellen van de hoogte.
Tijdens alle werkzaamheden waarbij interne
onderdelen toegankelijk zijn, dient de stekker
uit het stopcontact te worden getrokken.
Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de
machine voor dat de watertoevoerslang, de
afvoerslang en het aansluitsnoer niet zijn ge-
knikt of worden platgedrukt.
Bevestigen aan de aangrenzende
keukenmeubelen
De afwasmachine moet beveiligd worden te-
gen kantelen.
Zorg er daarom voor dat het aanrecht waar-
onder de machine geplaatst wordt, stevig
bevestigd is aan een vaste structuur (aan-
grenzende keukenunits, kasten, muur).
Waterpas zetten
Een machine die goed waterpas staat is es-
sentieel voor een goede sluiting en afdichting
van de deur.
Als het apparaat goed waterpas staat, raakt
de deur aan geen van de kanten de behui-
zing .
Als de deur niet goed sluit, draai dan de stel-
voetjes in of uit totdat de machine perfect
waterpas staat.
Aansluiting aan de waterleiding
Aansluiting watertoevoerslang
Dit apparaat kan worden aangesloten op een
heet (max. 60°) of koud waterkraan.
Als de aansluiting is gemaakt op een heet-
waterkraan, vermindert het energieverbruik
aanzienlijk. Dit hangt echter af van hoe het
hete water geproduceerd wordt. (We raden
alternatieve energiebronnen aan die milieu-
vriendelijker zijn zoals bijv. zonne- en fotovol-
taïsche panelen en windenergie).
Voor het tot stand brengen van de aansluiting
zelf is de wartelmoer die aan de waterslang
van de machine is bevestigd, geschikt voor
montage op een leidinguiteinde van 3/4"
gasdraad of op een speciale kraan met snel-
koppeling zoals de Press-block.
De waterdruk moet zich binnen de grenzen
bevinden zoals vermeld in de "Technische
specificaties". Uw waterleidingbedrijf kan u
informeren over de gemiddelde leidingwater-
druk in uw omgeving.
De watertoevoerslang mag tijdens het aan-
sluiten niet zijn geknikt, worden platgedrukt
of in de knoop zitten.
De sluitmoer moet goed worden bevestigd
om waterlekkage te voorkomen.
Als het apparaat wordt aangesloten op nieu-
we leidingen of op leidingen die lang niet zijn
gebruikt, moet u het water enkele minuten
laten doorlopen voordat u de toevoerslang
aansluit.
Gebruik GEEN aansluitslangen die eer-
der voor een oude machine zijn gebruikt.
Dit apparaat is uitgerust met veiligheids-
voorzieningen die voorkomen dat het in
de machine gebruikte water terugkeert
in het drinkwatersysteem. Dit apparaat
voldoet aan de van toepassing zijnde re-
gelgeving voor loodgieterswerk.
Watertoevoerslang met veiligheidsklep
Na aansluiting van de dubbelwandige water-
toevoerslang bevindt de veiligheidsklep zich
bij de kraan. Daarom bevindt de watertoe-
voerslang zich alleen onder druk als het wa-
ter loopt. Als de watertoevoerslang dan be-
gint te lekken, sluit de veiligheidsklep het
stromende water af.
Pas op als u de watertoevoerslang installeert:
de elektriciteitskabel voor de veiligheids-
klep bevindt zich in de dubbelwandige wa-
tertoevoerslang. Dompel de watertoe-
voerslang of de veiligheidsklep niet in wa-
ter.
Als de watertoevoerslang of de veiligheids-
klep beschadigd raken, trek dan direct de
stekker uit het stopcontact.
Een watertoevoerslang met veiligheidsklep
mag alleen worden vervangen door de ser-
vice-afdeling.
Waarschuwing! Gevaarlijke spanning
19
Aansluiting waterafvoerslang
Het uiteinde van de afvoerslang kan op de
volgende manieren worden aangesloten:
1. Aan de gootsteenafvoer, met bevestiging
tegen de onderkant van het werkopper-
vlak. Hiermee wordt voorkomen dat
gootsteenwater de machine inloopt.
2. Aan een standpijp voorzien van een ven-
tilatieopening, minimale binnendiameter
4 cm.
max 85 cm
min 40 cm
max 400 cm
De afvoerslang kan vanaf de afwasmachine
naar links of naar rechts lopen
Verzeker u ervan dat de slang niet gebogen
is of platgedrukt wordt, aangezien dit de af-
voer van water kan vertragen of in de weg
staan.
De stop mag niet in de afvoer zitten als de
machine water aan het afvoeren is, aange-
zien het water dan weer in de machine terug
kan lopen.
Als u voor de afvoerslang een verlengstuk
gebruikt, mag de binnendiameter hiervan
niet kleiner zijn dan de diameter van de mee-
geleverde slang.
Evenmin mag de binnendiameter van de voor
de aansluitingen aan de afvoer gebruikte
koppelingen kleiner zijn dan de diameter van
de bijgeleverde slang.
Bij het aansluiten van de afvoerslang op een
sifon onder de gootsteen moet het gehele
plastic membraan (A) verwijderd wor-
den. Indien niet het gehele membraan wordt
verwijderd zullen zich op den duur voedsel-
deeltjes verzamelen die de afvoerslang van
de afwasmachine kunnen verstoppen
Onze apparaten worden geleverd met
een veiligheidsvoorziening die ervoor
zorgt dat vuil water niet terug kan lopen
in de machine. Als uw gootsteenafvoer
is voorzien van een geïntegreerde terug-
slagklep kan dit een goede waterafvoer
van uw afwasmachine in de weg staan.
Wij adviseren u dan ook de terugslag-
klep te verwijderen.
Om te voorkomen dat er lekkage op-
treedt na de installatie, moet u ervoor
zorgen dat de waterkoppelingen stevig
vast zitten.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Waarschuwing! Het apparaat moet
volgens de veiligheidsvoorschriften
worden geaard.
Alvorens het apparaat in gebruik te
nemen dient u zich ervan te verze-
keren dat de nominale spanning en
het spanningstype op het typepla-
tje in overeenstemming zijn met de
netspanning waarop de machine
aangesloten gaat worden. Ook de
waarde van de zekering is te vinden
op het typeplaatje.
Steek de stekker altijd in een correct
geïnstalleerd schokbestendig stop-
contact.
Gebruik geen meervoudige stek-
kers, verloopstekkers en verlengka-
bels. Hierdoor kan brandgevaar
door oververhitting ontstaan.
Laat indien nodig de wandcontact-
doos van de huisinstallatie verplaat-
20
sen. Neem contact op met onze ser-
vice-afdeling als het aansluitsnoer
moet worden vervangen.
De stekker moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
Trek de stekker nooit aan het snoer
uit het stopcontact. Trek altijd aan
de stekker zelf.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als boven genoem-
de veiligheidsmaatregelen niet in
acht worden genomen.
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar
moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste
manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het recyclen
van dit product, kunt u contact opnemen met
de gemeente, de gemeentereiniging of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriende-
lijk en kunnen worden gerecycled. De kunst-
stofonderdelen zijn gemarkeerd, bijv. >PE<,
>PS <, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in
de daarvoor bedoelde container bij uw plaat-
selijke afvaldienst.
Waarschuwing! Als u het apparaat
afdankt:
trek de stekker uit het stopcontact,
snijd het aansluitsnoer met de stekker
af en gooi het weg,
verwijder het slot van de deur. Zo
voorkomt u dat kinderen zichzelf in-
sluiten en hun leven in gevaar bren-
gen.
21
Doelmatig en Stijlvol
Telefoon afdeling service en onderdelen:
Pelgrim service: Tel. 0900-55 50 003:
Fax: +31 (0)26-88 21 333
Numéro de téléphone du service après-vente et
des pièces détachées
Pelgrim S.A. Belgique
Zone Industrielle, Keerstraat 1
B-9420 Erpe-Mere
Tél.: (053) 80 62 08
Fax: (053) 80 60 57
117960651-00-032009
/