Documenttranscriptie
Gebruiksaanwijzing
Notice
d'utilisation
Benutzerinformation
User manual
Afwasmachine
Lave-vaisselle
Geschirrspüler
Dishwasher
VA6111LT
2
Inhoud
Veiligheidsinformatie
2
Beschrijving van het product
4
Bedieningspaneel
4
Het eerste gebruik
6
De waterontharder instellen
6
Gebruik van zout voor de vaatwasser
7
Gebruik van glansspoelmiddel
8
Dagelijks gebruik
9
De vaatwasser inruimen
10
Gebruik van vaatwasmiddelen
12
Een wasprogramma selecteren en starten
13
De vaatwasser uitruimen
Wasprogramma's
Onderhoud en reiniging
Problemen oplossen
Technische gegevens
Montage
Aansluiting aan de waterleiding
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Milieubescherming
14
14
15
16
18
18
19
20
21
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
In het belang van uw veiligheid en om
een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van belang dat u, alvorens het
apparaat te installeren en in gebruik te
nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig
doorleest. Om onnodige vergissingen en
ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle mensen die
het apparaat gebruiken, volledig bekend
zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzieningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blijven als het wordt verplaatst of
verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd
over het gebruik en de veiligheid van het
apparaat.
• Open de deur niet als het apparaat in
werking is; er kan hete stoom ontsnappen.
• Neem geen serviesgoed uit de afwasmachine voordat het afwasprogramma is afgelopen.
• Trek na het gebruik de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
• Dit product mag alleen worden onderhouden door een daartoe bevoegde servicemonteur en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen.
• Onder geen voorwaarde moet u proberen
de afwasmachine zelf te repareren. Reparaties die worden uitgevoerd door onervaren personen veroorzaken letsel of storingen. Neem contact op met onze serviceafdeling. Sta te allen tijde op het gebruik
van originele reserveonderdelen.
Correct gebruik
• Deze afwasmachine is uitsluitend bedoeld
voor het reinigen van huishoudelijke gebruiksvoorwerpen die geschikt zijn voor
reiniging in een afwasmachine.
• Doe geen oplosmiddelen in de afwasmachine. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Messen en andere voorwerpen met scherpe punten moeten met de punt naar beneden in de bestekmand worden geplaatst of horizontaal in het bovenrek worden gelegd.
• Gebruik alleen producten (afwasmiddel,
zout en glansmiddel) die geschikt zijn voor
afwasmachines.
Algemene veiligheid
• Mensen (met inbegrip van kinderen) met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis mogen dit apparaat niet
gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan
of instructies krijgen over het gebruik van
dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Afwasmiddelen kunnen chemische brandwonden veroorzaken aan de ogen, de
mond en de keel. Deze kunnen levensbedreigend zijn! Houd u aan de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfabrikant.
3
• Het water in uw afwasmachine is geen
drinkwater. Resten van afwasmiddel kunnen nog in de machine aanwezig zijn.
• Zorg ervoor dat de deur van de afwasmachine altijd gesloten is als het apparaat niet
wordt in- of uitgeruimd. Zo voorkomt u dat
iemand over de open deur struikelt en zich
bezeert.
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
De veiligheid van kinderen
• Dit apparaat is bestemd voor gebruik door
volwassenen. Kinderen moeten in de gaten gehouden worden om te voorkomen
dat zij met het apparaat gaan spelen..
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het
bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige
plaats buiten het bereik van kinderen.
• Houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine als de deur open staat.
Installatie
• Controleer uw afwasmachine op eventuele
transportschade. Sluit nooit een beschadigde machine aan. Neem contact op met
uw leverancier als de machine beschadigd
is.
• Alle verpakkingsmaterialen moeten verwijderd worden voordat u het apparaat in gebruik neemt.
• Alle elektrische en loodgieterswerkzaamheden die nodig zijn voor de installatie van
dit apparaat moeten worden uitgevoerd
door een gekwalificeerd en competent
persoon.
• Om veiligheidsredenen is het gevaarlijk wijzigingen aan te brengen in de specificaties
of dit product op enigerlei wijze te modificeren.
• Gebruik de afwasmachine nooit als het
aansluitsnoer of de waterslangen beschadigd zijn; of als het bedieningspaneel, het
werkblad of de plint zodanig beschadigd
zijn dat het inwendige van de machine vrij
toegankelijk is. Raadpleeg onze serviceafdeling om gevaarlijke situaties te voorkomen.
• In de behuizing van de afwasmachine mogen geen gaten worden geboord ter voorkoming van schade aan hydraulische en
elektrische onderdelen.
Waarschuwing! Voor de aansluiting
van elektriciteit en water dienen de
instructies in de desbetreffende
paragrafen nauwgezet te worden
opgevolgd.
4
Beschrijving van het product
1 Bovenrek
2 Aanpassen van de instelling van de waterhardheid
3 Zoutreservoir
4 Afwasmiddeldoseerbakje
5 Glansmiddeldoseerbakje
Bedieningspaneel
6
7
8
9
Typeplaatje
Filters
Onderste sproeiarm
Bovenste sproeiarm
5
1
2
3
4
5
Aan-/uittoets
Toets uitgestelde start
Toets programmakeuze/annuleren ( PROGRAM RESET )
Controlelampjes
Programmalampjes
Programmalampjes A en B
In aanvulling op de keuze van het bijbehorende afwasprogramma, zullen deze lampjes
u ook helpen bij de volgende handelingen:
– het instellen van het niveau van de waterontharder,
– het in- of uitschakelen van de geluidssignalen.
Controlelampjes
Zout
Gaat branden als het speciale zout op is.
Glansmiddel
Gaat branden als het glansmiddel op is.
Einde
Gaat branden als het afwasprogramma is afgelopen. Heeft ook andere visuele signaleringsfuncties zoals:
– het instellen van de waterontharder,
– in- of uitschakelen van de geluidssignalen,
– melden van een alarm als gevolg van storing van de machine.
Instelling
Druk op de aan-/uittoets; als ALLE programmalampjes uit zijn en het controlelampje Einde knippert, staat het apparaat in de instelmodus.
Vergeet nooit dat bij het uitvoeren van
handelingen zoals:
– het selecteren van een afwasprogramma,
– het instellen van het niveau van de waterontharder,
– het in- of uitschakelen van de geluidssignalen,
het apparaat in de instelmodus MOET
staan.
Druk op de aan-/uittoets; Als er een programmalampje continu brandt, dan is het
laatst uitgevoerde of gekozen programma
nog ingesteld. Om in dit geval terug te keren
naar de instelmodus moet het programma
worden geannuleerd.
Een ingesteld programma of een lopend
programma annuleren
Druk, gedurende ongeveer 3 seconden, op
de toets programmakeuze/annuleren totdat
het controlelampje End gaat knipperen. Het
programma is geannuleerd en de machine
staat nu in de instelmodus.
Geluidssignalen
De geluidssignalen zijn bedoeld om aan te
geven welke handelingen het apparaat aan
het uitvoeren is:
– einde van het afwasprogramma,
– melden van een alarm als gevolg van storing van de machine.
Fabrieksinstelling: geluidssignalen ingeschakeld
De geluidssignalen kunnen worden uitgeschakeld.
In- en uitschakelen van de
geluidssignalen
1. Druk op de aan-/uittoets. Het apparaat
moet in de instelmodus staan.
2. Houd de toets programmakeuze/annuleren ingedrukt totdat het programmalampje A gaat knipperen en programmalampje B continu gaat branden.
3. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/annuleren. Programmalampje A
gaat continu branden en programmalampje B begint te knipperen. Wacht tot
programmalampje A uit gaat. Programmalampje B blijft knipperen en controlelampje Einde brandt continu. Dit betekent
dat u de functie inschakelen/uitschakelen
van de geluidssignalen geactiveerd heeft.
Het continu branden van het controle-
6
lampje Einde betekent dat de geluidssignalen ingeschakeld zijn.
4. Om de geluidssignalen uit te schakelen
nogmaals op de toets Programmakeuze/
Annuleren drukken. Het indicatorlampje
Einde gaat uit, wat aangeeft dat de geluidssignalen zijn uitgeschakeld.
5. Schakel om de bewerking vast te leggen
de afwasmachine uit door op de aan-/
uittoets te drukken.
• Om de geluidssignalen weer in te schakelen hoeft u alleen maar de bovenstaande
instructies op te volgen totdat het indicatielampje Einde programma gaat branden.
Het eerste gebruik
Voordat u uw afwasmachine in gebruik
neemt:
• Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting
en de wateraansluiting voldoen aan de installatie-instructies
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen uit
het inwendige van de machine
• De waterontharder instellen
• Giet 1 liter water in het zoutreservoir en vul
het reservoir vervolgens met regenereerzout
• Vul het glansmiddeldoseerbakje
Als u gebruik wilt maken van gecombineerde afwasmiddelblokjes
zoals: ''3 in 1'', ''4 in 1'', ''5 in 1'' enz...
volg de instructies in "Gebruik van
afwasmiddel".
De waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een waterontharder die is ontworpen om mineralen
en zouten uit het leidingwater te verwijderen
die een schadelijk of negatief effect zouden
hebben op de werking van het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen en
zouten is, des te harder is het water. De
hardheid van water wordt gemeten in equivalente eenheden, Duitse hardheid (°dH),
Franse hardheid (°TH) en mmol/l (millimol per
liter - internationale eenheid voor de hardheid
van water).
De ontharder moet worden ingesteld in overeenstemming met de hardheid van het water
in uw omgeving. Uw waterleidingbedrijf kan
u informeren over de hardheid van het water
in uw woonplaats.
De waterontharder moet op beide manieren worden ingesteld: handmatig,
met behulp van de waterhardheidstoets
en elektronisch.
Aanpassen van de waterhardheidsinstelling
Waterhardheid
Gebruik
van
zout
°dH
°TH
mmol/l
handmatig
elektronisch
51 - 70
91 - 125
9,1 - 12,5
2
niveau 10
ja
43 - 50
76 - 90
7,6 - 9,0
2
niveau 9
ja
37 - 42
65 - 75
6,5 - 7,5
2
niveau 8
ja
29 - 36
51 - 64
5,1 - 6,4
2
niveau 7
ja
23 - 28
40 - 50
4,0 - 5,0
2
niveau 6
ja
19 - 22
33 - 39
3,3 - 3,9
2
niveau 5
ja
15 - 18
26 - 32
2,6 - 3,2
1
niveau 4
ja
11 - 14
19 - 25
1,9 - 2,5
1
niveau 3
ja
4 - 10
7 - 18
0,7 - 1,8
1
niveau 2
ja
<4
<7
< 0,7
1
niveau 1
nee
7
Handmatig instellen
De afwasmachine wordt in de fabriek ingesteld op stand 2.
1. Open de deur van de afwasmachine.
2. Neem het onderrek uit de afwasmachine.
3. Zet de waterhardheidstoets in stand 1 of
2 (zie tabel).
4. Plaats het onderrek terug.
Elektronisch instellen
De afwasmachine is in de fabriek ingesteld op stand 5.
1. Druk op de aan-/uittoets. De afwasmachine moet in de instelmodus staan.
2. Houd de toets programmakeuze/annuleren ingedrukt totdat het programmalampje A gaat knipperen en programmalampje B continu gaat branden. Wacht tot
programmalampje B uit gaat. Programmalampje A blijft knipperen en tegelijker-
tijd gaat het controlelampje Einde knipperen. Wacht tot programmalampje B uit
gaat. Programmalampje A blijft knipperen
en tegelijkertijd gaat het controlelampje
Einde knipperen. Dit betekent dat u de
functie elektronische instelling van de waterontharder geactiveerd heeft. Het huidige niveau wordt aangegeven door het
aantal keren dat het controlelampje Einde
programma knippert en een onderbreking van enkele seconden.
Voorbeelden:
5 keer knipperen, pauze, 5 keer knipperen, pauze, enz. = niveau 5
6 keer knipperen, pauze, 6 keer knipperen, pauze, enz. = niveau 6
3. Druk op de toets Programmakeuze/Annuleren om het niveau te wijzigen. Elke
keer dat deze toets wordt ingedrukt,
wordt het niveau gewijzigd. (Zie de tabel
voor de selectie van het nieuwe niveau).
Voorbeelden:
Als het huidige niveau 5 is, wordt door de
toets programmakeuze/annuleren één
keer in te drukken, niveau 6 geselecteerd,
Als het huidige niveau 10 is, wordt door
toets programmakeuze/annuleren één
keer in te drukken, niveau 1 geselecteerd.
4. Schakel om de bewerking vast te leggen
de afwasmachine uit door op de aan-/
uittoets te drukken.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
Waarschuwing!
Gebruik alleen zout dat specifiek is bestemd
voor gebruik in afwasmachines. Alle andere
soorten zout die niet specifiek zijn ontwikkeld
voor gebruik in een afwasmachine, in het bijzonder tafelzout, zullen schade toebrengen
aan de waterontharder. Vul alleen zout bij
vlak voordat u een van de volledige afwasprogramma's gaat starten. Hiermee wordt
voorkomen dat gemorste zoutkorrels of zout
water enige tijd op de bodem van de machine achterblijven, hetgeen corrosie kan veroorzaken.
Vullen:
1. Open de deur, neem het onderrek uit de
machine en schroef het deksel van het
zoutreservoir los door het tegen de wijzers van de klok in te draaien.
2. Giet 1 liter water in het reservoir (dit is
alleen nodig als de machine de eerste
keer met zout wordt gevuld) .
3. Giet met behulp van de bijgeleverde
trechter zout in het reservoir totdat het vol
is.
8
5. Draai het deksel goed vast door het met
de klok mee te draaien tot de aanslag (u
hoort een klik).
Maak u geen zorgen als er bij het vullen
met zout water uit de vulopening
stroomt, dit is heel normaal.
4. Plaats het deksel terug en zorg er voor
dat er geen zoutresten achterblijven op
de schroefdraad of op de pakking.
Het zoutcontrolelampje op het bedieningspaneel kan 2-6 uur blijven
branden nadat het zout is bijgevuld,
ervan uitgaande dat de afwasmachine ingeschakeld blijft. Als u gebruik
maakt van zout dat minder snel oplost, kan dit nog langer duren. De
werking van de machine wordt hierdoor niet beïnvloed.
Gebruik van glansspoelmiddel
Waarschuwing! Gebruik alleen
merkglansmiddelen voor
afwasmachines.
Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit
met andere middelen (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Dit zou het apparaat beschadigen.
2. Giet glansmiddel in het reservoir. Het
maximale vulniveau wordt aangegeven
door "max".
Glansmiddel zorgt ervoor dat het serviesgoed grondig wordt gespoeld en vrij
van vlekken en strepen opdroogt.
Glansmiddel wordt tijdens de laatste
keer spoelen automatisch gedoseerd.
1. Open het reservoir door op de ontgrendelknop (A) te drukken.
Het doseerbakje bevat ongeveer 110 ml
glansmiddel, voldoende voor tussen de
16 en 40 afwascycli, afhankelijk van de
ingestelde dosering.
3. Zorg ervoor dat het deksel na het vullen
goed wordt gesloten.
Neem eventueel bij het vullen gemorst
glansmiddel op met een absorberende
doek om de volgende keer als u een
programma draait buitensporige
schuimvorming te voorkomen.
9
Stel de dosering van het glansmiddel in overeenstemming met de bereikte eind- en
droogresultaten in met behulp van de 6-standenschakelaar (stand 1 minimumdosering,
stand 6 maximumdosering).
De dosering wordt in de fabriek ingesteld op
stand 4.
Verhoog de dosering als er na afloop van het
programma waterdruppels of kalkvlekken op
het serviesgoed achterblijven.
Verlaag de dosering als er kleverige witachtige strepen op het serviesgoed achterblijven
of een blauwzweem op glaswerk of op de
lemmeten van messen.
Dagelijks gebruik
• Controleer of het nodig is regenereerzout
of glansmiddel bij te vullen.
• Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine.
• Afwasmiddel doseren.
• Selecteer een programma dat geschikt is
voor het bestek en het serviesgoed.
• Start het afwasprogramma.
Handige aanwijzingen en tips
Sponzen, huishoudtextiel en voorwerpen die
water kunnen absorberen mogen niet in de
afwasmachine worden gereinigd.
• Voordat u het serviesgoed in de machine
plaatst, dient u:
– alle voedselresten en rommel te verwijderen.
– Laat aangebakken etensresten in pannen eerst inweken
• Let bij het plaatsen van serviesgoed en bestek op de volgende punten:
– Borden en bestek mogen de draaibeweging van de sproeiarmen niet belemmeren.
– Plaats holle voorwerpen zoals kopjes,
glazen, pannen, enz. met de opening
naar beneden zodat ze niet vol water lopen.
– Borden en bestek mogen niet in elkaar
liggen of elkaar bedekken.
– Zorg er ter voorkoming van schade aan
glaswerk voor dat glazen elkaar niet raken.
– Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
• Voorwerpen van kunststof en pannen met
teflon hebben de neiging waterdruppels
vast te houden; deze voorwerpen drogen
niet zo goed als voorwerpen van porselein
en staal.
• Lichte voorwerpen (kunststofbakjes enz.)
moeten in het bovenrek worden geplaatst
en zo worden neergezet dat ze niet kunnen
bewegen.
10
Het volgende serviesgoed en bestek is voor reiniging in de afwasmachine
niet geschikt:
in beperkte mate geschikt:
• bestek met houten, hoornen, porseleinen of pa- • Reinig aardewerk alleen in de afwasmachine als
relmoeren handgrepen.
het door de fabrikant specifiek wordt geken• voorwerpen van kunststof die niet hittebestenmerkt als afwasmachinebestendig.
dig zijn.
• Geglazuurde dessins kunnen vervagen als ze
• ouder bestek met gelijmde onderdelen die niet
vaak in de afwasmachine gewassen worden.
hittebestendig zijn.
• Zilveren en aluminium hebben de neiging om
• gelijmd bestek of gelijmde borden.
tijdens het reinigen te verkleuren: Etensresten,
• tinnen of koperen voorwerpen.
bijv. eiwit, eierdooier en mosterd, veroorzaken
• glaswerk van loodkristal.
op zilver vaak verkleuring en vlekken. Verwijder
• gemakkelijk roestende stalen voorwerpen.
etensresten dan ook onmiddellijk van zilver, als
• houten schotels.
dit niet meteen na gebruik wordt afgewassen.
• voorwerpen gemaakt van synthetische vezels.
De vaatwasser inruimen
Het onderrek
Het onderrek is geschikt voor steelpannen,
deksels, borden, slakommen, bestek, enz.
De bestekmand
Rechtop geplaatste lange messen zijn
een potentieel gevaar. Lang en/of
scherp snijgereedschap zoals
bijvoorbeeld vleesmessen moeten
horizontaal in het bovenrek worden
gelegd. Pas op bij het plaatsen of
uitnemen van scherpe voorwerpen zoals
messen.
Plaats vorken en lepels in de uitneembare
bestekmand met de handvatten naar beneden en messen met de handvatten naar boven gericht.
U kunt de rijen met punten in het onderrek
laten zakken om ruimte te maken voor potten, pannen en schalen.
Als de handgrepen onder de bestekmand
uitsteken en de onderste sproeiarm in zijn
beweging belemmeren, dient het bestek met
de handgrepen omhoog te worden geplaatst.
Meng lepels met ander bestek om te voorkomen dat zij aan elkaar kleven.
11
Voor de beste resultaten raden wij u aan gebruik te maken van de bestekroosters (indien
de grootte en afmetingen van het bestek dit
toelaten).
plaatst. Voor hogere voorwerpen kunnen de
kopjesrekken worden opgeklapt.
Controleer alvorens de deur te sluiten
dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Gebruik voor groter kookgerei slechts 1
rooster.
Bovenrek
Het bovenrek is geschikt voor schotels, kommen, kopjes, glazen, potten en deksels.
Plaats voorwerpen zo op en onder de kopjesrekken dat het water alle oppervlakken
kan bereiken.
De hoogte van het bovenrek aanpassen
Als er zeer grote borden moeten worden afgewassen, kunt u deze in het onderrek plaatsen nadat u het bovenrek in zijn hoogste positie hebt geplaatst.
Maximale hoogte van borden in het onderrek
Met bovenrek in hoogste stand
30 cm
Met bovenrek in laagste stand
29 cm
Ga als volgt te werk om het bovenrek in
zijn hoogste stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Houd het bovenrek vast bij het handvat
aan de zijkant.
3. Trek het rek voorzichtig tot de aanslag
naar buiten.
Glazen met een lange voet kunnen ondersteboven in de kopjesrekken worden ge-
12
4. Laat het verticaal naar beneden zakken.
Het mechanisme houdt het rek in de hogere of lagere stand.
Sluit na het vullen van de machine
altijd de deur, want een open deur
kan gevaarlijk zijn.
Gebruik van vaatwasmiddelen
Gebruik uitsluitend afwasmiddelen die
specifiek zijn bedoeld voor gebruik in afwasmachines.
Neem de aanbevelingen van de fabrikant voor dosering en bewaren op de
verpakking van het afwasmiddel in acht.
Het gebruik van niet meer dan de juiste
hoeveelheid afwasmiddel draagt bij aan
minder milieuverontreiniging.
3. Alle programma's met voorwas hebben
een extra dosering afwasmiddel nodig
(5/10 g) dat in het afwasmiddelbakje voor
de voorwas (2) moet worden gedaan.
Deze dosering wordt gebruikt tijdens de
voorwasfase.
Bij gebruik van afwasmiddeltabletten;
plaats het tablet in vak (1)
Afwasmiddel doseren
1. Open het deksel.
4. Sluit het deksel en druk totdat het op zijn
plaats klikt.
2. Vul het afwasmiddelbakje (1) met afwasmiddel. De markering geeft de doseerniveaus aan:
20 = ca. 20 g afwasmiddel
30 = ongeveer 30 g afwasmiddel.
1
2
Afwasmiddeltabletten van verschillende
fabrikanten lossen niet allemaal even
snel op. Daarom bereiken bepaalde afwasmiddeltabletten tijdens korte programma's niet hun volledige reinigingswerking. Kies daarom bij het gebruik van
afwasmiddeltabletten lange programma's, om ervoor te zorgen dat tabletresten volledig worden verwijderd.
Gebruik van gecombineerde
afwasmiddeltabletten
Dit zijn producten met een gecombineerde
reinigings-, glans- en zoutfunctie. Ook kunnen zij verschillende andere middelen bevatten afhankelijk van de soort tabletten die u
kiest ("3 in 1", "4 in 1", "5 in 1" enz...).
1. Controleer of deze producten geschikt
zijn voor uw waterhardheid. Zie de instructies van de fabrikant.
Het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje hoeven dan niet meer bijgevuld
13
te worden. In dit geval blijft het controlelampje glansmiddel altijd branden, als de
machine wordt ingeschakeld.
2. Kies de laagste instelling voor de waterhardheid en de dosering van het glansmiddel.
Als de droogresultaten niet bevredigend
zijn, adviseren wij u:
1. het glansmiddeldoseerbakje te vullen met
glansmiddel.
2. de dosering van het glansmiddel in te
stellen op stand 2.
Als u besluit weer over te gaan op het
gebruik van de
standaardafwasmiddelen adviseren wij
u:
1. vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje opnieuw.
2. Stel de waterhardheid in op de hoogste
stand en laat 1 normaal afwasprogramma, zonder serviesgoed, draaien.
3. Stel de waterhardheid in overeenstemming de hardheid van het water in uw
omgeving.
4. De glansmiddeldosering in te stellen.
Een wasprogramma selecteren en starten
Selecteer het afwasprogramma met
de deur enigszins geopend. Het programma begint pas als de deur gesloten is. Tot dat moment kunnen de
instellingen nog worden gewijzigd.
1. Controleer of de rekken juist zijn geladen
en of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
2. Controleer of de waterkraan is geopend.
3. Druk op de aan-/uittoets. De afwasmachine moet in de instelmodus staan.
4. Druk op de toets programmakeuze/annuleren tot het lampje dat bij het gewenste programma hoort gaat branden (zie
tabel "Afwasprogramma's").
Sluit de deur van de afwasmachine, het
programma start automatisch.
Het programma instellen en starten met
"uitgestelde start"
De start van het programma wordt 3 uur
uitgesteld.
1. Een afwasprogramma selecteren.
2. Druk op de toets uitgestelde start. Het
bijbehorende controlelampje brandt.
3. Sluit de deur van de afwasmachine. Het
aftellen start automatisch.
Het openen van de deur onderbreekt het
aftelproces. Zodra de deur wordt gesloten, gaat het aftellen verder vanaf het
punt waarop het was onderbroken.
4. Als het aftelproces verstreken is, wordt
het afwasprogramma automatisch gestart.
Een lopend startuitstel annuleren
1. Open de deur van de afwasmachine.
2. Druk op de toets uitgestelde start. Het
bijbehorende controlelampje gaat uit.
3. Sluit de deur van de afwasmachine. Het
afwasprogramma start automatisch.
Waarschuwing! Onderbreek of
annuleer een lopend
afwasprogramma ALLEEN als het
absoluut noodzakelijk is.
Let op! Als de deur wordt geopend
kan hete stoom vrijkomen. Open de
deur voorzichtig.
Een lopend afwasprogramma
onderbreken
Open de deur van de afwasmachine; het
programma stopt. Sluit de deur; het programma gaat verder waar het was onderbroken.
Het lopende programma annuleren
• Open de deur van de afwasmachine; druk
gedurende ongeveer 3 seconden op de
toets Programmakeuze/Annuleren, tot het
lampje van het lopende programma uit
gaat en het lampje einde programma gaat
knipperen. Het afwasprogramma is geannuleerd en het apparaat staat nu in de instelmodus.
• Als er een nieuw afwasprogramma moet
worden gekozen, controleer dan of er afwasmiddel in het doseerbakje zit.
14
Einde van het afwasprogramma
• De afwasmachine stopt automatisch en
een geluidssignaal laat u weten dat het
programma is afgelopen.
• Open de deur van de afwasmachine.
• Het lampje einde programma brandt.
• Het controlelampje van het zojuist beëindigde programma blijft branden.
1. Schakel de afwasmachine uit door op de
aan-/uittoets te drukken.
2. Laat de deur van de afwasmachine op
een kier staan en wacht een paar minuten
voordat u het serviesgoed uit de machine
haalt; dit zal dan al enigszins zijn afgekoeld en ook beter zijn gedroogd.
De vaatwasser uitruimen
• Hete borden zijn gevoelig voor stoten. Het
is daarom raadzaam het serviesgoed eerst
te laten afkoelen alvorens de machine uit
te ruimen.
• Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit; hiermee voorkomt u dat er water van het bovenrek op het serviesgoed in
het onderrek druppelt.
• Er kan water op de zijkanten en de deur
van de afwasmachine ontstaan omdat
roestvrij staal uiteindelijk koeler zal worden
dan het serviesgoed.
Als het afwasprogramma is afgelopen is het raadzaam de stekker uit
het stopcontact te trekken en de
kraan dicht te draaien.
Wasprogramma's
Afwasprogramma's
Mate van vervuiling
Soort serviesgoed
Sterk vervuild
Serviesgoed, bestek, potten en
pannen
Voorwas
Hoofdwas
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
Normaal 65°
Normaal vervuild
Serviesgoed, bestek, potten en
pannen
Voorwas
Hoofdwas
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
Snel tot 60°
Normaal of licht
vervuild
Serviesgoed en
bestek
Hoofdwas
Laatste spoelgang
Normaal vervuild
Serviesgoed en
bestek
Voorwas
Hoofdwas
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
Alles
Gedeeltelijke belading (later op de
dag verder te vullen).
Programma
Intensief 70°
1)
Eco tot 50°
2)
Voorspoelen
Beschrijving programma
Eén koude spoelgang (om te voorkomen
dat etensresten aan elkaar plakken).
Voor dit programma hoeft geen afwasmiddel gebruikt te worden.
1) Ideaal voor gebruik bij een gedeeltelijk gevulde afwasmachine. Dit is het perfecte dagelijkse
programma, speciaal bedoeld voor een gezin bestaande uit 4 personen om alleen het serviesgoed
van het ontbijt en het avondeten af te wassen.
2) Test programma voor testinstanties
15
Verbruikswaarden
Programma
Programmaduur
(in minuten)
Energieverbruik
(in kWh)
Waterverbruik
(in liter)
1)
1)
1)
Intensief 70°
120 - 130
1,8 - 2,0
22 - 24
Normaal 65°
100 - 110
1,4 - 1,6
19 - 21
Snel tot 60°
30
0,9
9
Eco tot 50° 2)
130 - 140
1,0 - 1,2
14 - 16
Voorspoelen
12
0,1
5
1) De verbruikswaarden zijn bedoeld als richtlijn en zijn afhankelijk van de druk en de temperatuur van
het water, maar ook van de variaties in de netspanning en de hoeveelheid serviesgoed
2) Test programma voor testinstanties
Onderhoud en reiniging
De filters reinigen
De filters moeten van tijd tot tijd worden gecontroleerd en gereinigd. Vuile filters beïnvloeden het afwasresultaat negatief.
Waarschuwing! Zorg ervoor dat de
machine is uitgeschakeld voordat de
filters worden schoongemaakt.
1. Open de deur, neem het onderrek uit de
machine.
2. Het filtersysteem van de afwasmachine
omvat een grof filter ( A ), een microfilter
( B ) en een platte filter. Ontgrendel het
filtersysteem met behulp van de hendel
op het microfilter.
3. Draai de greep ongeveer een kwartslag
naar links en verwijder het filtersysteem
4. Pak het grof filter ( A ) beet bij de greep
en verwijder het microfilter ( B ).
5. Maak alle filters onder stromend water
grondig schoon.
6. Verwijder het platte filter uit de bodem van
het afwascompartiment en reinig het filter
grondig aan beide kanten.
16
7. Plaats het platte filter terug in de bodem
van het afwascompartiment en controleer of het filter goed op zijn plaats zit.
8. Plaats het grof filter ( A ) in het microfilter
( B ) en druk ze tegen elkaar.
9. Breng de filtercombinatie terug op zijn
plaats en vergrendel het geheel door de
hendel tot de aanslag met de wijzers van
de klok mee te draaien. Let er bij deze
procedure op dat het platte filter niet boven de bodem van het afwascompartiment uitsteekt.
Gebruik de afwasmachine NOOIT zonder filters. Een onjuiste terugplaatsing en
bevestiging van de filters heeft slechtere
afwasresultaten tot gevolg en kan resulteren in schade aan het apparaat
Probeer NOOIT de sproeiarmen te
verwijderen.
Als etensresten de openingen in de
sproeiarmen hebben verstopt, verwijder
deze dan met een cocktailprikker.
Buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het bedieningspaneel met een vochtige zachte doek. Gebruik - indien nodig - alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik
nooit schurende producten, schuursponsjes
of oplosmiddelen (aceton, trichlooretheen,
enz.).
De binnenkant van de machine reinigen
Zorg ervoor dat de afdichtingsrubbers rondom de deur en het afwasmiddelbakje en
glansmiddeldoseerbakje regelmatig met een
vochtige doek worden gereinigd.
Wij adviseren eenmaal per 3 maanden een
afwasprogramma voor ernstig vervuild serviesgoed te draaien met afwasmiddel, maar
zonder serviesgoed.
Als de afwasmachine langere tijd niet
wordt gebruikt
Als u de afwasmachine gedurende langere
tijd niet gebruikt, adviseren wij u:
1. de stekker uit het stopcontact te trekken
en de kraan dicht te draaien.
2. de deur op een kier te zetten om de vorming van onaangename geurtjes te voorkomen.
3. het inwendige van de machine leeg en
schoon te houden.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Zet de machine niet op een plaats waar de
temperatuur lager is dan 0 °C. Als het toch
niet anders kan, maak de machine leeg, sluit
de deur, ontkoppel de watertoevoerleiding
en laat deze leeglopen.
De machine verplaatsen
Als u de machine moet verplaatsen (bij verhuizing, enz.):
1. trek de stekker uit het stopcontact.
2. draai de waterkraan dicht.
3. verwijder de watertoevoer- en -afvoerslang.
4. trek de machine samen met de slangen
naar voren.
Vermijd kantelen van de machine tijdens het
vervoer.
Problemen oplossen
De afwasmachine start niet of stopt als hij
bezig is.
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een
gebrek aan eenvoudig onderhoud of onoplettendheid en kunnen zonder de inschake-
ling van een monteur worden opgelost met
behulp van de in de tabel hieronder beschreven aanwijzingen.
Zet de afwasmachine uit en voer de volgende
voorgestelde corrigerende handelingen uit.
17
Storingscodes en storing
Mogelijke oorzaak en oplossing
• Voortdurend knipperen van het controlelampje • De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkprogramma bezig
aanslag.
• onderbroken geluidssignaal
Maak de waterkraan schoon.
• 1 keer knipperen van het controlelampje einde • De waterkraan is dicht.
programma
Draai de waterkraan open.
De afwasmachine wordt niet gevuld met wa- • Het filter (indien aanwezig) in de schroeffitting
van de wateraanvoerslang is verstopt.
ter
Maak het filter schoon.
• De watertoevoerslang is niet juist geplaatst of is
gebogen of geknikt.
Controleer de aansluiting van de wateraanvoerslang.
• Voortdurend knipperen van het controlelampje
programma bezig
• onderbroken geluidssignaal
• 2 keer knipperen van het controlelampje einde
programma
Het afwaswater wordt niet afgevoerd
• De gootsteenafvoer is geblokkeerd.
Ontstop de gootsteenafvoer.
• De waterafvoerslang is niet juist geplaatst of is
gebogen of geknikt.
Controleer de aansluiting van de waterafvoerslang.
• Voortdurend knipperen van het controlelampje
programma bezig
• onderbroken geluidssignaal
• 3 keer knipperen van het controlelampje einde
programma
Anti-overstromingsinrichting is geactiveerd
• Draai de waterkraan dicht en neem contact op
met onze service-afdeling.
Storing
Het programma begint niet
Nadat u deze controles hebt uitgevoerd,
schakelt u het apparaat in.
Het programma gaat verder op het punt
waar het was onderbroken.
Als de storing of storingscode zich opnieuw
voordoet, dient u contact op te nemen met
onze service-afdeling.
Voor andere, niet in de bovenstaande tabel
beschreven storingscodes dient u ook contact op te nemen met onze service-afdeling.
Houd als u contact opneemt met onze service-afdeling de volgende gegevens bij de
Mogelijke oorzaak en oplossing
• De deur van de afwasmachine is niet goed gesloten.
Sluit de deur.
• De stekker zit niet in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact
• De zekering in de meterkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
• Uitgestelde start is ingesteld. Annuleer de uitgestelde start als het serviesgoed direct moet
worden afgewassen.
hand: model (Mod.), productnummer (PNC)
en serienummer (S.N.).
Deze informatie is te vinden op het typeplatje aan de zijkant van de deur van de afwasmachine.
Wij adviseren u deze nummers hier te noteren zodat u ze altijd bij de hand hebt:
Model : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Productnummer : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Serienummer : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
18
Het afwasresultaat is niet bevredigend
De borden zijn niet
schoon
• Het verkeerde afwasprogramma is geselecteerd.
• Het serviesgoed is zo geplaatst dat het water niet alle delen van een oppervlak kan bereiken. De rekken moeten niet te vol worden geladen.
• De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaatsing van het serviesgoed.
• De filters in de bodem van het afwascompartiment zijn vuil of onjuist geplaatst.
• Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
• Als er kalkresten op het serviesgoed achterblijven, is het zoutreservoir leeg
of is de waterontharder op het verkeerde niveau ingesteld.
• De afvoerslang is niet correct aangesloten.
• Het deksel van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
Het serviesgoed is nat
en dof
• Er is geen glansmiddel gebruikt.
• Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De glazen en borden
vertonen strepen,
melkachtige vlekken
of een blauwzweem
• Verlaag de dosering van het glansmiddel.
Opgedroogde waterdruppels op glazen en
borden
• Verhoog de dosering van het glansmiddel.
• Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op met de consumentenlijn van de afwasmiddellenfabrikant.
Als het probleem na al deze controles aanhoudt, neem dan contact op met onze service-afdeling.
Technische gegevens
Afmetingen
Breedte
Hoogte
Diepte
59,6 cm
81,8 - 89,8 cm
55,5 cm
Aansluitspanning - Voltage - To- Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het typetale vermogen - Zekering
plaatje op de binnenrand van de deur van de afwasmachine.
Leidingwaterdruk
Minimaal
Maximaal
Capaciteit
0,05 MPa (0,5 bar)
0,8 MPa (8 bar)
12 couverts
Montage
Waarschuwing! Alle
elektrotechnische en/of
loodgieterswerkzaamheden die
nodig zijn voor de installatie van het
apparaat dienen te worden
uitgevoerd door een erkend
installateur.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen alvorens de machine te plaatsen.
Plaats de machine indien mogelijk naast een
waterkraan en een afvoer.
Deze afwasmachine is ontworpen voor installatie onder een keukenblad of werkoppervlak.
Let op! Volg nauwgezet de instructies op de
bijgeleverde mal voor de inbouw van de afwasmachine en plaatsing van het meubelpaneel.
Er zijn geen verdere openingen voor de ontluchting van de afwasmachine vereist, maar
alleen om de watertoevoer- en afvoerslang
en het aansluitsnoer door te laten.
De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes
voor het instellen van de hoogte.
Tijdens alle werkzaamheden waarbij interne
onderdelen toegankelijk zijn, dient de stekker
uit het stopcontact te worden getrokken.
19
Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de
machine voor dat de watertoevoerslang, de
afvoerslang en het aansluitsnoer niet zijn geknikt of worden platgedrukt.
Bevestigen aan de aangrenzende
keukenmeubelen
De afwasmachine moet beveiligd worden tegen kantelen.
Zorg er daarom voor dat het aanrecht waaronder de machine geplaatst wordt, stevig
bevestigd is aan een vaste structuur (aangrenzende keukenunits, kasten, muur).
Waterpas zetten
Een machine die goed waterpas staat is essentieel voor een goede sluiting en afdichting
van de deur.
Als het apparaat goed waterpas staat, raakt
de deur aan geen van de kanten de behuizing .
Als de deur niet goed sluit, draai dan de stelvoetjes in of uit totdat de machine perfect
waterpas staat.
Aansluiting aan de waterleiding
Aansluiting watertoevoerslang
Dit apparaat kan worden aangesloten op een
heet (max. 60°) of koud waterkraan.
Als de aansluiting is gemaakt op een heetwaterkraan, vermindert het energieverbruik
aanzienlijk. Dit hangt echter af van hoe het
hete water geproduceerd wordt. (We raden
alternatieve energiebronnen aan die milieuvriendelijker zijn zoals bijv. zonne- en fotovoltaïsche panelen en windenergie).
Voor het tot stand brengen van de aansluiting
zelf is de wartelmoer die aan de waterslang
van de machine is bevestigd, geschikt voor
montage op een leidinguiteinde van 3/4"
gasdraad of op een speciale kraan met snelkoppeling zoals de Press-block.
De waterdruk moet zich binnen de grenzen
bevinden zoals vermeld in de "Technische
specificaties". Uw waterleidingbedrijf kan u
informeren over de gemiddelde leidingwaterdruk in uw omgeving.
De watertoevoerslang mag tijdens het aansluiten niet zijn geknikt, worden platgedrukt
of in de knoop zitten.
De sluitmoer moet goed worden bevestigd
om waterlekkage te voorkomen.
Als het apparaat wordt aangesloten op nieuwe leidingen of op leidingen die lang niet zijn
gebruikt, moet u het water enkele minuten
laten doorlopen voordat u de toevoerslang
aansluit.
Gebruik GEEN aansluitslangen die eerder voor een oude machine zijn gebruikt.
Dit apparaat is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen die voorkomen dat het in
de machine gebruikte water terugkeert
in het drinkwatersysteem. Dit apparaat
voldoet aan de van toepassing zijnde regelgeving voor loodgieterswerk.
Watertoevoerslang met veiligheidsklep
Na aansluiting van de dubbelwandige watertoevoerslang bevindt de veiligheidsklep zich
bij de kraan. Daarom bevindt de watertoevoerslang zich alleen onder druk als het water loopt. Als de watertoevoerslang dan begint te lekken, sluit de veiligheidsklep het
stromende water af.
Pas op als u de watertoevoerslang installeert:
• de elektriciteitskabel voor de veiligheidsklep bevindt zich in de dubbelwandige watertoevoerslang. Dompel de watertoevoerslang of de veiligheidsklep niet in water.
• Als de watertoevoerslang of de veiligheidsklep beschadigd raken, trek dan direct de
stekker uit het stopcontact.
• Een watertoevoerslang met veiligheidsklep
mag alleen worden vervangen door de service-afdeling.
Waarschuwing! Gevaarlijke spanning
20
Aansluiting waterafvoerslang
Het uiteinde van de afvoerslang kan op de
volgende manieren worden aangesloten:
1. Aan de gootsteenafvoer, met bevestiging
tegen de onderkant van het werkoppervlak. Hiermee wordt voorkomen dat
gootsteenwater de machine inloopt.
2. Aan een standpijp voorzien van een ventilatieopening, minimale binnendiameter
4 cm.
De afvalwateraansluiting moet zich op een
hoogte bevinden van tussen de 30 cm (minimum) en 100 cm (maximum) vanaf de bodem van de afwasmachine.
De afvoerslang kan vanaf de afwasmachine
naar links of naar rechts lopen.
Verzeker u ervan dat de slang niet gebogen
is of platgedrukt wordt, aangezien dit de afvoer van water kan vertragen of blokkeren.
De stop mag niet in de afvoer zitten als de
machine water aan het afvoeren is, aangezien het water dan weer in de machine terug
kan lopen.
Als u voor de afvoerslang een verlengstuk
gebruikt, mag dit niet langer zijn dan 2 meter
en de binnendiameter mag niet kleiner zijn
dan de diameter van de meegeleverde slang.
Evenmin mag de binnendiameter van de voor
de aansluitingen aan de afvoer gebruikte
koppelingen kleiner zijn dan de diameter van
de bijgeleverde slang.
Bij het aansluiten van de afvoerslang op een
sifon onder de gootsteen moet het gehele
plastic membraan (A) verwijderd worden. Indien niet het gehele membraan wordt
verwijderd zullen zich op den duur voedseldeeltjes verzamelen die de afvoerslang van
de afwasmachine kunnen verstoppen.
Onze apparaten worden geleverd met
een veiligheidsvoorziening die ervoor
zorgt dat vuil water niet terug kan lopen
in de machine. Als uw gootsteenafvoer
is voorzien van een geïntegreerde terugslagklep kan dit een goede waterafvoer
van uw afwasmachine in de weg staan.
Wij adviseren u dan ook de terugslagklep te verwijderen.
Om te voorkomen dat er lekkage optreedt na de installatie, moet u ervoor
zorgen dat de waterkoppelingen stevig
vast zitten.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Waarschuwing! Het apparaat moet
volgens de veiligheidsvoorschriften
worden geaard.
Alvorens het apparaat in gebruik te
nemen dient u zich ervan te verzekeren dat de nominale spanning en
het spanningstype op het typeplatje in overeenstemming zijn met de
netspanning waarop de machine
aangesloten gaat worden. Ook de
waarde van de zekering is te vinden
op het typeplaatje.
Steek de stekker altijd in een correct
geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meervoudige stekkers, verloopstekkers en verlengkabels. Hierdoor kan brandgevaar
door oververhitting ontstaan.
Laat indien nodig de wandcontactdoos van de huisinstallatie verplaatsen. Neem contact op met onze service-afdeling als het aansluitsnoer
moet worden vervangen.
De stekker moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
21
Trek de stekker nooit aan het snoer
uit het stopcontact. Trek altijd aan
de stekker zelf.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als boven genoem-
Milieubescherming
Het symbool
op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar
moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste
manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het recyclen
van dit product, kunt u contact opnemen met
de gemeente, de gemeentereiniging of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kunnen worden gerecycled. De kunststofonderdelen zijn gemarkeerd, bijv. >PE<,
>PS <, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in
de daarvoor bedoelde container bij uw plaatselijke afvaldienst.
Waarschuwing! Als u het apparaat
afdankt:
• trek de stekker uit het stopcontact,
• snijd het aansluitsnoer met de stekker
af en gooi het weg,
• verwijder het slot van de deur. Zo
voorkomt u dat kinderen zichzelf insluiten en hun leven in gevaar brengen.
de veiligheidsmaatregelen niet in
acht worden genomen.
Nederland
Home Product Service (ATAG)
Postbus 249
6920 AE DUIVEN
tel: 0900 - 5550001
fax: 026 - 8821444
België
ATAG België NV
9420 Erpe-Mere
tel: 053 - 806208
fax: 053 - 806057
Postbus 1033 • 6920 BA Duiven • Nederland
117952050 - 00 - 032009