ETNA AFI8525ZT/E06 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Inhoud
Veiligheidsinformatie ............................. 64
Productbeschrijving ............................. 65
Bedieningspaneel ................................. 66
Het eerste gebruik ................................ 67
De waterontharder instellen .................. 68
Gebruik van zout voor de vaatwasser ... 69
Gebruik van glansspoelmiddel .............. 70
Dagelijks gebruik .................................. 71
Bestek en serviesgoed plaatsen ........... 71
Gebruik van vaatwasmiddelen .............. 73
Een wasprogramma selecteren en starten 74
De vaatwasser uitruimen ....................... 75
Wasprogramma's ................................. 76
Onderhoud en reiniging ........................ 77
Problemen oplossen ............................. 78
Technische gegevens ........................... 79
Aanwijzingen voor testinstituten ............ 80
Montage ............................................... 81
Aansluiting aan de waterleiding ............. 81
Aansluiting aan het elektriciteitsnet ....... 83
Milieubescherming ................................ 83
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
In het belang van uw veiligheid en om
een correct gebruik te kunnen waarbor-
gen is het van belang dat u, alvorens het
apparaat te installeren en in gebruik te
nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclu-
sief de tips en waarschuwingen, grondig
doorleest. Om onnodige vergissingen en
ongevallen te voorkomen is het belang-
rijk ervoor te zorgen dat alle mensen die
het apparaat gebruiken, volledig bekend
zijn met de werking ervan en de veilig-
heidsvoorzieningen. Bewaar deze in-
structies en zorg ervoor dat zij bij het ap-
paraat blijven als het wordt verplaatst of
verkocht, zodat iedereen die het appa-
raat gedurende zijn hele levensduur ge-
bruikt, naar behoren is geïnformeerd
over het gebruik en de veiligheid van het
apparaat.
Correct gebruik
• Deze afwasmachine is uitsluitend bedoeld
voor het reinigen van huishoudelijke ge-
bruiksvoorwerpen die geschikt zijn voor
reiniging in een afwasmachine.
• Doe geen oplosmiddelen in de afwasma-
chine. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Messen en andere voorwerpen met scher-
pe punten moeten met de punt naar be-
neden in de bestekmand worden ge-
plaatst of horizontaal in het bovenrek wor-
den gelegd.
• Gebruik alleen producten (afwasmiddel,
zout en glansmiddel) die geschikt zijn voor
afwasmachines.
• Open de deur niet als het apparaat in
werking is; er kan hete stoom ontsnappen.
• Neem geen serviesgoed uit de afwasma-
chine voordat het afwasprogramma is af-
gelopen.
• Trek na het gebruik de stekker uit het stop-
contact en draai de waterkraan dicht.
• Dit product mag alleen worden onderhou-
den door een daartoe bevoegde service-
monteur en er dient alleen gebruik te wor-
den gemaakt van originele reserveonder-
delen.
• Onder geen voorwaarde moet u proberen
de afwasmachine zelf te repareren. Repa-
raties die worden uitgevoerd door onerva-
ren personen veroorzaken letsel of storin-
gen. Neem contact op met onze service-
afdeling. Sta te allen tijde op het gebruik
van originele reserveonderdelen.
Algemene veiligheid
• Afwasmiddelen kunnen chemische brand-
wonden veroorzaken aan de ogen, de
mond en de keel. Deze kunnen levensbe-
dreigend zijn! Houd u aan de veiligheids-
instructies van de afwasmiddelfabrikant.
• Het water in uw afwasmachine is geen
drinkwater. Resten van afwasmiddel kun-
nen nog in de machine aanwezig zijn.
• Zorg ervoor dat de deur van de afwasma-
chine altijd gesloten is als het apparaat niet
wordt in- of uitgeruimd. Zo voorkomt u dat
iemand over de open deur struikelt en zich
bezeert.
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
64
De veiligheid van kinderen
• Dit apparaat is bestemd voor gebruik door
volwassenen. Laat kinderen de afwasma-
chine niet zonder toezicht gebruiken.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het
bereik van kinderen. Gevaar voor verstik-
king.
• Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige
plaats buiten het bereik van kinderen.
• Houd kinderen uit de buurt van de afwas-
machine als de deur open staat.
Installatie
• Controleer uw afwasmachine op eventuele
transportschade. Sluit nooit een bescha-
digde machine aan. Neem contact op met
uw leverancier als de machine beschadigd
is.
• Alle verpakkingsmaterialen moeten verwij-
derd worden voordat u het apparaat in ge-
bruik neemt.
• Alle elektrische en loodgieterswerkzaam-
heden die nodig zijn voor de installatie van
dit apparaat moeten worden uitgevoerd
door een gekwalificeerd en competent
persoon.
• Om veiligheidsredenen is het gevaarlijk wij-
zigingen aan te brengen in de specificaties
of dit product op enigerlei wijze te modifi-
ceren.
• Gebruik de afwasmachine nooit als het
aansluitsnoer of de waterslangen bescha-
digd zijn; of als het bedieningspaneel, het
werkblad of de plint zodanig beschadigd
zijn dat het inwendige van de machine vrij
toegankelijk is. Raadpleeg onze service-
afdeling om gevaarlijke situaties te voor-
komen.
• In de behuizing van de afwasmachine mo-
gen geen gaten worden geboord ter voor-
koming van schade aan hydraulische en
elektrische onderdelen.
Waarschuwing! Voor de aansluiting
van elektriciteit en water dienen de
instructies in de desbetreffende
paragrafen nauwgezet te worden
opgevolgd.
Productbeschrijving
65
1 Bovenrek
2 Aanpassen van de instelling van de waterhardheid
3 Zoutreservoir
4 Afwasmiddeldoseerbakje
5 Glansmiddeldoseerbakje
6 Typeplaatje
7 Filters
8 Onderste sproeiarm
9 Bovenste sproeiarm
Bedieningspaneel
5
A B
4
132
1 Aan-/uit-toets
2 Toets uitgestelde start
3 Programmakeuze/ CANCEL toets
4 Controlelampjes
5 Programmalampjes
Programmalampjes A en B
In aanvulling op de keuze van het bijbeho-
rende afwasprogramma, zullen deze lampjes
u ook helpen bij de volgende handelingen:
– het instellen van de hoeveelheid wateront-
harder,
– het in- of uitschakelen van de geluidssig-
nalen.
Controlelampjes
Einde Gaat branden als het afwasprogramma is afgelopen. Heeft ook andere visuele
signaleringsfuncties zoals:
– het instellen van de waterontharder,
– het in- of uitschakelen van de geluidssignalen,
– het melden van een alarm als gevolg van storing van de machine.
Glansmiddel Gaat branden als het glansmiddel op is.
Zout Gaat branden als het speciale zout op is.
66
Instelling
Druk op de aan-/uittoets; als ALLE program-
malampjes uit zijn en het controlelampje Ein-
de knippert, staat het apparaat in de instel-
modus.
Vergeet nooit dat bij het uitvoeren van
handelingen zoals:
– het selecteren van een afwaspro-
gramma,
– het instellen van het niveau van de wa-
terontharder,
– het in- of uitschakelen van de geluids-
signalen,
het apparaat in de instelmodus MOET
staan.
Druk op de aan-/uittoets; Als er een pro-
grammalampje continu brandt, dan is het
laatst uitgevoerde of gekozen programma
nog ingesteld. Om in dit geval terug te keren
naar de instelmodus moet het programma
worden geannuleerd.
Een ingesteld programma of een lopend
programma annuleren
Druk, gedurende ongeveer 3 seconden, op
de toets programmakeuze/annuleren totdat
het controlelampje End gaat knipperen. Het
programma is geannuleerd en de machine
staat nu in de instelmodus.
Geluidssignalen
De geluidssignalen zijn bedoeld om aan te
geven welke handelingen het apparaat aan
het uitvoeren is:
– einde van het afwasprogramma,
– melden van een alarm als gevolg van sto-
ring van de machine.
Fabrieksinstelling: geluidssignalen inge-
schakeld
De geluidssignalen kunnen worden uit-
geschakeld.
In- en uitschakelen van de
geluidssignalen
1. Druk op de aan-/uittoets. Het apparaat
moet in de instelmodus staan.
2. Houd de toets programmakeuze/annule-
ren ingedrukt totdat het programma-
lampje A gaat knipperen en programma-
lampje B continu gaat branden.
3. Druk nogmaals op de toets programma-
keuze/annuleren. Programmalampje A
gaat continu branden en programma-
lampje B begint te knipperen. Wacht tot
programmalampje A uit gaat. Program-
malampje B blijft knipperen en controle-
lampje Einde brandt continu. Dit bete-
kent dat u de functie inschakelen/uit-
schakelen van de geluidssignalen geac-
tiveerd heeft. Het continu branden van
het controlelampje Einde betekent dat
de geluidssignalen ingeschakeld zijn.
4. Om de geluidssignalen uit te schakelen
nogmaals op de toets Programmakeuze/
Annuleren drukken. Het controlelampje
Einde gaat uit, wat aangeeft dat de ge-
luidssignalen uitgeschakeld zijn.
5. Schakel om de bewerking vast te leggen
de afwasmachine uit door op de aan-/
uittoets te drukken.
• Om de geluidssignalen weer in te schake-
len hoeft u alleen maar de bovenstaande
instructies op te volgen totdat het contro-
lelampje Einde gaat branden.
Het eerste gebruik
Voordat u uw afwasmachine in gebruik
neemt:
• Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting
en de wateraansluiting voldoen aan de in-
stallatie-instructies
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen uit
het inwendige van de machine
• De waterontharder instellen
• Giet 1 liter water in het zoutreservoir en vul
het reservoir vervolgens met regenereer-
zout
• Vul het glansmiddeldoseerbakje
Als u gebruik wilt maken van ge-
combineerde afwasmiddelblokjes
zoals: ''3 in 1'', ''4 in 1'', ''5 in 1'' enz...
volg de instructies in "Gebruik van
afwasmiddel".
67
De waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een wa-
terontharder die is ontworpen om mineralen
en zouten uit het leidingwater te verwijderen
die een schadelijk of negatief effect zouden
hebben op de werking van het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen en
zouten is, des te harder is het water. De
hardheid van water wordt gemeten in equi-
valente eenheden, Duitse hardheid (°dH),
Franse hardheid (°TH) en mmol/l (millimol per
liter - internationale eenheid voor de hardheid
van water).
De ontharder moet worden ingesteld in over-
eenstemming met de hardheid van het water
in uw omgeving. Uw waterleidingbedrijf kan
u informeren over de hardheid van het water
in uw woonplaats.
De waterontharder moet op beide ma-
nieren worden ingesteld: handmatig,
met behulp van de waterhardheidstoets
en elektronisch.
Waterhardheid
Aanpassen van de waterhardheidsin-
stelling
Ge-
bruik
van
zout
°dH °TH mmol/l handmatig elektronisch
51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 2 niveau 10 ja
43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 2 niveau 9 ja
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 2 niveau 8 ja
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 2 niveau 7 ja
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 2 niveau 6 ja
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 2 niveau 5 ja
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 1 niveau 4 ja
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 1 niveau 3 ja
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 1 niveau 2 ja
< 4 < 7 < 0,7 1 niveau 1 nee
Handmatig instellen
De afwasmachine wordt in de fabriek in-
gesteld op stand 2.
1. Open de deur van de afwasmachine.
2. Neem het onderrek uit de afwasmachine.
3. Zet de waterhardheidstoets in stand 1 of
2 (zie tabel).
4. Plaats het onderrek terug.
Elektronisch instellen
De afwasmachine is in de fabriek inge-
steld op stand 5.
1. Druk op de aan-/uittoets. De afwasma-
chine moet in de instelmodus staan.
2. Houd de toets programmakeuze/annule-
ren ingedrukt totdat het programma-
lampje A gaat knipperen en programma-
lampje B continu gaat branden. Wacht
tot programmalampje B uit gaat. Pro-
grammalampje A blijft knipperen en te-
gelijkertijd gaat het controlelampje Ein-
de knipperen. Wacht tot programma-
lampje B uit gaat. Programmalampje A
blijft knipperen en tegelijkertijd gaat het
controlelampje Einde knipperen. Dit be-
tekent dat u de functie elektronische in-
stelling van de waterontharder geacti-
veerd heeft. Het huidige niveau wordt
aangegeven door het aantal keren dat het
controlelampje Einde knippert en een
onderbreking van enkele seconden.
68
Voorbeelden:
5 keer knipperen, pauze, 5 keer knippe-
ren, pauze, enz. = niveau 5
6 keer knipperen, pauze, 6 keer knippe-
ren, pauze, enz. = niveau 6
3. Druk op de toets Programmakeuze/An-
nuleren om het niveau te wijzigen. Elke
keer dat deze toets wordt ingedrukt,
wordt het niveau gewijzigd. (Zie de tabel
voor de selectie van het nieuwe niveau).
Voorbeelden:
Als het huidige niveau 5 is, wordt door de
toets programmakeuze/annuleren één
keer in te drukken, niveau 6 geselecteerd,
Als het huidige niveau 10 is, wordt door
toets programmakeuze/annuleren één
keer in te drukken, niveau 1 geselecteerd.
4. Schakel om de bewerking vast te leggen
de afwasmachine uit door op de aan-/
uittoets te drukken.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
Waarschuwing!
Gebruik alleen zout dat specifiek is bestemd
voor gebruik in afwasmachines. Alle andere
soorten zout die niet specifiek zijn ontwikkeld
voor gebruik in een afwasmachine, in het bij-
zonder tafelzout, zullen schade toebrengen
aan de waterontharder. Vul alleen zout bij
vlak voordat u een van de volledige afwas-
programma's gaat starten. Hiermee wordt
voorkomen dat gemorste zoutkorrels of zout
water enige tijd op de bodem van de machi-
ne achterblijven, hetgeen corrosie kan ver-
oorzaken.
Vullen:
1. Open de deur, neem het onderrek uit de
machine en schroef het deksel van het
zoutreservoir los door het tegen de wij-
zers van de klok in te draaien.
2. Giet 1 liter water in het reservoir (dit is
alleen nodig als de machine de eerste
keer met zout wordt gevuld) .
3. Giet met behulp van de bijgeleverde
trechter zout in het reservoir totdat het vol
is.
4. Plaats het deksel terug en zorg er voor
dat er geen zoutresten achterblijven op
de schroefdraad of op de pakking.
5. Draai het deksel goed vast door het met
de klok mee te draaien tot de aanslag (u
hoort een klik).
Maak u geen zorgen als er bij het vullen
met zout water uit de vulopening
stroomt, dit is heel normaal.
Het zoutcontrolelampje op het be-
dieningspaneel kan 2-6 uur blijven
branden nadat het zout is bijgevuld,
ervan uitgaande dat de afwasmachi-
ne ingeschakeld blijft. Als u gebruik
maakt van zout dat minder snel op-
lost, kan dit nog langer duren. De
werking van de machine wordt hier-
door niet beïnvloed.
69
Gebruik van glansspoelmiddel
Waarschuwing! Gebruik alleen
merkglansmiddelen voor
afwasmachines.
Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit
met andere middelen (bijv. afwasmachi-
nereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmid-
del). Dit zou het apparaat beschadigen.
Glansmiddel zorgt ervoor dat het ser-
viesgoed grondig wordt gespoeld en vrij
van vlekken en strepen opdroogt.
Glansmiddel wordt tijdens de laatste
keer spoelen automatisch gedoseerd.
1. Open het reservoir door op de ontgren-
delknop (A) te drukken.
2. Giet glansmiddel in het reservoir. Het
maximale vulniveau wordt aangegeven
door "max".
Het doseerbakje bevat ongeveer 110 ml
glansmiddel, voldoende voor tussen de
16 en 40 afwascycli, afhankelijk van de
ingestelde dosering.
3. Zorg ervoor dat het deksel na het vullen
goed wordt gesloten.
Neem eventueel bij het vullen gemorst
glansmiddel op met een absorberende
doek om de volgende keer als u een
programma draait buitensporige
schuimvorming te voorkomen.
Stel de dosering van het glansmiddel in over-
eenstemming met de bereikte eind- en
droogresultaten in met behulp van de 6-stan-
denschakelaar (stand 1 minimumdosering,
stand 6 maximumdosering).
De dosering wordt in de fabriek ingesteld op
stand 4.
Verhoog de dosering als er na afloop van het
programma waterdruppels of kalkvlekken op
het serviesgoed achterblijven.
Verlaag de dosering als er kleverige witach-
tige strepen op het serviesgoed achterblijven
of een blauwzweem op glaswerk of op de
lemmeten van messen.
70
Dagelijks gebruik
• Controleer of het nodig is regenereerzout
of glansmiddel bij te vullen.
• Plaats bestek en serviesgoed in de afwas-
machine.
• Afwasmiddel doseren.
• Selecteer een programma dat geschikt is
voor het bestek en het serviesgoed.
• Start het afwasprogramma.
Handige aanwijzingen en tips
Sponzen, huishoudtextiel en voorwerpen die
water kunnen absorberen mogen niet in de
afwasmachine worden gereinigd.
• Voordat u het serviesgoed in de machine
plaatst, dient u:
– alle voedselresten en rommel te verwij-
deren.
– Laat aangebakken etensresten in pan-
nen eerst inweken
• Let bij het plaatsen van serviesgoed en be-
stek op de volgende punten:
– Borden en bestek mogen de draaibe-
weging van de sproeiarmen niet belem-
meren.
– Plaats holle voorwerpen zoals kopjes,
glazen, pannen, enz. met de opening
naar beneden zodat ze niet vol water lo-
pen.
– Borden en bestek mogen niet in elkaar
liggen of elkaar bedekken.
– Zorg er ter voorkoming van schade aan
glaswerk voor dat glazen elkaar niet ra-
ken.
– Leg kleine voorwerpen in de bestek-
mand.
• Voorwerpen van kunststof en pannen met
teflon hebben de neiging waterdruppels
vast te houden; deze voorwerpen drogen
niet zo goed als voorwerpen van porselein
en staal.
• Lichte voorwerpen (kunststofbakjes enz.)
moeten in het bovenrek worden geplaatst
en zo worden neergezet dat ze niet kunnen
bewegen.
Het volgende serviesgoed en bestek is voor reiniging in de afwasmachine
niet geschikt: in beperkte mate geschikt:
• bestek met houten, hoornen, porseleinen of pa-
relmoeren handgrepen.
• voorwerpen van kunststof die niet hittebesten-
dig zijn.
• ouder bestek met gelijmde onderdelen die niet
hittebestendig zijn.
• gelijmd bestek of gelijmde borden.
• tinnen of koperen voorwerpen.
• glaswerk van loodkristal.
• gemakkelijk roestende stalen voorwerpen.
• houten schotels.
• voorwerpen gemaakt van synthetische vezels.
• Reinig aardewerk alleen in de afwasmachine als
het door de fabrikant specifiek wordt geken-
merkt als afwasmachinebestendig.
• Geglazuurde dessins kunnen vervagen als ze
vaak in de afwasmachine gewassen worden.
• Zilveren en aluminium hebben de neiging om
tijdens het reinigen te verkleuren: Etensresten,
bijv. eiwit, eierdooier en mosterd, veroorzaken
op zilver vaak verkleuring en vlekken. Verwijder
etensresten dan ook onmiddellijk van zilver, als
dit niet meteen na gebruik wordt afgewassen.
Bestek en serviesgoed plaatsen
Het onderrek
Het onderrek is geschikt voor steelpannen,
deksels, borden, slakommen, bestek, enz.
Dekschalen en grote deksels moeten langs
de rand van het rek worden gerangschikt om
te garanderen dat de sproeiarmen vrij kun-
nen draaien.
71
U kunt de rijen met punten in het onderrek
gemakkelijk laten zakken om ruimte te ma-
ken voor potten, pannen en schalen.
De bestekmand
Rechtop geplaatste lange messen zijn
een potentieel gevaar. Lang en/of
scherp snijgereedschap zoals
bijvoorbeeld vleesmessen moeten
horizontaal in het bovenrek worden
gelegd. Pas op bij het plaatsen of
uitnemen van scherpe voorwerpen zoals
messen.
Plaats vorken en lepels in de uitneembare
bestekmand met de handgrepen naar bene-
den en messen met de handvatten naar bo-
ven gericht.
Als de handgrepen onder de bestekmand
uitsteken en de onderste sproeiarm in zijn
beweging belemmeren, dient het bestek met
de handgrepen omhoog te worden ge-
plaatst.
Meng lepels met ander bestek om te voor-
komen dat zij aan elkaar kleven.
Voor de meest optimale resultaten raden wij
aan de meegeleverde bestekrooster te ge-
bruiken (als de afmeting van het bestek dit
toelaat).
Bovenrek
Het bovenrek is geschikt voor borden (des-
sertbordjes, schotels, etensborden met een
diameter tot 24 cm), slakommen, kopjes en
glazen.
Plaats voorwerpen zo op en onder de kop-
jesrekken dat het water alle oppervlakken
kan bereiken.
72
Glazen met een lange voet kunnen onder-
steboven in de kopjesrekken worden ge-
plaatst.
Voor hogere voorwerpen kunnen de kopjes-
rekken worden opgeklapt.
Controleer alvorens de deur te sluiten
dat de sproeiarmen vrij kunnen rond-
draaien.
De hoogte van het bovenrek aanpassen
Als er zeer grote borden moeten worden af-
gewassen, kunt u deze in het onderrek plaat-
sen nadat u het bovenrek in zijn hoogste po-
sitie hebt geplaatst.
Maximale hoogte van het serviesgoed
in het bo-
venrek
in het on-
derrek
Met bovenrek in
hoogste stand
20 cm 31 cm
Met bovenrek in
laagste stand
24 cm 27 cm
Ga als volgt te werk om het bovenrek in
zijn hoogste stand te zetten:
1. Trek de voorste vergrendelingen (A) van
het bovenrek naar buiten en schuif het rek
er uit.
2. Zet het rek terug in de hogere stand en
zet de vergrendelingen (A) weer in hun
oorspronkelijke stand.
Als het rek zich in zijn bovenste stand
bevindt, kunt u geen gebruik maken van
de kopjesrekken.
Sluit na het vullen van de machine
altijd de deur, want een open deur
kan gevaarlijk zijn.
Gebruik van vaatwasmiddelen
Gebruik uitsluitend afwasmiddelen die
specifiek zijn bedoeld voor gebruik in af-
wasmachines.
Neem de aanbevelingen van de fabri-
kant voor dosering en bewaren op de
verpakking van het afwasmiddel in acht.
Het gebruik van niet meer dan de juiste
hoeveelheid afwasmiddel draagt bij aan
minder milieuverontreiniging.
Afwasmiddel doseren
1. Open het deksel.
73
2. Vul het afwasmiddelbakje (1) met afwas-
middel. De markering geeft de doseerni-
veaus aan:
20 = ca. 20 g afwasmiddel
30 = ca. 30 g afwasmiddel.
3. Alle programma's met voorwas hebben
een extra dosering afwasmiddel nodig
(5/10 g) dat in het afwasmiddelbakje voor
de voorwas (2) moet worden gedaan.
Deze dosering wordt gebruikt tijdens de
voorwasfase.
Bij gebruik van afwasmiddeltabletten;
plaats het tablet in vak (1)
4. Sluit het deksel en druk totdat het op zijn
plaats klikt.
1
2
Afwasmiddeltabletten van verschillende
fabrikanten lossen niet allemaal even
snel op. Daarom bereiken bepaalde af-
wasmiddeltabletten tijdens korte pro-
gramma's niet hun volledige reinigings-
werking. Kies daarom bij het gebruik van
afwasmiddeltabletten lange program-
ma's, om ervoor te zorgen dat tabletres-
ten volledig worden verwijderd.
Gebruik van gecombineerde
afwasmiddeltabletten
Dit zijn producten met een gecombineerde
reinigings-, glans- en zoutfunctie. Ook kun-
nen zij verschillende andere middelen bevat-
ten afhankelijk van de soort tabletten die u
kiest ("3 in 1", "4 in 1", "5 in 1" etc...).
1. Controleer of deze producten geschikt
zijn voor uw waterhardheid. Zie de in-
structies van de fabrikant.
Het zoutreservoir en de het glansmiddel-
doseerbakje hoeven dan niet meer bijge-
vuld te worden.
2. Kies de laagste instelling voor de water-
hardheid en de dosering van het glans-
middel.
Als de droogresultaten niet bevredigend
zijn, adviseren wij u:
1. het glansmiddeldoseerbakje te vullen met
glansmiddel.
2. de dosering van het glansmiddel in te
stellen op stand 2.
Als u besluit weer over te gaan op het
gebruik van de
standaardafwasmiddelen adviseren wij
u:
1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddel-
doseerbakje opnieuw.
2. Stel de waterhardheid in op de hoogste
stand en laat 1 normaal afwasprogram-
ma, zonder serviesgoed, draaien.
3. de waterhardheid in te stellen in overeen-
stemming met de hardheid van het water
in uw omgeving.
4. De glansmiddeldosering in te stellen.
Een wasprogramma selecteren en starten
Selecteer het afwasprogramma met
de deur enigszins geopend. Het pro-
gramma begint pas als de deur ge-
sloten is. Tot dat moment kunnen de
instellingen nog worden gewijzigd.
1. Controleer of de rekken juist zijn geladen
en of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
2. Controleer of de waterkraan is geopend.
3. Druk op de aan-/uittoets. De afwasma-
chine moet in de instelmodus staan.
74
4. Druk op de toets programmakeuze/an-
nuleren tot het lampje dat bij het gewen-
ste programma hoort gaat branden (zie
tabel "Afwasprogramma's").
Sluit de deur van de afwasmachine, het
programma start automatisch.
Het programma instellen en starten met
"uitgestelde start"
De start van het programma wordt 3 uur
uitgesteld.
1. Een afwasprogramma selecteren.
2. Druk op de toets uitgestelde start. Het
bijbehorende controlelampje brandt.
3. Sluit de deur van de afwasmachine. Het
aftellen start automatisch.
Het openen van de deur onderbreekt het
aftelproces. Zodra de deur wordt geslo-
ten, gaat het aftellen verder vanaf het
punt waarop het was onderbroken.
4. Als het aftelproces verstreken is, wordt
het afwasprogramma automatisch ge-
start.
Een lopend startuitstel annuleren
1. Open de deur van de afwasmachine.
2. Druk op de toets uitgestelde start. Het
bijbehorende controlelampje gaat uit.
3. Sluit de deur van de afwasmachine. Het
afwasprogramma start automatisch.
Waarschuwing! Onderbreek of
annuleer een lopend
afwasprogramma ALLEEN als het
absoluut noodzakelijk is.
Let op! Als de deur wordt geopend
kan hete stoom vrijkomen. Open de
deur voorzichtig.
Een lopend afwasprogramma
onderbreken
Open de deur van de afwasmachine; het
programma stopt. Sluit de deur; het pro-
gramma gaat verder waar het was onder-
broken.
Het lopende programma annuleren
• Open de deur van de afwasmachine; druk
gedurende ongeveer 3 seconden op de
toets programmakeuze/annuleren, tot het
lampje van het lopende programma uit
gaat en het controlelampje Einde gaat
knipperen. Het afwasprogramma is gean-
nuleerd en het apparaat staat nu in de in-
stelmodus. .
• Als er een nieuw afwasprogramma moet
worden gekozen, controleer dan of er af-
wasmiddel in het doseerbakje zit.
Einde van het afwasprogramma
• De afwasmachine stopt automatisch en
een geluidssignaal laat u weten dat het
programma is afgelopen.
• Open de deur van de afwasmachine.
• Het controlelampje Einde van het pro-
gramma brandt.
• Het controlelampje van het zojuist beëin-
digde programma blijft branden.
1. Schakel de afwasmachine uit door op de
aan-/uittoets te drukken.
2. Laat de deur van de afwasmachine op
een kier staan en wacht een paar minuten
voordat u het serviesgoed uit de machine
haalt; dit zal dan al enigszins zijn afge-
koeld en ook beter zijn gedroogd.
De vaatwasser uitruimen
• Hete borden zijn gevoelig voor stoten. Het
is daarom raadzaam het serviesgoed eerst
te laten afkoelen alvorens de machine uit
te ruimen.
• Ruim eerst het onderrek en dan het bo-
venrek uit; hiermee voorkomt u dat er wa-
ter van het bovenrek op het serviesgoed in
het onderrek druppelt.
• Er kan water op de zijkanten en de deur
van de afwasmachine ontstaan omdat
roestvrij staal uiteindelijk koeler zal worden
dan het serviesgoed.
Als het afwasprogramma is afgelo-
pen is het raadzaam de stekker uit
het stopcontact te trekken en de
kraan dicht te draaien.
75
Wasprogramma's
Programma
Mate van ver-
vuiling
Soort servies-
goed
Beschrijving programma
Sterk vervuild
Serviesgoed, be-
stek, potten en
pannen
Voorwas
Hoofdwas
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
Normaal ver-
vuild
Serviesgoed, be-
stek, potten en
pannen
Voorwas
Hoofdwas
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
Normaal ver-
vuild
Serviesgoed, be-
stek, potten en
pannen
Voorwas
Hoofdwas
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
1)
Normaal of licht
vervuild
Serviesgoed en
bestek
Hoofdwas
Laatste spoelgang
2)
Normaal ver-
vuild
Serviesgoed en
bestek
Voorwas
Hoofdwas
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
1) Ideaal voor gebruik bij een gedeeltelijk beladen afwasautomaat. Dit is het perfecte programma voor
dagelijks gebruik en voldoet aan de eisen van een gezin van 4 personen die alleen serviesgoed en
bestek van het ontbijt en diner willen inladen.
2) Testprogramma voor testinstanties
Verbruikswaarden
Programma Programmaduur
(in minuten)
Energieverbruik
(in kWh)
Waterverbruik
(in liters)
85-95 1,8-2,0 22-25
105-115 1,5-1,7 23-25
100-110 1,4-1,6 19-21
30 0,9 9
1)
130-140 1,0-1,2 14-16
1) Testprogramma voor testinstanties
De verbruikswaarden zijn bedoeld als
richtlijn en zijn afhankelijk van de druk en
de temperatuur van het water, maar ook
van de variaties in de netspanning en de
hoeveelheid serviesgoed.
76
Onderhoud en reiniging
De filters reinigen
De filters moeten van tijd tot tijd worden ge-
controleerd en gereinigd. Vuile filters beïn-
vloeden het afwasresultaat negatief.
Waarschuwing! Zorg ervoor dat de
machine is uitgeschakeld voordat de
filters worden schoongemaakt.
1. Open de deur, neem het onderrek uit de
machine.
2. Het filtersysteem van de afwasmachine
bevat een grof filter (A), een microfilter
(B) en een platte filter. Ontgrendel het fil-
tersysteem met behulp van de hendel op
het microfilter.
3.
Draai de
greep
onge-
veer een
kwart-
slag naar
links en
verwijder
het filter-
systeem
4.
Pak het grof filter (A) beet bij de greep en
verwijder het microfilter (B).
5. Maak alle filters onder stromend water
grondig schoon.
6. Verwijder het platte filter uit de bodem van
het afwascompartiment en reinig het filter
grondig aan beide kanten.
7. Zet het platte filter terug in de bodem van
het wascompartiment en controleer of
het precies onder de twee geleiders (C)
zit.
8. Plaats het grof filter (A) in het microfilter
(B) en druk ze tegen elkaar.
9. Breng de filtercombinatie terug op zijn
plaats en vergrendel het geheel door de
hendel tot de aanslag met de wijzers van
de klok mee te draaien. Let er bij deze
procedure op dat het platte filter niet bo-
ven de bodem van het afwascomparti-
ment uitsteekt.
Gebruik de afwasmachine NOOIT
zonder filters. Een onjuiste terug-
plaatsing en bevestiging van de fil-
ters heeft slechtere afwasresultaten
tot gevolg en kan resulteren in scha-
de aan het apparaat.
Probeer NOOIT de sproeiarmen te
verwijderen.
Als etensresten de openingen in de
sproeiarmen hebben verstopt, verwijder
deze dan met een cocktailprikker.
Buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machi-
ne en het bedieningspaneel met een vochti-
ge zachte doek. Gebruik - indien nodig - al-
leen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik
nooit schurende producten, schuursponsjes
77
of oplosmiddelen (aceton, trichlooretheen,
enz.).
De binnenkant van de machine reinigen
Zorg ervoor dat de afdichtingsrubbers rond-
om de deur en het afwasmiddelbakje en
glansmiddeldoseerbakje regelmatig met een
vochtige doek worden gereinigd.
Wij adviseren eenmaal per 3 maanden een
afwasprogramma voor ernstig vervuild ser-
viesgoed te draaien met afwasmiddel, maar
zonder serviesgoed.
Als de afwasmachine langere tijd niet
wordt gebruikt
Als u de afwasmachine gedurende langere
tijd niet gebruikt, adviseren wij u:
1. de stekker uit het stopcontact te trekken
en de kraan dicht te draaien.
2. de deur op een kier te zetten om de vor-
ming van onaangename geurtjes te voor-
komen.
3. het inwendige van de machine leeg en
schoon te houden.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Zet de machine niet op een plaats waar de
temperatuur lager is dan 0 °C. Als het toch
niet anders kan, maak de machine leeg, sluit
de deur, ontkoppel de watertoevoerleiding
en laat deze leeglopen.
De machine verplaatsen
Als u de machine moet verplaatsen (bij ver-
huizing, enz.):
1. trek de stekker uit het stopcontact.
2. draai de waterkraan dicht.
3. verwijder de watertoevoer- en -afvoers-
lang.
4. trek de machine samen met de slangen
naar voren.
Vermijd kantelen van de machine tijdens het
vervoer.
Problemen oplossen
De afwasmachine start niet of stopt als hij
bezig is.
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een
gebrek aan eenvoudig onderhoud of onop-
lettendheid en kunnen zonder de inschake-
ling van een monteur worden opgelost met
behulp van de in de tabel hieronder beschre-
ven aanwijzingen.
Zet de afwasmachine uit en voer de volgende
voorgestelde corrigerende handelingen uit.
Storingscodes en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
• Voortdurend knipperen van het controlelampje
programma bezig
• onderbroken geluidssignaal
• 1 keer knipperen van het controlelampje Einde
De afwasmachine wordt niet gevuld met wa-
ter
• De waterkraan is verstopt of aangezet met kalk-
aanslag.
Maak de waterkraan schoon.
• De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
• Het filter (indien aanwezig) in de schroeffitting
van de wateraanvoerslang is verstopt.
Maak het filter schoon.
• De watertoevoerslang is niet juist geplaatst of is
gebogen of geknikt.
Controleer de aansluiting van de wateraan-
voerslang.
• Voortdurend knipperen van het controlelampje
programma bezig
• onderbroken geluidssignaal
• 2 keer knipperen van het controlelampjeEinde
Het afwaswater wordt niet afgevoerd
• De gootsteenafvoer is geblokkeerd.
Ontstop de gootsteenafvoer.
• De waterafvoerslang is niet juist geplaatst of is
gebogen of geknikt.
Controleer de aansluiting van de waterafvoers-
lang.
• Voortdurend knipperen van het controlelampje
programma bezig
• onderbroken geluidssignaal
• 3 keer knipperen van het controlelampjeEinde
Anti-overstromingsinrichting is geactiveerd
• Draai de waterkraan dicht en neem contact op
met onze service-afdeling.
78
Storing Mogelijke oorzaak en oplossing
Het programma begint niet
• De deur van de afwasmachine is niet goed ge-
sloten.
Sluit de deur.
• De stekker zit niet in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact
• De zekering in de meterkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
Nadat u deze controles hebt uitgevoerd,
schakelt u het apparaat in.
Het programma gaat verder op het punt
waar het was onderbroken.
Als de storing of storingscode zich opnieuw
voordoet, dient u contact op te nemen met
onze service-afdeling.
Voor andere, niet in de bovenstaande tabel
beschreven storingscodes dient u ook con-
tact op te nemen met onze service-afdeling.
Houd als u contact opneemt met onze ser-
vice-afdeling de volgende gegevens bij de
hand: model (Mod.), productnummer (PNC)
en serienummer (S.N.).
Deze informatie is te vinden op het typepla-
tje aan de zijkant van de deur van de afwas-
machine.
Wij adviseren u deze nummers hier te note-
ren zodat u ze altijd bij de hand hebt:
Model : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Productnum-
mer : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Serienum-
mer : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het afwasresultaat is niet bevredigend
De borden zijn niet
schoon
• Het verkeerde afwasprogramma is geselecteerd.
• Het serviesgoed is zo geplaatst dat het water niet alle delen van een op-
pervlak kan bereiken. De rekken moeten niet te vol worden geladen.
• De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaat-
sing van het serviesgoed.
• De filters in de bodem van het afwascompartiment zijn vuil of onjuist ge-
plaatst.
• Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
• Als er kalkresten op het serviesgoed achterblijven; het zoutreservoir is leeg
of de waterontharder is op het onjuiste niveau ingesteld.
• De afvoerslang is niet correct aangesloten.
• Het deksel van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
Het serviesgoed is
nat en dof
• Er is geen glansmiddel gebruikt.
• Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De glazen en bor-
den vertonen stre-
pen, melkachtige
vlekken of een
blauwzweem
• Verlaag de dosering van het glansmiddel.
Opgedroogde wa-
terdruppels op gla-
zen en borden
• Verhoog de dosering van het glansmiddel.
• Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op met de consu-
mentenlijn van de afwasmiddellenfabrikant.
Als het probleem na al deze controles aan-
houdt, neem dan contact op met onze ser-
vice-afdeling.
Technische gegevens
Afmetingen Breedte
Hoogte
Diepte
59,6 cm
81,8 - 87,8 cm
55,5 cm
79
Aansluitspanning - Voltage - To-
tale vermogen - Zekering
Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het type-
plaatje op de binnenrand van de deur van de afwasautomaat.
Leidingwaterdruk Minimaal
Maximaal
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Capaciteit 12 couverts
Aanwijzingen voor testinstituten
Testen in overeenstemming met EN 60704
moeten worden uitgevoerd met een vol be-
laden machine en met gebruik van het test-
programma (zie "Verbruikswaarden").
Test in overeenstemming met EN 50242
moet worden uitgevoerd als de zoutcontai-
ner en het vakje voor spoelmiddel respectie-
velijk zijn gevuld met zout en spoelmiddel en
met gebruik van het testprogramma (zie
"Verbruikswaarden").
Volledige belading: 12 standaardcouverts
Hoeveelheid benodigd afwasmiddel: 5 g + 25 g(type B)
Instelling glansmiddel stand 4 (type III)
Plaatsing bovenrek
Kopjesrekken: stand A
Plaatsing onderrek
Plaatsing bestekrek
80
Montage
Waarschuwing! Alle
elektrotechnische en/of
loodgieterswerkzaamheden die
nodig zijn voor de installatie van het
apparaat dienen te worden
uitgevoerd door een erkend
installateur.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen alvo-
rens de machine te plaatsen.
Plaats de machine indien mogelijk naast een
waterkraan en een afvoer.
Deze afwasmachine is ontworpen voor in-
stallatie onder een keukenblad of werkop-
pervlak.
Let op! Volg nauwgezet de instructies op de
bijgeleverde mal voor de inbouw van de af-
wasmachine en plaatsing van het meubelpa-
neel.
Er zijn geen verdere openingen voor de ont-
luchting van de afwasmachine vereist, maar
alleen om de watertoevoer- en afvoerslang
en het aansluitsnoer door te laten.
De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes
voor het instellen van de hoogte.
Tijdens alle werkzaamheden waarbij interne
onderdelen toegankelijk zijn, dient de stekker
uit het stopcontact te worden getrokken.
Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de
machine voor dat de watertoevoerslang, de
afvoerslang en het aansluitsnoer niet zijn ge-
knikt of worden platgedrukt.
Bevestigen aan de aangrenzende
keukenmeubelen
De afwasmachine moet beveiligd worden te-
gen kantelen.
Zorg er daarom voor dat het aanrecht waar-
onder de machine geplaatst wordt, stevig
bevestigd is aan een vaste structuur (aan-
grenzende keukenunits, kasten, muur).
Waterpas zetten
Een machine die goed waterpas staat is es-
sentieel voor een goede sluiting en afdichting
van de deur.
Als het apparaat goed waterpas staat, raakt
de deur aan geen van de kanten de behui-
zing .
Als de deur niet goed sluit, draai dan de stel-
voetjes in of uit totdat de machine perfect
waterpas staat.
Aansluiting aan de waterleiding
Aansluiting watertoevoerslang
Dit apparaat kan worden aangesloten aan
een heet (max. 60°) of koud water kraan.
Als de aansluiting is gemaakt op een heet-
waterkraan, vermindert het energieverbruik
aanzienlijk. Dit hangt echter af van hoe het
hete water geproduceerd wordt. (We raden
alternatieve energiebronnen aan die milieu-
vriendelijker zijn zoals bijv. zonne- en fotovol-
taïsche panelen en eolische panelen).
Voor het tot stand brengen van de aansluiting
zelf is de wartelmoer die aan de waterslang
van de machine is bevestigd, geschikt voor
montage op een leidinguiteinde van 3/4"
gasdraad of op een speciale kraan met snel-
koppeling zoals de Press-block.
De waterdruk moet zich binnen de grenzen
bevinden zoals vermeld in de "Technische
specificaties". Uw waterleidingbedrijf kan u
informeren over de gemiddelde leidingwater-
druk in uw omgeving.
De watertoevoerslang mag tijdens het aan-
sluiten niet zijn geknikt, worden platgedrukt
of in de knoop zitten.
Het apparaat is voorzien van een vul- en af-
voerslang die afhankelijk van de installatie
door middel van de sluitmoer naar links of
naar rechts kunnen worden gedraaid. De
sluitmoer moet goed worden bevestigd
om waterlekkage te voorkomen.
Let op! NIET alle modellen afwasmachi-
nes hebben vul- en afvoerslangen die
zijn uitgerust met een sluitmoer. In dat
geval is de genoemde voorziening niet
mogelijk.
Als het apparaat is aangesloten aan nieuwe
leidingen of leidingen die lange tijd niet ge-
bruikt zijn, moet u er een tijdje water door la-
ten lopen voordat u de waterslang bevestigt.
Gebruik GEEN aansluitslangen die eer-
der voor een oude machine zijn gebruikt.
81
Dit apparaat is uitgerust met veiligheids-
voorzieningen die voorkomen dat het in
de machine gebruikte water terugkeert
in het drinkwatersysteem. Dit apparaat
voldoet aan de van toepassing zijnde re-
gelgeving voor loodgieterswerk.
Watertoevoerslang met veiligheidsklep
Na aansluiting van de dubbelwandige water-
toevoerslang bevindt de veiligheidsklep zich
bij de kraan. Daarom bevindt de watertoe-
voerslang zich alleen onder druk als het wa-
ter loopt. Als de watertoevoerslang dan be-
gint te lekken, sluit de veiligheidsklep het
stromende water af.
Pas op als u de watertoevoerslang installeert:
• de elektriciteitskabel voor de veiligheids-
klep bevindt zich in de dubbelwandige wa-
tertoevoerslang. Dompel de watertoe-
voerslang of de veiligheidsklep niet in wa-
ter.
• Ais de watertoevoerslang of de veiligheids-
klep beschadigd raken, trek dan direct de
stekker uit het stopcontact.
• Een watertoevoerslang met veiligheidsklep
mag alleen worden vervangen door de ser-
vice-afdeling.
Waarschuwing! Gevaarlijke spanning
Aansluiting waterafvoerslang
Het uiteinde van de afvoerslang kan op de
volgende manieren worden aangesloten:
1. Aan de gootsteenafvoer, met bevestiging
tegen de onderkant van het werkopper-
vlak. Hiermee wordt voorkomen dat
gootsteenwater de machine inloopt.
2. Aan een standpijp voorzien van een ven-
tilatieopening, minimale binnendiameter
4 cm.
De afvalwateraansluiting moet zich op een
hoogte bevinden van tussen de 30 cm (mi-
nimum) en 100 cm (maximum) vanaf de bo-
dem van de afwasmachine.
De afvoerslang kan vanaf de afwasmachine
naar links of naar rechts lopen.
Verzeker u ervan dat de slang niet gebogen
is of platgedrukt wordt, aangezien dit de af-
voer van water kan vertragen of blokkeren.
De stop mag niet in de afvoer zitten als de
machine water aan het afvoeren is, aange-
zien het water dan weer in de machine terug
kan lopen.
Als u voor de afvoerslang een verlengstuk
gebruikt, mag dit niet langer zijn dan 2 meter
en de binnendiameter mag niet kleiner zijn
dan de diameter van de meegeleverde slang.
Evenmin mag de binnendiameter van de voor
de aansluitingen aan de afvoer gebruikte
koppelingen kleiner zijn dan de diameter van
de bijgeleverde slang.
Bij het aansluiten van de afvoerslang op een
sifon onder de gootsteen moet het gehele
plastic membraan (A) verwijderd wor-
den. Indien niet het gehele membraan wordt
verwijderd zullen zich op den duur voedsel-
deeltjes verzamelen die de afvoerslang van
de afwasmachine kunnen verstoppen.
Onze apparaten worden geleverd met
een veiligheidsvoorziening die ervoor
zorgt dat vuil water niet terug kan lopen
in de machine. Als uw gootsteenafvoer
is voorzien van een geïntegreerde terug-
slagklep kan dit een goede waterafvoer
van uw afwasmachine in de weg staan.
Wij adviseren u dan ook de terugslag-
klep te verwijderen.
82
Om te voorkomen dat er lekkage op-
treedt na de installatie, moet u ervoor
zorgen dat de waterkoppelingen stevig
vast zitten.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Waarschuwing! Het apparaat moet
volgens de veiligheidsvoorschriften
worden geaard.
Alvorens het apparaat in gebruik te
nemen dient u zich ervan te verze-
keren dat de nominale spanning en
het spanningstype op het typepla-
tje in overeenstemming zijn met de
netspanning waarop de machine
aangesloten gaat worden. Ook de
waarde van de zekering is te vinden
op het typeplaatje
Steek de stekker altijd in een correct
geïnstalleerd schokbestendig stop-
contact.
Gebruik geen meervoudige stek-
kers, verloopstekkers en verlengka-
bels. Hierdoor kan brandgevaar
door oververhitting ontstaan.
Laat indien nodig de wandcontact-
doos van de huisinstallatie verplaat-
sen. Neem contact op met onze ser-
vice-afdeling als het aansluitsnoer
moet worden vervangen.
De stekker moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
Trek de stekker nooit aan het snoer
uit het stopcontact. Trek altijd aan
de stekker zelf.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als boven genoem-
de veiligheidsmaatregelen niet in
acht worden genomen.
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar
moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste
manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het recyclen
van dit product, kunt u contact opnemen met
de gemeente, de gemeentereiniging of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriende-
lijk en kunnen worden gerecycled. De kunst-
stofonderdelen zijn gemarkeerd, bijv. >PE<,
>PS <, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in
de daarvoor bedoelde container bij uw plaat-
selijke afvaldienst.
83
Waarschuwing! Als u het apparaat
afdankt:
• trek de stekker uit het stopcontact.
• snijd het aansluitsnoer met de stekker
af en gooi het weg.
• Verwijder het slot van de deur. Zo
voorkomt u dat kinderen zichzelf in-
sluiten en hun leven in gevaar bren-
gen.
84

Documenttranscriptie

64 Inhoud Veiligheidsinformatie ............................. 64 Productbeschrijving ............................. 65 Bedieningspaneel ................................. 66 Het eerste gebruik ................................ 67 De waterontharder instellen .................. 68 Gebruik van zout voor de vaatwasser ... 69 Gebruik van glansspoelmiddel .............. 70 Dagelijks gebruik .................................. 71 Bestek en serviesgoed plaatsen ........... 71 Gebruik van vaatwasmiddelen .............. 73 Een wasprogramma selecteren en starten 74 De vaatwasser uitruimen ....................... 75 Wasprogramma's ................................. 76 Onderhoud en reiniging ........................ 77 Problemen oplossen ............................. 78 Technische gegevens ........................... 79 Aanwijzingen voor testinstituten ............ 80 Montage ............................................... 81 Aansluiting aan de waterleiding ............. 81 Aansluiting aan het elektriciteitsnet ....... 83 Milieubescherming ................................ 83 Wijzigingen voorbehouden Veiligheidsinformatie In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van belang dat u, alvorens het apparaat te installeren en in gebruik te nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige vergissingen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle mensen die het apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzieningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blijven als het wordt verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat. Correct gebruik • Deze afwasmachine is uitsluitend bedoeld voor het reinigen van huishoudelijke gebruiksvoorwerpen die geschikt zijn voor reiniging in een afwasmachine. • Doe geen oplosmiddelen in de afwasmachine. Dit kan een explosie veroorzaken. • Messen en andere voorwerpen met scherpe punten moeten met de punt naar beneden in de bestekmand worden geplaatst of horizontaal in het bovenrek worden gelegd. • Gebruik alleen producten (afwasmiddel, zout en glansmiddel) die geschikt zijn voor afwasmachines. • Open de deur niet als het apparaat in werking is; er kan hete stoom ontsnappen. • Neem geen serviesgoed uit de afwasmachine voordat het afwasprogramma is afgelopen. • Trek na het gebruik de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht. • Dit product mag alleen worden onderhouden door een daartoe bevoegde servicemonteur en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen. • Onder geen voorwaarde moet u proberen de afwasmachine zelf te repareren. Reparaties die worden uitgevoerd door onervaren personen veroorzaken letsel of storingen. Neem contact op met onze serviceafdeling. Sta te allen tijde op het gebruik van originele reserveonderdelen. Algemene veiligheid • Afwasmiddelen kunnen chemische brandwonden veroorzaken aan de ogen, de mond en de keel. Deze kunnen levensbedreigend zijn! Houd u aan de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfabrikant. • Het water in uw afwasmachine is geen drinkwater. Resten van afwasmiddel kunnen nog in de machine aanwezig zijn. • Zorg ervoor dat de deur van de afwasmachine altijd gesloten is als het apparaat niet wordt in- of uitgeruimd. Zo voorkomt u dat iemand over de open deur struikelt en zich bezeert. • Ga niet op de open deur zitten of staan. 65 De veiligheid van kinderen • Dit apparaat is bestemd voor gebruik door volwassenen. Laat kinderen de afwasmachine niet zonder toezicht gebruiken. • Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking. • Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen. • Houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine als de deur open staat. Installatie • Controleer uw afwasmachine op eventuele transportschade. Sluit nooit een beschadigde machine aan. Neem contact op met uw leverancier als de machine beschadigd is. • Alle verpakkingsmaterialen moeten verwijderd worden voordat u het apparaat in gebruik neemt. • Alle elektrische en loodgieterswerkzaamheden die nodig zijn voor de installatie van dit apparaat moeten worden uitgevoerd Productbeschrijving door een gekwalificeerd en competent persoon. • Om veiligheidsredenen is het gevaarlijk wijzigingen aan te brengen in de specificaties of dit product op enigerlei wijze te modificeren. • Gebruik de afwasmachine nooit als het aansluitsnoer of de waterslangen beschadigd zijn; of als het bedieningspaneel, het werkblad of de plint zodanig beschadigd zijn dat het inwendige van de machine vrij toegankelijk is. Raadpleeg onze serviceafdeling om gevaarlijke situaties te voorkomen. • In de behuizing van de afwasmachine mogen geen gaten worden geboord ter voorkoming van schade aan hydraulische en elektrische onderdelen. Waarschuwing! Voor de aansluiting van elektriciteit en water dienen de instructies in de desbetreffende paragrafen nauwgezet te worden opgevolgd. 66 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Bovenrek Aanpassen van de instelling van de waterhardheid Zoutreservoir Afwasmiddeldoseerbakje Glansmiddeldoseerbakje Typeplaatje Filters Onderste sproeiarm Bovenste sproeiarm Bedieningspaneel 5 1 2 3 A 1 2 3 4 5 4 B Aan-/uit-toets Toets uitgestelde start Programmakeuze/ CANCEL toets Controlelampjes Programmalampjes Programmalampjes A en B In aanvulling op de keuze van het bijbehorende afwasprogramma, zullen deze lampjes u ook helpen bij de volgende handelingen: – het instellen van de hoeveelheid waterontharder, – het in- of uitschakelen van de geluidssignalen. Controlelampjes Einde Gaat branden als het afwasprogramma is afgelopen. Heeft ook andere visuele signaleringsfuncties zoals: – het instellen van de waterontharder, – het in- of uitschakelen van de geluidssignalen, – het melden van een alarm als gevolg van storing van de machine. Glansmiddel Gaat branden als het glansmiddel op is. Zout Gaat branden als het speciale zout op is. 67 Instelling Druk op de aan-/uittoets; als ALLE programmalampjes uit zijn en het controlelampje Einde knippert, staat het apparaat in de instelmodus. Vergeet nooit dat bij het uitvoeren van handelingen zoals: – het selecteren van een afwasprogramma, – het instellen van het niveau van de waterontharder, – het in- of uitschakelen van de geluidssignalen, het apparaat in de instelmodus MOET staan. Druk op de aan-/uittoets; Als er een programmalampje continu brandt, dan is het laatst uitgevoerde of gekozen programma nog ingesteld. Om in dit geval terug te keren naar de instelmodus moet het programma worden geannuleerd. Een ingesteld programma of een lopend programma annuleren Druk, gedurende ongeveer 3 seconden, op de toets programmakeuze/annuleren totdat het controlelampje End gaat knipperen. Het programma is geannuleerd en de machine staat nu in de instelmodus. Geluidssignalen De geluidssignalen zijn bedoeld om aan te geven welke handelingen het apparaat aan het uitvoeren is: – einde van het afwasprogramma, – melden van een alarm als gevolg van storing van de machine. Fabrieksinstelling: geluidssignalen ingeschakeld De geluidssignalen kunnen worden uitgeschakeld. In- en uitschakelen van de geluidssignalen 1. Druk op de aan-/uittoets. Het apparaat moet in de instelmodus staan. 2. Houd de toets programmakeuze/annuleren ingedrukt totdat het programmalampje A gaat knipperen en programmalampje B continu gaat branden. 3. Druk nogmaals op de toets programmakeuze/annuleren. Programmalampje A gaat continu branden en programmalampje B begint te knipperen. Wacht tot programmalampje A uit gaat. Programmalampje B blijft knipperen en controlelampje Einde brandt continu. Dit betekent dat u de functie inschakelen/uitschakelen van de geluidssignalen geactiveerd heeft. Het continu branden van het controlelampje Einde betekent dat de geluidssignalen ingeschakeld zijn. 4. Om de geluidssignalen uit te schakelen nogmaals op de toets Programmakeuze/ Annuleren drukken. Het controlelampje Einde gaat uit, wat aangeeft dat de geluidssignalen uitgeschakeld zijn. 5. Schakel om de bewerking vast te leggen de afwasmachine uit door op de aan-/ uittoets te drukken. • Om de geluidssignalen weer in te schakelen hoeft u alleen maar de bovenstaande instructies op te volgen totdat het controlelampje Einde gaat branden. Het eerste gebruik Voordat u uw afwasmachine in gebruik neemt: • Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de wateraansluiting voldoen aan de installatie-instructies • Verwijder alle verpakkingsmaterialen uit het inwendige van de machine • De waterontharder instellen • Giet 1 liter water in het zoutreservoir en vul het reservoir vervolgens met regenereerzout • Vul het glansmiddeldoseerbakje Als u gebruik wilt maken van gecombineerde afwasmiddelblokjes zoals: ''3 in 1'', ''4 in 1'', ''5 in 1'' enz... volg de instructies in "Gebruik van afwasmiddel". 68 De waterontharder instellen De afwasmachine is uitgerust met een waterontharder die is ontworpen om mineralen en zouten uit het leidingwater te verwijderen die een schadelijk of negatief effect zouden hebben op de werking van het apparaat. Hoe hoger het gehalte van deze mineralen en zouten is, des te harder is het water. De hardheid van water wordt gemeten in equivalente eenheden, Duitse hardheid (°dH), Franse hardheid (°TH) en mmol/l (millimol per liter - internationale eenheid voor de hardheid van water). De ontharder moet worden ingesteld in overeenstemming met de hardheid van het water in uw omgeving. Uw waterleidingbedrijf kan u informeren over de hardheid van het water in uw woonplaats. De waterontharder moet op beide manieren worden ingesteld: handmatig, met behulp van de waterhardheidstoets en elektronisch. Aanpassen van de waterhardheidsinstelling Waterhardheid Gebruik van zout °dH °TH mmol/l handmatig elektronisch 51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 2 niveau 10 ja 43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 2 niveau 9 ja 37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 2 niveau 8 ja 29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 2 niveau 7 ja 23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 2 niveau 6 ja 19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 2 niveau 5 ja 15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 1 niveau 4 ja 11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 1 niveau 3 ja 4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 1 niveau 2 ja <4 <7 < 0,7 1 niveau 1 nee Handmatig instellen De afwasmachine wordt in de fabriek ingesteld op stand 2. 1. Open de deur van de afwasmachine. 2. Neem het onderrek uit de afwasmachine. 3. Zet de waterhardheidstoets in stand 1 of 2 (zie tabel). 4. Plaats het onderrek terug. Elektronisch instellen De afwasmachine is in de fabriek ingesteld op stand 5. 1. Druk op de aan-/uittoets. De afwasmachine moet in de instelmodus staan. 2. Houd de toets programmakeuze/annuleren ingedrukt totdat het programmalampje A gaat knipperen en programmalampje B continu gaat branden. Wacht tot programmalampje B uit gaat. Programmalampje A blijft knipperen en tegelijkertijd gaat het controlelampje Einde knipperen. Wacht tot programmalampje B uit gaat. Programmalampje A blijft knipperen en tegelijkertijd gaat het controlelampje Einde knipperen. Dit betekent dat u de functie elektronische instelling van de waterontharder geactiveerd heeft. Het huidige niveau wordt aangegeven door het aantal keren dat het controlelampje Einde knippert en een onderbreking van enkele seconden. 69 Voorbeelden: 5 keer knipperen, pauze, 5 keer knipperen, pauze, enz. = niveau 5 6 keer knipperen, pauze, 6 keer knipperen, pauze, enz. = niveau 6 3. Druk op de toets Programmakeuze/Annuleren om het niveau te wijzigen. Elke keer dat deze toets wordt ingedrukt, wordt het niveau gewijzigd. (Zie de tabel voor de selectie van het nieuwe niveau). Voorbeelden: Als het huidige niveau 5 is, wordt door de toets programmakeuze/annuleren één keer in te drukken, niveau 6 geselecteerd, Als het huidige niveau 10 is, wordt door toets programmakeuze/annuleren één keer in te drukken, niveau 1 geselecteerd. 4. Schakel om de bewerking vast te leggen de afwasmachine uit door op de aan-/ uittoets te drukken. Gebruik van zout voor de vaatwasser Waarschuwing! Gebruik alleen zout dat specifiek is bestemd voor gebruik in afwasmachines. Alle andere soorten zout die niet specifiek zijn ontwikkeld voor gebruik in een afwasmachine, in het bijzonder tafelzout, zullen schade toebrengen aan de waterontharder. Vul alleen zout bij vlak voordat u een van de volledige afwasprogramma's gaat starten. Hiermee wordt voorkomen dat gemorste zoutkorrels of zout water enige tijd op de bodem van de machine achterblijven, hetgeen corrosie kan veroorzaken. Vullen: 1. Open de deur, neem het onderrek uit de machine en schroef het deksel van het zoutreservoir los door het tegen de wijzers van de klok in te draaien. 2. Giet 1 liter water in het reservoir (dit is alleen nodig als de machine de eerste keer met zout wordt gevuld) . 3. Giet met behulp van de bijgeleverde trechter zout in het reservoir totdat het vol is. 4. Plaats het deksel terug en zorg er voor dat er geen zoutresten achterblijven op de schroefdraad of op de pakking. 5. Draai het deksel goed vast door het met de klok mee te draaien tot de aanslag (u hoort een klik). Maak u geen zorgen als er bij het vullen met zout water uit de vulopening stroomt, dit is heel normaal. Het zoutcontrolelampje op het bedieningspaneel kan 2-6 uur blijven branden nadat het zout is bijgevuld, ervan uitgaande dat de afwasmachine ingeschakeld blijft. Als u gebruik maakt van zout dat minder snel oplost, kan dit nog langer duren. De werking van de machine wordt hierdoor niet beïnvloed. 70 Gebruik van glansspoelmiddel Waarschuwing! Gebruik alleen merkglansmiddelen voor afwasmachines. Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met andere middelen (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Dit zou het apparaat beschadigen. Glansmiddel zorgt ervoor dat het serviesgoed grondig wordt gespoeld en vrij van vlekken en strepen opdroogt. Glansmiddel wordt tijdens de laatste keer spoelen automatisch gedoseerd. 1. Open het reservoir door op de ontgrendelknop (A) te drukken. 2. Giet glansmiddel in het reservoir. Het maximale vulniveau wordt aangegeven door "max". Het doseerbakje bevat ongeveer 110 ml glansmiddel, voldoende voor tussen de 16 en 40 afwascycli, afhankelijk van de ingestelde dosering. 3. Zorg ervoor dat het deksel na het vullen goed wordt gesloten. Neem eventueel bij het vullen gemorst glansmiddel op met een absorberende doek om de volgende keer als u een programma draait buitensporige schuimvorming te voorkomen. Stel de dosering van het glansmiddel in overeenstemming met de bereikte eind- en droogresultaten in met behulp van de 6-standenschakelaar (stand 1 minimumdosering, stand 6 maximumdosering). De dosering wordt in de fabriek ingesteld op stand 4. Verhoog de dosering als er na afloop van het programma waterdruppels of kalkvlekken op het serviesgoed achterblijven. Verlaag de dosering als er kleverige witachtige strepen op het serviesgoed achterblijven of een blauwzweem op glaswerk of op de lemmeten van messen. 71 Dagelijks gebruik • Controleer of het nodig is regenereerzout of glansmiddel bij te vullen. • Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine. • Afwasmiddel doseren. • Selecteer een programma dat geschikt is voor het bestek en het serviesgoed. • Start het afwasprogramma. Handige aanwijzingen en tips Sponzen, huishoudtextiel en voorwerpen die water kunnen absorberen mogen niet in de afwasmachine worden gereinigd. • Voordat u het serviesgoed in de machine plaatst, dient u: – alle voedselresten en rommel te verwijderen. – Laat aangebakken etensresten in pannen eerst inweken • Let bij het plaatsen van serviesgoed en bestek op de volgende punten: – Borden en bestek mogen de draaibeweging van de sproeiarmen niet belemmeren. – Plaats holle voorwerpen zoals kopjes, glazen, pannen, enz. met de opening naar beneden zodat ze niet vol water lopen. – Borden en bestek mogen niet in elkaar liggen of elkaar bedekken. – Zorg er ter voorkoming van schade aan glaswerk voor dat glazen elkaar niet raken. – Leg kleine voorwerpen in de bestekmand. • Voorwerpen van kunststof en pannen met teflon hebben de neiging waterdruppels vast te houden; deze voorwerpen drogen niet zo goed als voorwerpen van porselein en staal. • Lichte voorwerpen (kunststofbakjes enz.) moeten in het bovenrek worden geplaatst en zo worden neergezet dat ze niet kunnen bewegen. Het volgende serviesgoed en bestek is voor reiniging in de afwasmachine niet geschikt: in beperkte mate geschikt: • bestek met houten, hoornen, porseleinen of pa- • Reinig aardewerk alleen in de afwasmachine als relmoeren handgrepen. het door de fabrikant specifiek wordt geken• voorwerpen van kunststof die niet hittebestenmerkt als afwasmachinebestendig. dig zijn. • Geglazuurde dessins kunnen vervagen als ze • ouder bestek met gelijmde onderdelen die niet vaak in de afwasmachine gewassen worden. hittebestendig zijn. • Zilveren en aluminium hebben de neiging om • gelijmd bestek of gelijmde borden. tijdens het reinigen te verkleuren: Etensresten, • tinnen of koperen voorwerpen. bijv. eiwit, eierdooier en mosterd, veroorzaken • glaswerk van loodkristal. op zilver vaak verkleuring en vlekken. Verwijder • gemakkelijk roestende stalen voorwerpen. etensresten dan ook onmiddellijk van zilver, als • houten schotels. dit niet meteen na gebruik wordt afgewassen. • voorwerpen gemaakt van synthetische vezels. Bestek en serviesgoed plaatsen Het onderrek Het onderrek is geschikt voor steelpannen, deksels, borden, slakommen, bestek, enz. Dekschalen en grote deksels moeten langs de rand van het rek worden gerangschikt om te garanderen dat de sproeiarmen vrij kunnen draaien. 72 U kunt de rijen met punten in het onderrek gemakkelijk laten zakken om ruimte te maken voor potten, pannen en schalen. Als de handgrepen onder de bestekmand uitsteken en de onderste sproeiarm in zijn beweging belemmeren, dient het bestek met de handgrepen omhoog te worden geplaatst. Meng lepels met ander bestek om te voorkomen dat zij aan elkaar kleven. Voor de meest optimale resultaten raden wij aan de meegeleverde bestekrooster te gebruiken (als de afmeting van het bestek dit toelaat). De bestekmand Rechtop geplaatste lange messen zijn een potentieel gevaar. Lang en/of scherp snijgereedschap zoals bijvoorbeeld vleesmessen moeten horizontaal in het bovenrek worden gelegd. Pas op bij het plaatsen of uitnemen van scherpe voorwerpen zoals messen. Plaats vorken en lepels in de uitneembare bestekmand met de handgrepen naar beneden en messen met de handvatten naar boven gericht. Bovenrek Het bovenrek is geschikt voor borden (dessertbordjes, schotels, etensborden met een diameter tot 24 cm), slakommen, kopjes en glazen. Plaats voorwerpen zo op en onder de kopjesrekken dat het water alle oppervlakken kan bereiken. 73 sen nadat u het bovenrek in zijn hoogste positie hebt geplaatst. Maximale hoogte van het serviesgoed Glazen met een lange voet kunnen ondersteboven in de kopjesrekken worden geplaatst. Voor hogere voorwerpen kunnen de kopjesrekken worden opgeklapt. in het bovenrek in het onderrek Met bovenrek in hoogste stand 20 cm 31 cm Met bovenrek in laagste stand 24 cm 27 cm Ga als volgt te werk om het bovenrek in zijn hoogste stand te zetten: 1. Trek de voorste vergrendelingen (A) van het bovenrek naar buiten en schuif het rek er uit. 2. Zet het rek terug in de hogere stand en zet de vergrendelingen (A) weer in hun oorspronkelijke stand. Controleer alvorens de deur te sluiten dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien. De hoogte van het bovenrek aanpassen Als er zeer grote borden moeten worden afgewassen, kunt u deze in het onderrek plaat- Gebruik van vaatwasmiddelen Gebruik uitsluitend afwasmiddelen die specifiek zijn bedoeld voor gebruik in afwasmachines. Neem de aanbevelingen van de fabrikant voor dosering en bewaren op de verpakking van het afwasmiddel in acht. Het gebruik van niet meer dan de juiste hoeveelheid afwasmiddel draagt bij aan minder milieuverontreiniging. Afwasmiddel doseren 1. Open het deksel. Als het rek zich in zijn bovenste stand bevindt, kunt u geen gebruik maken van de kopjesrekken. Sluit na het vullen van de machine altijd de deur, want een open deur kan gevaarlijk zijn. 74 2. Vul het afwasmiddelbakje (1) met afwasmiddel. De markering geeft de doseerniveaus aan: 20 = ca. 20 g afwasmiddel 30 = ca. 30 g afwasmiddel. 1 2 3. Alle programma's met voorwas hebben een extra dosering afwasmiddel nodig (5/10 g) dat in het afwasmiddelbakje voor de voorwas (2) moet worden gedaan. Deze dosering wordt gebruikt tijdens de voorwasfase. Bij gebruik van afwasmiddeltabletten; plaats het tablet in vak (1) 4. Sluit het deksel en druk totdat het op zijn plaats klikt. Afwasmiddeltabletten van verschillende fabrikanten lossen niet allemaal even snel op. Daarom bereiken bepaalde afwasmiddeltabletten tijdens korte programma's niet hun volledige reinigingswerking. Kies daarom bij het gebruik van afwasmiddeltabletten lange programma's, om ervoor te zorgen dat tabletresten volledig worden verwijderd. Gebruik van gecombineerde afwasmiddeltabletten Dit zijn producten met een gecombineerde reinigings-, glans- en zoutfunctie. Ook kunnen zij verschillende andere middelen bevatten afhankelijk van de soort tabletten die u kiest ("3 in 1", "4 in 1", "5 in 1" etc...). 1. Controleer of deze producten geschikt zijn voor uw waterhardheid. Zie de instructies van de fabrikant. Het zoutreservoir en de het glansmiddeldoseerbakje hoeven dan niet meer bijgevuld te worden. 2. Kies de laagste instelling voor de waterhardheid en de dosering van het glansmiddel. Als de droogresultaten niet bevredigend zijn, adviseren wij u: 1. het glansmiddeldoseerbakje te vullen met glansmiddel. 2. de dosering van het glansmiddel in te stellen op stand 2. Als u besluit weer over te gaan op het gebruik van de standaardafwasmiddelen adviseren wij u: 1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje opnieuw. 2. Stel de waterhardheid in op de hoogste stand en laat 1 normaal afwasprogramma, zonder serviesgoed, draaien. 3. de waterhardheid in te stellen in overeenstemming met de hardheid van het water in uw omgeving. 4. De glansmiddeldosering in te stellen. Een wasprogramma selecteren en starten Selecteer het afwasprogramma met de deur enigszins geopend. Het programma begint pas als de deur gesloten is. Tot dat moment kunnen de instellingen nog worden gewijzigd. 1. Controleer of de rekken juist zijn geladen en of de sproeiarmen vrij kunnen draaien. 2. Controleer of de waterkraan is geopend. 3. Druk op de aan-/uittoets. De afwasmachine moet in de instelmodus staan. 75 4. Druk op de toets programmakeuze/annuleren tot het lampje dat bij het gewenste programma hoort gaat branden (zie tabel "Afwasprogramma's"). Sluit de deur van de afwasmachine, het programma start automatisch. Een lopend afwasprogramma onderbreken Open de deur van de afwasmachine; het programma stopt. Sluit de deur; het programma gaat verder waar het was onderbroken. Het programma instellen en starten met "uitgestelde start" Het lopende programma annuleren • Open de deur van de afwasmachine; druk gedurende ongeveer 3 seconden op de toets programmakeuze/annuleren, tot het lampje van het lopende programma uit gaat en het controlelampje Einde gaat knipperen. Het afwasprogramma is geannuleerd en het apparaat staat nu in de instelmodus. . • Als er een nieuw afwasprogramma moet worden gekozen, controleer dan of er afwasmiddel in het doseerbakje zit. De start van het programma wordt 3 uur uitgesteld. 1. Een afwasprogramma selecteren. 2. Druk op de toets uitgestelde start. Het bijbehorende controlelampje brandt. 3. Sluit de deur van de afwasmachine. Het aftellen start automatisch. Het openen van de deur onderbreekt het aftelproces. Zodra de deur wordt gesloten, gaat het aftellen verder vanaf het punt waarop het was onderbroken. 4. Als het aftelproces verstreken is, wordt het afwasprogramma automatisch gestart. Een lopend startuitstel annuleren 1. Open de deur van de afwasmachine. 2. Druk op de toets uitgestelde start. Het bijbehorende controlelampje gaat uit. 3. Sluit de deur van de afwasmachine. Het afwasprogramma start automatisch. Waarschuwing! Onderbreek of annuleer een lopend afwasprogramma ALLEEN als het absoluut noodzakelijk is. Let op! Als de deur wordt geopend kan hete stoom vrijkomen. Open de deur voorzichtig. Einde van het afwasprogramma • De afwasmachine stopt automatisch en een geluidssignaal laat u weten dat het programma is afgelopen. • Open de deur van de afwasmachine. • Het controlelampje Einde van het programma brandt. • Het controlelampje van het zojuist beëindigde programma blijft branden. 1. Schakel de afwasmachine uit door op de aan-/uittoets te drukken. 2. Laat de deur van de afwasmachine op een kier staan en wacht een paar minuten voordat u het serviesgoed uit de machine haalt; dit zal dan al enigszins zijn afgekoeld en ook beter zijn gedroogd. De vaatwasser uitruimen • Hete borden zijn gevoelig voor stoten. Het is daarom raadzaam het serviesgoed eerst te laten afkoelen alvorens de machine uit te ruimen. • Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit; hiermee voorkomt u dat er water van het bovenrek op het serviesgoed in het onderrek druppelt. • Er kan water op de zijkanten en de deur van de afwasmachine ontstaan omdat roestvrij staal uiteindelijk koeler zal worden dan het serviesgoed. Als het afwasprogramma is afgelopen is het raadzaam de stekker uit het stopcontact te trekken en de kraan dicht te draaien. 76 Wasprogramma's Mate van vervuiling Soort serviesgoed Sterk vervuild Serviesgoed, bestek, potten en pannen Voorwas Hoofdwas 2 tussentijdse spoelgangen Laatste spoelgang Drogen Normaal vervuild Serviesgoed, bestek, potten en pannen Voorwas Hoofdwas 2 tussentijdse spoelgangen Laatste spoelgang Drogen Normaal vervuild Serviesgoed, bestek, potten en pannen Voorwas Hoofdwas 1 tussentijdse spoelgang Laatste spoelgang Drogen 1) Normaal of licht vervuild Serviesgoed en bestek Hoofdwas Laatste spoelgang 2) Normaal vervuild Serviesgoed en bestek Voorwas Hoofdwas 1 tussentijdse spoelgang Laatste spoelgang Drogen Programma Beschrijving programma 1) Ideaal voor gebruik bij een gedeeltelijk beladen afwasautomaat. Dit is het perfecte programma voor dagelijks gebruik en voldoet aan de eisen van een gezin van 4 personen die alleen serviesgoed en bestek van het ontbijt en diner willen inladen. 2) Testprogramma voor testinstanties Verbruikswaarden Programma 1) Programmaduur (in minuten) Energieverbruik (in kWh) Waterverbruik (in liters) 85-95 1,8-2,0 22-25 105-115 1,5-1,7 23-25 100-110 1,4-1,6 19-21 30 0,9 9 130-140 1,0-1,2 14-16 1) Testprogramma voor testinstanties De verbruikswaarden zijn bedoeld als richtlijn en zijn afhankelijk van de druk en de temperatuur van het water, maar ook van de variaties in de netspanning en de hoeveelheid serviesgoed. 77 Onderhoud en reiniging De filters reinigen De filters moeten van tijd tot tijd worden gecontroleerd en gereinigd. Vuile filters beïnvloeden het afwasresultaat negatief. Waarschuwing! Zorg ervoor dat de machine is uitgeschakeld voordat de filters worden schoongemaakt. 1. Open de deur, neem het onderrek uit de machine. 2. Het filtersysteem van de afwasmachine bevat een grof filter (A), een microfilter (B) en een platte filter. Ontgrendel het filtersysteem met behulp van de hendel op het microfilter. Draai de greep ongeveer een kwartslag naar links en verwijder het filtersysteem 8. Plaats het grof filter (A) in het microfilter (B) en druk ze tegen elkaar. 9. Breng de filtercombinatie terug op zijn plaats en vergrendel het geheel door de hendel tot de aanslag met de wijzers van de klok mee te draaien. Let er bij deze procedure op dat het platte filter niet boven de bodem van het afwascompartiment uitsteekt. 3. Gebruik de afwasmachine NOOIT zonder filters. Een onjuiste terugplaatsing en bevestiging van de filters heeft slechtere afwasresultaten tot gevolg en kan resulteren in schade aan het apparaat. 4. Pak het grof filter (A) beet bij de greep en verwijder het microfilter (B). 5. Maak alle filters onder stromend water grondig schoon. 6. Verwijder het platte filter uit de bodem van het afwascompartiment en reinig het filter grondig aan beide kanten. 7. Zet het platte filter terug in de bodem van het wascompartiment en controleer of het precies onder de twee geleiders (C) zit. Probeer NOOIT de sproeiarmen te verwijderen. Als etensresten de openingen in de sproeiarmen hebben verstopt, verwijder deze dan met een cocktailprikker. Buitenkant Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het bedieningspaneel met een vochtige zachte doek. Gebruik - indien nodig - alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik nooit schurende producten, schuursponsjes 78 of oplosmiddelen (aceton, trichlooretheen, enz.). 3. het inwendige van de machine leeg en schoon te houden. De binnenkant van de machine reinigen Zorg ervoor dat de afdichtingsrubbers rondom de deur en het afwasmiddelbakje en glansmiddeldoseerbakje regelmatig met een vochtige doek worden gereinigd. Wij adviseren eenmaal per 3 maanden een afwasprogramma voor ernstig vervuild serviesgoed te draaien met afwasmiddel, maar zonder serviesgoed. Voorzorgsmaatregelen bij vorst Zet de machine niet op een plaats waar de temperatuur lager is dan 0 °C. Als het toch niet anders kan, maak de machine leeg, sluit de deur, ontkoppel de watertoevoerleiding en laat deze leeglopen. Als de afwasmachine langere tijd niet wordt gebruikt Als u de afwasmachine gedurende langere tijd niet gebruikt, adviseren wij u: 1. de stekker uit het stopcontact te trekken en de kraan dicht te draaien. 2. de deur op een kier te zetten om de vorming van onaangename geurtjes te voorkomen. De machine verplaatsen Als u de machine moet verplaatsen (bij verhuizing, enz.): 1. trek de stekker uit het stopcontact. 2. draai de waterkraan dicht. 3. verwijder de watertoevoer- en -afvoerslang. 4. trek de machine samen met de slangen naar voren. Vermijd kantelen van de machine tijdens het vervoer. Problemen oplossen De afwasmachine start niet of stopt als hij bezig is. Bepaalde problemen zijn het gevolg van een gebrek aan eenvoudig onderhoud of onoplettendheid en kunnen zonder de inschakeStoringscodes en storing ling van een monteur worden opgelost met behulp van de in de tabel hieronder beschreven aanwijzingen. Zet de afwasmachine uit en voer de volgende voorgestelde corrigerende handelingen uit. Mogelijke oorzaak en oplossing • Voortdurend knipperen van het controlelampje • De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkprogramma bezig aanslag. • onderbroken geluidssignaal Maak de waterkraan schoon. • 1 keer knipperen van het controlelampje Einde • De waterkraan is dicht. De afwasmachine wordt niet gevuld met waDraai de waterkraan open. ter • Het filter (indien aanwezig) in de schroeffitting van de wateraanvoerslang is verstopt. Maak het filter schoon. • De watertoevoerslang is niet juist geplaatst of is gebogen of geknikt. Controleer de aansluiting van de wateraanvoerslang. • Voortdurend knipperen van het controlelampje programma bezig • onderbroken geluidssignaal • 2 keer knipperen van het controlelampjeEinde Het afwaswater wordt niet afgevoerd • De gootsteenafvoer is geblokkeerd. Ontstop de gootsteenafvoer. • De waterafvoerslang is niet juist geplaatst of is gebogen of geknikt. Controleer de aansluiting van de waterafvoerslang. • Voortdurend knipperen van het controlelampje programma bezig • onderbroken geluidssignaal • 3 keer knipperen van het controlelampjeEinde Anti-overstromingsinrichting is geactiveerd • Draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze service-afdeling. 79 Storing Mogelijke oorzaak en oplossing • De deur van de afwasmachine is niet goed gesloten. Sluit de deur. • De stekker zit niet in het stopcontact. Steek de stekker in het stopcontact • De zekering in de meterkast is doorgebrand. Vervang de zekering. Het programma begint niet Nadat u deze controles hebt uitgevoerd, schakelt u het apparaat in. Het programma gaat verder op het punt waar het was onderbroken. Als de storing of storingscode zich opnieuw voordoet, dient u contact op te nemen met onze service-afdeling. Voor andere, niet in de bovenstaande tabel beschreven storingscodes dient u ook contact op te nemen met onze service-afdeling. Houd als u contact opneemt met onze service-afdeling de volgende gegevens bij de hand: model (Mod.), productnummer (PNC) en serienummer (S.N.). Deze informatie is te vinden op het typeplatje aan de zijkant van de deur van de afwasmachine. Wij adviseren u deze nummers hier te noteren zodat u ze altijd bij de hand hebt: Model : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Productnummer : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Serienummer : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het afwasresultaat is niet bevredigend De borden zijn niet schoon • Het verkeerde afwasprogramma is geselecteerd. • Het serviesgoed is zo geplaatst dat het water niet alle delen van een oppervlak kan bereiken. De rekken moeten niet te vol worden geladen. • De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaatsing van het serviesgoed. • De filters in de bodem van het afwascompartiment zijn vuil of onjuist geplaatst. • Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt. • Als er kalkresten op het serviesgoed achterblijven; het zoutreservoir is leeg of de waterontharder is op het onjuiste niveau ingesteld. • De afvoerslang is niet correct aangesloten. • Het deksel van het zoutreservoir is niet goed gesloten. Het serviesgoed is nat en dof • Er is geen glansmiddel gebruikt. • Het glansmiddeldoseerbakje is leeg. De glazen en borden vertonen strepen, melkachtige vlekken of een blauwzweem • Verlaag de dosering van het glansmiddel. Opgedroogde waterdruppels op glazen en borden • Verhoog de dosering van het glansmiddel. • Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op met de consumentenlijn van de afwasmiddellenfabrikant. Als het probleem na al deze controles aanhoudt, neem dan contact op met onze service-afdeling. Technische gegevens Afmetingen Breedte Hoogte Diepte 59,6 cm 81,8 - 87,8 cm 55,5 cm 80 Aansluitspanning - Voltage - To- Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het typetale vermogen - Zekering plaatje op de binnenrand van de deur van de afwasautomaat. Leidingwaterdruk Minimaal Maximaal 0,5 bar (0,05 MPa) 8 bar (0,8 MPa) Capaciteit 12 couverts Aanwijzingen voor testinstituten Testen in overeenstemming met EN 60704 moeten worden uitgevoerd met een vol beladen machine en met gebruik van het testprogramma (zie "Verbruikswaarden"). Test in overeenstemming met EN 50242 moet worden uitgevoerd als de zoutcontai- ner en het vakje voor spoelmiddel respectievelijk zijn gevuld met zout en spoelmiddel en met gebruik van het testprogramma (zie "Verbruikswaarden"). Volledige belading: 12 standaardcouverts Hoeveelheid benodigd afwasmiddel: 5 g + 25 g(type B) Instelling glansmiddel stand 4 (type III) Kopjesrekken: stand A Plaatsing bovenrek Plaatsing onderrek Plaatsing bestekrek 81 Montage Waarschuwing! Alle elektrotechnische en/of loodgieterswerkzaamheden die nodig zijn voor de installatie van het apparaat dienen te worden uitgevoerd door een erkend installateur. Verwijder alle verpakkingsmaterialen alvorens de machine te plaatsen. Plaats de machine indien mogelijk naast een waterkraan en een afvoer. Deze afwasmachine is ontworpen voor installatie onder een keukenblad of werkoppervlak. Let op! Volg nauwgezet de instructies op de bijgeleverde mal voor de inbouw van de afwasmachine en plaatsing van het meubelpaneel. Er zijn geen verdere openingen voor de ontluchting van de afwasmachine vereist, maar alleen om de watertoevoer- en afvoerslang en het aansluitsnoer door te laten. De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes voor het instellen van de hoogte. Tijdens alle werkzaamheden waarbij interne onderdelen toegankelijk zijn, dient de stekker uit het stopcontact te worden getrokken. Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de machine voor dat de watertoevoerslang, de afvoerslang en het aansluitsnoer niet zijn geknikt of worden platgedrukt. Bevestigen aan de aangrenzende keukenmeubelen De afwasmachine moet beveiligd worden tegen kantelen. Zorg er daarom voor dat het aanrecht waaronder de machine geplaatst wordt, stevig bevestigd is aan een vaste structuur (aangrenzende keukenunits, kasten, muur). Waterpas zetten Een machine die goed waterpas staat is essentieel voor een goede sluiting en afdichting van de deur. Als het apparaat goed waterpas staat, raakt de deur aan geen van de kanten de behuizing . Als de deur niet goed sluit, draai dan de stelvoetjes in of uit totdat de machine perfect waterpas staat. Aansluiting aan de waterleiding Aansluiting watertoevoerslang Dit apparaat kan worden aangesloten aan een heet (max. 60°) of koud water kraan. Als de aansluiting is gemaakt op een heetwaterkraan, vermindert het energieverbruik aanzienlijk. Dit hangt echter af van hoe het hete water geproduceerd wordt. (We raden alternatieve energiebronnen aan die milieuvriendelijker zijn zoals bijv. zonne- en fotovoltaïsche panelen en eolische panelen). Voor het tot stand brengen van de aansluiting zelf is de wartelmoer die aan de waterslang van de machine is bevestigd, geschikt voor montage op een leidinguiteinde van 3/4" gasdraad of op een speciale kraan met snelkoppeling zoals de Press-block. De waterdruk moet zich binnen de grenzen bevinden zoals vermeld in de "Technische specificaties". Uw waterleidingbedrijf kan u informeren over de gemiddelde leidingwaterdruk in uw omgeving. De watertoevoerslang mag tijdens het aansluiten niet zijn geknikt, worden platgedrukt of in de knoop zitten. Het apparaat is voorzien van een vul- en afvoerslang die afhankelijk van de installatie door middel van de sluitmoer naar links of naar rechts kunnen worden gedraaid. De sluitmoer moet goed worden bevestigd om waterlekkage te voorkomen. Let op! NIET alle modellen afwasmachines hebben vul- en afvoerslangen die zijn uitgerust met een sluitmoer. In dat geval is de genoemde voorziening niet mogelijk. Als het apparaat is aangesloten aan nieuwe leidingen of leidingen die lange tijd niet gebruikt zijn, moet u er een tijdje water door laten lopen voordat u de waterslang bevestigt. Gebruik GEEN aansluitslangen die eerder voor een oude machine zijn gebruikt. 82 Dit apparaat is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen die voorkomen dat het in de machine gebruikte water terugkeert in het drinkwatersysteem. Dit apparaat voldoet aan de van toepassing zijnde regelgeving voor loodgieterswerk. Watertoevoerslang met veiligheidsklep Na aansluiting van de dubbelwandige watertoevoerslang bevindt de veiligheidsklep zich bij de kraan. Daarom bevindt de watertoevoerslang zich alleen onder druk als het water loopt. Als de watertoevoerslang dan begint te lekken, sluit de veiligheidsklep het stromende water af. Pas op als u de watertoevoerslang installeert: • de elektriciteitskabel voor de veiligheidsklep bevindt zich in de dubbelwandige watertoevoerslang. Dompel de watertoevoerslang of de veiligheidsklep niet in water. • Ais de watertoevoerslang of de veiligheidsklep beschadigd raken, trek dan direct de stekker uit het stopcontact. • Een watertoevoerslang met veiligheidsklep mag alleen worden vervangen door de service-afdeling. Waarschuwing! Gevaarlijke spanning Aansluiting waterafvoerslang Het uiteinde van de afvoerslang kan op de volgende manieren worden aangesloten: 1. Aan de gootsteenafvoer, met bevestiging tegen de onderkant van het werkoppervlak. Hiermee wordt voorkomen dat gootsteenwater de machine inloopt. 2. Aan een standpijp voorzien van een ventilatieopening, minimale binnendiameter 4 cm. De afvalwateraansluiting moet zich op een hoogte bevinden van tussen de 30 cm (minimum) en 100 cm (maximum) vanaf de bodem van de afwasmachine. De afvoerslang kan vanaf de afwasmachine naar links of naar rechts lopen. Verzeker u ervan dat de slang niet gebogen is of platgedrukt wordt, aangezien dit de afvoer van water kan vertragen of blokkeren. De stop mag niet in de afvoer zitten als de machine water aan het afvoeren is, aangezien het water dan weer in de machine terug kan lopen. Als u voor de afvoerslang een verlengstuk gebruikt, mag dit niet langer zijn dan 2 meter en de binnendiameter mag niet kleiner zijn dan de diameter van de meegeleverde slang. Evenmin mag de binnendiameter van de voor de aansluitingen aan de afvoer gebruikte koppelingen kleiner zijn dan de diameter van de bijgeleverde slang. Bij het aansluiten van de afvoerslang op een sifon onder de gootsteen moet het gehele plastic membraan (A) verwijderd worden. Indien niet het gehele membraan wordt verwijderd zullen zich op den duur voedseldeeltjes verzamelen die de afvoerslang van de afwasmachine kunnen verstoppen. Onze apparaten worden geleverd met een veiligheidsvoorziening die ervoor zorgt dat vuil water niet terug kan lopen in de machine. Als uw gootsteenafvoer is voorzien van een geïntegreerde terugslagklep kan dit een goede waterafvoer van uw afwasmachine in de weg staan. Wij adviseren u dan ook de terugslagklep te verwijderen. 83 Om te voorkomen dat er lekkage optreedt na de installatie, moet u ervoor zorgen dat de waterkoppelingen stevig vast zitten. Aansluiting aan het elektriciteitsnet Waarschuwing! Het apparaat moet volgens de veiligheidsvoorschriften worden geaard. Alvorens het apparaat in gebruik te nemen dient u zich ervan te verzekeren dat de nominale spanning en het spanningstype op het typeplatje in overeenstemming zijn met de netspanning waarop de machine aangesloten gaat worden. Ook de waarde van de zekering is te vinden op het typeplaatje Steek de stekker altijd in een correct geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Gebruik geen meervoudige stekkers, verloopstekkers en verlengkabels. Hierdoor kan brandgevaar door oververhitting ontstaan. Laat indien nodig de wandcontactdoos van de huisinstallatie verplaatsen. Neem contact op met onze service-afdeling als het aansluitsnoer moet worden vervangen. De stekker moet na de installatie van het apparaat toegankelijk zijn. Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact. Trek altijd aan de stekker zelf. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als boven genoemde veiligheidsmaatregelen niet in acht worden genomen. Milieubescherming Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. Verpakkingsmateriaal De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kunnen worden gerecycled. De kunststofonderdelen zijn gemarkeerd, bijv. >PE<, >PS <, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in de daarvoor bedoelde container bij uw plaatselijke afvaldienst. 84 Waarschuwing! Als u het apparaat afdankt: • trek de stekker uit het stopcontact. • snijd het aansluitsnoer met de stekker af en gooi het weg. • Verwijder het slot van de deur. Zo voorkomt u dat kinderen zichzelf insluiten en hun leven in gevaar brengen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

ETNA AFI8525ZT/E06 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor