Zanussi ZWF91486ZS Handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZWF 91486ZS
NL Gebruiksaanwijzing 2
Wasautomaat
FR Notice d'utilisation 23
Lave-linge
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit
apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
ALGEMENE VEILIGHEID
De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
Overschrijd het maximale laadvermogen van 9 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden
afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
2
Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met
de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe
slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
Verwijder de verpakking en de transportbouten.
Bewaar de transportbouten op een veilige
plaats. Als het apparaat verplaatst moet worden
in de toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd
worden om de trommel te vergrendelen om
interne schade te voorkomen.
Wees altijd voorzichtig bij het verplaatsen van
het apparaat omdat het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet als de
temperatuur lager kan zijn dan 0°C of als het is
blootgesteld aan het weer.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u
het apparaat installeert, vlak, stabiel,
hittebestendig en schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de
vloer kan circuleren.
Installeer het apparaat niet direct boven de
vloerafvoer.
Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte
tussen het apparaat en de vloer te creëren.
Plaats het apparaat niet op een plek waar de
deur niet helemaal open kan.
Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op
te vangen onder het apparaat. Neem contact op
met het geautoriseerd servicecentrum om te
raadplegen welke accessoires gebruikt mogen
worden.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet aan met
natte handen.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen.
AANSLUITING AAN DE WATERLEIDING
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe
3
apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.),
moet u, voordat de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen tot het
schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken
zijn tijdens en na het eerste gebruik van het
apparaat.
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang
te kort is. Neem contact op met de
klantenservice voor vervanging van de
toevoerslang.
U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm
verlengen. Neem contact op met de
klantenservice voor de andere afvoerslang en
het verlengstuk.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan het
apparaat.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking
van het wasmiddel op.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen uit het
wasgoed verwijderd zijn.
Was geen stoffen die zwaarbevuild zijn met olie,
vet of andere vettige substanties. Dit kan
rubberen onderdelen van de wasmachine
beschadigen. Was dergelijke stoffen met de
hand voor, voordat u ze in de wasmachine stopt.
Raak het glas van de deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas kan heet
worden.
SERVICEDIENST
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact en koppel
het apparaat los van de watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
de trommel vast komen te zitten.
Gooi het apparaat weg conform de lokale
voorschriften voor de verwijdering van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
APPARAATOVERZICHT
1 2 3
5
6
7
4
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Filter afvoerpomp
7
Voetjes voor het waterpas zetten van het
apparaat
4
SET BEVESTIGINGSPLAATJES (4055171146)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde verkooppunt.
Zet het apparaat goed vast met de
bevestigingsplaatjes als u het apparaat op een plint
plaatst.
Lees de met het accessoire meegeleverde
instructies zorgvuldig door.
5
EENVOUDIGE START
BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL
On/Off
Synthetics
Cottons
Mixed Fabrics
Delicates
Wool/Handwash
Cotton ECO
Prewash
Quick
Options
Spin
Temp.
Finish At
Easy Iron
Rinse Only
Drain & Spin
Refresh 20min
6
7
81 2 3 4 5
1
Aan/Uit-toets (On/Off)
2
Programma-tiptoets
3
Tiptoets Temperatuur
4
Tiptoets centrifugeerselectie
5
Tiptoets Eindigt op (Finish At)
6
Tiptoets Start/Pauze
7
Optieselectie tiptoets
8
Display
DISPLAY
A B C E
FG
D
A. Het temperatuurgedeelte:
: Temperatuuraanduiding
6
: Aanduiding koud water
B. : De permanente aanduiding extra spoelen
C. Het centrifugeergedeelte:
: De aanduiding
centrifugeersnelheid
: Aanduiding Niet centrifugeren
: De aanduiding Spoelstop
: De aanduiding Extra stil
D. Het tijdgedeelte:
: De programmaduur
: De eindtijd van de cyclus (als de
is geselecteerd) of de huidige tijd
1)
: De alarmcodes
: De foutmelding
: Het programma is voltooid.
E. : De aanduiding deur vergrendeld
U kunt de deur van het apparaat niet
openen als het symbool brandt.
U kunt de deur van het apparaat openen als
het symbool uit gaat.
F.
: Het aanduidingslampje Eindigt op (Finish
At)
G. : De aanduiding van het kinderslot
PROGRAMMATABEL
Programma
Temperatuurbereik
Maximale lading
Maximale centri-
fugeersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
30' @ 30°
30°C
3 kg
800 tpm
Een korte cyclus voor synthetische en delicate stoffen
met lichte bevuiling of voor op te frissen kledij.
Cottons
90°C - Koud
9 kg
1400 tpm
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild.
Cotton
ECO
1)
60°C - 40°C
9 kg
1400 tpm
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervuiling.
Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het waspro-
gramma neemt toe.
Synthetics
60°C - Koud
3,5 kg
1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen. Normale vervui-
ling.
Delicates
40°C - Koud
3,5 kg
1200 tpm
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde
stoffen hebben een milde wasbeurt nodig. Normale
vervuiling.
Wool/Handwash
40°C - Koud
2 kg
1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige
wol en andere stoffen voorzien van het symbool «hand-
was».
2)
Refresh 20 min
40°C - 30°C
1 kg
1200 tpm
Een zeer korte cyclus voor katoenen en synthetische
kleding met lichte vervuiling of slechts eenmaal ge-
dragen.
1) Slechts 2 seconden zichtbaar als u het apparaat activeert.
7
Programma
Temperatuurbereik
Maximale lading
Maximale centri-
fugeersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Mixed Fabrics
60°C - Koud
2 kg
1200 tpm
Speciaal programma voor katoenen, synthetische en
gemengde stoffen die licht vervuild zijn. Zorg dat als u
een koudewascyclus instelt u wasmiddel gebruikt dat is
bestemd voor lage temperaturen.
1) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regelgeving
1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenprogramma» en het «stan-
daard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterver-
bruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven
voor het geselecteerde programma.
2) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trom-
mel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
Toepasbaarheid programma-opties
Programma
Quick
1)
Prewash
Easy Iron
Rinse Only
Drain & Spin
30' @ 30°
Cottons
Cotton
ECO
Synthetics
Delicates
Wool/
Handwash
Refresh 20
min
Mixed Fa-
brics
1) Als u gebruik maakt van deze optie, raden we aan om de hoeveelheid wasgoed te beperken. Het is mo-
gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd.
Aanbevolen lading: katoen: 4,5 kg, synthetische en delicate stoffen: 2,5 kg.
8
VERBRUIKSGEGEVENS
De aangewezen waarden zijn verkregen onder laboratoriumcondities met relevante stan-
daarden. Verschillende oorzaken kunnen de gegevens wijzigen: de hoeveelheid en het ty-
pe wasgoed en de omgevingstemperatuur. De waterdruk, netvoeding en de temperatuur
van het toevoerwater kunnen de duur van het wasprogramma ook beïnvloeden.
De technische specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd
om de kwaliteit van het product te verbeteren.
Bij start van het programma toont het display de programmaduur voor de maximale laad-
capaciteit.
Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en deze kan flink
worden verlaagd als de wasgoedlading lager is dan de maximale laadcapaciteit (bijv. ka-
toen 60°C, maximale laadcapaciteit 9 kg, de programmaduur is langer dan 2 uur, werkelij-
ke lading 1 kg, de programmaduur is minder dan 1 uur).
Als het apparaat de echte programmaduur berekent, knippert er een punt in het display.
Programma Lading (kg)
Energiever-
bruik (kWh)
Waterverbruik
(liter)
Gemiddelde
programma-
duur (minuten)
Resterend
vocht (%)
1)
Cottons 60°C 9 1,58 84 175 53
Cottons 40°C 9 1,01 82 174 53
Synthetics 40°C 3,5 0,74 61 122 35
Delicates 40°C 3,5 0,54 62 74 35
Wool/Handwash
30°C
2)
2 0,42 62 70 30
Standaard katoenprogramma's
Standaard 60°C ka-
toen
9 1,03 49 220 53
Standaard 60°C ka-
toen
4,5 0,77 40 187 53
Standaard 40°C ka-
toen
4,5 0,62 40 181 53
1) Aan het einde van de centrifugeerfase.
2) Niet beschikbaar voor sommige modellen.
9
Uit-modus (W) Modus aan laten (W)
0.30 0.30
De gegevens in de bovenstaande grafiek zijn in overeenstemming met de EU-verordening 1015/2010
die richtlijn 2009/125/EC implementeert.
OPTIES
TEMPERATUUR
Met deze optie kunt u de standaardtemperatuur
wijzigen.
Aanduiding
= koud water.
Het controlelampje van de ingestelde temperatuur
gaat branden.
SPIN
Met deze optie kunt u de
standaardcentrifugeersnelheid verlagen.
Het symbool van de ingestelde snelheid wordt op
het display weergegeven.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen te
verwijderen.
Instellen voor fijne was.
De spoelfase verbruikt meer water voor
sommige wasprogramma's.
Op het display verschijnt het symbool .
Spoelstop
Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te
voorkomen.
Het wasprogramma stopt met water in de
trommel. De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld. U moet het water
afvoeren om de deur te kunnen openen.
Op het display verschijnt het symbool .
Zie om het water weg te pompen 'Aan
het einde van het programma'.
Extra Stil
Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen te
verwijderen en een stil wasprogramma uit te
voeren.
De spoelfase verbruikt meer water voor
sommige wasprogramma's.
Het wasprogramma stopt met water in de
trommel. De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld. U moet het water
afvoeren om de deur te kunnen openen.
Op het display verschijnt het symbool .
Zie om het water weg te pompen 'Aan
het einde van het programma'.
QUICK
Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten.
Gebruik deze optie voor wasgoed met lichte
vervuiling of om wasgoed op te frissen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
PREWASH
Met deze optie kunt u een voorwasfase toevoegen
aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie bij zwaar bevuilde kleding. Als u
deze optie instelt neemt de programmaduur toe.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
EASY IRON
Het apparaat wast en centrifugeert het wasgoed
voorzichtig om te voorkomen dat het wasgoed
kreukt.
Het apparaat vertraagt de centrifugeersnelheid,
gebruikt meer water en past de programmaduur
aan het type wasgoed aan.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
RINSE ONLY
Met deze optie kunt u alleen de laatste spoeling van
een geselecteerd wasprogramma uitvoeren.
Als u ook de optie Extra spoelgangen ( )
selecteert, voegt het apparaat twee of meer
spoelgangen uit.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
10
DRAIN & SPIN
Met deze optie kunt u de centrifugeer- en
afvoercyclus uitvoeren.
De centrifugeerfase is geschikt voor het ingestelde
wasprogramma.
Als u ook de optie Niet centrifugeren
( ) selecteert, dan voert het
apparaat alleen de pompcyclus uit.
FINISH AT
Met deze optie kunt u precies de tijd instellen
waarin u uw wasprogramma wilt laten beëindigen.
De start van het wasprogramma wordt uitgesteld.
Het wasprogramma eindigt binnen de ingestelde
tijd.
U kunt tot maximaal 20 uur van te voren de eindtijd
instellen.
Het display toont de ingestelde tijd van de
beëindiging van de cyclus en het indicatielampje
gaat aan.
EXTRA SPOELING
Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan
een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn
voor wasmiddelen en in gebieden waar het water
erg zacht is.
Het betrokken indicatielampje gaat branden.
1)
INSTELLINGEN
PERMANENT EXTRA SPOELEN
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt instellen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
KINDERSLOT
Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met
het bedieningspaneel spelen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
Activeer deze optie na het indrukken van de toets
: de toetsen worden vergrendeld (behalve toets
) .
Deze optie blijft actief, zelfs als u het
apparaat uitschakelt.
GELUIDSSIGNALEN
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
Het programma is voltooid.
Er een storing in het apparaat optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van de
geluidssignalen raakt u gedurende 4 seconden
tegelijkertijd toets
en aan.
Als u de geluidssignalen uitschakelt,
werken ze wel als er een storing
optreedt.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE
EERSTE KEER GEBRUIKT
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
4. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en start
het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en
de kuip.
KLOK INSTELLEN
1) Raadpleeg "Instellingen" voor meer informatie over het activeren van deze optie.
11
1. Raak toets en enkele seconden
tegelijkertijd aan.
De uurcijfers knipperen.
2. Raak de knop
aan om de uren te wijzigen
(of te bevestigen). De uren wijzigen met
stappen van een uur.
Als u de knop ingedrukt houdt
wijzigen de cijfers sneller.
3. Raak de toets aan om de selectie te
bevestigen.
De minuutcijfers knipperen.
4. Raak de knop
aan om de minuten te
wijzigen (of te bevestigen). De minuten wijzigen
met stappen van een minuut.
5. Raak de toets
aan om de selectie te
bevestigen.
Het apparaat schakelt automatisch in
de modus voor klokinstelling als:
u het apparaat voor de eerste keer na de
installatie activeert;
u het apparaat voor de eerste keer activeert
nadat het langer dan twee weken van het
stroomnet afgesloten is geweest;
u de tijd niet binnen 15 seconden na de laatste
aanraking van een knop heeft bevestigd;
u het apparaat heeft uitgeschakeld voordat de
tijd werd bevestigd.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
Draai de waterkraan open. Steek de stekker in het
stopcontact.
1. Trek aan de deurhendel om de deur van het
apparaat te openen.
2. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in de
trommel.
3. Schud de items voor u ze in de wasautomaat
plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel
plaatst. Raadpleeg de maximale ladingen in de
"Programmatabel".
4. Sluit de vuldeur.
LET OP! Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur blijft
klemmen. Er kan waterlekkage of
beschadigd wasgoed ontstaan.
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan schade aan de
rubberen delen van de wasmachine
veroorzaken.
WASMIDDEL EN TOEVOEGINGEN
GEBRUIKEN
1. Meet het wasmiddel
en wasverzachter af.
2. Doe het wasmiddel
en de wasverzachter
in de compartimen-
ten.
3. Sluit de wasmiddel-
doseerlade voorzich-
tig.
WASMIDDELDOSEERBAKJES
Wasmiddelbakje voor wasfase.
Als u een vloeibaar wasmiddel
gebruikt, dient u dit direct voor
het starten van het programma te
plaatsen.
Vakje voor vloeibare toevoegin-
gen (textielversteviger, stijfsel).
LET OP! Vul de
bakjes nooit tot bo-
ven het niveau
MAX.
12
Klep voor waspoeder of vloei-
baar wasmiddel.
Wanneer u een programma (of optie) instelt
met een voorwas, doe dan het wasmiddel voor
de voorwasfase rechtstreeks in de trommel.
VLOEIBAAR WASMIDDEL OF POEDER
A
De standaardpositie van
de klep is A (waspoeder).
Om vloeibaar wasmiddel
te gebruiken:
1. Verwijder de lade. Duw
de rand van de lade op
de plaats van de pijl
(PUSH) om de lade mak-
kelijk te verwijderen.
B
2. Zet de klep in stand B.
3. Plaats de wasmiddel-
doseerlade terug in de
ruimte.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel ge-
bruikt:
Gebruik geen gelatineachtige of
dikke vloeibare wasmiddelen.
Gebruik niet meer dan 120 ml.
Stel de startuitstelfunctie niet in.
A
Wanneer de klep zich in
stand B bevindt en u
waspoeder wenst te ge-
bruiken:
1. Verwijder de lade.
2. Zet de klep in stand
A.
3. Plaats de wasmiddel-
doseerlade terug in
de ruimte.
Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de
compartimenten.
Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig.
HET APPARAAT INSCHAKELEN
Houd de toets On/Off enkele seconden ingedrukt
om het apparaat in of uit te schakelen.
Er klinkt een geluid als het apparaat wordt
ingeschakeld.
Het display toont het woord AAN.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN
1. Druk op programmatoets en stel het
volgende programma in:
Het lampje van de toets knippert.
Het display geeft de programmaduur weer.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de
centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde optie
branden.
Als u iets niet goed instelt, toont het
display de melding .
HET STARTEN VAN EEN PROGRAMMA
ZONDER DE OPTIE FINISH AT
Druk op toets .
Het indicatielampje
stopt met
knipperen en blijft branden.
Het programma start, de deur wordt
vergrendeld, het lampje brandt.
Bij het begin van een wascyclus kan de
afvoerpomp een tijdje werken.
Na ongeveer 15 minuten na de start
van het programma:
Het apparaat past automatisch de
programmaduur aan aan de
wasgoedbelading.
Op de display verschijnt de nieuwe
waarde.
EEN PROGRAMMA STARTEN MET DE OPTIE
FINISH AT
Controleer of op het apparaat de goede tijd is
ingesteld. Raadpleeg 'Klokinstelling' om te zien hoe
de klok van het apparaat wordt ingesteld.
Stel eerst het programma in (en voeg opties toe) en
daarna de optie .
13
1. Druk op de toets om de gewenste tijd in te
stellen. Bij de eerste aanraking wordt de tijd
afgerond naar het meest dichtbijgelegen uur of
halfuur. Bij iedere volgende aanraking wordt de
eindtijd verhoogd met segmenten van 30
minuten tot een maximaal bereik van 20 uur.
1)
Het display toont de eindtijd die u ingesteld hebt
(bijv.
) en het indicatielampje brandt om
aan te geven dat deze optie actief is.
2. Druk op toets :
De deur blijft vergrendeld.
De machine begint de tijd af te tellen.
Als het aftellen is voltooid, start het
programma automatisch en telt de actuele
programmaduur de minuten af tot de cyclus
beëindigd.
U kunt de instelling van de optie
annuleren of wijzigen voordat u op de
toets drukt. Na het indrukken van
de toets kunt u de optie alleen
nog annuleren.
Om de optie Finish At te annuleren:
a. Druk op toets om het apparaat in te
stellen op de pauzestand. Het
indicatielampje van de knop knippert.
b. Druk meerdere keren op de knop totdat
het indicatielampje van het display
uitgaat.
Druk nogmaals op toets om het
programma onmiddellijk te starten.
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE
OPTIES WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze
gaan werken.
1. Tik op .
Het lampje van deze toets knippert.
2. Wijzig de opties.
Als u een optie wijzigt, zal de
optie (indien geselecteerd) worden
uitgeschakeld.
3. Druk nogmaals op .
Het wasprogramma gaat verder.
EEN PROGRAMMA ANNULEREN
1. Druk een paar seconden op de toets On/Off
om het programma te annuleren en om het
apparaat uit te schakelen.
2. Druk weer op dezelfde toets om het apparaat in
te schakelen. Nu kunt u een nieuw
wasprogramma kiezen.
Het apparaat voert het water af
voordat u een nieuw programma start.
Zorg er in dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het doseerbakje zit,
zo niet vul het dan bij.
DE DEUR OPENEN
Als een programma (of ) in werking is, is de deur
van de wasmachine vergrendeld. Het -lampje
brandt.
LET OP! Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te hoog zijn,
kunt u de deur niet openen.
Om de deur tijdens de eerste minuten van de
cyclus te openen (of wanneer in werking
is) :
1. Druk op om het apparaat te pauzeren.
2. Wacht tot het lampje dooft.
3. U kunt de deur openen.
4. Sluit de deur van de machine en nogmaals druk
op de toets . Het programma (of de )
gaat verder.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het apparaat stopt automatisch.
Als het geluidssignaal actief is, weerklinkt het
signaal.
In het display gaat het symbool aan.
Het lampje van toets gaat uit.
Het deurvergrendelingssymbool gaat uit.
U kunt de deur openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor
dat de trommel leeg is.
Druk een paar seconden op de knop voor
om het apparaat uit te schakelen.
Draai de waterkraan dicht.
Laat de deur iets open staan om de vorming van
schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
1) Als u de knop
ingedrukt houdt wijzigen de cijfers sneller.
14
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat
water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
Het indicatielampje knippert om u eraan te
herinneren het water af te voeren.
Het indicatielampje van de deur
brandt. Het
indicatielampje van toets knippert. De deur
blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de deur te
kunnen openen.
Het water afvoeren:
1. Om het water weg te pompen.
Druk op toets . Het apparaat pompt het
water weg en centrifugeert met maximale
centrifugeersnelheid voor het geselecteerde
wasprogramma.
Of, druk op de toets om de
centrifugeersnelheid aan te passen en druk
dan op toets . Het apparaat voert het
water af en centrifugeert. Als u instelt,
pompt het apparaat alleen.
2. Als het programma is voltooid, gaat het
deurvergrendelingssymbool uit en kunt u
de deur openen.
3. Druk een paar seconden op de knop voor
om het apparaat uit te schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het afvoeren
van water en centrifugeren (behalve bij
het wolprogramma).
AUTO-UIT OPTIE
De AUTO UIT-optie schakelt het apparaat
automatisch uit om het energieverbruik te beperken.
Alle indicatielampjes en het display doven als:
U het apparaat niet gebruikt binnen 5 minuten
na het aanraken van de toets .
Druk opnieuw op de toets om het apparaat
in te schakelen.
5 minuten na afloop van het wasprogramma.
Druk opnieuw op de toets om het apparaat
in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde programma
wordt weergegeven op het display.
Druk op de toets als u een nieuwe cyclus
wenst in te stellen.
AANWIJZINGEN EN TIPS
VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL
DOET
Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch,
fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de waslabels
van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet samen.
Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij
de eerste keer worden gewassen. We raden
daarom aan om dit soort kleding de eerste keer
dan ook apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes
en drukknopen. Rol riemen op.
Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen
open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met
geverfde opdrukken binnenstebuiten.
Verwijder ingedroogde vlekken met een speciaal
wasmiddel.
Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden voordat
het in de trommel wordt gedaan
Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de
haken of stop de gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om kleine
items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit
gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen
in de trommel en de centrifugefase opnieuw
starten.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
15
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
gebruik in een wasautomaat:
waspoeder voor alle soorten weefsels,
waspoeder voor delicate stoffen (40 °C
max) en wol,
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur (60
°C max.) voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu te
beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van deze producten.
Gebruik de juiste producten voor het type en de
kleur stof, de programmatemperatuur en de
mate van vervuiling.
Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje
heeft met klepje, voeg dan het vloeibare
wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd
bij het wasmiddel).
MILIEUTIPS
Stel een programma in zonder de voorwasfase
om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met de maximum
toegestane hoeveelheid wasgoed.
Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar
als u een programma met een lage temperatuur
instelt.
Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke
systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken. Zie "Waterhardheid".
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterverzachter voor wasautomaten aan. In
gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het
gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw
gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het product.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en
warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
LET OP! Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of chemische
producten.
ONTKALKEN
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk en
roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe
dit apart van het wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij programma's met lage temperaturen is het
mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de
trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt
uit. Ga als volgt te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Kies het katoenprogramma met de hoogste
temperatuur met een kleine hoeveelheid
wasmiddel.
DEURRUBBER
Controleer het deurrub-
ber regelmatig en verwij-
der voorwerpen uit de
binnenkant.
16
HET AFWASMIDDELDOSEERBAKJE REINIGEN
1 2 3 4
5 6
HET AFVOERFILTER SCHOONMAKEN
Reinig het afvoerfilter niet als het water in de machine heet is.
Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Herhaal stappen 2 en 3 verschillende keren door de klep te openen en te sluiten totdat er
geen water meer uitloopt.
1.
2
1
2.
3.
2
1
4.
2
17
5. 6.
7. 8.
2
1
Houd altijd een doek bij de hand om
eventueel morsen van water op te
nemen.
Verzeker u ervan dat de pompwaaier
onbelemmerd kan ronddraaien. Als hij
niet roteert: neem contact op met een
erkend servicecentrum. Zorg er ook
voor dat u het filter goed vastdraait om
lekkage te voorkomen.
HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN
1 2 3
45°
20°
4
NOODAFVOER
Het apparaat kan geen water afvoeren door een
storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (8) uit van
"Het afvoerfilter reinigen". Maak de pomp zo nodig
schoon.
Als u het water afpompt met gebruikmaking van de
noodafpompprocedure, moet u het aftapsysteem
opnieuw activeren:
1. Giet 2 liter water in het wasvak van de
wasmiddellade.
2. Start het programma om het water af te
pompen.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar
de temperatuur lager is dan 0 °C, dient u het
resterende water uit de afvoerslang en de
afvoerpomp te verwijderen.
Voer deze procedure ook uit als u de
noodafvoer wilt gebruiken.
1. Haal de netstekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de watertoevoerslang.
3. Schroef de afvoerslang los van de achtersteun
en maak de slang los van de gootsteen of tap.
18
4. Leg de uiteinden van de afvoer- en
toevoerslang in een opvangbak. Laat het water
uit de slangen stromen.
5. Stel elk geselecteerde programma in met optie
Drain & Spin en laat dit tot het eind van de
cyclus draaien.
6. Als er geen water meer stroomt, plaats de
toevoerslang en de afvoerslang terug.
7. Druk op de On/Off-knop om het apparaat uit te
zetten.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0°C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade die door
lage temperaturen is veroorzaakt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
INTRODUCTIE
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact
op met de Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display een
alarmcode:
- Het apparaat wordt niet goed gevuld
met water. Start het apparaat opnieuw door te
drukken op de knop . Na 10 seconden
wordt de deur ontgrendeld.
- Het apparaat pompt geen water weg.
- De deur is open of niet goed gesloten.
Controleer de deur!
Als het apparaat overladen is,
neemt u wat voorwerpen uit de
trommel en/of duwt u tegen de
deur en drukt u tegelijkertijd op de
knop totdat de aanduiding
stopt met knipperen (zie de
afbeelding hieronder).
- De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht
tot de stroomtoevoer stabiel is.
- Geen communicatie tussen de
elektronische elementen van het apparaat.
Schakel uit en terug aan. Het programma werd
niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg
gestopt. Als het alarmcode weer verschijnt,
neem dan contact op met een erkend
servicecentrum.
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit voordat u controles
uitvoert.
19
MOGELIJKE STORINGEN
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start niet. Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het stopcon-
tact.
Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is.
Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het zekerin-
genkastje is.
Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of wacht op
het einde van de aftelprocedure.
Schakel het kinderslot uit.
Het apparaat wordt niet
goed met water gevuld.
Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem
voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke water-
leidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang
aanwezig zijn.
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de waterinlaatslang in orde
is.
Het apparaat vult zich niet
met water en pompt dit di-
rect weg.
Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. De slang
kan te laag hangen.
Het water niet wordt afge-
pompt uit de machine.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft.
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in orde is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder afvoerfa-
se instelt.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in
de trommel blijft.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien
nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de
Servicedienst.
De centrifugeerfase werkt
niet of de wascyclus duurt
langer dan normaal.
Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start de centri-
fugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt zijn door even-
wichtsproblemen.
Stel de centrifugeersnelheid in.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in
de trommel blijft.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien
nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'.
Er is water op de vloer. Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen goed af-
gedicht zijn en dat er geen waterlekkage is.
Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd
zijn.
Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveelheid ge-
bruikt.
20
Probleem Mogelijke oplossing
U kunt de klep van de ma-
chine niet openen.
Controleer of het wasprogramma is voltooid.
Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de
trommel bevindt.
Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voorzorgsmaatre-
gelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging").
Het apparaat maakt een
abnormaal geluid.
Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Raadpleeg 'Mon-
tage-instructies'.
Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbouten ver-
wijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te gering zijn.
Het apparaat vult zich met
water en pompt dit direct
weg.
Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. Het uitein-
de van de afvoerslang bevindt zich te laag. Raadpleeg 'Montage-in-
structies'.
De cyclus is korter dan de
weergegeven tijd.
Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de was-
goedlading. Zie het hoofdstuk "Verbruikswaarden".
De cyclus is langer dan de
weergegeven tijd.
Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is nor-
maal gedrag van het apparaat.
De wasresultaten laten te
wensen over.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hardnekkige
vlekken voordat u het wasgoed wast.
Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen heeft.
Verminder de wasgoedbelading.
U kunt geen optie instellen. Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt.
Schakel na de controle de machine in. Het
programma wordt voortgezet vanaf het punt van
onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem
contact op met een erkend servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes toont. Schakel
de machine uit en zet hem weer aan. Als het
probleem zich blijft voordoen: neem contact op met
een erkend servicecentrum.
SERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele
onderdelen aan.
Zorg dat u deze gegevens bij de hand hebt als u
met de servicedienst contact opneemt. U vindt
deze op het classificatieplaatje: model,
productnummer en serienummer. (Mod., Prod. No.,
Ser. No.)
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Breedte / hoogte / diepte /
totale diepte
600 mm/ 850 mm/ 600 mm/ 660 mm
Aansluiting op het elektri-
citeitsnet
Spanning
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
21
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stof-
fen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laag-
spanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht
biedt
IPX4
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0.8 MPa)
Toelaatbare maximum be-
lading
Katoen (Cotton) 9 kg
Energiebesparingsklasse A+++
Centrifugeersnelheid Maximum 1400 tpm
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
22

Documenttranscriptie

User Manual GETTING STARTED? EASY. ZWF 91486ZS NL Gebruiksaanwijzing Wasautomaat FR Notice d'utilisation Lave-linge 2 23 VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden gehouden. Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg. Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. ALGEMENE VEILIGHEID • • • • 2 De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. Overschrijd het maximale laadvermogen van 9 kg niet (raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema"). De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa). De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking. • • • • • • Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt. Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN MONTAGE • Verwijder de verpakking en de transportbouten. • Bewaar de transportbouten op een veilige plaats. Als het apparaat verplaatst moet worden in de toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden om de trommel te vergrendelen om interne schade te voorkomen. • Wees altijd voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat omdat het zwaar is. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Gebruik of installeer het apparaat niet als de temperatuur lager kan zijn dan 0°C of als het is blootgesteld aan het weer. • Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is. • Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan circuleren. • Installeer het apparaat niet direct boven de vloerafvoer. • Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloer te creëren. • Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet helemaal open kan. • Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op te vangen onder het apparaat. Neem contact op met het geautoriseerd servicecentrum om te raadplegen welke accessoires gebruikt mogen worden. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. • Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen. AANSLUITING AAN DE WATERLEIDING • Beschadig de waterslangen niet. • Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe 3 • • • apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is. Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat. Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de klantenservice voor vervanging van de toevoerslang. U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk. • • SERVICEDIENST • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. VERWIJDERING GEBRUIK WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat. • • • • Was geen stoffen die zwaarbevuild zijn met olie, vet of andere vettige substanties. Dit kan rubberen onderdelen van de wasmachine beschadigen. Was dergelijke stoffen met de hand voor, voordat u ze in de wasmachine stopt. Raak het glas van de deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden. • • Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op. Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen uit het wasgoed verwijderd zijn. • • Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer. Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg. Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen te zitten. Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT APPARAATOVERZICHT 1 2 1 Bovenblad 2 Wasmiddellade 3 3 Bedieningspaneel 4 Handgreep 5 Typeplaatje 6 Filter afvoerpomp 4 5 6 7 4 7 Voetjes voor het waterpas zetten van het apparaat SET BEVESTIGINGSPLAATJES (4055171146) Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde verkooppunt. Zet het apparaat goed vast met de bevestigingsplaatjes als u het apparaat op een plint plaatst. Lees de met het accessoire meegeleverde instructies zorgvuldig door. 5 EENVOUDIGE START BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL Cottons Cotton ECO Synthetics Delicates Wool/Handwash Refresh 20min Mixed Fabrics Quick Prewash Easy Iron Options Rinse Only Drain & Spin Temp. Spin Finish At 3 4 5 On/Off 1 1 Aan/Uit-toets 2 6 8 7 6 Tiptoets Start/Pauze (On/Off) 2 Programma-tiptoets 7 Optieselectie tiptoets 8 Display 3 Tiptoets Temperatuur 4 Tiptoets centrifugeerselectie 5 Tiptoets Eindigt op (Finish At) DISPLAY A B C D G A. Het temperatuurgedeelte: 6 E F : Temperatuuraanduiding : Aanduiding koud water B. : De permanente aanduiding extra spoelen C. Het centrifugeergedeelte: • : De aanduiding centrifugeersnelheid • E. • : De aanduiding Extra stil D. Het tijdgedeelte: • : De foutmelding : Het programma is voltooid. : De aanduiding deur vergrendeld U kunt de deur van het apparaat niet openen als het symbool brandt. U kunt de deur van het apparaat openen als het symbool uit gaat. • • : De aanduiding Spoelstop F. : De programmaduur • : De alarmcodes • • : Aanduiding Niet centrifugeren • • : De eindtijd van de cyclus (als de At) G. : Het aanduidingslampje Eindigt op (Finish : De aanduiding van het kinderslot is geselecteerd) of de huidige tijd1) PROGRAMMATABEL Maximale lading Programma Maximale centriTemperatuurbereik fugeersnelheid Programmabeschrijving (Type lading en vervuiling) 30' @ 30° 30°C 3 kg 800 tpm Een korte cyclus voor synthetische en delicate stoffen met lichte bevuiling of voor op te frissen kledij. Cottons 90°C - Koud 9 kg 1400 tpm Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild. Cotton 9 kg 1400 tpm Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervuiling. Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het wasprogramma neemt toe. Synthetics 60°C - Koud 3,5 kg 1200 tpm Synthetische of gemengde stoffen. Normale vervuiling. Delicates 40°C - Koud 3,5 kg 1200 tpm Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen hebben een milde wasbeurt nodig. Normale vervuiling. Wool/Handwash 40°C - Koud 2 kg 1200 tpm Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en andere stoffen voorzien van het symbool «handwas».2) Refresh 20 min 40°C - 30°C 1 kg 1200 tpm Een zeer korte cyclus voor katoenen en synthetische kleding met lichte vervuiling of slechts eenmaal gedragen. ECO1) 60°C - 40°C 1) Slechts 2 seconden zichtbaar als u het apparaat activeert. 7 Maximale lading Programma Maximale centriTemperatuurbereik fugeersnelheid Mixed Fabrics 60°C - Koud Programmabeschrijving (Type lading en vervuiling) 2 kg 1200 tpm Speciaal programma voor katoenen, synthetische en gemengde stoffen die licht vervuild zijn. Zorg dat als u een koudewascyclus instelt u wasmiddel gebruikt dat is bestemd voor lage temperaturen. 1) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regelgeving 1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenprogramma» en het «standaard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterverbruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed. De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven voor het geselecteerde programma. 2) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trommel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma. Easy Iron ■ ■ Cottons ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Cotton ECO ■ ■ ■ ■ ■ ■ Synthetics ■ ■ ■ ■ ■ ■ Delicates ■ ■ ■ ■ ■ ■ Wool/ Handwash ■ ■ ■ ■ Refresh 20 min ■ ■ ■ Mixed Fabrics ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Drain & Spin Prewash 30' @ 30° Programma Rinse Only Quick1) Toepasbaarheid programma-opties ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ 1) Als u gebruik maakt van deze optie, raden we aan om de hoeveelheid wasgoed te beperken. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd. Aanbevolen lading: katoen: 4,5 kg, synthetische en delicate stoffen: 2,5 kg. 8 VERBRUIKSGEGEVENS De aangewezen waarden zijn verkregen onder laboratoriumcondities met relevante standaarden. Verschillende oorzaken kunnen de gegevens wijzigen: de hoeveelheid en het type wasgoed en de omgevingstemperatuur. De waterdruk, netvoeding en de temperatuur van het toevoerwater kunnen de duur van het wasprogramma ook beïnvloeden. De technische specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd om de kwaliteit van het product te verbeteren. Bij start van het programma toont het display de programmaduur voor de maximale laadcapaciteit. Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en deze kan flink worden verlaagd als de wasgoedlading lager is dan de maximale laadcapaciteit (bijv. katoen 60°C, maximale laadcapaciteit 9 kg, de programmaduur is langer dan 2 uur, werkelijke lading 1 kg, de programmaduur is minder dan 1 uur). Als het apparaat de echte programmaduur berekent, knippert er een punt in het display. Programma Lading (kg) Gemiddelde Energiever- Waterverbruik programmabruik (kWh) (liter) duur (minuten) Resterend vocht (%)1) Cottons 60°C 9 1,58 84 175 53 Cottons 40°C 9 1,01 82 174 53 Synthetics 40°C 3,5 0,74 61 122 35 Delicates 40°C 3,5 0,54 62 74 35 2 0,42 62 70 30 9 1,03 49 220 53 4,5 0,77 40 187 53 4,5 0,62 40 181 53 Wool/Handwash 30°C 2) Standaard katoenprogramma's Standaard 60°C katoen Standaard 60°C katoen Standaard 40°C katoen 1) Aan het einde van de centrifugeerfase. 2) Niet beschikbaar voor sommige modellen. 9 Uit-modus (W) Modus aan laten (W) 0.30 0.30 De gegevens in de bovenstaande grafiek zijn in overeenstemming met de EU-verordening 1015/2010 die richtlijn 2009/125/EC implementeert. OPTIES TEMPERATUUR Met deze optie kunt u de standaardtemperatuur wijzigen. = koud water. Aanduiding Het controlelampje van de ingestelde temperatuur gaat branden. SPIN Met deze optie kunt u de standaardcentrifugeersnelheid verlagen. Het symbool van de ingestelde snelheid wordt op het display weergegeven. Extra centrifugeeropties: Niet centrifugeren • Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen te verwijderen. • Instellen voor fijne was. • De spoelfase verbruikt meer water voor sommige wasprogramma's. • Op het display verschijnt het symbool . Spoelstop • Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te voorkomen. • Het wasprogramma stopt met water in de trommel. De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen. • De deur blijft vergrendeld. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen. • Op het display verschijnt het symbool . Zie om het water weg te pompen 'Aan het einde van het programma'. Extra Stil • Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen te verwijderen en een stil wasprogramma uit te voeren. • De spoelfase verbruikt meer water voor sommige wasprogramma's. 10 • • • Het wasprogramma stopt met water in de trommel. De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen. De deur blijft vergrendeld. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen. Op het display verschijnt het symbool . Zie om het water weg te pompen 'Aan het einde van het programma'. QUICK Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten. Gebruik deze optie voor wasgoed met lichte vervuiling of om wasgoed op te frissen. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. PREWASH Met deze optie kunt u een voorwasfase toevoegen aan een wasprogramma. Gebruik deze optie bij zwaar bevuilde kleding. Als u deze optie instelt neemt de programmaduur toe. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. EASY IRON Het apparaat wast en centrifugeert het wasgoed voorzichtig om te voorkomen dat het wasgoed kreukt. Het apparaat vertraagt de centrifugeersnelheid, gebruikt meer water en past de programmaduur aan het type wasgoed aan. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. RINSE ONLY Met deze optie kunt u alleen de laatste spoeling van een geselecteerd wasprogramma uitvoeren. Als u ook de optie Extra spoelgangen ( ) selecteert, voegt het apparaat twee of meer spoelgangen uit. Het bijbehorende indicatielampje gaat branden. DRAIN & SPIN Met deze optie kunt u de centrifugeer- en afvoercyclus uitvoeren. De centrifugeerfase is geschikt voor het ingestelde wasprogramma. Als u ook de optie Niet centrifugeren ( ) selecteert, dan voert het apparaat alleen de pompcyclus uit. FINISH AT Met deze optie kunt u precies de tijd instellen waarin u uw wasprogramma wilt laten beëindigen. De start van het wasprogramma wordt uitgesteld. Het wasprogramma eindigt binnen de ingestelde tijd. U kunt tot maximaal 20 uur van te voren de eindtijd instellen. Het display toont de ingestelde tijd van de beëindiging van de cyclus en het indicatielampje gaat aan. EXTRA SPOELING Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan een wasprogramma. Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is. Het betrokken indicatielampje gaat branden.1) INSTELLINGEN PERMANENT EXTRA SPOELEN Met deze optie kunt bij elke programma automatisch een extra spoelbeurt instellen. • Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie, drukt u tegelijkertijd op indicatielampje en tot het aan/uit gaat. KINDERSLOT Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met het bedieningspaneel spelen. • Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het indicatielampje aan/uit gaat. Activeer deze optie na het indrukken van de toets Deze optie blijft actief, zelfs als u het apparaat uitschakelt. GELUIDSSIGNALEN De geluidssignalen weerklinken wanneer: • Het programma is voltooid. • Er een storing in het apparaat optreedt. Voor het uitschakelen/inschakelen van de geluidssignalen raakt u gedurende 4 seconden tegelijkertijd toets en aan. Als u de geluidssignalen uitschakelt, werken ze wel als er een storing optreedt. : de toetsen worden vergrendeld (behalve toets ). VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT 1. Steek de stekker in het stopcontact. 2. Draai de waterkraan open. 3. Doe een klein beetje wasmiddel in het doseervakje voor de wasfase. 4. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder wasgoed en start het programma. Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip. KLOK INSTELLEN 1) Raadpleeg "Instellingen" voor meer informatie over het activeren van deze optie. 11 1. Raak toets en enkele seconden tegelijkertijd aan. De uurcijfers knipperen. 2. Raak de knop aan om de uren te wijzigen (of te bevestigen). De uren wijzigen met stappen van een uur. Als u de knop ingedrukt houdt wijzigen de cijfers sneller. 3. Raak de toets aan om de selectie te bevestigen. De minuutcijfers knipperen. aan om de minuten te 4. Raak de knop wijzigen (of te bevestigen). De minuten wijzigen met stappen van een minuut. 5. Raak de toets bevestigen. aan om de selectie te Het apparaat schakelt automatisch in de modus voor klokinstelling als: • • • • u het apparaat voor de eerste keer na de installatie activeert; u het apparaat voor de eerste keer activeert nadat het langer dan twee weken van het stroomnet afgesloten is geweest; u de tijd niet binnen 15 seconden na de laatste aanraking van een knop heeft bevestigd; u het apparaat heeft uitgeschakeld voordat de tijd werd bevestigd. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. WASGOED IN DE MACHINE DOEN Draai de waterkraan open. Steek de stekker in het stopcontact. 1. Trek aan de deurhendel om de deur van het apparaat te openen. 2. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in de trommel. 3. Schud de items voor u ze in de wasautomaat plaatst. Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst. Raadpleeg de maximale ladingen in de "Programmatabel". 4. Sluit de vuldeur. Het wassen van hele vette of olieachtige vlekken kan schade aan de rubberen delen van de wasmachine veroorzaken. WASMIDDEL EN TOEVOEGINGEN GEBRUIKEN 1. Meet het wasmiddel en wasverzachter af. 2. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de compartimenten. 3. Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig. WASMIDDELDOSEERBAKJES Wasmiddelbakje voor wasfase. Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor het starten van het programma te plaatsen. LET OP! Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan. 12 Vakje voor vloeibare toevoegingen (textielversteviger, stijfsel). LET OP! Vul de bakjes nooit tot boven het niveau MAX. Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel. Wanneer u een programma (of optie) instelt met een voorwas, doe dan het wasmiddel voor de voorwasfase rechtstreeks in de trommel. VLOEIBAAR WASMIDDEL OF POEDER De standaardpositie van de klep is A (waspoeder). A • • • Meet het wasmiddel en wasverzachter af. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de compartimenten. Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig. HET APPARAAT INSCHAKELEN Houd de toets On/Off enkele seconden ingedrukt om het apparaat in of uit te schakelen. Er klinkt een geluid als het apparaat wordt ingeschakeld. Het display toont het woord AAN. EEN PROGRAMMA INSTELLEN 1. Druk op programmatoets volgende programma in: Om vloeibaar wasmiddel te gebruiken: 1. Verwijder de lade. Duw de rand van de lade op de plaats van de pijl (PUSH) om de lade makkelijk te verwijderen. en stel het • Het lampje van de toets knippert. • Het display geeft de programmaduur weer. 2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe. Als u een optie activeert, gaat het indicatielampje van de ingestelde optie branden. Als u iets niet goed instelt, toont het display de melding 2. Zet de klep in stand B. 3. Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de ruimte. B HET STARTEN VAN EEN PROGRAMMA ZONDER DE OPTIE FINISH AT Druk op toets • • Wanneer u vloeibaar wasmiddel gebruikt: • Gebruik geen gelatineachtige of dikke vloeibare wasmiddelen. • Gebruik niet meer dan 120 ml. • Stel de startuitstelfunctie niet in. A Wanneer de klep zich in stand B bevindt en u waspoeder wenst te gebruiken: 1. Verwijder de lade. 2. Zet de klep in stand A. 3. Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de ruimte. . • . stopt met Het indicatielampje knipperen en blijft branden. Het programma start, de deur wordt vergrendeld, het lampje brandt. Bij het begin van een wascyclus kan de afvoerpomp een tijdje werken. Na ongeveer 15 minuten na de start van het programma: • Het apparaat past automatisch de programmaduur aan aan de wasgoedbelading. • Op de display verschijnt de nieuwe waarde. EEN PROGRAMMA STARTEN MET DE OPTIE FINISH AT Controleer of op het apparaat de goede tijd is ingesteld. Raadpleeg 'Klokinstelling' om te zien hoe de klok van het apparaat wordt ingesteld. Stel eerst het programma in (en voeg opties toe) en daarna de optie . 13 1. Druk op de toets om de gewenste tijd in te stellen. Bij de eerste aanraking wordt de tijd afgerond naar het meest dichtbijgelegen uur of halfuur. Bij iedere volgende aanraking wordt de eindtijd verhoogd met segmenten van 30 minuten tot een maximaal bereik van 20 uur.1) Het display toont de eindtijd die u ingesteld hebt (bijv. ) en het indicatielampje aan te geven dat deze optie actief is. U kunt de instelling van de optie annuleren of wijzigen voordat u op de Om de optie Finish At alleen Als een programma (of indicatielampje van de knop knippert. b. Druk meerdere keren op de knop het indicatielampje uitgaat. totdat Druk nogmaals op toets om het programma onmiddellijk te starten. EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE OPTIES WIJZIGEN U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken. Als u een optie wijzigt, zal de optie (indien geselecteerd) worden uitgeschakeld. . 3. Druk nogmaals op Het wasprogramma gaat verder. -lampje LET OP! Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn, kunt u de deur niet openen. Om de deur tijdens de eerste minuten van de 1. Druk op in werking om het apparaat te pauzeren. 2. Wacht tot het lampje dooft. 3. U kunt de deur openen. 4. Sluit de deur van de machine en nogmaals druk op de toets gaat verder. van het display . 1. Tik op Het lampje van deze toets knippert. 2. Wijzig de opties. ) in werking is, is de deur van de wasmachine vergrendeld. Het brandt. cyclus te openen (of wanneer is) : te annuleren: om het apparaat in te a. Druk op toets stellen op de pauzestand. Het 14 DE DEUR OPENEN drukt. Na het indrukken van de toets kunt u de optie nog annuleren. 1) Als u de knop Het apparaat voert het water af voordat u een nieuw programma start. Zorg er in dit geval voor dat het wasmiddel nog in het doseerbakje zit, zo niet vul het dan bij. brandt om 2. Druk op toets : • De deur blijft vergrendeld. • De machine begint de tijd af te tellen. • Als het aftellen is voltooid, start het programma automatisch en telt de actuele programmaduur de minuten af tot de cyclus beëindigd. toets EEN PROGRAMMA ANNULEREN 1. Druk een paar seconden op de toets On/Off om het programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen. 2. Druk weer op dezelfde toets om het apparaat in te schakelen. Nu kunt u een nieuw wasprogramma kiezen. . Het programma (of de ) AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA • Het apparaat stopt automatisch. • Als het geluidssignaal actief is, weerklinkt het signaal. • In het display gaat het symbool • Het lampje van toets • • • Het deurvergrendelingssymbool gaat uit. U kunt de deur openen. Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor dat de trommel leeg is. • Druk een paar seconden op de knop voor om het apparaat uit te schakelen. Draai de waterkraan dicht. Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen. • • ingedrukt houdt wijzigen de cijfers sneller. aan. gaat uit. Het wasprogramma is voltooid, maar er staat water in de trommel: • De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen. • knippert om u eraan te Het indicatielampje herinneren het water af te voeren. • Het indicatielampje van de deur • Na ongeveer 18 uur begint het apparaat automatisch met het afvoeren van water en centrifugeren (behalve bij het wolprogramma). brandt. Het indicatielampje van toets knippert. De deur blijft vergrendeld. • U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen. Het water afvoeren: 1. Om het water weg te pompen. • 3. Druk een paar seconden op de knop voor om het apparaat uit te schakelen. Druk op toets . Het apparaat pompt het water weg en centrifugeert met maximale centrifugeersnelheid voor het geselecteerde wasprogramma. AUTO-UIT OPTIE De AUTO UIT-optie schakelt het apparaat automatisch uit om het energieverbruik te beperken. Alle indicatielampjes en het display doven als: • U het apparaat niet gebruikt binnen 5 minuten na het aanraken van de toets • . Het apparaat voert het water af en centrifugeert. Als u instelt, pompt het apparaat alleen. 2. Als het programma is voltooid, gaat het deurvergrendelingssymbool de deur openen. Druk opnieuw op de toets om het apparaat in te schakelen. 5 minuten na afloop van het wasprogramma. Druk opnieuw op de toets om het apparaat in te schakelen. De tijd van het laatst ingestelde programma wordt weergegeven op het display. Of, druk op de toets om de centrifugeersnelheid aan te passen en druk dan op toets . als u een nieuwe cyclus Druk op de toets wenst in te stellen. uit en kunt u AANWIJZINGEN EN TIPS VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL DOET • Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol. • Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt. • Was witte en bonte artikelen niet samen. • Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen. We raden daarom aan om dit soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen. • Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Rol riemen op. • Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen open. • Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met geverfde opdrukken binnenstebuiten. • Verwijder ingedroogde vlekken met een speciaal wasmiddel. • Zwaar bevuilde was met vlekken moet gewassen en voorbehandeld worden voordat het in de trommel wordt gedaan • • • Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een waszak of kussensloop. Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen, panty's, etc.). Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw starten. HARDNEKKIGE VLEKKEN Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende. We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt. Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof. 15 WASMIDDELEN EN NABEHANDELINGSMIDDELEN • Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik in een wasautomaat: – waspoeder voor alle soorten weefsels, – waspoeder voor delicate stoffen (40 °C max) en wol, – vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60 °C max.) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol. • Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar. • Gebruik niet meer dan de benodigde hoeveelheid wasmiddel om het milieu te beschermen. • Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze producten. • Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programmatemperatuur en de mate van vervuiling. • Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje heeft met klepje, voeg dan het vloeibare wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd bij het wasmiddel). MILIEUTIPS • Stel een programma in zonder de voorwasfase om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen. • Start een wasprogramma altijd met de maximum toegestane hoeveelheid wasgoed. • Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar als u een programma met een lage temperatuur instelt. • Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken. Zie "Waterhardheid". WATERHARDHEID Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterverzachter niet nodig. Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied. Gebruik de juiste hoeveelheid van de waterverzachter. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. BUITENKANT REINIGEN Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog. LET OP! Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of chemische producten. ONTKALKEN Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan. Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen. Gebruik alleen speciale producten voor wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe dit apart van het wassen van wasgoed. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. 16 ONDERHOUDSWASBEURT Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt te werk: • Haal al het wasgoed uit de trommel. • Kies het katoenprogramma met de hoogste temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmiddel. DEURRUBBER Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder voorwerpen uit de binnenkant. HET AFWASMIDDELDOSEERBAKJE REINIGEN 1 2 5 6 3 4 HET AFVOERFILTER SCHOONMAKEN Reinig het afvoerfilter niet als het water in de machine heet is. Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon. Herhaal stappen 2 en 3 verschillende keren door de klep te openen en te sluiten totdat er geen water meer uitloopt. 1. 2. 1 2 3. 4. 2 1 2 17 5. 6. 7. 8. 1 2 Houd altijd een doek bij de hand om eventueel morsen van water op te nemen. Verzeker u ervan dat de pompwaaier onbelemmerd kan ronddraaien. Als hij niet roteert: neem contact op met een erkend servicecentrum. Zorg er ook voor dat u het filter goed vastdraait om lekkage te voorkomen. HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN 1 1 2 3 4 2 45° 3 20° NOODAFVOER Het apparaat kan geen water afvoeren door een storing. Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (8) uit van "Het afvoerfilter reinigen". Maak de pomp zo nodig schoon. Als u het water afpompt met gebruikmaking van de noodafpompprocedure, moet u het aftapsysteem opnieuw activeren: 1. Giet 2 liter water in het wasvak van de wasmiddellade. 2. Start het programma om het water af te pompen. 18 VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar de temperatuur lager is dan 0 °C, dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen. Voer deze procedure ook uit als u de noodafvoer wilt gebruiken. 1. Haal de netstekker uit het stopcontact. 2. Verwijder de watertoevoerslang. 3. Schroef de afvoerslang los van de achtersteun en maak de slang los van de gootsteen of tap. 4. Leg de uiteinden van de afvoer- en toevoerslang in een opvangbak. Laat het water uit de slangen stromen. 6. Als er geen water meer stroomt, plaats de toevoerslang en de afvoerslang terug. 7. Druk op de On/Off-knop om het apparaat uit te zetten. WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0°C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt. 5. Stel elk geselecteerde programma in met optie Drain & Spin en laat dit tot het eind van de cyclus draaien. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. INTRODUCTIE Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met de Servicedienst. Bij sommige problemen werken de geluidssignalen en toont de display een alarmcode: • - Het apparaat wordt niet goed gevuld met water. Start het apparaat opnieuw door te drukken op de knop . Na 10 seconden wordt de deur ontgrendeld. • • - Het apparaat pompt geen water weg. - De deur is open of niet goed gesloten. Controleer de deur! Als het apparaat overladen is, neemt u wat voorwerpen uit de trommel en/of duwt u tegen de deur en drukt u tegelijkertijd op de • - De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is. • - Geen communicatie tussen de elektronische elementen van het apparaat. Schakel uit en terug aan. Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg gestopt. Als het alarmcode weer verschijnt, neem dan contact op met een erkend servicecentrum. WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert. knop totdat de aanduiding stopt met knipperen (zie de afbeelding hieronder). 19 MOGELIJKE STORINGEN Probleem Het programma start niet. Mogelijke oplossing • • • • • • Het apparaat wordt niet goed met water gevuld. • • • • • Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is. Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke waterleidingsbedrijf. Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is. Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang aanwezig zijn. Verzeker u ervan dat de aansluiting van de waterinlaatslang in orde is. Het apparaat vult zich niet met water en pompt dit direct weg. • Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. De slang kan te laag hangen. Het water niet wordt afgepompt uit de machine. • • • • Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is. Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft. Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in orde is. Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder afvoerfase instelt. Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in de trommel blijft. Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servicedienst. • • • De centrifugeerfase werkt niet of de wascyclus duurt langer dan normaal. • • • • Er is water op de vloer. • • • 20 Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het stopcontact. Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is. Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het zekeringenkastje is. Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt. Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of wacht op het einde van de aftelprocedure. Schakel het kinderslot uit. Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt zijn door evenwichtsproblemen. Stel de centrifugeersnelheid in. Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in de trommel blijft. Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'. Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen goed afgedicht zijn en dat er geen waterlekkage is. Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd zijn. Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveelheid gebruikt. Probleem U kunt de klep van de machine niet openen. Mogelijke oplossing • • • Het apparaat maakt een abnormaal geluid. • • • Controleer of het wasprogramma is voltooid. Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de trommel bevindt. Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voorzorgsmaatregelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging"). Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-instructies'. Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'. Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te gering zijn. Het apparaat vult zich met water en pompt dit direct weg. • Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. Het uiteinde van de afvoerslang bevindt zich te laag. Raadpleeg 'Montage-instructies'. De cyclus is korter dan de weergegeven tijd. • Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de wasgoedlading. Zie het hoofdstuk "Verbruikswaarden". De cyclus is langer dan de weergegeven tijd. • Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is normaal gedrag van het apparaat. De wasresultaten laten te wensen over. • • • • Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel. Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hardnekkige vlekken voordat u het wasgoed wast. Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen heeft. Verminder de wasgoedbelading. • Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt. U kunt geen optie instellen. Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking. Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend servicecentrum. Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum. SERVICE Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg dat u deze gegevens bij de hand hebt als u met de servicedienst contact opneemt. U vindt deze op het classificatieplaatje: model, productnummer en serienummer. (Mod., Prod. No., Ser. No.) TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen Breedte / hoogte / diepte / totale diepte 600 mm/ 850 mm/ 600 mm/ 660 mm Aansluiting op het elektriciteitsnet Spanning Totaal vermogen Zekering Frequentie 230 V 2200 W 10 A 50 Hz 21 Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stoffen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laagspanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht biedt IPX4 Watertoevoerdruk Minimum Maximum 0,5 bar (0,05 MPa) 8 bar (0.8 MPa) Toelaatbare maximum belading Katoen (Cotton) 9 kg Energiebesparingsklasse Centrifugeersnelheid A+++ Maximum 1400 tpm MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. 22 Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Zanussi ZWF91486ZS Handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Handleiding

in andere talen

Gerelateerde papieren