Ransomes 62281, 62282, 62283, 62284, 62285 de handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
de handleiding
Safety and Operation Manual
Manuel de l’opérateur et de sécurité
Bedienings- en Veiligheidshandleiding
Betriebs- und Sicherheitshandbuch
Manuale Operativo e di Sicurezza
Greens King 500A Series
RJ 100 012003
WARNHINWEIS: Wenn diese Maschine nicht ordnungsgemäß
verwendet wird, können ernsthafte Verletzungen verursacht
werden. Personen, die diese Maschine verwenden und
warten, müssen in ihrer richtigen Verwendung ausgebildet
sein, auf die Gefahren aufmerksam gemacht worden sein
und die Anleitung ganz gelesen haben, bevor sie versuchen,
die Maschine aufzustellen, zu bedienen, einzustellen oder
zu warten.
WAARSCHUWING: Bij verkeerd gebruik kan deze machine
ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Degenen die de machine
gebruiken en onderhouden moeten worden getraind in het
juiste gebruik ervan, worden gewaarschuwd voor de
gevaren ervan en behoren de volledige handleiding
aandachtig te lezen alvorens de machine bedrijfs-klaar te
maken, te bedienen, af te stellen en/of te onderhouden.
AVERTISSEMENT : Risque de blessures graves en cas
d’utilisation incorrecte de la machine. Les opérateurs et le
personnel d’entretien doivent être formés et conscients des
dangers encourus. Ils doivent lire avec attention le manuel
avant d’essayer de monter, d’utiliser, de régler ou maintenir la
machine.
WARNING: If incorrectly used this machine can cause severe
injury. Those who use and maintain this machine should be
trained in its proper use, warned of its dangers and should
read the entire manual before attempting to set up, operate,
adjust or service the machine.
AVVERTENZA: Questa macchina può causare gravi infortuni
se viene utilizzata in modo errato. Prima di accingersi ad
approntare, usare, mettere a punto o eseguire la manutenzione
di questa macchina, coloro che la utilizzano ed i responsabili
della manutenzione devono essere addestrati all’impiego della
macchina, devono essere informati dei pericoli, e devono
leggere l’intero manuale.
Model: 62281 - 518A, 18” 11 Blade Reel / 62282 - 522A, 22” 11 Blade Reel / 62283 - 522TA, 22” 11
Blade Reel / 62284 - 526A, 26” 11 Blade Reel / 62285 - 526A, 26” 7 Blade Reel
Engine Type: Honda GX-120
2811175-ML1 (rev.A)
NL-2
INHOUD
1 CONTENTS
1 Inhoud
2 Veiligheid ............................................................ 3
2.1 Operationele veiligheid ........................................ 3
2.2 Belangrijke veiligheidsoverwegingen ................... 4
3 Decalplaatjes
3.1 Decalplaatjes ....................................................... 5
4 Bedieningselementen
4.1 Symbolen ............................................................. 6
4.2 Bedieningselementen .......................................... 6
5 Bediening
5.1 Dagelijkse inspectie ............................................. 8
5.2 Bestuurdersaanwezigheidssysteem (B.A.S.) ...... 8
5.3 Bedieningsprocedures ......................................... 8
5.4 Motor starten/stoppen .......................................... 9
5.5 Transportwielen ................................................. 10
5.6 Maaien ............................................................... 11
5.7 Grasopvanger .................................................... 11
5.8 Gewichtsstangen ............................................... 11
5.9 Dagelijks onderhoud .......................................... 12
6 Notities
Waarschuwing onder Voorstel 65
Motoruitlaatgassen van dit product bevatten
chemicaliën die naar de Staat Californië bekend is,
kankerverwekkend zijn en tot geboorte- en andere
reproductieve afwijkingen leiden.
© COPYRIGHT 2000, TEXTRON INC.
“Alle rechten voorbehouden, inclusief het recht om dit handboek of enig deel ervan in enige vorm te reproduceren”.
Alle informatie in deze publicatie is gebaseerd op gegevens die beschikbaar waren ten tijde van de goedkeuring voor het drukken
ervan. Textron Turf Care And Specialty Products behoudt zich het recht voor om hierin, zonder voorafgaande kennisgeving en
zonder enige verplichting aan te gaan, op ieder willekeurig tijdstip veranderingen aan te brengen.
LITHO IN U.S.A. 3-2000
VEILIGHEID 2
NL-3
2 VEILIGHEID
2.1 OPERATIONELE VEILIGHEID ________________________________________________
1. Veiligheid hangt af van de alertheid, zorg en voorzichtig-
heid van degenen die de machine bedienen of onder-
houden. Minderjarigen mag nooit worden toegestaan om
enig deel van de apparatuur te bedienen.
2. Het behoort tot uw verantwoordelijkheid om deze
handleiding te lezen, evenals alle publicaties die met deze
machine zijn geassocieerd (onderdelen- & onderhouds-
handleiding, motorhandleiding en instructies betreffende
accessoires en aanzetstukken). Als de bediener geen
Nederlands kan lezen, behoort het tot de verant-
woordelijkheid van de eigenaar om de in deze handleiding
opgenomen informatie uit te leggen.
3. Leer uzelf het juiste gebruik van de machine, alsmede de
positie en bedoeling van alle bedienings- en besturing-
sregelingen voordat u ermee gaat werken. Onbekendheid
kan tot ongelukken leiden.
4. Niemand mag worden toegestaan om de machine te
bedienen of onderhouden zonder eerst geschikte training
en instructies te hebben ontvangen. Hetzelfde verbod
geldt voor personen onder de invloed van alcohol of
drugs.
5. Draag alle noodzakelijke beschermende kleding en
persoonlijke veiligheidsuitrusting ter bescherming van uw
hoofd, ogen, oren, handen en voeten. Bedien de machine
uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht.
6. Inspecteer het gebied waar de machine zal worden
gebruikt. Verzamel alle rommel die u kunt vinden alvorens
te gaan werken. Let goed op obstakels boven uw hoofd
(lage boomtakken, elektrische kabels enz.), alsmede op
ondergrondse (sproeiers, leidingen, boomwortels enz.).
Ga een nieuw gebied voorzichtig binnen. Blijf u bewust
van verborgen gevaren.
7. Grasknipsels mogen nooit in de richting van omstanders
worden uitgeworpen. Houd iedereen op veilige afstand
zolang de machine in bedrijf is. De eigenaar/bediener is
verantwoordelijk voor lichamelijk letsel dat zelf of door
omstanders wordt opgelopen en schade die aan
eigendom wordt toegebracht in gevallen waar zulks door
de eigenaar/bediener kan worden vermeden.
8. Bedien nooit een machine die niet in perfecte bedrijf-
sstaat verkeert, geen decalplaatjes heeft of waarvan de
beschermkappen, keerschotten en/of andere beveilig-
ingsinrichtingen niet of onvoldoende stevig zijn bevestigd.
9. Geen enkele schakelaar mag ooit worden onderbroken of
geshunt.
10. Koolmonoxide in de uitlaatgassen kan bij inademing
dodelijk zijn. Bedien de motor nooit zonder afdoende
ventilatie.
11. Brandstof is in hoge mate ontvlambaar en dient met zorg
te worden gehanteerd.
12. Houd de motor schoon. Laat de motor afkoelen en
verwijder de bougiekabel altijd van de bougie
alvorens de motor op te slaan.
13. Zet de machine op een horizontaal vlak, schakel
alle aandrijvingen uit en trek de parkeerrem aan
alvorens de motor te starten.
14. De machine moet op een helling in de dwarsrichting
worden gereden (horizontaal), niet op en neer
(verticaal).
15. Rijd altijd met snelheden waarbij u de maaier
volledig onder controle hebt. Zorg ervoor dat u altijd
stevig staat; houd de hendel stevig vast terwijl u
loopt; nooit rennen.
16.
Voordat u deze machine gaat schoonmaken,
bijstellen of repareren, moet u de motor stoppen, de
bougiekabel verwijderen en deze uit de buurt van de
bougie houden om per ongeluk starten te vermijden.
WAARSCHUWING
APPARATUUR DIE VERKEERD OF DOOR ONGETRAIND PERSONEEL WORDT BEDIEND,
KAN GEVAARLIJK ZIJN
Maak uzelf vertrouwd met de locatie en het juiste gebruik van alle bedieningen. Onervaren bedieners behoren te worden
geïnstrueerd door iemand die vertrouwd is met de machine alvorens toestemming te krijgen er zelf gebruik van te maken.
! !
Deze machine behoort te worden bediend en service te worden verleend zoals gespecificeerd in deze
handleiding en is bestemd voor het professionele onderhoud van kwaliteitsgazons. De machine mag niet
worden gebruikt op ruw terrein of voor het maaien van lang gras.
2 VEILIGHEID
NL-4
2.2 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN _________________________________
Dit veiligheidssymbool wordt gebruikt om u te attenderen op potentiële gevaren.
GEVAAR
- duidt op dreigende gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, ZAL resulteren in dood of ernstig
letsel.
WAARSCHUWING
- duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, KAN resulteren in
dood of ernstig letsel.
VOORZICHTIG
- duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, KAN resulteren in licht of
matig letsel en beschadiging van eigendom. Het symbool kan ook worden gebruikt om de aandacht te vestigen op
onveilige praktijken.
Ten behoeve van visuele duidelijkheid, kunnen in sommige illustraties in deze handleiding afschermingen, platen en
andere veiligheidsinrichtingen open worden afgebeeld of zelfs ontbreken. Onder geen enkele omstandigheid mag deze
apparatuur echter worden bediend zonder dat dergelijke onderdelen niet naar behoren zijn aangebracht.
Door alle instructies in deze handleiding op te volgen verlengt u de levensduur van uw machine en handhaaft u
maximale efficiency. Bijstellingen en onderhoud behoren altijd door een bevoegde monteur te worden uitgevoerd.
Indien aanvullende informatie of service wordt gewenst, neem dan contact op met een erkende Textron Turf Care And
Specialty Products Dealer. Onze dealers worden op de hoogte gehouden van de nieuwste onderhoudsmethoden ten
behoeve van deze machines en kunnen een snelle en efficiënte service verlenen. Gebruik van andere dan originele
en goedgekeurde Textron Turf Care And Specialty Products onderdelen en accessoires maakt deze garantie
ongeldig.
WAARSCHUWING
Het bestuurdersaanwezigheidssysteem (B.A.S.) van deze maaier stopt de kooi en het aandrijfmechanisme
onmiddellijk wanneer de bestuurder de B.A.S.-hendel loslaat.
Teneinde de bestuurder en anderen voor letsel te behoeden mag de machine nooit gebruikt worden wanneer
het B.A.S. uitgeschakeld is of niet naar behoren werkt.
!
! !
WAARSCHUWING
1. Voordat de bestuurdersplaats wegens enige reden wordt verlaten, dient het volgende te worden gedaan:
a. Schakel alle aandrijvingen uit.
b. Schakel de parkeerrem in.
c. Zet de motor uit.
2. Houd handen, voeten en kleding op veilige afstand van bewegende delen. Wacht tot iedere beweging is
gestopt alvorens te beginnen met het schoonmaken, bijstellen of onderhouden van de machine.
3. Zorg dat het werkgebied vrij blijft van omstanders en huisdieren.
4. Er mogen nooit passagiers worden meegenomen, tenzij daarvoor een speciale zitplaats beschikbaar is.
5.
Maaiapparatuur mag nooit worden bediend zonder dat het afvoerkeerschot stevig op zijn plaats zit.
! !
DECALPLAATJES 3
NL-5
3 DECALPLAAT JES
3.1 DECALPLAATJES _________________________________________________________
Maak uzelf vertrouwd met de decalplaatjes aangezien ze van essentieel belang zijn voor de veilige
bediening en werking van de machine. ONTBREKENDE OF BESCHADIGDE DECALPLAATJES
MOETEN ONMIDDELLIJK WORDEN VERVANGEN.
! GEVAAR
Om ernstig lichamelijk letsel te voorkomen
!
VOORZICHTIG
1. Houd beschermkappen op hun plaats.
2. Zet de motor stil voor bijstelling en
smering.
3. Wanneer het mechanisme verstopt
raakt, dient de krachtbron te worden uit-
geschakeld en de motor te worden
stilgezet.
4. Houd handen, voeten en kleding op
veilige afstand van bewegende delen.
5. Lees de bedieningshandleiding voordat
u de machine in gebruik neemt.
365511
1. No opere esta maquina sin previo
entrenamiento, instruccion y sin haber
leido el manual de operacion.
2. Tenga todas las guardas en su lugar y
plezas bien aseguradas.
3. Neutralice todas las velocidades y
apague el motor antes de vaciar los
recolectores de pasto, darie servicio,
limplar, ajustar y destrabar la maquina.
4. Mantenga las manos, los ples y ropa
suelta lejos de plezas en movimiento.
5. No deberan transportar pasajeros si no
existe un asiento para ellos.
6. Si no sabe leer ingles, pida que aiguien
le lea las calcomanias de avisos y los
manuales de instruccion y operacion.
! PRECAUCION
340623
LAAT DE MOTOR 2 MINUTEN
AFKOELEN ALVORENS
BRANDSTOF BIJ TE VULLEN.
!
VOORZICHTIG
362764
VOORZICHTIG
!
WAARSCHUWING
Houd omstanders op veilige
Model 518A 95,3 kg
Model 522A 101,2 kg
Model 526A 123,4 kg
2811102
Model 522TA 100,7 kg
Model PGM 19 84,0 kg
Model PGM 22 85,0 kg
Voer tu iggewicht:
3001790
3001235
moet de motor worden stilgezet en de
kooiwerking worden uitgeschakeld
alvorens aan de maaier te gaan werken of
de grasvanger te
ledigen.
ZORG ERVOOR DAT DE TRACTIE-
KOPPELINGSHENDEL IN DE NEUTRAAL-
STAND STAAT ALVORENS DE MOTOR TE
STARTEN.
afstand
4 BEDIENINGSELEMENTEN
NL-6
4 BEDIENINGSELEMENTEN
4.1 SYMBOLEN ______________________________________________________________
4.2 BEDIENINGSELEMENTEN __________________________________________________
De Greens King 500 serie maaimachines is leverbaar
met een T-stuurboom, zoals getoond in Afb.4A, of een
hoepvormig stuurboomontwerp, zoals getoond in Afb.4B.
De T-vorm versie is alleen verkrijgbaar op de 55 cm
maaihoogte-modellen. Beide stuurbomen zijn voorzien
van een B.A.S. inrichting (bestuurdersaanwezigheids-
systeem).
A. Parkeerrem – Wordt gebruikt telkens wanneer de
maaier onbewaakt wordt achtergelaten en als
bedrijfsrem tijdens het transport.
B. Gashendel Regelt het toerental van de motor.
Duw de hendel naar voren om het motortoerental te
verhogen.
C. B.A.S.-vergrendeling – Voorkomt dat de B.A.S.-
hendel per ongeluk wordt ingeschakeld. Duw de
hendel (C) naar voren en schakel dan de B.A.S.-
hendel (D) in.
D. B.A.S.-beugel – De hendel regelt het vermogen
naar de kooi en de tractieaandrijving. De hendel
moet uitgeschakeld zijn om de motor te kunnen
starten.
Afb. 4A
E. ContactschakelaarDe contactschakelaar bevindt
zich op de motor en moet “AAN” staan om de motor
te kunnen starten. Raadpleeg de motorhandleiding.
De motor wordt stilgezet door de motorschakelaar in
de UIT-stand te zetten.
F. Chokehendel - De chokehendel opent en sluit de
chokeklep in de carburateur. De GESLOTEN stand
verrijkt het brandstofmengsel t.b.v. het starten van
een koude motor. De OPEN stand levert het juiste
brandstofmengsel voor werking na het starten en
voor het opnieuw starten van een warme motor.
WAARSCHUWING
Probeer de machine niet te gebruiken voordat u deze handleiding en de handleiding voor
de motor geheel en zorgvuldig hebt doorgelezen. Maak uzelf vertrouwd met de
bovenstaande symbolen en hetgeen ze voorstellen.
Zorg dat u bekend bent met de plaats en het doel van alle bedieningselementen voordat u
de machine gaat gebruiken.
B.A.S. ontgrendelen
B.A.S. vergrendelen
Inge- Uitgeschakeld
Parkeerrem
Brandstof
Benzine
B.A.S.-tractieaandrijving
Choke
Motor uit
Motor loopt
Snel Langzaam
Gashendel
schakeld
! !
T-stuurboombediening
A
B
C
D
BEDIENINGSELEMENTEN 4
NL-7
Afb. 4B
G. Brandstofklephendel - De brandstofklep opent en
sluit de verbinding tussen de brandstoftank en de
carburateur. De brandstofklephendel moet in de
AAN-stand staan om de motor te laten lopen. Buiten
gebruik dient deze hendel in de UIT-stand te staan
om overlopen van de carburateur te voorkomen en
de kans op brandstoflekkage te verkleinen.
N.B.: Alvorens de maaier te kantelen t.b.v. bijstelling
moet de brandstofhendel in de UIT-stand worden
gezet om te voorkomen dat er brandstof in de
krukkast lekt.
H. Tractiekoppelingshefboom - Beweeg de hefboom
naar voren (J
2
) om de tractieaandrijving uit te
schakelen en de trommel te laten "freewheelen".
Beweeg de hefboom naar (J
1
) om in te schakelen.
I. Kooikoppelingshefboom - Beweeg de hefboom
omhoog (K
1
) om het kooidrijfmechanisme in te
schakelen. Beweeg de hefboom omlaag (K
2
) om de
kooi uit te schakelen.
Afb. 4C
Afb. 4D
Afb. 4E
WAARSCHUWING
Om lichamelijk letsel of materiële schade te
voorkomen, mag de kooikoppelingshendel nooit
ingeschakeld worden terwijl de motor draait of de
B.A.S.-beugel ingeschakeld is.
GEVAAR
Houd handen en voeten van het snijelement
vandaan om ernstige snijwonden te voorkomen.
A
B
C
D
Hoepstuurboombediening
! !
! !
OFF
ON
E
ON
OFF
F
G
J
K
J
1
J
2
K
1
K
2
5 BEDIENING
NL-8
5 BEDIENING
5.1 DAGELIJKSE INSPECTIE ___________________________________________________
1. Verricht een visuele inspectie van de hele machine,
let op tekenen van slijtage, loszittende bevestiging-
sonderdelen en ontbrekende of beschadigde onder-
delen. Controleer op brandstof- of olielekken.
2. Controleer de hoeveelheid brandstof en het oliepeil
in het carter. Alle vloeistoffen moeten tot aan het
merkteken Vol komen.
3. Controleer of de maaier op de juiste maaihoogte is
afgesteld.
4. Controleer of de machine gesmeerd is en de
transportbanden de juiste spanning hebben.
5. Controleer het B.A.S.
5.2 BESTUURDERSAANWEZIGHEIDSSYSTEEM (B.A.S.) ____________________________
1. Het B.A.S. is bedoeld om de bestuurder en anderen
voor letsel te behoeden door het kooi- en aandrijf-
mechanisme te stoppen zodra de bestuurder de
B.A.S.-beugel loslaat.
2. Voor het testen van het systeem moeten de
transportwielen op de maaier bevestigd zijn.
a. Zet de maaier op de standaard.
b. Schakel de kooikoppelingshendel (K
2
) uit.
c. Schakel de tractiekoppelingshefboom (J
1
) in.
3. Start de motor en laat deze op halfgas draaien.
a. Duw de B.A.S.-vergrendeling (C) naar voren en
duw daarna de B.A.S.-beugel (D) omlaag.
b. Het aandrijfmechanisme wordt ingeschakeld en
de wielen beginnen te draaien.
c. Laat de B.A.S.-beugel los. De beugel moet
omhoog gaan en vergrendeld worden en de
wielen moeten tot stilstand komen.
4. Als de wielen beginnen te draaien voordat de
B.A.S.-blokkering is ingeschakeld, of als de wielen
blijven draaien nadat de B.A.S.-beugel is losgelaten,
moet u de motor onmiddellijk stoppen en het
systeem laten repareren.
5.3 BEDIENINGSPROCEDURES_________________________________________________
1. Gebruik de maaier niet wanneer onderdelen loszit-
ten, beschadigd zijn of ontbreken. Maai bij voorkeur
wanneer het gras droog is.
2. Maai eerst een proefterrein om volledig vertrouwd te
raken met de bediening van de maaier en de
bedieningshendels.
N.B.: Om beschadiging van kooi en ondermes te
voorkomen mogen de kooien nooit worden bediend
wanneer ze geen gras maaien. Er ontwikkelt zich
dan namelijk uitzonderlijke wrijving en warmte
tussen ondermes en kooi waardoor de snijrand
wordt beschadigd.
3. Bestudeer het terrein om de beste en veiligste
bedieningsprocedure vast te stellen. Neem hiervoor
de hoogte van het gras, het soort terrein en de
conditie van het oppervlak in aanmerking. Iedere
verschillende werksituatie vereist bepaalde bijstel-
lingen of voorzorgsmaatregelen. Gebruik uitsluitend
accessoires en aanzetstukken die zijn goedgekeurd
door Textron Turf Care And Speciality Products.
4. Richt het gemaaide materiaal nooit op omstanders
en laat niemand in de buurt van de machine komen
terwijl deze in gebruik is.
De eigenaar/bediener is
verantwoordelijk voor lichamelijk letsel van
omstanders en/of schade aan hun eigendommen.
VOORZICHTIG: De dagelijkse inspectie mag
uitsluitend worden uitgevoerd terwijl de motor
stilstaat en alle vloeistoffen koud zijn. Schakel
alle aandrijvingen uit, trek de parkeerrem aan,
zet de motor stil en haal de bougiekabel los.
!
WAARSCHUWING
Gebruik de machine nooit als het B.A.S.
uitgeschakeld is of niet naar behoren werkt.
Schakelaars nooit ontkoppelen of passeren.
! !
VOORZICHTIG:
Draag altijd een veiligheidsbril, lederen werkschoenen of laarzen, een helm en oorbes-
cherming om letsel te helpen voorkomen. Lang haar, sieraden en ruimvallende kleding kunnen door beweg-
ende delen worden gegrepen.
!
BEDIENING 5
NL-9
5. Wees voorzichtig bij het maaien in de buurt van
grind (wegen, parkeerterreinen, karrepaden etc.).
Stenen kunnen omstanders ernstig verwonden en/of
materiële schade aan de machine veroorzaken.
6. Schakel de kooikoppeling uit voordat paden of
wegen worden overgestoken. Let goed op het
verkeer.
7. Stop en inspecteer de machine onmiddellijk op
schade na het raken van een obstructie of wanneer
de machine abnormaal begint te trillen.
8. Op hellingen moet de snelheid worden verminderd
en extra voorzichtigheid worden betracht, met name
bij scherpe dalingen.
9. Kijk eerst achter en onder de machine alvorens
achteruit te rijden om er zeker van te zijn dat dit
veilig kan gebeuren. Neem u in acht bij het naderen
van blinde hoeken, struiken, bomen of andere
objecten die u het zicht kunnen ontnemen.
10. Gebruik nooit uw handen om maaieenheden te
reinigen maar uitsluitend een borstel als grasafval
van de messen moet worden geveegd. Deze zijn
namelijk uiterst scherp en kunnen ernstig letsel
veroorzaken.
5.4 MOTOR STARTEN/STOPPEN_________________________________________________
1. Controleer het oliepeil en de hoeveelheid brandstof
en open dan de brandstofafsluitklep (G).
a. Zet de chokehendel (F) in de stand
“GESLOTEN”.
b. Zet de gashendel (B) op halfgas.
c. Zet de startschakelaar (E) op de motor op “AAN”.
2. Controleer of de B.A.S.-beugel (D) uitgeschakeld en
de parkeerrem (A) ingeschakeld is.
3. Start de motor. Zorg dat het koord niet terugslaat
tegen de startmotor.
4. Zet de chokehendel (F) in de stand “OPEN
wanneer de motor start. Intermitterende
inschakeling van de choke kan nodig zijn als de
motor koud is.
5. Laat de motor geleidelijk opwarmen.
6. Om de machine stil te zetten moet de B.A.S.-beugel
worden ontspannen, gevolgd door het aantrekken
van de parkeerrem, waarna de motor- of
contactschakelaar in de UIT-stand moet worden
gezet. Sluit de brandstofklep (G).
Afb. 5A
VOORZICHTIG: Raap vóór het maaien alle
rommel op die u kunt vinden. Rijd nieuwe
terreinen voorzichtig op. Rijd altijd met
snelheden waarbij u de maaier volledig onder
controle hebt.
WAARSCHUWING
Alvorens met schoonmaken, bijstellen of
reparatie wordt begonnen moeten eerst alle
aandrijvingen worden uitgeschakeld. Verder moet
de parkeerrem worden aangetrokken, de motor
worden stilgezet en de bougiekabel worden
losgehaald om lichamelijk letsel te voorkomen.
!
! !
OFF
ON
E
ON
OFF
F
G
5 BEDIENING
NL-10
Afb. 5B
5.5 TRANSPORTWIELEN ______________________________________________________
1. Duw en houd de standaard tegen de grond en trek
de maaierhendel naar achteren tot de maaier op de
standaard (L) rust.
2. Om de wielen te verwijderen, duwt u de borgklem
(M) van de naaf vandaan en trekt u het wiel van de
naaf.
3. Om de wielen aan te brengen, schakelt u de rem in,
duwt u op de borgklem (M), plaatst u het wiel op de
naaf en draait u het wiel achteruit tot de tapeinden
aan de achterkant van het wiel uitgelijnd zijn met de
gaten in de naaf (N). Duw het wiel op zijn plaats en
laat de klem los.
4. Schakel altijd de kooikoppelingshendel (K
2
) uit en
de tractiekoppelingshendel (J
1
) in voordat de
maaimachine meer dan een halve meter wordt
getransporteerd.
5. Duw de maaier naar voren van de standaard af,
start de motor en schakel de B.A.S.-beugel in.
6. Wanneer de maaier op een voertuig wordt vervoerd,
dient u de parkeerrem in te schakelen, de motor te
stoppen en de brandstofafsluitklep te sluiten. Plaats
blokken tegen de wielen of blokkeer deze op een
andere wijze.
Afb. 5C
Afb. 5D
A
B
C
D
T-stuurboombediening
A
B
C
D
Hoepstuur-
boombediening
WAARSCHUWING
Stop de motor en schakel de aandrijvingshendels
steeds uit voordat u de transportwielen aanbrengt
of verwijdert.
! !
M
N
L
J
K
J
1
J
2
K
1
K
2
BEDIENING 5
NL-11
5.6 MAAIEN__________________________________________________________________
1. Zet de motor uit. Zet de maaier op de standaard om
de transportwielen te verwijderen.
2. Schakel de kooikoppelingshefboom (K
2
) en de
tractiekoppelingshefboom (J
1
) in. Duw de maaier
voorwaarts van de draagstandaard af. Start de
motor.
3. Plaats de maaier net voorbij de rand van de green.
a. Stel het motortoerental af om een veilig en
gerieflijk looptempo te bereiken.
b. Duw de hendel omlaag om de maaierkop boven
het gras te tillen en schakel dan de B.A.S.-hendel
in.
c. Wanneer de maaier over de rand van de green
gaat, laat u de maaierkop neer en loopt u
vervolgens in een rechte lijn over de green.
d. Aan de andere kant van de green aangekomen,
tilt u de maaierkop op zonder de B.A.S.-hendel
uit te schakelen en loopt u van de green af om
om te keren, of laat u eenvoudig de B.A.S.-
hendel los em keert u om.
N.B: Om beschadiging van kooi en ondermes te
voorkomen mogen de kooien nooit worden bediend
wanneer ze geen gras maaien. Er ontwikkelt zich
dan namelijk uitzonderlijke wrijving en warmte tussen
ondermes en kooi waardoor de snijrand wordt
beschadigd.
4. Om te verzekeren dat u volledig en gelijkmatig
maait, moeten de stroken elkaar 25 of 30 mm
overlappen. Maai vervolgens een of meer stroken
langs de omtrek van de green om ongelijkmatige
randen te effenen en de putting green van de apron
te scheiden.
5.7 GRASOPVANGER _________________________________________________________
1. Wanneer de mand ongeveer tweederden (2/3) vol is,
rijdt u de maaier van de green.
2. Stop de maaier op een vlak stuk grond, schakel alle
aandrijvingen uit en zet de motor uit.
3. Verwijder en leeg de grasopvanger. Gebruik een
borstel met lange steel om het gras van de maaier
te vegen.
5.8 GEWICHTSSTANGEN ______________________________________________________
1. Deze maaier werd ontworpen voor gebruik met een
Textron Turf Care And Specialty Products Turf
Groomer®. De boven het graskeerschot aange-
brachte gewichtsstangen moeten worden verwijderd
wanneer een groomer wordt gebruikt.
2. Bij gebruik van een voorrol kunnen de gewichten
worden verwijderd ter compensatie van zachte
grasvelden en andere relevante maaiomstan-
digheden.
WAARSCHUWING
Om lichamelijk letsel of materiële schade te
voorkomen, mag de kooikoppelingshendel nooit
ingeschakeld worden terwijl de motor draait of de
B.A.S.-hendel ingeschakeld is.
! !
GEVAAR
Om ernstig letsel te voorkomen dient u steeds de
motor te stoppen en alle aandrijvingen uit te
schakelen voordat u de grasopvanger leegt.
! !
5 BEDIENING
NL-12
5.9 DAGELIJKS ONDERHOUD __________________________________________________
Belangrijk: Voor meer gedetailleerde onderhouds-
informatie, bijstellingen en onderhouds- en
smeerschema’s, wordt u verwezen naar de Onderdelen-
en Onderhoudshandleiding.
1. Parkeer de maaier op een effen, horizontaal opperv-
lak. Schakel alle aandrijvingen uit, trek de parkeer-
rem aan, zet de motor stil en haal de bougiekabel
los.
2. Vet en smeer alle punten waar dit nodig is. Om
brand te voorkomen dienen de maaieenheden en de
maaier na ieder gebruik te worden gewassen.
a. Gebruik uitsluitend vers leidingwater voor het
schoonmaken van machine en toebehoren.
N.B.: Het is bekend dat gebruik van zout water of
ander water dat niet uit de kraan komt roest en
corrosie van metalen delen bevordert, wat resulteert
in voortijdige achteruitgang of defecten.
Beschadiging van deze aard wordt niet gedekt door
de fabrieksgarantie.
b. Gebruik geen hogedrukspuit.
c. Sproei nooit water rechtstreeks op elektrische
onderdelen.
d. Spuit geen water in de koelluchtinlaat of de
motorluchtinlaat.
N.B.: Een warme of lopende motor mag niet worden
gewassen. Gebruik perslucht om de motor te
reinigen.
3. Vul de brandstoftank aan het eind van iedere
werkdag bij, maar houd het peil onder de borst van
de brandstofzeef.
Gebruik verse, loodvrije benine met een minimum
octaangehalte van 85.
4. Hanteer brandstof met zorg gezien de grote
brandbaarheid ervan. Gebruik een goedgekeurde
brandstofhouder waarvan de schenktuit in de
vulhals past. Gebruik geen blikken of trechters om
de brandstof over te gieten.
a. Zolang de motor loopt of nog warm is, mag de
brandstofdop nooit van de tank worden
verwijderd of brandstof worden bijgevuld.
b. Tijdens het hanteren van brandstof mag niet
worden gerookt. De tank mag nooit in een
overdekte ruimte worden gevuld of afgetapt.
c. De tank mag nooit te vol worden gevuld noch
geheel leeg raken.
d. Brandstofhouders mogen nooit worden
gehanteerd nabij een open vlam of enig apparaat
dat vonken kan afgeven waardoor de brandstof
of dampen ervan kunnen ontsteken.
5. Bewaar brandstof overeenkomstig plaatselijke
voorschriften en de aanbevelingen van uw
brandstofleverancier.
6. Controleer de motorolie en hydrauliekolie aan het
begin van iedere werkdag voordat de motor wordt
gestart. Als het oliepeil te laag is, verwijder dan de
olievuldop en giet de vereiste hoeveelheid bij. Nooit
overvullen.
BEPERKTE GARANTIE
1. Garantie
Textron Turf Care & Specialty Products (TTCSP) garandeert uitsluitend de oorspronkelijke detailhandelskoper
("Garantienemer") dat dit product gedurende een periode van een jaar vrij zal zijn van fabrieks- en materiaalfouten
vanaf de datum van de eerste detailhandelskoop (90 dagen indien gebruikt voor huurdoeleinden).
2. Niet-gegarandeerde items
TTCSP acht zich ontslagen van garanties of representaties ten aanzien van reparaties die worden uitgevoerd door
ieder ander dan een erkende TTCSP Dealer en, waar van toepassing, ten aanzien van motors*, accu's, banden en
ROPS die apart worden gegarandeerd door hun respectievelijke fabrikanten. Routinematige bijstellingen en normale
slijtage- en onderhoudsitems worden niet door deze garantie gedekt.
3. Omstandigheden die de garantie ongeldig maken
A) Waar de snelheid van de unit is verhoogd buiten het bereik van de fabrieksspecificaties, of het product op eniger-
lei wijze is veranderd die de veiligheid of de prestatie ervan nadelig beïnvloedt.
B) Waar de unit niet is onderhouden of geen service heeft ontvangen overeenkomstig de bepalingen in deze publi-
catie.
C) Waar de unit is misbruikt, of niet is gebruikt op de voorbestemde wijze.
4. Exclusief verhaal
Het enige en exclusieve verhaal van de garantienemer wegens inbreuk op deze garantie of enig defect of enige
tekortkoming van het product, inclusief enig verhaal waarin wordt voorzien door toepasselijke wetgeving of
gewoonterecht op federaal of staatsniveau, bestaat eruit dat TTCSP, geheel naar eigen goeddunken, het product of
enig defect onderdeel zal repareren of vervangen en de hiermee geassocieerde arbeidskosten zal dekken.
Eventuele vervoerskosten vallen niet onder deze garantie.
5. Het verkrijgen van service onder de garantie
Indien reparatie onder de garantie noodzakelijk is, neem dan contact op met een erkende TTCSP Dealer. Alle
defecte onderdelen moeten aan de Dealer worden geretourneerd en worden het eigendom van TTCSP.
6. Afwijzing
* Deze garantie wordt afgegeven ter vervanging van alle andere garanties, impliciet of uitdrukkelijk, inclusief enige
garantie terzake van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel.
* TTCSP wijst verder iedere aansprakelijkheid af voor bijkomstige, directe of gevolgschade, inclusief maar niet
beperkt tot persoonlijk letsel of beschadiging van eigendom, voortvloeiend uit een inbreuk op deze garantie of
enig ander defect of enige andere tekortkoming van het product tot de mate die onder de wet wordt toegestaan.
Geen agent, medewerker of vertegenwoordiger van TTCSP, of enige andere persoon, is gemachtigd om TTCSP vast
te leggen op enige bevestiging, representatie of garantie betreffende de goederen die onder deze garantie worden
verkocht.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met (414) 637-6711, of schrijven naar:
Textron Turf Care And Specialty Products
Warranty Department
1721 Packard Avenue, Racine, Wisconsin 53403-2564
* Kubota motors worden gegarandeerd door TTCSP. Alle andere motors worden gegarandeerd door hun
respectievelijke fabrikanten.
1Y1098
BOB-CAT BUNTON CUSHMAN JACOBSEN RANSOMES RYAN E-Z-GO
Equipment from Ransomes Jacobsen Limited is built to
exacting standards ensured by ISO 9001 registration at
all our manufacturing locations. A worldwide dealer
network and factory-trained technicians backed by
Ransomes Jacobsen Parts Xpress provide reliable,
high-quality product support.
Ransomes Jacobsen Limited
Central Avenue, Ransomes Europark, Ipswich, England, IP3 9QG
English Company Registration No. 1070731
www.textronsolutions.com
World Class Quality, Performance and Support
GB
F
NL
D
I
Les machines Ransomes Jacobsen Limited sont
fabriquées, dans toutes nos usines, selon les
normes de l’accréditation ISO 9001. Ransomes
Jacobsen Parts Xpress offre à sa clientèle un
réseau international de concessionnaires et de
techniciens formés pour l’Après-vente.
Qualité Totale Mondiale, Performance et Soutien
Machines van Ransomes Jacobsen Limited worden gebouwd
volgens de hoogste normen, zoals verzekerd door de ISO
9001 registratie die op al onze productielocaties van
toepassing is. Een wereldwijd dealernet en technici met een
fabriekopleiding voorzien, mede dankzij de back-up van
Ransomes Jacobsen Parts Xpress, in een betrouwbare
productondersteuning van hoge kwaliteit.
Kwaliteit, prestatie en ondersteuning van wereldklasse
Geräte der Firma Ransomes Jacobsen Limited werden nach
höchst anspruchsvollen Maßstäben gefertigt. Alle Hersteller-
werke sind nach ISO 9001 zertifiziert. Ein weltweites Händler-
netz und vor Ort ausgebildete Techniker gewährleisten in
Zusammenarbeit mit Ransomes Jacobsen Parts Xpress zuver-
lässige, hochqualitative Produktunterstützung.
Qualität, Leistung und Support von Weltklasse
Le apparecchiature prodotte dalla Ransomes Jacobsen
Limited sono realizzate secondo standard rigorosi previsti
dalla registrazione alle norme ISO 9001 presso tutti i nostri
stabilimenti. La rete internazionale di rivenditori e tecnici
altamente qualificati gode del supporto esclusivo del servizio
Ransomes Jacobsen Parts Xpress, unico per affidabilità e
qualità dei prodotti.
Qualità, prestazioni e assistenza di livello internazionale

Documenttranscriptie

2811175-ML1 (rev.A) Safety and Operation Manual Manuel de l’opérateur et de sécurité Bedienings- en Veiligheidshandleiding Betriebs- und Sicherheitshandbuch Manuale Operativo e di Sicurezza Greens King 500A Series Model: 62281 - 518A, 18” 11 Blade Reel / 62282 - 522A, 22” 11 Blade Reel / 62283 - 522TA, 22” 11 Blade Reel / 62284 - 526A, 26” 11 Blade Reel / 62285 - 526A, 26” 7 Blade Reel Engine Type: Honda GX-120 WARNING: If incorrectly used this machine can cause severe injury. Those who use and maintain this machine should be trained in its proper use, warned of its dangers and should read the entire manual before attempting to set up, operate, adjust or service the machine. AVERTISSEMENT : Risque de blessures graves en cas d’utilisation incorrecte de la machine. Les opérateurs et le personnel d’entretien doivent être formés et conscients des dangers encourus. Ils doivent lire avec attention le manuel avant d’essayer de monter, d’utiliser, de régler ou maintenir la machine. WAARSCHUWING: Bij verkeerd gebruik kan deze machine ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Degenen die de machine gebruiken en onderhouden moeten worden getraind in het juiste gebruik ervan, worden gewaarschuwd voor de gevaren ervan en behoren de volledige handleiding aandachtig te lezen alvorens de machine bedrijfs-klaar te maken, te bedienen, af te stellen en/of te onderhouden. WARNHINWEIS: Wenn diese Maschine nicht ordnungsgemäß verwendet wird, können ernsthafte Verletzungen verursacht werden. Personen, die diese Maschine verwenden und warten, müssen in ihrer richtigen Verwendung ausgebildet sein, auf die Gefahren aufmerksam gemacht worden sein und die Anleitung ganz gelesen haben, bevor sie versuchen, die Maschine aufzustellen, zu bedienen, einzustellen oder zu warten. AVVERTENZA: Questa macchina può causare gravi infortuni se viene utilizzata in modo errato. Prima di accingersi ad approntare, usare, mettere a punto o eseguire la manutenzione di questa macchina, coloro che la utilizzano ed i responsabili della manutenzione devono essere addestrati all’impiego della macchina, devono essere informati dei pericoli, e devono leggere l’intero manuale. RJ 100 012003 INHOUD 1 1 2 2.1 2.2 3 3.1 4 4.1 4.2 CONTENTS Inhoud Veiligheid ............................................................ 3 Operationele veiligheid ........................................ 3 Belangrijke veiligheidsoverwegingen ................... 4 Decalplaatjes Decalplaatjes ....................................................... 5 Bedieningselementen Symbolen ............................................................. 6 Bedieningselementen .......................................... 6 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 6 Bediening Dagelijkse inspectie ............................................. 8 Bestuurdersaanwezigheidssysteem (B.A.S.) ...... 8 Bedieningsprocedures ......................................... 8 Motor starten/stoppen .......................................... 9 Transportwielen ................................................. 10 Maaien ............................................................... 11 Grasopvanger .................................................... 11 Gewichtsstangen ............................................... 11 Dagelijks onderhoud .......................................... 12 Notities Waarschuwing onder Voorstel 65 Motoruitlaatgassen van dit product bevatten chemicaliën die naar de Staat Californië bekend is, kankerverwekkend zijn en tot geboorte- en andere reproductieve afwijkingen leiden. © COPYRIGHT 2000, TEXTRON INC. “Alle rechten voorbehouden, inclusief het recht om dit handboek of enig deel ervan in enige vorm te reproduceren”. Alle informatie in deze publicatie is gebaseerd op gegevens die beschikbaar waren ten tijde van de goedkeuring voor het drukken ervan. Textron Turf Care And Specialty Products behoudt zich het recht voor om hierin, zonder voorafgaande kennisgeving en zonder enige verplichting aan te gaan, op ieder willekeurig tijdstip veranderingen aan te brengen. LITHO IN U.S.A. 3-2000 NL-2 VEILIGHEID 2 2 VEILIGHEID 2.1 OPERATIONELE VEILIGHEID ________________________________________________ ! WAARSCHUWING ! APPARATUUR DIE VERKEERD OF DOOR ONGETRAIND PERSONEEL WORDT BEDIEND, KAN GEVAARLIJK ZIJN Maak uzelf vertrouwd met de locatie en het juiste gebruik van alle bedieningen. Onervaren bedieners behoren te worden geïnstrueerd door iemand die vertrouwd is met de machine alvorens toestemming te krijgen er zelf gebruik van te maken. 1. Veiligheid hangt af van de alertheid, zorg en voorzichtigheid van degenen die de machine bedienen of onderhouden. Minderjarigen mag nooit worden toegestaan om enig deel van de apparatuur te bedienen. 8. Bedien nooit een machine die niet in perfecte bedrijfsstaat verkeert, geen decalplaatjes heeft of waarvan de beschermkappen, keerschotten en/of andere beveiligingsinrichtingen niet of onvoldoende stevig zijn bevestigd. 2. Het behoort tot uw verantwoordelijkheid om deze handleiding te lezen, evenals alle publicaties die met deze machine zijn geassocieerd (onderdelen- & onderhoudshandleiding, motorhandleiding en instructies betreffende accessoires en aanzetstukken). Als de bediener geen Nederlands kan lezen, behoort het tot de verantwoordelijkheid van de eigenaar om de in deze handleiding opgenomen informatie uit te leggen. 9. Geen enkele schakelaar mag ooit worden onderbroken of geshunt. 3. Leer uzelf het juiste gebruik van de machine, alsmede de positie en bedoeling van alle bedienings- en besturingsregelingen voordat u ermee gaat werken. Onbekendheid kan tot ongelukken leiden. 12. Houd de motor schoon. Laat de motor afkoelen en verwijder de bougiekabel altijd van de bougie alvorens de motor op te slaan. 4. Niemand mag worden toegestaan om de machine te bedienen of onderhouden zonder eerst geschikte training en instructies te hebben ontvangen. Hetzelfde verbod geldt voor personen onder de invloed van alcohol of drugs. 5. 6. 7. Draag alle noodzakelijke beschermende kleding en persoonlijke veiligheidsuitrusting ter bescherming van uw hoofd, ogen, oren, handen en voeten. Bedien de machine uitsluitend bij daglicht of goed kunstlicht. Inspecteer het gebied waar de machine zal worden gebruikt. Verzamel alle rommel die u kunt vinden alvorens te gaan werken. Let goed op obstakels boven uw hoofd (lage boomtakken, elektrische kabels enz.), alsmede op ondergrondse (sproeiers, leidingen, boomwortels enz.). Ga een nieuw gebied voorzichtig binnen. Blijf u bewust van verborgen gevaren. 10. Koolmonoxide in de uitlaatgassen kan bij inademing dodelijk zijn. Bedien de motor nooit zonder afdoende ventilatie. 11. Brandstof is in hoge mate ontvlambaar en dient met zorg te worden gehanteerd. 13. Zet de machine op een horizontaal vlak, schakel alle aandrijvingen uit en trek de parkeerrem aan alvorens de motor te starten. 14. De machine moet op een helling in de dwarsrichting worden gereden (horizontaal), niet op en neer (verticaal). 15. Rijd altijd met snelheden waarbij u de maaier volledig onder controle hebt. Zorg ervoor dat u altijd stevig staat; houd de hendel stevig vast terwijl u loopt; nooit rennen. 16. Voordat u deze machine gaat schoonmaken, bijstellen of repareren, moet u de motor stoppen, de bougiekabel verwijderen en deze uit de buurt van de bougie houden om per ongeluk starten te vermijden. Grasknipsels mogen nooit in de richting van omstanders worden uitgeworpen. Houd iedereen op veilige afstand zolang de machine in bedrijf is. De eigenaar/bediener is verantwoordelijk voor lichamelijk letsel dat zelf of door omstanders wordt opgelopen en schade die aan eigendom wordt toegebracht in gevallen waar zulks door de eigenaar/bediener kan worden vermeden. Deze machine behoort te worden bediend en service te worden verleend zoals gespecificeerd in deze handleiding en is bestemd voor het professionele onderhoud van kwaliteitsgazons. De machine mag niet worden gebruikt op ruw terrein of voor het maaien van lang gras. NL-3 2 VEILIGHEID 2.2 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSOVERWEGINGEN _________________________________ ! Dit veiligheidssymbool wordt gebruikt om u te attenderen op potentiële gevaren. GEVAAR - duidt op dreigende gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, ZAL resulteren in dood of ernstig letsel. WAARSCHUWING - duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, KAN resulteren in dood of ernstig letsel. VOORZICHTIG - duidt op een potentieel gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, KAN resulteren in licht of matig letsel en beschadiging van eigendom. Het symbool kan ook worden gebruikt om de aandacht te vestigen op onveilige praktijken. Ten behoeve van visuele duidelijkheid, kunnen in sommige illustraties in deze handleiding afschermingen, platen en andere veiligheidsinrichtingen open worden afgebeeld of zelfs ontbreken. Onder geen enkele omstandigheid mag deze apparatuur echter worden bediend zonder dat dergelijke onderdelen niet naar behoren zijn aangebracht. ! WAARSCHUWING ! Het bestuurdersaanwezigheidssysteem (B.A.S.) van deze maaier stopt de kooi en het aandrijfmechanisme onmiddellijk wanneer de bestuurder de B.A.S.-hendel loslaat. Teneinde de bestuurder en anderen voor letsel te behoeden mag de machine nooit gebruikt worden wanneer het B.A.S. uitgeschakeld is of niet naar behoren werkt. ! WAARSCHUWING ! 1. Voordat de bestuurdersplaats wegens enige reden wordt verlaten, dient het volgende te worden gedaan: a. Schakel alle aandrijvingen uit. b. Schakel de parkeerrem in. c. Zet de motor uit. 2. Houd handen, voeten en kleding op veilige afstand van bewegende delen. Wacht tot iedere beweging is gestopt alvorens te beginnen met het schoonmaken, bijstellen of onderhouden van de machine. 3. Zorg dat het werkgebied vrij blijft van omstanders en huisdieren. 4. Er mogen nooit passagiers worden meegenomen, tenzij daarvoor een speciale zitplaats beschikbaar is. 5. Maaiapparatuur mag nooit worden bediend zonder dat het afvoerkeerschot stevig op zijn plaats zit. Door alle instructies in deze handleiding op te volgen verlengt u de levensduur van uw machine en handhaaft u maximale efficiency. Bijstellingen en onderhoud behoren altijd door een bevoegde monteur te worden uitgevoerd. Indien aanvullende informatie of service wordt gewenst, neem dan contact op met een erkende Textron Turf Care And Specialty Products Dealer. Onze dealers worden op de hoogte gehouden van de nieuwste onderhoudsmethoden ten behoeve van deze machines en kunnen een snelle en efficiënte service verlenen. Gebruik van andere dan originele en goedgekeurde Textron Turf Care And Specialty Products onderdelen en accessoires maakt deze garantie ongeldig. NL-4 DECALPLAATJES 3 3 DECALPLAATJES 3.1 DECALPLAATJES _________________________________________________________ Maak uzelf vertrouwd met de decalplaatjes aangezien ze van essentieel belang zijn voor de veilige bediening en werking van de machine. ONTBREKENDE OF BESCHADIGDE DECALPLAATJES MOETEN ONMIDDELLIJK WORDEN VERVANGEN. Voertuiggewicht: ! VOORZICHTIG 1. Houd beschermkappen op hun plaats. 2. Zet de motor stil voor bijstelling en smering. 3. Wanneer het mechanisme verstopt raakt, dient de krachtbron te worden uitgeschakeld en de motor te worden stilgezet. 4. Houd handen, voeten en kleding op veilige afstand van bewegende delen. 5. Lees de bedieningshandleiding voordat u de machine in gebruik neemt. Model PGM 19 Model PGM 22 Model 518A Model 522TA Model 522A Model 526A 84,0 kg 85,0 kg 95,3 kg 100,7 kg 101,2 kg 123,4 kg ! WAARSCHUWING Houd omstanders op veilige afstand 2811102 ! VOORZICHTIG LAAT DE MOTOR 2 MINUTEN AFKOELEN ALVORENS BRANDSTOF BIJ TE VULLEN. 362764 365511 ! PRECAUCION 1. No opere esta maquina sin previo entrenamiento, instruccion y sin haber leido el manual de operacion. 2. Tenga todas las guardas en su lugar y plezas bien aseguradas. 3. Neutralice todas las velocidades y apague el motor antes de vaciar los recolectores de pasto, darie servicio, limplar, ajustar y destrabar la maquina. 4. Mantenga las manos, los ples y ropa suelta lejos de plezas en movimiento. 5. No deberan transportar pasajeros si no existe un asiento para ellos. 6. Si no sabe leer ingles, pida que aiguien le lea las calcomanias de avisos y los manuales de instruccion y operacion. VOORZICHTIG ZORG ERVOOR DAT DE TRACTIEKOPPELINGSHENDEL IN DE NEUTRAALSTAND STAAT ALVORENS DE MOTOR TE STARTEN. 3001790 ! GEVAAR Om ernstig lichamelijk letsel te voorkomen moet de motor worden stilgezet en de kooiwerking worden uitgeschakeld alvorens aan de maaier te gaan werken of de grasvanger te ledigen. 3001235 340623 NL-5 4 4 4.1 BEDIENINGSELEMENTEN BEDIENINGSELEMENTEN SYMBOLEN ______________________________________________________________ B.A.S. ontgrendelen Motor uit B.A.S. vergrendelen Motor loopt Parkeerrem IngeUitgeschakeld schakeld Snel Brandstof Benzine Gashendel Langzaam Choke B.A.S.-tractieaandrijving ! WAARSCHUWING ! Probeer de machine niet te gebruiken voordat u deze handleiding en de handleiding voor de motor geheel en zorgvuldig hebt doorgelezen. Maak uzelf vertrouwd met de bovenstaande symbolen en hetgeen ze voorstellen. Zorg dat u bekend bent met de plaats en het doel van alle bedieningselementen voordat u de machine gaat gebruiken. 4.2 BEDIENINGSELEMENTEN __________________________________________________ De Greens King 500 serie maaimachines is leverbaar met een T-stuurboom, zoals getoond in Afb.4A, of een hoepvormig stuurboomontwerp, zoals getoond in Afb.4B. De T-vorm versie is alleen verkrijgbaar op de 55 cm maaihoogte-modellen. Beide stuurbomen zijn voorzien van een B.A.S. inrichting (bestuurdersaanwezigheidssysteem). B C. B.A.S.-vergrendeling – Voorkomt dat de B.A.S.hendel per ongeluk wordt ingeschakeld. Duw de hendel (C) naar voren en schakel dan de B.A.S.hendel (D) in. D. B.A.S.-beugel – De hendel regelt het vermogen naar de kooi en de tractieaandrijving. De hendel moet uitgeschakeld zijn om de motor te kunnen starten. NL-6 D A A. Parkeerrem – Wordt gebruikt telkens wanneer de maaier onbewaakt wordt achtergelaten en als bedrijfsrem tijdens het transport. B. Gashendel – Regelt het toerental van de motor. Duw de hendel naar voren om het motortoerental te verhogen. C T-stuurboombediening Afb. 4A E. Contactschakelaar – De contactschakelaar bevindt zich op de motor en moet “AAN” staan om de motor te kunnen starten. Raadpleeg de motorhandleiding. De motor wordt stilgezet door de motorschakelaar in de UIT-stand te zetten. F. Chokehendel - De chokehendel opent en sluit de chokeklep in de carburateur. De GESLOTEN stand verrijkt het brandstofmengsel t.b.v. het starten van een koude motor. De OPEN stand levert het juiste brandstofmengsel voor werking na het starten en voor het opnieuw starten van een warme motor. BEDIENINGSELEMENTEN 4 D C OFF ON A E B Afb. 4C Hoepstuurboombediening Afb. 4B G. Brandstofklephendel - De brandstofklep opent en sluit de verbinding tussen de brandstoftank en de carburateur. De brandstofklephendel moet in de AAN-stand staan om de motor te laten lopen. Buiten gebruik dient deze hendel in de UIT-stand te staan om overlopen van de carburateur te voorkomen en de kans op brandstoflekkage te verkleinen. OFF ON F G N.B.: Alvorens de maaier te kantelen t.b.v. bijstelling moet de brandstofhendel in de UIT-stand worden gezet om te voorkomen dat er brandstof in de krukkast lekt. Afb. 4D J J1 H. Tractiekoppelingshefboom - Beweeg de hefboom naar voren (J2) om de tractieaandrijving uit te schakelen en de trommel te laten "freewheelen". Beweeg de hefboom naar (J1) om in te schakelen. I. Kooikoppelingshefboom - Beweeg de hefboom omhoog (K1) om het kooidrijfmechanisme in te schakelen. Beweeg de hefboom omlaag (K2) om de kooi uit te schakelen. ! WAARSCHUWING ! Om lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen, mag de kooikoppelingshendel nooit ingeschakeld worden terwijl de motor draait of de B.A.S.-beugel ingeschakeld is. ! J2 K1 K2 K Afb. 4E GEVAAR ! Houd handen en voeten van het snijelement vandaan om ernstige snijwonden te voorkomen. NL-7 5 BEDIENING 5 BEDIENING 5.1 DAGELIJKSE INSPECTIE ___________________________________________________ VOORZICHTIG: De dagelijkse inspectie mag uitsluitend worden uitgevoerd terwijl de motor stilstaat en alle vloeistoffen koud zijn. Schakel alle aandrijvingen uit, trek de parkeerrem aan, zet de motor stil en haal de bougiekabel los. 2. Controleer de hoeveelheid brandstof en het oliepeil in het carter. Alle vloeistoffen moeten tot aan het merkteken Vol komen. 1. Verricht een visuele inspectie van de hele machine, let op tekenen van slijtage, loszittende bevestigingsonderdelen en ontbrekende of beschadigde onderdelen. Controleer op brandstof- of olielekken. 4. Controleer of de machine gesmeerd is en de transportbanden de juiste spanning hebben. ! 5.2 3. Controleer of de maaier op de juiste maaihoogte is afgesteld. 5. Controleer het B.A.S. BESTUURDERSAANWEZIGHEIDSSYSTEEM (B.A.S.) ____________________________ 1. Het B.A.S. is bedoeld om de bestuurder en anderen voor letsel te behoeden door het kooi- en aandrijfmechanisme te stoppen zodra de bestuurder de B.A.S.-beugel loslaat. ! WAARSCHUWING ! Gebruik de machine nooit als het B.A.S. uitgeschakeld is of niet naar behoren werkt. Schakelaars nooit ontkoppelen of passeren. 2. Voor het testen van het systeem moeten de transportwielen op de maaier bevestigd zijn. a. Zet de maaier op de standaard. b. 5.3 Schakel de kooikoppelingshendel (K2) uit. c. Schakel de tractiekoppelingshefboom (J1) in. 3. Start de motor en laat deze op halfgas draaien. a. Duw de B.A.S.-vergrendeling (C) naar voren en duw daarna de B.A.S.-beugel (D) omlaag. b. Het aandrijfmechanisme wordt ingeschakeld en de wielen beginnen te draaien. c. Laat de B.A.S.-beugel los. De beugel moet omhoog gaan en vergrendeld worden en de wielen moeten tot stilstand komen. 4. Als de wielen beginnen te draaien voordat de B.A.S.-blokkering is ingeschakeld, of als de wielen blijven draaien nadat de B.A.S.-beugel is losgelaten, moet u de motor onmiddellijk stoppen en het systeem laten repareren. BEDIENINGSPROCEDURES_________________________________________________ ! VOORZICHTIG: Draag altijd een veiligheidsbril, lederen werkschoenen of laarzen, een helm en oorbescherming om letsel te helpen voorkomen. Lang haar, sieraden en ruimvallende kleding kunnen door bewegende delen worden gegrepen. 1. Gebruik de maaier niet wanneer onderdelen loszitten, beschadigd zijn of ontbreken. Maai bij voorkeur wanneer het gras droog is. 2. Maai eerst een proefterrein om volledig vertrouwd te raken met de bediening van de maaier en de bedieningshendels. N.B.: Om beschadiging van kooi en ondermes te voorkomen mogen de kooien nooit worden bediend wanneer ze geen gras maaien. Er ontwikkelt zich dan namelijk uitzonderlijke wrijving en warmte tussen ondermes en kooi waardoor de snijrand wordt beschadigd. NL-8 3. Bestudeer het terrein om de beste en veiligste bedieningsprocedure vast te stellen. Neem hiervoor de hoogte van het gras, het soort terrein en de conditie van het oppervlak in aanmerking. Iedere verschillende werksituatie vereist bepaalde bijstellingen of voorzorgsmaatregelen. Gebruik uitsluitend accessoires en aanzetstukken die zijn goedgekeurd door Textron Turf Care And Speciality Products. 4. Richt het gemaaide materiaal nooit op omstanders en laat niemand in de buurt van de machine komen terwijl deze in gebruik is. De eigenaar/bediener is verantwoordelijk voor lichamelijk letsel van omstanders en/of schade aan hun eigendommen. BEDIENING ! VOORZICHTIG: Raap vóór het maaien alle rommel op die u kunt vinden. Rijd nieuwe terreinen voorzichtig op. Rijd altijd met snelheden waarbij u de maaier volledig onder controle hebt. 5. Wees voorzichtig bij het maaien in de buurt van grind (wegen, parkeerterreinen, karrepaden etc.). Stenen kunnen omstanders ernstig verwonden en/of materiële schade aan de machine veroorzaken. 6. Schakel de kooikoppeling uit voordat paden of wegen worden overgestoken. Let goed op het verkeer. 5 8. Op hellingen moet de snelheid worden verminderd en extra voorzichtigheid worden betracht, met name bij scherpe dalingen. 9. Kijk eerst achter en onder de machine alvorens achteruit te rijden om er zeker van te zijn dat dit veilig kan gebeuren. Neem u in acht bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen of andere objecten die u het zicht kunnen ontnemen. 10. Gebruik nooit uw handen om maaieenheden te reinigen maar uitsluitend een borstel als grasafval van de messen moet worden geveegd. Deze zijn namelijk uiterst scherp en kunnen ernstig letsel veroorzaken. 7. Stop en inspecteer de machine onmiddellijk op schade na het raken van een obstructie of wanneer de machine abnormaal begint te trillen. ! WAARSCHUWING ! Alvorens met schoonmaken, bijstellen of reparatie wordt begonnen moeten eerst alle aandrijvingen worden uitgeschakeld. Verder moet de parkeerrem worden aangetrokken, de motor worden stilgezet en de bougiekabel worden losgehaald om lichamelijk letsel te voorkomen. 5.4 MOTOR STARTEN/STOPPEN_________________________________________________ 1. Controleer het oliepeil en de hoeveelheid brandstof en open dan de brandstofafsluitklep (G). a. Zet de chokehendel “GESLOTEN”. (F) in de stand b. Zet de gashendel (B) op halfgas. c. Zet de startschakelaar (E) op de motor op “AAN”. OFF ON 2. Controleer of de B.A.S.-beugel (D) uitgeschakeld en de parkeerrem (A) ingeschakeld is. E 3. Start de motor. Zorg dat het koord niet terugslaat tegen de startmotor. 4. Zet de chokehendel (F) in de stand “OPEN” wanneer de motor start. Intermitterende inschakeling van de choke kan nodig zijn als de motor koud is. 5. Laat de motor geleidelijk opwarmen. 6. Om de machine stil te zetten moet de B.A.S.-beugel worden ontspannen, gevolgd door het aantrekken van de parkeerrem, waarna de motor- of contactschakelaar in de UIT-stand moet worden gezet. Sluit de brandstofklep (G). OFF ON F G Afb. 5A NL-9 5 BEDIENING D C D C B A A B Hoepstuurboombediening T-stuurboombediening Afb. 5B 5.5 TRANSPORTWIELEN ______________________________________________________ ! WAARSCHUWING ! Stop de motor en schakel de aandrijvingshendels steeds uit voordat u de transportwielen aanbrengt of verwijdert. 1. Duw en houd de standaard tegen de grond en trek de maaierhendel naar achteren tot de maaier op de standaard (L) rust. N 2. Om de wielen te verwijderen, duwt u de borgklem (M) van de naaf vandaan en trekt u het wiel van de naaf. Afb. 5C 3. Om de wielen aan te brengen, schakelt u de rem in, duwt u op de borgklem (M), plaatst u het wiel op de naaf en draait u het wiel achteruit tot de tapeinden aan de achterkant van het wiel uitgelijnd zijn met de gaten in de naaf (N). Duw het wiel op zijn plaats en laat de klem los. 4. Schakel altijd de kooikoppelingshendel (K2) uit en de tractiekoppelingshendel (J1) in voordat de maaimachine meer dan een halve meter wordt getransporteerd. L M J J1 J2 K1 5. Duw de maaier naar voren van de standaard af, start de motor en schakel de B.A.S.-beugel in. 6. Wanneer de maaier op een voertuig wordt vervoerd, dient u de parkeerrem in te schakelen, de motor te stoppen en de brandstofafsluitklep te sluiten. Plaats blokken tegen de wielen of blokkeer deze op een andere wijze. NL-10 K2 K Afb. 5D BEDIENING 5.6 MAAIEN__________________________________________________________________ 1. Zet de motor uit. Zet de maaier op de standaard om de transportwielen te verwijderen. 2. Schakel de kooikoppelingshefboom (K2) en de tractiekoppelingshefboom (J1) in. Duw de maaier voorwaarts van de draagstandaard af. Start de motor. ! WAARSCHUWING ! Om lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen, mag de kooikoppelingshendel nooit ingeschakeld worden terwijl de motor draait of de B.A.S.-hendel ingeschakeld is. 3. Plaats de maaier net voorbij de rand van de green. a. Stel het motortoerental af om een veilig en gerieflijk looptempo te bereiken. b. 5.7 5 Duw de hendel omlaag om de maaierkop boven het gras te tillen en schakel dan de B.A.S.-hendel in. c. Wanneer de maaier over de rand van de green gaat, laat u de maaierkop neer en loopt u vervolgens in een rechte lijn over de green. d. Aan de andere kant van de green aangekomen, tilt u de maaierkop op zonder de B.A.S.-hendel uit te schakelen en loopt u van de green af om om te keren, of laat u eenvoudig de B.A.S.hendel los em keert u om. N.B: Om beschadiging van kooi en ondermes te voorkomen mogen de kooien nooit worden bediend wanneer ze geen gras maaien. Er ontwikkelt zich dan namelijk uitzonderlijke wrijving en warmte tussen ondermes en kooi waardoor de snijrand wordt beschadigd. 4. Om te verzekeren dat u volledig en gelijkmatig maait, moeten de stroken elkaar 25 of 30 mm overlappen. Maai vervolgens een of meer stroken langs de omtrek van de green om ongelijkmatige randen te effenen en de putting green van de apron te scheiden. GRASOPVANGER _________________________________________________________ 1. Wanneer de mand ongeveer tweederden (2/3) vol is, rijdt u de maaier van de green. 2. Stop de maaier op een vlak stuk grond, schakel alle aandrijvingen uit en zet de motor uit. 3. Verwijder en leeg de grasopvanger. Gebruik een borstel met lange steel om het gras van de maaier te vegen. ! GEVAAR ! Om ernstig letsel te voorkomen dient u steeds de motor te stoppen en alle aandrijvingen uit te schakelen voordat u de grasopvanger leegt. 5.8 GEWICHTSSTANGEN ______________________________________________________ 1. Deze maaier werd ontworpen voor gebruik met een Textron Turf Care And Specialty Products Turf Groomer®. De boven het graskeerschot aangebrachte gewichtsstangen moeten worden verwijderd wanneer een groomer wordt gebruikt. 2. Bij gebruik van een voorrol kunnen de gewichten worden verwijderd ter compensatie van zachte grasvelden en andere relevante maaiomstandigheden. NL-11 5 BEDIENING 5.9 DAGELIJKS ONDERHOUD __________________________________________________ Belangrijk: Voor meer gedetailleerde onderhoudsinformatie, bijstellingen en onderhoudsen smeerschema’s, wordt u verwezen naar de Onderdelenen Onderhoudshandleiding. 1. Parkeer de maaier op een effen, horizontaal oppervlak. Schakel alle aandrijvingen uit, trek de parkeerrem aan, zet de motor stil en haal de bougiekabel los. 2. Vet en smeer alle punten waar dit nodig is. Om brand te voorkomen dienen de maaieenheden en de maaier na ieder gebruik te worden gewassen. a. Gebruik uitsluitend vers leidingwater voor het schoonmaken van machine en toebehoren. N.B.: Het is bekend dat gebruik van zout water of ander water dat niet uit de kraan komt roest en corrosie van metalen delen bevordert, wat resulteert in voortijdige achteruitgang of defecten. Beschadiging van deze aard wordt niet gedekt door de fabrieksgarantie. b. Gebruik geen hogedrukspuit. c. Sproei nooit water rechtstreeks op elektrische onderdelen. d. Spuit geen water in de koelluchtinlaat of de motorluchtinlaat. N.B.: Een warme of lopende motor mag niet worden gewassen. Gebruik perslucht om de motor te reinigen. 3. Vul de brandstoftank aan het eind van iedere werkdag bij, maar houd het peil onder de borst van de brandstofzeef. Gebruik verse, loodvrije benine met een minimum octaangehalte van 85. 4. Hanteer brandstof met zorg gezien de grote brandbaarheid ervan. Gebruik een goedgekeurde brandstofhouder waarvan de schenktuit in de vulhals past. Gebruik geen blikken of trechters om de brandstof over te gieten. a. Zolang de motor loopt of nog warm is, mag de brandstofdop nooit van de tank worden verwijderd of brandstof worden bijgevuld. b. Tijdens het hanteren van brandstof mag niet worden gerookt. De tank mag nooit in een overdekte ruimte worden gevuld of afgetapt. c. De tank mag nooit te vol worden gevuld noch geheel leeg raken. NL-12 d. Brandstofhouders mogen nooit worden gehanteerd nabij een open vlam of enig apparaat dat vonken kan afgeven waardoor de brandstof of dampen ervan kunnen ontsteken. 5. Bewaar brandstof overeenkomstig plaatselijke voorschriften en de aanbevelingen van uw brandstofleverancier. 6. Controleer de motorolie en hydrauliekolie aan het begin van iedere werkdag voordat de motor wordt gestart. Als het oliepeil te laag is, verwijder dan de olievuldop en giet de vereiste hoeveelheid bij. Nooit overvullen. BEPERKTE GARANTIE 1. Garantie Textron Turf Care & Specialty Products (TTCSP) garandeert uitsluitend de oorspronkelijke detailhandelskoper ("Garantienemer") dat dit product gedurende een periode van een jaar vrij zal zijn van fabrieks- en materiaalfouten vanaf de datum van de eerste detailhandelskoop (90 dagen indien gebruikt voor huurdoeleinden). 2. Niet-gegarandeerde items TTCSP acht zich ontslagen van garanties of representaties ten aanzien van reparaties die worden uitgevoerd door ieder ander dan een erkende TTCSP Dealer en, waar van toepassing, ten aanzien van motors*, accu's, banden en ROPS die apart worden gegarandeerd door hun respectievelijke fabrikanten. Routinematige bijstellingen en normale slijtage- en onderhoudsitems worden niet door deze garantie gedekt. 3. Omstandigheden die de garantie ongeldig maken A) Waar de snelheid van de unit is verhoogd buiten het bereik van de fabrieksspecificaties, of het product op enigerlei wijze is veranderd die de veiligheid of de prestatie ervan nadelig beïnvloedt. B) Waar de unit niet is onderhouden of geen service heeft ontvangen overeenkomstig de bepalingen in deze publicatie. C) Waar de unit is misbruikt, of niet is gebruikt op de voorbestemde wijze. 4. Exclusief verhaal Het enige en exclusieve verhaal van de garantienemer wegens inbreuk op deze garantie of enig defect of enige tekortkoming van het product, inclusief enig verhaal waarin wordt voorzien door toepasselijke wetgeving of gewoonterecht op federaal of staatsniveau, bestaat eruit dat TTCSP, geheel naar eigen goeddunken, het product of enig defect onderdeel zal repareren of vervangen en de hiermee geassocieerde arbeidskosten zal dekken. Eventuele vervoerskosten vallen niet onder deze garantie. 5. Het verkrijgen van service onder de garantie Indien reparatie onder de garantie noodzakelijk is, neem dan contact op met een erkende TTCSP Dealer. Alle defecte onderdelen moeten aan de Dealer worden geretourneerd en worden het eigendom van TTCSP. 6. Afwijzing * Deze garantie wordt afgegeven ter vervanging van alle andere garanties, impliciet of uitdrukkelijk, inclusief enige garantie terzake van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel. * TTCSP wijst verder iedere aansprakelijkheid af voor bijkomstige, directe of gevolgschade, inclusief maar niet beperkt tot persoonlijk letsel of beschadiging van eigendom, voortvloeiend uit een inbreuk op deze garantie of enig ander defect of enige andere tekortkoming van het product tot de mate die onder de wet wordt toegestaan. Geen agent, medewerker of vertegenwoordiger van TTCSP, of enige andere persoon, is gemachtigd om TTCSP vast te leggen op enige bevestiging, representatie of garantie betreffende de goederen die onder deze garantie worden verkocht. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met (414) 637-6711, of schrijven naar: Textron Turf Care And Specialty Products Warranty Department 1721 Packard Avenue, Racine, Wisconsin 53403-2564 * Kubota motors worden gegarandeerd door TTCSP. Alle andere motors worden gegarandeerd door hun respectievelijke fabrikanten. 1Y1098 GB World Class Quality, Performance and Support Equipment from Ransomes Jacobsen Limited is built to exacting standards ensured by ISO 9001 registration at all our manufacturing locations. A worldwide dealer network and factory-trained technicians backed by Ransomes Jacobsen Parts Xpress provide reliable, high-quality product support. F Qualité Totale Mondiale, Performance et Soutien Les machines Ransomes Jacobsen Limited sont fabriquées, dans toutes nos usines, selon les normes de l’accréditation ISO 9001. Ransomes Jacobsen Parts Xpress offre à sa clientèle un réseau international de concessionnaires et de techniciens formés pour l’Après-vente. NL Kwaliteit, prestatie en ondersteuning van wereldklasse Machines van Ransomes Jacobsen Limited worden gebouwd volgens de hoogste normen, zoals verzekerd door de ISO 9001 registratie die op al onze productielocaties van toepassing is. Een wereldwijd dealernet en technici met een fabriekopleiding voorzien, mede dankzij de back-up van Ransomes Jacobsen Parts Xpress, in een betrouwbare productondersteuning van hoge kwaliteit. D Qualität, Leistung und Support von Weltklasse Geräte der Firma Ransomes Jacobsen Limited werden nach höchst anspruchsvollen Maßstäben gefertigt. Alle Herstellerwerke sind nach ISO 9001 zertifiziert. Ein weltweites Händlernetz und vor Ort ausgebildete Techniker gewährleisten in Zusammenarbeit mit Ransomes Jacobsen Parts Xpress zuverlässige, hochqualitative Produktunterstützung. I Qualità, prestazioni e assistenza di livello internazionale Le apparecchiature prodotte dalla Ransomes Jacobsen Limited sono realizzate secondo standard rigorosi previsti dalla registrazione alle norme ISO 9001 presso tutti i nostri stabilimenti. La rete internazionale di rivenditori e tecnici altamente qualificati gode del supporto esclusivo del servizio Ransomes Jacobsen Parts Xpress, unico per affidabilità e qualità dei prodotti. BOB-CAT BUNTON CUSHMAN JACOBSEN Ransomes Jacobsen Limited Central Avenue, Ransomes Europark, Ipswich, England, IP3 9QG English Company Registration No. 1070731 www.textronsolutions.com RANSOMES RYAN E-Z-GO
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Ransomes 62281, 62282, 62283, 62284, 62285 de handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
de handleiding