Siemens 3EB810L/01 Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

33
é Inhoudsopgave
[nl] Gebruiksaanwijzing en installatievoorschrift
RAADGEVINGEN EN WAARSCHUWINGEN OMTRENT DE
VEILIGHEID ............................................................................... 33
Veiligheidsaanwijzingen...................................................... 33
Oorzaken van schade..........................................................34
BESCHERMING VAN HET MILIEU........................................... 35
Verwijdering van afvalstoffen op een milieuvriendelijke
manier ..................................................................................35
Tips om energie te besparen .............................................. 35
KOKEN OP INDUCTIE ..............................................................35
Voordelen van het Koken op Inductie................................35
Geschikte pannen................................................................ 35
HET APPARAAT LEREN KENNEN.......................................... 36
De bedieningspanelen.........................................................36
De kookzones....................................................................... 36
Restwarmte-indicator .......................................................... 37
PROGRAMMEREN VAN DE KOOKPLAAT ............................ 37
Aan- en uitzetten van de kookplaat....................................37
Afstellen van de kookzone.................................................. 37
Kooktabel..............................................................................37
KINDERSLOT ............................................................................38
Het activeren en deactiveren van het kinderslot...............38
Het permanente kinderslot inschakelen of uitschakelen 38
FUNCTIE POWERBOOST ........................................................ 39
Activeren ............................................................................. 39
Deactiveren ......................................................................... 39
TIMERFUNCTIE ........................................................................ 39
Een kookzone automatisch uitzetten................................. 39
Automatische timer ............................................................. 39
De kookwekker..................................................................... 39
AUTOMATISCHE TIJDSLIMIET ............................................... 40
BASISINSTELLINGEN.............................................................. 40
Toegang tot de standaardinstellingen ............................... 41
ONDERHOUD EN REINIGING.................................................. 41
Kookplaat ............................................................................. 41
Omlijsting van de kookplaat ............................................... 41
REPAREREN VAN STORINGEN............................................. 42
Normaal geluid tijdens de werking van het apparaat....... 42
SERVICEDIENST ...................................................................... 43
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.siemens-home.com en in
de online-shop: www.siemens-eshop.com
ã=Raadgevingen en waarschuwingen omtrent de veiligheid
Lees deze instructies aandachtig
door. Alleen dan kunt u het apparaat
op de juiste wijze gebruiken.
Bewaar de gebruiks- en montage-
instructies. Indien u het apparaat aan
iemand anders overdraagt, geef dan
ook de documentatie van het
apparaat mee.
Controleer het apparaat na het
uitpakken. Indien het apparaat
schade heeft opgelopen tijdens het
transport, schakel het dan niet in,
maar neem contact op met de
technische dienst en leg de
veroorzaakte schade schriftelijk vast.
Doet u dat niet, dan gaat elk recht op
een schadevergoeding verloren.
Veiligheidsaanwijzingen
Dit apparaat werd uitsluitend voor huishoudelijk gebruik
ontworpen. De kookplaat mag uitsluitend gebruikt worden voor
het bereiden van voedsel. Laat het apparaat niet onbeheerd
achter als het aan staat.
Veilig gebruik
Voor een veilig gebruik van dit apparaat mogen volwassenen
en kinderen die wegens
lichamelijke, zintuiglijke of psychische beperkingen,
onervarenheid of onwetendheid
niet bekwaam zijn om dit apparaat te gebruiken, dat alleen
doen onder toezicht van een verantwoordelijk volwassen
persoon.
Houd kinderen in de gaten en voorkom dat zij met het apparaat
gaan spelen.
Olie en vet zijn te warm
Brandgevaar!
De hete olie en vet zijn gemakkelijk ontvlambaar. Laat
oververhitte olie of oververhit vet niet onbewaakt achter. Indien
de olie of het vet vlam vat, blus het vuur dan nooit met water.
Doof de vlammen met een doek of een bord. Schakel de
kookzone uit.
Het bereiden van voedsel au bain-marie
Met de bereidingswijze au bain-marie kan het voedsel worden
verwarmd in een pan die op zijn beurt in een grotere pan water
wordt geplaatst. Zo wordt het voedsel op langzame en
constante wijze verwarmd, door middel van het warme water en
niet rechtstreeks door de warmte van de kookzone. Bij het
bereiden van voedsel au bain-marie moet worden vermeden
dat blikken, glazen flessen of andere materialen in aanraking
komen met de bodem van de pan water, om te voorkomen dat
het glas van de plaat en de pan breken door oververhitting van
de kookzone.
34
Hete kookplaat
Gevaar van brandwonden!
Raak hete kookzones niet aan. Houd kinderen uit de buurt van
de kookplaat.
Brandgevaar!
Leg nooit ontvlambare voorwerpen op de kookplaat.
Bewaar geen ontvlambare voorwerpen of spuitbussen in de
laden onder de kookplaat.
Vochtige bodems van pannen en vochtige kookplaten
Gevaar van verwondingen!
Als zich vocht tussen de bodem van de pan en de kookzone
bevindt, kan dit dampdruk veroorzaken. Bijgevolg zou de pan
kunnen opspringen. Zorg ervoor dat de kookzone en de
bodem van de pan altijd droog zijn.
Barsten in de kookplaat
Gevaar van elektrische ontlading!
Sluit het apparaat van het verdeelnet af indien de kookplaat
stuk of gebarsten is.
Neem contact op met de technische dienst.
De kookzone verwarmt, maar de visuele indicatie werkt niet
Gevaar voor brandwonden!
Schakel de kookzone uit als de indicator niet werkt. Neem
contact op met de technische dienst.
De kookplaat wordt uitgeschakeld
Brandgevaar!
Als de kookplaat automatisch uitgaat en niet kan worden
gebruikt, kan hij op een later tijdstip alsnog vanzelf aan gaan.
Om dit te voorkomen moet de kookplaat van de stroom worden
afgesloten. Neem contact op met de technische dienst.
Plaats geen metalen voorwerpen op de inductieplaat
Gevaar voor brandwonden!
Laat geen messen, vorken, lepels, deksels of andere metalen
voorwerpen op de kookplaat liggen; deze kunnen heel snel
heet worden.
Onderhoud van de ventilator
Gevaar van beschadiging!
Deze plaat is uitgerust met een ventilator, die zich aan de
onderzijde bevindt. Indien er zich onder de kookplaat een lade
bevindt, mogen daar geen kleine of papieren voorwerpen in
worden bewaard. Als deze namelijk worden geabsorbeerd
kunnen ze de ventilator beschadigen of de koeling
verslechteren.
Attentie!
Tussen de inhoud van de lade en de inlaat van de ventilator
moet een afstand van ten minste 2 cm worden aangehouden.
Onjuist uitgevoerde reparaties
Gevaar van een elektrische ontlading!
Onjuist uitgevoerde reparaties zijn gevaarlijk. Zet het apparaat
uit als het defect is. Neem contact op met de technische dienst.
Het repareren en vervangen van defecte aansluitkabels mag
uitsluitend uitgevoerd worden door behoorlijk opgeleid
personeel van de Technische Dienst.
Attentie!
Dit apparaat voldoet aan de reglementeringen inzake de
veiligheid en de elektromagnetische compatibiliteit. Personen
met een pacemaker dienen uit de buurt te blijven van het
apparaat als dat aan staat. Het is onmogelijk om te garanderen
dat 100% van deze mechanismen die op de markt zijn voldoen
aan de geldige regelgeving omtrent elektromagnetische
compatibiliteit en dat er zich geen interferenties voordoen die
de juiste werking in gevaar brengen. Ook is het mogelijk dat
personen met andere soorten mechanismen, zoals
hoorapparaten, enige vorm van hinder kunnen ondervinden.
De kookplaat uitschakelen
Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd uit met de
hoofdschakelaar. Wacht niet tot de kookplaat automatisch
uitschakelt bij het ontbreken van een pan.
Oorzaken van schade
Attentie!
Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de kookplaat
veroorzaken.
Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan schade
veroorzaken.
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel, de
indicatorzones of op de omlijsting van de kookplaat. Dit kan
schade veroorzaken.
Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat vallen,
kan dit de plaat beschadigen.
Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op een hete
kookzone gelegd worden. Het gebruik van beschermplaten
op de kookplaat wordt afgeraden.
Algemeen overzicht
In de onderstaande tabel vindt u de meest voorkomende
vormen van schade:
Schade Oorzaak Maatregel
Vlekken Gemorst voedsel Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper.
Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten.
Krassen Zout, suiker en zand Gebruik de kookplaat niet als werkoppervlak of steun.
Ruwe bodems van pannen kunnen
krassen op de vitroceramische plaat
veroorzaken
Controleer de pannen.
35
Bescherming van het milieu
Pak het apparaat uit en gooi het verpakkingsmateriaal op
milieuvriendelijke wijze weg.
Verwijdering van afvalstoffen op een
milieuvriendelijke manier
Tips om energie te besparen
Doe altijd de bijbehorende deksel op de pan. Bij koken
zonder deksel op de pan is het energieverbruik vier keer zo
hoog.
Gebruik pannen met een dikke en vlakke bodem. Pannen
met bolle bodems verhogen het energieverbruik.
De diameter van de bodem van de pan moet overeenkomen
met de afmeting van de kookzone. Deze is over het
algemeen groter dan de diameter van de bodem van de pan.
Indien de diameter van de pan niet overeenkomt met die van
de kookzone, is het beter dat deze groter is dan de afmeting
van de kookzone. Zo niet, dan gaat de helft van de energie
verloren. Controleer: Of de fabrikant de diameter van de
bovenkant van pan heeft aangegeven.
Kies pannen met een afmeting die geschikt is voor de
hoeveelheid voedsel die u gaat bereiden. Een grote pan die
maar halfvol is, verbruikt veel energie.
Kook met weinig water. Zo wordt energie bespaard en blijven
bovendien vitamines en mineralen van de groente behouden.
Selecteer een lagere kookstand.
Koken op Inductie
Voordelen van het Koken op Inductie
Koken op Inductie betekent een radicale verandering van de
traditionele wijze van verwarmen, aangezien de warmte
rechtstreeks in de pan wordt gegenereerd. Daarom biedt het
een aantal voordelen:
Tijdbesparing bij het koken en frituren; doordat de pan
rechtstreeks wordt verwarmd.
Dit werkt energiebesparend.
Eenvoudiger in onderhoud en reiniging Overgelopen
voedingswaren verbranden minder snel.
Kook- en veiligheidscontrole; de plaat levert energie of stopt
de energietoevoer onmiddellijk als op de controleknop
gedrukt wordt. De inductiekookzone levert geen warmte meer
af als de pan wordt weggenomen, ook al wordt het apparaat
voor die tijd niet uitgeschakeld.
Geschikte pannen
Ferromagnetische pannen
Uitsluitend geschikt voor inductiekoken zijn ferromagnetische
pannen zoals van:
geëmailleerd staal
gietijzer
speciale pannen voor inductie van roestvrij staal.
Kijk, om te weten of de pannen geschikt zijn, of ze worden
aangetrokken door een magneet.
Speciale pannen voor inductie
Er bestaat een ander soort pannen speciaal voor inductie, met
een geheel ferromagnetische bodem. Controleer de diameter,
deze kan zowel van invloed zijn op de pandetectie als op het
kookresultaat.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit pannen van:
dun normaal staal
glas
aardewerk
koper
aluminium
Kenmerken van de bodem van de pan
De kenmerken van de bodem van de pannen kunnen invloed
hebben op de homogeniteit van het kookresultaat. Pannen die
gemaakt zijn van materialen die warmte verspreiden, zoals
"sandwich" pannen van roestvrij staal, verdelen de warmte op
gelijkmatige wijze, waardoor tijd en energie worden bespaard.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst
of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen
geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de
indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het
knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht
gaat de kookzone automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met
dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern
veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet
worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd
heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan
oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de
kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en
schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Verkleuringen Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten.
Aanraking van de pannen Til kookpannen en koekenpannen op om ze te verplaatsen.
Afbladderingen Suiker, levensmiddelen met een hoog
suikergehalte
Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper.
Schade Oorzaak Maatregel
Dit apparaat is geïdentificeerd conform de Richtlijn
betreffende Afgedankte Elektrische en Elektronische
Apparatuur WEEE 2002/96/EG. Deze richtlijn
omschrijft het kader voor de recyclage en het
hergebruik van afgedankte apparaten binnen het hele
Europese grondgebied.
36
Pandetectie
Iedere kookzone heeft een minimumlimiet voor pandetectie, die
afhankelijk is van het materiaal van de pan die wordt gebruikt.
Daardoor mag alleen de kookzone worden gebruikt die het
meest geschikt is voor de pan.
Dubbele of driedubbele kookzone
Deze zones kunnen pannen van verschillende afmetingen
herkennen. Afhankelijk van het materiaal en de eigenschappen
van de pan, past de zone zich automatisch aan en wordt alleen
de enkele zone geactiveerd, ofwel de hele zone, waarbij het
geschikte vermogen wordt geleverd voor goede
kookresultaten.
Het apparaat leren kennen
Deze gebruiksinstructies kunnen op de diverse kookplaten
toegepast worden. Op pagina 11 staat een algemeen overzicht
van de modellen met informatie over hun afmetingen.
De bedieningspanelen
De kookzones
$DQZLM]LQJHQRYHUGH
NRRNVWDQG³É
RSHUDWLRQDOLWHLW¯
UHVWZDUPWH¤
SRZHUERRVWIXQFWLH°
%HGLHQLQJVYODNYRRU
#KHWNLQGHUVORW
%HGLHQLQJVYODN
YRRUGH
KRRIGVFKDNHODDU
%HGLHQLQJVYODN
YRRUGH
VHOHFWLHYDQGH
GHNRRNVWDQG
%HGLHQLQJVYODN
YRRUGH
WLPHUIXQFWLH
%HGLHQLQJVYODN
YRRUGH
ÄZDUPKRXG]RQH
Kookzone Activeren en deactiveren
$
Enkelvoudige kookzone Gebruik een pan met de geschikte afmeting.
æ
Braadzone De zone gaat automatisch aan wanneer een pan gebruikt wordt, waarvan de
bodem dezelfde maat heeft als de buitenste zone.
$DQZLM]LQJHQYRRU
YHUPRJHQVVWDQG³É
RSHUDWLRQDOLWHLW¯
UHVWZDUPWH¤
IXQFWLHSRZHUERRVW°
%HGLHQLQJVYODNYRRU
KRRIGVFKDNHODDU
#NLQGHUVORW
%HGLHQLQJVYODNNHQ
YRRUKHW
VHOHFWHUHQYDQGH
YHUPRJHQVVWDQG
%HGLHQLQJVYODNNHQ
YRRUGH
WLPHUIXQFWLH
37
Restwarmte-indicator
De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke
kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones
met die indicatie niet aan.
Ook als de plaat uitgeschakeld is,blijft œ/, branden zo lang de
kookzone warm is.
Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone
uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator
œ/ en
de geselecteerde kookstand.
Programmeren van de kookplaat
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden
afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de
bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
Aan- en uitzetten van de kookplaat
De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de
hoofdschakelaar.
Inschakelen: druk op het symbool
#. De indicator boven de
hoofdschakelaar gaat branden. De kookplaat is klaar om te
werken.
Uitschakelen: druk op het symbool
# tot de indicator boven de
hoofdschakelaar dooft. Alle kookzones worden uitgeschakeld.
De restwarmte-indicator blijft branden tot de kookzones
voldoende afgekoeld zijn.
Aanwijzing: De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld
zodra alle kookzones meer dan 20 seconden uitgeschakeld
zijn.
Afstellen van de kookzone
Selecteer de gewenste vermogensstand met de
symbolen + en -.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen.
Vermogensstand 9 = maximumvermogen.
Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende
instelling. Deze wordt aangegeven met een punt.
Selecteer de kookstand:
De kookplaat moet aan zijn.
1. Druk op het symbool + of - van de gewenste kookzone.
Op de visuele indicator hiervan brandt
.
2. Druk binnen de volgende 10 seconden op het symbool
+ of -. De basisinstelling verschijnt.
Symbool + kookstand 9.
Symbool - kookstand 4.
3. Wijzigen van de kookstand: druk op het symbool + of - tot de
gewenste kookstand verschijnt.
Schakel de kookzone uit
Druk op het symbool + of - tot
verschijnt. De kookzone wordt
uitgeschakeld als de restwarmte-indicatie verschijnt.
Aanwijzing: Als er geen pan op de inductiekookzone geplaatst
wordt, zal de gekozen kookstand beginnen knipperen. Na het
verstrijken van een tijd gaat de kookzone uit.
Kooktabel
In onderstaande tabel worden enkele voorbeelden voorgesteld.
q
Resistieve warmhoudzone*
Druk op symbool
Ù.**
* Activering van de kookzone: De overeenstemmende indicator gaat branden.
** De restwarmte-indicator gaat branden.
Gebruik enkel pannen die geschikt zijn voor bereiden met inductie, zie hoofdstuk “Geschikte pannen".
Kookzone Activeren en deactiveren
 
Vermogensstand
Smelten
Chocolade, chocoladeglazuur, boter, honing
Gelatine
1-1.
1-1.
Verhitten en warmhouden
Maaltijdsoep (bv. linzen)
Melk**
Worstjes verhit in water**
1-2
1.-2.
3-4
Ontdooien en verhitten
Diepvriesspinazie
Diepvriesgoulash
2.-3.
2.-3.
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
38
Kinderslot
De kookplaat kan beveiligd worden tegen ongewilde
inschakeling, om te voorkomen dat kinderen de kookzones
kunnen inschakelen.
Het activeren en deactiveren van het
kinderslot
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
Activeren: houd het symbool
@ gedurende circa 4 seconden
ingedrukt. De indicator
@ gaat gedurende 10 seconden
branden. De kookplaat is geblokkeerd.
Deactiveren: houd het symbool
@ gedurende circa 4
seconden ingedrukt. De blokkering is gedeactiveerd.
Het permanente kinderslot inschakelen of
uitschakelen
Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch
ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgezet.
Activeren en deactiveren
Zie paragraaf “Standaardinstellingen".
Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken
Aardappel-gehaktballen
Vis
Witte sauzen, bv. bechamel
Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus
4.-5.*
4-5*
1-2
3-4
Koken, stomen, smoren
Rijst (met twee keer zoveel water)
Rijstpap
Frites
Pasta
Eenpansgerecht, soep
Groenten
Diepvriesgroenten
Koken met de snelkookpan
2-3
1.-2.
4-5
6-7*
3.-4.
2.-3.
3.-4.
4.-5.
Sudderen
Rollade
Stoofschotel
Goulash
4-5
4-5
3.-4.
Braden**
Filets, koteletten (natuur of gepaneerd)
Biefstuk (3 cm dikte)
Borst (2 cm dikte)
Vis en visfilet, ongepaneerd
Vis en visfilet, gepaneerd
Garnalen en steurgarnalen
Diepvriesgerechten, bv. gesauteerd
Pannenkoeken
Omelet
6-7
7-8
5-6
5-6
6-7
7-8
6-7
6-7
3.-4.
Frituren** (150-200g per portie in 1-2 l olie)
Diepvriesproducten, bv. patat, kipnuggets
Diepvrieskroketten
Gehaktballen
Vlees, bv., stukjes kip
Vis, groenten of paddestoelen, gepaneerd of in bierdeeg, bv. champignons
Banket, bv. beignets, fruit in bierdeeg
8-9
7-8
7-8
6-7
6-7
4-5
Vermogensstand
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
39
Functie Powerboost
Met de functie Powerboost kan het voedsel sneller verhit
worden dan wanneer de vermogensstand
Š gebruikt wordt.
Alle kookzones zijn voorzien van deze functie.
Activeren
De kookplaat moet ingeschakeld zijn, maar er mag geen
kookzone in werking zijn.
1. Selecteer de gewenste kookzone.
2. Selecteer de vermogensstand Š.
3. Druk vervolgens op het symbool +.
Op de visuele indicator gaat het symbool
branden.
De functie powerboost is geactiveerd.
Aanwijzing: Indien een kookzone ingeschakeld wordt wanneer
de functie Powerboost in werking is, dan knipperen op de
visuele indicator van de kookzone
en Š; vervolgens wordt de
vermogensstand afgesteld
Š. De functie Powerboost wordt
gedeactiveerd.
Deactiveren
Selecteer de kookzone en druk op het symbool -. De indicator
wordt niet meer in beeld gebracht en de kookzone keert
terug naar de vermogensstand
Š. De functie Powerboost is nu
gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan de
Powerboost functie automatisch uitgeschakeld worden om de
elektronische onderdelen aan de binnenzijde van de plaat te
beschermen.
Timerfunctie
Deze functie kan op twee verschillende manieren gebruikt
worden:
om een kookzone automatisch uit te schakelen.
als kookwekker.
Een kookzone automatisch uitzetten
Voer de bereidingstijd voor de gewenste kookzone in. De zone
gaat automatisch uit na het verstrijken van de tijd.
Zo wordt dit geprogrammeerd
1. Selecteer de gewenste kookstand.
2. Druk op het symbool 0. De indicator x van de kookzone
brandt. Op de visuele indicatie van de timerfunctie verschijnt
‹‹. Om een andere kookzone te selecteren, drukt u
meerdere keren op het symbool
0 tot de indicator x van
de gewenste kookzone gaat branden.
3. Druk op symbool + of - van de timerfunctie.
De basisinstelling verschijnt:
Symbool +: 30 minuten.
Symbool -: 10 minuten.
4. Druk op het symbool + of - tot de gewenste kooktijd
verschijnt.
Na enkele seconden begint de tijd te lopen.
Na het verstrijken van de tijdsduur
De kookzone gaat uit. Er klinkt een geluidssignaal en op de
visuele indicatie van de timerfunctie verschijnt
‹‹ gedurende
10 seconden. De indicator
x gaat aan op de visuele indicator
van de kookzone. Druk op het symbool
0, de indicatoren
doven en het geluidssignaal stopt.
De tijd wijzigen of annuleren
Druk meerdere keren op het symbool
0 tot de gewenste
indicator
x gaat branden. De kooktijd wijzigen met de
symbolen + of -, of afstellen op
‹‹.
Aanwijzingen
Als een kooktijd in de diverse kookzones ingesteld werd, is
het mogelijk om in te stellen dat alle tijdwaarden
weergegeven worden. Druk hiertoe meerdere keren op het
symbool
0 tot de indicator x van de gewenste kookzone
gaat branden.
De maximale bereidingstijd die ingesteld kan worden is 99
minuten.
Automatische timer
Met deze functie kan een kooktijd voor alle kookzones
ingesteld worden. Na het inschakelen van een kookzone,
begint de ingestelde tijd te lopen. De kookzone zal automatisch
uitschakelen als de kooktijd verstreken is.
De instructies over de activering van de timer vindt u in het
hoofdstuk "Basisinstellingen".
Aanwijzing: De kooktijd van een kookzone kan gewijzigd of
geannuleerd worden:
Druk meerdere keren op het symbool
0 tot de gewenste
indicator
x gaat branden. Wijzig de kooktijd met de symbolen
+ of -, of pas hem aan met
‹‹.
De kookwekker
Met de kookwekker kan een tijd geprogrammeerd worden tot
99 minuten. Deze is niet afhankelijk van andere instellingen.
Deze functie schakelt de kookzone niet automatisch uit.
Zo wordt dit geprogrammeerd
1. Druk meerdere keren op het symbool 0 tot de indicator W
gaat branden. Op de visuele indicator van de timerfunctie
verschijnt
‹‹.
2. Druk op symbool + of - van de timerfunctie.
De basisinstelling verschijnt.
Symbool +: 10 minuten.
Symbool -: 05 minuten.
3. Stel de gewenste kooktijd in met de symbolen + of -.
Na enkele seconden begint de tijd te lopen.
 
40
Na het verstrijken van de tijd
Er klinkt een waarschuwingssignaal. De visuele indicator van
de timerfunctie toont
‹‹ en de indicator W gaat branden. Na
10 seconden doven de indicators.
Druk op het symbool
0, de indicators doven en het akoestisch
signaal stopt.
De tijd wijzigen of annuleren
Druk meerdere keren op het symbool
0 tot de indicator W
gaat branden. Wijzig de kooktijd of stel deze af op
‹‹ met de
symbolen + of -,
Automatische tijdslimiet
Indien de kookzone gedurende lange tijd in werking is en er
geen enkele wijziging in de instelling uitgevoerd wordt, dan
wordt de automatische tijdslimiet geactiveerd.
De kookzone wordt niet meer verhit. De visuele indicator van
de kookzone knippert afwisselend
en .
De indicator gaat uit als er op een willekeurig symbool wordt
gedrukt. Nu kan de kookzone opnieuw ingesteld worden.
Wanneer de automatische limiet geactiveerd is, wordt deze
geregeld volgens de geselecteerde kookstand
(van 1 tot 10 uur).
Basisinstellingen
Het apparaat beschikt over diverse basisinstellingen. Deze
instellingen kunnen worden aangepast aan de behoeften van
de gebruiker.
Indicator Functie
™‚
Permanent kinderslot
Gedeactiveerd.*
Geactiveerd.
™ƒ
Akoestische signalen
)Signaal ter bevestiging en foutsignaal uitgeschakeld.
Enkel foutsignaal ingeschakeld.
ƒ Foutsignaal en signaal ter bevestiging ingeschakeld.*
™†
Automatische tijdslimiet.
Uitgeschakeld.*
- 99 Tijd van automatisch uitschakeling.
™‡
Duur van het geluidssignaal van de timerfunctie
10 seconden.*
ƒ 30 seconden.
1 minuut.
™ˆ
Functie Power-Management
= Gedeactiveerd.*
= 1000 W minimumvermogen.
= 1500 W
ƒ = 2000 W
...
Š of Š. = maximumvermogen van de plaat.**
™‹
Terug naar de standaardinstellingen
Persoonlijke instellingen.*
Terug naar de fabrieksinstellingen.
*Fabrieksinstelling
**Het maximumvermogen van de plaat is afhankelijk van de intensiteit van de aansluiting uitgevoerd in de installatie. Om deze
maximumwaarde niet te overschrijden, is de plaat voorzien van een aantal componenten die het vermogen automatisch beheren,
door dit te verdelen over de kookzones die branden afhankelijk van de behoeften.
41
Toegang tot de standaardinstellingen
De kookplaat moet uit zijn.
1. Schakel de kookplaat in.
2. Raak binnen de volgende 10 seconden het symbool @ aan
gedurende 4 seconden.
Links op het scherm verschijnt
™‚ en rechts .
3. Druk meerdere keren op het symbool @ tot de indicator
van de gewenste functie verschijnt
4. Selecteer vervolgens de gewenste instelling met de
symbolen + en -.
5. Druk nogmaals op het symbool @ gedurende meer dan 4
seconden.
De instellingen zijn op de juiste wijze opgeslagen.
Afsluiten
Om de instellingen af te sluiten, de kookplaat met de
hoofdschakelaar uitschakelen.
Onderhoud en reiniging
De raadgevingen en waarschuwingen in dit hoofdstuk zijn
bedoeld voor het optimaal schoonmaken en onderhouden van
de kookplaat.
Kookplaat
Reiniging
Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. Op die manier
voorkomt u dat aangekoekte resten verbranden. Maak de
kookplaat pas schoon als hij voldoende afgekoeld is.
Gebruik alleen reinigingsproducten die geschikt zijn voor
kookplaten. Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
product op.
Gebruik nooit:
Schuurmiddelen
Agressieve schoonmaakmiddelen zoals ovensprays of
vlekkenmiddel
Schuursponzen
Hogedrukreinigers of stoommachines
Glasschraper
Verwijder hardnekkig vuil met een glasschraper.
1. Verwijder het beschermkapje van de schraper
2. Maak het oppervlak van de kookplaat met het mesje schoon.
Maak het oppervlak van de kookplaat niet met het
beschermkapje van de schraper schoon, er kunnen anders
krassen op komen.
ã=Risico op verwondingen!
Het mes is erg scherp. Gevaar voor snijwonden. Bescherm het
mesje als het niet gebruikt wordt. Vervang het mesje
onmiddellijk als het gebreken vertoont.
Onderhoud
Gebruik een speciaal middel voor het onderhoud en de
bescherming van de kookplaat. Volg de raadgevingen en
waarschuwingen op de verpakking op.
Omlijsting van de kookplaat
Om schade aan de omlijsting van de kookplaat te vermijden,
moeten de volgende aanwijzingen worden opgevolgd:
Gebruik alleen warm water met een beetje zeep
Gebruik nooit scherpe of bijtende producten
Gebruik de glasschraper niet
42
Repareren van storingen
Normaal zijn de storingen toe te schrijven aan kleine details.
Neem de volgende raadgevingen en waarschuwingen in acht
alvorens contact op te nemen met de Technische Dienst.
Normaal geluid tijdens de werking van het
apparaat
De technologie van het verwarmen door inductie is gebaseerd
op het ontstaan van elektromagnetische velden die ervoor
zorgen dat de warmte rechtstreeks op de bodem van de pan
wordt voortgebracht. De pannen kunnen, afhankelijk van hun
bouw, geluiden of trillingen voortbrengen, zoals hieronder
worden genoemd:
Een diep gezoem zoals in een transformator
Dit geluid ontstaat tijdens het koken op een hoge
vermogensstand. De oorzaak daarvan is de hoeveelheid
energie die de kookplaat aan de pan overdraagt. Het geluid
verdwijnt of vermindert zodra de vermogensstand wordt
verlaagd.
Een laag fluitend geluid
Dit geluid ontstaat als de pan leeg is. Het geluid verdwijnt zodra
er water of voedsel in de pan wordt gedaan.
Knisperen
Dit geluid doet zich voor bij pannen die bestaan uit lagen van
verschillende materialen. Het geluid komt door de trillingen die
ontstaan op de verbindingsvlakken van de verschillende
materialen. Dit geluid is afkomstig van de pan. De hoeveelheid
voedsel en de bereidingswijze kunnen variëren.
Hoge fluitende geluiden
De geluiden ontstaan met name in pannen die bestaan uit
lagen van verschillende materialen, zodra deze worden
aangezet op de hoogste stand en op twee kookzones tegelijk.
Deze fluitende geluiden verdwijnen of worden minder zodra het
vermogen wordt verlaagd.
Geluid van de ventilator
Voor een goed gebruik van het elektronische systeem moet de
kookplaat op een gecontroleerde temperatuur werken. Daartoe
is de kookplaat voorzien van een ventilator die steeds als de
temperatuur wordt vastgesteld door middel van de
verschillende vermogensstanden gaat werken. De ventilator
kan ook door inertie werken, nadat de kookplaat is uitgezet, als
de gedetecteerde temperatuur nog te hoog is.
Geluiden op de maat, vergelijkbaar met de wijzers van een
klok
Dit geluid treedt enkel op wanneer 3 of meer kookzones in
werking zijn en verdwijnt of vermindert wanneer een kookzone
uitgeschakeld wordt.
De omschreven geluiden zijn normaal en maken deel uit van de
inductietechnologie en duiden niet op een storing.
Indicator Storing Maatregel
geen De stroom is uitgevallen. Controleer met andere elektrische apparaten of de stroom is uitgeval-
len.
Het apparaat is niet aangesloten volgens
het aansluitschema.
Controleer of het apparaat is aangesloten volgens het aansluit-
schema.
Storing in het elektronische systeem. Als de storing na de voorgaande controles niet is opgelost, neem dan
contact op met de technische dienst.
knippert
Het bedieningspaneel is vochtig of er ligt
iets op.
Droog de zone van het bedieningspaneel of neem het voorwerp weg.
Ҥ + nummer
/
š + nummer /
¡ + nummer /
Storing in het elektronische systeem. Koppel de kookplaat af van het stroomnet. Wacht circa 30 seconden
en sluit ze opnieuw aan.*
”‹/”Š
Er is een interne fout in de werking opge-
treden.
Koppel de kookplaat af van het stroomnet. Wacht circa 30 seconden
en sluit ze opnieuw aan.*
”ƒ
Het elektronische systeem is oververhit
geraakt en heeft de overeenkomstige
kookzone uitgeschakeld.
Wacht tot het elektronische systeem voldoende afgekoeld is. Druk
vervolgens op een willekeurig symbool van de kookplaat.*
”…
Het elektronische systeem is oververhit
geraakt en heeft alle kookzones uitgescha-
keld.
” ‰
De kookzone heeft te lang op een hoog
vermogen en ononderbroken gewerkt.
De automatische tijdlimiet is geactiveerd. Druk op een willekeurig
symbool op het bedieningspaneel. De indicator is gedoofd. U kunt de
kookplaat al opnieuw aanschakelen.
—‚
Onjuiste voedingsspanning, overschrijding
van de normale werklimieten.
Neem contact op met uw elektriciteitsleverancier.
—ƒ/—„
De kookzone is oververhit en werd uitge-
schakeld om uw kookplaat te beschermen.
Wacht totdat het elektronische systeem voldoende is afgekoeld en
zet de kookplaat terug aan.
Als de indicatie voortduurt, neem dan contact op met de Technische Dienst.
Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
43
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar.
E-nummer en FD-nummer
Geef wanneer u contact opneemt met de servicedienst altijd
het productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.)
van het apparaat op. Het typeplaatje met de nummers vindt u
op het identificatiebewijs van het apparaat.
Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst
in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de
garantietijd kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
Vertrouw op de competentie van de producent. Zo bent u er
zeker van dat de reparatie wordt uitgevoerd door geschoolde
onderhoudstechnici, die beschikken over de originele
onderdelen voor uw huishoudelijke apparaten.
NL 088 424 4020
B 070 222 142

Documenttranscriptie

é Inhoudsopgave ]ksGebrui[nlalzenjtvorsigwcfhri RAADGEVINGEN EN WAARSCHUWINGEN OMTRENT DE VEILIGHEID ............................................................................... 33 Veiligheidsaanwijzingen...................................................... 33 Oorzaken van schade .......................................................... 34 BESCHERMING VAN HET MILIEU........................................... 35 Verwijdering van afvalstoffen op een milieuvriendelijke manier .................................................................................. 35 Tips om energie te besparen .............................................. 35 KOKEN OP INDUCTIE .............................................................. 35 Voordelen van het Koken op Inductie................................ 35 Geschikte pannen................................................................ 35 HET APPARAAT LEREN KENNEN .......................................... 36 De bedieningspanelen......................................................... 36 De kookzones....................................................................... 36 Restwarmte-indicator .......................................................... 37 PROGRAMMEREN VAN DE KOOKPLAAT ............................ 37 Aan- en uitzetten van de kookplaat.................................... 37 Afstellen van de kookzone.................................................. 37 Kooktabel.............................................................................. 37 KINDERSLOT ............................................................................ 38 Het activeren en deactiveren van het kinderslot............... 38 Het permanente kinderslot inschakelen of uitschakelen 38 FUNCTIE POWERBOOST ........................................................ 39 Activeren ............................................................................. 39 Deactiveren ......................................................................... 39 TIMERFUNCTIE ........................................................................ 39 Een kookzone automatisch uitzetten................................. 39 Automatische timer ............................................................. 39 De kookwekker..................................................................... 39 AUTOMATISCHE TIJDSLIMIET ............................................... 40 BASISINSTELLINGEN .............................................................. 40 Toegang tot de standaardinstellingen ............................... 41 ONDERHOUD EN REINIGING .................................................. 41 Kookplaat ............................................................................. 41 Omlijsting van de kookplaat ............................................... 41 REPAREREN VAN STORINGEN............................................. 42 Normaal geluid tijdens de werking van het apparaat....... 42 SERVICEDIENST ...................................................................... 43 Produktinfo Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en diensten vindt u op het internet: www.siemens-home.com en in de online-shop: www.siemens-eshop.com ã=Raadgevingen en waarschuwingen omtrent de veiligheid Lees deze instructies aandachtig door. Alleen dan kunt u het apparaat op de juiste wijze gebruiken. Bewaar de gebruiks- en montageinstructies. Indien u het apparaat aan iemand anders overdraagt, geef dan ook de documentatie van het apparaat mee. Controleer het apparaat na het uitpakken. Indien het apparaat schade heeft opgelopen tijdens het transport, schakel het dan niet in, maar neem contact op met de technische dienst en leg de veroorzaakte schade schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan gaat elk recht op een schadevergoeding verloren. Veiligheidsaanwijzingen Dit apparaat werd uitsluitend voor huishoudelijk gebruik ontworpen. De kookplaat mag uitsluitend gebruikt worden voor het bereiden van voedsel. Laat het apparaat niet onbeheerd achter als het aan staat. Veilig gebruik Voor een veilig gebruik van dit apparaat mogen volwassenen en kinderen die wegens ■ lichamelijke, zintuiglijke of psychische beperkingen, ■ onervarenheid of onwetendheid niet bekwaam zijn om dit apparaat te gebruiken, dat alleen doen onder toezicht van een verantwoordelijk volwassen persoon. Houd kinderen in de gaten en voorkom dat zij met het apparaat gaan spelen. Olie en vet zijn te warm Brandgevaar! De hete olie en vet zijn gemakkelijk ontvlambaar. Laat oververhitte olie of oververhit vet niet onbewaakt achter. Indien de olie of het vet vlam vat, blus het vuur dan nooit met water. Doof de vlammen met een doek of een bord. Schakel de kookzone uit. Het bereiden van voedsel au bain-marie Met de bereidingswijze au bain-marie kan het voedsel worden verwarmd in een pan die op zijn beurt in een grotere pan water wordt geplaatst. Zo wordt het voedsel op langzame en constante wijze verwarmd, door middel van het warme water en niet rechtstreeks door de warmte van de kookzone. Bij het bereiden van voedsel au bain-marie moet worden vermeden dat blikken, glazen flessen of andere materialen in aanraking komen met de bodem van de pan water, om te voorkomen dat het glas van de plaat en de pan breken door oververhitting van de kookzone. 33 Hete kookplaat Onderhoud van de ventilator Gevaar van brandwonden! Gevaar van beschadiging! Raak hete kookzones niet aan. Houd kinderen uit de buurt van de kookplaat. Deze plaat is uitgerust met een ventilator, die zich aan de onderzijde bevindt. Indien er zich onder de kookplaat een lade bevindt, mogen daar geen kleine of papieren voorwerpen in worden bewaard. Als deze namelijk worden geabsorbeerd kunnen ze de ventilator beschadigen of de koeling verslechteren. Brandgevaar! ■ Leg nooit ontvlambare voorwerpen op de kookplaat. ■ Bewaar geen ontvlambare voorwerpen of spuitbussen in de laden onder de kookplaat. Vochtige bodems van pannen en vochtige kookplaten Attentie! Tussen de inhoud van de lade en de inlaat van de ventilator moet een afstand van ten minste 2 cm worden aangehouden. Gevaar van verwondingen! Als zich vocht tussen de bodem van de pan en de kookzone bevindt, kan dit dampdruk veroorzaken. Bijgevolg zou de pan kunnen opspringen. Zorg ervoor dat de kookzone en de bodem van de pan altijd droog zijn. Barsten in de kookplaat Gevaar van elektrische ontlading! Sluit het apparaat van het verdeelnet af indien de kookplaat stuk of gebarsten is. Neem contact op met de technische dienst. De kookzone verwarmt, maar de visuele indicatie werkt niet Gevaar voor brandwonden! Schakel de kookzone uit als de indicator niet werkt. Neem contact op met de technische dienst. De kookplaat wordt uitgeschakeld Brandgevaar! Als de kookplaat automatisch uitgaat en niet kan worden gebruikt, kan hij op een later tijdstip alsnog vanzelf aan gaan. Om dit te voorkomen moet de kookplaat van de stroom worden afgesloten. Neem contact op met de technische dienst. Onjuist uitgevoerde reparaties Gevaar van een elektrische ontlading! Onjuist uitgevoerde reparaties zijn gevaarlijk. Zet het apparaat uit als het defect is. Neem contact op met de technische dienst. Het repareren en vervangen van defecte aansluitkabels mag uitsluitend uitgevoerd worden door behoorlijk opgeleid personeel van de Technische Dienst. Attentie! Dit apparaat voldoet aan de reglementeringen inzake de veiligheid en de elektromagnetische compatibiliteit. Personen met een pacemaker dienen uit de buurt te blijven van het apparaat als dat aan staat. Het is onmogelijk om te garanderen dat 100% van deze mechanismen die op de markt zijn voldoen aan de geldige regelgeving omtrent elektromagnetische compatibiliteit en dat er zich geen interferenties voordoen die de juiste werking in gevaar brengen. Ook is het mogelijk dat personen met andere soorten mechanismen, zoals hoorapparaten, enige vorm van hinder kunnen ondervinden. De kookplaat uitschakelen Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot de kookplaat automatisch uitschakelt bij het ontbreken van een pan. Oorzaken van schade Plaats geen metalen voorwerpen op de inductieplaat Attentie! Gevaar voor brandwonden! Laat geen messen, vorken, lepels, deksels of andere metalen voorwerpen op de kookplaat liggen; deze kunnen heel snel heet worden. ■ ■ ■ ■ ■ Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de kookplaat veroorzaken. Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan schade veroorzaken. Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel, de indicatorzones of op de omlijsting van de kookplaat. Dit kan schade veroorzaken. Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat vallen, kan dit de plaat beschadigen. Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op een hete kookzone gelegd worden. Het gebruik van beschermplaten op de kookplaat wordt afgeraden. Algemeen overzicht In de onderstaande tabel vindt u de meest voorkomende vormen van schade: Schade Oorzaak Maatregel Vlekken Gemorst voedsel Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper. Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten. Zout, suiker en zand Gebruik de kookplaat niet als werkoppervlak of steun. Krassen Ruwe bodems van pannen kunnen Controleer de pannen. krassen op de vitroceramische plaat veroorzaken 34 Schade Verkleuringen Afbladderingen Oorzaak Maatregel Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten. Aanraking van de pannen Til kookpannen en koekenpannen op om ze te verplaatsen. Suiker, levensmiddelen met een hoog Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper. suikergehalte Bescherming van het milieu Pak het apparaat uit en gooi het verpakkingsmateriaal op milieuvriendelijke wijze weg. ■ ■ Verwijdering van afvalstoffen op een milieuvriendelijke manier Dit apparaat is geïdentificeerd conform de Richtlijn betreffende Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur WEEE 2002/96/EG. Deze richtlijn omschrijft het kader voor de recyclage en het hergebruik van afgedankte apparaten binnen het hele Europese grondgebied. Tips om energie te besparen ■ Doe altijd de bijbehorende deksel op de pan. Bij koken zonder deksel op de pan is het energieverbruik vier keer zo hoog. ■ ■ ■ Gebruik pannen met een dikke en vlakke bodem. Pannen met bolle bodems verhogen het energieverbruik. De diameter van de bodem van de pan moet overeenkomen met de afmeting van de kookzone. Deze is over het algemeen groter dan de diameter van de bodem van de pan. Indien de diameter van de pan niet overeenkomt met die van de kookzone, is het beter dat deze groter is dan de afmeting van de kookzone. Zo niet, dan gaat de helft van de energie verloren. Controleer: Of de fabrikant de diameter van de bovenkant van pan heeft aangegeven. Kies pannen met een afmeting die geschikt is voor de hoeveelheid voedsel die u gaat bereiden. Een grote pan die maar halfvol is, verbruikt veel energie. Kook met weinig water. Zo wordt energie bespaard en blijven bovendien vitamines en mineralen van de groente behouden. Selecteer een lagere kookstand. Koken op Inductie Voordelen van het Koken op Inductie Niet geschikte pannen Koken op Inductie betekent een radicale verandering van de traditionele wijze van verwarmen, aangezien de warmte rechtstreeks in de pan wordt gegenereerd. Daarom biedt het een aantal voordelen: Gebruik nooit pannen van: ■ ■ ■ ■ ■ dun normaal staal ■ glas Tijdbesparing bij het koken en frituren; doordat de pan rechtstreeks wordt verwarmd. ■ aardewerk ■ koper Dit werkt energiebesparend. ■ aluminium Eenvoudiger in onderhoud en reiniging Overgelopen voedingswaren verbranden minder snel. Kenmerken van de bodem van de pan Kook- en veiligheidscontrole; de plaat levert energie of stopt de energietoevoer onmiddellijk als op de controleknop gedrukt wordt. De inductiekookzone levert geen warmte meer af als de pan wordt weggenomen, ook al wordt het apparaat voor die tijd niet uitgeschakeld. Geschikte pannen Ferromagnetische pannen Uitsluitend geschikt voor inductiekoken zijn ferromagnetische pannen zoals van: De kenmerken van de bodem van de pannen kunnen invloed hebben op de homogeniteit van het kookresultaat. Pannen die gemaakt zijn van materialen die warmte verspreiden, zoals "sandwich" pannen van roestvrij staal, verdelen de warmte op gelijkmatige wijze, waardoor tijd en energie worden bespaard. Geen pan of ongeschikte afmeting Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone automatisch uit. ■ geëmailleerd staal ■ gietijzer Lege pannen of pannen met een dunne bodem ■ speciale pannen voor inductie van roestvrij staal. Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet werkt, neem dan contact op met de technische dienst. Kijk, om te weten of de pannen geschikt zijn, of ze worden aangetrokken door een magneet. Speciale pannen voor inductie Er bestaat een ander soort pannen speciaal voor inductie, met een geheel ferromagnetische bodem. Controleer de diameter, deze kan zowel van invloed zijn op de pandetectie als op het kookresultaat. 35 Pandetectie Dubbele of driedubbele kookzone Iedere kookzone heeft een minimumlimiet voor pandetectie, die afhankelijk is van het materiaal van de pan die wordt gebruikt. Daardoor mag alleen de kookzone worden gebruikt die het meest geschikt is voor de pan. Deze zones kunnen pannen van verschillende afmetingen herkennen. Afhankelijk van het materiaal en de eigenschappen van de pan, past de zone zich automatisch aan en wordt alleen de enkele zone geactiveerd, ofwel de hele zone, waarbij het geschikte vermogen wordt geleverd voor goede kookresultaten. Het apparaat leren kennen Deze gebruiksinstructies kunnen op de diverse kookplaten toegepast worden. Op pagina 11 staat een algemeen overzicht van de modellen met informatie over hun afmetingen. De bedieningspanelen %HGLHQLQJVYODN YRRUGH KRRIGVFKDNHODDU %HGLHQLQJVYODNYRRU #KHWNLQGHUVORW %HGLHQLQJVYODN YRRUGH VHOHFWLHYDQGH GHNRRNVWDQG %HGLHQLQJVYODN YRRUGH WLPHUIXQFWLH $DQZLM]LQJHQRYHUGH NRRNVWDQG³É RSHUDWLRQDOLWHLW¯ UHVWZDUPWH‡¤ SRZHUERRVWIXQFWLH° %HGLHQLQJVYODN YRRUGH ÄZDUPKRXG]RQH $DQZLM]LQJHQYRRU YHUPRJHQVVWDQG³É RSHUDWLRQDOLWHLW¯ UHVWZDUPWH‡¤ IXQFWLHSRZHUERRVW° %HGLHQLQJVYODNYRRU KRRIGVFKDNHODDU #NLQGHUVORW %HGLHQLQJVYODNNHQ YRRUGH WLPHUIXQFWLH %HGLHQLQJVYODNNHQ YRRUKHW VHOHFWHUHQYDQGH YHUPRJHQVVWDQG De kookzones Kookzone Activeren en deactiveren $ Enkelvoudige kookzone Gebruik een pan met de geschikte afmeting. æ Braadzone De zone gaat automatisch aan wanneer een pan gebruikt wordt, waarvan de bodem dezelfde maat heeft als de buitenste zone. 36 Kookzone Activeren en deactiveren q Resistieve warmhoudzone* Druk op symbool Ù .** * Activering van de kookzone: De overeenstemmende indicator gaat branden. ** De restwarmte-indicator gaat branden. Gebruik enkel pannen die geschikt zijn voor bereiden met inductie, zie hoofdstuk “Geschikte pannen". Restwarmte-indicator De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones met die indicatie niet aan. Ook als de plaat uitgeschakeld is,blijft œ/•, branden zo lang de kookzone warm is. Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator œ/• en de geselecteerde kookstand. Programmeren van de kookplaat In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld. Aan- en uitzetten van de kookplaat De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de hoofdschakelaar. Inschakelen: druk op het symbool #. De indicator boven de hoofdschakelaar gaat branden. De kookplaat is klaar om te werken. Uitschakelen: druk op het symbool # tot de indicator boven de hoofdschakelaar dooft. Alle kookzones worden uitgeschakeld. De restwarmte-indicator blijft branden tot de kookzones voldoende afgekoeld zijn. Selecteer de kookstand: De kookplaat moet aan zijn. 1. Druk op het symbool + of - van de gewenste kookzone. Op de visuele indicator hiervan brandt ‹. 2. Druk binnen de volgende 10 seconden op het symbool + of -. De basisinstelling verschijnt. Symbool + kookstand 9. Symbool - kookstand 4.   Aanwijzing: De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld zodra alle kookzones meer dan 20 seconden uitgeschakeld zijn. Afstellen van de kookzone Selecteer de gewenste vermogensstand met de symbolen + en -. Vermogensstand 1 = minimumvermogen. Vermogensstand 9 = maximumvermogen. Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende instelling. Deze wordt aangegeven met een punt. 3. Wijzigen van de kookstand: druk op het symbool + of - tot de gewenste kookstand verschijnt. Schakel de kookzone uit Druk op het symbool + of - tot ‹ verschijnt. De kookzone wordt uitgeschakeld als de restwarmte-indicatie verschijnt. Aanwijzing: Als er geen pan op de inductiekookzone geplaatst wordt, zal de gekozen kookstand beginnen knipperen. Na het verstrijken van een tijd gaat de kookzone uit. Kooktabel In onderstaande tabel worden enkele voorbeelden voorgesteld. Vermogensstand Smelten Chocolade, chocoladeglazuur, boter, honing 1-1. Gelatine 1-1. Verhitten en warmhouden Maaltijdsoep (bv. linzen) 1-2 Melk** 1.-2. Worstjes verhit in water** 3-4 Ontdooien en verhitten Diepvriesspinazie 2.-3. Diepvriesgoulash 2.-3. * Koken zonder deksel ** Zonder deksel 37 Vermogensstand Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken Aardappel-gehaktballen 4.-5.* Vis 4-5* Witte sauzen, bv. bechamel 1-2 Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus 3-4 Koken, stomen, smoren Rijst (met twee keer zoveel water) 2-3 Rijstpap 1.-2. Frites 4-5 Pasta 6-7* Eenpansgerecht, soep 3.-4. Groenten 2.-3. Diepvriesgroenten 3.-4. Koken met de snelkookpan 4.-5. Sudderen Rollade 4-5 Stoofschotel 4-5 Goulash 3.-4. Braden** Filets, koteletten (natuur of gepaneerd) 6-7 Biefstuk (3 cm dikte) 7-8 Borst (2 cm dikte) 5-6 Vis en visfilet, ongepaneerd 5-6 Vis en visfilet, gepaneerd 6-7 Garnalen en steurgarnalen 7-8 Diepvriesgerechten, bv. gesauteerd 6-7 Pannenkoeken 6-7 Omelet 3.-4. Frituren** (150-200g per portie in 1-2 l olie) Diepvriesproducten, bv. patat, kipnuggets 8-9 Diepvrieskroketten 7-8 Gehaktballen 7-8 Vlees, bv., stukjes kip 6-7 Vis, groenten of paddestoelen, gepaneerd of in bierdeeg, bv. champignons 6-7 Banket, bv. beignets, fruit in bierdeeg 4-5 * Koken zonder deksel ** Zonder deksel Kinderslot De kookplaat kan beveiligd worden tegen ongewilde inschakeling, om te voorkomen dat kinderen de kookzones kunnen inschakelen. Het activeren en deactiveren van het kinderslot De kookplaat moet uitgeschakeld zijn. Activeren: houd het symbool @ gedurende circa 4 seconden ingedrukt. De indicator @ gaat gedurende 10 seconden branden. De kookplaat is geblokkeerd. Deactiveren: houd het symbool @ gedurende circa 4 seconden ingedrukt. De blokkering is gedeactiveerd. 38 Het permanente kinderslot inschakelen of uitschakelen Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgezet. Activeren en deactiveren Zie paragraaf “Standaardinstellingen". Functie Powerboost Met de functie Powerboost kan het voedsel sneller verhit worden dan wanneer de vermogensstand Š gebruikt wordt. Alle kookzones zijn voorzien van deze functie. Activeren De kookplaat moet ingeschakeld zijn, maar er mag geen kookzone in werking zijn. 1. Selecteer de gewenste kookzone. 2. Selecteer de vermogensstand Š. 3. Druk vervolgens op het symbool +. Op de visuele indicator gaat het symbool › branden. De functie powerboost is geactiveerd. Aanwijzing: Indien een kookzone ingeschakeld wordt wanneer de functie Powerboost in werking is, dan knipperen op de visuele indicator van de kookzone › en Š; vervolgens wordt de vermogensstand afgesteld Š. De functie Powerboost wordt gedeactiveerd. Deactiveren Selecteer de kookzone en druk op het symbool -. De indicator › wordt niet meer in beeld gebracht en de kookzone keert terug naar de vermogensstand Š. De functie Powerboost is nu gedeactiveerd. Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan de Powerboost functie automatisch uitgeschakeld worden om de elektronische onderdelen aan de binnenzijde van de plaat te beschermen. Timerfunctie Deze functie kan op twee verschillende manieren gebruikt worden: ■ om een kookzone automatisch uit te schakelen. ■ als kookwekker. Een kookzone automatisch uitzetten Voer de bereidingstijd voor de gewenste kookzone in. De zone gaat automatisch uit na het verstrijken van de tijd. Zo wordt dit geprogrammeerd 1. Selecteer de gewenste kookstand. 2. Druk op het symbool 0. De indicator x van de kookzone brandt. Op de visuele indicatie van de timerfunctie verschijnt ‹‹. Om een andere kookzone te selecteren, drukt u meerdere keren op het symbool 0 tot de indicator x van de gewenste kookzone gaat branden. 3. Druk op symbool + of - van de timerfunctie. De basisinstelling verschijnt: Symbool +: 30 minuten. Symbool -: 10 minuten.  De tijd wijzigen of annuleren Druk meerdere keren op het symbool 0 tot de gewenste indicator x gaat branden. De kooktijd wijzigen met de symbolen + of -, of afstellen op ‹‹. Aanwijzingen ■ Als een kooktijd in de diverse kookzones ingesteld werd, is het mogelijk om in te stellen dat alle tijdwaarden weergegeven worden. Druk hiertoe meerdere keren op het symbool 0 tot de indicator x van de gewenste kookzone gaat branden. ■ De maximale bereidingstijd die ingesteld kan worden is 99 minuten. Automatische timer Met deze functie kan een kooktijd voor alle kookzones ingesteld worden. Na het inschakelen van een kookzone, begint de ingestelde tijd te lopen. De kookzone zal automatisch uitschakelen als de kooktijd verstreken is. De instructies over de activering van de timer vindt u in het hoofdstuk "Basisinstellingen".  Aanwijzing: De kooktijd van een kookzone kan gewijzigd of geannuleerd worden: Druk meerdere keren op het symbool 0 tot de gewenste indicator x gaat branden. Wijzig de kooktijd met de symbolen + of -, of pas hem aan met ‹‹. De kookwekker Met de kookwekker kan een tijd geprogrammeerd worden tot 99 minuten. Deze is niet afhankelijk van andere instellingen. Deze functie schakelt de kookzone niet automatisch uit. Zo wordt dit geprogrammeerd 4. Druk op het symbool + of - tot de gewenste kooktijd verschijnt. Na enkele seconden begint de tijd te lopen. Na het verstrijken van de tijdsduur De kookzone gaat uit. Er klinkt een geluidssignaal en op de visuele indicatie van de timerfunctie verschijnt ‹‹ gedurende 10 seconden. De indicator x gaat aan op de visuele indicator van de kookzone. Druk op het symbool 0, de indicatoren doven en het geluidssignaal stopt. 1. Druk meerdere keren op het symbool 0 tot de indicator W gaat branden. Op de visuele indicator van de timerfunctie verschijnt ‹‹. 2. Druk op symbool + of - van de timerfunctie. De basisinstelling verschijnt. Symbool +: 10 minuten. Symbool -: 05 minuten. 3. Stel de gewenste kooktijd in met de symbolen + of -. Na enkele seconden begint de tijd te lopen. 39 Na het verstrijken van de tijd De tijd wijzigen of annuleren Er klinkt een waarschuwingssignaal. De visuele indicator van de timerfunctie toont ‹‹ en de indicator W gaat branden. Na 10 seconden doven de indicators. Druk meerdere keren op het symbool 0 tot de indicator W gaat branden. Wijzig de kooktijd of stel deze af op ‹‹ met de symbolen + of -, Druk op het symbool 0, de indicators doven en het akoestisch signaal stopt. Automatische tijdslimiet Indien de kookzone gedurende lange tijd in werking is en er geen enkele wijziging in de instelling uitgevoerd wordt, dan wordt de automatische tijdslimiet geactiveerd. De kookzone wordt niet meer verhit. De visuele indicator van de kookzone knippert afwisselend ”en ‰. De indicator gaat uit als er op een willekeurig symbool wordt gedrukt. Nu kan de kookzone opnieuw ingesteld worden. Wanneer de automatische limiet geactiveerd is, wordt deze geregeld volgens de geselecteerde kookstand (van 1 tot 10 uur). Basisinstellingen Het apparaat beschikt over diverse basisinstellingen. Deze instellingen kunnen worden aangepast aan de behoeften van de gebruiker. Indicator Functie ™‚ Permanent kinderslot ‹ Gedeactiveerd.* ‚ Geactiveerd. ™ƒ Akoestische signalen ‹)Signaal ter bevestiging en foutsignaal uitgeschakeld. ‚ Enkel foutsignaal ingeschakeld. ƒ Foutsignaal en signaal ter bevestiging ingeschakeld.* ™† Automatische tijdslimiet. ‹ Uitgeschakeld.* ‚ - 99 Tijd van automatisch uitschakeling. ™‡ Duur van het geluidssignaal van de timerfunctie ‚ 10 seconden.* ƒ 30 seconden. „ 1 minuut. ™ˆ Functie Power-Management ‹ = Gedeactiveerd.* ‚ = 1000 W minimumvermogen. ‚ = 1500 W ƒ = 2000 W ... Š of Š. = maximumvermogen van de plaat.** ™‹ Terug naar de standaardinstellingen ‹ Persoonlijke instellingen.* ‚ Terug naar de fabrieksinstellingen. *Fabrieksinstelling **Het maximumvermogen van de plaat is afhankelijk van de intensiteit van de aansluiting uitgevoerd in de installatie. Om deze maximumwaarde niet te overschrijden, is de plaat voorzien van een aantal componenten die het vermogen automatisch beheren, door dit te verdelen over de kookzones die branden afhankelijk van de behoeften. 40 Toegang tot de standaardinstellingen 4. Selecteer vervolgens de gewenste instelling met de symbolen + en -. De kookplaat moet uit zijn. 1. Schakel de kookplaat in. 2. Raak binnen de volgende 10 seconden het symbool @ aan gedurende 4 seconden. 5. Druk nogmaals op het symbool @ gedurende meer dan 4 seconden. De instellingen zijn op de juiste wijze opgeslagen. Links op het scherm verschijnt ™‚ en rechts ‹. 3. Druk meerdere keren op het symbool @ tot de indicator van de gewenste functie verschijnt Afsluiten Om de instellingen af te sluiten, de kookplaat met de hoofdschakelaar uitschakelen. Onderhoud en reiniging De raadgevingen en waarschuwingen in dit hoofdstuk zijn bedoeld voor het optimaal schoonmaken en onderhouden van de kookplaat. Glasschraper Kookplaat 2. Maak het oppervlak van de kookplaat met het mesje schoon. Reiniging Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. Op die manier voorkomt u dat aangekoekte resten verbranden. Maak de kookplaat pas schoon als hij voldoende afgekoeld is. Gebruik alleen reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten. Volg de aanwijzingen op de verpakking van het product op. Gebruik nooit: ■ ■ Schuurmiddelen Agressieve schoonmaakmiddelen zoals ovensprays of vlekkenmiddel ■ Schuursponzen ■ Hogedrukreinigers of stoommachines Verwijder hardnekkig vuil met een glasschraper. 1. Verwijder het beschermkapje van de schraper Maak het oppervlak van de kookplaat niet met het beschermkapje van de schraper schoon, er kunnen anders krassen op komen. ã=Risico op verwondingen! Het mes is erg scherp. Gevaar voor snijwonden. Bescherm het mesje als het niet gebruikt wordt. Vervang het mesje onmiddellijk als het gebreken vertoont. Onderhoud Gebruik een speciaal middel voor het onderhoud en de bescherming van de kookplaat. Volg de raadgevingen en waarschuwingen op de verpakking op. Omlijsting van de kookplaat Om schade aan de omlijsting van de kookplaat te vermijden, moeten de volgende aanwijzingen worden opgevolgd: ■ Gebruik alleen warm water met een beetje zeep ■ Gebruik nooit scherpe of bijtende producten ■ Gebruik de glasschraper niet 41 Repareren van storingen Normaal zijn de storingen toe te schrijven aan kleine details. Neem de volgende raadgevingen en waarschuwingen in acht alvorens contact op te nemen met de Technische Dienst. Indicator Storing Maatregel geen De stroom is uitgevallen. Controleer met andere elektrische apparaten of de stroom is uitgevallen. Het apparaat is niet aangesloten volgens het aansluitschema. Controleer of het apparaat is aangesloten volgens het aansluitschema. Storing in het elektronische systeem. Als de storing na de voorgaande controles niet is opgelost, neem dan contact op met de technische dienst. Het bedieningspaneel is vochtig of er ligt iets op. Droog de zone van het bedieningspaneel of neem het voorwerp weg. “ knippert “§ + nummer Storing in het elektronische systeem. / š + nummer / ¡ + nummer / Koppel de kookplaat af van het stroomnet. Wacht circa 30 seconden en sluit ze opnieuw aan.* ”‹/”Š Er is een interne fout in de werking opgetreden. Koppel de kookplaat af van het stroomnet. Wacht circa 30 seconden en sluit ze opnieuw aan.* ”ƒ Het elektronische systeem is oververhit geraakt en heeft de overeenkomstige kookzone uitgeschakeld. Wacht tot het elektronische systeem voldoende afgekoeld is. Druk vervolgens op een willekeurig symbool van de kookplaat.* ”… Het elektronische systeem is oververhit geraakt en heeft alle kookzones uitgeschakeld. ”‰ De kookzone heeft te lang op een hoog vermogen en ononderbroken gewerkt. —‚ Onjuiste voedingsspanning, overschrijding Neem contact op met uw elektriciteitsleverancier. van de normale werklimieten. —ƒ/—„ De kookzone is oververhit en werd uitge- Wacht totdat het elektronische systeem voldoende is afgekoeld en schakeld om uw kookplaat te beschermen. zet de kookplaat terug aan. De automatische tijdlimiet is geactiveerd. Druk op een willekeurig symbool op het bedieningspaneel. De indicator is gedoofd. U kunt de kookplaat al opnieuw aanschakelen. Als de indicatie voortduurt, neem dan contact op met de Technische Dienst. Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel. Normaal geluid tijdens de werking van het apparaat De technologie van het verwarmen door inductie is gebaseerd op het ontstaan van elektromagnetische velden die ervoor zorgen dat de warmte rechtstreeks op de bodem van de pan wordt voortgebracht. De pannen kunnen, afhankelijk van hun bouw, geluiden of trillingen voortbrengen, zoals hieronder worden genoemd: Een diep gezoem zoals in een transformator Dit geluid ontstaat tijdens het koken op een hoge vermogensstand. De oorzaak daarvan is de hoeveelheid energie die de kookplaat aan de pan overdraagt. Het geluid verdwijnt of vermindert zodra de vermogensstand wordt verlaagd. Een laag fluitend geluid Dit geluid ontstaat als de pan leeg is. Het geluid verdwijnt zodra er water of voedsel in de pan wordt gedaan. Knisperen Dit geluid doet zich voor bij pannen die bestaan uit lagen van verschillende materialen. Het geluid komt door de trillingen die ontstaan op de verbindingsvlakken van de verschillende materialen. Dit geluid is afkomstig van de pan. De hoeveelheid voedsel en de bereidingswijze kunnen variëren. 42 Hoge fluitende geluiden De geluiden ontstaan met name in pannen die bestaan uit lagen van verschillende materialen, zodra deze worden aangezet op de hoogste stand en op twee kookzones tegelijk. Deze fluitende geluiden verdwijnen of worden minder zodra het vermogen wordt verlaagd. Geluid van de ventilator Voor een goed gebruik van het elektronische systeem moet de kookplaat op een gecontroleerde temperatuur werken. Daartoe is de kookplaat voorzien van een ventilator die steeds als de temperatuur wordt vastgesteld door middel van de verschillende vermogensstanden gaat werken. De ventilator kan ook door inertie werken, nadat de kookplaat is uitgezet, als de gedetecteerde temperatuur nog te hoog is. Geluiden op de maat, vergelijkbaar met de wijzers van een klok Dit geluid treedt enkel op wanneer 3 of meer kookzones in werking zijn en verdwijnt of vermindert wanneer een kookzone uitgeschakeld wordt. De omschreven geluiden zijn normaal en maken deel uit van de inductietechnologie en duiden niet op een storing. Servicedienst Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze servicedienst voor u klaar. E-nummer en FD-nummer Geef wanneer u contact opneemt met de servicedienst altijd het productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.) van het apparaat op. Het typeplaatje met de nummers vindt u op het identificatiebewijs van het apparaat. Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de garantietijd kosten met zich meebrengt. De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Verzoek om reparatie en advies bij storingen NL 088 424 4020 B 070 222 142 Vertrouw op de competentie van de producent. Zo bent u er zeker van dat de reparatie wordt uitgevoerd door geschoolde onderhoudstechnici, die beschikken over de originele onderdelen voor uw huishoudelijke apparaten. 43
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Siemens 3EB810L/01 Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde artikelen