Pioneer GM-A3602 Handleiding

Categorie
Auto audio versterkers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Hartelijk dank voor uw keuze voor dit
Pioneer-product
Lees deze handleiding voordat u het product in
gebruik neemt zodat u het goed leert gebrui-
ken. Lees vooral de gedeelten die met WAAR-
SCHUWING en LET OP gemarkeerd zijn
aandachtig. Bewaar deze handleiding na het
lezen op een veilige, voor de hand liggende
plaats zodat u hem indien nodig altijd kunt raad-
plegen.
Deponeer dit product niet bij het gewone huis-
houdelijk afval wanneer u het wilt verwijderen.
Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschre-
ven verzamelsysteem voor de juiste behande-
ling, het opnieuw bruikbaar maken en de
recycling van gebruikte elektronische produc-
ten.
In de lidstaten van de EU en in Zwitserland en
Noorwegen kunnen particulieren afgedankte
elektronische producten gratis bij de daarvoor
bestemde verzamelplaatsen inleveren. Als u
een soortgelijk nieuw product koopt, kunt u
het afgedankte product ook bij uw verkoop-
punt inleveren.
Als u in een ander land woont, neem dan con-
tact op met de plaatselijke overheid voor infor-
matie over het weggooien van afgedankte
producten.
Op die manier zorgt u ervoor dat uw afge-
dankte product op de juiste wijze wordt ver-
werkt, hergebruikt en gerecycled, zonder
schadelijke gevolgen voor het milieu en de
volksgezondheid.
Bezoek onze website
Hier vindt u onze site:
http://www.pioneer.nl
! Registreer uw product. Wij bewaren de ge-
gevens van het product dat u hebt aange-
schaft zodat u deze eenvoudig kunt
opvragen als u die nodig mocht hebben
voor de verzekering, bijvoorbeeld na verlies
of diefstal.
! Op onze website vindt u de laatste informa-
tie over PIONEER CORPORATION.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert,
kunt u contact opnemen met uw leverancier
of het dichtstbijzijnde erkende Pioneer-
servicecentrum.
Vóór u de versterker
aansluit of installeert
WAARSCHUWING
! Aanbevolen wordt gebruik te maken van de
speciale rode accu- en aardkabels RD-223 die
afzonderlijk verkrijgbaar zijn. Sluit de accuka-
bel rechtstreeks op de positieve + pool van de
accu van het voertuig aan, en de aardkabel op
de carrosserie.
! Dit toestel is bedoeld voor voertuigen met een
accu van 12 volt en negatieve aarding. Voordat
u het toestel in een camper, recreatievoertuig,
vrachtwagen of bus installeert, moet u het vol-
tage van de accu controleren.
! Let er bij installatie van dit toestel op dat de
aardkabel eerst wordt aangesloten. Zorg er-
voor dat de aardkabel correct is aangesloten
op metalen onderdelen van de carrosserie. De
aardkabel van dit toestel moet afzonderlijk en
met aparte schroeven met het voertuig wor-
den verbonden. Als de schroef van de aardka-
bel losraakt, kunnen brand, rook en defecten
ontstaan.
Nl
61
Hoofdstuk
Nederlands
01
Vóór u begint
! Gebruik alleen zekeringen van de aangegeven
waarde. Het gebruik van ongeschikte zekerin-
gen kan oververhitting, rookontwikkeling,
schade aan het product en lichamelijk letsel
zoals brandwonden veroorzaken.
! Indien de zekering van de los verkrijgbare ac-
cudraad of de versterker smelt, moet u de aan-
sluitingen van de voeding en de luidsprekers
controleren. Verhelp eerst de oorzaak van het
probleem en vervang de zekering vervolgens
door een nieuwe, gelijkwaardige zekering.
! Installeer de versterker altijd op een vlak op-
pervlak. Installeer de versterker niet op een op-
pervlak dat niet effen is of uitsteeksels heeft
omdat dat tot storing kan leiden.
! Let er bij het installeren van de versterker op
dat er geen onderdelen (zoals extra schroe-
ven) tussen het toestel en het voertuig inge-
klemd raken. Dat kan storing veroorzaken.
! Zorg ervoor dat het toestel niet met vloeistof in
aanraking komt. Dat kan een elektrische
schok of rookvorming, oververhitting en scha-
de aan het toestel veroorzaken.
De behuizing van de versterker en de erop
aangesloten luidsprekers kunnen ook heet
worden en lichte brandwonden veroorzaken.
! Bij een storing wordt de stroomvoorziening
naar de versterker afgesneden om schade te
voorkomen. Schakel als dat gebeurt het sys-
teem uit en controleer de stroomvoorziening
en de luidsprekeraansluitingen. Als u de oor-
zaak van het probleem niet zelf kunt bepalen,
neemt u contact op met uw leverancier.
! Ontkoppel altijd eerst de negatieve * pool van
de accu om een elektrische schok of kortslui-
ting te voorkomen tijdens de installatie.
! Probeer niet het toestel uit elkaar te halen of
te wijzigen. Daardoor kunt u brand, een elek-
trische schok of andere storingen veroorza-
ken.
LET OP
! Zet het volume nooit zo hoog dat u geluiden
buiten het voertuig niet meer kunt horen.
! Langdurig gebruik van het audiosysteem kan
de accu uitputten wanneer de motor is uitge-
schakeld of stationair draait.
Informatie over de beveiligingsfunctie
Dit product is voorzien van een beveiligingsfunc-
tie. Als het product een abnormale situatie detec-
teert, treden de volgende functies in werking om
het product en de luidsprekeruitgang te bescher-
men.
! In de volgende situaties gaat het voedings-
lampje uit en wordt de versterker uitgescha-
keld.
Als er kortsluiting optreedt tussen de luid-
sprekeruitgang en de luidsprekerkabel.
Als er gelijkspanning wordt gezet op de
luidsprekeruitgang.
! Het uitgangsvermogen van de versterker
wordt beperkt als de temperatuur in de ver-
sterker hoog oploopt. Als de temperatuur te
hoog wordt, dan gaat het voedingslampje uit
en wordt de versterker uitgeschakeld.
Nl
62
Hoofdstuk
01
Vóór u begint
Wat is wat
GM-A5602
Voorzijde
Achterzijde
GM-A3602
Voorzijde
Achterzijde
Gebruik indien nodig een platte schroeven-
draaier om de schakelaar te verzetten.
1 LPF-schakelaar (low pass filter)
Selecteer de gewenste filter voor de aange-
sloten luidspreker.
! Indien een subwoofer is aangesloten:
Selecteer ON. Deze filter houdt de hoge
frequenties tegen en laat de lage tonen
door.
! Indien een luidspreker met vol bereik is
aangesloten:
Selecteer OFF. Met OFF wordt het volledi-
ge frequentiebereik weergegeven.
2 FREQ-regelknop (drempelfrequentie)
Als de schakelaar LPF is ingesteld op ON,
kunt u de drempelfrequentie instellen tus-
sen 40 Hz en 500 Hz.
3 BASS BOOST-schakelaar (bedienings-
schakelaar voor het bass boost-niveau)
U kunt het bass boost-niveau instellen op
0 dB, 6 dB en 12 dB.
4 GAIN-regelknoppen (versterkingsfac-
tor)
Als het geluidsniveau laag blijft hoewel u de
autoradio luider zet, zet u de regelknoppen
lager. Als het geluid vervormd wordt wan-
neer de autoradio luider wordt gezet, zet u
de regelknoppen hoger.
! Voor gebruik met een autoradiosysteem
met RCA (standaarduitgang van 500 mV)
stelt u de knoppen af op NORMAL. Voor
gebruik met een Pioneer-autoradiosys-
teem met RCA en een maximale uit-
gangsspanning van 4 V of hoger, stemt u
het niveau af op de uitgang van de auto-
radio.
! Voor gebruik met een systeem met RCA
met een uitgangsspanning van 4 V, stelt
u deze af op HIGH.
! Als er te veel ruis klinkt wanneer de luid-
sprekeringangen gebruikt worden, draait
u de regelknoppen hoger.
5 Voedingslampje
Het voedingslampje brandt wanneer de voe-
ding is ingeschakeld (ON).
De versterkingsfactor
correct instellen
! Een correcte instelling van de versterkings-
factor beschermt het toestel en/of de luid-
sprekers tegen storing door een te hoog
uitgangsniveau, onjuist gebruik of een ver-
keerde aansluiting.
Nl
63
Hoofdstuk
Nederlands
02
Het toestel installeren
! Als het geluidsniveau enz. te hoog wordt,
sluit deze functie het uitgangssignaal enke-
le seconden af. Het signaal wordt weer
doorgelaten wanneer het volume op het
hoofdtoestel daalt.
! Onderbrekingen in de geluidsweergave
kunnen erop duiden dat de versterkingsfac-
tor niet juist is afgesteld. Om geluidsonder-
brekingen bij een hoog volume van het
hoofdtoestel te vermijden, moet u de ver-
sterkingsfactor van de versterker aanpas-
sen aan het maximale preout-
uitgangsniveau van het hoofdtoestel, zodat
het volume ongewijzigd blijft en een te
sterk uitgangssignaal wordt voorkomen.
! Het kan gebeuren dat het geluid toch wordt
afgebroken als de versterkingsfactor en het
volume correct zijn ingesteld. Neem in dat
geval contact op met het dichtstbijzijnde er-
kende servicecentrum van Pioneer.
De gain-regelknop op dit toestel
Op de afbeelding hierboven ziet u de instelling
NORMAL.
Verband tussen de versterkingsfactor
van de versterker en het
uitgangsvermogen van het
hoofdtoestel
Een onjuiste verhoging van de versterkingsfac-
tor van de versterker resulteert slechts in meer
vervorming en weinig vermogenstoename.
Golfvormig signaal bij hoog
uitgangsvolume met
versterkingsregeling voor de
versterker
Als de golfvorm van het signaal wordt ver-
vormd door een hoge uitgang, verandert het
uitgangsvermogen slechts gering, ook als de
gain van de versterker wordt verhoogd.
Nl
64
Hoofdstuk
02
Het toestel installeren
Aansluitschema
1 Speciale rode accukabel
RD-223 (apart verkrijgbaar)
Pas nadat u alle andere aansluitingen op de
versterker hebt voltooid, verbindt u het accu-
aansluitpunt op de versterker met de positieve
+ accupool.
2 Aardkabel (zwart)
RD-223 (apart verkrijgbaar)
Sluit deze aan op een metalen gedeelte van de
carrosserie of het chassis.
3 Autoradio met RCA-uitgangen (apart verkrijg-
baar)
4 Externe uitgang
5 Aansluitkabel met RCA-stekkers (apart ver-
krijgbaar)
6 Aansluiting luidsprekeringang (gebruik de
meegeleverde connector)
Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer
informatie over het aansluiten van de luidspre-
kers. Raadpleeg Aansluiting via de luidspreke-
ringangskabel op bladzijde 67.
7 RCA-ingang
8 Kabel van systeemafstandsbediening (apart
verkrijgbaar)
Verbind het mannelijke aansluitpunt van deze
kabel met het aansluitpunt voor de systeemaf-
standsbediening van de autoradio. Het vrou-
welijke aansluitpunt kan worden verbonden
met de bedieningsaansluiting van de automa-
tische antenne. Indien de autoradio niet is
voorzien van een aansluiting voor de systeem-
afstandsbediening, verbindt u het mannelijke
aansluitpunt via de contactschakelaar met de
voedingsaansluiting.
9 Luidsprekeraansluitingen
Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer
informatie over het aansluiten van de luidspre-
kers. Raadpleeg Aansluiting via de luidspreke-
ringangskabel op bladzijde 67.
a Zekering 30 A × 2 (GM-A5602) / 25 A × 1 (GM-
A3602)
b Zekering (30 A) × 2
c Doorvoerring
d Achterzijde
e Voorzijde
Vóór u de versterker aansluit
WAARSCHUWING
! Gebruik kabelklemmen of plakband om de be-
kabeling veilig aan te brengen. Wikkel kabels
die tegen metalen onderdelen liggen ter be-
scherming in met tape.
! Snijd in geen geval de isolatie van de voe-
dingskabel open om andere apparatuur van
stroom te voorzien. De stroomcapaciteit van
de voedingskabel is beperkt.
LET OP
! U mag kabels nooit inkorten omdat daardoor
storing kan optreden in het beveiligingscir-
cuit.
! Verbind de negatieve luidsprekerkabel nooit
rechtstreeks met de aarding.
! Voeg meerdere negatieve luidsprekerkabels
nooit samen.
Nl
65
Hoofdstuk
Nederlands
03
De toestellen aanslui ten
! Als de systeemafstandsbedieningskabel van
de versterker met de voeding is verbonden via
de contactschakelaar (12 V gelijkstroom), blijft
de versterker ingeschakeld zolang het contact
aan staat (ongeacht of de autoradio is in- of
uitgeschakeld). Hierdoor kan de accu worden
uitgeput wanneer de motor uit staat of statio-
nair draait.
! Installeer de apart verkrijgbare accukabel zo
ver mogelijk van de luidsprekerkabels.
Installeer de apart verkrijgbare accukabel,
aardkabel, luidsprekerkabels en de versterker
zelf zo ver mogelijk van de antenne, de anten-
nekabel en de tuner.
Informatie over de
brugschakeling
! Installeer en gebruik de versterker niet door
luidsprekers met een nominale waarde van
4 W (of lager) parallel aan te sluiten om een
brugmodus van 2 W (of lager) te realiseren
(Diagram B).
Een onjuiste brugschakeling kan brand, rook
en oververhitting veroorzaken. Ook kan de bui-
tenkant van de versterker heet worden en bij
aanraking lichte brandwonden veroorzaken.
Om een brugmodus correct te installeren of te
gebruiken en een belasting van 4 W te realise-
ren, moet u twee 8 W luidsprekers parallel ver-
binden met links + en rechts * (Diagram A),
of een enkele 4 W luidspreker gebruiken.
Lees ook de handleiding van de luidspreker
voor informatie over de correcte aansluitwijze.
! Voor meer inlichtingen kunt u contact opne-
men met uw erkende Pioneer-leverancier of
-klantendienst.
Luidsprekerspecificaties
De gebruikte luidsprekers moeten aan de vol-
gende vereisten voldoen, anders bestaat er
een risico op rookontwikkeling, brand of an-
dere schade. De luidsprekerimpedantie be-
draagt 2 W tot 8 W voor een stereoaansluiting,
of 4 W tot 8 W voor mono of een andere brug-
schakeling.
Subwoofer
Luidsprekerkanaal Vermogen
2-kanaalsuitgang
Nominale ingang:
Min. 150 W (GM-A5602)
Min. 60 W (GM-A3602)
1-kanaalsuitgang
Nominale ingang:
Min. 450 W (GM-A5602)
Min. 180 W (GM-A3602)
Andere dan de subwoofer
Luidsprekerkanaal Vermogen
2-kanaalsuitgang
Maximale ingang:
Min. 300 W (GM-A5602)
Min. 120 W (GM-A3602)
1-kanaalsuitgang
Maximale ingang:
Min. 900 W (GM-A5602)
Min. 400 W (GM-A3602)
De luidsprekers aansluiten
De luidsprekeruitgang kan 2-kanaals (stereo)
of 1-kanaals (mono) zijn. Sluit de luidspreker-
draden aan volgens het aantal gebruikte kana-
len en de afbeeldingen hieronder.
Nl
66
Hoofdstuk
03
De toestellen aanslui ten
2-kanaalsuitgang (stereo)
1
2
1 Luidspreker (links)
2 Luidspreker (rechts)
1-kanaals output
1
1 Luidspreker (mono)
Aansluiting via de luidspre-
keringangskabel
Verbind met het bijgeleverde luidsprekerdraad
de luidsprekeruitgang van de autoradio met
de versterker.
! Verbind de RCA-ingang en de luidspreke-
ringang niet beide tegelijk.
1 Autoradio
2 Luidsprekeruitgang
3 Wit/zwart: links *
4 Wit: links +
5 Grijs/zwart: rechts *
6 Grijs: rechts +
7 Luidsprekeraansluiting
Aan te sluiten op de luidsprekeringangen van
dit toestel.
Opmerking
Als het hoofdtoestel via luidsprekerdraad op de
versterker is aangesloten, wordt de versterker au-
tomatisch in- en uitgeschakeld wanneer het
hoofdtoestel wordt aan- en uitgezet. Deze functie
werkt niet in combinatie met sommige hoofdtoe-
stellen. Gebruik in dat geval een systeemafstands-
bedieningskabel (afzonderlijk verkrijgbaar). Als
meerdere versterkers synchroon worden aange-
sloten, verbindt u het hoofdtoestel en alle verster-
kers via de systeemafstandsbedieningskabel.
De voedingsaansluiting
verbinden
Aanbevolen wordt gebruik te maken van de
speciale rode accu- en aardkabels RD-223 (af-
zonderlijk verkrijgbaar). Sluit de accukabel
rechtstreeks aan op de positieve + pool van
de accu van het voertuig, en de aardkabel op
de carrosserie.
WAARSCHUWING
Indien de accukabel niet goed (met de aansluit-
schroeven) wordt aangesloten, bestaat er een risi-
co op oververhitting, storingen en lichamelijk
letsel zoals lichte brandwonden.
1 Trek de accukabel vanuit het motor-
compartiment door naar het voertuiginte-
rieur.
! Als u een doorvoeropening voor de kabel
boort in de carrosserie, let dan op dat de
kabel niet beschadigd kan raken door de
snijranden en geen kortsluiting kan maken.
Nl
67
Hoofdstuk
Nederlands
03
De toestellen aanslui ten
Pas nadat u alle andere aansluitingen op de
versterker hebt voltooid, verbindt u het accu-
aansluitpunt op de versterker met de positieve
+ accupool.
1 Positieve + pool
2 Motorcompartiment
3 Voertuiginterieur
4 Zekering (30 A) × 2
5 Plaats de rubberen doorvoerring in de car-
rosserie van het voertuig.
6 Boor een opening van 14 mm in de carros-
serie.
2 Vervlecht de accukabel, de aardkabel
en de kabel van de systeemafstandsbedie-
ning.
Vervlechten
3 Bevestig verbindingslippen aan de ka-
beluiteinden.
Gebruik een tang om de lippen stevig op de ka-
bels vast te zetten.
1 Verbindingslip (los verkrijgbaar)
2 Accukabel
3 Aardkabel
4 Sluit de kabels aan.
Schroef de kabels stevig vast.
1 Aansluiting systeemafstandsbediening
2 Aardaansluiting
3 Voedingsaansluiting
4 Aansluitschroeven
5 Accukabel
6 Aardkabel
7 Kabel systeemafstandsbediening
De luidsprekeraansluitingen
1 Strip met een draadkniptang of ge-
schikt mes het uiteinde van de luidspreker-
kabel. Leg ongeveer 10 mm kabel bloot en
vervlecht het uiteinde.
Vervlechten
2 Bevestig verbindingslippen aan de ka-
beluiteinden.
Gebruik een tang om de lippen stevig op de ka-
bels vast te zetten.
Nl
68
Hoofdstuk
03
De toestellen aanslui ten
Vóór u de versterker
installeert
WAARSCHUWING
! Voor een correcte installatie moet u de gele-
verde onderdelen op de aangegeven wijze ge-
bruiken. Andere onderdelen dan de geleverde
kunnen het binnenwerk van de versterker be-
schadigen of los raken en de versterker alle
dienst doen weigeren.
! Installeer het toestel niet:
op plaatsen waar de bestuurder of passa-
giers erdoor verwond kunnen raken wan-
neer het voertuig plotseling stopt.
op plaatsen waar het de bestuurder kan
hinderen, bijvoorbeeld op de vloer bij de
bestuurdersplaats.
! Plaats zelftappende schroeven zo dat de punt
van de schroef geen kabels raakt. Dit is be-
langrijk omdat de kabel anders door voertuig-
trillingen door de schroef kan worden
ingesneden, wat brand kan veroorzaken.
! Let erop dat de kabels niet vast kunnen
komen te zitten in de stoelrails of een li-
chaamsdeel van een inzittende kunnen raken.
Dit kan kortsluiting veroorzaken.
! Let er bij het boren op dat zich aan de achter-
kant van het paneel geen onderdelen bevin-
den. Scherm alle kabels en belangrijke
onderdelen (bijvoorbeeld brandstof- en remlei-
dingen, andere bekabeling) eerst zorgvuldig
af.
LET OP
! Let tijdens de installatie op de volgende pun-
ten om te zorgen dat de versterker voldoende
warmte kan afgeven:
Laat voldoende ventilatieruimte vrij boven
de versterker.
Leg geen mat of ander materiaal over de
versterker.
! De beveiligingsfunctie kan in werking treden
om de versterker tegen oververhitting te be-
schermen wanneer hij wordt gebruikt als er
onvoldoende warmteafgifte is, bij langdurig
gebruik met een hoog volume, e.d. In dat
geval wordt het uitgangsvermogen van de ver-
sterker beperkt of wordt hij uitgeschakeld tot
de temperatuur voldoende gedaald is.
! Leg kabels niet op plaatsen die heet kunnen
worden, zoals dicht bij de kachel.
! De optimale installatieplek verschilt van voer-
tuig tot voertuig. Plaats de versterker op een
plek die voldoende sterk en stijf is.
! Controleer alle aansluitingen en systemen
voordat u de installatie voltooit.
! Controleer, nadat u de versterker hebt geïn-
stalleerd, of het reser vewiel en het bijbeho-
rende gereedschap nog ongehinderd
bereikbaar zijn.
Voorbeeld van een installatie
op de vloermat of het chassis
1 Plaats de versterker op de gewenste in-
stallatieplaats.
Plaats de meegeleverde zelftappende schroe-
ven (4 mm × 18 mm) in de schroefgaten en
duw erop met een schroevendraaier zodat de
punt een afdruk laat op de plaats waar de
boorgaten moeten komen.
2 Boor op deze plaatsen een gat met een
diameter van 2,5 mm door de vloerbekle-
ding of rechtstreeks in het chassis.
Nl
70
Hoofdstuk
04
Installatie
3 Bevestig de versterker met de bijgele-
verde zelftappende schroeven (4 mm ×
18 mm).
4
5
1
2
3
1 Zelftappende schroeven (4 mm × 18 mm)
2 Boor een gat met een diameter van 2,5 mm
3 Vloermat of chassis
4 Afstand van gat tot gat: 338 mm (GM-
A5602) / 228 mm (GM-A3602)
5 Afstand van gat tot gat: 196 mm (GM-
A5602) / 161 mm (GM-A3602)
Nl
71
Hoofdstuk
Nederlands
04
Installatie
Technische gegevens
GM-A5602
Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 tot
15,1 V toelaatbaar)
Aarding ......................................... Negatief
Stroomverbruik ......................... 36 A (bij continuvermogen,
4 W)
Gemiddelde stroomafname
..................................................... 9,5 A (4 W voor twee kana-
len)
15,5 A (4 W voor een kanaal)
Zekering ....................................... 30 A × 2
Afmetingen (B × H × D) ..... 348 mm × 60 mm ×
215 mm
Gewicht ........................................ 2,3 kg (kabels niet inbegre-
pen)
Maximaal uitgangsvermogen
..................................................... 300 W × 2 (4 W) / 450 W × 2
(2 W) / 900 W TOTAAL
(BRUG)
Continu uitgangsvermogen
..................................................... 150 W × 2 (bij 14,4 V, 4 W,
20 Hz tot 20 kHz, 1,0 %
THD+N)
450 W × 1 (bij 14,4 V, 4 W
BRUG 1 kHz, 1,0 % THD
+N)
225 W × 2 (bij 14,4 V, 2 W,
1kHz, 1,0 % THD+N)
Belastingsimpedantie ........... 4 W (2 W tot 8 W toegestaan)
Frequentierespons .................. 10 Hz tot 70 kHz (+0 dB,
3 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 96 dB (IEC-A-netwerk)
Vervorming ................................. 0,05 % (10 W, 1 kHz)
Laagdoorlaatfilter:
Drempelfrequentie ........ 40 Hz tot 500 Hz
Drempelafval ................... 12 dB/oct
Bass boost:
Frequentie ......................... 50 Hz
Niveau ................................. 0 dB/6 dB/12 dB
Gain-regeling:
RCA ...................................... 0,3 V tot 6,5 V
Luidspreker ....................... 3,0 V tot 26 V
Maximaal ingangsniveau / impedantie:
RCA ...................................... 6,5 V / 22 kW
Luidspreker ....................... 26 V / 16 kW
GM-A3602
Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 tot
15,1 V toelaatbaar)
Aarding ......................................... Negatief
Stroomverbruik ......................... 14,5 A (bij continuvermo-
gen, 4 W)
Gemiddelde stroomafname
..................................................... 4A(4W voor twee kanalen)
6,5 A (4 W voor een kanaal)
Zekering ....................................... 25 A × 1
Afmetingen (B × H × D) ..... 238 mm × 60 mm ×
180 mm
Gewicht ........................................ 1,4 kg (kabels niet inbegre-
pen)
Maximaal uitgangsvermogen
..................................................... 120 W × 2 (4 W) / 200 W × 2
(2 W) / 400 W TOTAAL
(BRUG)
Continu uitgangsvermogen
..................................................... 60 W × 2 (bij 14,4 V, 4 W,
20 Hz tot 20 kHz, 1,0 %
THD+N)
180 W × 1 (bij 14,4 V, 4 W
BRUG 1 kHz, 1,0 % THD
+N)
90 W × 2 (bij 14,4 V, 2 W,
1kHz, 1,0 % THD+N)
Belastingsimpedantie ........... 4 W (2 W tot 8 W toegestaan)
Frequentierespons .................. 10 Hz tot 70 Hz (+0 dB,
3 dB)
Signaal-tot-ruisverhouding
..................................................... 95 dB (IEC-A-netwerk)
Vervorming ................................. 0,05 % (10 W, 1 kHz)
Laagdoorlaatfilter:
Drempelfrequentie ........ 80 Hz
Helling ................................ 12 dB/oct
Gain-regeling:
RCA ...................................... 0,3 V tot 6,5 V
Luidspreker ....................... 3,0 V tot 26 V
Maximaal ingangsniveau / impedantie:
RCA ...................................... 6,5 V / 22 kW
Luidspreker ....................... 26 V / 16 kW
Opmerkingen
! Technische gegevens en ontwerp kunnen zon-
der voorafgaande kennisgeving worden gewij-
zigd.
! De gemiddelde stroomafname van dit toestel
benadert de maximale stroomafname wan-
neer een geluidssignaal wordt ingevoerd. Ge-
bruik deze waarde om de totale
stroomafname te berekenen bij gebruik van
meerdere versterkers.
Nl
72
Aanhangsel
Aanvullende informatie

Documenttranscriptie

Hoofdstuk Vóór u begint Hartelijk dank voor uw keuze voor dit Pioneer-product Lees deze handleiding voordat u het product in gebruik neemt zodat u het goed leert gebruiken. Lees vooral de gedeelten die met WAARSCHUWING en LET OP gemarkeerd zijn aandachtig. Bewaar deze handleiding na het lezen op een veilige, voor de hand liggende plaats zodat u hem indien nodig altijd kunt raadplegen. 01 Bezoek onze website Hier vindt u onze site: http://www.pioneer.nl ! Registreer uw product. Wij bewaren de gegevens van het product dat u hebt aangeschaft zodat u deze eenvoudig kunt opvragen als u die nodig mocht hebben voor de verzekering, bijvoorbeeld na verlies of diefstal. ! Op onze website vindt u de laatste informatie over PIONEER CORPORATION. Bij problemen Deponeer dit product niet bij het gewone huishoudelijk afval wanneer u het wilt verwijderen. Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschreven verzamelsysteem voor de juiste behandeling, het opnieuw bruikbaar maken en de recycling van gebruikte elektronische producten. Vóór u de versterker aansluit of installeert WAARSCHUWING ! Aanbevolen wordt gebruik te maken van de speciale rode accu- en aardkabels RD-223 die afzonderlijk verkrijgbaar zijn. Sluit de accukabel rechtstreeks op de positieve + pool van de accu van het voertuig aan, en de aardkabel op de carrosserie. ! Dit toestel is bedoeld voor voertuigen met een accu van 12 volt en negatieve aarding. Voordat u het toestel in een camper, recreatievoertuig, vrachtwagen of bus installeert, moet u het voltage van de accu controleren. ! Let er bij installatie van dit toestel op dat de aardkabel eerst wordt aangesloten. Zorg ervoor dat de aardkabel correct is aangesloten op metalen onderdelen van de carrosserie. De aardkabel van dit toestel moet afzonderlijk en met aparte schroeven met het voertuig worden verbonden. Als de schroef van de aardkabel losraakt, kunnen brand, rook en defecten ontstaan. Nl Nederlands In de lidstaten van de EU en in Zwitserland en Noorwegen kunnen particulieren afgedankte elektronische producten gratis bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen inleveren. Als u een soortgelijk nieuw product koopt, kunt u het afgedankte product ook bij uw verkooppunt inleveren. Als u in een ander land woont, neem dan contact op met de plaatselijke overheid voor informatie over het weggooien van afgedankte producten. Op die manier zorgt u ervoor dat uw afgedankte product op de juiste wijze wordt verwerkt, hergebruikt en gerecycled, zonder schadelijke gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. Als dit product niet naar behoren functioneert, kunt u contact opnemen met uw leverancier of het dichtstbijzijnde erkende Pioneerservicecentrum. 61 Hoofdstuk 01 Vóór u begint ! Gebruik alleen zekeringen van de aangegeven waarde. Het gebruik van ongeschikte zekeringen kan oververhitting, rookontwikkeling, schade aan het product en lichamelijk letsel zoals brandwonden veroorzaken. ! Indien de zekering van de los verkrijgbare accudraad of de versterker smelt, moet u de aansluitingen van de voeding en de luidsprekers controleren. Verhelp eerst de oorzaak van het probleem en vervang de zekering vervolgens door een nieuwe, gelijkwaardige zekering. ! Installeer de versterker altijd op een vlak oppervlak. Installeer de versterker niet op een oppervlak dat niet effen is of uitsteeksels heeft omdat dat tot storing kan leiden. ! Let er bij het installeren van de versterker op dat er geen onderdelen (zoals extra schroeven) tussen het toestel en het voertuig ingeklemd raken. Dat kan storing veroorzaken. ! Zorg ervoor dat het toestel niet met vloeistof in aanraking komt. Dat kan een elektrische schok of rookvorming, oververhitting en schade aan het toestel veroorzaken. De behuizing van de versterker en de erop aangesloten luidsprekers kunnen ook heet worden en lichte brandwonden veroorzaken. ! Bij een storing wordt de stroomvoorziening naar de versterker afgesneden om schade te voorkomen. Schakel als dat gebeurt het systeem uit en controleer de stroomvoorziening en de luidsprekeraansluitingen. Als u de oorzaak van het probleem niet zelf kunt bepalen, neemt u contact op met uw leverancier. ! Ontkoppel altijd eerst de negatieve * pool van de accu om een elektrische schok of kortsluiting te voorkomen tijdens de installatie. ! Probeer niet het toestel uit elkaar te halen of te wijzigen. Daardoor kunt u brand, een elektrische schok of andere storingen veroorzaken. LET OP ! Zet het volume nooit zo hoog dat u geluiden buiten het voertuig niet meer kunt horen. 62 Nl ! Langdurig gebruik van het audiosysteem kan de accu uitputten wanneer de motor is uitgeschakeld of stationair draait. Informatie over de beveiligingsfunctie Dit product is voorzien van een beveiligingsfunctie. Als het product een abnormale situatie detecteert, treden de volgende functies in werking om het product en de luidsprekeruitgang te beschermen. ! In de volgende situaties gaat het voedingslampje uit en wordt de versterker uitgeschakeld. — Als er kortsluiting optreedt tussen de luidsprekeruitgang en de luidsprekerkabel. — Als er gelijkspanning wordt gezet op de luidsprekeruitgang. ! Het uitgangsvermogen van de versterker wordt beperkt als de temperatuur in de versterker hoog oploopt. Als de temperatuur te hoog wordt, dan gaat het voedingslampje uit en wordt de versterker uitgeschakeld. Hoofdstuk Het toestel installeren Wat is wat GM-A5602 Voorzijde 02 2 FREQ-regelknop (drempelfrequentie) Als de schakelaar LPF is ingesteld op ON, kunt u de drempelfrequentie instellen tussen 40 Hz en 500 Hz. 3 BASS BOOST-schakelaar (bedieningsschakelaar voor het bass boost-niveau) U kunt het bass boost-niveau instellen op 0 dB, 6 dB en 12 dB. Achterzijde GM-A3602 Voorzijde Achterzijde Gebruik indien nodig een platte schroevendraaier om de schakelaar te verzetten. 5 Voedingslampje Het voedingslampje brandt wanneer de voeding is ingeschakeld (ON). De versterkingsfactor correct instellen ! Een correcte instelling van de versterkingsfactor beschermt het toestel en/of de luidsprekers tegen storing door een te hoog uitgangsniveau, onjuist gebruik of een verkeerde aansluiting. Nl Nederlands 1 LPF-schakelaar (low pass filter) Selecteer de gewenste filter voor de aangesloten luidspreker. ! Indien een subwoofer is aangesloten: Selecteer ON. Deze filter houdt de hoge frequenties tegen en laat de lage tonen door. ! Indien een luidspreker met vol bereik is aangesloten: Selecteer OFF. Met OFF wordt het volledige frequentiebereik weergegeven. 4 GAIN-regelknoppen (versterkingsfactor) Als het geluidsniveau laag blijft hoewel u de autoradio luider zet, zet u de regelknoppen lager. Als het geluid vervormd wordt wanneer de autoradio luider wordt gezet, zet u de regelknoppen hoger. ! Voor gebruik met een autoradiosysteem met RCA (standaarduitgang van 500 mV) stelt u de knoppen af op NORMAL. Voor gebruik met een Pioneer-autoradiosysteem met RCA en een maximale uitgangsspanning van 4 V of hoger, stemt u het niveau af op de uitgang van de autoradio. ! Voor gebruik met een systeem met RCA met een uitgangsspanning van 4 V, stelt u deze af op HIGH. ! Als er te veel ruis klinkt wanneer de luidsprekeringangen gebruikt worden, draait u de regelknoppen hoger. 63 Hoofdstuk 02 Het toestel installeren ! Als het geluidsniveau enz. te hoog wordt, sluit deze functie het uitgangssignaal enkele seconden af. Het signaal wordt weer doorgelaten wanneer het volume op het hoofdtoestel daalt. ! Onderbrekingen in de geluidsweergave kunnen erop duiden dat de versterkingsfactor niet juist is afgesteld. Om geluidsonderbrekingen bij een hoog volume van het hoofdtoestel te vermijden, moet u de versterkingsfactor van de versterker aanpassen aan het maximale preoutuitgangsniveau van het hoofdtoestel, zodat het volume ongewijzigd blijft en een te sterk uitgangssignaal wordt voorkomen. ! Het kan gebeuren dat het geluid toch wordt afgebroken als de versterkingsfactor en het volume correct zijn ingesteld. Neem in dat geval contact op met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum van Pioneer. De gain-regelknop op dit toestel Op de afbeelding hierboven ziet u de instelling NORMAL. Verband tussen de versterkingsfactor van de versterker en het uitgangsvermogen van het hoofdtoestel Een onjuiste verhoging van de versterkingsfactor van de versterker resulteert slechts in meer vervorming en weinig vermogenstoename. 64 Nl Golfvormig signaal bij hoog uitgangsvolume met versterkingsregeling voor de versterker Als de golfvorm van het signaal wordt vervormd door een hoge uitgang, verandert het uitgangsvermogen slechts gering, ook als de gain van de versterker wordt verhoogd. Hoofdstuk De toestellen aansluiten Aansluitschema 8 Kabel van systeemafstandsbediening (apart verkrijgbaar) Verbind het mannelijke aansluitpunt van deze kabel met het aansluitpunt voor de systeemafstandsbediening van de autoradio. Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden verbonden met de bedieningsaansluiting van de automatische antenne. Indien de autoradio niet is voorzien van een aansluiting voor de systeemafstandsbediening, verbindt u het mannelijke aansluitpunt via de contactschakelaar met de voedingsaansluiting. 9 Luidsprekeraansluitingen Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer informatie over het aansluiten van de luidsprekers. Raadpleeg Aansluiting via de luidsprekeringangskabel op bladzijde 67. a Zekering 30 A × 2 (GM-A5602) / 25 A × 1 (GMA3602) b Zekering (30 A) × 2 c Doorvoerring d Achterzijde e Voorzijde Vóór u de versterker aansluit WAARSCHUWING ! Gebruik kabelklemmen of plakband om de bekabeling veilig aan te brengen. Wikkel kabels die tegen metalen onderdelen liggen ter bescherming in met tape. ! Snijd in geen geval de isolatie van de voedingskabel open om andere apparatuur van stroom te voorzien. De stroomcapaciteit van de voedingskabel is beperkt. LET OP ! U mag kabels nooit inkorten omdat daardoor storing kan optreden in het beveiligingscircuit. ! Verbind de negatieve luidsprekerkabel nooit rechtstreeks met de aarding. ! Voeg meerdere negatieve luidsprekerkabels nooit samen. Nl Nederlands 1 Speciale rode accukabel RD-223 (apart verkrijgbaar) Pas nadat u alle andere aansluitingen op de versterker hebt voltooid, verbindt u het accuaansluitpunt op de versterker met de positieve + accupool. 2 Aardkabel (zwart) RD-223 (apart verkrijgbaar) Sluit deze aan op een metalen gedeelte van de carrosserie of het chassis. 3 Autoradio met RCA-uitgangen (apart verkrijgbaar) 4 Externe uitgang 5 Aansluitkabel met RCA-stekkers (apart verkrijgbaar) 6 Aansluiting luidsprekeringang (gebruik de meegeleverde connector) Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer informatie over het aansluiten van de luidsprekers. Raadpleeg Aansluiting via de luidsprekeringangskabel op bladzijde 67. 7 RCA-ingang 03 65 Hoofdstuk 03 De toestellen aansluiten ! Als de systeemafstandsbedieningskabel van de versterker met de voeding is verbonden via de contactschakelaar (12 V gelijkstroom), blijft de versterker ingeschakeld zolang het contact aan staat (ongeacht of de autoradio is in- of uitgeschakeld). Hierdoor kan de accu worden uitgeput wanneer de motor uit staat of stationair draait. ! Installeer de apart verkrijgbare accukabel zo ver mogelijk van de luidsprekerkabels. Installeer de apart verkrijgbare accukabel, aardkabel, luidsprekerkabels en de versterker zelf zo ver mogelijk van de antenne, de antennekabel en de tuner. ! Voor meer inlichtingen kunt u contact opnemen met uw erkende Pioneer-leverancier of -klantendienst. Luidsprekerspecificaties De gebruikte luidsprekers moeten aan de volgende vereisten voldoen, anders bestaat er een risico op rookontwikkeling, brand of andere schade. De luidsprekerimpedantie bedraagt 2 W tot 8 W voor een stereoaansluiting, of 4 W tot 8 W voor mono of een andere brugschakeling. Subwoofer Informatie over de brugschakeling Luidsprekerkanaal Vermogen 2-kanaalsuitgang Nominale ingang: Min. 150 W (GM-A5602) Min. 60 W (GM-A3602) 1-kanaalsuitgang Nominale ingang: Min. 450 W (GM-A5602) Min. 180 W (GM-A3602) Andere dan de subwoofer ! Installeer en gebruik de versterker niet door luidsprekers met een nominale waarde van 4 W (of lager) parallel aan te sluiten om een brugmodus van 2 W (of lager) te realiseren (Diagram B). Een onjuiste brugschakeling kan brand, rook en oververhitting veroorzaken. Ook kan de buitenkant van de versterker heet worden en bij aanraking lichte brandwonden veroorzaken. Om een brugmodus correct te installeren of te gebruiken en een belasting van 4 W te realiseren, moet u twee 8 W luidsprekers parallel verbinden met links + en rechts * (Diagram A), of een enkele 4 W luidspreker gebruiken. Lees ook de handleiding van de luidspreker voor informatie over de correcte aansluitwijze. 66 Nl Luidsprekerkanaal Vermogen 2-kanaalsuitgang Maximale ingang: Min. 300 W (GM-A5602) Min. 120 W (GM-A3602) 1-kanaalsuitgang Maximale ingang: Min. 900 W (GM-A5602) Min. 400 W (GM-A3602) De luidsprekers aansluiten De luidsprekeruitgang kan 2-kanaals (stereo) of 1-kanaals (mono) zijn. Sluit de luidsprekerdraden aan volgens het aantal gebruikte kanalen en de afbeeldingen hieronder. Hoofdstuk De toestellen aansluiten 03 1 2 3 4 5 6 7 2-kanaalsuitgang (stereo) 1 2 1 Luidspreker (links) 2 Luidspreker (rechts) 1-kanaals output Autoradio Luidsprekeruitgang Wit/zwart: links * Wit: links + Grijs/zwart: rechts * Grijs: rechts + Luidsprekeraansluiting Aan te sluiten op de luidsprekeringangen van dit toestel. Opmerking Als het hoofdtoestel via luidsprekerdraad op de versterker is aangesloten, wordt de versterker automatisch in- en uitgeschakeld wanneer het hoofdtoestel wordt aan- en uitgezet. Deze functie werkt niet in combinatie met sommige hoofdtoestellen. Gebruik in dat geval een systeemafstandsbedieningskabel (afzonderlijk verkrijgbaar). Als meerdere versterkers synchroon worden aangesloten, verbindt u het hoofdtoestel en alle versterkers via de systeemafstandsbedieningskabel. De voedingsaansluiting verbinden 1 1 Luidspreker (mono) Aansluiting via de luidsprekeringangskabel WAARSCHUWING Indien de accukabel niet goed (met de aansluitschroeven) wordt aangesloten, bestaat er een risico op oververhitting, storingen en lichamelijk letsel zoals lichte brandwonden. 1 Trek de accukabel vanuit het motorcompartiment door naar het voertuiginterieur. Nederlands Verbind met het bijgeleverde luidsprekerdraad de luidsprekeruitgang van de autoradio met de versterker. ! Verbind de RCA-ingang en de luidsprekeringang niet beide tegelijk. Aanbevolen wordt gebruik te maken van de speciale rode accu- en aardkabels RD-223 (afzonderlijk verkrijgbaar). Sluit de accukabel rechtstreeks aan op de positieve + pool van de accu van het voertuig, en de aardkabel op de carrosserie. ! Als u een doorvoeropening voor de kabel boort in de carrosserie, let dan op dat de kabel niet beschadigd kan raken door de snijranden en geen kortsluiting kan maken. Nl 67 Hoofdstuk 03 De toestellen aansluiten Pas nadat u alle andere aansluitingen op de versterker hebt voltooid, verbindt u het accuaansluitpunt op de versterker met de positieve + accupool. Positieve + pool Motorcompartiment Voertuiginterieur Zekering (30 A) × 2 Plaats de rubberen doorvoerring in de carrosserie van het voertuig. 6 Boor een opening van 14 mm in de carrosserie. 1 2 3 4 5 2 Vervlecht de accukabel, de aardkabel en de kabel van de systeemafstandsbediening. 4 Sluit de kabels aan. Schroef de kabels stevig vast. 1 2 3 4 5 6 7 Aansluiting systeemafstandsbediening Aardaansluiting Voedingsaansluiting Aansluitschroeven Accukabel Aardkabel Kabel systeemafstandsbediening Vervlechten De luidsprekeraansluitingen 3 Bevestig verbindingslippen aan de kabeluiteinden. Gebruik een tang om de lippen stevig op de kabels vast te zetten. 1 Verbindingslip (los verkrijgbaar) 2 Accukabel 3 Aardkabel 68 Nl 1 Strip met een draadkniptang of geschikt mes het uiteinde van de luidsprekerkabel. Leg ongeveer 10 mm kabel bloot en vervlecht het uiteinde. Vervlechten 2 Bevestig verbindingslippen aan de kabeluiteinden. Gebruik een tang om de lippen stevig op de kabels vast te zetten. Hoofdstuk 04 Installatie Vóór u de versterker installeert WAARSCHUWING ! Voor een correcte installatie moet u de geleverde onderdelen op de aangegeven wijze gebruiken. Andere onderdelen dan de geleverde kunnen het binnenwerk van de versterker beschadigen of los raken en de versterker alle dienst doen weigeren. ! Installeer het toestel niet: — op plaatsen waar de bestuurder of passagiers erdoor verwond kunnen raken wanneer het voertuig plotseling stopt. — op plaatsen waar het de bestuurder kan hinderen, bijvoorbeeld op de vloer bij de bestuurdersplaats. ! Plaats zelftappende schroeven zo dat de punt van de schroef geen kabels raakt. Dit is belangrijk omdat de kabel anders door voertuigtrillingen door de schroef kan worden ingesneden, wat brand kan veroorzaken. ! Let erop dat de kabels niet vast kunnen komen te zitten in de stoelrails of een lichaamsdeel van een inzittende kunnen raken. Dit kan kortsluiting veroorzaken. ! Let er bij het boren op dat zich aan de achterkant van het paneel geen onderdelen bevinden. Scherm alle kabels en belangrijke onderdelen (bijvoorbeeld brandstof- en remleidingen, andere bekabeling) eerst zorgvuldig af. LET OP ! Let tijdens de installatie op de volgende punten om te zorgen dat de versterker voldoende warmte kan afgeven: — Laat voldoende ventilatieruimte vrij boven de versterker. — Leg geen mat of ander materiaal over de versterker. ! De beveiligingsfunctie kan in werking treden om de versterker tegen oververhitting te beschermen wanneer hij wordt gebruikt als er onvoldoende warmteafgifte is, bij langdurig gebruik met een hoog volume, e.d. In dat 70 Nl ! ! ! ! geval wordt het uitgangsvermogen van de versterker beperkt of wordt hij uitgeschakeld tot de temperatuur voldoende gedaald is. Leg kabels niet op plaatsen die heet kunnen worden, zoals dicht bij de kachel. De optimale installatieplek verschilt van voertuig tot voertuig. Plaats de versterker op een plek die voldoende sterk en stijf is. Controleer alle aansluitingen en systemen voordat u de installatie voltooit. Controleer, nadat u de versterker hebt geïnstalleerd, of het reservewiel en het bijbehorende gereedschap nog ongehinderd bereikbaar zijn. Voorbeeld van een installatie op de vloermat of het chassis 1 Plaats de versterker op de gewenste installatieplaats. Plaats de meegeleverde zelftappende schroeven (4 mm × 18 mm) in de schroefgaten en duw erop met een schroevendraaier zodat de punt een afdruk laat op de plaats waar de boorgaten moeten komen. 2 Boor op deze plaatsen een gat met een diameter van 2,5 mm door de vloerbekleding of rechtstreeks in het chassis. Hoofdstuk Installatie 04 3 Bevestig de versterker met de bijgeleverde zelftappende schroeven (4 mm × 18 mm). 1 2 3 4 5 1 2 3 4 Zelftappende schroeven (4 mm × 18 mm) Boor een gat met een diameter van 2,5 mm Vloermat of chassis Afstand van gat tot gat: 338 mm (GMA5602) / 228 mm (GM-A3602) 5 Afstand van gat tot gat: 196 mm (GMA5602) / 161 mm (GM-A3602) Nederlands Nl 71 Aanhangsel Aanvullende informatie Technische gegevens GM-A5602 Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 tot 15,1 V toelaatbaar) Aarding ......................................... Negatief Stroomverbruik ......................... 36 A (bij continuvermogen, 4 W) Gemiddelde stroomafname ..................................................... 9,5 A (4 W voor twee kanalen) 15,5 A (4 W voor een kanaal) Zekering ....................................... 30 A × 2 Afmetingen (B × H × D) ..... 348 mm × 60 mm × 215 mm Gewicht ........................................ 2,3 kg (kabels niet inbegrepen) Maximaal uitgangsvermogen ..................................................... 300 W × 2 (4 W) / 450 W × 2 (2 W) / 900 W TOTAAL (BRUG) Continu uitgangsvermogen ..................................................... 150 W × 2 (bij 14,4 V, 4 W, 20 Hz tot 20 kHz, ≦ 1,0 % THD+N) 450 W × 1 (bij 14,4 V, 4 W BRUG 1 kHz, ≦ 1,0 % THD +N) 225 W × 2 (bij 14,4 V, 2 W, 1 kHz, ≦ 1,0 % THD+N) Belastingsimpedantie ........... 4 W (2 W tot 8 W toegestaan) Frequentierespons .................. 10 Hz tot 70 kHz (+0 dB, –3 dB) Signaal-tot-ruisverhouding ..................................................... 96 dB (IEC-A-netwerk) Vervorming ................................. 0,05 % (10 W, 1 kHz) Laagdoorlaatfilter: Drempelfrequentie ........ 40 Hz tot 500 Hz Drempelafval ................... –12 dB/oct Bass boost: Frequentie ......................... 50 Hz Niveau ................................. 0 dB/6 dB/12 dB Gain-regeling: RCA ...................................... 0,3 V tot 6,5 V Luidspreker ....................... 3,0 V tot 26 V Maximaal ingangsniveau / impedantie: RCA ...................................... 6,5 V / 22 kW Luidspreker ....................... 26 V / 16 kW GM-A3602 Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 tot 15,1 V toelaatbaar) Aarding ......................................... Negatief 72 Nl Stroomverbruik ......................... 14,5 A (bij continuvermogen, 4 W) Gemiddelde stroomafname ..................................................... 4 A (4 W voor twee kanalen) 6,5 A (4 W voor een kanaal) Zekering ....................................... 25 A × 1 Afmetingen (B × H × D) ..... 238 mm × 60 mm × 180 mm Gewicht ........................................ 1,4 kg (kabels niet inbegrepen) Maximaal uitgangsvermogen ..................................................... 120 W × 2 (4 W) / 200 W × 2 (2 W) / 400 W TOTAAL (BRUG) Continu uitgangsvermogen ..................................................... 60 W × 2 (bij 14,4 V, 4 W, 20 Hz tot 20 kHz, ≦ 1,0 % THD+N) 180 W × 1 (bij 14,4 V, 4 W BRUG 1 kHz, ≦ 1,0 % THD +N) 90 W × 2 (bij 14,4 V, 2 W, 1 kHz, ≦ 1,0 % THD+N) Belastingsimpedantie ........... 4 W (2 W tot 8 W toegestaan) Frequentierespons .................. 10 Hz tot 70 Hz (+0 dB, –3 dB) Signaal-tot-ruisverhouding ..................................................... 95 dB (IEC-A-netwerk) Vervorming ................................. 0,05 % (10 W, 1 kHz) Laagdoorlaatfilter: Drempelfrequentie ........ 80 Hz Helling ................................ –12 dB/oct Gain-regeling: RCA ...................................... 0,3 V tot 6,5 V Luidspreker ....................... 3,0 V tot 26 V Maximaal ingangsniveau / impedantie: RCA ...................................... 6,5 V / 22 kW Luidspreker ....................... 26 V / 16 kW Opmerkingen ! Technische gegevens en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. ! De gemiddelde stroomafname van dit toestel benadert de maximale stroomafname wanneer een geluidssignaal wordt ingevoerd. Gebruik deze waarde om de totale stroomafname te berekenen bij gebruik van meerdere versterkers.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92

Pioneer GM-A3602 Handleiding

Categorie
Auto audio versterkers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor