Zanussi ZCM760DCX Handleiding

Type
Handleiding
ZCM 760
Gebruiksaanwijzing
NL
Gas-Elektrofornuis
2
Het doet ons genoegen dat u voor onze apparatuur hebt gekozen.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat en wij hopen dat u bij de volgende aan-
koop van huishoudelijke apparatuur ons merk opnieuw in aanmerking zult nemen.
Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door en bewaar hem bij het apparaat zodat hij ook in
de toekomst kan worden geraadpleegd. Geef de gebruiksaanwijzing door aan een eventuele vol-
gende eigenaar van het apparaat.
3
Deze symbolen zullen u helpen de belangrijkste informatie snel te vinden.
)
Inleiding op de instructies
Voor uw veiligheid ....................................................................................................................... 4
De kookplaat ............................................................................................................................... 7
De multifunctionele elektrische oven ........................................................................................... 9
Wat te doen als u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt ............................................... 10
Adviezen voor het gebruik van de oven .................................................................................... 13
Bereidingstabellen ..................................................................................................................... 16
Reiniging en onderhoud ............................................................................................................ 18
Problemen oplossen .................................................................................................................. 22
Technische assistentie en onderdelen ....................................................................................... 30
Garantie/serviceafdeling ............................................................................................................ 31
Europese garantie ..................................................................................................................... 34
Voor de gebruiker
Voor de installateur
Technische gegevens ................................................................................................................ 23
Waarschuwingen voor de installateur ........................................................................................ 25
Installatie ................................................................................................................................... 34
Ombouw naar vloeibaar gas ..................................................................................................... 27
Plaatsing tussen aanbouwmeubelen ......................................................................................... 28
Elektrische aansluiting ............................................................................................................... 29
Inhoud
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
-2006/95 (met betrekking tot de Laagspanning)
-89/336 (met betrekking tot de Elektromagnetische compatibiliteit)
-90/396 (met betrekking tot apparatuur op gas)
-93/68 (met betrekking tot de Algemene Voorschriften)
en daaropvolgende wijzigingen.
Veiligheidsinformatie
Stap-voor-stap-handleiding
Handige aanwijzingen en tips
Milieu-informatie
4
Installatie
De installatie van het apparaat en de
aansluiting op het elektriciteitsnet, met
inbegrip van eventueel noodzakelijke
wijzigingen aan de huisinstallatie, mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door erkende
vakmensen.
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als
u het verplaatst.
Het is gevaarlijk om wijzigingen aan de
eigenschappen van dit apparaat aan te
brengen.
Dit apparaat is niet aangesloten op een
afvoer van verbrandingsproducten. Het
moet geïnstalleerd en aangesloten worden
in overeenstemming met de geldende
installatievoorschriften. Speciale aandacht
moet geschonken worden aan de
voorzieningen die getroffen moeten
worden met betrekking tot de ventilatie.
Het apparaat moet op de vloer rusten en
mag niet op een voetstuk geplaatst
worden.
Installeer het apparaat in geen geval in de
buurt van brandbare materialen (gordijnen,
theedoeken, enz.).
Zorg voor een goede luchtcirculatie
rond het apparaat: laat controleren of de
luchtaanzuigopeningen voldoende
lucht laten circuleren, of laat een
afzuigkap installeren met een afvoer
naar buiten. Vraag, in geval van twijfel,
advies aan uw installateur.
Het gebruik van een kooktoestel op gas
produceert warmte en vocht in de
ruimte waar het geïnstalleerd is. Zorg
voor een goede ventilatie van de ruimte,
door de luchtkokers open en doelmatig
te houden of door een afzuigkap met
afvoer te installeren.
Als u het apparaat intensief en
gedurende lange tijd gebruikt, moet u
zorgen voor meer ventilatie,
bijvoorbeeld door een raam open te
zetten of door het vermogen van de
elektrische afzuiginstallatie, indien
aanwezig, te vergroten.
Voed het apparaat met het type gas dat
vermeld is op het plaatje dat vlakbij de
aansluitleiding van het gas zit.
Persoonlijke veiligheid
Dit apparaat mag niet gebruikt worden door
kinderen of andere personen wiens
lichamelijke, motorische of geestelijke
gesteldheid of gebrek aan ervaring en
kennis die daardoor het apparaat niet
kunnen gebruiken zonder supervisie of
instructies van een verantwoordelijk
persoon om zeker te zijn van dat het
apparaat veilig kan worden gebruikt.
Dit apparaat mag uitsluitend door
volwassenen gebruikt worden. Zorg ervoor
dat kinderen de bedieningsknoppen niet
aanraken of met het apparaat gaan spelen.
Dit apparaat wordt heet tijdens het koken
en blijft dit nog even, zelfs nadat het
apparaat uitgeschakeld is. Houd kinderen
uit de buurt tot het apparaat is afgekoeld.
Deze waarschuwingen zijn opgesteld voor uw veiligheid en die van iedereen die uw nieuwe
fornuis wil gebruiken. Wij verzoeken u deze aandachtig te lezen voordat u het apparaat
installeert en in gebruik neemt.
Voor uw veiligheid
5
Tijdens het gebruik
Het is belangrijk dat dit instructieboekje bij
het apparaat bewaard wordt, zodat u het
later nog eens kunt raadplegen. Als het
apparaat aan iemand anders verkocht of
geschonken wordt, zorg er dan voor dat dit
boekje aan de nieuwe gebruiker gegeven
wordt, zodat deze op de hoogte is van de
werking van het apparaat en de
bijbehorende waarschuwingen.
Dit product is ontworpen voor niet-
professioneel, huishoudelijk gebruik en
voor het bereiden van voedsel. Gebruik het
niet voor andere doeleinden.
Dit apparaat wordt heet tijdens het koken
en blijft dit nog even, zelfs nadat het
apparaat uitgeschakeld is. Zorg ervoor
dat u de verwarmingselementen in de
oven niet aanraakt.
Pas bij het openen van de deur, tijdens
of aan het einde van de bereiding, altijd
op voor de hete luchtstroom die uit de
oven komt.
Om het aansteken van de branders te
vergemakkelijken, deze aansteken voordat
u een pan op het rooster zet.
Nadat u de brander hebt aangestoken,
controleren of deze regelmatig brandt. Zet
de brander altijd laag of uit voordat u de
pan van de kookplaat haalt.
Zet geen onstabiele of vervormde pannen
op de kookplaat of op de branders: deze
zouden om kunnen vallen of over kunnen
koken en brand veroorzaken.
Gebruik altijd ovenhandschoenen als u
gerechten uit de oven haalt.
Tijdens bereidingen met olie of vet
(bijvoorbeeld bij het frituren), opletten dat
de levensmiddelen niet te heet worden:
deze kunnen namelijk bij hoge
temperaturen in brand vliegen.
Wanneer u gerechten in de oven zet of
eruit haalt, ervoor zorgen dat de
toevoegingen (olie, saus, gesmolten vet)
niet in grote hoeveelheden op de bodem
van de oven terechtkomen. Maak in dat
geval de bodem van de oven zorgvuldig
schoon voordat u aan een volgende
bereiding begint.
Controleer of u de roosters van de oven op
de juiste manier geplaatst heeft (zie de
betreffende aanwijzingen).
Apparaten met een lade: als het kooktoe-
stel in gebruik is, wordt de lade onder de
oven warm. Zet er alleen hittebestendige
houders in. Leg er nooit brandbare materi-
alen in (papier, keukendoeken, enz.).
Als u een elektrisch huishoudelijk apparaat
aansluit op een stopcontact in de buurt van
dit apparaat, let er dan op dat het snoer de
ovendeur of de kookplaat niet aanraakt.
Verzeker u ervan dat alle bedieningsknop-
pen, na gebruik van het apparaat, in de
stand “UIT” staan.
Reiniging en onderhoud
Verzeker u ervan dat de stekker van het
apparaat uit het stopcontact is gehaald
voordat u reinigings- of onderhoudswerk-
zaamheden verricht.
Houd het apparaat altijd goed schoon.
Voedselresten verhogen de kans op brand.
Let met name goed op bij het gebruik van
reinigingsproducten in spuitbussen: richt
de straal nooit op de verwarmingselemen-
ten of het bolletje van de thermostaat.
Gebruik geen stoom of stoomreinigers om
het apparaat schoon te maken.
Gebruik geen ruwe, schurende materialen
of metalen schrapers om de glazen
oppervlakken van de ovendeur schoon te
maken, deze kunnen het glas beschadigen
en/of laten barsten.
6
In geval van storingen nooit proberen het
apparaat zelf te repareren. Reparaties
uitgevoerd door ondeskundigen kunnen tot
schade en ongelukken leiden. Raadpleeg
deze gebruiksaanwijzing. Als u de
informatie die u nodig heeft niet kunt
vinden, neem dan contact op met het
dichtstbijzijnde servicecentrum. Reparaties
aan dit apparaat moeten worden
uitgevoerd door een erkend
servicecentrum. Vraag altijd om originele
onderdelen.
Bescherming van het milieu
Alle verpakkingsmaterialen zijn
milieuvriendelijk en kunnen worden
gerecycled. Help het milieu een handje
door het afval gescheiden af te voeren.
Apparaten die niet langer in gebruik zijn of
onbruikbaar zijn geworden, zijn niet zomaar
waardeloos afval. Door gescheiden
afvalinzameling kunnen verschillende
materialen die bij de productie van uw
apparaat gebruikt zijn, worden gerecycled.
Meer informatie over mogelijkheden over
afdanking kunt u bij de gespecialiseerde
verkoper of uw gemeente krijgen.
Wanneer een oud apparaat wordt
afgedankt, moet dit onbruikbaar worden
gemaakt door het elektriciteitssnoer af te
snijden.
Deze aanwijzingen zijn alleen geldig voor de landen waarvan de identificatiesymbolen
op de voorkant van het instructieboekje en het apparaat zelf zijn vermeld.
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld,
maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste
manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het
recyclen van dit product, kunt u contact
opnemen met de gemeente, de
gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
7
A - Branderdeksel
B - Vlamverdeler
C - Vonkgenerator
D - Thermokoppel
Afbeelding 1
Geïntegreerde automatische
ontsteking
Uw fornuis is uitgerust met een geïnte-
greerde automatische ontsteking.
1. Druk de bij de gaspit horende knop hele-
maal in en draai hem tegen de klok in tot
het symbool “maximale toevoer” ( ).
De vlam gaat automatisch branden.
2. Controleer of de vlam regelmatig is en
draai de knop op de gewenste intensiteit.
Nadat de vlam is gaan branden, de knop
ongeveer 5 seconden ingedrukt houden;
deze tijd is nodig om de veiligheidsklep (afb. 1-
D) uit te schakelen, die anders de toevoer van
het gas zou blokkeren. Controleer of de vlam
regelmatig brandt en draai de knop op de ge-
wenste intensiteit.
Als de vlam na enkele pogingen nog
steeds niet brandt, moet u controleren of de
“branderdeksel” (aangegeven op afbeelding 1
met de letter A) en de “vlamverdeler” (letter B)
op de goede plaats zitten.
Om de vlam te doven, de knop met de klok
mee draaien tot het symbool .
De kookplaat
De gaspitten
Op de knoppen van de gaspitten staan de
volgende symbolen:
geen gastoevoer
maximale gastoevoer
minimale gastoevoer
Ontsteking van de gaspitten
Om het aansteken van de branders
te vergemakkelijken, deze aansteken
voordat u een pan op het rooster zet.
Snelle,
halfsnelle en sudderbrander
)
Ultra-snelle brander
(drievoudige kroon)
C
A
B
D
Het ontstekingsmechanisme mag niet
langer dan 15 seconden in werking
worden gesteld. Als de brander na 15
seconden nog niet brandt, het mecha-
nisme niet meer in werking stellen maar
minstens een minuut wachten voordat
u opnieuw probeert de vlam te ontste-
ken.
Als de vlam per ongeluk uit zou gaan,
de bedieningsknop op ‘uit’ zetten en
minstens 1 minuut wachten voordat u
de vlam weer probeert aan te steken.
Zet de vlam altijd lager of uit als u de
pannen van de gaspitten haalt.
8
Voor een juist gebruik van de gaspitten
Voor een lager verbruik van gas en een
beter rendement, kunt u het beste uitsluitend
pannen met een platte bodem gebruiken met
afmetingen die geschikt zijn voor de gaspitten
(afb. 2), zoals aangegeven in de tabel hier-
naast.
Door het gebruik van pannen met een
dikke bodem verkrijgt u een gelijkmatige
verdeling van de warmte. Als u gebruik wilt
maken van pannen of potten met een
dunne bodem, adviseren wij u de gerech-
ten vaak om te roeren of om te keren.
Zet de vlam lager zodra een vloeistof be-
gint te koken, zodanig dat deze blijft ko-
ken.
Houd uw gerechten goed in de gaten
als u gebruik maakt van vetten of olie,
omdat deze stoffen, wanneer ze op hoge
temperatuur worden gebracht, in brand
kunnen vliegen.
Als roestvrij staal erg heet wordt, kan
het bruin worden. Daarom wordt lang-
durig gebruik van een grillsteen, scha-
len van ongeglazuurd aardewerk of
pannen van gietijzer afgeraden.
Gebruik ook geen aluminiumfolie om
de kookplaat tijdens gebruik te bescher-
men.
Zorg ervoor dat uw kookgerei niet uitsteekt
buiten de randen van de kookplaat en dat
ze in het midden van de gaspitten worden
geplaatst om een lager gasverbruik te ver-
krijgen.
Zet geen onstabiele of vervormde
pannen op de gaspitten: deze zouden
om kunnen vallen of over kunnen
koken, waardoor brand kan ontstaan.
De pannen mogen de bedieningszone
niet afdekken. Het wordt afgeraden
pannen te gebruiken die uitsteken bui-
ten de randen van de kookplaat.
Afbeelding 2
Brander diameter diameter
maximaal maximaal
Driekrings wokbrander 160 mm 260 mm
Groot (snel) 160 mm 260 mm
Gemiddeld (halfsnel) 120 mm 220 mm
Klein (sudderbrander) 80 mm 160 mm
9
Alle bereidingen moeten uitgevoerd
worden met gesloten deur.
Met de elektrische multifunctionele oven
kunt u de meest geschikte bereidingswijze voor
uw gerechten kiezen.
Om de gewenste bereidingsfunctie in te stel-
len, de keuzeknop gebruiken. De symbolen op
de keuzeknop geven de verschillende beschikba-
re functies aan.
De multifunctionele elektrische oven
De keuzeknop
0
Oven uitgeschakeld
Traditionele bereiding
Alleen onderwarmte
Alleen bovenwarmte
Bereiding met de grill
Bereiding met hetelucht
Ontdooien
0
10
De oven
Als u het apparaat voor de eerste keer in
gebruik neemt adviseren wij u de oven leeg op
te warmen om eventuele nare luchtjes van de
thermische isolatie en fabricageresten te
verwijderen.
Voordat u de oven inschakelt:
1) zet de thermostaat op de stand MAX.
2) Zet de keuzeknop op het symbool
“Traditionele bereiding” .
3) Verwarm de oven LEEG gedurende
ongeveer 45 minuten.
4) Ventileer de ruimte gedurende de gehele
handeling.
Gedurende de eerste minuten van de
werking, IS HET ABSOLUUT NORMAAL dat
er rook en onaangename luchtjes uit de oven
komen. Dit wordt veroorzaakt door de
opwarming van de thermische isolatie en door
fabricageresten.
Laat de oven na 45 minuten afkoelen, maak
daarna de binnenkant schoon met warm water
en een zacht reinigingsmiddel.
Het wordt geadviseerd bovenstaande pro-
cedure te herhalen met de functie “Bereiding
met hetelucht” en “Bereiding met de grill”
gedurende ongeveer 5-10 minuten.
Maak de accessoires van de oven voor
het eerste gebruik van de oven zorgvuldig
schoon.
Wat te doen als u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Verwijder alle verpakkings-
materialen van uw nieuwe fornuis,
met inbegrip van reclamestickers en
eventuele beschermende folie.
Maak de accessoires van de oven
zorgvuldig schoon voordat u ze voor
het eerst gebruikt.
)
11
Traditionele bereiding
Zet de keuzeknop op het symbool en zet de
thermostaat op de gewenste temperatuur.
Op deze manier komt de warmte zowel van de
bovenkant als de onderkant en wordt het gerecht
gelijkmatig bereid.
: De warmte komt alleen van de onderkant.
Deze functie kan gebruikt worden om de berei-
ding van een gerecht te voltooien of om de
onderkant van een gerecht te verwarmen. Stel
de hoogte van het rooster met de daarvoor
bedoelde geleiders naar beneden af.
: De warmte komt alleen van boven. Deze
functie kan gebruikt worden om de bereiding van
een gerecht te voltooien of om de bovenkant van
een gerecht te verwarmen. Stel de hoogte van
het rooster met de daarvoor bedoelde geleiders
naar boven af.
Grilleren
Draai de keuzeknop op het symbool
en zet
de thermostaat op de gewenste temperatuur.
Deze functie kan gebruikt worden om de boven-
kant van uw gerechten te grilleren.
Bereiding met hetelucht
Draai de keuzeknop op het symbool en zet
de thermostaat op de gewenste temperatuur. Bij
deze bereidingswijze komt de warmte van het
ronde verwarmingselement op de achterkant
van de oven en de warme lucht wordt door een
ventilator in circulatie gebracht. Zo kunt u meer-
dere gerechten tegelijkertijd bereiden, door ze
op verschillende hoogtes te plaatsen. Als u twee
gerechten tegelijkertijd wilt bereiden, adviseren
wij u de eerste en derde geleider van onderaf te
gebruiken. Als u de oven echter voor de berei-
ding van slechts een gerecht gebruikt, kies dan
de onderste geleiders, zodat u betere resultaten
verkrijgt.
Ontdooien
Door de keuzeknop op het symbool te
zetten en de thermostaat op nul, (symbool ),
zal de ventilator koude lucht in de oven laten
circuleren, waardoor bevroren levensmiddelen
sneller ontdooien.
12
De knop van de thermostaat
Nadat u de bereidingsfunctie gekozen
heeft, stelt u de temperatuur van de oven af
door de thermostaatknop op het gewenste ni-
veau te zetten. U kunt de temperatuur instel-
len op een minimum van ongeveer 50°C tot
een maximum van ongeveer 230°C (stand
“MAX”).
De knop van de timer
Met deze voorziening kunt u het einde van
de bereiding programmeren: na afloop van de
ingestelde tijd, schakelt de timer de oven auto-
matisch uit. Om de gewenste tijdsduur te kie-
zen, de knop een volledige slag draaien en
daarna tegen de klok in tot de door u gewenste
tijdsduur.
Na afloop van de gekozen tijdsduur wordt
de oven uitgeschakeld en klinkt er een geluids-
signaal.
Om de oven zonder timer te gebruiken zet
u de knop op het symbool .
Controlelampje van de thermostaat
Tijdens de bereiding gaat het controlelamp-
je van de thermostaat zo nu en dan aan en
weer uit. Dit wordt veroorzaakt door de werking
van de thermostaat van de oven, waardoor de
temperatuur constant kan blijven.
Veiligheidsthermostaat
Om oververhitting van de oven te voorkomen, is
het apparaat uitgerust met een veiligheids-
voorziening die in werking treedt zodra zich een
storing van de hoofdthermostaat voordoet. In
dat geval wordt de elektrische voeding onder-
broken: probeer deze storing niet zelf op te
lossen maar neem contact op met het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
120
0
100
60
80
20
4
0
13
Alle bereidingen moeten uitgevoerd
worden met gesloten deur.
Op de zijkanten van de oven zijn de
NIVEAUS aangegeven waarop u de hoogte van
het rooster kunt afstellen (afb. 3).
Wees voorzichtig bij het plaatsen en
verwijderen van het rooster en de lek-
bak om de geëmailleerde delen van
de oven niet te beschadigen.
Deze oven is uitgerust met een exclusief
bereidingssysteem dat zorgt voor een natuurlijke
luchtcirculatie en de afvoer van de bereidings-
dampen.
Hierdoor kunt u gerechten in een constant
vochtige omgeving bereiden waardoor ze zacht
van binnen en knapperig van buiten worden.
Bovendien worden de bereidingstijd en het
energieverbruik tot een minimum beperkt.
Tijdens de bereiding kan er stoom ontstaan,
die bij het openen van de deur naar buiten komt.
Dit is helemaal normaal.
Pas bij het openen van de deur, tij-
dens of aan het einde van de berei-
ding, altijd op voor de hete lucht-
stroom die uit de oven komt.
Wanneer de damp op de deur van de
oven slaat, verandert hij in condens. Om
de vorming van condens te beperken
moet u de oven gedurende ongeveer 10
minuten voordat u met de bereiding be-
gint voorverwarmen. Wij adviseren u de
condens na afloop van de bereiding af te
vegen.
Zet tijdens de bereiding nooit voorwer-
pen op de bodem van de oven en bedek
deze niet met aluminiumfolie, daardoor
kan het emaille beschadigd raken en uw
gerechten bederven. Zet uw houders, vuur-
vaste schalen, aluminiumfolie op het op de
juiste wijze in de geleiders van de oven ge-
plaatste rooster.
Adviezen voor het gebruik van de oven
4
3
2
1
Afbeelding 3
14
Let er, tijdens de bereidingen met olie of
vet (bijvoorbeeld bij het frituren) op, dat
deze niet oververhit raken: deze kunnen
namelijk bij hoge temperaturen in brand
vliegen.
Wanneer u gerechten in de oven zet of er-
uit haalt, ervoor zorgen dat de toevoegingen
(olie, saus, gesmolten vet) niet in grote hoe-
veelheden op de bodem van de oven te-
rechtkomen. Maak in dat geval de bodem
van de oven zorgvuldig schoon voordat u
aan een volgende bereiding begint. Daar-
mee voorkomt u ook dat er onaangename
rook en geurtjes ontstaan.
Gebruik altijd ovenhandschoenen als u ge-
rechten uit de oven haalt.
Voor bereidingen met de grill
Als u vlees of vis met de grill wilt bereiden,
smeer dit dan lichtjes in en leg het op het roos-
ter. Bij de bereiding met de grill komt de warmte
uitsluitend van boven, daarom moet het rooster
afhankelijk van de dikte van het vlees of de vis
op de hoge of lage geleiders geplaatst worden.
Ook in dit geval, moet u er ALTIJD aan den-
ken de lekbak, nadat u hier ongeveer twee
glazen water ingegoten hebt, op de onder-
ste geleiders te plaatsen.
Voor de bereiding van vlees en vis
Vlees kan in geschikte ovenschotels gelegd
worden, of direct op het rooster. In dat laat-
ste geval ALTIJD wat water in de lekbak gie-
ten en deze op de geleiders onder de grill
plaatsen. Zo wordt het vet dat tijdens de berei-
ding smelt opgevangen en het water voorkomt
dat het vet verbrandt en er onaangename lucht-
jes of rook ontstaan.
Wit vlees, gevogelte en vis vereisen over
het algemeen een bereiding op gematigde tem-
peratuur (tussen 150°C en 175°C), terwijl de
bereiding “saignant” van rood vlees gedurende
korte tijd een temperatuur van tussen 200°C en
220°C vereist.
15
Voor de bereiding van gebak
Gebak vereist een gematigde temperatuur,
van 150°C tot 200°C.
Voordat u gebak bereidt de oven altijd ge-
durende minstens 10 minuten voorverwarmen,
en de deur van de oven na aanvang van de be-
reiding altijd gesloten houden.
Als u twee gerechten tegelijkertijd wilt
bereiden (zie bereidingstabellen),
adviseren wij u de bereidingsfunctie met
hetelucht te kiezen en de eerste en
derde geleider van onderaf te gebruiken
(zie afb. 4). Als u de oven echter voor de
bereiding van slechts een gerecht
gebruikt, kies dan de onderste geleiders,
zodat u betere resultaten verkrijgt.
Toebehoren
Het apparaat wordt met de volgende acces-
soires voor de oven geleverd:
- roosters (een of twee, afhankelijk van het
model) van staal voor de oven;
- een lekbak (blad van geëmailleerd metaal
met opstaande randen).
Het op afbeelding 4 weergegeven rooster
en de lekbak moeten in de oven op verschil-
lende niveaus geplaatst worden.
Hoe kiest u de geschikte schaal
A) Schalen van aluminium, aardewerk of pirex
verminderen de bruinering van uw gerech-
ten. Daarom worden ze geadviseerd voor
de bereiding van gerezen gebak of braad-
stukken.
B) Schalen van geëmailleerd gietijzer, hitte-
bestendig porselein, of schalen met antiaan-
baklaag en gekleurde buitenkant, verhogen
de bruinering van uw gerechten, en worden
dus aangeraden voor de bereiding van piz-
za’s, vlaaien, en over het algemeen voor
gerechten die een gelijkmatige bruinering
vereisen van zowel de boven- als onder-
kant.
Afbeelding 4
ROOSTER
LEKBAK
Als u constateert dat ... dan kunt u ...
de onderkant van het een schaal kiezen
gerecht te licht is of niet van het type B
voldoende gaar en de of
bovenkant te donker is het inzetniveau
van de schaal lager
zetten
de onderkant van het een schaal kiezen
gerecht te gaar is of van het type A
te donker en de of
bovenkant het inzetniveau
te licht zetten hoger
16
De bereidingstijden in de tabel zijn exclusief voorverwarmen. Wij adviseren u de oven gedurende
ongeveer 10 minuten voor te verwarmen voordat u met de bereiding begint.
Multifunctionele elektrische oven
Traditionele bereiding en bereiding met hetelucht
gewicht in gr.
Traditionele
bereiding
4
3
2
1
Niveau
temp.
°C
GERECHT
GEBAK
Van roerdeeg 2 170 2 (1en3)* 160 45 ~ 60
Kruimeldeeg, taartbodem 2 170 2 (1en3)* 160 20 ~ 30
Kwarktaart 1 160 2 150 60 ~ 80
Appeltaart 1 180 2 (1en3)* 170 40 ~ 60
Strudel 2 175 2 150 60 ~ 80
Vlaaien 2 175 2 (1en3)* 160 30 ~ 40
Fruitcake 1 175 1 160 45 ~ 60 in broodvorm
Biscuittaart 1 175 2 (1en3)* 160 30 ~ 40 in bakvorm
Panettone 1 170 1 160 40 ~ 60
Gebak in broodvorm 1 170 2 160 50 ~ 60 in broodvorm
Kleine taart
(van roerdeeg) 2 175 2 (1en3)* 160 25 ~ 35
Koekjes (kruimeldeeg) 2 160 2 (1en3)* 150 20 ~ 30
Schuimgebak 2 100 2 (1en3)* 100 90 ~ 120
Focaccia 2 190 2 (1en3)* 180 12 ~ 20
Soezen, soesjes 2 200 2 (1en3)* 190 15 ~ 25
BROOD EN PIZZA
1000 Witbrood 1 190 2 180 40 ~ 60 1 of 2 broden
500 Roggebrood 1 190 1 180 30 ~ 45 in broodvorm
500 Broodjes 2 200 2 (1en3)* 175 20 ~ 35 6 of 8 broodjes
250 Pizza 1 210 2 (1en3)* 190 15 ~ 30 op lekbak
OVENSCHOTELS
Van pasta 2 200 2 (1en3)* 175 40 ~ 50
Van groente 2 200 2 (1en3)* 175 45 ~ 60
Quiches 1 200 2 (1en3)* 180 35 ~ 45
Lasagna 2 180 2 160 45 ~ 60
Cannelloni 2 200 2 175 40 ~ 55
VLEES
1000 Runderbraadstuk 2 190 2 175 50 ~ 70 Bereid op het rooster
1200 Varkensbraadstuk 2 180 2 175 100 ~ 130 Bereid op het rooster
1000 Kalfsbraadstuk 2 190 2 175 90 ~ 120 Bereid op het rooster
1500 Rosbief (saignant) 2 210 2 200 50 ~ 60 Bereid op het rooster
“ (medium) 2 210 2 200 60 ~ 70
“ (doorbakken) 2 210 2 200 70 ~ 80
2000 Varkensschouder 2 180 2 170 120 ~150 Met zwoerd
1200 Lamsvlees 2 190 2 175 110 ~ 130 Bout
1000 Kip 2 190 2 175 60 ~ 80 heel
4000 Kalkoen 2 2 210 160 180-240 heel
1500 Eend 2 175 2 160 120-150 heel
3000 Gans 2 175 2 160 150 ~ 200 Heel
1200 Konijn 2 190 2 175 60 ~ 80 In stukken
1200 Varkenspoot 2 180 2 160 100 ~ 120 2 poten
1500 Haas 190 150 2 2 200-175 stukken
800 Fazant 2 190 2 175 90 ~ 120 Heel
- Gehaktbrood 2 180 2 160 40 ~ 60 in broodvorm
VIS
1200 Forellen - Zeebrasem 2 190 2 (1en3)* 175 30 ~ 40 3-4 hele vissen
1500 Tonijn - Zalm 2 190 2 (1en3)* 175 25 ~ 35 4-6 plakken
Bereidings
duur
minuten
OPMERKINGEN
Bereiding
met hetelucht
4
3
2
1
Niveau
temp.
°C
in gebakvorm
in bakvorm
in bakvorm
(*) In geval van bereiding met hetelucht op meerdere niveaus kunt u beter de tussen haakjes aangegeven niveaus gebruiken.
Bereidingstabellen
17
Grilleren
Onder-
kant
Aantal
Stuks
Grammen
Hoeveelheid
Bereidings
duur minuten
Kant
Onder
Grilleren
Haasbiefstukken 4 800 3 max 12-15 12-14
Runderbiefstukken 4 600 3 max 10-12 6-8
Halve kip 2 1000 3 max 30-35 25-30
Kipppenborst 4 400 3 max 12-15 12-14
Varkenskarbonades
4 600 3 max 12-16 12-14
Hamburger 6-9 600 3 max 10-15 8-10
Saucijzen 8 3 max 12-15 10-12
Spiezen 4 3 max 10-15 10-12
Vis, filets (tong) 4 400 3 max 12-14 10-12
Gevulde toast 4-6 3 max 5-7
Witbrood voor toast 4-6 3 max 2-4 2-3
GERECHT
De bereidingstijden in de tabel zijn exclusief voorverwarmen. Wij adviseren u de oven gedurende
ongeveer 10 minuten voor te verwarmen voordat u met de bereiding begint.
4
3
2
1
Niveau
temp.
°C
De aangegeven bereidingstijden en temperaturen zijn richtwaardes en kunnen aan uw persoonlijke wensen
aangepast worden.
18
Verzeker u ervan dat de stekker van
het apparaat uit het stopcontact is
gehaald voordat u reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden verricht.
Gebruik geen stoom of stoomreinigers
om het apparaat schoon te maken.
De kookplaat
Was de geëmailleerde roosters af met water
en afwasmiddel. U kunt ze ook in de afwas-
machine wassen.
Verwijder de branderdeksels en de vlamver-
delers en was ze zorgvuldig af met warm water
en afwasmiddel. Droog ze goed af voordat u ze
weer op hun plaats zet en controleer of ze in de
juiste stand staan.
Verwijder sporen van jus, saus, verbrande
suiker zo snel mogelijk met een vochtige doek,
want deze vloeistoffen en suikerhoudende stof-
fen kunnen de glans van het emaille aantasten.
Gebruik geen schuursponsjes of messen om
afzettingen te verwijderen. Vermijd altijd het ge-
bruik van schuurmiddelen. Bij de modellen met
automatische ontsteking van de gaspitten is deze
functie beveiligd door een “bougie” van keramiek
en een metalen elektrode (zie afb. 1 - letter C).
Maak deze onderdelen van de kookplaat regel-
matig zorgvuldig schoon.
Controleer bovendien, om problemen bij de
ontsteking te voorkomen, of de gaatjes van de
vlamverdelerskroon niet verstopt zijn.
De oven
Gebruik voor de dagelijkse reiniging warm
water en een mild reinigingsmiddel of een van de
vele normaal in de handel verkrijgbare producten.
Gebruik geen schuursponsjes of messen om af-
zettingen te verwijderen. Vermijd altijd het gebruik
van schuurmiddelen.
Als u producten in een spuitbus gebruikt, richt
de straal dan niet op de onderdelen van roestvrij
staal, want die zouden beschadigd kunnen raken.
Maak de accessoires van de oven (rooster, lek-
Reiniging en onderhoud
19
bak, enz.) schoon met warm water en afwas-
middel. Maak de ovendeur uitsluitend schoon met
warm water, vermijd het gebruik van ruwe spons-
jes of schuurmiddelen.
Gebruik geen aluminiumfolie om de
wanden of de bodem van de oven af te
dekken om vetspatten op te vangen.
Dit kan leiden tot oververhitting en dus
het emaille beschadigen.
Ovendeur reinigen
Wij adviseren u de ovendeur te demonteren
voordat u deze schoonmaakt.
Ga als volgt te werk:
1. zet de deur helemaal open;
2. lokaliseer de twee scharnieren die de deur
ondersteunen (afb. 5);
3. til de hendels op de beide scharnieren op en
draai ze om (afb. 6);
4. houd de deur aan de beide buitenkanten vast
en sluit hem langzaam MAAR NIET HELE-
MAAL (afb. 7);
5. maak de twee scharnieren los, door ze uit hun
zittingen te trekken en zodoende de ovendeur
te kunnen verwijderen (afb. 7);
6. leg de ovendeur op een stevige ondergrond.
Maak de ruit alleen met warm water schoon.
Gebruik geen ruwe sponsjes. Zet na de reiniging
de deur weer op zijn plaats door de beschreven
procedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Wij adviseren u de ovendeur en het
bedieningspaneel van roestvrij staal
uitsluitend met een vochtige spons schoon
te maken en deze na elke
schoonmaakbeurt goed af te drogen met
een zachte doek.
Vermijd het gebruik van schuursponsjes,
staalwol en zure of schurende producten,
deze kunnen de oppervlakken beschadi-
gen.
Afbeelding 7
)
Afbeelding 5
Afbeelding 6
20
Het opgenomen vermogen van het
apparaat en de overige technische
informatie zijn vermeld op het
typeplaatje, dat zichtbaar wordt bij het
openen van de ovendeur.
Afbeelding 8
Vervanging van het ovenlampje
1. Trek de stekker van het apparaat uit het
stopcontact.
2. Schroef het glazen beschermkapje van het
lampje los (afb. 8).
3. Draai het doorgebrande lampje los en ver-
vang het door een nieuw lampje dat geschikt
is voor hoge temperaturen (300° C) met de
volgende kenmerken: spanning 230 V (50
Hz), vermogen 25 W, fitting E14.
4. Zet het glazen beschermkapje terug en steek
de stekker van het apparaat weer in het stop-
contact.
Waterpas zetten
Het apparaat is voorzien van stelpootjes die
op de achterste en voorste hoeken van het
voetstuk gemonteerd zijn (Fig. 9).
Door aan de pootjes te draaien kunt u de
hoogte van het apparaat instellen zodat het
precies waterpas staat ten opzichte van de
andere werkbladen en om te zorgen voor een
gelijkmatige verdeling van vloeistoffen in de
pannen en potten.
Afbeelding 9
Periodieke controles
Laat de toestand van de flexibele leiding van
de gasaansluiting regelmatig controleren en laat
hem vervangen door een vakman zodra u een
afwijking constateert.
Wij adviseren u de leiding te laten vervangen
vóór de vervaldatum die op de aansluitleiding
vermeld is.
Als u storingen in de werking constateert
dient u het fornuis te laten nakijken door
gekwalificeerde vakmensen.
21
Montage van de opstaande rand
Het apparaat is voorzien van een metalen
opstaande rand die aan de achterkant van de
kookplaat gemonteerd moet worden.
U vindt deze opstaande rand in het boven-
ste gedeelte van de verpakking van piepschuim.
Ga voor de montage als volgt te werk:
1. Maak de kookplaat zorgvuldig schoon door
resten van de beschermfolie en eventuele
sporen van vet te verwijderen.
2. Twee steunen van chroom voor de bevesti-
ging van de opstaande rand en de bijbeho-
rende schroeven zitten in een plastic zakje.
3. Bevestig de twee steunen op de achterkant
van de kookplaat met behulp van de twee
schroeven, let op dat u de ventilatie-
openingen niet blokkeert (afb. 10).
4. Verwijder de beschermfolie van de op-
staande rand.
5. Plaats de opstaande rand in de steunen
zoals aangegeven op afb. 11 en zet hem
vast met de bijgeleverde vier schroeven
(afb. 12).
Afbeelding 10
Afbeelding 11
Afbeelding 12
)
22
Problemen oplossen
Sommige storingen kunnen veroorzaakt worden door onvoldoende onderhoud of nalatigheid
en kunnen makkelijk worden opgelost zonder tussenkomst van de Technische dienst. Voer eerst
de volgende controles uit voordat u contact opneemt met een erkend servicecentrum.
Probleem
De vlam is niet regelmatig
of heeft de neiging uit te
gaan.
Er hangt een gaslucht in
de ruimte.
De oven wordt niet warm.
De bereidingstijden duren
te lang.
Er komt rook uit de oven.
De ovenverlichting gaat
niet branden.
Oplossing
Controleer of:
de gaatjes van de vlamverdelers van de branders niet ver-
stopt zijn;
de drukregelaar werkt;
indien het gas afkomstig is uit een fles, of er nog gas in de
fles zit;
de kraan van de gasfles volledig open staat.
Controleer of:
er geen kraan open is blijven staan;
de toevoerleiding van het gas goed geplaatst is en in goede
staat verkeert; denk eraan deze te vervangen voor de
vervaldatum die vermeld is op de aansluitleiding.
Ga nooit op zoek naar gaslekken met een lucifer!
Als u twijfelt, sluit dan de hoofdkraan van het gas en neem
contact op met een erkend servicecentrum.
Verzeker u ervan dat de knop van de oven in de stand
„aan“ staat.
Controleer of de ingestelde temperatuur de meest ge-
schikte is voor het gerecht dat u wilt bereiden.
Wij adviseren u deze na elk gebruik schoon te maken. Tij-
dens de bereiding van vlees ontstaan vetspatten die rook
en onaangename luchtjes kunnen veroorzaken bij de vol-
gende bereiding, als ze niet onmiddellijk verwijderd wor-
den.
Het ovenlampje kan doorgebrand zijn. Volg de aanwijzin-
gen die in dit boekje staan op om het lampje te vervangen.
23
Categorie gas II2L3B/P
Apparaat van klasse 1 en klasse 2 - subklasse 1
Vermogen verwarmingselementen - Elektrische oven
Onderste verwarmingselement 1000 W
Bovenste verwarmingselement 800 W
Verwarmingselementen boven-onder 1800 W
Bereiding met hetelucht 2025 W
Verwarmingselement grill 1650 W
Ovenlampje 25 W
Ventilator oven 25 W
Maximaal vermogen van de oven 2050 W
Voedingsspanning (50 Hz) 230 V
Maximaal vermogen: vermeld op het typeplaatje, dat u kunt vinden als u de ovendeur open doet.
Vermogen branders - Kookplaat G25 (2L) / 25 mbar
Sudderbrander 1000 W
Halfsnelle brander 2000 W
Snelle brander 3000 W
Driekrings wokbrander 4000 W
Maximaal vermogen van de kookplaat 12000 W
Afstelling apparaat G25 (2L) / 25 mbar
Technische gegevens
Hoogte Breedte Diepte
900 mm 700 mm 600 mm
Afmetingen van het apparaat
24
Kenmerken van de branders
Tabel 1: Inspuitstukken
Tabel 2: diameters bypass afregelschroeven
TYPE MAXIMALE MINIMALE NOMINALE AFGIFTE
BRANDER WARMTE- WARMTE-
AFGIFTE AFGIFTE AARDGAS FLESSENGAS
kW kW 30 mbar
m
3
/h g/h
Sproeiers
G25
Sproeiers
G30/G31
100/mm 25 mbar 100/mm 30 mbar
Sudderbrander 1,0 0,33 071 0,111 50 73
Normaalbrander 2,0 0,45 100 0,221 71 145
Sterkbrander Aardgas: 3,0 0,75 124 0,332 86 204
Flessengas: 2,8
Driekrings
wokbrander
4,0 1,40 147 0,443 98 291
Brander Ø Bypass 1/100 mm.
Sudderbrander 28
Normaalbrander 32
Sterkbrander 42
Driekrings wokbrander 56
25
De volgende aanwijzingen zijn tot een
gekwalificeerd technicus gericht, die de
installatie uitvoert, zodat hij de installatie en
de verbindingen op de juiste manier kan
uitvoeren, de huidige wetten en normen in
acht nemende. Iedere tussenkomst na
aansluiting dient te worden uitgevoerd met
afgekoppelde of uitgeschakelde
stroomtoevoer.
De installatie en de elektrische aansluiting
van het apparaat moeten door een erkend
vakman gebeuren.
Aansluiting van de stroomtoevoer
Gasfornuizen met vonkontsteking zijn voorzien
van een 3-aderig aansluitsnoer met
randaardesteker. Der netspanning moet 230 V
50Hz zijn.
De aansluiting moet volgens NEN 1010 en even-
tuele speciale voorschriften van het plaatselijk
energiebedrijfuitgevoerd worden.
Waarschuwing: Het aansluiten mag
alléén door een erkend vakman ge-
schieden.
De fabrikant wijst elke aansprakelijk-
heid af ten aanzien van schade of let-
sel of, indien bovenstaande veilig-
heidsmaatregelen niet werden getrof-
fen.
Attentie
Bij het gebruik van het toestel wordt er bij de
verbranding van aardgas zuurstof onttrokken uit
de lucht. Zorg daarom voor voldoende ventila-
tie.
Waarschuwingen voor de installateur
26
Plaatsing
Het apparaat is ontworpen voor plaatsing
naast meubels waarvan de zijkanten niet hoger
zijn dan het werkblad.
A
B
A) Aansluitpijp
B) Adapter
Gasaansluiting
De aansluiting moet volgens NEN 1078 gemaakt
worden.
Het fornuis is vanuit de fabriek gemaakt en
ingesteld voor de gassoort zoals aangegeven
op het typeplaatje.
Overtuig u ervan dat deze gegevens
overeenkomen met de geleverde gassoort in de
woning.
De aansluiting dient van een GIVEG,
goedgekeurde aansluitgaskraan met koppeling
voorzien te worden (afb. 13).
Waarschuwing
Om te controleren of alle verbindingen
naar het toestel goed gasdicht zijn, die-
nen de aansluitingen met een
zeep-oplossing op dichtheid gecontro-
leerd te worden, nooit met een vlam.
Afbeelding 13
27
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Het ingestelde type gas is aangegeven op
een sticker naast de gasaansluiting. Bij om-
bouw moet de sticker worden vervangen.
Het ombouwen van gasinstallaties mag
alleen door een erkend installateur uitge-
voerd worden.
Vóór het ombouwen moet het apparaat
worden losgekoppeld van gas- en stroomvoor-
ziening: draai de gaskraan dicht en schakel de
zekeringen in de huisinstallatie uit.
Vervangen van de sproeiers
1. De pannendragers verwijderen.
2. De branders en de vonkontsteking verwijde-
ren.
3. M.b.v. een steeksleutel van 7 mm de
gassproeiers losschroeven en verwijderen
(afb. 14).
4. In omgekeerde volgorde nieuwe
gassproeiers monteren (zie “Tabel 1:
Inspuitstukken”).
5. De sticker naast de gasaansluiting vervan-
gen. Deze sticker wordt met het apparaat
meegeleverd.
Als de gasdruk afwijkt van de waarde zoals
vermeld op de sticker naast de gasaansluiting,
moet volgens de geldende normen een passen-
de drukregelaar op de inlaatleiding worden ge-
plaatst.
Regeling gaspitten
1. De brander ontsteken.
2. De bedieningsknop op “minimale gas-
toevoer” draaien.
3. De knop verwijderen.
4. De bypass afregelschroef (afb. 15) m.b.v.
een dunne schroevendraaier regelen. Bij
het omschakelen van aardgas naar flessen-
gas moet de schroef met de wijzers van de
klok mee worden vastgedraaid, tot een
kleine regelmatige vlam is verkregen.
Ombouw naar vloeibaar gas
Afbeelding 14
Afbeelding 15
bypass afregelschroef
28
Plaatsing tussen aanbouwmeubelen
Bij plaatsing van het apparaat tussen
aanbouwmeubelen dient u zich aan de op afb.
16 vermelde afstanden te houden.
Bij dit type installatie (d.w.z. volgens
klasse 2 subklasse 1) dient u voor de
gasaansluiting uitsluitend gebruik te
maken van flexibele metalen leidingen
die in overeenstemming zijn met de
geldende voorschriften in het land waar
het apparaat geïnstalleerd wordt.
Afbeelding 16
De vermelde afmetingen
zijn uitgedrukt in millimeters.
Vervanging van het installatieplaatje
Nadat alle aanpassingen van het apparaat
aan het nieuwe type gas zijn voltooid, vervangt
u het typeplaatje (dat vlakbij de gasaansluiting
zit) door het plaatje dat overeenkomt met het
nieuwe type gas. Dit plaatje zit in het zakje met
de garantiepapieren (of in de verpakking met de
gassproeiers dat verkrijgbaar is bij onze
Assistentiecentra).
in geval van transformatie van flessengas
naar aardgas, het by-pass schroefje onge-
veer 1/4 draai losschroeven, totdat men een
kleine regelmatige vlam verkrijgt.
5. Controleer of de vlam blijft branden als u de
knop snel van maximaal naar minimaal
draait.
29
De elektrische aansluiting moet in
overeenstemming met de geldende
voorschriften worden uitgevoerd.
Het apparaat is geschikt voor de werking op
een voedingsspanning van 230 V monofase.
Voor het uitvoeren van de aansluiting, dient
u te controleren of
- de begrenzingsklep en de huisinstallatie
geschikt zijn voor de belasting van het ap-
paraat (zie het typeplaatje),
- het stopcontact dat gebruikt wordt geaard
is volgens de geldende voorschriften,
- het stopcontact of de omnipolaire schake-
laar die gebruikt worden voor de aansluiting
makkelijk toegankelijk zijn nadat het appa-
raat geïnstalleerd is.
Het apparaat wordt stekkerklaar geleverd.
De kabel met stekker voor de aansluiting op het
elektriciteitsnet moet in een stopcontact met
beveiligingscontact (230 V~, 50 Hz) gestoken
worden. De contactdoos met beveiligings-
contact moet overeenkomstig de voorschriften
geïnstalleerd zijn.
Als u een rechtstreekse aansluiting op het
elektriciteitsnet wilt dan moet er tussen het ap-
paraat en het net een omnipolaire schakelaar
met een opening tussen de contacten van min-
stens 3 mm geïnstalleerd worden, met de juiste
afmeting voor de belasting die in overeenstem-
ming is met de geldende voorschriften.
De geel-groene aardingsdraad mag niet
onderbroken worden door de schakelaar.
De bruine fasekabel (afkomstig van de
klem «L» van het klemmenbord van het fornuis)
moet altijd aangesloten worden op de fase van
het voedingsnet. In elk geval moet de voedings-
kabel zodanig geplaatst worden, dat geen en-
kel onderdeel ervan een temperatuur van 50°C
hoger dan de omgevingstemperatuur kan berei-
ken.
Elektrische aansluiting
Vervanging van de voedingskabel
De voedingskabel mag uitsluitend
vervangen worden door de techni-
sche dienst of door personeel dat
gelijkwaardig gekwalificeerd is.
In geval van vervanging van de voedings-
kabel kabels van het type H07 RN-F, H05 RN-
F, H05 RR-F, H05 VV-F, H05 V2V2-F (T90),
H05 BB-F gebruiken, met een voor de belasting
geschikte doorsnede; de geel/groene aarde-
kabel moet ongeveer 2 cm langer zijn dan de
fasekabel en de neutrale kabel (afb. 17).
Test, na de aansluiting, de verwarmings-
elementen door ze ongeveer 3 minuten te laten
werken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk ge-
steld worden als deze veiligheids-
voorschriften niet worden opgevolgd.
Fase
Afbeelding 17
Aarde
Neutraal
30
Als de controles die wij voorstelden in het
hoofdstuk “Het oplossen van storingen” het pro-
bleem niet opgelost hebben, neem dan contact
op met de dichtstbijzijnde erkende Technische
assistentiedienst, vermeldt daarbij het soort sto-
ring, het model van het apparaat (Mod.), het
productnummer (Prod. n°) en het fabricage-
nummer (Ser. N°) die u op het identificatie-
plaatje van de oven kunt vinden.
Het plaatje zit op de buitenkant van de oven en
wordt zichtbaar als u de deur opendoet, op de
plaats die aangegeven is op afbeelding 18.
De originele vervangingsonderdelen,
gecertificeerd door de fabrikant, zijn uitsluitend
verkrijgbaar bij onze technische assistentie-
centra en erkende onderdelenwinkels.
Technische assistentie en onderdelen
Afbeelding 18
31
Garantie/serviceafdeling
Nederland
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks
kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen,
zowel binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet
negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk
Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken
aan het product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de
eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt
tot 12 maanden. Voor tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand
die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen.
Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De
garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum
te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals
(vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor
de waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik,
gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of
ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien
werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan
of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor
grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat
de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de
hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door
abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
32
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt
of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige
vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding
te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang
van een nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten
het product, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product
niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde
producten. Indien een product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of
het product voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het
buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in
Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet
altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en
Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk
binnen één werkdag worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal
plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2 a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar
de vermoedelijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig
mogelijke, gespecificeerde begroting maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten
en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk worden
vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren
toestel worden teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat
dit is geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden
gebracht op basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen
het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de
consument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b
bepaalde.
33
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien
om het toestel in werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of door de
technicus met de consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht,
tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en
serienummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte
onderdelen en materialen en een korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling
van de rekening dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door middel van een
gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een
volledige garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos
uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een
garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument
op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de technicus te
overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal
huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en
redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan
worden, zal aan de consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk
worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te bepalen jaarlijks
afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met
uitzondering van de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer
volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege
aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke
vereisten terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele
en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften gegarandeerde
onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland
Adres service-afdeling
Nederland
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Service-informatielijn
tel. 0172-468 300
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
34
Consumentenbelangen tel. 0172-468 172
(voor algemene, product- of
gebruiksinformatie)
www.aeg.nl
Dit apparaat wordt door Electrolux in elk van de achter in deze handleiding genoemde landen
gedurende de in het bij het apparaat behorende garantiebewijs genoemde periode of anderszins
bij de wet gegarandeerd. Als u van een van deze landen verhuist naar een ander van de hieronder
genoemde landen, verhuist de garantie op het apparaat met u mee. De volgende beperkingen zijn
hierop van toepassing:
De garantie op het apparaat begint op de datum van eerste aankoop van het apparaat. Deze
datum dient te worden aangetoond door overlegging van een geldig, door de verkoper van het
apparaat afgegeven aankoopbewijs.
De garantie op het apparaat geldt voor dezelfde periode en in dezelfde mate voor arbeidsloon
en onderdelen als van toepassing in uw nieuwe land van vestiging op dit specifieke model of
deze specifieke serie apparaten.
De garantie op het apparaat is persoonlijk, geldt dus voor de oorspronkelijke koper van het
apparaat en kan niet worden overgedragen op een andere gebruiker.
Het apparaat wordt geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de door Electrolux
afgegeven instructies en wordt alleen in huis gebruikt, dat wil zeggen, het apparaat wordt niet
gebruikt voor commerciële doeleinden.
Het apparaat wordt geïnstalleerd in overeenstemming met alle relevante voorschriften die in
uw nieuwe land van vestiging van kracht zijn.
De voorwaarden van deze Europese garantie tasten geen van de aan u bij de wet verleende
rechten aan.
Europese garantie
35
359059502 06/10
R.A
www.zanussi.nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Zanussi ZCM760DCX Handleiding

Type
Handleiding