5
Tijdens het gebruik
• Het is belangrijk dat dit instructieboekje bij
het apparaat bewaard wordt, zodat u het
later nog eens kunt raadplegen. Als het
apparaat aan iemand anders verkocht of
geschonken wordt, zorg er dan voor dat dit
boekje aan de nieuwe gebruiker gegeven
wordt, zodat deze op de hoogte is van de
werking van het apparaat en de
bijbehorende waarschuwingen.
• Dit product is ontworpen voor niet-
professioneel, huishoudelijk gebruik en
voor het bereiden van voedsel. Gebruik het
niet voor andere doeleinden.
• Dit apparaat wordt heet tijdens het koken
en blijft dit nog even, zelfs nadat het
apparaat uitgeschakeld is. Zorg ervoor
dat u de verwarmingselementen in de
oven niet aanraakt.
• Pas bij het openen van de deur, tijdens
of aan het einde van de bereiding, altijd
op voor de hete luchtstroom die uit de
oven komt.
• Om het aansteken van de branders te
vergemakkelijken, deze aansteken voordat
u een pan op het rooster zet.
• Nadat u de brander hebt aangestoken,
controleren of deze regelmatig brandt. Zet
de brander altijd laag of uit voordat u de
pan van de kookplaat haalt.
• Zet geen onstabiele of vervormde pannen
op de kookplaat of op de branders: deze
zouden om kunnen vallen of over kunnen
koken en brand veroorzaken.
• Gebruik altijd ovenhandschoenen als u
gerechten uit de oven haalt.
• Tijdens bereidingen met olie of vet
(bijvoorbeeld bij het frituren), opletten dat
de levensmiddelen niet te heet worden:
deze kunnen namelijk bij hoge
temperaturen in brand vliegen.
• Wanneer u gerechten in de oven zet of
eruit haalt, ervoor zorgen dat de
toevoegingen (olie, saus, gesmolten vet)
niet in grote hoeveelheden op de bodem
van de oven terechtkomen. Maak in dat
geval de bodem van de oven zorgvuldig
schoon voordat u aan een volgende
bereiding begint.
• Controleer of u de roosters van de oven op
de juiste manier geplaatst heeft (zie de
betreffende aanwijzingen).
• Apparaten met een lade: als het kooktoe-
stel in gebruik is, wordt de lade onder de
oven warm. Zet er alleen hittebestendige
houders in. Leg er nooit brandbare materi-
alen in (papier, keukendoeken, enz.).
• Als u een elektrisch huishoudelijk apparaat
aansluit op een stopcontact in de buurt van
dit apparaat, let er dan op dat het snoer de
ovendeur of de kookplaat niet aanraakt.
• Verzeker u ervan dat alle bedieningsknop-
pen, na gebruik van het apparaat, in de
stand “UIT” staan.
Reiniging en onderhoud
• Verzeker u ervan dat de stekker van het
apparaat uit het stopcontact is gehaald
voordat u reinigings- of onderhoudswerk-
zaamheden verricht.
• Houd het apparaat altijd goed schoon.
Voedselresten verhogen de kans op brand.
• Let met name goed op bij het gebruik van
reinigingsproducten in spuitbussen: richt
de straal nooit op de verwarmingselemen-
ten of het bolletje van de thermostaat.
• Gebruik geen stoom of stoomreinigers om
het apparaat schoon te maken.
• Gebruik geen ruwe, schurende materialen
of metalen schrapers om de glazen
oppervlakken van de ovendeur schoon te
maken, deze kunnen het glas beschadigen
en/of laten barsten.