Siemens hb 95050 de handleiding

Type
de handleiding
HB 950 . .
Gebrauchs- und Gebruiks- en
Montageanweisung montageaanwijzing
Operating and Fitting Istruzioni per l’uso
Instructions e l’installatore
Mode d’emploi et
Kullanma ve
Instructions de montage
montaj k∂lavuzu
de
en
fr
nl
it
tr
min
sec
h
min
°C
°C
°C
0
°C
0
93
Inhoudsopgave
Gebruiksaanwijzing
voor de gebruiker Pagina
Waar u op moet letten
Aanwijzingen voor de afvoer 94
Vóór het aansluiten van het
nieuwe apparaat 94
Veiligheidsvoorschriften 95
Vóór het eerste gebruik
Reiniging vóór gebruik 95
Eerste keer verhitten 95
Dit is uw nieuwe fornuis
Beschrijving van het apparaat 96
Toebehoren 97
Inschuifhoogten 97
Elektronische tijdschakelaar
Tijdinstelling 98
Wekker 99
Automatisch uitschakelen 100
Automatisch in- en uitschakelen 101
Bakken en braden
Ovenfuncties 102
Oven in- en uitschakelen 103
Bakken 104–107
Braden 108+109
Circulatie-grillen 110+111
Grillen 112+113
Ontdooien / Drogen /
Verwarmen 114+115
Tips en trucs 116
Pagina
Reinigen en onderhouden
Belangrijke aanwijzingen 117
Email en glas 117
Edelstalen voorkant 117
Oven 117
Verwijderen en aanbrengen
van de ovendeur 118
Rooster verwijderen 118
Storingen en reparaties 119
Wat doet u, wanneer
er iets niet werkt? 120
Montageaanwijzing
voor de installateur
en keukenvakman Pagina
Belangrijke aanwijzingen 121
Meubelprogramma’s 121
Inbouwen 122
94
Aanwijzingen voor de afvoer
Oude apparaten zijn geen waardeloos
afval. Dankzij een milieuvriendelijke
afvoer kunnen waardevolle materialen
worden hergebruikt.
Maak uw oude apparaat onbruikbaar
voor u het afvoert.
Uw nieuwe apparaat wordt beschermd
door de verpakking wanneer het naar u
wordt vervoerd. Alle gebruikte materialen
zijn milieuvriendelijk en kunnen worden
hergebruikt. Lever uw bijdrage door de
verpakking milieuvriendelijk af te voeren.
Bij uw vakhandel of bij uw gemeente
kunt u informatie vragen over de meest
geschikte wijze van afvoer.
Vóór het aansluiten van het
nieuwe apparaat
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig
voordat u het nieuwe apparaat gebruikt.
Ze bevat belangrijke informatie voor uw
veiligheid en voor het gebruik en het
onderhoud van het apparaat.
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor
verschillende uitvoeringen van het
apparaat. Het is mogelijk dat er een
aantal kenmerken worden beschreven
die niet van toepassing zijn op uw
apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en het
montagevoorschrift zorgvuldig,
eventueel voor een volgende bezitter
van het apparaat.
Indien het apparaat beschadigd is, mag
u het niet in gebruik nemen.
Laat de montage en aansluiting van het
apparaat uitsluitend volgens de
bijgevoegde voorschriften door een
erkende vakman uitvoeren. Wanneer het
apparaat verkeerd wordt aangesloten,
vervalt in geval van een defect de
garantie.
Onze apparaten voldoen aan de
geldende veiligheidsvoorschriften voor
elektrische apparaten. Reparaties
mogen uitsluitend worden uitgevoerd
door technici van de klantenservice die
door de fabrikant zijn opgeleid. Wanneer
reparaties niet deskundig worden
uitgevoerd, kunnen daaruit voor u
ernstige gevaren voortkomen.
Waar u op moet letten
95
Waar u op moet letten
Veiligheidsvoorschriften
Gebruik het apparaat uitsluitend voor
het bereiden van gerechten.
Het oppervlak van verwarmings- en
kookapparatuur wordt tijdens het
gebruik heet. De binnenzijden van de
oven en de verwarmingselementen
worden zeer heet. Kinderen altijd uit de
buurt van de oven houden.
Blijf in de buurt wanneer u gerechten
met vet of olie bereidt. Bij oververhitting
kan het vet of de olie gaan branden.
Reinig de oven regelmatig.
Vet- en olieresten kunnen in brand
vliegen wanneer de oven wordt
ingeschakeld.
De aansluitsnoeren van elektrische
apparaten mogen de hete kookzones
niet aanraken en mogen niet tussen de
hete deur van de oven beklemd raken.
De isolatie zou dan beschadigd kunnen
worden.
Bij een defect de zekering van de
elektrische installatie uitschakelen.
Bewaar geen brandbare voorwerpen in
de oven. Ze kunnen gaan branden
wanneer de oven onbedoeld wordt
ingeschakeld. Geen brandbare
voorwerpen op het kookplateau leggen.
Maak de oven of het kookplateau niet
met een stoom- of hogedrukreiniger
schoon.
Leg bakpapier niet los in de oven
wanneer u met hetelucht
werkt (bijv.
bij het opwarmen). De
heteluchtventilator kan het papier
aanzuigen.
Hierdoor kunnen de verwarming en de
ventilator beschadigd raken.
Schuif geen bakblik op de bodem van
de oven en leg geen aluminiumfolie op
de bodem, anders hoopt de warmte
zich op. Bak- en braadtijden zijn dan
niet meer juist en het email wordt
beschadigd.
Giet nooit rechtstreeks water in de hete
oven. Het email kan dan worden
beschadigd.
Fruitsap dat van het bakblik druipt, laat
vlekken achter die niet meer verwijderd
kunnen worden. Gebruik voor het
bakken de diepere braadslede.
Ga niet op de open ovendeur zitten of
staan.
De ovendeur moet goed sluiten. De
afdichtingen van de deur moeten
schoon blijven.
Eerste keer verhitten:
1. Verwarm de lege oven ca. 30 minuten
voor.
Kies daarvoor boven- en onderwarmte bij
240 C°.
Open tijdens het verhitten de ramen van
uw keuken om te voorkomen dat er een
onaangename geur blijft hangen.
Reiniging vóór gebruik:
1. Reinig het apparaat aan de buitenkant
met een zachte en vochtige doek.
2. Reinig de oven en het toebehoren met
een heet sopje.
Vóór het eerste gebruik
min
sec
h
min
°C
°C
°C
0
°C
0
96
Dit is uw nieuwe oven
Elektronische klok
Temperatuur-
keuzeknop
Temperatuur-
keuzeknop
Het bedieningspaneel:
De schakelaars zijn verzinkbaar in het
paneel. Druk op de schakelaar om deze
te laten verzinken en weer naar buiten
te laten komen. De schakelaar moet
daarvoor in de uit-stand staan.
Het bedieningspaneel is verlicht. Zodra
u een functie instelt, wordt de
verlichting ingeschakeld.
Functiekeuze-
knop
Grote oven kleine oven
Ovenfuncties grote oven:
0 Ovenverlichting
k Ontdooistand
t Boven- en onderwarmte
Hete lucht
ˆ Circulatie-grillen
x Oppervlakte-grillen
klein grill-oppervlakt (energiespaargrill)
\ Oppervlakte-grillen
groot grill-oppervlakt
Ovenfuncties kleine oven:
0 Ovenverlichting
t Boven- en onderwarmte
x Oppervlakte-grillen
klein grill-oppervlakt (energiespaargrill)
\ Oppervlakte-grillen
groot grill-oppervlakt
s Onderwarmte
Functiekeuze-
knop
97
Dit is uw nieuwe oven
Inschuifhoogten
Kleine oven
Uw oven beschikt over 3 inschuifhoogten.
De inschuifhoogten worden van beneden
naar boven met cijfers aangeduid.
Deze cijfers bevinden zich op de oven.
Grote oven
Uw oven beschikt over 4 inschuifhoogten.
De inschuifhoogten worden van beneden
naar boven met cijfers aangeduid.
Deze cijfers bevinden zich op de oven.
Bij het werken met hete lucht
inschuifhoogte »2« niet gebruiken om
de luchtcirculatie niet nadelig te
beïnvloeden.
Aanwijzing:
Bakplaat en braadslede/bakplaat
kunnen tijdens gebruik in de oven krom
trekken. De oorzaak hiervan zijn de
grote temperatuurverschillen op het
toebehoren. Ze kunnen ontstaan
wanneer slechts een gedeelte van het
toebehoren bedekt is of wanneer
bevroren etenswaar, een pizza bijv., op
het toebehoren is gelegd.
De kromming wordt reeds tijdens het
bakken, braden of grilleren minder.
Toebehoren
Standaard worden meegeleverd:
2 bakplaat
1 bak- en braadrooster
1 braadslede met rooster
min
sec
h min
Dauer
Ende Wecker
Elektronische klok
Opmerkingen:
Door de toets of + ingedrukt te
houden, kunt u de klok instellen in
stappen van 10 minuten.
Hinweise:
De tijd wordt niet weergegeven wanneer
u de wekker, een tijdsduur of een
eindtijd hebt ingesteld. Als u de actuele
tijd wilt weten, drukt u op de toets
tijd
6. De tijd wordt enkele seconden
weergegeven op de display.
Tijdsinstelling
Voordat u het apparaat voor het eerst
gebruikt, dient u met de elektronische
tijdschakelaar de actuele tijd in te
stellen.
Nadat het apparaat aan de elektrische
stroom is aangesloten of nadat de
stroom is uitgevallen, knipperen in het
display de cijfers
{:{{
.
De tijd instellen:
1. De toets tijd 6 indrukken.
2. Met de toets of + de actuele tijd
instellen. Na enkele seconden wordt de
tijd automatisch weergegeven.
Wijzingen van de tijd (bijv. van zomer-
naar wintertijd):
Let op! Wanneer een tijdsduur of een
eindtijd is ingesteld, kunt u de tijd niet
wijzingen.
1. De toets tijd
6 indrukken.
2. Met de toets of + de actuele tijd
instellen.
Tijdsinstelling
Wekker
Gebruiksduur
Einde gebruiksduur
Tijd van de dag
min
sec
hmin
Dauer
Ende Wecker
2.
1.
98
99
De wekker
U kunt de wekker op elk gewenst moment instellen.
Ook wanneer er al een tijdsduur of een eindtijd is
ingesteld.
Het aflopen van de wekkertijd is altijd zichtbaar op de
display.
De wekker geeft een speciaal geluidssignaal. Hieraan
kunt u horen of de wekker of bijv. een ingestelde tijd is
afgelopen.
Zo stelt u in:
1. De toets wekker
8
indrukken.
2. Met de toets of + de gewenste kookwekkertijd
instellen.
Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd
automatisch weergegeven. De wekkertijd loopt af op
de display voor de elektronische klok.
Na afloop van de tijd klinkt een geluidssignaal. Het
symbool Wekker knippert. U kunt het geluidssignaal
uitschakelen door op de toets
wekker
8
te drukken.
Correctie:
De toets wekker
8
indrukken. Met de toets of + de
tijd veranderen.
Wissen:
De toets wekker
8
tweemaal kort na elkaar indrukken.
Instellen:
Elektronische klok
min
sec
h min
Dauer
Ende Wecker
2.
1.
100
Automatische tijdschakeling alleen
van de grote oven
Via de elektronische klok kunt u de oven in- en
uitschakelen.
Automatisch uitschakelen:
Het bakken of braden begint onmiddellijk.
1. Kies het verwarmingssysteem en de
oventemperatuur.
2. Toets duur
? indrukken.
3. Met de toets of + de voorgestelde tijdsduur
veranderen.
Na enkele seconden start de oven.
Na afloop van de tijd klinjkt een signaal. De oven
schakelt zichzelf uit. U kunt het signaal uitzetten
door op de toets duur
? te drukken.
Als het gerecht nog niet helemaal gaar is, stelt u
nogmaals een tijdsduur in met behulp van de
draaiknop.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u de
functiekeuzeknop uit.
Corrigeren:
De duur kunt u op elk gewenst moment
veranderen. Druk op de toets duur
? en corrigeer
de tijdsduur met de toets of +.
Wissen:
Schakel de functiekeuzeknop uit.
Aanwijzingen:
Op de klokdisplay loopt de kookwekkertijd af.
Als u de resterende bereidingstijd van het gerecht
in de oven wilt weten, drukt u op de knop duur
?.
De resterende tijd wordt enkele seconden
weergegeven.
U kunt een tijdsduur instellen tussen
1 minuut en 23 uur 59 minuten.
Elektronische klok
min
sec
hmin
Dauer
Ende Wecker
2.
min
sec
hmin
Dauer
Ende Wecker
3.
101
Elektronische klok
Automatisch in- en uitschakelen:
Denk eraan dat bederfelijke levensmiddelen niet
te lang in de oven mogen blijven staan.
U hebt belangrijke afspraken, maar toch moet het
eten op tijd klaar zijn. Dit is heel eenvoudig doordat
de oven zichzelf op de gewenste tijdstippen in- en
uitschakelt.
1. Kies het verwarmingssysteem en de
oventemperatuur.
2. Toets duur
? indrukken.
3. Met de toets of + de voorgestelde tijdsduur
veranderen.
4. Toets einde
! indrukken. De display geeft de
eindtijd aan. Dit is het tijdstip waarop de oven
zichzelf uitschakelt. Stel hier een later tijdstip in.
5. Met de toets + de nieuwe eindtijd instellen.
De oven schakelt zichzelf automatisch in en uit.
De klokdisplay geeft de eindtijd aan totdat de oven
start. Daarna loopt de tijd terug.
Na afloop van de tijd klinkt een signaal. De oven
schakelt zichzelf uit. U kunt het signaal uitzetten
door op de toets duur
? te drukken.
Als het gerecht nog niet helemaal gaar is, stelt
u nogmaals een tijdsduur in met behulp van de
draaiknop.
Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u de
functiekeuzeknop uit.
Corrigeren:
Voordat de oven start, kunt u de eindtijd
vorrigeren. Druk daartoe op de toets einde
!.
Verander de eindtijd met de toets of +.
Wissen:
Schakel de functiekeuzeknop uit.
N.B.:
De eindtijd wordt enkele seconden weergegeven
wanneer u op toets einde
! drukt.
min
sec
hmin
Dauer
Ende Wecker
2.
min
sec
hmin
Dauer
Ende Wecker
3.
min
sec
hmin
Dauer
Ende Wecker
4.
min
sec
hmin
Dauer
Ende Wecker
5.
102
Ovenfuncties grote oven
Ontdooistand —————————— k
Zonder temperatuur.
Alleen voor kwetsbaar gebak
(bijv. slagroomtaarten).
Boven- en onderwarmte ————— t
M.b.v. de boven en onderaan
aangebrachte verwarmingselementen
wordt de warmte opgewekt en door
straling op het bak- en braadgoed
overgebracht.
–Vooral geschikt voor het braden en
bakken op één inschuifhoogte voor
gevoelig gebak en magere stukken
vlees, ook voor brood.
Maar één inschuifhoogte gebruiken.
Wij adviseren:
Inschuifhoogte 1of 2.
Nadere informaties zie bak- een
braadtabellen.
Het hete-lucht systeem ——————
Een ventilador in de achterwand van de
oven doet de hete lucht in de bakoven
circuleren, waardoor een bijzonder goede
warmte-overbrenging naar bak- of
braadgoed wordt verkregen.
–Vooral geschikt voor het ontdooien en
voor het bakken op verschillende
inschuifhoogten gelijktijdig.
Ideaal voor bepaalde gebakken, zoals
pizza, gevlochten brood met gist of
roomsoezen.
Inschuifhoogte 2 niet gebruiken, om de
luchtcirculatie niet te belemmeren.
Het circulatie-grillen ——————— ˆ
De kombinatie van vlakgrill en ventilador.
–Vooral geschikt voor het grillen van vette
stukken vlees en gevogelte.
Circulatie-grillen met gesloten
bakovendeur (energie besparend).
Maar één inschuifhoogte gebruiken.
Wij adviseren:
Inschuifhoogte 2 of 3.
Nadere informatie zie bak- en
braadtabellen.
De vlakgrill ——————————
x\
De warmte wordt d.m.v.
verwarmingselementen opgewekt en door
straling naar het grillgoed overgebracht.
–Vooral geschikt voor platte grillades,
zoals koteletten, steaks of toostjes.
Grillen met gesloten bakovendeur
(energie besparend).
Maar één inschuifhoogte gebruiken.
Wij adviseren:
Inschuifhoogte 3 of 4.
Nadere informaties zie tabel „Grillen”.
Klein grill-oppervlak ———————
x
Voordelen:
–uitsluitend het middelste gedeelte van
het grill-oppervlak wordt heet
bijzonder geschikt voor kleine
hoeveelheden
besparing van energie
Groot grill-oppervlak ———————
\
Voordelen:
het hele grill-oppervlak wordt heet
bijzonder geschikt voor grote
hoeveelheden
103
Ovenfuncties kleine oven
Boven- en onderwarmte ————— t
M.b.v. de boven en onderaan
aangebrachte verwarmingselementen
wordt de warmte opgewekt en door
straling op het bak- en braadgoed
overgebracht.
–Vooral geschikt voor het braden en
bakken op één inschuifhoogte voor
gevoelig gebak en magere stukken
vlees, ook voor brood.
Maar één inschuifhoogte gebruiken.
Wij adviseren:
Inschuifhoogte 1of 2.
Nadere informaties zie bak- een
braadtabellen.
De vlakgrill ——————————
x\
De warmte wordt d.m.v.
verwarmingselementen opgewekt en door
straling naar het grillgoed overgebracht.
–Vooral geschikt voor platte grillades,
zoals koteletten, steaks of toostjes.
Grillen met gesloten bakovendeur
(energie besparend).
Maar één inschuifhoogte gebruiken.
Wij adviseren:
Inschuifhoogte 2 of 3.
Nadere informaties zie tabel „Grillen”.
Klein grill-oppervlak ———————
x
Voordelen:
–uitsluitend het middelste gedeelte van
het grill-oppervlak wordt heet
bijzonder geschikt voor kleine
hoeveelheden
besparing van energie
Groot grill-oppervlak ———————
\
Voordelen:
het hele grill-oppervlak wordt heet
bijzonder geschikt voor grote
hoeveelheden
Onderwarmte ——————————
s
Uitsluitend het verwarmingselement aan de
onderzijde van de oven wordt ingeschakeld.
Voordelen:
zeer geschikt voor gebak en gerechten
die aan de onderzijde extra bruin moeten
worden of een korst moeten krijgen.
Pas kort voor het einde van de bak-
of braadtijd gebruiken.
104
Voordat u de oven inschakelt, bepaalt u
welk verwarmingssysteem u wilt
gebruiken.
Inschakelen:
Draai de functiekeuzeknop tot het symbool
van het gewenste verwarmingssysteem
brandt.
Het temperatuurvoorstel wordt
weergegeven op het display en de
ovenverlichting wordt ingeschakeld.
Met behulp van de
temperatuurkeuzeknop kunt u het
temperatuurvoorstel naar boven of
beneden wijzigen in stappen van 5° C
(temperatuurgegevens zie bak- of
braadtabellen).
Het indicatielampje voor de
oventemperatuur is rood tijdens de
verwarmingsfase en het naverwarmen.
Het lampje gaat uit wanneer de
ingestelde temperatuur is bereikt.
Bij het grillen brandt het lampje niet.
Uitschakelen:
Draai de functiekeuzeknop op stand
{
.
Alle functies zijn gewist.
N.B.:
Het apparaat is voorzien van een
koelventilator. Na het uitschakelen van
de oven blijft deze lopen tot de oven is
afgekoeld.
Systeem Voorkeurs-
Temperatuur-
temperatuur bereik
in ° C in ° C
k 20 20 80
t 170 50 275
150 50 275
ˆ 190 50 275
x 313
\ 313
s 170 50 275
Temperatuurbereiken van de
verschillende verwarmingssystemen
In- en uitschakelen grote en kleine oven
°C
Voorbeeld: hete lucht – grote oven
Temperatuurindicatie
Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop
105
Bakken in de grote en kleine oven
Bakken in een bakvorm
Plaats de bakvorm altijd op het
midden van het rooster.
Boven- en onderwarmte:
t
Donkere bakvormen van metaal zijn het
meest geschikt.
Door het rooster om te keren, kunt u de
inschuifhoogte variëren (tussenhoogten).
Indien het gebak aan de onderkant te
donker wordt:
Controleer de inschuifhoogte. Maak de
baktijd korter en kies eventueel een
lagere temperatuur.
Indien het gebak aan de onderkant te
licht wordt:
Controleer de inschuifhoogte. Maak de
baktijd langer en kies een lagere
temperatuur of gebruik een zwarte
bakvorm.
Hete lucht:
U kunt bakvormen van allerlei materialen
en kleuren gebruiken, indien deze
hittebestendig zijn.
Plaats een bakvorm of hoog gebak niet
vlak voor het beschermrooster op de
achterwand van de oven.
Bakken op een bakblik:
De schuine zijde van het bakblik moet
altijd naar de ovendeur wijzen.
Schuif het bakblik altijd volledig naar
achteren.
Aanwijzingen:
U kunt de bruinheid van het gebak
beïnvloeden door de temperatuur-
instelling te veranderen.
Indien gebak inzakt nadat u het uit de
oven heeft genomen, dient u de
volgende keer minder vloeistof te ge-
bruiken. Kies eventueel een langere bak-
tijd of stel de temperatuur iets lager in.
106
Baktabel of t grote oven
N.B.:
Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort
levensmiddel.
Hete lucht Boven- en
onderwarmte t
Soort gebak Inschuif- Temperatuur Baktijd Inschuif- Temperatuur
hoogte in ° C in min. hoogte in ° C
Roerdeeg
plaatkoek met vulling
1 bakplaat 1 150 160 40 50 1 180 190
2 bakplaten 1 + 3 150 160 45 55
rechthoekig gebak 1 150 160 60 70 2 170 180
gebak in ronde vorm 3 150 160 50 70 2 170 180
gebak in hoge vorm 1 150 160 50 70 2 170 180
vruchtentaartbodem
(voorverwarmen) 3 150 160 30 40 2 170 180
Zandtaartdeeg
plaatkoek met kruimels
1 bakplaat 1 160 170 50 80 1 190 200
2 bakplaten 1 + 3 160 170 50 80
plaatkoek met vochtige
vulling (bijv. slagroom) 1 150 170 50 80
gebak in bakvorm
(bijv. kwarktaart) 3 150 170 50 90 2 170 180
vruchtentaartbodem
(voorverwarmen) 3 150 170 25 35 2 190 200
Beschuitdeeg
Beschuitrol
(voorverwarmen) 1 180 190 08–15 1 200 220
waterbeschuit 30 45 2 170 180
vruchtentaartbodem 1 150 170 20 25 2 170 180
107
Baktabel of t grote oven
Hete lucht Boven- en
onderwarmte t
Soort gebak Inschuif- Temperatuur Baktijd Inschuif- Temperatuur
hoogte in ° C in min. hoogte in ° C
Gistdeeg
plaatkoek met kruimels
(bijv. appelkruimelgebak)
1 bakplaat 1 170 180 30 60 1 180 200
2 bakplaten 1 + 3 170 180 40 60
gevlochten gistgebak
500 gram meel 3 160 170 35 50 1 180 190
gebak in ronde vorm 3 160 170 30 50 2 180 190
gebak in hoge vorm 1 160 170 30 50 2 180 190
Klein gebak
schuimgebak 3 070 090 110 130 2 170 090
bladerdeeg
(voorverwarmen) 3 180 200 20 30 2 200 220
branddeeg
(voorverwarmen) 3 180 190 20 30 2 200 220
sprits
1 bakplaat 20 30 2 170 180
2 bakplaten 1 + 3 150 160 25 35
Hartig gebak
ovenschotel met rauwe
ingrediënten 1 180 190 45 80 2 200 210
pizza 3 180 190 25 45 1 210 230
quiche (voorverwarmen) 3 180 190 40 60 1 210 230
Brood 1 kg
(voorverwarmen)
aanbakken 1 200 220 10 15 2 200 240
klaar bakken 1 180 210 45 60 2 190 210
108
Braden in de grote en kleine oven
Braden met boven- en
onderwarmte t
Aanwijzingen:
Vlees kan zeer voordelig bij een gewicht
van meer dan 750 gr in de oven worden
gebraden.
Braden in een open schaal:
Spoel een glazen schaal of de
braadslede met water uit en leg het
vlees er in. De inschuifhoogte is
afhankelijk van de grootte en de hoogte
van het te braden vlees.
Leg het rooster in de braadslede en
schuif ze samen op de dezelfde
inschuifhoogte in de oven.
Voeg voor vet vlees en gevogelte
afhankelijk van de grootte van het vlees
en het soort vlees
1
/
8
à
1
/
4
liter water toe.
Bestrijk mager vlees naar voorkeur met
vet of leg er reepjes spek op.
Een smakelijke saus verkrijgt u met het
fond (braadsap) dat zich in de schaal
vormt. Maak het fond los met heet water,
kook het even en bind het met zetmeel,
breng het op smaak en giet het, indien
nodig, door een zeef.
Schuif het te braden vlees in de koude
oven (voorverwarmen niet nodig –
energiebesparing).
Braden in een gesloten schaal:
Leg het vlees – vers of bevroren – in een
braadschaal, sluit de schaal met een
passend deksel af en schuif de schaal
op het rooster in de oven. Door het
rooster om te keren kunt u de
inschuifhoogte variëren (tussenhoogten).
Wij raden u aan om rundvlees in een
gesloten braadschaal te bereiden.
Tips:
Gebruik uitsluitend braadschalen met
hittebestendige handvaten.
Bereid grote stukken braadvlees zonder
rooster, alleen in de glazen schaal.
Kleine stukken vlees kunt u op
aluminiumfolie braden. Maak van de
aluminiumfolie een vorm door de randen
omhoog te zetten en leg deze op het
rooster.
Laat het gebraden vlees na het einde
van de braadtijd nog ca. 10 minuten in
de uitgeschakelde en gesloten oven
rusten.
109
N.B.:
Gebraad in een open schotel op het rooster.
Inschuifhoogte 2
Dikke, compacte stukken vlees = langere braadtijd, lagere temperatuur.
Dunne stukken vlees = kortere braadtijd, hogere temperatuur.
De braadtijd verandert nauwelijks wanneer u tegelijkertijd twee gelijksoortige stukken
vlees die ongeveer even groot zijn braadt.
Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort
levensmiddel.
Braadtabel
Boven- en onderwarmte
t
Soort vlees Braadtijd Inschuif- Temperatuur
in min. hoogte in ° C
Varkensvlees
varkensvlees met zwoerd 2 kg
(bijv. schouder of schenkel) 100 130 2 200 220
braadstuk/rollade 90 120 2 190 210
casselerrib 70 80 2 190 210
varkensfilet 30 45 3 200 230
gehakt 750 gram 60 70 2 190 210
Rundvlees
runderfilet 45 65 2 200 220
rosbief (roze) 30 45 2 200 220
Kalfsvlees
braadstuk/kalfsborst 90 120 2 180 200
schenkel 100 130 2 190 210
Lamsvlees
lamsbout 70 110 2 200 220
lamsrug 90 120 2 200 220
Gevogelte
kip 1 kg 60 70 2 200 220
eend 2 2,5 kg 90 120 2 190 210
gans 3 kg 130 180 1 of 2 180 200
Wild
reerug 90 120 2 200 220
braadstuk 90 120 2 190 210
wild zwijn/hert 100 120 2 190 210
Hele vis
1 kg 30 40 2 180 200
Braadtabel
t
110
Circulatie-grillen ˆ grote oven
Voor gevogelte en grotere stukken vlees.
Circulatie-grillen altijd met gesloten
! ovendeur.
Een omdraaien van het grillgoed is bij
circulatie-grillen niet nodig.
Uitzondering: Gevogelte moet na de
helft van de gaartijd een keer
omgedraaid worden.
1. De keuzeschakelaar instellen in
stand
ˆ
.
Het temperatuurvoorstel wordt
weergegeven op het display en de
ovenverlichting wordt ingeschakeld.
Met behulp van de
temperatuurkeuzeknop kunt u het
temperatuurvoorstel naar boven of
beneden wijzigen in stappen van 5° C.
Grillen op het rooster:
Rooster samen met het grillgoed op de
passende inschuifhoogte inschuiven.
De braadslede altijd op inschuif-
hoogte 2 inschuiven.
Donker vlees – bijv. rundvlees, wild en
lamsvlees – bruint vlugger dan licht
vlees, b.v. kalfvlees, varkenvlees en
gevogelte.
Licht vlees en visfilets zijn van buiten
wel vaak maar lichtjes gebruind,
daarvoor van binnen gaar en sappig.
Verscheidene vleesstukken kunnen
gelijktijdig worden gegrild, bijv. 2 kippen,
2 schenkels of 2 rollades.
Bij grote of meerdere braadstukken
geldt principieel:
lagere temperatuur, daarentegen
langere grilltijd.
Opmerking: Bij het circulatie-grillen
worden vlakgrill en ventilator afwisselend in-
en uitgeschakeld.
°C
Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop
111
Tabel voor het circulatiegrillen ˆ grote oven
N.B.:
Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort
levensmiddel.
Soort vlees Gewicht Inschuif- Temperatuur Grilltijd Tips
hoogte in °C in min.
rooster
Varkensvlees
met zwoerd 2 kg 2 170 190 140 150 Bij bijzonder vet
vlees de laagste
temperatuur
kiezen. Zwoerd
kruiselings
insnijden.
Gevogelte
halve kip ca. 0,4 kg 2 190 210 040 050 Keren na ca. de
1–3 stuks per stuk helft van de tijd;
bestrijken met
boter of zout water.
Hele kip
1–3 stuks ca. 1 kg 2 190 210 060 070
per stuk
Eend 2 2,5 kg 2 160 170 090 110
Gans 3 kg 2 150 160 130 160 De gans kan met
vulling worden
gegrilld.
Eenmaal keren.
112
Vlakgrill x en \
Bij het grillen dient er vorzichtig te
werk worden gegaan. Kinderen
! principieel uit de buurt houden!
Grillen bij
! gesloten bakovendeur.
1. De keuzeschakelaar instellen.
x = klein grill-oppervlak voor kleine
hoeveelheden
.
\ =groot grill-oppervlak voor grote
hoeveelheden
.
2. Temperatuurkiezer instellen:
Roostertrappen
| } ~.
Grillen:
(uitsluitend met rooster en braadslede)
Rooster indien notig met olie bestrijken.
Grillgoed met keukenpapier droog
deppen en kruiden (niet zouden).
Rooster met grillgoed op de passende
inschuifhoogte inschuiven.
De braadslede altijd op inschuif-
hoogte 1 inschuiven.
De inschuifhoogte kan precies worden
afgestemd door het rooster met de
ronding naar boven of naar te draaien.
Stukken vlees tot 3 cm dikte (steaks op
Engelse wijze) op inschuifhoogte 4.
Worstjes op inschuifhoogte 3 of 4.
Vis (forellen) of dikte stukken vlees
goed doorbakken op inschuifhoogte 3.
Kleine oven:
Inschuifhoogte 2 of 3.
Richtlijnen voor het grillen: (voorbeelden)
Vlees, helemaal doorbakken:
telkens 6 à 8 min. per zijde,
Vlees, van binnen roserood:
telkens 6 à 8 min. per zijde,
Vis iin plakken: telkens 6 à 8 min. per zijde,
Forellen, telkens 6 à 10 min. per zijde,
Worstjes, 3 à 5 min. per zijde.
Opmerking: Schakelt de vlakgrill
automatisch uit, dan is de gewenste
temperatuur bereikt. Na korte tijd schakelt
de vlakgrill weer opnieuw in.
°C
Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop
113
Grilltabel x en \
N.B.:
De braadslede altijd op inschuifhoogte 1 plaatsen.
Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort
levensmiddel.
Gerecht Inschuifhoogte Grillstand Pagina Grilltijd in
Grote oven Kleine oven min.
Varkensvlees
filetsteaks 4 3
~
pag. 1 08–11
pag. 2 04–06
nekstuk 4 3
}
~
pag. 1 10 13
pag. 2 07–10
braadworst 3 4 2 3
}
~
pag. 1 07–10
pag. 2 05–07
Rundvlees
filetsteaks 4 3
~
pag. 1 10 13
pag. 2 04–07
tournedos 4 3
~
pag. 1 18–11
pag. 2 04–06
Toast
in plakken 4 3
~
pag. 1 4
1
/
2
–5
1
/
2
pag. 2 0
1
/
2
–1
1
/
2
met beleg 3 4 2 3 | } 18–12
Vis
kleine vissen
32
|
}
pag. 1 12 15
(250 300 gram) pag. 2 05–10
114
Ontdooien / Drogen / Verwarmen grote oven
Stand „koud” (zonder Temperatuur):
1. De keuzeschakelaar instellen in
stand
.
Voor kwetsbare diepvriesprodukten,
zoals slagroomtarten, crèmetaarten,
taarten met chocolade- of
zuikercouverture, fruit, aspics e.d.
inschuifhoogte 1.
Diepvriesprodukten in een schotel of
schaal (b.v. porseleinen schaal) op het
rooster plaatsen.
Het hete-lucht met
temperatuur:
1. De keuzeschakelaar instellen in
stand
.
2. Temperatuurkiezer instellen.
Kippen, worst en vlees in folie, brood
broodjes en ander gebak:
inschuifhoogte 1.
Temperatuurkiezer voor de bakoven op
50 70 inschakelen.
Drogen van fruit, verwarmen of warm
houden van spijzen: inschuifhoogte 1.
Temperatuurkiezer op 70 90
inschakelen.
Kant-en-klaar-gerechten:
De aluminium-folienverpakking niet
openen c.q. in een gesloten kom
ontdooien. De temperatuurkiezer voor
de bakoven op 160 180 inschakelen.
(Gereed voor consumptie na 30 à 40
minuten).
inschuifhoogte 1.
°C
°C
°C
Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop
Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop
Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop
115
Opmerking:
Alle getallen in de tabel zijn richtlijnen die al naar de gesteldheid van het levensmiddel
kunnen variëren.
Ontdooien:
Diepvriesprodukt Inschuif- Temperatuur- Ontdooitijd
hoogte bereik in °C in minuten
Kwetsbare diepvriesprodukten 1 Funktie
Afzonderlijke taartstukjes
zoals room- en crèmetarten
1)
, kiezen (zonder 30 040
taarten met chocolade- resp. temperatuur- Gehele of halve taarten
suikercouverture
1)
schakeling) 80 100
Fruit (frambozen)
2)
35 040
aspics
2)
, kaas, worst 90 100
Kleine stukken vlees, 1 050 070 60 070
b.v. steaks, koteletten e.d.
Kippen in folie
1)
, 800 900 g 70 080
Broodjes
1)
1 060 080 10 015
Brood, 1 kg
1)
70 090
Koek (tulband)
1)
70 090
Kant-en-klar-gerechten 1 170 190 30 040
1)
op het rooster stellen resp. leggen.
2)
op een platte schaal of bord doen en op het rooster stellen.
Drogen:
Drooggoed, hoevelheid Inschuif- Temperatuur- Droogtijd
hoogte bereik in °C
Appelringen, 600 g 1 + 3 ± 50 6 08 h
Perepartjes, ca. 800 g 1 + 3 ± 50 9 11 h
Kwetsen of pruimen, ± 1,5 kg 1 + 3 70 100 9 12 h
Bananen, 300 g 1 + 3 ± 50 8 10 h
Champignons, 800 g 1 + 3 50 60 7 09 h
Keukenkruiden, 400 g 1 50 60 3 05 h
(in bosjes)
Tabel ontdooien / drogen grote oven
116
Tips en trucs
Om energie te besparen:
Uitsluitend voorverwarmen wanneer het
recept dit voorschrijft.
Donkere bakvormen nemen de hitte
beter op.
Restwarmte: bij lange baktijden kunt u
de oven 5 à 10 minuten voor het einde
van de baktijd uitschakelen.
Voor bakken:
Gebak van de bakplaat is aan de
onderkant te licht.
Gebak uit een vorm is aan de onderkant
te licht.
Taart of gebak is aan de onderkant te
donker.
Het gebak is te droog.
Het gebak is van binnen klef en
deegachtig of het vlees is van binnen
niet gaar.
Bij zeer vochtige bak- en
braadgerechten, bijv. fruittaart of met
water bereide braadgerechten ontstaat
er veel waterdamp in de oven, die op de
ovendeur neerslaat en soms tot het
druppen van water op de bodem van de
oven of de inbouwmeubels leidt.
Neem niet benodigde bakblikken en de
braadslede uit de oven.
Plaats de bakvorm niet op het bakblik,
maar op het rooster.
Stel een iets lagere baktemperatuur in en
controleer de inschuifhoogte.
Stel de oventemperatuur iets hoger in en
kies een kortere baktijd.
Stel de bak- of braadtemperatuur iets
lager in.
Let op: bak- en braadtijden kunt u niet
korter maken door een hogere temperatuur
(van buiten gaar, van binnen niet). Iets
langere bak- of braadtijd kiezen, taartdeeg
langer laten rijzen. Minder vloeistof aan het
deeg toevoegen.
Door de ovendeur voorzichtig en
gedurende korte tijd te openen (een of
twee keer, bij een lange bak- of braadtijd
vaker) kan de waterdamp uit de oven
ontsnappen en daardoor de condens-
vorming aanzienlijk worden verminderd.
117
Reinigen en onderhouden
Belangrijke aanwijzingen:
Gebruik voor het reinigen geen schuurmiddelen of scherpe middelen en evenmin
krassende voorwerpen.
Krab ingebrande resten van gerechten niet weg, maar week ze met een vochtige doek en
afwasmiddel los.
Gebruik speciale reinigingsmiddelen zoals sprays niet voor aluminium of kunststof
onderdelen.
Edelstalen voorkant:
Indien gewone edelstaalreinigings-
middelen worden gebruikt, kan de
opdruk worden beschadigd.
Gebruik geen krassende sponsjes.
Gebruik normaal afwasmiddel op een
zachte, vochtige doek of zeem.
Email en glas:
Gebruik voor het reinigen een heet
sopje.
Voor het reinigen van de voorkant van
de oven, achter de ovendeur, dient u de
afdichting van de ovendeur te
verwijderen.
Oven:
Reinig de oven na elk gebruik, vooral na
braden of grillen. Vuilresten branden in
wanneer de oven weer wordt verhit.
Ingebrande vuilresten laten zich moeilijk
verwijderen.
Door vaak te reinigen met het hete-
luchtsysteem kunt u zorgen voor minder
vuil.
De oven mag niet warm worden
gereinigd met speciale ovenreinigings-
middelen.
Gebruik voor het bakken van zeer
vochtig gebak de braadslede.
Gebruik voor het braden geschikt
serviesgoed (braadschaal).
Wanneer de oven niet erg vuil is, wast u
hem in warme toestand met een heet
sopje uit.
Laat de oven open staan zodat hij kan
drogen.
Ovendeurruit:
De binnenruit van de ovendeur heeft een
warmtereflecterende laag om de
deurtemperatuur lager te maken.
Dit heeft geen nadelige invloed op het
zicht door de ovenruit.
Wanneer de ovendeur is geopend, kan
deze laag een glinsterende aanblik
bieden. Dit heeft een technische
oorzaak en is geen kwaliteitsgebrek.
118
Reinigen en onderhouden
Oven:
Aanwijzing: om het apparaat gemakkelijk
schoon the maken, heeft u de volgende
mogelijkheden.
Ovendeur demonteren
Verwijderen:
1. Open de ovendeur helemaal.
2. Klap de sluithendels links en rechts
helemaal open.
3. Zet de ovendeur schuin omhoog en
verwijder de deur naar voren toe.
Aanbrengen:
1. Plaats beide scharnieren in de houders
links en rechts en draai de ovendeur
naar beneden.
2. Klap de sluithendels links en rechts
dicht.
3. Sluit de ovendeur.
Ovenverlichting inschakelen
Grote en kleine oven:
Draai de functiekeuzeknop in
stand
0.
Rooster verwijderen
Kleine oven:
1. Draai zowel links als rechts 2
kartelschroeven uit.
2. Neem het rooster voorzichtig uit de
oven.
119
Storingen en reparaties
Bij storingen en reparaties die u niet zelf
kunt oplossen, is de klantenservice u graag
van dienst.
Zie voor adressen het overzicht van
klantenservice-werkplaatsen.
Let op: het kost u geld, wanneer u van-
wege een bedieningsfout de klantenservice
inschakelt. Indien u contact opneemt met
de klantenservice, vermeld dan:
U vindt deze gegevens op het typeplaatje.
Het typeplaatje vindt u achter de ovendeur,
links onder op de zijrand van de oven.
Vervangen van de ovenlamp:
Kleine oven:
1. Leg een vaatdoek in de koude oven om
beschadiging te voorkomen.
2. Verwijder de glazen afscherming. Til
hiervoor met een mes of een ander
voorwerp het glas uit het kader.
3. Vervang de lamp.
–Type gloeilamp E 14, 230–240 volt,
25 watt, hittebestendig tot 300° C.
–Deze gloeilamp kunt u verkrijgen bij
de klantenservice of in de vakhandel.
Grote oven:
Let op: apparaat stroomloos maken!
1. Leg een vaatdoek in de koude oven om
beschadiging te voorkomen.
2. Draai het kapje van de lamp naar links
en verwijder het.
3. Vervang de lamp.
–Type gloeilamp E 14, 220–240 volt,
40 watt, hittebestendig tot 300° C.
–Deze gloeilamp kunt u verkrijgen bij
de klantenservice of in de vakhandel.
Vervangen van de afdichting van de
ovendeur
1. Verwijder eenvoudig de defecte
afdichting van de ovendeur.
De nieuwe afdichting kunt u verkrijgen
bij de klantenservice.
E-nr. FD
120
Wat doet u, wanneer er iets niet werkt?
Vaak hoeft u de klantenservice niet in te schakelen. In veel gevallen kunt u zelf het probleem oplossen. In de
volgende tabel vindt u enkele tips.
Belangrijke aanwijzing:
Werkzaamheden aan de elektronica van het apparaat mogen uitsluitend door een vakman worden uitgevoerd. Vóór het
begin van de werkzaamheden moet het apparaat beslist stroomloos worden gemaakt door het bedienen van de aardlek-
schakelaar of door het uitdraaien van de zekeringen in de zekeringkast in uw woning.
Wat is er aan de hand … Mogelijke oorzaak Oplossing
wanneer de elektrische functie
helemaal niet meer werkt, de
controlelampjes bijv. plotseling niet
meer branden?
Zekering defect Zekering in zekeringkast controleren
en indien nodig vervangen.
wanneer vloeistof of dun deeg
naar één kant loopt?
Apparaat niet waterpas opgesteld of
ingebouwd
Inbouw controleren.
wanneer de elektronische tijd-
schakelaar plotseling knipperend
0.00 aangeeft?
Stroomtoevoer is gedurende korte
tijd onderbroken geweest
Tijd opnieuw instellen.
wanneer de oven plotseling niet
meer werken?
Tijdschakelaar is ingesteld op auto-
matische tijdschakeling.
Tijdschakelaar instellen op werking
zonder automatische tijdschakeling.
wanneer het glas in de ovendeur
beslaat?
Normaal verschijnsel, berust op het
aanwezige temperatuurverschil
Oven ca. 5 minuten inschakelen bij
100°C.
…wanneer er in de oven veel con-
dens ontstaat?
Normaal verschijnsel bij gebak met
zeer vochtig deeg (vruchten) of grote
stukken braadvlees.
Ovendeur tijdens het bakken af en
toe kort openen. Condenswater na
gebruik opvegen.
wanneer na langdurig gebruik het
glas in de ovendeur aan de binnen-
kant vuil is?
Normale vervuiling.
De ovendeur verwijderen en met
de voorzijde naar onderen op een
zachte en schone ondergrond leg-
gen.
Deurruit naast de scharnieren vast-
pakken, in bovenwaartse richting
losmaken en verwijderen.
Bij deuren met 3 ruiten:
Binnenruit aan de hoeken losmaken
en optillen met bijv. een vleesvork
van kunststof of hout.
Montage na het reinigen:
Binnenruit aanbrengen en vastzet-
ten.
Deurruit aanbrengen en vastzetten
door naast de scharnieren te druk-
ken.
wanneer geëmailleerde inschuif-
delen matte, lichte vlekken verto-
nen?
Normaal verschijnsel door neerdrup-
pelend vleesvocht.
Niet mogelijk.
121
Montagevoorschrift
Meubelprogramma's
Voor het inbouwoven kunnen
fornuisombouwkasten uit alle keuken-
programma's worden gebruikt. De fineer-
of kunststoflaag van de ombouwkast moet
met hittebestendige lijm (90˚ C) zijn
aangebracht. Indien kunststoflagen of
lijmmiddelen niet voldoende temperatuur-
bestendig zijn, kunnen de lagen vervormen
of losraken.
Voor de installateur en
keukenvakman!
Belangrijke aanwijzingen:
Verpakking op correcte wijze afvoeren.
Deurgreep van het fornuis niet
gebruiken bij het transporteren of het
inbouwen van het apparaat.
Let op: de aansluiting en inbedrijfstelling
mogen uitsluitend door een erkend
vakman worden uitgevoerd.
Voor de aansluiting dient een stroom-
kabel H05VV-F te worden gebruikt.
Nominaal opgenomen vermogen,
nominale spanning en typenummer
van het apparaat:
Zie het typeplaatje achter de ovendeur,
linksonder op de zijrand van de oven.
Het typeplaatje bevindt zich op de
rechter zijkant van het apparaat.
De elektrische veiligheid van het
apparaat is slechts gewaarborgd indien
de elektrische installatie in uw woning
volgens de voorschriften is geaard.
Het apparaat moet van het stroomnet
gescheiden kunnen worden.
Als scheiding geschikt zijn schakelaars
met een contactopening van meer dan
3 mm.
Daarbij horen geaarde schakelaars,
zekeringen en beveiligingen.
Bij reparaties het apparaat altijd van het
stroomnet scheiden.
Het aansluitschema bevindt zich op de
achterzijde van het apparaat.
~
380-400V2N
~
220-230V
~
380-400V3N
L1
N
L2
L3
N
N
L3
123 4
5
5
5
4
4
3
32
21
1
L1
L1
122
Montagevoorschrift
Inbouwen van het
inbouwoven
Om de isolatie uit te dampen, de oven
voor het inbouwen van het apparaat
warm laten worden.
Inbouwoven in de inbouwopening van
de ombouwkast schuiven en waterpas
stellen.
Ovendeur openen en de randen aan de
zijkant van het inbouwoven met één
schroef per rand aan de ombouwkast
bevestigen (zie afb.).
De twee schroeven (ze worden met het
inbouwoven meegeleverd) moeten bij
het inbouwen een beetje schuin naar
buiten worden geplaatst.
Controleer of het inbouwoven stevig en
waterpas ingebouwd is en de aan-
gegeven inbouwmaten zijn aangehouden.
Het volgens de voorschriften
ingebouwde apparaat moet aan alle
zijden zo zijn afgeschermd dat er geen
onderdelen kunnen worden aangeraakt,
ook geen geïsoleerde. De afscherming
mag uitsluitend met behulp van
gereedschap kunnen worden verwijderd.
min.
878
3
560
570
550
min.
min.
min.
894

Documenttranscriptie

Gebrauchs- und Montageanweisung Operating and Fitting Instructions Mode d’emploi et Instructions de montage Gebruiks- en montageaanwijzing Istruzioni per l’uso e l’installatore Kullanma ve montaj k∂lavuzu de en fr nl it h min °C min sec 0 °C °C 0 tr °C HB 950 . . Inhoudsopgave Gebruiksaanwijzing Pagina voor de gebruiker Pagina Waar u op moet letten ❑ Aanwijzingen voor de afvoer ❑ Vóór het aansluiten van het nieuwe apparaat ❑ Veiligheidsvoorschriften 94 95 Vóór het eerste gebruik ❑ Reiniging vóór gebruik ❑ Eerste keer verhitten 95 95 Dit is uw nieuwe fornuis ❑ Beschrijving van het apparaat ❑ Toebehoren ❑ Inschuifhoogten 96 97 97 94 Elektronische tijdschakelaar ❑ Tijdinstelling ❑ Wekker ❑ Automatisch uitschakelen ❑ Automatisch in- en uitschakelen 98 99 100 101 Bakken en braden ❑ Ovenfuncties ❑ Oven in- en uitschakelen ❑ Bakken ❑ Braden ❑ Circulatie-grillen 102 103 104–107 108+109 110+111 Grillen 112+113 Ontdooien / Drogen / Verwarmen 114+115 Tips en trucs Reinigen en onderhouden ❑ Belangrijke aanwijzingen ❑ Email en glas ❑ Edelstalen voorkant ❑ Oven ❑ Verwijderen en aanbrengen van de ovendeur ❑ Rooster verwijderen 117 117 117 117 118 118 Storingen en reparaties 119 Wat doet u, wanneer er iets niet werkt? 120 Montageaanwijzing voor de installateur en keukenvakman Pagina Belangrijke aanwijzingen 121 Meubelprogramma’s 121 Inbouwen 122 116 93 Waar u op moet letten Aanwijzingen voor de afvoer ❑ Oude apparaten zijn geen waardeloos afval. Dankzij een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle materialen worden hergebruikt. Maak uw oude apparaat onbruikbaar voor u het afvoert. ❑ Uw nieuwe apparaat wordt beschermd door de verpakking wanneer het naar u wordt vervoerd. Alle gebruikte materialen zijn milieuvriendelijk en kunnen worden hergebruikt. Lever uw bijdrage door de verpakking milieuvriendelijk af te voeren. Bij uw vakhandel of bij uw gemeente kunt u informatie vragen over de meest geschikte wijze van afvoer. 94 Vóór het aansluiten van het nieuwe apparaat ❑ Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig voordat u het nieuwe apparaat gebruikt. Ze bevat belangrijke informatie voor uw veiligheid en voor het gebruik en het onderhoud van het apparaat. ❑ Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende uitvoeringen van het apparaat. Het is mogelijk dat er een aantal kenmerken worden beschreven die niet van toepassing zijn op uw apparaat. ❑ Bewaar de gebruiksaanwijzing en het montagevoorschrift zorgvuldig, eventueel voor een volgende bezitter van het apparaat. ❑ Indien het apparaat beschadigd is, mag u het niet in gebruik nemen. ❑ Laat de montage en aansluiting van het apparaat uitsluitend volgens de bijgevoegde voorschriften door een erkende vakman uitvoeren. Wanneer het apparaat verkeerd wordt aangesloten, vervalt in geval van een defect de garantie. ❑ Onze apparaten voldoen aan de geldende veiligheidsvoorschriften voor elektrische apparaten. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici van de klantenservice die door de fabrikant zijn opgeleid. Wanneer reparaties niet deskundig worden uitgevoerd, kunnen daaruit voor u ernstige gevaren voortkomen. Waar u op moet letten Veiligheidsvoorschriften ❑ Gebruik het apparaat uitsluitend voor het bereiden van gerechten. ❑ Het oppervlak van verwarmings- en kookapparatuur wordt tijdens het gebruik heet. De binnenzijden van de oven en de verwarmingselementen worden zeer heet. Kinderen altijd uit de buurt van de oven houden. ❑ Blijf in de buurt wanneer u gerechten met vet of olie bereidt. Bij oververhitting kan het vet of de olie gaan branden. ❑ Reinig de oven regelmatig. Vet- en olieresten kunnen in brand vliegen wanneer de oven wordt ingeschakeld. ❑ De aansluitsnoeren van elektrische apparaten mogen de hete kookzones niet aanraken en mogen niet tussen de hete deur van de oven beklemd raken. De isolatie zou dan beschadigd kunnen worden. ❑ Bij een defect de zekering van de elektrische installatie uitschakelen. ❑ Bewaar geen brandbare voorwerpen in de oven. Ze kunnen gaan branden wanneer de oven onbedoeld wordt ingeschakeld. Geen brandbare voorwerpen op het kookplateau leggen. ❑ Maak de oven of het kookplateau niet met een stoom- of hogedrukreiniger schoon. ❑ Leg bakpapier niet los in de oven wanneer u met hetelucht ‰ werkt (bijv. bij het opwarmen). De heteluchtventilator kan het papier aanzuigen. Hierdoor kunnen de verwarming en de ventilator beschadigd raken. ❑ Schuif geen bakblik op de bodem van de oven en leg geen aluminiumfolie op de bodem, anders hoopt de warmte zich op. Bak- en braadtijden zijn dan niet meer juist en het email wordt beschadigd. ❑ Giet nooit rechtstreeks water in de hete oven. Het email kan dan worden beschadigd. ❑ Fruitsap dat van het bakblik druipt, laat vlekken achter die niet meer verwijderd kunnen worden. Gebruik voor het bakken de diepere braadslede. ❑ Ga niet op de open ovendeur zitten of staan. ❑ De ovendeur moet goed sluiten. De afdichtingen van de deur moeten schoon blijven. Vóór het eerste gebruik Reiniging vóór gebruik: 1. Reinig het apparaat aan de buitenkant met een zachte en vochtige doek. 2. Reinig de oven en het toebehoren met een heet sopje. Eerste keer verhitten: 1. Verwarm de lege oven ca. 30 minuten voor. Kies daarvoor boven- en onderwarmte bij 240 C°. Open tijdens het verhitten de ramen van uw keuken om te voorkomen dat er een onaangename geur blijft hangen. 95 Dit is uw nieuwe oven Elektronische klok h min Grote oven kleine oven °C min sec 0 Functiekeuzeknop °C °C 0 Temperatuurkeuzeknop Functiekeuzeknop °C Temperatuurkeuzeknop Het bedieningspaneel: ❑ De schakelaars zijn verzinkbaar in het paneel. Druk op de schakelaar om deze te laten verzinken en weer naar buiten te laten komen. De schakelaar moet daarvoor in de uit-stand staan. ❑ Het bedieningspaneel is verlicht. Zodra u een functie instelt, wordt de verlichting ingeschakeld. Ovenfuncties grote oven: Ovenfuncties kleine oven: 0 0 Ovenverlichting t Boven- en onderwarmte x Oppervlakte-grillen k t ‰ ˆ x \ 96 Ovenverlichting Ontdooistand Boven- en onderwarmte Hete lucht Circulatie-grillen Oppervlakte-grillen klein grill-oppervlakt (energiespaargrill) Oppervlakte-grillen groot grill-oppervlakt \ s klein grill-oppervlakt (energiespaargrill) Oppervlakte-grillen groot grill-oppervlakt Onderwarmte Dit is uw nieuwe oven Toebehoren ❑ Standaard worden meegeleverd: 2 bakplaat 1 bak- en braadrooster 1 braadslede met rooster Aanwijzing: ❑ Bakplaat en braadslede/bakplaat kunnen tijdens gebruik in de oven krom trekken. De oorzaak hiervan zijn de grote temperatuurverschillen op het toebehoren. Ze kunnen ontstaan wanneer slechts een gedeelte van het toebehoren bedekt is of wanneer bevroren etenswaar, een pizza bijv., op het toebehoren is gelegd. De kromming wordt reeds tijdens het bakken, braden of grilleren minder. Inschuifhoogten Kleine oven ❑ Uw oven beschikt over 3 inschuifhoogten. De inschuifhoogten worden van beneden naar boven met cijfers aangeduid. Deze cijfers bevinden zich op de oven. Grote oven ❑ Uw oven beschikt over 4 inschuifhoogten. De inschuifhoogten worden van beneden naar boven met cijfers aangeduid. Deze cijfers bevinden zich op de oven. ❑ Bij het werken met hete lucht inschuifhoogte »2« niet gebruiken om de luchtcirculatie niet nadelig te beïnvloeden. 97 Elektronische klok h min Dauer Ende min sec Wecker Gebruiksduur Wekker Einde gebruiksduur Tijd van de dag Opmerkingen: ❑ Door de toets – of + ingedrukt te houden, kunt u de klok instellen in stappen van 10 minuten. Tijdsinstelling ❑ Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, dient u met de elektronische tijdschakelaar de actuele tijd in te stellen. ❑ Nadat het apparaat aan de elektrische stroom is aangesloten of nadat de stroom is uitgevallen, knipperen in het display de cijfers {:{{. Tijdsinstelling Hinweise: ❑ De tijd wordt niet weergegeven wanneer u de wekker, een tijdsduur of een eindtijd hebt ingesteld. Als u de actuele tijd wilt weten, drukt u op de toets tijd 6. De tijd wordt enkele seconden weergegeven op de display. h min Dauer Ende min sec Wecker De tijd instellen: 1. De toets tijd 6 indrukken. 2. Met de toets – of + de actuele tijd instellen. Na enkele seconden wordt de tijd automatisch weergegeven. Wijzingen van de tijd (bijv. van zomernaar wintertijd): Let op! Wanneer een tijdsduur of een eindtijd is ingesteld, kunt u de tijd niet wijzingen. 1. De toets tijd 6 indrukken. 2. Met de toets – of + de actuele tijd instellen. 98 1. 2. Elektronische klok De wekker ❑ U kunt de wekker op elk gewenst moment instellen. Ook wanneer er al een tijdsduur of een eindtijd is ingesteld. ❑ Het aflopen van de wekkertijd is altijd zichtbaar op de display. De wekker geeft een speciaal geluidssignaal. Hieraan kunt u horen of de wekker of bijv. een ingestelde tijd is afgelopen. Zo stelt u in: 1. De toets wekker 8 indrukken. 2. Met de toets – of + de gewenste kookwekkertijd instellen. ❑ Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd automatisch weergegeven. De wekkertijd loopt af op de display voor de elektronische klok. ❑ Na afloop van de tijd klinkt een geluidssignaal. Het symbool Wekker knippert. U kunt het geluidssignaal uitschakelen door op de toets wekker 8 te drukken. Correctie: ❑ De toets wekker tijd veranderen. Wissen: ❑ De toets wekker 8 indrukken. Met de toets – of + de Instellen: h min Dauer 1. Ende min sec Wecker 2. 8 tweemaal kort na elkaar indrukken. 99 Elektronische klok Automatische tijdschakeling alleen van de grote oven ❑ Via de elektronische klok kunt u de oven in- en uitschakelen. Automatisch uitschakelen: ❑ Het bakken of braden begint onmiddellijk. 1. Kies het verwarmingssysteem en de oventemperatuur. 2. Toets duur ? indrukken. 3. Met de toets – of + de voorgestelde tijdsduur veranderen. Na enkele seconden start de oven. ❑ Na afloop van de tijd klinjkt een signaal. De oven schakelt zichzelf uit. U kunt het signaal uitzetten door op de toets duur ? te drukken. ❑ Als het gerecht nog niet helemaal gaar is, stelt u nogmaals een tijdsduur in met behulp van de draaiknop. ❑ Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u de functiekeuzeknop uit. Corrigeren: ❑ De duur kunt u op elk gewenst moment veranderen. Druk op de toets duur ? en corrigeer de tijdsduur met de toets – of +. h min Dauer Ende min sec Wecker 2. h min Dauer Ende min sec Wecker Wissen: ❑ Schakel de functiekeuzeknop uit. Aanwijzingen: ❑ Op de klokdisplay loopt de kookwekkertijd af. Als u de resterende bereidingstijd van het gerecht in de oven wilt weten, drukt u op de knop duur ?. De resterende tijd wordt enkele seconden weergegeven. ❑ U kunt een tijdsduur instellen tussen 1 minuut en 23 uur 59 minuten. 100 3. Elektronische klok Automatisch in- en uitschakelen: Denk eraan dat bederfelijke levensmiddelen niet te lang in de oven mogen blijven staan. U hebt belangrijke afspraken, maar toch moet het eten op tijd klaar zijn. Dit is heel eenvoudig doordat de oven zichzelf op de gewenste tijdstippen in- en uitschakelt. 1. Kies het verwarmingssysteem en de oventemperatuur. 2. Toets duur ? indrukken. 3. Met de toets – of + de voorgestelde tijdsduur veranderen. 4. Toets einde ! indrukken. De display geeft de eindtijd aan. Dit is het tijdstip waarop de oven zichzelf uitschakelt. Stel hier een later tijdstip in. 5. Met de toets + de nieuwe eindtijd instellen. ❑ De oven schakelt zichzelf automatisch in en uit. De klokdisplay geeft de eindtijd aan totdat de oven start. Daarna loopt de tijd terug. ❑ Na afloop van de tijd klinkt een signaal. De oven schakelt zichzelf uit. U kunt het signaal uitzetten door op de toets duur ? te drukken. ❑ Als het gerecht nog niet helemaal gaar is, stelt u nogmaals een tijdsduur in met behulp van de draaiknop. ❑ Wanneer het gerecht klaar is, schakelt u de functiekeuzeknop uit. Corrigeren: ❑ Voordat de oven start, kunt u de eindtijd vorrigeren. Druk daartoe op de toets einde Verander de eindtijd met de toets – of +. h min Dauer Ende min sec Wecker 2. h min Dauer Ende min sec Wecker 3. h min Dauer Ende min sec Wecker !. 4. Wissen: ❑ Schakel de functiekeuzeknop uit. N.B.: ❑ De eindtijd wordt enkele seconden weergegeven wanneer u op toets einde ! drukt. h min Dauer Ende min sec Wecker 5. 101 Ovenfuncties grote oven Ontdooistand —————————— Zonder temperatuur. Alleen voor kwetsbaar gebak (bijv. slagroomtaarten). k Boven- en onderwarmte ————— t M.b.v. de boven en onderaan aangebrachte verwarmingselementen wordt de warmte opgewekt en door straling op het bak- en braadgoed overgebracht. – Vooral geschikt voor het braden en bakken op één inschuifhoogte voor gevoelig gebak en magere stukken vlees, ook voor brood. – Maar één inschuifhoogte gebruiken. Wij adviseren: Inschuifhoogte 1of 2. – Nadere informaties zie bak- een braadtabellen. Het hete-lucht systeem —————— ‰ Een ventilador in de achterwand van de oven doet de hete lucht in de bakoven circuleren, waardoor een bijzonder goede warmte-overbrenging naar bak- of braadgoed wordt verkregen. – Vooral geschikt voor het ontdooien en voor het bakken op verschillende inschuifhoogten gelijktijdig. – Ideaal voor bepaalde gebakken, zoals pizza, gevlochten brood met gist of roomsoezen. – Inschuifhoogte 2 niet gebruiken, om de luchtcirculatie niet te belemmeren. ˆ Het circulatie-grillen ——————— De kombinatie van vlakgrill en ventilador. – Vooral geschikt voor het grillen van vette stukken vlees en gevogelte. – Circulatie-grillen met gesloten bakovendeur (energie besparend). – Maar één inschuifhoogte gebruiken. Wij adviseren: Inschuifhoogte 2 of 3. – Nadere informatie zie bak- en braadtabellen. De vlakgrill —————————— x\ De warmte wordt d.m.v. verwarmingselementen opgewekt en door straling naar het grillgoed overgebracht. – Vooral geschikt voor platte grillades, zoals koteletten, steaks of toostjes. – Grillen met gesloten bakovendeur (energie besparend). – Maar één inschuifhoogte gebruiken. Wij adviseren: Inschuifhoogte 3 of 4. – Nadere informaties zie tabel „Grillen”. Klein grill-oppervlak ——————— Groot grill-oppervlak ——————— Voordelen: – het hele grill-oppervlak wordt heet – bijzonder geschikt voor grote hoeveelheden 102 x Voordelen: – uitsluitend het middelste gedeelte van het grill-oppervlak wordt heet – bijzonder geschikt voor kleine hoeveelheden – besparing van energie \ Ovenfuncties kleine oven Boven- en onderwarmte ————— t M.b.v. de boven en onderaan aangebrachte verwarmingselementen wordt de warmte opgewekt en door straling op het bak- en braadgoed overgebracht. – Vooral geschikt voor het braden en bakken op één inschuifhoogte voor gevoelig gebak en magere stukken vlees, ook voor brood. – Maar één inschuifhoogte gebruiken. Wij adviseren: Inschuifhoogte 1of 2. – Nadere informaties zie bak- een braadtabellen. De vlakgrill —————————— Onderwarmte —————————— s Uitsluitend het verwarmingselement aan de onderzijde van de oven wordt ingeschakeld. Voordelen: – zeer geschikt voor gebak en gerechten die aan de onderzijde extra bruin moeten worden of een korst moeten krijgen.  Pas kort voor het einde van de bakof braadtijd gebruiken. x\ De warmte wordt d.m.v. verwarmingselementen opgewekt en door straling naar het grillgoed overgebracht. – Vooral geschikt voor platte grillades, zoals koteletten, steaks of toostjes. – Grillen met gesloten bakovendeur (energie besparend). – Maar één inschuifhoogte gebruiken. Wij adviseren: Inschuifhoogte 2 of 3. – Nadere informaties zie tabel „Grillen”. Klein grill-oppervlak ——————— x Voordelen: – uitsluitend het middelste gedeelte van het grill-oppervlak wordt heet – bijzonder geschikt voor kleine hoeveelheden – besparing van energie Groot grill-oppervlak ——————— \ Voordelen: – het hele grill-oppervlak wordt heet – bijzonder geschikt voor grote hoeveelheden 103 In- en uitschakelen grote en kleine oven Voordat u de oven inschakelt, bepaalt u welk verwarmingssysteem u wilt gebruiken. Inschakelen: Draai de functiekeuzeknop tot het symbool van het gewenste verwarmingssysteem brandt. ❑ Het temperatuurvoorstel wordt weergegeven op het display en de ovenverlichting wordt ingeschakeld. ❑ Met behulp van de temperatuurkeuzeknop kunt u het temperatuurvoorstel naar boven of beneden wijzigen in stappen van 5° C (temperatuurgegevens zie bak- of braadtabellen). ❑ Het indicatielampje voor de oventemperatuur is rood tijdens de verwarmingsfase en het naverwarmen. Het lampje gaat uit wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt. Bij het grillen brandt het lampje niet. Uitschakelen: Draai de functiekeuzeknop op stand {. Alle functies zijn gewist. N.B.: ❑ Het apparaat is voorzien van een koelventilator. Na het uitschakelen van de oven blijft deze lopen tot de oven is afgekoeld. 104 Voorbeeld: hete lucht – grote oven Temperatuurindicatie °C Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop Temperatuurbereiken van de verschillende verwarmingssystemen Systeem Voorkeurs- Temperatuurtemperatuur bereik in ° C in ° C k 20 20 – 80 t ‰ ˆ x \ s 170 50 – 275 150 50 – 275 190 50 – 275 3 1–3 3 1–3 170 50 – 275 Bakken in de grote en kleine oven Bakken in een bakvorm ❑ Plaats de bakvorm altijd op het midden van het rooster. Boven- en onderwarmte: t ❑ Donkere bakvormen van metaal zijn het meest geschikt. ❑ Door het rooster om te keren, kunt u de inschuifhoogte variëren (tussenhoogten). ❑ Indien het gebak aan de onderkant te donker wordt: Controleer de inschuifhoogte. Maak de baktijd korter en kies eventueel een lagere temperatuur. ❑ Indien het gebak aan de onderkant te licht wordt: Controleer de inschuifhoogte. Maak de baktijd langer en kies een lagere temperatuur of gebruik een zwarte bakvorm. Hete lucht: ‰ ❑ U kunt bakvormen van allerlei materialen en kleuren gebruiken, indien deze hittebestendig zijn. ❑ Plaats een bakvorm of hoog gebak niet vlak voor het beschermrooster op de achterwand van de oven. Bakken op een bakblik: ❑ De schuine zijde van het bakblik moet altijd naar de ovendeur wijzen. ❑ Schuif het bakblik altijd volledig naar achteren. Aanwijzingen: ❑ U kunt de bruinheid van het gebak beïnvloeden door de temperatuurinstelling te veranderen. ❑ Indien gebak inzakt nadat u het uit de oven heeft genomen, dient u de volgende keer minder vloeistof te gebruiken. Kies eventueel een langere baktijd of stel de temperatuur iets lager in. 105 Baktabel ‰ of t grote oven N.B.: ❑ Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort levensmiddel. Hete lucht Soort gebak Roerdeeg plaatkoek met vulling 1 bakplaat 2 bakplaten rechthoekig gebak gebak in ronde vorm gebak in hoge vorm vruchtentaartbodem (voorverwarmen) Zandtaartdeeg plaatkoek met kruimels 1 bakplaat 2 bakplaten plaatkoek met vochtige vulling (bijv. slagroom) gebak in bakvorm (bijv. kwarktaart) vruchtentaartbodem (voorverwarmen) Beschuitdeeg Beschuitrol (voorverwarmen) waterbeschuit vruchtentaartbodem 106 ‰ Inschuif- Temperatuur hoogte in ° C Boven- en onderwarmte t Baktijd in min. Inschuifhoogte Temperatuur in ° C 1 1+3 1 3 1 150 – 160 150 – 160 150 – 160 150 – 160 150 – 160 40 – 50 45 – 55 60 – 70 50 – 70 50 – 70 1 – 2 2 2 180 – 190 – 170 – 180 170 – 180 170 – 180 3 150 – 160 30 – 40 2 170 – 180 1 1+3 160 – 170 160 – 170 50 – 80 50 – 80 1 – 190 – 200 – 1 150 – 170 50 – 80 – – 3 150 – 170 50 – 90 2 170 – 180 3 150 – 170 25 – 35 2 190 – 200 1 – 1 180 – 190 – 150 – 170 08 – 15 30 – 45 20 – 25 1 2 2 200 – 220 170 – 180 170 – 180 Baktabel ‰ of t grote oven Hete lucht Soort gebak Gistdeeg plaatkoek met kruimels (bijv. appelkruimelgebak) 1 bakplaat 2 bakplaten gevlochten gistgebak 500 gram meel gebak in ronde vorm gebak in hoge vorm ‰ Inschuif- Temperatuur hoogte in ° C Boven- en onderwarmte t Baktijd in min. Inschuifhoogte Temperatuur in ° C 1 1+3 170 – 180 170 – 180 30 – 60 40 – 60 1 – 180 – 200 – 3 3 1 160 – 170 160 – 170 160 – 170 35 – 50 30 – 50 30 – 50 1 2 2 180 – 190 180 – 190 180 – 190 3 070 – 090 110 – 130 2 170 – 090 3 180 – 200 20 – 30 2 200 – 220 3 180 – 190 20 – 30 2 200 – 220 – 1+3 – 150 – 160 20 – 30 25 – 35 2 – 170 – 180 – Hartig gebak ovenschotel met rauwe ingrediënten pizza quiche (voorverwarmen) 1 3 3 180 – 190 180 – 190 180 – 190 45 – 80 25 – 45 40 – 60 2 1 1 200 – 210 210 – 230 210 – 230 Brood 1 kg (voorverwarmen) aanbakken klaar bakken 1 1 200 – 220 180 – 210 10 – 15 45 – 60 2 2 200 – 240 190 – 210 Klein gebak schuimgebak bladerdeeg (voorverwarmen) branddeeg (voorverwarmen) sprits 1 bakplaat 2 bakplaten 107 Braden in de grote en kleine oven Braden met boven- en onderwarmte t Aanwijzingen: ❑ Vlees kan zeer voordelig bij een gewicht van meer dan 750 gr in de oven worden gebraden. ❑ Braden in een open schaal: Spoel een glazen schaal of de braadslede met water uit en leg het vlees er in. De inschuifhoogte is afhankelijk van de grootte en de hoogte van het te braden vlees. ❑ Leg het rooster in de braadslede en schuif ze samen op de dezelfde inschuifhoogte in de oven. ❑ Voeg voor vet vlees en gevogelte afhankelijk van de grootte van het vlees en het soort vlees 1/8 à 1/4 liter water toe. Bestrijk mager vlees naar voorkeur met vet of leg er reepjes spek op. ❑ Een smakelijke saus verkrijgt u met het fond (braadsap) dat zich in de schaal vormt. Maak het fond los met heet water, kook het even en bind het met zetmeel, breng het op smaak en giet het, indien nodig, door een zeef. ❑ Schuif het te braden vlees in de koude oven (voorverwarmen niet nodig – energiebesparing). 108 ❑ Braden in een gesloten schaal: Leg het vlees – vers of bevroren – in een braadschaal, sluit de schaal met een passend deksel af en schuif de schaal op het rooster in de oven. Door het rooster om te keren kunt u de inschuifhoogte variëren (tussenhoogten). Wij raden u aan om rundvlees in een gesloten braadschaal te bereiden. Tips: ❑ Gebruik uitsluitend braadschalen met hittebestendige handvaten. ❑ Bereid grote stukken braadvlees zonder rooster, alleen in de glazen schaal. ❑ Kleine stukken vlees kunt u op aluminiumfolie braden. Maak van de aluminiumfolie een vorm door de randen omhoog te zetten en leg deze op het rooster. ❑ Laat het gebraden vlees na het einde van de braadtijd nog ca. 10 minuten in de uitgeschakelde en gesloten oven rusten. Braadtabel t N.B.: ❑ Gebraad in een open schotel op het rooster. ❑ Inschuifhoogte 2 Dikke, compacte stukken vlees = langere braadtijd, lagere temperatuur. Dunne stukken vlees = kortere braadtijd, hogere temperatuur. ❑ De braadtijd verandert nauwelijks wanneer u tegelijkertijd twee gelijksoortige stukken vlees die ongeveer even groot zijn braadt. ❑ Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort levensmiddel. Braadtabel Boven- en onderwarmte Soort vlees t Braadtijd in min. Inschuifhoogte Temperatuur in ° C 100 – 130 90 – 120 70 – 80 30 – 45 60 – 70 2 2 2 3 2 200 – 220 190 – 210 190 – 210 200 – 230 190 – 210 45 – 65 30 – 45 2 2 200 – 220 200 – 220 Kalfsvlees braadstuk/kalfsborst schenkel 90 – 120 100 – 130 2 2 180 – 200 190 – 210 Lamsvlees lamsbout lamsrug 70 – 110 90 – 120 2 2 200 – 220 200 – 220 Gevogelte kip 1 kg eend 2 – 2,5 kg gans 3 kg 60 – 70 90 – 120 130 – 180 2 2 1 of 2 200 – 220 190 – 210 180 – 200 Wild reerug braadstuk wild zwijn/hert 90 – 120 90 – 120 100 – 120 2 2 2 200 – 220 190 – 210 190 – 210 30 – 40 2 180 – 200 Varkensvlees varkensvlees met zwoerd 2 kg (bijv. schouder of schenkel) braadstuk/rollade casselerrib varkensfilet gehakt 750 gram Rundvlees runderfilet rosbief (roze) Hele vis 1 kg 109 Circulatie-grillen Voor gevogelte en grotere stukken vlees. Circulatie-grillen altijd met gesloten ovendeur. ❑ Een omdraaien van het grillgoed is bij circulatie-grillen niet nodig. Uitzondering: Gevogelte moet na de helft van de gaartijd een keer omgedraaid worden. 1. De keuzeschakelaar instellen in stand ˆ. ❑ Het temperatuurvoorstel wordt weergegeven op het display en de ovenverlichting wordt ingeschakeld. ❑ Met behulp van de temperatuurkeuzeknop kunt u het temperatuurvoorstel naar boven of beneden wijzigen in stappen van 5° C. ˆ grote oven ! Grillen op het rooster: ❑ Rooster samen met het grillgoed op de passende inschuifhoogte inschuiven. ❑ De braadslede altijd op inschuifhoogte 2 inschuiven. ❑ Donker vlees – bijv. rundvlees, wild en lamsvlees – bruint vlugger dan licht vlees, b.v. kalfvlees, varkenvlees en gevogelte. ❑ Licht vlees en visfilets zijn van buiten wel vaak maar lichtjes gebruind, daarvoor van binnen gaar en sappig. ❑ Verscheidene vleesstukken kunnen gelijktijdig worden gegrild, bijv. 2 kippen, 2 schenkels of 2 rollades. ❑ Bij grote of meerdere braadstukken geldt principieel: lagere temperatuur, daarentegen langere grilltijd. Opmerking: Bij het circulatie-grillen worden vlakgrill en ventilator afwisselend inen uitgeschakeld. 110 °C Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop Tabel voor het circulatiegrillen ˆ grote oven N.B.: ❑ Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort levensmiddel. Soort vlees Varkensvlees met zwoerd Gevogelte halve kip 1 – 3 stuks Hele kip 1 – 3 stuks Eend Gans Gewicht Inschuifhoogte rooster Temperatuur in °C Grilltijd in min. Tips 2 kg 2 170 – 190 140 – 150 Bij bijzonder vet vlees de laagste temperatuur kiezen. Zwoerd kruiselings insnijden. ca. 0,4 kg per stuk 2 190 – 210 040 – 050 Keren na ca. de helft van de tijd; bestrijken met boter of zout water. ca. 1 kg per stuk 2 – 2,5 kg 3 kg 2 190 – 210 060 – 070 2 2 160 – 170 150 – 160 090 – 110 130 – 160 De gans kan met vulling worden gegrilld. Eenmaal keren. 111 Vlakgrill Bij het grillen dient er vorzichtig te werk worden gegaan. Kinderen principieel uit de buurt houden! Grillen bij gesloten bakovendeur. 1. De keuzeschakelaar instellen. x = klein grill-oppervlak voor kleine hoeveelheden. \ = groot grill-oppervlak voor grote hoeveelheden. 2. Temperatuurkiezer instellen: Roostertrappen | – } – ~. ! ! x en \ °C Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop Grillen: (uitsluitend met rooster en braadslede) ❑ Rooster indien notig met olie bestrijken. ❑ Grillgoed met keukenpapier droog deppen en kruiden (niet zouden). ❑ Rooster met grillgoed op de passende inschuifhoogte inschuiven. ❑ De braadslede altijd op inschuifhoogte 1 inschuiven. ❑ De inschuifhoogte kan precies worden afgestemd door het rooster met de ronding naar boven of naar te draaien. ❑ Stukken vlees tot 3 cm dikte (steaks op Engelse wijze) op inschuifhoogte 4. ❑ Worstjes op inschuifhoogte 3 of 4. ❑ Vis (forellen) of dikte stukken vlees goed doorbakken op inschuifhoogte 3. Kleine oven: Inschuifhoogte 2 of 3. 112 Richtlijnen voor het grillen: (voorbeelden) Vlees, helemaal doorbakken: telkens 6 à 8 min. per zijde, Vlees, van binnen roserood: telkens 6 à 8 min. per zijde, Vis iin plakken: telkens 6 à 8 min. per zijde, Forellen, telkens 6 à 10 min. per zijde, Worstjes, 3 à 5 min. per zijde. Opmerking: Schakelt de vlakgrill automatisch uit, dan is de gewenste temperatuur bereikt. Na korte tijd schakelt de vlakgrill weer opnieuw in. Grilltabel x en \ N.B.: ❑ De braadslede altijd op inschuifhoogte 1 plaatsen. ❑ Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort levensmiddel. Gerecht Inschuifhoogte Grote oven Kleine oven Grillstand Pagina Grilltijd in min. Varkensvlees filetsteaks 4 3 ~ nekstuk 4 3 }–~ 3–4 2–3 }–~ filetsteaks 4 3 ~ tournedos 4 3 ~ in plakken 4 3 ~ met beleg 3–4 2–3 |–} 3 2 |–} braadworst pag. pag. pag. pag. pag. pag. 1 2 1 2 1 2 08 – 11 04 – 06 10 – 13 07 – 10 07 – 10 05 – 07 pag. pag. pag. pag. 1 2 1 2 10 – 13 04 – 07 18 – 11 04 – 06 pag. 1 pag. 2 – 41/2 – 51/2 01/2 – 11/2 18 – 12 pag. 1 pag. 2 12 – 15 05 – 10 Rundvlees Toast Vis kleine vissen (250 – 300 gram) 113 Ontdooien / Drogen / Verwarmen Stand „koud” ‰ grote oven (zonder Temperatuur): 1. De keuzeschakelaar instellen in stand ‰. ❑ Voor kwetsbare diepvriesprodukten, zoals slagroomtarten, crèmetaarten, taarten met chocolade- of zuikercouverture, fruit, aspics e.d. inschuifhoogte 1. ❑ Diepvriesprodukten in een schotel of schaal (b.v. porseleinen schaal) op het rooster plaatsen. °C Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop Het hete-lucht met temperatuur: 1. De keuzeschakelaar instellen in stand ‰. 2. Temperatuurkiezer instellen. ❑ Kippen, worst en vlees in folie, brood broodjes en ander gebak: inschuifhoogte 1. Temperatuurkiezer voor de bakoven op 50 – 70 inschakelen. ❑ Drogen van fruit, verwarmen of warm houden van spijzen: inschuifhoogte 1. Temperatuurkiezer op 70 – 90 inschakelen. °C Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop Kant-en-klaar-gerechten: ❑ De aluminium-folienverpakking niet openen c.q. in een gesloten kom ontdooien. De temperatuurkiezer voor de bakoven op 160 – 180 inschakelen. (Gereed voor consumptie na 30 à 40 minuten). ❑ inschuifhoogte 1. °C Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop 114 Tabel ontdooien / drogen ‰ grote oven Opmerking: ❑ Alle getallen in de tabel zijn richtlijnen die al naar de gesteldheid van het levensmiddel kunnen variëren. Ontdooien: Diepvriesprodukt Inschuifhoogte Temperatuurbereik in °C Ontdooitijd in minuten Kwetsbare diepvriesprodukten zoals room- en crèmetarten1), taarten met chocolade- resp. suikercouverture1) Fruit (frambozen)2) aspics2), kaas, worst 1 Funktie ‰ kiezen (zonder temperatuurschakeling) Afzonderlijke taartstukjes 30 – 040 Gehele of halve taarten 80 – 100 35 – 040 90 – 100 Kleine stukken vlees, b.v. steaks, koteletten e.d. 1 050 – 070 60 – 070 1 060 – 080 1 170 – 190 Kippen in folie1), 800 – 900 g Broodjes1) Brood, 1 kg1) Koek (tulband)1) Kant-en-klar-gerechten 1) 2) 70 – 080 10 – 015 70 – 090 70 – 090 30 – 040 op het rooster stellen resp. leggen. op een platte schaal of bord doen en op het rooster stellen. Drogen: Drooggoed, hoevelheid Inschuifhoogte Temperatuurbereik in °C Droogtijd Appelringen, 600 g 1+3 ± 50 6 – 08 h Perepartjes, ca. 800 g 1+3 ± 50 9 – 11 h Kwetsen of pruimen, ± 1,5 kg 1+3 70 – 100 9 – 12 h Bananen, 300 g 1+3 ± 50 8 – 10 h Champignons, 800 g 1+3 50 – 60 7 – 09 h Keukenkruiden, 400 g (in bosjes) 1 50 – 60 3 – 05 h 115 Tips en trucs Voor bakken: ❑ Gebak van de bakplaat is aan de onderkant te licht. Neem niet benodigde bakblikken en de braadslede uit de oven. ❑ Gebak uit een vorm is aan de onderkant te licht. Plaats de bakvorm niet op het bakblik, maar op het rooster. ❑ Taart of gebak is aan de onderkant te donker. Stel een iets lagere baktemperatuur in en controleer de inschuifhoogte. ❑ Het gebak is te droog. Stel de oventemperatuur iets hoger in en kies een kortere baktijd. ❑ Het gebak is van binnen klef en deegachtig of het vlees is van binnen niet gaar. Stel de bak- of braadtemperatuur iets lager in. Let op: bak- en braadtijden kunt u niet korter maken door een hogere temperatuur (van buiten gaar, van binnen niet). Iets langere bak- of braadtijd kiezen, taartdeeg langer laten rijzen. Minder vloeistof aan het deeg toevoegen. ❑ Bij zeer vochtige bak- en braadgerechten, bijv. fruittaart of met water bereide braadgerechten ontstaat er veel waterdamp in de oven, die op de ovendeur neerslaat en soms tot het druppen van water op de bodem van de oven of de inbouwmeubels leidt. Door de ovendeur voorzichtig en gedurende korte tijd te openen (een of twee keer, bij een lange bak- of braadtijd vaker) kan de waterdamp uit de oven ontsnappen en daardoor de condensvorming aanzienlijk worden verminderd. Om energie te besparen: ❑ Uitsluitend voorverwarmen wanneer het recept dit voorschrijft. ❑ Donkere bakvormen nemen de hitte beter op. 116 ❑ Restwarmte: bij lange baktijden kunt u de oven 5 à 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen. Reinigen en onderhouden Belangrijke aanwijzingen: ❑ Gebruik voor het reinigen geen schuurmiddelen of scherpe middelen en evenmin krassende voorwerpen. ❑ Krab ingebrande resten van gerechten niet weg, maar week ze met een vochtige doek en afwasmiddel los. ❑ Gebruik speciale reinigingsmiddelen zoals sprays niet voor aluminium of kunststof onderdelen. Edelstalen voorkant: ❑ Indien gewone edelstaalreinigingsmiddelen worden gebruikt, kan de opdruk worden beschadigd. ❑ Gebruik geen krassende sponsjes. ❑ Gebruik normaal afwasmiddel op een zachte, vochtige doek of zeem. Oven: ❑ Reinig de oven na elk gebruik, vooral na braden of grillen. Vuilresten branden in wanneer de oven weer wordt verhit. Ingebrande vuilresten laten zich moeilijk verwijderen. ❑ Door vaak te reinigen met het heteluchtsysteem kunt u zorgen voor minder vuil.  De oven mag niet warm worden gereinigd met speciale ovenreinigingsmiddelen. Email en glas: ❑ Gebruik voor het reinigen een heet sopje. ❑ Voor het reinigen van de voorkant van de oven, achter de ovendeur, dient u de afdichting van de ovendeur te verwijderen. ❑ Gebruik voor het bakken van zeer vochtig gebak de braadslede. ❑ Gebruik voor het braden geschikt serviesgoed (braadschaal). ❑ Wanneer de oven niet erg vuil is, wast u hem in warme toestand met een heet sopje uit. ❑ Laat de oven open staan zodat hij kan drogen. Ovendeurruit: ❑ De binnenruit van de ovendeur heeft een warmtereflecterende laag om de deurtemperatuur lager te maken. ❑ Dit heeft geen nadelige invloed op het zicht door de ovenruit. ❑ Wanneer de ovendeur is geopend, kan deze laag een glinsterende aanblik bieden. Dit heeft een technische oorzaak en is geen kwaliteitsgebrek. 117 Reinigen en onderhouden Oven: Aanwijzing: om het apparaat gemakkelijk schoon the maken, heeft u de volgende mogelijkheden. Ovendeur demonteren Verwijderen: 1. Open de ovendeur helemaal. 2. Klap de sluithendels links en rechts helemaal open. 3. Zet de ovendeur schuin omhoog en verwijder de deur naar voren toe. Aanbrengen: 1. Plaats beide scharnieren in de houders links en rechts en draai de ovendeur naar beneden. 2. Klap de sluithendels links en rechts dicht. 3. Sluit de ovendeur. Ovenverlichting inschakelen Grote en kleine oven: ❑ Draai de functiekeuzeknop in stand 0. Rooster verwijderen Kleine oven: 1. Draai zowel links als rechts 2 kartelschroeven uit. 2. Neem het rooster voorzichtig uit de oven. 118 Storingen en reparaties Bij storingen en reparaties die u niet zelf kunt oplossen, is de klantenservice u graag van dienst. Zie voor adressen het overzicht van klantenservice-werkplaatsen. Let op: het kost u geld, wanneer u vanwege een bedieningsfout de klantenservice inschakelt. Indien u contact opneemt met de klantenservice, vermeld dan: E-nr. FD U vindt deze gegevens op het typeplaatje. Het typeplaatje vindt u achter de ovendeur, links onder op de zijrand van de oven. Vervangen van de ovenlamp: Kleine oven: 1. Leg een vaatdoek in de koude oven om beschadiging te voorkomen. 2. Verwijder de glazen afscherming. Til hiervoor met een mes of een ander voorwerp het glas uit het kader. 3. Vervang de lamp. – Type gloeilamp E 14, 230–240 volt, 25 watt, hittebestendig tot 300° C. – Deze gloeilamp kunt u verkrijgen bij de klantenservice of in de vakhandel. Grote oven: Let op: apparaat stroomloos maken! 1. Leg een vaatdoek in de koude oven om beschadiging te voorkomen. 2. Draai het kapje van de lamp naar links en verwijder het. 3. Vervang de lamp. – Type gloeilamp E 14, 220–240 volt, 40 watt, hittebestendig tot 300° C. – Deze gloeilamp kunt u verkrijgen bij de klantenservice of in de vakhandel. Vervangen van de afdichting van de ovendeur 1. Verwijder eenvoudig de defecte afdichting van de ovendeur. De nieuwe afdichting kunt u verkrijgen bij de klantenservice. 119 Wat doet u, wanneer er iets niet werkt? Vaak hoeft u de klantenservice niet in te schakelen. In veel gevallen kunt u zelf het probleem oplossen. In de volgende tabel vindt u enkele tips. Belangrijke aanwijzing: Werkzaamheden aan de elektronica van het apparaat mogen uitsluitend door een vakman worden uitgevoerd. Vóór het begin van de werkzaamheden moet het apparaat beslist stroomloos worden gemaakt door het bedienen van de aardlekschakelaar of door het uitdraaien van de zekeringen in de zekeringkast in uw woning. Wat is er aan de hand … … wanneer de elektrische functie helemaal niet meer werkt, de controlelampjes bijv. plotseling niet meer branden? … wanneer vloeistof of dun deeg naar één kant loopt? Mogelijke oorzaak Oplossing Zekering defect Zekering in zekeringkast controleren en indien nodig vervangen. Apparaat niet waterpas opgesteld of ingebouwd Inbouw controleren. … wanneer de elektronische tijdschakelaar plotseling knipperend 0.00 aangeeft? Stroomtoevoer is gedurende korte tijd onderbroken geweest Tijd opnieuw instellen. … wanneer de oven plotseling niet meer werken? Tijdschakelaar is ingesteld op automatische tijdschakeling. Tijdschakelaar instellen op werking zonder automatische tijdschakeling. … wanneer het glas in de ovendeur beslaat? Normaal verschijnsel, berust op het aanwezige temperatuurverschil Oven ca. 5 minuten inschakelen bij 100°C. … wanneer er in de oven veel condens ontstaat? Normaal verschijnsel bij gebak met zeer vochtig deeg (vruchten) of grote stukken braadvlees. Ovendeur tijdens het bakken af en toe kort openen. Condenswater na gebruik opvegen. … wanneer geëmailleerde inschuifdelen matte, lichte vlekken vertonen? Normaal verschijnsel door neerdruppelend vleesvocht. Niet mogelijk. … wanneer na langdurig gebruik het glas in de ovendeur aan de binnenkant vuil is? Normale vervuiling. De ovendeur verwijderen en met de voorzijde naar onderen op een zachte en schone ondergrond leggen. Deurruit naast de scharnieren vastpakken, in bovenwaartse richting losmaken en verwijderen. Bij deuren met 3 ruiten: Binnenruit aan de hoeken losmaken en optillen met bijv. een vleesvork van kunststof of hout. Montage na het reinigen: Binnenruit aanbrengen en vastzetten. Deurruit aanbrengen en vastzetten door naast de scharnieren te drukken. 120 Montagevoorschrift Voor de installateur en keukenvakman! Belangrijke aanwijzingen: ❑ Verpakking op correcte wijze afvoeren. ❑ Deurgreep van het fornuis niet gebruiken bij het transporteren of het inbouwen van het apparaat. ❑ Let op: de aansluiting en inbedrijfstelling mogen uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd. ❑ Voor de aansluiting dient een stroomkabel H 0 5 V V- F te worden gebruikt. ❑ Nominaal opgenomen vermogen, nominale spanning en typenummer van het apparaat: Zie het typeplaatje achter de ovendeur, linksonder op de zijrand van de oven. ❑ Het typeplaatje bevindt zich op de rechter zijkant van het apparaat. ❑ De elektrische veiligheid van het apparaat is slechts gewaarborgd indien de elektrische installatie in uw woning volgens de voorschriften is geaard. ❑ Het apparaat moet van het stroomnet gescheiden kunnen worden. Als scheiding geschikt zijn schakelaars met een contactopening van meer dan 3 mm. Daarbij horen geaarde schakelaars, zekeringen en beveiligingen. ❑ Bij reparaties het apparaat altijd van het stroomnet scheiden. ❑ Het aansluitschema bevindt zich op de achterzijde van het apparaat. 220-230V ~ 1 L1 2 3 4 5 380-400V2N ~ 1 L1 2 3 4 L3 5 380-400V3N ~ 1 2 3 L1 L2 L3 Meubelprogramma's Voor het inbouwoven kunnen fornuisombouwkasten uit alle keukenprogramma's worden gebruikt. De fineerof kunststoflaag van de ombouwkast moet met hittebestendige lijm (90˚ C) zijn aangebracht. Indien kunststoflagen of lijmmiddelen niet voldoende temperatuurbestendig zijn, kunnen de lagen vervormen of losraken. N 4 N 5 N 121 Montagevoorschrift Inbouwen van het inbouwoven ❑ Om de isolatie uit te dampen, de oven voor het inbouwen van het apparaat warm laten worden. ❑ Inbouwoven in de inbouwopening van de ombouwkast schuiven en waterpas stellen. ❑ Ovendeur openen en de randen aan de zijkant van het inbouwoven met één schroef per rand aan de ombouwkast bevestigen (zie afb.). De twee schroeven (ze worden met het inbouwoven meegeleverd) moeten bij het inbouwen een beetje schuin naar buiten worden geplaatst. ❑ Controleer of het inbouwoven stevig en waterpas ingebouwd is en de aangegeven inbouwmaten zijn aangehouden. ❑ Het volgens de voorschriften ingebouwde apparaat moet aan alle zijden zo zijn afgeschermd dat er geen onderdelen kunnen worden aangeraakt, ook geen geïsoleerde. De afscherming mag uitsluitend met behulp van gereedschap kunnen worden verwijderd. 122 560 570 min. 894 min. 878 3 min. 55 min0 .
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184

Siemens hb 95050 de handleiding

Type
de handleiding