ABB Busch-Wachter Presents 6131-74-101-500, PM/A1.2 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de ABB Busch-Wachter Presents 6131-74-101-500 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NL
72
Afbeeldingen
- Fig. 1 tot Fig. 2b: Aansluitingsvoorbeelden ........................................................... 74/75
- Fig. 3: Detectiegebied ................................................................................................ 75
- Fig. 4: Apparaatafbeelding (bovenaanzicht) ................................................................ 76
- Fig. 5: Apparaatafbeelding (achterkant) ...................................................................... 76
1. Toepassingsgebied ...................................................................................................... 77
2. Belangrijke aanwijzingen
- Richtlijnen/Documentatie ........................................................................................... 78
- Apparaatverzorging/Gebruik volgens de voorschriften/Milieubepalingen .................. 79
3. Technische gegevens .................................................................................................. 80
4. Montage
- Inbouw/montageplaats............................................................................................... 81
- Aanpassing van het detectiegebied ........................................................................... 82
- Montage met opbouwcontactdoos 6885-500 ............................................................ 83
- Demontage ................................................................................................................ 83
Inhoudsopgave
NL
73
Inhoudsopgave
5. Functionaliteit
- Instelling via ETS ........................................................................................................ 84
- Potentiometer ............................................................................................................ 84
- Helderheidsgrenswaarde ........................................................................................... 85
- Uitschakeltijdvertraging "verlichting" ........................................................................... 86
- Uitschakeltijdvertraging "HKL" .................................................................................... 87
- Meervoudige functie van de middelste potentiometer .............................................. 88
- Regeling constant licht ............................................................................................... 90
6. Testbedrijf/onderzoek naar de functie .......................................................................... 90
7. "Parallelschakeling" ....................................................................................................... 91
8. Busspanningsonderbreking .......................................................................................... 92
9. Verhelpen van storingen .............................................................................................. 93
NL
74
Combinatie met de verzonken schakel-
actor 6110U-500
Fig. 1/Fig. 2a
Combinatie met de verzonken busaan-
koppeling 6120U-101-500
+
6120U-
101-500
EIB
+
6110U-500
EIB
L
N
NL
75
Detectiegebied
Fig. 2b/Fig. 3
6,0 m
2,5 m
1,0 m
Combinatie met elektronisch voorschakel-
apparaat (EVG) en de inbouw-schakel/dim-
actor 6114U-500
N
L
EVG
PE
L
N
-
N
+-
L
+
-
Bus
-+
0(1)...10 V
4
6114U- 500
+
P E
NL
76
Apparaatafbeelding (bovenaanzicht)
1. Sensor voor infrarood-ontvangst (rood)
2. Sensor voor helderheidsdetectie
(transparant)
3. Lenzenstelsel, bestaande uit vier
sectors
Fig. 4/Fig. 5
Apparaatafbeelding (achterkant)
4. Drie potentiometers voor manuele
instelling
5. Toepassingsinterface
6. Bevestigingsklemmen
4
5
6
1
3
2
NL
77
1.1 Toepassingsgebied
De Busch-Wächter
®
Präsenz 6131-74-101-500 (hierna presentiesensor) is
uitsluitend ont-
worpen voor binnen,
bijv. voor kantoren, scholen of particuliere gebouwen.
De presentiesensor dient voor de schakeling en regeling bijv. van licht- en /of HKL-installaties
afhankelijk van helderheid en/of beweging.
Het apparaat is voor de plafondmontage geconcipieerd en kan zowel "uit zicht" (bijv.
verlaagde plafonds) alsook "zichtbaar" (optionele contactdoos, artikelnr. 6885-500) gemon-
teerd worden. De presentiesensor heeft uiterst gevoelige sensoren/lenzenstelsels en
afhankelijk van de gekozen applicatie verschillende functies, die via de ETS en/of via de drie
potentiometers gevarieerd kunnen worden (zie hoofdstuk 5).
De volledige functionaliteit van het apparaat is o.a. afhankelijk van de montagehoogte (zie
hoofdstuk 4.2). Het detectiebereik kan daarbij via een in het leveringspakket vervatte folie (zie
hoofdstuk 4.3) worden aangepast.
AANWIJZING
Toepassingsvoorbeelden en gedetailleerde informatie bijv. over "intelligente" HKL-installatie-
besturing kunt u opmaken uit het gebruikershandboek "Busch-Wächter
®
presentie".
Toepassingsgebied
NL
78
Belangrijke aanwijzingen
OPGELET
Werkzaamheden aan het 230 V-net mogen slechts door geautoriseerd elektrotechnisch
vakpersoneel worden verricht.
Werkzaamheden aan de EIB-bus mogen slechts door geautoriseerd elektrotechnisch
vakpersoneel worden verricht. Het leggen en aansluiten van de busleiding alsook van
de toepassingsapparaten moet volgens de geldige voorschriften volgens DIN-VDE
alsook het EIB-handboek van ZVEI/ZVEH worden verricht.
Het apparaat is onderhoudsvrij en mag niet worden geopend.
2.1 Richtlijnen
De presentiesensor voldoet aan de eisen van de laagspannings- en EMC-richtlijn. Het bewijs
is via de CE-markering op het apparaat te herkennen.
De desbetreffende normen, richtlijnen, voorschriften en bepalingen van het betref-
fende land dienen in acht te worden genomen.
2.2 Documentatie
De presentiesensor is een uiterst complex apparaat.
A.u.b. ook beslist de bij de ABB i-bus
®
behorende technische handboeken in acht nemen.
NL
79
2.3 Apparaatverzorging
Gebruik bij het reinigen van het apparaat - speciaal het lenzenstelsel - a.u.b. geen voorwerpen
met scherpe kanten resp. "aggressieve" reinigingsmiddelen.
2.4 Gebruik volgens de voorschriften
Gelieve erop te letten dat de presentiesensor niet als inbraak- en overvalsensor geschikt is,
omdat de hiervoor voorgeschreven sabotageveiligheid volgens VdS ontbreekt!
2.5 Milieubepalingen
Alle verpakkingsmaterialen en de apparaten van ABB zijn van markeringen en keuringszegels
voor deskundige en vakkundige afvalverwijdering voorzien. Lever het verpakkingsmateriaal
en de elektrische toestellen resp. de elektronische componenten ervan in bij de hiertoe
erkende verzamelplaatsen resp. opslagbedrijven.
Belangrijke aanwijzingen
NL
80
Voedingsspanning: 5 V < 10mA (verzonken busaankoppeling)
5 V < 10mA (verzonken schakelactor)
Inschakeltijd na
uitschakeling ("wachttijd"): ca. 1 sec
Detectiebereik: meer dan 2,50 m montagehoogte:
6 m in doorsnede op 1 m hoogte (zie ook Fig. 3)
Instelbare helderheids-
grenswaarde: 5 tot 1000 lux
Openingshoek voor de
helderheidsmeting: 60°
Omgevingstemperatuur: 0 tot + 45 °C
Productnorm: EN 60669-2-1
Technische gegevens
NL
81
Montage
4.1 Inbouw van de presentiesensor
De presentiesensor wordt op de gekozen inbouwsokkel gestoken. De gekozen inbouw-
sokkel wordt in een in de handel gebruikelijke INBOUWcontactdoos volgens DIN 49073 deel
1 of in de ABB opbouwcontactdoos artikelnr. 6885-500 gemonteerd.
4.2 Montageplaats
Bij de keuze van de montageplaats dient met de volgende factoren rekening te worden gehouden:
- montagehoogte
- afstand tot de te schakelen lichtbron
- voorwerpen zoals stelwanden, hoge bloemen etc.
- lichtinval
Zo mogelijk dient de presentiesensor direct boven de desbetreffende werkplek te worden
gemonteerd. De aanbevolen montagehoogte bedraagt 2,5 m. Bij montagehoogten > 2,5 m
wordt het detectiebereik vergroot - tegelijkertijd verminderd de detectiedichtheid en
gevoeligheid.
De afstand tot de verlichting dient bij lampen met een grote warmte-ontwikkeling minstens
1,5 m te zijn. Hoge voorwerpen zoals bijv. scheidingswanden in kantoortuinen kunnen het
ontvangstbereik beperken; event. dient nog een presentiesensor te worden gemonteerd. Bij
NL
82
grotere ruimten kan het noodzakelijk zijn meerdere presentiesensors te gebruiken. De
detectiebereiken dienen elkaar - m.b.t. 1 m "werkhoogte" - ca. 0,5 m te overlappen.
Bij de montage als constant-lichtschakelaar opletten dat slechts gereflecteerd dag- en
constant licht wordt gedetecteerd.
4.3 Aanpassing van het detectiebereik
In het leveringspakket van de presentiesensor bevindt zich een voorgevormde folie, die op
de vierdelige lens kan worden geplakt. Deze folie is onderverdeeld in een niveau op afstand
- gemiddeld - nabij.
Ga a.u.b. voor de montage als volgt te werk:
Event. de folie vóór het aftrekken op maat van de
ruimte-omstandigheden snijden.
Trek de folie segmentgewijs weg.
Breng de folie zorgvuldig op het af te dekken
gebied. Let er a.u.b. op dat het af te dekken gebied
volledig is afgedekt.
Montage/Fig. 6
niveau
niveau
niveau op
NL
83
Montage/Fig. 7
4.4 Montage met opbouwcontactdoos 6885-500 (Fig. 7)
Breek al naargelang de gewenste schakeling één van de opzij (Pos. 1)
of een in de bodemplaat (Pos. 2) bevindende afdekking open.
Maak event. gebruik van een leidinginvoer.
Voer de noodzakelijke leidingen in de opbouwcontactdoos.
Bevestig de opbouwcontactdoos door middel van schroeven.
Sluit de inbouwsokkel overeenkomstig de aansluitafbeeldingen (zie
Fig. 1 tot 2) aan en bevestig deze aan de in de opbouwcontactdoos voorziene pen-
moeren (Pos. 3)
4.5 Demontage van de presentiesensor
Trek de presentiesensor aan de uitwendige doosring verticaal naar beneden van de
inbouwsokkel af.
2
3
1
NL
84
5.1 Instelling via ETS
De presentiesensor heeft verscheidene applicaties voor het schakelen van licht- en/of HKL-
installaties. Bijzonderheden kunt u opmaken uit de betreffende beschrijving bij de commu-
nicatie-objecten. In het algemeen is het volgende van toepassing:
Indien waarden zoals bijv. de uitschakeltijdvertraging via ETS worden ingesteld, hebben
de potentiometers zolang geen functie tot deze weer via ETS worden vrijgegeven.
Kies hiervoor via de registerkaart "Settings" de instelvariant "Poti".
5.2 Potentiometer
Het schakelgedrag van de presentiesensor kan vóór de montage via de drie potentiometers
(zie ook Fig. 5, Pos. 4) worden ingesteld. Na de montage kunnen wijzigingen het eenvoudigst
via ETS worden gerealiseerd.
Functionaliteit
Poti "lux 1"
zie hoofdstuk 5.3
Poti "HKL" resp. lux 2
zie ook hoofdstuk 5.5 resp. 5.3
Poti "licht"
zie hoofdstuk 5.4
30
20
15
10
5
min
10
sec
1
60
40
30
15
5
1
min
500
5
100
T
e
s
t
500
5
100
Test
NL
85
5.3 Helderheidsgrenswaarde
Deze functie wordt door de helderheidssensor, het lenzenstelsel en de potentiometer "lux 1"
(resp. lux 2) bepaald.
De geïntegreerde lichtsensor meet continu de gereflecteerde helderheid boven aan het
plafond en vergelijkt deze belichtingssterkte met de op de presentiesensor ingestelde
grenswaarde (verkiesbaar van 5 tot 1000 lux).
AANWIJZING
De ingestelde luxwaarde* heeft betrekking op de gereflecteerde helderheid op de
presentiesensor
en niet op de op de werkplek aanwezige helderheid.
Gewoonlijk is de
door de presentiesensor geregistreerde luxwaarde duidelijk lager dan de op de
werkplek aanwezige luxwaarde.
Voorbeelden:
*ca. 50 lux > gang: ca. 200 lux
*ca. 150 lux > kantoorruimte: ca. 500 lux
*ca. 250 lux > laboratorium: ca. 750 lux
Deactiveren van de helderheidsmeting:
Functionaliteit
500
5
100
T
e
s
t
NL
86
Functionaliteit
- Ligt de gemeten waarde boven de gekozen grenswaarde, dan blijft de verlichting
uitgeschakeld.
- Ligt de gemeten waarde beneden de gekozen grenswaarde, dan wordt de verlichting
bij een bewegingsherkenning ingeschakeld.
AANWIJZING
Een korststondige verhoging van het buitenlicht leidt niet tot een onmiddellijke
uitschakeling van de verlichting. Treedt de automatische uitschakeling volgens de
subjectieve indruk te vroeg/ te laat in, dan dient een hogere/lagere luxwaarde te
worden ingesteld.
Verzekert u zichzelf ervan dat een ongewenste uitschakeling niet door een op de
potentiometer "licht" te laag gekozen uitschakeltijdvertraging wordt veroorzaakt.
5.4 Uitschakeltijdvertraging "verlichting"
De functie "Uitschakeltijdvertraging" wordt door het lenzenstelsel (detectie)
en de potentiometer "licht" bepaald.
30
20
15
10
5
min
10
sec
1
NL
87
Via het lenzenstelsel stelt de presentiesensor vast of beweging in de ruimte aanwezig is. De
instelling op de potentiometer "licht" legt vast, hoelang de verlichting na detectie van de
laatste beweging ingeschakeld blijft.
Na iedere nieuwe bewegingsdetectie wordt de uitschakeltijdvertraging weer op de gekozen
tijdwaarde teruggezet (bijv. 20 min.). Wordt tot het verlopen van deze tijd geen nieuwe
beweging in de ruimte geregistreerd, dan wordt de verlichting uitgeschakeld.
5.5 Uitschakel-/inschakeltijdvertraging "HKL"
De uitgang dient voor het schakelen van verwarmings-, luchtbehandelings- en ventilatie-
installaties uitsluitend afhankelijk van beweging (geen helderheidsdetectie). De functie "uitschakel-
tijdvertraging" wordt bepaald door het lenzenstelsel (detectie) en de potentiometer "HKL".
Registreert de presentiesensor beweging in de ruimte, dan wordt de telkens aangesloten
HKL-installatie ingeschakeld. Hierbij wordt het tijdstip van inschakeling bepaald door de
instelling van de potentiometer "HKL". De presentiesensor biedt twee varianten:
Regelaar in het gebied tussen 1 en 10 min. uitschakeltijdvertraging:
- De inschakeltijdvertraging is vastgelegd op 0,5 min.
Toepassingsvoorbeeld: luchtventilator in de wc.
Functionaliteit
60
40
30
15
5
1
min
NL
88
Regelaar in het gebied > 10 min. uitschakeltijdvertraging:
De inschakeltijdvertraging is afhankelijk van de frequentie van de
bewegingsdetectie.
- Veel voorkomende bewegingsdetectie veroorzaakt inschakelen van "HKL".
Toepassingsvoorbeeld: normale kantooromgeving
- Eenmalig of sporadische bewegingsdetectie onderdrukt inschakelen van "HKL".
Toepassingsvoorbeeld: weinig gebruikte opbergruimte
5.6 Meervoudige functie van de middelste potentiometer
Al naar gekozen applicatie heeft deze potentiometer verschillende functies bij de
besturing van:
a.1 x licht- en 1 HKL-installatie: uitschakeltijdvertraging "HKL"
zie hoofdstuk 5.5
b.2 x lichtinstallatie: instelling voor de "tweede" helderheids-
grenswaarde "lux 2", zie hoofdstuk 5.3
c. 2 x licht- en 1 x HKL-installatie: handmatige instelling van alle potentiometers ge-
deactiveerd, instellen is slechts via de ETS mogelijk
60
40
30
15
5
1
min
500
5
100
Test
60
40
30
15
5
1
min
Functionaliteit
NL
89
Functionaliteit
De volgende applicaties moeten voor de bovengenoemde varianten uit de ETS worden
gekozen:
a.Schakelen waarde cyclisch HKL Deze applicatie bestaat uit de
melding/1: functies "presentie", "HKL" en "melding"
b.Schakelen waarde cyclisch Deze aplicatie bestaat uit de functies twee
melding/2: keer "presentie" en "melding"
c. Schakelen waarde cyclisch HKL/1: Deze applicatie bestaat uit de functies twee
keer "presentie" en "HKL"
d.Schakelen waarde cyclisch HKL Deze applicatie bestaat uit de functies eenmaal
melding constant licht/1: "presentie", "HKL", "melding" en "regeling
constant licht"
Alle applicaties kunnen op de apparaatcombinaties 6131-74-500/ 6120-101-500 en 6131-74-
500/6110-500 draaien.
NL
90
5.7 Regeling constant licht
Als de presentiesensor wordt gebruikt als constant-lichtschakelaar maak gebruik van de pa-
rameterinstelling onder het ruitertje Constant Light (constant licht) in de ETS-applicatie. Via
het communicatieob- ject Streefwaarde zetten kan via de 1bit opdracht (schakelen) de
actueel ingestelde belichtingssterkte worden overgenomen. Precieze instelmogelijk heden
van de presentiesensor met regeling constant licht kunt u opmaken uit het Technisch
Handboek Twisted Pair (TP) resp. het handboek Regeling constant licht.
6.1 Testfunctie
De testfunctie heeft voorrang boven alle andere instellingen en is zodoende geschikt om
de functionaliteit en het detectiebereik te testen. Ga a.u.b. als volgt te werk:
Verzekert u zichzelf ervan dat de bedrading volledig is afgesloten.
Zet de regelaar op potentiometer "lux 1" (zo nodig op "lux 2") op test.
De presentiesensor schakelt onafhankelijk van de helderheid bij beweging in de ruimte de
verlichting in. De duur van het inschakel- en automatisch volgende uitschakelproces
bedraagt maximaal 10 seconden.
Voor de controle van de bedrading en de functionaliteit maakt u bijv. een handbewe-
ging onder het apparaat.
Functionaliteit/Testbedrijf
500
5
100
T
e
s
t
NL
91
Parallelschakeling
Voor de controle van het detectiebereik doet u a.u.b. dienovereenkomstige "looptests".
Voor de beperking van het detectiebereik kunt u de meegeleverde folie gebruiken (zie
hoofdstuk 4.3).
Blijf na iedere inschakeling staan totdat de presentiesensor weer uitgeschakeld is.
Zet na afsluiten van de proeffase de potentiometer "lux 1" op een andere stand dan
"test", bijv. op 300 lux (zoals weergegeven).
De instellingen van alle drie potentiometers zijn dan weer actief.
7. Bijzonderheden bij "parallelschakeling" (zenden van cyclische AAN-telegrammen)
a. Bij testbedrijf
Indien meerdere presentiesensors parallel zijn geschakeld moet de "cyclustijd" onder 10
seconden worden geparameteriseerd. De traplichtfunctie in de actor moet eveneens op
onder 10 seconden worden ingesteld.
b. Bij normaal bedrijf
Om bij parallelschakeling van meerdere presentiesensoren een busoverbelasting te voorko-
men dient u via de ETS de "cyclustijd" in de sensor en de instelling van de traplichtfunctie in
de actor op minstens 3 minuten te verhogen.
500
5
100
T
e
s
t
NL
92
8.1 Gedrag bij busspanningsterugkeer
De presentiesensor gedraagt zich in het geval van een onderbreking van de busspanning als
volgt:
a.Onderbreking
< 200 ms
- geen verandering van de schakeltoestand
b.Onderbreking > 200 ms
Potentiometer "licht" staat
- tussen 10 s en 1 min:
De verlichting wordt onafhankelijk van de helderheidsmeting voor een minuut (na 17
seconden initialisatie) ingeschakeld. Daarna keert de presentiesensor naar zijn normale
functie terug.
- op een waarde
> 1 min:
De verlichting wordt onafhankelijk van de helderheidsmeting overeenkomstig de op de
potentiometer "licht" ingestelde uitschakeltijdvertraging (plus 17 seconden initialisatie)
ingeschakeld. Daarna keert de presentiesensor naar zijn normale functie terug.
Busspanningsonderbreking
NL
93
Hulp bij storing
De hier opgesomde situaties betreffen alleen de directe functionaliteit van de presentiesensor.
Diagnose Oorzaak/oplossing
De last schakelt in het - Defecte last wisselen
algemeen niet: - Voorgeschakelde zekering vervangen/weer inschakelen
- Onderbroken toevoerleiding herstellen
- Aansluitingen aan de desbetreffende inbouwsokkel controleren.
- Event. apparaat vervangen
Presentiesensor - Instelling van de potentiometers controleren
reageert niet: - Verontreinigde lens schoonmaken
- Te lage helderheidsgrenswaarde verhogen
Presentiesensor - Warmtebronnen (verwarming etc.) in de ruimte controleren/
schakelt zonder veranderen, zo nodig met de folie het betrokken gebied
zichtbare beweging in: afplakken.
NL
94
Hulp bij storing
Diagnose Oorzaak/oplossing
Presentiesensor - De bewegingen van de persoon zijn te gering.
schakelt uit, hoewel - De uitschakeltijdvertraging aan de poti "tijd" verhogen.
zich iemand in het
detectiebereik beweegt:
Wijzinging aan alle drie - De instelling van de waarden werd via de ETS verricht,
potentiometers worden activeert u via de register kaart "Settings" telkens in plaats
niet geaccepteerd: van "ETS" de instelvariante "Poti"
Presentiesensor als constant-lichtregelaar
Diagnose Oorzaak/oplossing
Presentiesensor
schakelt niet in: - Daglichtaandeel te hoog, schakeldrempel aanpassen
Presentiesensor regelt
niet op gewenste belich-
tingssterkte: - Geen actuele streefwaarde opgeslagen, streef waarde zetten
/