Documenttranscriptie
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht om gevaar voor brand of
elektrische schokken te voorkomen.
Open de behuizing niet om gevaar voor elektrische
schokken te vermijden. Laat eventueel onderhoud
over aan een erkende vakhandelaar.
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
De instructies in deze gebruiksaanwijzing hebben
betrekking op model CDP-CE575.
Tip
In deze gebruiksaanwijzing staan de
bedieningselementen op de speler beschreven.
Ook de bedieningselementen op de afstandsbediening
kunnen worden gebruikt indien ze dezelfde of
soortgelijke namen hebben als die op de speler.
Dit apparaat is geklassificeerd als een CLASS 1
LASER PRODUCT. De aanduiding “CLASS 1
LASER PRODUCT MARKING” vindt u aan de
achterzijde van het apparaat.
Bij dit product zijn
batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet weggooien
maar inleveren als KCA.
2NL
Inhoudsopgave
Onderdelen
4
Voorpaneel .............................................................................................................................. 4
Achterpaneel ............................................................................................................................ 4
Afstandsbediening ................................................................................................................... 5
Aan de slag
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen ............................................................................ 6
Aansluiting .............................................................................................................................. 6
Een andere CD-speler aansluiten ............................................................................................ 8
CD’s afspelen
Een CD inbrengen ................................................................................................................... 9
Een CD afspelen –– Normal Play/Shuffle Play/Repeat Play .................................................. 9
Gebruik van het CD-uitleesvenster ....................................................................................... 11
Discs verwisselen tijdens de weergave ................................................................................. 12
CD tracks programmeren ...................................................................................................... 13
In- en uitvloeien ..................................................................................................................... 14
Opnemen van CD’s
Een CD opnemen met een bepaalde bandlengte (Time Edit) ............................................... 14
Het opnameniveau regelen (Peak Search) ............................................................................. 15
NL
FR
Informatie over CD’s opslaan (Custom Files)
Wat u kunt doen met Custom Files ....................................................................................... 16
Discs benoemen (Disc Name) ............................................................................................... 16
Gebruik van de speler met een andere component
Een andere CD-speler bedienen (Advanced Mega Control) ................................................. 18
Afwisselende weergave (No-Delay Play/X-Fade Play) ........................................................ 19
Aanvullende informatie
Gebruik van het CONTROL A1II bedieningssysteem .......................................................... 20
Voorzorgsmaatregelen ........................................................................................................... 22
Opmerkingen betreffende CD’s ............................................................................................ 23
Verhelpen van storingen ........................................................................................................ 24
Technische gegevens ............................................................................................................. 24
3NL
Onderdelen
Voorpaneel
De items zijn gerangschikt in alfabetische volgorde.
Meer details vindt u op de pagina's tussen ( ) haakjes.
Afstandsbedieningssensor wa (6)
CHECK qh (13)
CLEAR qj (13, 14, 16, 17)
CONTINUE 2 (9, 13, 15, 18)
DISC 1–5 3 (9, 10, 13)
Disc-houder ws (9)
DISC SKIP 9 (9, 12, 13)
EX-CHANGE 8 (12, 15)
FADER ql (14, 20)
MEGA CONTROL 0 (18, 19)
MENU wf (8, 16, 17)
PEAK SEARCH qk (15)
PHONES aansluiting wh (10)
POWER 1 (7, 9, 16)
PROGRAM qd (9, 13, 18)
REPEAT qf (10, 18)
SHUFFLE qs (9, 10, 18)
TIME EDIT qg (14)
TIME/TEXT w; (11)
Uitleesvenster 4 (11)
X-FADE/NO DELAY wg (19, 20)
Achterpaneel
4NL
2ND CD IN aansluitingen 3 (8)
ANALOG OUT L/R aansluitingen 4 (6)
CONTROL A1II aansluitingen 1 (6, 20)
DIGITAL OUT OPTICAL aansluiting 2 (7)
Netsnoer 5 (6)
TOETSENBESCHRIJVING
A OPEN/CLOSE wj (7, 9, 10, 11)
H 5 (9, 13, 15, 18, 20, 22)
X 6 (10, 15, 18, 22)
x 7 (10, 15, 18)
lAMSL (DISC) knop qa
(10, 13, 15, 17, 18, 19)
m/M (AMS+/–) wd (10, 14, 17,
18)
Afstandsbediening
Onderdelen
ANALOG OUT LEVEL +/– wh (6,
7, 10)
CD1/2/3 schakelaar 1 (7)
CHECK 9 (13)
Cijfertoetsen 7 (10, 13, 17)
CLEAR ws (13, 14, 16, 17)
CONTINUE 3 (9, 13, 15, 18)
DISC/CAPS 6 (10, 17)
DISC SKIP +/– qh (9, 12, 13)
ENTER wa (17)
FADER/DEL w; (14, 20)
HIGH-LIGHT wd (12)
MEGA CONTROL 4 (18, 19)
MUSIC SCAN qa (10)
NAME INPUT qs (17)
NO DELAY ql (19, 20)
PROGRAM qj (9, 13, 18)
REPEAT 0 (10, 18)
SHUFFLE 2 (9, 10, 18)
TIME/TEXT/SPACE 5 (11, 17)
X-FADE qk (19, 20)
TOETSENBESCHRIJVING
>10 8 (10, 13)
N wf (9, 13, 15, 18, 20, 22)
X qd (10, 15, 18, 22)
x wg (10, 15, 18)
./> qf (10, 13, 15, 17, 18,
19)
m/M qg (10, 14, 17, 18)
55NLNL
Aan de slag
Batterijen in de
afstandsbediening
plaatsen
Aansluiting
Aansluitingen
In dit hoofdstuk staat beschreven hoe de CDspeler wordt aangesloten op een versterker.
Zorg ervoor dat alle componenten zijn
uitgeschakeld alvorens aansluitingen te
verrichten.
CD-speler
Dit toestel kan worden bediend met de
meegeleverde afstandsbediening.
Plaats twee AA (R6) batterijen in de
batterijhouder en hou daarbij rekening met de +
en – aanduidingen.
Plaats de batterij eerst met het negatieve (–)
uiteinde en druk ze vervolgens neer tot het
positieve uiteinde (+) vastklikt.
ANALOG
OUT
(Rood) (R)
ANALOG OUT
(Wit) (L)
Audio-ingang
(Wit) (L)
Audio-ingang
(Rood) (R)
Naar
stopcontact
Versterker
Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor
op de speler.
Tip
Wanneer de installatie niet meer op de
afstandsbediening reageert, moet u de batterijen
vervangen door nieuwe.
6NL
: Signaalrichting
Naar
stopcontact
Opmerking
Tips
• Laat de afstandsbediening niet achter op een zeer
warme of vochtige plaats.
• Zorg ervoor dat er niets in de behuizing van de
afstandsbediening terechtkomt, vooral bij het
vervangen van de batterijen.
• Stel de afstandsbedieningssensor niet bloot aan
directe zonnestraling of sterke verlichting.
Hierdoor kan de werking worden verstoord.
• Indien u de afstandsbediening gedurende lange tijd
niet zult gebruiken, verwijder dan de batterijen om
mogelijke schade door batterijlekkage en corrosie
te voorkomen.
• U kunt het analoge uitgangsniveau van de
versterker regelen met de afstandsbediening van
deze speler.
Druk op ANALOG OUT LEVEL +/– op de
afstandsbediening. U kunt het uitgangsniveau
verlagen tot –20 dB.
Wanneer u het analoge uitgangsniveau verlaagt,
verschijnt “FADE” in het uitleesvenster.
• Indien u beschikt over een Sony component met
CONTROL A1II aansluiting, moet u de component
aansluiten via CONTROL A1II. U kunt de
bediening van audiosystemen bestaande uit losse
Sony componenten vereenvoudigen. Zie “Gebruik
van het CONTROL A1II bedieningssysteem” op
pagina 20.
Digitale aansluitingen
Merk op dat de volgende functies met deze
aansluiting niet beschikbaar zijn:
• In- en uitvloeien (zie pagina 14)
• Uitgangsniveauregeling met ANALOG OUT
LEVEL +/– toetsen op de afstandsbediening
POC-15
U kunt de meegeleverde afstandsbediening zo
instellen dat ze alleen werkt met deze speler.
• Wanneer de bediening van de andere speler kan
worden ingesteld:
Zet de CD1/2/3 schakelaar op de afstandsbediening
van deze speler op CD1 (fabrieksinstelling) en de
afstandsbediening van de andere speler op CD2 of
CD3.
• Wanneer de bediening van de andere speler niet kan
worden ingesteld:
Zet de CD1/2/3 schakelaar op de afstandsbediening
van deze speler op CD2 of CD3.
Wanneer u de bedieningsstand van de
afstandsbediening wijzigt, moet u de
bedieningsstand van elke speler kiezen. Zie “De
bedieningsstand van de speler wijzigen” op pagina
8 voor meer details.
Aan de slag
Indien u beschikt over een digitale component
zoals een digitale versterker, D/A-omzetter,
DAT of MD, kunt u die component aansluiten
op DIGITAL OUT (OPTICAL) met behulp van
een optische kabel (niet meegeleverd).
Verwijder de dop en sluit de optische kabel
aan.
Bij gebruik van een andere Sony CDspeler samen met deze speler
Optische kabel (niet meegeleverd)
De speler transporteren
CD-speler
Digitale component
DIGITAL
DIGITAL
INPUT
OUT
OPTICAL
OPTICAL
Alvorens de speler te transporteren, moet u de
onderstaande procedure volgen om de interne
mechanismen in de uitgangspositie te brengen.
1 Haal alle discs uit de disc-lade.
2 Druk op AOPEN/CLOSE om de disclade te sluiten.
Opmerking
Bij aansluiting via DIGITAL OUT (OPTICAL) kan
er ruis optreden bij het afspelen van andere CD
software dan muziek, zoals bijvoorbeeld een CDROM.
“– NO DISC –” verschijnt in het
uitleesvenster.
3 Wacht 10 seconden en druk vervolgens
op POWER om de speler af te zetten.
7NL
Een andere CD-speler
aansluiten
Indien u beschikt over een Sony CD-speler
waarin 5, 50, 200, 300 of 400 discs kunnen
worden geplaatst en die is uitgerust met een
CONTROL A1II (of CONTROL A1)
aansluiting en de bedieningsstand van die
speler op CD 3 staat, kunt u de speler als
tweede speler bedienen met deze speler. Nadat
u deze speler en een versterker hebt
aangesloten, volgt u de onderstaande
procedure.
Zorg ervoor dat elke speler is uitgeschakeld
alvorens aansluitingen te verrichten.
CDP-CE575
Naar
CONTROL
A1II
3 Zet de bedieningsstand voor deze
speler op CD1 (fabrieksinstelling) of
CD2 en die van de tweede speler op
CD3.
Controleer de huidige bedieningsstand van
deze speler in het uitleesvenster. Indien hij
op CD3 staat, verander hem dan zoals
hieronder beschreven staat.
Wanneer beide spelers zijn ingesteld, moet
u de CD1/2/3 schakelaars op elke
afstandsbediening overeenkomstig instellen.
Voor details omtrent de bediening van de
tweede speler, zie “Een andere CD-speler
bedienen” op pagina 18 en “Afwisselende
weergave” op pagina 19.
Opmerkingen
• Sluit geen andere speler dan de tweede speler aan
op 2ND CD IN van deze speler.
• Wanneer een tweede CD-speler wordt aangesloten,
mag DIGITAL OUT (OPTICAL) van deze speler
niet worden verbonden met de versterker.
Naar ANALOG OUT
Naar 2ND CD IN
De bedieningsstand van de
speler wijzigen
Naar audio-uitgang
CDP-CX400, enz.
1 Druk op MENU.
2 Draai aan l AMS L om
“COMMAND MODE” te kiezen.
3 Druk op l AMS L.
De huidige bedieningsstand verschijnt.
4 Draai aan l AMS L om CD1 of
CD2 te kiezen en druk vervolgens
nogmaals op l AMS L.
Naar audio-ingang
Versterker
: Signaalrichting
1 Sluit de spelers aan met een audiokabel
(zie ook “Aansluitingen” op pagina 6).
2 Sluit de spelers aan met een mono (2P)
ministekkerkabel.
8NL
Zie “Gebruik van het CONTROL A1II
bedieningssysteem” op pagina 20 voor meer
details omtrent deze aansluiting.
CD’s afspelen
Een CD afspelen
Een CD inbrengen
spelerpositie zodat u het geluid van
deze speler kunt beluisteren.
2 Druk op POWER om het toestel aan te
zetten.
3 Druk op AOPEN/CLOSE.
Met dit toestel kan een CD op verschillende
manieren worden afgespeeld.
1 Kies de weergavestand.
Voor de
weergave van
De disc-houder schuift uit.
4 Plaats een disc op de disc-lade met het
label naar boven.
Alle discs in de speler herhaaldelijk op
achtereenvolgensin
CONTINUE tot “ALL
volgorde van
DISCS” verschijnt.
disc-nummer.
herhaaldelijk op
CONTINUE tot “1
DISC” verschijnt.
Alle tracks op alle
discs in willekeurige
volgorde.
herhaaldelijk op
SHUFFLE tot “ALL
DISCS SHUFFLE”
verschijnt.
Alle tracks op een
bepaalde
disc in willekeurige
volgorde.
herhaaldelijk op
SHUFFLE tot “1 DISC
SHUFFLE” verschijnt.
5 Om andere discs in te brengen, drukt u
op DISC SKIP en plaatst u de discs in
de gewenste volgorde.
Bij elke druk op de toets draait de disc-lade
en kunt u de discs in de lege disc-houders
plaatsen. De speler speelt eerst de disc af
die vlak voor u zit.
6 Druk op AOPEN/CLOSE om de dischouder te sluiten.
CD’s afspelen
Alleen de discs die u
hebt gekozen.
Disc-nummer
Een CD single plaatst u
op de binnenste ring in de
lade.
Druk
Aan de slag
1 Zet de versterker aan en kies de CD-
–– Normal Play/Shuffle Play/Repeat
Play
De tracks op alle CD’s PROGRAM.
in een bepaalde
volgorde (zie “CD
tracks programmeren”
op pagina 13).
2 Druk op H.
Tips
• U kunt de disc kiezen die u eerst wilt laten spelen
door op één van de DISC 1 – 5 toetsen te drukken.
• U kunt discs kiezen in de ALL DISCS Shuffle Play
stand, waarbij de tracks op de gekozen discs worden
afgespeeld in willekeurige volgorde.
Druk na stap 1 op DISC 1 – 5 om de discs aan te
duiden.
Rond de nummers van de gekozen discs verschijne
halve cirkels in het uitleesvenster. Druk nogmaals
op DISC 1 – 5 om gekozen discs te annuleren. De
halve cirkels verdwijnen.
Om terug te keren naar ALL DISCS Shuffle Play,
drukt u op SHUFFLE tot “ALL DISCS SHUFFLE”
verschijnt in het uitleesvenster.
wordt vervolgd
9NL
Een CD afspelen (wordt vervolgd)
Herhaalde weergave
U kunt tracks op een CD herhaaldelijk afspelen
in alle weergavestanden.
Om
Doe dit
Een muziekstuk direct
kiezen
Druk op de cijfertoets op de
afstandsbediening.*
naar de volgende track
te gaan
Druk op DISC SKIP.
Een disc direct kiezen
Druk op DISC 1 - 5.
Bij gebruik van de
afstandsbediening volgt u
de onderstaande procedure.
1 Druk op DISC.
2 Druk op de cijfertoets van
de disc.
3 Druk op ENTER.
een punt in een track te
zoeken
Hou M of m tijdens de
weergave ingedrukt en laat
hem los in het gewenste
punt.
Zoeken door elk
muziekstuk 10
seconden af te spelen
(Music Scan)
Op MUSIC SCAN drukken.
Als u het gewenste
muziekstuk hebt gevonden,
druk dan op H om de
weergave van het
muziekstuk te starten. Bij
elke druk op de toets
verandert de speelduur.
tracks af te spelen in
willekeurige volgorde
Druk op SHUFFLE tot
“SHUFFLE” verschijnt in
het uitleesvenster.
de CD te verwijderen
Druk op AOPEN/CLOSE.
het volume te regelen
Druk op ANALOG OUT
LEVEL +/– op de
afstandsbediening.
Om de Repeat Play functie te activeren, drukt u
tijdens de weergave herhaaldelijk op REPEAT
tot “REPEAT” verschijnt in het uitleesvenster.
Om
Druk op REPEAT
Slechts één track te
herhalen
tot “REPEAT 1” verschijnt
tijdens de weergave van de
track die u wilt herhalen.
Repeat Play te
annuleren
tot “REPEAT” of
“REPEAT 1” is verdwenen.
In de Repeat Play stand herhaalt de speler de
tracks als volgt:
Weergavestand
De speler herhaalt
Continuous Play
(ALL DISCS)
Alle tracks op alle discs
Continuous Play
(1 DISC)
Alle tracks op de huidige
disc
Shuffle Play
(ALL DISCS)
Alle tracks op alle discs in
willekeurige volgorde
Shuffle Play
(1 DISC)
Alle tracks op de huidige
disc in willekeurige
volgorde
Program Play
(pagina 13)
Hetzelfde programma
Andere handelingen
10NL
Om
Doe dit
de weergave te stoppen
Druk op x.
te pauzeren
Druk op X. Druk nogmaals
op X of H om de
weergave te hervatten.
een track te kiezen
Draai in de weergave- of
pauzestand lAMSL
rechtsom (vooruit gaan) of
linksom (achteruit gaan) (of
druk op > (vooruit gaan)
of . (achteruit gaan) op
de afstandsbediening).
* Om een muziekstuk met een nummer hoger dan 10 te
zoeken, drukt u eerst op >10 en daarna op de betreffende
cijfertoetsen. Voer “0” in met cijfertoets 10.
Voorbeeld: Track-nummer 30 afspelen
Druk eerst op >10 en vervolgens op 3 en 10.
Tips
• U kunt het analoge uitgangsniveau regelen met
ANALOG OUT LEVEL +/– op de
afstandsbediening (pagina 6).
• U kunt het hoofdtelefoonvolume regelen op de
afstandsbediening. Om het volume te regelen, sluit
u de hoofdtelefoon aan op PHONES en regelt u het
volume met ANALOG OUT LEVEL +/– op de
afstandsbediening.
• Als er geen CD in de speler zit, verschijnt “– NO
DISC –” in het uitleesvenster.
Opmerkingen
• Als “OVER” verschijnt in het uitleesvenster, is de
disc ten einde terwijl u M indrukte. Druk op m
of draai de lAMSL knop naar links om terug
te gaan.
• Door tijdens het opnemen op de ANALOG OUT
LEVEL +/– toetsen op de afstandsbediening te
drukken, verandert het opnameniveau, ook al is het
vooringesteld met het cassettedeck, enz.
Resterende tijd controleren
Gebruik van het CDuitleesvenster
Druk op TIME/TEXT tijdens de weergave.
Bij elke druk op deze toets tijdens het afspelen
van de disc, verandert de indicatie zoals de
onderstaande tabel laat zien.
Informatie over de disc kan worden
gecontroleerd via het uitleesvenster.
Speelduur van het huidige muziekstuk
t Resterende duur van de huidige track t
Resterende duur van de disc
In de stopstand.
Druk op TIME/TEXT.
Huidig disc-nummer
ALL DISCS
DISC
1
2
Opmerking
Totale speelduur
3
TRACK
MIN
4
5
1
2
3
4
6
7
8
9 10
5
SEC
1 1O 45.28
CD1
Muziekkalender
In het uitleesvenster verschijnen het huidige
disc-nummer, het totale aantal tracks, de totale
speelduur en de muziekkalender.
De informatie verschijnt ook wanneer u op
AOPEN/CLOSE drukt om de disc-lade te
sluiten.
Opmerkingen bij de disc-nummers
• Een rood omcirkeld disc-nummer geeft aan
dat de disc klaar is om te worden afgespeeld.
• Wanneer alle tracks op een disc werden
afgespeeld, verdwijnt het halve cirkeltje rond
het disc-nummer.
• Wanneer een disc-houder als leeg wordt
gedetecteerd, verdwijnt het half omcirkelde
disc-nummer.
Bij het afspelen van een CD
TEXT disc
Bij CD TEXT discs is informatie zoals
bijvoorbeeld disc-titels of artiestennamen
opgeslagen in een blanco ruimte op de disc
waar bij gewone discs geen informatie is
opgeslagen. De informatie die op een CD
TEXT disc is opgeslagen, verschijnt in het
uitleesvenster zodat u de huidige disc-titel,
artiestennaam en muziekstuktitel makkelijk
kunt controleren. Als de speler een CD TEXT
disc detecteert, verschijnt “CD TEXT” in het
uitleesvenster.
CD’s afspelen
Totale aantal tracks
In de Programme Play stand verschijnt de resterende
speelduur van de disc niet.
In de stopstand
Druk op TIME/TEXT.
Bij elke druk op deze toets tijdens verandert de
indicatie zoals de onderstaande tabel laat zien.
Disc-titel t Artiestennaam t Totale aantal
muziekstukken en totale speelduur
Tijdens normale weergave
Tijdens normale weergave
Tijdens het afspelen van een disc verschijnen
het huidige disc-nummer, het track-nummer, de
speelduur van de track en de muziekkalender.
Druk op TIME/TEXT.
De track-nummers in de muziekkalender
verdwijnen na de weergave.
Muziekstuktitel t Speelduur huidige disc t
Resterende speelduur huidig muziekstuk t
Resterende speelduur disc
Bij elke druk op deze toets tijdens verandert de
indicatie zoals de onderstaande tabel laat zien.
Wanneer een titel of naam meer dan 12 tekens
telt, lichten de eerste 12 tekens op nadat de titel
of de naam in het uitleesvenster voorbij is
gerold.
wordt vervolgd
11NL
Gebruik van het CD-uitleesvenster
(wordt vervolgd)
Tip
Discs verwisselen tijdens
de weergave
Bij sommige CD TEXT discs kunnen alleen de
highlights worden afgespeeld.
Druk op HIGH-LIGHT op de afstandsbediening om
de disc highlights af te spelen vanuit de stopstand.
“HIGH LIGHT” verschijnt even in het uitleesvenster
terwijl de disc die wordt afgespeeld oplicht.
Tijdens het afspelen van een disc kunt u de
disc-lade openen om te kijken welke discs
volgen en kunt u ook discs vervangen zonder
de weergave van de huidige disc te
onderbreken.
Opmerkingen
1 Druk op EX-CHANGE.
• Bij sommige discs verschijnen niet alle tekens in
het uitleesvenster.
• Dit toestel kan alleen disc-titels, track-titels en
artiestennamen van CD TEXT discs tonen. Andere
informatie kan niet worden getoond.
De disc-lade gaat open en er verschijnen
twee disc-houders. Zelfs wanneer een disc
wordt afgespeeld, stopt de weergave niet.
2 Vervang discs in de houders door
nieuwe.
De speler speelt de disc in de houder links
en vervolgens de disc in de houder rechts
van de huidige disc.
3 Druk op DISC SKIP.
De disc-lade draait en er verschijnen twee
andere disc-houders.
4 Vervang discs in de houders door
nieuwe.
5 Druk op EX-CHANGE.
De disc-lade gaat dicht.
Door met geopende disc-lade op de
EX-CHANGE toets te drukken
• De weergave stopt nadat de huidige disc is
afgespeeld. Bij weergave in de 1 DISC
Repeat Play stand (zie pagina 10), begint de
huidige disc opnieuw te spelen.
• In de ALL DISCS Shuffle Play stand (zie
pagina 9), worden tracks op de huidige disc
herschud.
• In de Program Play stand (zie pagina 13),
worden alleen de tracks op de huidige disc
afgespeeld.
• Duw niet tegen de disc-lade om die in
stap 5 te sluiten omdat de speler
hierdoor kan worden beschadigd.
12NL
CD tracks programmeren
U kunt de volgorde van de tracks op de discs
wijzigen en een eigen programma
samenstellen. Het programma kan tot 32
“stappen” bevatten, waarbij elke “stap” een
track of een hele disc kan zijn.
1 Druk herhaaldelijk op PROGRAM tot
“PROGRAM” verschijnt in het
uitleesvenster alvorens de weergave te
starten.
2 Druk op DISC 1 - 5 om de disc te
kiezen.
“AL” in het uitleesvenster staat voor “alle”
tracks.
Om de hele disc als een stap te
programmeren, slaat u stap 3 over en gaat u
door met stap 4.
Druk op CONTINUE.
Tips
• U kunt een eigen programma maken aan de hand
van de disc labels.
Verricht met geopende disc-lade stap 1 tot 4 door
op de DISC SKIP toets te drukken om de disc labels
te controleren. Wanneer u voor stap 5 de disc-lade
sluit, verschijnt de totale speelduur na enige tijd in
het uitleesvenster.
Indien het geprogrammeerde track-nummer niet op
de disc staat, wordt die stap automatisch gewist.
• Het programma blijft ook na de geprogrammeerde
weergave behouden. Door op H te drukken kan
hetzelfde programma worden herhaald.
• Het programma blijft behouden tot.
Geprogrammeerde disc- en track-nummers blijven
behouden, ook wanneer discs worden vervangen.
De speler speelt dan ook alleen bestaande disc- en
track-nummers. Disc- en track-nummers die niet in
de speler of op de disc worden gevonden, worden
uit het programma gewist en de rest van het
programma wordt in de geprogrammeerde volgorde
afgespeeld.
• U kunt Program Play ook gebruiken voor opname
op kant A of B van een cassette.
Opmerking
track verschijnt en druk op
lAMSL om de track te kiezen.
De totale speelduur verschijnt niet wanneer:
— u een track-nummer hoger dan 20 hebt
geprogrammeerd.
— de totale speelduur van het programma 200
minuten overschrijdt.
Het geprogrammeerde track-nummer, de
afspeelvolgorde en de totale speelduur
verschijnen in het uitleesvenster.
De track-volgorde
controleren
3 Draai aan lAMSL tot de gewenste
Als u zich hebt vergist
Druk op CLEAR en herhaal stap 3.
Tip
U kunt snel een muziekstuk kiezen met de
cijfertoetsen op de afstandsbediening. Gebruik
>10 om een muziekstuk te kiezen met een
nummer hoger dan 10 (zie pagina 10).
4 Om andere discs of tracks te
programmeren, gaat u als volgt tewerk:
Programmeren van
Herhaal stap
andere discs
2
andere tracks
op dezelfde disc
3
andere tracks
op andere discs
2 en 3
CD’s afspelen
Indien er al een programma is opgeslagen,
verschijnt de laatste stap van dat programma
in het uitleesvenster. Om het hele
programma te wissen, houdt u CLEAR
ingedrukt tot “CLEAR” verschijnt in het
uitleesvenster (zie pagina 14).
Program Play annuleren
U kunt het programma controleren voor of
nadat de weergave is gestart.
Druk op CHECK.
Bij elke druk op deze toets verschijnt de track
(disc- en track-nummers) of de disc (discnummer en “AL”) voor elke stap in de
geprogrammeerde volgorde. Na de laatste stap
in het programma verschijnt “– END –” in het
uitleesvenster en keert dit terug naar de
oorspronkelijke indicatie. Wanneer u de
volgorde controleert nadat de weergave is
gestart, verschijnen alleen de resterende
stappen in het uitleesvenster.
5 Druk op H om Program Play te
starten.
wordt vervolgd
13NL
Opnemen van CD’s
CD tracks programmeren (wordt
vervolgd)
De track-volgorde wijzigen
U kunt het programma wijzigen voor de
weergave is gestart.
Om
Doet u dit
Een CD opnemen met een
bepaalde bandlengte
(Time Edit)
U kunt de speler een programma laten
samenstellen volgens de lengte van de cassette.
een track te wissen Druk op CHECK tot de
ongewenste track verschijnt in het
uitleesvenster en druk vervolgens
op CLEAR.
De speler stelt een programma automatisch
samen, waarbij de originele volgorde van de
disc behouden blijft.
Druk op CLEAR. Bij elke druk op
de laatste track
in het programma de toets wordt de laatste track
gewist.
te wissen
Het programma kan uit maximum 32 stappen
bestaan (een pauze tussen stappen wordt als
een stap beschouwd).
tracks toe
te voegen aan
het eind van
het programma
Volg stap 2 tot 4 van de
programmeerprocedure.
het hele
programma
te wijzigen
Hou CLEAR ingedrukt tot
“CLEAR” verschijnt in het
uitleesvenster. Stel dan een nieuw
programma samen aan de hand
van de programmeerprocedure.
In- en uitvloeien
Merk op dat tracks met een nummer hoger dan
20 niet automatisch kunnen worden
geprogrammeerd.
1 Druk op DISC SKIP om de disc te
kiezen.
2 Druk herhaaldelijk op TIME EDIT voor u
de weergave start tot “EDIT” verschijnt
en “A” in
knippert in het
uitleesvenster.
3 Druk op m of M om de bandlengte
aan te geven.
U kunt handmatig in- en uitvloeien om te
voorkomen dat tracks abrupt beginnen of
eindigen.
Merk op dat deze functie niet werkt wanneer u
gebruik maakt van de DIGITAL OUT
(OPTICAL) aansluiting.
Om
Druk op FADER
in te vloeien bij
het starten
van de weergave
In de pauzestand. “FADE”
knippert.
Het weergavegeluid vloeit in.
uit te vloeien bij
het stoppen
van de weergave
Wanneer u wilt beginnen
uitvloeien. “FADE” knippert.
Het weergavegeluid vloeit uit en
de speler schakelt over naar de
pauzestand.
In- en uitvloeien duurt 5 seconden.
14NL
Bij elke druk op deze toetsen verandert het
uitleesvenster zoals hieronder aangegeven,
waarbij de bandlengte van één kant volgt.
C-46 23.00
C-54 27.00
C-60 30.00
- -. - -
C-90 45.00
C-74 37.00
4 Druk op TIME EDIT om het programma
door de speler te laten aanmaken.
De op te nemen tracks verschijnen in het
uitleesvenster. “B” in de
aanduiding
knippert in het uitleesvenster.
5 Druk nogmaals op TIME EDIT om op
beide cassettekanten op te nemen.
De speler last een pauze in en maakt dan het
programma aan voor kant B. De
geprogrammeerde tracks verschijnen in het
uitleesvenster.
Sla deze stap over wanneer u op één
cassettekant wilt opnemen.
6 Start de opname met het deck en druk
vervolgens op H op de speler.
7 Ga naar cassettekant B en druk op H
of X op de speler om de weergave van
de resterende tracks te hervatten.
Time Edit annuleren
Druk op CONTINUE.
Het opnameniveau
regelen (Peak Search)
De speler zoekt het hoogste opnameniveau van
alle op te nemen tracks, zodat u het
opnameniveau kunt regelen alvorens de
opname te starten.
1 Druk op PEAK SEARCH alvorens de
weergave te starten.
• U kunt tracks vooraf programmeren. Stel een
programma samen door de tracks te kiezen en volg
dan stap 2 tot 7. Zorg ervoor dat de totale speelduur
van het programma de bandlengte van één kant niet
overschrijdt.
• De bandlengte kan naar believen worden gekozen
met l AMS L.
Voorbeeld: Wanneer de bandlengte van één kant 30
minuten en 15 seconden is
1 Om de minuten in te stellen, draait u
aan l AMS L tot “30”
verschijnt in het uitleesvenster en
drukt u vervolgens op l AMS
L.
2 Om de seconden in te stellen, draait u
aan l AMS L tot “15”
verschijnt in het uitleesvenster en
drukt u vervolgens op l AMS
L.
• Zie pagina 13 en 14 om uw programma te
controleren en te wijzigen.
“PEAK” knippert in het uitleesvenster en de
speler begint te zoeken naar het hoogste
piekniveau.
Nadat alle tracks zijn afgezocht, herhaalt de
speler het gedeelte met het hoogste
piekniveau.
2 Regel het opnameniveau met het
cassettedeck.
3 Druk op x op de speler om Peak
Search te stoppen.
“PEAK” verdwijnt in het uitleesvenster.
CD’s afspelen
Tips
Opmerkingen
Opnemen van CD’s
• Telkens wanneer u eenzelfde disc probeert in te
stellen, kan er een ander gedeelte met het hoogste
niveau worden gekozen. Het verschil is echter zo
miniem dat het opnameniveau nauwkeurig kan
worden geregeld.
• Peak Search werkt niet wanneer u de disc-lade
opent door op de EX-CHANGE toets te drukken.
15NL
Informatie over CD’s opslaan (Custom Files)
Wat u kunt doen met
Custom Files
De speler kan voor elke disc informatie,
“Custom Files” genaamd, opslaan. Met deze
functie kunnen discs worden benoemd met
maximum 12 tekens.
Nadat u Custom Files voor een disc hebt
opgeslagen, roept de speler automatisch deze
informatie op wanneer u de disc selecteert.
Merk op dat Custom Files worden gewist
wanneer u de speler gedurende ongeveer een
maand niet gebruikt.
Waar worden Custom Files
opgeslagen?
Custom Files worden niet op de disc maar in
het geheugen van de speler opgeslagen.
Bijgevolg kunnen Custom Files niet worden
gebruikt bij het afspelen van een disc met
andere spelers.
Alle Custom Files van alle discs
wissen
Zet de speler af. Hou CLEAR ingedrukt en
druk op POWER om de speler aan te
schakelen. “ALL ERASE” verschijnt in het
uitleesvenster en alle Custom Files worden
gewist.
Discs benoemen (Disc
Name)
U kunt discs benoemen met maximum 12
tekens en de speler de Disc Name laten
verschijnen telkens wanneer u een disc
selecteert. De Disc Name kan vanalles zijn,
zoals bijvoorbeeld een titel, de naam van een
artiest, een categorie of de datum van aankoop.
Tip
Wanneer u een CD TEXT disc selecteert, wordt de
disc-titel automatisch opgeslagen als Disc Name.
Als de disc-titel meer dan 12 tekens telt, worden de
eerste 12 tekens van de disc-titel opgeslagen.
Merk op dat u de Disc Name van een CD TEXT disc
niet kunt wijzigen.
Discs benoemen op de speler
1 Druk op MENU.
2 Press MENU.
“DISC NAME” knippert in het
uitleesvenster.
3 Druk op l AMS L.
“NAME INPUT” verschijnt, gevolgd door
een knipperende cursor ( ).
4 Draai aan l AMS L tot de
gewenste taal verschijnt in het
uitleesvenster.
De cursor verdwijnt en de eerste spatie voor
de Disc Name knippert.
Wanneer u l AMS L rechtsom
draait, verschijnen de tekens in de
onderstaande volgorde. Draai l AMS
L linksom om terug te keren naar het
vorige teken.
(spatie) A B C D E F G H I J K L M N O
PQRSTUVWXYZabcdefghij
klmnopqrstuvwxyz0123456
789!“#$%&’()*+,–./:;<=>?
@_
16NL
5 Druk op l AMS L om het teken te
4 Druk op CAPS om het gewenste
kiezen.
lettertype te zoeken.
Het gekozen teken licht op en de
knipperende cursor verschijnt om de
volgende invoerpositie aan te geven.
Bij elke druk op de toets verandert het
lettertype achtereenvolgens in hoofdletters
(ABC), kleine letters (abc) en cijfers (123).
Voor een symbool moet u hoofdletters of
kleine letters kiezen.
Een spatie invoegen
Druk op M.
5 Om een letter in te voeren, drukt u op
Als u zich hebt vergist
Druk op m/M om het foutieve teken te laten
knipperen en voer dan het juiste teken in.
6 Herhaal stap 4 en 5 om meer tekens in
te voeren.
7 Druk op MENU om de disc-naam op te
slaan.
Herhaal stap 1 tot 7 om disc-namen aan
andere discs te geven.
Als u zich bij het invoeren van teken
vergist
Een ingevoerd teken corrigeren
1 Druk op m of M tot het foutieve teken knippert.
2 Draai aan l AMS L tot het gewenste teken
verschijnt.
Het teken dat momenteel wordt ingevoerd
corrigeren
1 Druk op CLEAR om het foutieve teken te wissen.
2 Voer het juiste teken in.
Een teken tussen twee bestaande tekens
invoeren
Druk op m of M tot de cursor naar het eerste van
de twee tekens gaat, druk vervolgens op ENTER en
voer het juiste teken in.
Discs benoemen met de
afstandsbediening
1 Druk op DISC in de Continuous Play
2 Druk op de cijfertoets voor de disc
waaraan u een Disc Name wilt
toekennen en druk vervolgens op
ENTER.
3 Druk op NAME INPUT.
De knipperende cursor (
) verschijnt.
Bij elke druk op de toets verandert de letter
achtereenvolgens in deze die naast de toets
vermeld staan.
Om symbolen in te voeren, drukt u
herhaaldelijk op cijfertoets 1 tot het
gewenste symbool verschijnt in het
uitleesvenster.
Druk eenmaal op SPACE om een spatie in
te voeren.
Om een cijfer in te voeren drukt u op de
betreffende cijfertoets.
6 Druk op M om het teken te kiezen.
Het gekozen teken licht op en de
knipperende cursor verschijnt om de
volgende invoerpositie aan te geven.
U kunt ook naar de volgende spatie gaan
door op andere cijfertoetsen te drukken.
7 Herhaal stap 4 tot 6 om meer tekens in
te voeren.
8 Druk op NAME INPUT om de disc-naam
op te slaan.
Herhaal stap 1 tot 8 om disc-namen aan
andere discs te geven.
De disc-naam wissen
1 Volg stap 1 en 3 van “Discs benoemen
op de speler” op pagina 16 om de Disc
Name te kiezen die u wilt wissen.
2 Druk herhaaldelijk op CLEAR tot alle
tekens zijn verdwenen.
3 Druk op MENU.
Informatie over CD’s
opslaan (Custom Files)
Mode.
de betreffende cijfertoets (letter
vermeld naast elke cijfertoets).
17NL
Gebruik van de speler met een andere component
Een andere CD-speler
bedienen (Advanced Mega
Control)
Met dit toestel kan een tweede CD-speler
worden bediend (zie “Een andere CD-speler
aansluiten” op pagina 8).
Zelfs wanneer een tweede CD-speler is
aangesloten, werken de bedieningselementen
op beide toestellen. Wanneer u op de
weergavetoets op één van beide toestellen
drukt, stopt de werkende speler en start de nietwerkende speler.
Merk op dat niet alle functies van de tweede
CD-speler werken, afhankelijk van de speler.
De hieronder afgebeelde
bedieningselementen werken wanneer de
MEGA CONTROL toets oplicht.
CONTINUE, SHUFFLE, PROGRAM,
REPEAT, MENU, MEGA CONTROL,
l AMS L, H, X, x, m/M
Discs van de tweede CDspeler afspelen
1 Druk op MEGA CONTROL.
De MEGA CONTROL toets licht op en het
huidige disc-nummer van de tweede speler
verschijnt in het uitleesvenster.
2 Kies de gewenste weergavestand.
Gebruik de bedieningselementen op de
tweede speler om muziekstukken te
programmeren.
3 Druk op H om de weergave te starten.
De weergave start en de huidige disc, het
muziekstuknummer en de speelduur van het
muziekstuknummer verschijnen in het
uitleesvenster.
Wanneer de MEGA CONTROL is verlicht,
kan de tweede speler als volgt worden
bediend vanaf deze speler.
Om
Doet u dit
te pauzeren
Druk op X.
te weergave te
stoppen
Druk op x.
een disc te zoeken
met de tweede
speler in de
Continuous
Play stand
Draai aan l AMS L tot
het gewenste disc-nummer
verschijnt in het uitleesvenster
en druk vervolgens op
l AMS L.
een muziekstuk
te zoeken
Druk op m/M tot het
gewenste muziekstuknummer
verschijnt in het uitleesvenster.
• Andere handelingen kunnen worden verricht via de
tweede speler of de meegeleverde
afstandsbediening.
• De AMS (./>) en zoektoetsen (m/M) op
de afstandsbediening werken voor de tweede speler
zoals aangegeven op de afstandsbediening.
De tweede speler direct bedienen
met de meegeleverde
afstandsbediening
Zet CD 1/2/3 op de afstandsbediening op CD 3,
dezelfde stand als voor de tweede speler.
Om deze speler opnieuw te bedienen
Druk op MEGA CONTROL. De MEGA
CONTROL toets dooft en u kunt deze speler
bedienen.
Opmerkingen
• Met de bedieningselementen op deze speler kunt u
geen bepaald punt in een muziekstuk zoeken in de
tweede speler.
• Sommige bedieningselementen op de tweede speler
werken op een andere manier dan op deze speler.
De disc-namen (disc-memo’s)
van de tweede CD-speler
laden
Als de tweede CD-speler is uitgerust met een
Disc Name (Disc Memo)-functie (zie pagina
16), kunt u de disc-namen (disc-memo’s) van
de tweede CD-speler opslaan in het geheugen
en ze op deze speler laten verschijnen.
1 Druk op MENU.
2 Draai aan l AMS L tot “LOAD
2ndNAME” verschijnt in het
uitleesvenster.
3 Druk op l AMS L.
Deze speler begint te laden. (Het laden
duurt ongeveer een minuut.)
18NL
Opmerking
Indien elke Disc Name (Disc Memo) van de tweede
CD-speler meer dan 12 tekens telt, worden telkens de
eerste 12 tekens geladen door deze speler.
U kunt discs van de tweede CD-speler
benoemen of de disc-namen (disc-memo’s) die
van de tweede CD-speler werden geladen
wijzigen.
1 Druk op MEGA CONTROL.
De MEGA CONTROL toets licht op.
2 Druk op CONTINUE.
3 Draai aan l AMS L om de
gewenste disc te kiezen en druk
vervolgens op l AMS L.
4 Druk op MENU.
5 Druk op l AMS L tot “DISC
NAME” verschijnt in het uitleesvenster
en druk vervolgens op
l AMS L.
6 Voer de nieuwe Disc Name (Disc Memo)
in zoals beschreven onder “Discs
benoemen” op pagina 16.
Opmerking
De nieuwe disc-namen (disc-memo’s) worden
opgeslagen in het geheugen van deze speler zodat ze
niet kunnen worden weergegeven op de tweede CDspeler.
Wanneer u een tweede speler aansluit, kunnen
muziekstukken in deze speler en in de tweede
speler afwisselend worden afgespeeld in elke
weergavestand (zie “Een andere CD-speler
aansluiten” op pagina 8).
Kies één van de volgende methoden:
• No-Delay Play: De huidige speler verandert met
elk muziekstuk. Telkens wanneer van speler wordt
veranderd, begint de andere speler meteen te spelen
zonder dat de weergave wordt onderbroken. De
andere speler slaat het inloopstuk over en begint
meteen te spelen vanaf het punt waar het geluid
begint.
• X-Fade Play: De huidige speler verandert met elk
muziekstuk of met de opgegeven tussentijd. De
tussentijd kan worden ingesteld op 30, 60 of 90
seconden. Telkens wanneer van speler wordt
veranderd, wordt het geluid van beide spelers
gemengd. Het geluid van de huidige speler vloeit uit
en het geluid van de andere speler vloeit in.
Gebruik van de speler met
een andere component
Discs van de tweede CDspeler benoemen
Afwisselende weergave
(No-Delay Play/X-Fade
Play)
1 Kies de gewenste weergavestand op
elke speler.
2 Wanneer u No-Delay Play kiest
Druk herhaaldelijk op X-FADE/NO
DELAY tot “NO DELAY” verschijnt in het
uitleesvenster (of druk op NO DELAY op
de afstandsbediening).
Wanneer u X-Fade Play kiest
Druk op X-FADE/NO DELAY of X-FADE
op de afstandsbediening.
Bij elke druk op X-FADE/NO DELAY,
verschijnt de indicatie (X-Fade mode) als
volgt:
NO DELAY
X-FADE 30S
X-FADE 60S
OFF
X-FADE ALL
X-FADE 90S
Bij elke druk op X-FADE op de
afstandsbediening, verschijnt de indicatie
(X-Fade mode) als volgt:
at track end
after 30 sec
X-FADE off
after 60 sec
after 90 sec
wordt vervolgd
19NL
Aanvullende informatie
Afwisselende weergave (No-Delay
Play/X-Fade Play) (wordt vervolgd)
Opmerking
“NO DELAY” verschijnt niet wanneer u met de
afstandsbediening werkt.
Kies “X-FADE ALL” om na een volledig
muziekstuk van speler te veranderen.
Druk herhaaldelijk op X-FADE/NO
DELAY tot de gewenste tussentijd
verschijnt in het uitleesvenster om na een
bepaalde tussentijd van speler te
veranderen.
3 Druk op H om de weergave te starten.
De MEGA CONTROL toets licht op terwijl
het muziekstuk in de tweede speler wordt
gekozen.
De X-Fade mode status controleren
Druk eenmaal op X-FADE/NO DELAY.
De X-Fade mode status verschijnt even.
No-Delay/X-Fade Play annuleren
Druk herhaaldelijk op X-FADE/NO DELAY
tot “X-FADE” of “NO DELAY” dooft. De
huidige speler gaat door met de weergave.
Tips
• u kunt omschakelen (No-Delay of X-Fade) tijdens
de weergave door in stap 2 op X-FADE/NO
DELAY te drukken.
• Wanneer u tijdens X-Fade Play op FADER drukt,
kunt u X-Fade op elk ogenblik starten.
Ook nadat u de X-Fade mode hebt gekozen en XFade Play hebt gestart, kunt u X-Fade manueel
starten vanaf elk punt. Merk op dat deze handeling
niet kan worden verricht terwijl het geluid van
beide spelers wordt gemengd.
Opmerkingen
• De weergave start vanaf de tweede speler als u de
weergave start terwijl de MEGA CONTROL toets
is verlicht.
• Wanneer een speler alle discs/muziekstukken heeft
afgespeeld, stoppen beide spelers, ook al is de
andere speler nog niet klaar.
• Gebruik de bedieningselementen op de tweede
speler niet tijdens No-Delay Play/X-Fade Play. Ze
kunnen eventueel niet werken zoals het hoort.
20NL
Gebruik van het CONTROL
A1II bedieningssysteem
Deze speler is compatibel met het CONTROL
A1II Control System.
Het CONTROL A1II bedieningssysteem werd
ontwikkeld om de bediening van
audiosystemen bestaande uit losse Sony
componenten te vergemakkelijken. CONTROL
A1II aansluitingen vormen een pad voor de
overdracht van bedieningssignalen voor de
automatische werking en bedieningsfuncties
van geïntegreerde systemen.
Momenteel bieden CONTROL A1II
aansluitingen tussen een Sony MD deck, CDspeler, versterker (receiver) en cassettedeck de
mogelijkheid van automatische functiekeuze en
synchroonopname.
In de toekomst zal de CONTROL A1II
aansluiting ook fungeren als multifunctionele
bus waarmee u de diverse functies van elke
component kunt bedienen.
Opmerking
Het CONTROL A1II bedieningssysteem is opwaarts
compatibel en uitgebreid met het oog op nieuwe
functies. Oudere componenten zijn echter niet
compatibel met nieuwe functies.
CONTROL A1II en CONTROL A1
compatibiliteit
Voorbeeld
MD deck
Basisfuncties van het
CONTROL A1II
bedieningssysteem
Andere
component
Wanneer u CONTROL A1II compatibele Sony
componenten aansluit met behulp van
CONTROL A1II kabels (niet meegeleverd),
schakelt de functiekeuzeschakelaar van de
versterker (of receiver) automatisch over naar
de juiste ingang wanneer u op de weergavetoets
van één van de aangesloten componenten
drukt.
Aanvullende informatie
Verbind de mono (2P) ministekkerkabels in
serie met de CONTROL A1II aansluitingen
achteraan op elke component. U kunt
maximum tien CONTROL A1II compatibele
componenten aansluiting in elke volgorde. Van
elk type component kan er slechts één worden
aangesloten (d.w.z., 1 CD-speler, 1 MD deck, 1
cassettedeck en 1 receiver). (Eventueel kunt u
meer dan één CD-speler of MD deck
aansluiten, afhankelijk van het model.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
respectieve component voor details.)
CDspeler
Wanneer er geen verbindingskabel bij een
CONTROL A1II compatibele component is
geleverd, gebruik dan een in de handel
verkrijgbare, weerstandsloze mono (2P)
ministekkerkabel van minder dan 2 meter lang
(bijvoorbeeld Sony RK-G69HG).
Automatische functiekeuze
Het CONTROL A1II
bedieningssysteem
aansluiten
Versterker
Betreffende de verbindingskabel
Gebruik van de speler met
een andere component
Het CONTROL A1 bedieningssysteem werd
geactualiseerd tot CONTROL A1II als
standaardsysteem voor de Sony 300 CDwisselaar en andere recente Sony componenten.
Componenten met CONTROL A1
aansluitingen zijn compatibel met componenten
met CONTROL A1II en kunnen op elkaar
worden aangesloten. In principe is het
merendeel van de functies van het CONTROL
A1 bedieningssysteem ook beschikbaar met het
CONTROL A1II bedieningssysteem. Bij het
verbinden van componenten met CONTROL
A1 aansluitingen en componenten met
CONTROL A1II aansluitingen, is het aantal
functies die kunnen worden bediend soms
beperkt volgens de component. Meer details
vindt u in de gebruiksaanwijzing van de
component(en).
In het CONTROL A1II bedieningssysteem
lopen de bedieningssignalen in twee richtingen,
zodat er geen onderscheid wordt gemaakt
tussen IN en OUT. Indien een component meer
dan één CONTROL A1II aansluiting heeft,
kunt u één van beide gebruiken of
verschillende componenten verbinden met elke
aansluiting.
(Wanneer u bijvoorbeeld op H
(weergavetoets) op de CD-speler drukt terwijl
het MD deck speelt, schakelt de
functiekeuzeschakelaar van de versterker over
van MD naar CD.)
Opmerkingen
• Deze functie werkt alleen wanneer de componenten
zijn aangesloten op de ingangen van de versterker
(of receiver) zoals vermeld op de functietoetsen. Bij
sommige receivers kunt u de functietoetsen
hernoemen. Raadpleeg hiervoor de
gebruiksaanwijzing van de receiver.
• Laat tijdens het opnemen geen andere componenten
spelen dan de opnamebron. Hierdoor treedt de
automatische functiekeuze in werking.
wordt vervolgd
21NL
Gebruik van het CONTROL A1II
bedieningssysteem (wordt vervolgd)
Voorzorgsmaatregelen
Synchroonopname
Veiligheid
Met deze functie kunt u synchroon opnemen
van een CD.
• Opgelet — De optische instrumenten in dit toestel
kunnen oogletsels veroorzaken.
• Indien er een voorwerp of vloeistof in de behuizing
terechtkomt, moet u de stekker uit het stopcontact
trekken en het toestel laten nakijken door een
deskundige alvorens het weer in gebruik te nemen.
• Discs met afwijkende vormen (b.v. hart, vierkant,
ster) kunnen niet met deze dit toestel worden
afgespeeld. Indien u dat toch doet, kan het toestel
worden beschadigd. Gebruik geen dergelijke discs.
1 Zet de bronkeuzeschakelaar op de
versterker (of receiver) op CD.
2 Zet de CD in de weergavepauzestand
(controleer of de H en X indicatoren
samen oplichten).
3 Zet de opnamecomponent in de
opnamepauzestand.
Spanningsbronnen
Sommige opnamecomponenten kunnen zijn uitgerust
met een speciale synchroonopnamefunctie die werkt
met het CONTROL A1II Control System, zoals
bijvoorbeeld “CD Synchro Dubbing.” Raadpleeg
hiervoor de gebruiksaanwijzing van de
opnamecomponent.
• Controleer of de voedingsspanning overeenkomt
met de lokale netspanning alvorens het toestel in
gebruik te nemen. De voedingsspanning staat
vermeld op het kenplaatje achteraan op het toestel.
• Het toestel blijft onder (net)spanning staan zolang
de stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel
zelf uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact indien u van plan
bent het toestel gedurende lange tijd niet te
gebruiken. Trek altijd aan de stekker zelf en nooit
aan het netsnoer.
• Het netsnoer mag alleen door bevoegd vakpersoneel
worden vervangen.
Opmerking
Plaatsing
Zet niet meer dan één component in de pauzestand.
• Installeer het toestel op een goed geventileerde
plaats om te voorkomen dat het te sterk opwarmt.
• Plaats het toestel niet op een zachte ondergrond
zoals bijvoorbeeld een tapijt waardoor de
ventilatiegaten onderaan kunnen worden afgesloten.
• Installeer het toestel niet in de buurt van
warmtebronnen of op een plaats waar het is
blootgesteld aan directe zonnestraling, overmatig
stof of mechanische schokken.
4 Druk op X op het deck.
De CD verlaat automatisch de pauzestand
en de opname begint meteen daarna.
De opname stopt aan het eind van de CD.
Tip
Werking
• Indien het toestel direct van een koude in een
warme of een zeer vochtige ruimte wordt gebracht,
kan er condensvorming optreden op de lenzen in het
toestel. In dat geval kan de werking van het toestel
zijn verstoord. Verwijder in dat geval de disc en laat
het toestel ongeveer een uur aan staan tot alle vocht
is verdampt.
Volumeregeling
• Zet het volume niet hoger bij het beluisteren van
een zeer stille passage of een onbespeeld gedeelte.
Als u dat toch doet, kunnen de luidsprekers worden
beschadigd wanneer er plots een piekwaarde wordt
bereikt.
22NL
Reiniging
• Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningselementen met een zachte doek die
lichtjes is bevochtigd met een mild zeepsopje.
Gebruik geen schuursponsje, schuurpoeder noch
solventen zoals alcohol of benzine.
Met alle vragen over en eventuele problemen
met uw toestel kunt u steeds terecht bij uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Opmerkingen betreffende
CD’s
Behandeling
• Neem de disc vast aan de rand om ze proper te
houden. Raak het oppervlak niet aan.
• Kleef niets op een disc.
Reiniging
• Maak een disc voor het afspelen altijd schoon met
een doek. Wrijf van binnen naar buiten toe.
Aanvullende informatie
• Stel een disc niet bloot aan directe zonnestraling of
warmtebronnen zoals bijvoorbeeld heteluchtkanalen
of in een auto die in de volle zon geparkeerd staat
en waarin de temperatuur sterk kan oplopen.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare stabilisator.
Indien u dat toch doet, kunnen discs of speler
worden beschadigd.
• Berg discs na gebruik weer op in de houder.
• Gebruik geen solventen zoals benzine, thinner en in
de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen of
antistatische sprays voor grammofoonplaten.
Opmerkingen bij de weergave van
een CD-R/CD-RW
• Discs opgenomen met CD-R/CD-RW drives
kunnen mogelijk niet worden afgespeeld wegens
krassen, vuil, opnamestand of drivekarakteristieken.
Ook ongefinaliseerde discs kunnen niet worden
afgespeeld.
23NL
Verhelpen van storingen
Indien u problemen ondervindt bij het gebruik
van dit toestel, probeer die dan eerst zelf op de
lossen aan de hand van de onderstaande lijst.
Als het probleem daarmee niet is opgelost,
raadpleeg dan de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Geen geluid
• Controleer of de speler goed is aangesloten.
• Controleer of de versterker juist wordt bediend.
• Regel het analoge uitgangsniveau met ANALOG
OUT LEVEL +/– op de afstandsbediening.
De CD speelt niet.
• Er zit geen CD in de speler. “– NO DISC –”
verschijnt. Breng een CD in.
• Leg een CD met het label naar boven op de disclade.
• Reinig de CD (zie pagina 23).
• Er is condensvorming opgetreden in het toestel.
Verwijder de disc en laat het toestel ongeveer
een uur aan staan.
• Leg een CD correct op de disc-lade.
Het opnameniveau is gewijzigd.
• Het opnameniveau verandert wanneer u tijdens
de opname het analoge uitgangsniveau wijzigt
met ANALOG OUT LEVEL +/– op de
afstandsbediening.
De afstandsbediening werkt niet .
• Verwijder eventuele obstakels tussen
afstandsbediening en toestel.
• Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor
op het toestel.
• Vervang alle batterijen in de afstandsbediening
door nieuwe als ze zijn uitgeput.
De speler werkt niet zoals het hoort.
• Misschien is er iets fout met de
microcomputerchips. Zet de speler af en weer
aan om hem terug te stellen.
24NL
Technische gegevens
Compact disc player
Laser
Halfgeleiderlaser (λ = 780
nm)
Emissieduur: continu
Frequentiebereik
2 Hz tot 20 kHz ±0,5 dB
Dynamiek
Meer dan 93 dB
Harmonische vervorming Minder dan 0,0045%
Uitgangen
AanMaximum
sluitings- uitgangstype
niveau
ANALOG
OUT
Belastingsimpedantie
Phono2V
Meer dan 10
aan(bij 50 kohm) kohm
sluitingen
DIGITAL Optische –18 dBm
OUT
aansluiting
(OPTICAL)
Golflengte:
660 nm
PHONES
32 ohm
Stereo
10 mW
hoofdtelefoonaansluitingen
Algemeen
Voeding
Stroomverbruik
Afmetingen (ong.)
(b/h/d)
Gewicht (ong.)
230 V AC, 50/60 Hz
11 W
430 x 110 x 400 mm
incl. uitstekende
onderdelen
5,2 kg
Meegeleverde toebehoren
Audiokabel (2 phonostekkers - 2 phonostekkers) (1)
Afstandsbediening (1)
R6 (AA) batterijen (2)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.