Beko FSE 1074 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

nl nl
1
Gefeliciteerd met de keuze van ons product dat u zeker vele jaren van goede dienst zal
verschaffen.
Veiligheid is het belangrijkste!
Lees a.u.b. de gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Deze bevat belangrijke informatie over het
gebruik van uw nieuwe apparaat. Als de instructies niet worden opgevolgd, verliest u mogelijk
uw recht op gratis service tijdens de garantieperiode. Bewaar deze handleiding op een veilige
plaats en geef ze indien van toepassing door aan latere gebruikers.
Sluit uw apparaat niet op de stroomtoevoer aan totdat alle verpakking en transportbescherming
werden verwijderd.
Laat het apparaat, als het horizontaal werd vervoerd, minstens 4 uur staan alvorens het in
werking te stellen, zodat het systeem zich kan herstellen.
Dit apparaat mag enkel worden gebruikt voor het doel waarvoor het bestemd is, namelijk het
bewaren en invriezen van eetbare levensmiddelen.
We raden u aan dit apparaat niet te gebruiken in een onverwarmde, koude ruimte zoals bijv.
een garage, serre, bijgebouw, schuur, aanbouw, buiten, enzovoort, zie 'Locatie'.
• Controleer bij levering of het product niet beschadigd is en of alle onderdelen en accessoires
in een perfecte staat zijn.
• Gebruik het apparaat niet als het beschadigd is. Neem, in geval van twijfel, contact op met
uw dealer.
• Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
• Ga niet zitten of staan op het apparaat of op de uitstekende delen en/of laat kinderen hier
niet op zitten of staan.
• Hang niet aan de deur van het apparaat.
• Uw apparaat bevat geen gefluorideerde koelmiddelen (CFC/HFC), maar wel isobutaan
(R 600 a), een aardgas dat erg compatibel is met de omgeving.
(R 600 a) is zeer brandbaar. Zorg er daarom voor dat het koelcircuit niet beschadigd is noch
tijdens het transport of noch de werking.
In het geval van schade;
• Vermijd open vlammen, bronnen of vonken en brandbare stoffen.
• Verlucht onmiddellijk de kamer waarin het apparaat zich bevindt.
• In geval dat het koelmiddel in contact komt met uw ogen kan dit letsel veroorzaken.
• De ruimte in de kamer waarin het apparaat geïnstalleerd is, mag niet kleiner zijn dan 10
kubieke meter.
• Verbrand uw apparaat niet. Het apparaat bevat bestanddelen zonder CFK in de isolatie.
Deze zijn brandbaar.
• Neem contact op met de plaatselijke instanties in uw regio voor informatie over de beschikbare
faciliteiten voor het afvoeren van uw apparaat.
Waarschuwing - Ventilatieopeningen in de behuizing van het apparaat of in de ingebouwde
structuur niet afdekken.
Waarschuwing - Gebruik geen andere mechanische apparaten of andere middelen om
het ontdooiingproces te versnellen dan die apparaten of middelen die door de fabrikant worden
aangeraden.
Waarschuwing - Beschadig het koelcircuit niet.
Waarschuwing - Gebruik geen elektrische apparaten in de bewaarladen van het apparaat,
tenzij ze door de fabrikant worden aangeraden.
Vermijd om de metalen draden van de condensor aan de achterkant van het apparaat aan
te raken omdat dit verwondingen kan veroorzaken .
• In het geval van een mogelijk defect, koppel het apparaat eerst los van het elektriciteitsnetwerk.
• Verwijder, voor u het apparaat reinigt, altijd de stekker uit het stopcontact of schakel de
stroombreker uit. Trek nooit aan de elektriciteitskabel. Trek altijd aan de stekker.
• Reparaties aan elektrische apparatuur mogen alleen worden uitgevoerd door een bevoegde
installateur. Als de elektriciteitskabel beschadigd is, moet de fabrikant of de klantendienst deze
vervangen om gevaar te vermijden.
nl nl
Transportinstructies
Het apparaat mag enkel in staande positie
worden vervoerd.
De oorspronkelijke verpakking moet intact
blijven tijdens het transport.
Wanneer het apparaat horizontaal is vervoerd,
dient het rechtop te worden geplaatst en
tenminste vier uur in deze positie gelaten te
worden voordat het in werking gesteld kan
worden.
Het apparaat moet worden beschermd tegen
regen, vochtigheid en andere weersinvloeden.
De fabrikant neemt geen aansprakelijkheid
op zich als de veiligheidsinstructies niet werden
nageleefd.
Verwijdering
Maak het apparaat onmiddellijk onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact en knip de
stroomkabel kapot. Verwijder of verniel de
klik- of slotvergrendeling voor u het apparaat
weggooit. Op deze manier verhindert u dat
kinderen zichzelf kunnen opsluiten en hun
leven in gevaar kunnen brengen.
Installatie van het apparaat
• Plaats het apparaat niet in een ruimte waar
de temperatuur kan dalen tot minder dan 10°C
's nachts en/of vooral in de winter. Bij lagere
temperaturen zou het apparaat mogelijk niet
kunnen werken. Dit zou de bewaartijd van de
etenswaren verkorten.
De klimaatklasse van uw apparaat wordt
vermeld op het typeplaatje dat zich binnen in
het apparaat bevindt. Deze specificeert de
juiste werkingsomgevingstemperatuur zoals
hieronder uitgelegd.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN.......................+10 °C tot 32 °C
N .........................+16 °C tot 32 °C
ST .......................+18 °C tot 38 °C
T..........................+18 °C tot 43 °C
SN-ST.................+10 °C tot 38 °C
SN-T ...................+10 °C tot 43 °C
Locatie
Plaats het apparaat enkel in droge ruimtes die
verlucht kunnen worden.
Vermijd direct zonlicht of directe
warmtebronnen zoals een kachel of een
verwarmingsapparaat.
Indien dit niet vermeden kan worden, moeten
de volgende minimumafstanden nageleefd
worden:
Elektrische kachels: 3.00 cm
Verwarmingsapparaat: 3.00 cm
Koelapparaten: 2.50 cm
• Zorg voor voldoende ruimte rond het apparaat,
zodat de lucht er vrij kan circuleren.
Plaats de twee plastic muurtussenstukken die
bij het apparaat werden geleverd en draai 1/4
draai naar de condensor aan de achterkant van
het apparaat (Fig. 6).
• Het apparaat moet op een waterpas oppervlak
worden geplaatst. De twee voetjes aan de
voorkant kunnen worden afgesteld. Om er zeker
van te zijn dat het apparaat waterpas staat, draait
u de twee voetjes aan de voorkant rechtsom of
linksom totdat u een goed contact met de vloer
hebt. Het juist afstellen van de voetjes voorkomt
overdreven trillingen en lawaai.
Installatie (Onder het werkblad)
De interne hoogte van het werkblad moet
820 mm zijn.
(!) Fornuizen of andere warmtebronnen
mogen niet boven het werkblad worden
geplaatst daar waar het toestel onder het
werkblad is geïnstalleerd.
Het stopcontact moet zich dicht bij het
toestel aan de linker- of rechterkant bevinden.
Knip het deel dat wordt getoond in de
afbeelding en verwijder het met behulp van
een tang. Fig.9
Plaats uw toestel onder het werkblad en
pas de voetjes aan de voorzijde aan tot de
bovenkant van het toestel het werkblad raakt.
Ten einde het product onder het werkblad
te gebruiken, moet de afstand tussen de muur
en de referentie aangegeven in het bovenste
verbindingsplastic minimum595 mm bedragen.
Fig.10-11
Bevestig het toestel onder het werkblad
met behulp van 2 van de schroeven die
verwijderd werden uit de bovenbedekking.
(Het werkblad moet vervaardigd zijn uit plastic
of op hout gebaseerd zijn!) Fig.12
2
nl nl
3
Uw apparaat leren kennen
Waarschuwing
De hieronder vermelde informatie over de
accessoires wordt alleen als referentie
gegeven. De accessoires hieronder zijn
mogelijk niet exact dezelfde als de accessoires
van uw apparaat.
Voor het opstarten
Voor u uw apparaat in gebruik neemt, moeten
de volgende punten om veiligheidsredenen
opnieuw gecontroleerd worden:
Staat het apparaat juist op de grond?
Is er voldoende ruimte voor een goede
luchtcirculatie?
Is de binnenkant proper? (Zie ook het deel
'Schoonmaak en onderhoud')
Plaats de thermostaatknop in het midden
tussen 1 en 4 of Min. en Max.
Plaats nu de stekker van het apparaat in het
stopcontact.
Plaats geen levensmiddelen in de koelkast tot
de temperatuur het gewenste niveau bereikt
heeft..
Fig. 1
Reflectors
Bovenstrip
Snelvriesschakelaar
Controlelampjes
Thermostaatknop
IJsbank
Snelvriesvak
Vakken voor diepvriesvoedsel
Verstelbare voetjes
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Plaats geen warme voorwerpen
of een apparaat dat warmte
afgeeft boven op de bovenstrip.
Deze kan hierdoor beschadigd
raken.
Elektrische aansluitingen
Waarschuwing
Dit apparaat moet worden geaard.
• Controleer of het stroomtype en het voltage in
uw regio overeenkomen met die vermeld op het
typeplaatje binnenin het apparaat.
• De elektrische beveiliging van het apparaat is
enkel verzekerd wanneer het aardingssysteem
in het huis geïnstalleerd is overeenkomstig de
reglementeringen.
• Zorg bij de plaatsing van het apparaat ervoor
dat de elektriciteitskabel hier niet onder vastraakt,
anders wordt de kabel mogelijk beschadigd.
• Zorg ervoor dat de stekker eenvoudig
toegankelijk blijft. Gebruik geen meervoudige
adapter of verlengkabel.
• De elektrische specificaties van uw apparaat
worden vermeld op het typeplaatje dat zich
binnen in het apparaat bevindt.
Geleid de elektriciteitskabel voor een
eenvoudige aansluiting en afsluiting na de
installatie.
• Een contactseparator dient te worden gebruikt
wanneer de elektriciteitskabel niet toegankelijk
is. (voor inbouwmodellen)
nl nl
1 = Laagste koelinstelling (Warmste instelling)
4 = Hoogste koelinstelling (Koudste instelling)
(Of)
Min. = Laagste koelstand
(Warmste instelling)
Max. = Hoogste koelstand
(Koudste instelling)
Kies een stand overeenkomstig de gewenste
temperatuur.
De binnentemperatuur hangt ook af van de
omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur
geopend wordt en de hoeveelheid voedsel
die in de koelkast bewaard wordt.
De deur vaak openen doet de temperatuur in
de koelkast stijgen.
Daarom wordt aanbevolen om de deur zo snel
mogelijk te sluiten na elk gebruik.
De normale opslagtemperatuur van uw
apparaat zou -18°C moeten zijn. Als de
thermostaatknop tegen de klok in wordt
gedraaid vanuit positie 1, wordt het apparaat
uitgeschakeld en hoort u een klikgeluid. Lagere
temperaturen kunnen worden verkregen door
de thermostaatknop naar positie 4 te draaien.
We raden aan om de temperatuur met een
thermometer te controleren om ervoor te
zorgen dat de opslagvakken de gewenste
temperatuur behouden. Lees de thermometer
onmiddellijk af want de
thermometertemperatuur zal zeer snel stijgen
nadat u deze uit de vriezer genomen hebt.
De werkingstemperatuur
instellen
(Fig. 2)
De werkingstemperatuur wordt geregeld door
de temperatuurknop.
4
Warm Koud
1 2 3 4
(Of) Min. Max.
Controlelampjes
Er zijn drie gekleurde controlelampjes binnen
in het apparaat die de werkingsmodus van de
vriezer aangeven. (Fig. 2)
Groen lampje (1) Gaat branden als het
apparaat op de elektriciteit aangesloten is en
brandt zo lang er elektriciteit is. Het groene
lampje brandt niet wanneer de thermostaat is
ingesteld in de '0'-positie. Het groene lampje
geeft geen aanwijzing i.v.m. de temperatuur
in de vriezer.
Geel lampje (2) Dit lampje brandt wanneer
de snelvriesschakelaar (4) aan staat en blijft
branden totdat de snelvriesschakelaar wordt
uitgeschakeld. De compressor blijft constant
draaien terwijl de snelvriesschakelaar aan
staat. De functie snelvriezen is bedoeld voor
het invriezen van vers voedsel.
Rood lampje (3) Brandt:
a) Wanneer de vooraf ingestelde temperatuur
niet gehandhaafd kan worden.
b) Wanneer grote hoeveelheden vers voedsel
in de vriezer zijn geplaatst.
c) Als de deur van het apparaat per ongeluk
open gelaten werd.
Thermostaatknop (5) De thermostaatknop
bevindt zich op de set van het controlelampje.
BELANGRIJK:
Als u op de snelvriesschakelaar drukt, kan het
even duren voordat de compressor begint te
werken. Dit is normaal en geeft geen
compressorstoring aan.
nl nl
IJsblokjes maken
Vul de vorm voor 3/4 met water en plaats hem
in de diepvriezer.
Zodra het water bevroren is, kunt u de ijsblokjes
verwijderen.
Gebruik nooit scherpe voorwerpen, zoals
messen en vorken voor het verwijderen van
de ijsblokjes. U kunt zichzelf verwonden!
Laat de ijsblokjes lichtjes ontdooien of plaats
de onderkant van de vorm enkele ogenblikken
in heet water.
Snel invriezen
Als grote hoeveelheden vers voedsel moeten
worden ingevroren, duw de snelvriesschakelaar
in 24 uur voor u het voedsel in het snelvriesvak
plaatst.
We raden aan om de snelvriesschakelaar 24
uur aan te laten staan om de maximale
hoeveelheid voedsel in te vriezen die
aangeduid staat als vriescapaciteit. Let er goed
op dat de reeds bevroren levensmiddelen en
de verse levensmiddelen gescheiden blijven.
Ontdooien van het apparaat
Buitensporige ijsafzetting zal de prestaties van
uw apparaat beïnvloeden.
Er wordt daarom aanbevolen dat u het apparaat
minstens tweemaal per jaar ontdooit of telkens
wanneer de ijsafzetting meer dan 7 mm bedraagt.
Ontdooi uw apparaat wanneer er slechts weinig
of geen voedsel in zit.
Verwijder het diepvriesvoedsel uit de laden.
Verpak het diepvriesvoedsel in verschillende
lagen papier of een deken en bewaar op een
koude plaats.
Verwijder de stekker uit het stopcontact of
verwijder de stroombreker om het ontdooiproces
te beginnen.
Verwijder de accessoires (zoals schappen, lade,
enz.) uit het apparaat (Fig. 4) en gebruik een
geschikte container om het dooiwater op te
vangen.
Diepvriezen
Voedsel invriezen
Het invriesvak is gemarkeerd met
dit symbool op de deur.
U kunt het apparaat gebruiken voor het
invriezen van verse voedingswaren evenals
voor het bewaren van diepvriesproducten.
Raadpleeg de aanbevelingen die op de
verpakking van uw voedsel staan vermeld.
Opgepast
Vries geen bruisende dranken in omdat de
fles kan barsten wanneer de vloeistof wordt
bevroren.
Wees voorzichtig met diepvriesproducten zoals
gekleurde ijsblokjes.
Overschrijd de vriescapaciteit van uw apparaat
niet binnen een tijdspanne van 24 uur. Zie het
typeplaatje.
Ten einde de kwaliteit van het voedsel te
behouden, moet het invriezen zo snel mogelijk
gebeuren.
Op die manier zal de invriescapaciteit niet
worden overschreden en zal de temperatuur
in de diepvriezer niet stijgen.
Opgepast
Houd het al diepgevroren voedsel altijd apart
van vers voedsel.
Bij het invriezen van warm voedsel, zal de
koelcompressor werken tot het voedsel volledig
bevroren is. Dit kan tijdelijk leiden tot een
overdreven afkoeling van het koelkastgedeelte.
Wees niet bezorgd als u de deur van de
diepvriezer moeilijk kunt openen net nadat u
ze gesloten hebt. Dit komt door het drukverschil
dat zal worden gelijk gemaakt na enkele
minuten zodat u de deur terug normaal kunt
openen.
U zult een vacuümgeluid horen net nadat u
de deur sluit. Dit is normaal.
5
nl nl
Schoonmaak en onderhoud
Buiten- en binnenoppervlakken
Opgepast
Trek voordat u met schoonmaken begint,
altijd de elektriciteitskabel uit of schakel
de stroombreker uit.
Reinig de buitenkant met lauw water en een
zacht reinigingsmiddel.
Gebruik nooit schuurmiddelen of zure
middelen.
Wrijf de binnenkant droog.
Zorg ervoor dat er geen water in contact komt
met de elektrische aansluitingen van de
temperatuurbediening of het binnenlampje.
Indien het apparaat gedurende langere tijd
niet zal worden gebruikt, trek dan de
elektriciteitskabel uit en verwijder alle
levensmiddelen. Reinig het apparaat en laat
de deur open staan.
Om het uiterlijk van uw apparaat te behouden,
kunt u de buitenkant en de deuraccessoires
laten glanzen met een siliconenwas.
Reinig de condensator aan de achterkant van
het apparaat slechts eenmaal per jaar met
een borstel of een stofzuiger. Een stoflaag
leidt tot een verhoogd stroomverbruik.
Inspecteer de pakking van de deur regelmatig.
Reinig enkel met water en wrijf volledig droog.
Reinigen van de accessoires
Diepvriezen
Om een lade te reinigen, trekt u deze zo ver
mogelijk naar buiten. Vervolgens kantelt u de
lade naar boven en trekt u de lade er helemaal
uit
6
Gebruik een spons of een zachte doek om het
dooiwater te verwijderen indien nodig (Fig. 5).
Houd de deur open tijdens het ontdooien.
Plaats bakken met warm water in het apparaat
om het ontdooien te versnellen.
Gebruik nooit elektrische apparaten,
ontdooisprays of puntige of scherpe
voorwerpen zoals messen of vorken om het
ijs te verwijderen.
Als het ontdooien klaar is, reinig het apparaat
aan de binnenkant. (zie het deel 'Schoonmaken
en onderhoud').
Steek de stekker opnieuw in het stopcontact.
Plaats het diepvriesvoedsel in de lades en
schuif de lades in de diepvriezer.
nl nl
Praktische tips en
opmerkingen
Diepvriezen
• Laat voedingsmiddelen altijd ontdooien in
een doos waarin het dooiwater kan weglopen.
• Overschrijd nooit de maximaal toegelaten
vriescapaciteit bij het invriezen van verse
voedingsmiddelen (zie het deel "Diepvriezen”)
• Geef kinderen geen ijs en waterijs direct uit de
vriezer.
De lage temperatuur kan de lippen verbranden.
• Vries ontdooid voedsel nooit opnieuw in,
ontdooid voedsel moet binnen 24 uur
geconsumeerd worden. Enkel voedsel dat bereid
werd, kan opnieuw worden ingevroren.
• Neem geen diepvriesproducten uit met natte
handen.
• Bewaar enkel verse en onberispelijke
voedingsmiddelen.
• Gebruik altijd het juiste verpakkingsmateriaal
om geurpenetratie of degradatie van
voedingsmiddelen te vermijden.
• Bewaar in de winkel gekochte
diepvriesproducten in overeenstemming met
de instructies op het pak.
• Vries bereide voedingsmiddelen in kleine
hoeveelheden in. Dit zorgt voor snel invriezen
en behoudt de kwaliteit van de
voedingsmiddelen.
• Vries geen vloeistoffen in stevig gesloten
flessen of containers in.
De flessen/containers kunnen barsten bij lage
temperaturen.
• Draag diepvriesproducten in geschikte
zakken en plaats ze zo snel mogelijk in uw
diepvriezer.
Laat levensmiddelen altijd in het koelgedeelte
ontdooien.
7
Normale bedrijfsgeluiden
Verschillende bedrijfsgeluiden zijn volledig
normaal omwille van de werking van het
koelsysteem van uw apparaat:
• Gorgelende, bubbelende, gonzende geluiden
worden veroorzaakt door de koelvloeistof die
circuleert in het koelsysteem. Deze geluiden
kunnen nog een korte tijd na het uitschakelen
van de compressor worden gehoord.
• Plotse, scherp krakende of knallende geluiden
worden veroorzaakt door de expansie en
samentrekking van de binnenwanden of van
sommige componenten in de kasten.
• Zoemende, gonzende, pulserende of
brommende geluiden worden veroorzaakt door
de compressor. Deze geluiden zijn iets luider
bij het inschakelen van de compressor en
nemen af wanneer het apparaat de
werkingstemperatuur bereikt.
Ten einde storende vibraties en geluiden
te vermijden, zorg ervoor dat:
• Uw koelkast waterpas staat op alle vier de
voetjes.
• Uw koelkast niet in contact staat met de
muren, omringende objecten of keukenkasten
en meubilair.
• Blikjes, flessen of schotels in de koelkast
elkaar niet raken of rammelen tegen elkaar.
• Alle schappen en lades correct in de
koelkasten en deuren gemonteerd zijn.
nl nl
Wat als...
1- Het apparaat niet werkt, zelfs niet als
het ingeschakeld is.
• Controleer de elektriciteitskabel goed is
aangesloten.
• Controleer of de netvoeding juist werkt en
of een stroombreker gesprongen is!
• Controleer de temperatuurregeling voor een
correcte instelling!
2- Er een stroomonderbreking is.
Uw diepvriezer is geschikt voor het langdurige
bewaren van gekochte diepvriesproducten en
kan worden gebruikt om verse etenswaren in
te vriezen en te bewaren.
Open de deur niet in geval van stroomstoring.
Voor een
gewaardeerd apparaat,
wordt ingevroren voedsel in het invriesvak niet
beïnvloed als het defect minder lang duurt
dan de bewaartijd na het “Bewaringstijd in
geval van Defect (uren), die vermeld staat op
het typeplaatje.
Wanneer de stroomstoring langer duurt dan
de “Bewaringstijd in geval van Defect (uren)”
dient het voedsel te worden gecontroleerd en
direct te worden geconsumeerd of te worden
gekookt en vervolgens opnieuw worden
ingevroren.
3- Andere mogelijk defecten
Niet elk defect is een geval voor onze
klantendienst. U kunt vaak het probleem zelf
zonder hulp van onze dienst oplossen. Voor
u hulp van onze dienst aanvraagt, controleer
of het defect veroorzaakt werd door een
werkingsfout. Indien dit het geval is, en een
dienstverlening werd aangevraagd, wordt een
servicekost aangerekend, zelfs als het
apparaat nog onder de garantie valt.
Als het probleem blijft duren, neem contact
op met uw leverancier of met onze
klantendienst.
Houd het type en serienummer van uw
apparaat bij de hand als u belt. Het typeplaatje
bevindt zich binnenin het apparaat.
8
De deuren omkeren
Ga verder in numerieke volgorde (Fig. 7).
Betekenis van energiekaart (Alleen voor informatieve doeleinden)
nl
Geluid
(dB(A) re 1 pW)
A
B
C
D
E
F
G
Efficiënter
Minder efficiënt
Energieverbruik kWh/jaar
(Gebaseerd op standaard testresultaten
gedurende 24 uur)
Eigenlijk verbruik is afhankelijk van de wijze
waarop het apparaat wordt gebruikt en waar
het is geplaatst.
Volume verse levensmiddelen I
Volume diepvriesproducten 1
Fabrikant
Model
Energie
9
U kunt de energiekaart steken in de polyzak bovenin.
Volume koelgedeelte 1

Documenttranscriptie

nl nl Gefeliciteerd met de keuze van ons product dat u zeker vele jaren van goede dienst zal verschaffen. Veiligheid is het belangrijkste! Lees a.u.b. de gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Deze bevat belangrijke informatie over het gebruik van uw nieuwe apparaat. Als de instructies niet worden opgevolgd, verliest u mogelijk uw recht op gratis service tijdens de garantieperiode. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats en geef ze indien van toepassing door aan latere gebruikers. • Sluit uw apparaat niet op de stroomtoevoer aan totdat alle verpakking en transportbescherming werden verwijderd. • Laat het apparaat, als het horizontaal werd vervoerd, minstens 4 uur staan alvorens het in werking te stellen, zodat het systeem zich kan herstellen. • Dit apparaat mag enkel worden gebruikt voor het doel waarvoor het bestemd is, namelijk het bewaren en invriezen van eetbare levensmiddelen. • We raden u aan dit apparaat niet te gebruiken in een onverwarmde, koude ruimte zoals bijv. een garage, serre, bijgebouw, schuur, aanbouw, buiten, enzovoort, zie 'Locatie'. • Controleer bij levering of het product niet beschadigd is en of alle onderdelen en accessoires in een perfecte staat zijn. • Gebruik het apparaat niet als het beschadigd is. Neem, in geval van twijfel, contact op met uw dealer. • Laat kinderen niet spelen met het apparaat. • Ga niet zitten of staan op het apparaat of op de uitstekende delen en/of laat kinderen hier niet op zitten of staan. • Hang niet aan de deur van het apparaat. • Uw apparaat bevat geen gefluorideerde koelmiddelen (CFC/HFC), maar wel isobutaan (R 600 a), een aardgas dat erg compatibel is met de omgeving. (R 600 a) is zeer brandbaar. Zorg er daarom voor dat het koelcircuit niet beschadigd is noch tijdens het transport of noch de werking. In het geval van schade; • Vermijd open vlammen, bronnen of vonken en brandbare stoffen. • Verlucht onmiddellijk de kamer waarin het apparaat zich bevindt. • In geval dat het koelmiddel in contact komt met uw ogen kan dit letsel veroorzaken. • De ruimte in de kamer waarin het apparaat geïnstalleerd is, mag niet kleiner zijn dan 10 kubieke meter. • Verbrand uw apparaat niet. Het apparaat bevat bestanddelen zonder CFK in de isolatie. Deze zijn brandbaar. • Neem contact op met de plaatselijke instanties in uw regio voor informatie over de beschikbare faciliteiten voor het afvoeren van uw apparaat. Waarschuwing - Ventilatieopeningen in de behuizing van het apparaat of in de ingebouwde structuur niet afdekken. Waarschuwing - Gebruik geen andere mechanische apparaten of andere middelen om het ontdooiingproces te versnellen dan die apparaten of middelen die door de fabrikant worden aangeraden. Waarschuwing - Beschadig het koelcircuit niet. Waarschuwing - Gebruik geen elektrische apparaten in de bewaarladen van het apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden aangeraden. • Vermijd om de metalen draden van de condensor aan de achterkant van het apparaat aan te raken omdat dit verwondingen kan veroorzaken . • In het geval van een mogelijk defect, koppel het apparaat eerst los van het elektriciteitsnetwerk. • Verwijder, voor u het apparaat reinigt, altijd de stekker uit het stopcontact of schakel de stroombreker uit. Trek nooit aan de elektriciteitskabel. Trek altijd aan de stekker. • Reparaties aan elektrische apparatuur mogen alleen worden uitgevoerd door een bevoegde installateur. Als de elektriciteitskabel beschadigd is, moet de fabrikant of de klantendienst deze vervangen om gevaar te vermijden. 1 nl nl Transportinstructies Locatie Plaats het apparaat enkel in droge ruimtes die verlucht kunnen worden. Het apparaat mag enkel in staande positie worden vervoerd. De oorspronkelijke verpakking moet intact blijven tijdens het transport. Wanneer het apparaat horizontaal is vervoerd, dient het rechtop te worden geplaatst en tenminste vier uur in deze positie gelaten te worden voordat het in werking gesteld kan worden. Het apparaat moet worden beschermd tegen regen, vochtigheid en andere weersinvloeden. De fabrikant neemt geen aansprakelijkheid op zich als de veiligheidsinstructies niet werden nageleefd. Vermijd direct zonlicht of directe warmtebronnen zoals een kachel of een verwarmingsapparaat. Indien dit niet vermeden kan worden, moeten de volgende minimumafstanden nageleefd worden: Elektrische kachels: 3.00 cm Verwarmingsapparaat: 3.00 cm Koelapparaten: 2.50 cm • Zorg voor voldoende ruimte rond het apparaat, zodat de lucht er vrij kan circuleren. Plaats de twee plastic muurtussenstukken die bij het apparaat werden geleverd en draai 1/4 draai naar de condensor aan de achterkant van het apparaat (Fig. 6). • Het apparaat moet op een waterpas oppervlak worden geplaatst. De twee voetjes aan de voorkant kunnen worden afgesteld. Om er zeker van te zijn dat het apparaat waterpas staat, draait u de twee voetjes aan de voorkant rechtsom of linksom totdat u een goed contact met de vloer hebt. Het juist afstellen van de voetjes voorkomt overdreven trillingen en lawaai. Verwijdering Maak het apparaat onmiddellijk onbruikbaar. Trek de stekker uit het stopcontact en knip de stroomkabel kapot. Verwijder of verniel de klik- of slotvergrendeling voor u het apparaat weggooit. Op deze manier verhindert u dat kinderen zichzelf kunnen opsluiten en hun leven in gevaar kunnen brengen. Installatie (Onder het werkblad) Installatie van het apparaat • Plaats het apparaat niet in een ruimte waar de temperatuur kan dalen tot minder dan 10°C 's nachts en/of vooral in de winter. Bij lagere temperaturen zou het apparaat mogelijk niet kunnen werken. Dit zou de bewaartijd van de etenswaren verkorten. • De klimaatklasse van uw apparaat wordt vermeld op het typeplaatje dat zich binnen in het apparaat bevindt. Deze specificeert de juiste werkingsomgevingstemperatuur zoals hieronder uitgelegd. Klimaatklasse Omgevingstemperatuur SN.......................+10 °C tot 32 °C N .........................+16 °C tot 32 °C ST .......................+18 °C tot 38 °C T..........................+18 °C tot 43 °C SN-ST .................+10 °C tot 38 °C SN-T ...................+10 °C tot 43 °C 2 • De interne hoogte van het werkblad moet 820 mm zijn. (!) Fornuizen of andere warmtebronnen mogen niet boven het werkblad worden geplaatst daar waar het toestel onder het werkblad is geïnstalleerd. • Het stopcontact moet zich dicht bij het toestel aan de linker- of rechterkant bevinden. • Knip het deel dat wordt getoond in de afbeelding en verwijder het met behulp van een tang. Fig.9 • Plaats uw toestel onder het werkblad en pas de voetjes aan de voorzijde aan tot de bovenkant van het toestel het werkblad raakt. • Ten einde het product onder het werkblad te gebruiken, moet de afstand tussen de muur en de referentie aangegeven in het bovenste verbindingsplastic minimum595 mm bedragen. Fig.10-11 • Bevestig het toestel onder het werkblad met behulp van 2 van de schroeven die verwijderd werden uit de bovenbedekking. (Het werkblad moet vervaardigd zijn uit plastic of op hout gebaseerd zijn!) Fig.12 nl nl Plaats geen warme voorwerpen of een apparaat dat warmte afgeeft boven op de bovenstrip. Deze kan hierdoor beschadigd raken. Elektrische aansluitingen Waarschuwing Dit apparaat moet worden geaard. • Controleer of het stroomtype en het voltage in uw regio overeenkomen met die vermeld op het typeplaatje binnenin het apparaat. • De elektrische beveiliging van het apparaat is enkel verzekerd wanneer het aardingssysteem in het huis geïnstalleerd is overeenkomstig de reglementeringen. • Zorg bij de plaatsing van het apparaat ervoor dat de elektriciteitskabel hier niet onder vastraakt, anders wordt de kabel mogelijk beschadigd. • Zorg ervoor dat de stekker eenvoudig toegankelijk blijft. Gebruik geen meervoudige adapter of verlengkabel. • De elektrische specificaties van uw apparaat worden vermeld op het typeplaatje dat zich binnen in het apparaat bevindt. • Geleid de elektriciteitskabel voor een eenvoudige aansluiting en afsluiting na de installatie. • Een contactseparator dient te worden gebruikt wanneer de elektriciteitskabel niet toegankelijk is. (voor inbouwmodellen) Voor het opstarten Voor u uw apparaat in gebruik neemt, moeten de volgende punten om veiligheidsredenen opnieuw gecontroleerd worden: • Staat het apparaat juist op de grond? • Is er voldoende ruimte voor een goede luchtcirculatie? • Is de binnenkant proper? (Zie ook het deel 'Schoonmaak en onderhoud') • Plaats de thermostaatknop in het midden tussen 1 en 4 of Min. en Max. • Plaats nu de stekker van het apparaat in het stopcontact. Plaats geen levensmiddelen in de koelkast tot de temperatuur het gewenste niveau bereikt heeft.. Uw apparaat leren kennen Waarschuwing De hieronder vermelde informatie over de accessoires wordt alleen als referentie gegeven. De accessoires hieronder zijn mogelijk niet exact dezelfde als de accessoires van uw apparaat. Fig. 1 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Reflectors Bovenstrip Snelvriesschakelaar Controlelampjes Thermostaatknop IJsbank Snelvriesvak Vakken voor diepvriesvoedsel Verstelbare voetjes 3 nl nl De werkingstemperatuur instellen Controlelampjes (Fig. 2) Er zijn drie gekleurde controlelampjes binnen in het apparaat die de werkingsmodus van de vriezer aangeven. (Fig. 2) De werkingstemperatuur wordt geregeld door de temperatuurknop. Warm Koud 1 (Of) Min. 2 3 Groen lampje (1) Gaat branden als het apparaat op de elektriciteit aangesloten is en brandt zo lang er elektriciteit is. Het groene lampje brandt niet wanneer de thermostaat is ingesteld in de '0'-positie. Het groene lampje geeft geen aanwijzing i.v.m. de temperatuur in de vriezer. 4 Max. 1 = Laagste koelinstelling (Warmste instelling) 4 = Hoogste koelinstelling (Koudste instelling) (Of) Geel lampje (2) Dit lampje brandt wanneer de snelvriesschakelaar (4) aan staat en blijft branden totdat de snelvriesschakelaar wordt uitgeschakeld. De compressor blijft constant draaien terwijl de snelvriesschakelaar aan staat. De functie snelvriezen is bedoeld voor het invriezen van vers voedsel. Min. = Laagste koelstand (Warmste instelling) Max. = Hoogste koelstand (Koudste instelling) Kies een stand overeenkomstig de gewenste temperatuur. Rood lampje (3) Brandt: De binnentemperatuur hangt ook af van de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur geopend wordt en de hoeveelheid voedsel die in de koelkast bewaard wordt. De deur vaak openen doet de temperatuur in de koelkast stijgen. Daarom wordt aanbevolen om de deur zo snel mogelijk te sluiten na elk gebruik. a) Wanneer de vooraf ingestelde temperatuur niet gehandhaafd kan worden. b) Wanneer grote hoeveelheden vers voedsel in de vriezer zijn geplaatst. c) Als de deur van het apparaat per ongeluk open gelaten werd. Thermostaatknop (5) De thermostaatknop bevindt zich op de set van het controlelampje. De normale opslagtemperatuur van uw apparaat zou -18°C moeten zijn. Als de thermostaatknop tegen de klok in wordt gedraaid vanuit positie 1, wordt het apparaat uitgeschakeld en hoort u een klikgeluid. Lagere temperaturen kunnen worden verkregen door de thermostaatknop naar positie 4 te draaien. We raden aan om de temperatuur met een thermometer te controleren om ervoor te zorgen dat de opslagvakken de gewenste temperatuur behouden. Lees de thermometer onmiddellijk af want de thermometertemperatuur zal zeer snel stijgen nadat u deze uit de vriezer genomen hebt. BELANGRIJK: Als u op de snelvriesschakelaar drukt, kan het even duren voordat de compressor begint te werken. Dit is normaal en geeft geen compressorstoring aan. 4 nl nl Diepvriezen IJsblokjes maken Voedsel invriezen Vul de vorm voor 3/4 met water en plaats hem in de diepvriezer. Zodra het water bevroren is, kunt u de ijsblokjes verwijderen. Gebruik nooit scherpe voorwerpen, zoals messen en vorken voor het verwijderen van de ijsblokjes. U kunt zichzelf verwonden! Het invriesvak is gemarkeerd met dit symbool op de deur. U kunt het apparaat gebruiken voor het invriezen van verse voedingswaren evenals voor het bewaren van diepvriesproducten. Raadpleeg de aanbevelingen die op de verpakking van uw voedsel staan vermeld. Laat de ijsblokjes lichtjes ontdooien of plaats de onderkant van de vorm enkele ogenblikken in heet water. Opgepast Vries geen bruisende dranken in omdat de fles kan barsten wanneer de vloeistof wordt bevroren. Snel invriezen Als grote hoeveelheden vers voedsel moeten worden ingevroren, duw de snelvriesschakelaar in 24 uur voor u het voedsel in het snelvriesvak plaatst. Wees voorzichtig met diepvriesproducten zoals gekleurde ijsblokjes. Overschrijd de vriescapaciteit van uw apparaat niet binnen een tijdspanne van 24 uur. Zie het typeplaatje. Ten einde de kwaliteit van het voedsel te behouden, moet het invriezen zo snel mogelijk gebeuren. Op die manier zal de invriescapaciteit niet worden overschreden en zal de temperatuur in de diepvriezer niet stijgen. We raden aan om de snelvriesschakelaar 24 uur aan te laten staan om de maximale hoeveelheid voedsel in te vriezen die aangeduid staat als vriescapaciteit. Let er goed op dat de reeds bevroren levensmiddelen en de verse levensmiddelen gescheiden blijven. Opgepast Houd het al diepgevroren voedsel altijd apart van vers voedsel. Ontdooien van het apparaat Buitensporige ijsafzetting zal de prestaties van uw apparaat beïnvloeden. Er wordt daarom aanbevolen dat u het apparaat minstens tweemaal per jaar ontdooit of telkens wanneer de ijsafzetting meer dan 7 mm bedraagt. Ontdooi uw apparaat wanneer er slechts weinig of geen voedsel in zit. Bij het invriezen van warm voedsel, zal de koelcompressor werken tot het voedsel volledig bevroren is. Dit kan tijdelijk leiden tot een overdreven afkoeling van het koelkastgedeelte. Wees niet bezorgd als u de deur van de diepvriezer moeilijk kunt openen net nadat u ze gesloten hebt. Dit komt door het drukverschil dat zal worden gelijk gemaakt na enkele minuten zodat u de deur terug normaal kunt openen. U zult een vacuümgeluid horen net nadat u de deur sluit. Dit is normaal. 5 Verwijder het diepvriesvoedsel uit de laden. Verpak het diepvriesvoedsel in verschillende lagen papier of een deken en bewaar op een koude plaats. Verwijder de stekker uit het stopcontact of verwijder de stroombreker om het ontdooiproces te beginnen. Verwijder de accessoires (zoals schappen, lade, enz.) uit het apparaat (Fig. 4) en gebruik een geschikte container om het dooiwater op te vangen. nl nl Schoonmaak en onderhoud Gebruik een spons of een zachte doek om het dooiwater te verwijderen indien nodig (Fig. 5). Houd de deur open tijdens het ontdooien. Plaats bakken met warm water in het apparaat om het ontdooien te versnellen. Gebruik nooit elektrische apparaten, ontdooisprays of puntige of scherpe voorwerpen zoals messen of vorken om het ijs te verwijderen. Buiten- en binnenoppervlakken Opgepast Trek voordat u met schoonmaken begint, altijd de elektriciteitskabel uit of schakel de stroombreker uit. Reinig de buitenkant met lauw water en een zacht reinigingsmiddel. Als het ontdooien klaar is, reinig het apparaat aan de binnenkant. (zie het deel 'Schoonmaken en onderhoud'). Gebruik nooit schuurmiddelen of zure middelen. Steek de stekker opnieuw in het stopcontact. Plaats het diepvriesvoedsel in de lades en schuif de lades in de diepvriezer. Wrijf de binnenkant droog. Zorg ervoor dat er geen water in contact komt met de elektrische aansluitingen van de temperatuurbediening of het binnenlampje. Indien het apparaat gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt, trek dan de elektriciteitskabel uit en verwijder alle levensmiddelen. Reinig het apparaat en laat de deur open staan. Om het uiterlijk van uw apparaat te behouden, kunt u de buitenkant en de deuraccessoires laten glanzen met een siliconenwas. Reinig de condensator aan de achterkant van het apparaat slechts eenmaal per jaar met een borstel of een stofzuiger. Een stoflaag leidt tot een verhoogd stroomverbruik. Inspecteer de pakking van de deur regelmatig. Reinig enkel met water en wrijf volledig droog. Reinigen van de accessoires Diepvriezen Om een lade te reinigen, trekt u deze zo ver mogelijk naar buiten. Vervolgens kantelt u de lade naar boven en trekt u de lade er helemaal uit 6 nl nl Normale bedrijfsgeluiden Praktische tips en opmerkingen Verschillende bedrijfsgeluiden zijn volledig normaal omwille van de werking van het koelsysteem van uw apparaat: Diepvriezen • Laat voedingsmiddelen altijd ontdooien in een doos waarin het dooiwater kan weglopen. • Overschrijd nooit de maximaal toegelaten vriescapaciteit bij het invriezen van verse voedingsmiddelen (zie het deel "Diepvriezen”) • Geef kinderen geen ijs en waterijs direct uit de vriezer. De lage temperatuur kan de lippen verbranden. • Vries ontdooid voedsel nooit opnieuw in, ontdooid voedsel moet binnen 24 uur geconsumeerd worden. Enkel voedsel dat bereid werd, kan opnieuw worden ingevroren. • Neem geen diepvriesproducten uit met natte handen. • Bewaar enkel verse en onberispelijke voedingsmiddelen. • Gebruik altijd het juiste verpakkingsmateriaal om geurpenetratie of degradatie van voedingsmiddelen te vermijden. • Bewaar in de winkel gekochte diepvriesproducten in overeenstemming met de instructies op het pak. • Vries bereide voedingsmiddelen in kleine hoeveelheden in. Dit zorgt voor snel invriezen en behoudt de kwaliteit van de voedingsmiddelen. • Vries geen vloeistoffen in stevig gesloten flessen of containers in. De flessen/containers kunnen barsten bij lage temperaturen. • Draag diepvriesproducten in geschikte zakken en plaats ze zo snel mogelijk in uw diepvriezer. Laat levensmiddelen altijd in het koelgedeelte ontdooien. • Gorgelende, bubbelende, gonzende geluiden worden veroorzaakt door de koelvloeistof die circuleert in het koelsysteem. Deze geluiden kunnen nog een korte tijd na het uitschakelen van de compressor worden gehoord. • Plotse, scherp krakende of knallende geluiden worden veroorzaakt door de expansie en samentrekking van de binnenwanden of van sommige componenten in de kasten. • Zoemende, gonzende, pulserende of brommende geluiden worden veroorzaakt door de compressor. Deze geluiden zijn iets luider bij het inschakelen van de compressor en nemen af wanneer het apparaat de werkingstemperatuur bereikt. Ten einde storende vibraties en geluiden te vermijden, zorg ervoor dat: • Uw koelkast waterpas staat op alle vier de voetjes. • Uw koelkast niet in contact staat met de muren, omringende objecten of keukenkasten en meubilair. • Blikjes, flessen of schotels in de koelkast elkaar niet raken of rammelen tegen elkaar. • Alle schappen en lades correct in de koelkasten en deuren gemonteerd zijn. 7 nl nl Wat als... De deuren omkeren Ga verder in numerieke volgorde (Fig. 7). 1- Het apparaat niet werkt, zelfs niet als het ingeschakeld is. • Controleer de elektriciteitskabel goed is aangesloten. • Controleer of de netvoeding juist werkt en of een stroombreker gesprongen is! • Controleer de temperatuurregeling voor een correcte instelling! 2- Er een stroomonderbreking is. Uw diepvriezer is geschikt voor het langdurige bewaren van gekochte diepvriesproducten en kan worden gebruikt om verse etenswaren in te vriezen en te bewaren. Open de deur niet in geval van stroomstoring. Voor een gewaardeerd apparaat, wordt ingevroren voedsel in het invriesvak niet beïnvloed als het defect minder lang duurt dan de bewaartijd na het “Bewaringstijd in geval van Defect (uren), die vermeld staat op het typeplaatje. Wanneer de stroomstoring langer duurt dan de “Bewaringstijd in geval van Defect (uren)” dient het voedsel te worden gecontroleerd en direct te worden geconsumeerd of te worden gekookt en vervolgens opnieuw worden ingevroren. 3- Andere mogelijk defecten Niet elk defect is een geval voor onze klantendienst. U kunt vaak het probleem zelf zonder hulp van onze dienst oplossen. Voor u hulp van onze dienst aanvraagt, controleer of het defect veroorzaakt werd door een werkingsfout. Indien dit het geval is, en een dienstverlening werd aangevraagd, wordt een servicekost aangerekend, zelfs als het apparaat nog onder de garantie valt. Als het probleem blijft duren, neem contact op met uw leverancier of met onze klantendienst. Houd het type en serienummer van uw apparaat bij de hand als u belt. Het typeplaatje bevindt zich binnenin het apparaat. 8 Betekenis van energiekaart (Alleen voor informatieve doeleinden) nl Energie Efficiënter A B C D E F G Minder efficiënt Energieverbruik kWh/jaar (Gebaseerd op standaard testresultaten gedurende 24 uur) Eigenlijk verbruik is afhankelijk van de wijze waarop het apparaat wordt gebruikt en waar het is geplaatst. Volume verse levensmiddelen I Volume diepvriesproducten 1 Volume koelgedeelte 1 Geluid (dB(A) re 1 pW) 9 U kunt de energiekaart steken in de polyzak bovenin. Fabrikant Model
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Beko FSE 1074 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor