Pottinger CAT NOVA 360 T CR Handleiding

Type
Handleiding
(ANDLEIDING
NL
 ).3425#4)%3 6//2 $% /6%2$2!#(4 6!. -!#().%3    PAGINA 
6ERTALING VAN DE ORIGINELE HANDLEIDING
Ihre / Your / Votre • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
.R
CAT NOVA 360 T
(Type PSM 360 : +..01001)
99 360.NL.80I.0
Schijvenmaaier
ALLG./BA SEITE 2 / 0000-NL
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
Productaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop
van machines een handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren
over de bedienings-, de veiligheids- en de onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het
gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden
gezonden.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die
door een machine ontstaat, die echter niet aan deze machine ontstaat: voor
de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of
doorverkocht dient de handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op
de voorschriften te worden gewezen.
NL Geachte gebruiker!
U hebt een goede keuze gemaakt en wij feliciteren U dan
ook dat U voor het merk Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden wij U kwaliteit
en capaciteit, gekoppeld aan een goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de omstandig-
heden waaronder de machine wordt ingezet en om in
de toekomst nieuwe machines te kunnen ontwikkelen,
verzoeken wij U ons enige gegevens te verstrekken.
Daardoor is het dan ook mogelijk om U in de toekomst
gericht over nieuwe ontwikkelingen te informeren.
Document D
NL-0600 Dokum D Anbaugeräte
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
T Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas, veiligheidsinrichtingen en
handleidingen zijn aanwezig.
T De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding met de gebruiker
besproken en uitgelegd.
T Bandenspanning gecontroleerd
T Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
T Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
T Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast: Driepuntsbevestiging
T Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
T Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
T Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
T Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
T Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
T Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
T
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
- 4 -
NL
INHOUDSOPGAVE
0800_NL-Inhalt_360
ºííÞçíâÞ
½ÞïÞâåâàáÞâÝì¦
ïèèëìÜáëâßíÞçâç
ÚÚçáÚçàìÞåº
çÚïèåàÞç
ÂçáèîÝìèéàÚïÞ
WAARSCHUWINGSTEKENS
CE-kenmerk ......................................................................................................................................................................5
Betekenis van de waarschuwingstekens ..........................................................................................................................5
AANBOUW
Machine aanhangen ..........................................................................................................................................................6
Hydraulische aansluiting ...................................................................................................................................................6
Elektrische verbindingen aansluiten ..................................................................................................................................6
Controle van het aandrijftoerental ....................................................................................................................................7
Aftakas ..............................................................................................................................................................................7
Aftakas ..............................................................................................................................................................................7
TRANSPORT
Wisselen van werk- in transportstand ...............................................................................................................................8
Wegtransport .....................................................................................................................................................................8
Transport met aanhangwagen of vrachtwagen .................................................................................................................8
GEBRUIK
Belangrijke opmerkingen voor het begin van het werken .................................................................................................9
Voorzichtig bij het keren op de helling!............................................................................................................................10
Machine instellen
(tot bouwjaar 2003 / 1) ...............................................................................................10
Machine instellen
(vanaf bouwjaar 2003 / 2) ...........................................................................................11
Wisselen van transport- in werkstand .............................................................................................................................13
Lang zwadbord ................................................................................................................................................................14
Buiten werking stellen .....................................................................................................................................................15
Zwadaflegging zijdelings verspringend ...........................................................................................................................16
Zwadplaten verstellen .....................................................................................................................................................16
Elektro hydraulische bediening .......................................................................................................................................16
Varianten Systeem "extra dry" ........................................................................................................................................17
ZIJAFVOERBAND
Beschrijving .....................................................................................................................................................................18
Transportstand ................................................................................................................................................................18
Instellingen ......................................................................................................................................................................18
Extra zijafvoerband ..........................................................................................................................................................19
Transport over de weg .....................................................................................................................................................19
Reinigen van de walsen ...................................................................................................................................................19
Instellen van de zijafvoerband .........................................................................................................................................19
ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzing .......................................................................................................................................................20
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud .................................................................................................................20
Reinigen van machinedelen ............................................................................................................................................20
In de openlucht laten staan .............................................................................................................................................20
Overwinteren ...................................................................................................................................................................20
Aftakassen .......................................................................................................................................................................20
Hydrauliekinstallatie ........................................................................................................................................................20
Na telkens 50 bedrijfsuren ...............................................................................................................................................21
Olie maaibalk verversen ..................................................................................................................................................21
Aandrijving .......................................................................................................................................................................22
Tandwielkast ....................................................................................................................................................................22
Wintervast maken ............................................................................................................................................................23
Smeerschema ................................................................................................................................................................26
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens ......................................................................................................................................................29
Gebruik van de maaimachine overeenkomstig de gebruiksdoeleinden..........................................................................29
Plaats van het typeplaatje ...............................................................................................................................................29
AANHANGSEL
Aanwijzingen voor veilig werken .....................................................................................................................................32
Aftakas ............................................................................................................................................................................33
Smeermiddelen ...............................................................................................................................................................35
Bandenspanning ............................................................................................................................................................37
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen ...................................................................................................................38
Aandrijving omdraaien .....................................................................................................................................................39
Stroomvoorziening ..........................................................................................................................................................41
Montage van de bedieningskast .....................................................................................................................................41
- 5 -
NL
WAARSCHUWINGSTEKENS
0400_NL-Warnbilder_353
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk, geeft
aan dat de machine beantwoord aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage).
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring
verklaart de fabrikant dat de afgeleverde machine aan alle
voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften
beantwoordt.
CE-kenmerk
Betekenis van de waarschuwingstekens
Voor onderhouds- en reparatiewerk-
zaamheden:
motor afzetten en sleutel uit het con-
tactslot trekken.
Bij lopende motor met aangesloten
aftakas afstand houden.
bsb 447 410
Gevaar - rondslingerende delen. Houdt
veilige afstand bij een draaiende
motor.
Geen draaiende machinedelen aan-
raken.
Wachten tot de machine volkomen
stil staat.
Aanwijzingen voor
veilig werken
In deze handleiding
zijn alle plaatsen
die betrekking
hebben op
de veiligheid
met dit teken
aangegeven.
- 6 -
NL
0000_NL-Anbau_353
Machine aanhangen
De hydraulische hefarm (U) zo vastzetten, dat de machine
niet zijdelings kan uitzwenken.
- Tegen onrustig, instabiel lopen van de machine.
- Uitgangspositie:
Machine met steunpoot (7) op vlakke bodem
weggezet, met bout (8) vergrendeld en met
veerpen (10) beveiligd.
- Onderstang aan buisronding (9) bevestigen en
op deze hoogte vergrendelen:
De bevestigingshoogte komt overeen met de
wegzethoogte op vaste bodem.
Steunpoot (7) omhoogklappen: pos O
- Steunpoot (7) boven met bouten (8) vastzetten
en met splitpen (10) borgen.
7
9
O
U
TD24/95/3
10
62-00-14
Attentie!
• Veiligheidsvoor-
schriften: zie
aanhangsel A1
pnt. 1-8
• Controleren of
mes-schroeven
en tanden vast
zitten.
Hydraulische aansluiting
De tractor moet tenminste over
- één dubbelwerkende (11) en
- één enkelwerkende (10)
hydraulische aansluiting beschikken.
- Hydraulische leidingen aan de tractor aanslui-
ten:
- Hydraulische leidingen door de kabelgeleiding
(13) voeren.
- Steekkoppelingen van hydraulische leidingen
vastkoppelen.
Elektrische verbindingen aansluiten
- Kabel door de kabelgeleiding (13) voeren.
- Aansluiten.
Elektrische installatie: zie Aanhangsel
AANBOUW
- 7 -
NL
0000_NL-Anbau_353
AANBOUW
Aftakas
Voor het eerste gebruik lengte van de aftakas controleren
en eventueel aanpassen. Zie ook hoofdstuk „AFTAKAS“
in aanhangsel B resp. de bijgevoegde beschrijving van
de aftakas.
W 2400
1000 rpm
W 2500
540 rpm
TD 47/96/9
Aftakas
Gebruik altijd de juiste aftakas
Type W 2500 bij een aandrijftoerental van 540 o/min
Type W 2400 bij een aandrijftoerental van 1000 o/min
Aanwijzing!
Zie ook hoofdstuk
„AFTAKAS“ in
aanhangsel B.
Controle van het aandrijftoerental
(aan de trekkerzijde)
1000 rpm = Standaard-aandrijftoerental.
De draaibare aandrijfkast (SG) is door de
fabriek voor gebruik met dit
toerental gemonteerd
(uitleveringstoestand).
540 rpm
Indien bij de trekker alleen dit
aandrijftoerental (540 rpm) mogelijk
is, moet de aandijfkast (SG) worden
gedemonteerd en omgedraaid
weer worden ingebouwd.
Hierbij de dissel goed
ondersteunen (bijv. met een stabiel houtblok
"H")
Olievul-pluggen anders monteren
Vervolgens beschermkap (S) weer
aanbrengen
Voor nadere informatie zie hoofdstuk
"AANDRIJVING OMDRAAIEN" in de appendix
TD8/95/6a
1000 rpm
540 rpm
SG
S
H
TD24/95/47
NL
- 8 -
0000_NL-TRANSPORTSTELLUNG_360
TRANSPORT
Wegtransport
De Transportbreedte van de machine is
groter dan 3 m, het verkleinen van de
breedte is technisch niet mogelijk.
Zorg daarom voor het rijden op de openbare weg voor
voldoende veiligheidsmaatregelen, overeenkomstig
de wet.
• Veiligheidsvoorschriften: zie aanhangsel
A1 pnt. 1,3,4 en 6-9.
Gevaar van ongelukken door het uitzwenken van de
machine tijdens de rit.
- Bij wegtransport met ingezwenkte machine
bedieningshendel tegen zwenken vergrendelen
(E2).
Rijden op openbare wegen alleen in transportstand!
• Zijbeschermbeugels (5):
- Klappen (6) wegtrekken.
- Beschermbeugels omhoogklappen.
- Vastzetten met klappen.
Verlichting en veiligheids-
inrichtingen controleren.
AT
TD24/95/18
4
Wisselen van werk- in transportstand
Veiligheidsvoorschriften: zie aanhangsel A1 pnt. 1,3,4
en 6-9.
1. Voor het wisselen in de transportstand
- Aftakas uitzetten en wachten tot de machine volkomen
stil staat (Maaimachine loopt na het uitzetten nog ca. een
halve minuut door).
2. Machine optillen
- Maaieenheid optillen: hefcilinder (1) helemaal uitschui-
ven.
• Vergrendelen: (- Bj. 1998)
- Veerpen (2) wegtrekken.
- Vergrendeling (3) omhoogklappen: pos O
- Vastzetten met veerpen.
• Vergrendelen: (+ Bj. 1999)
- De hefboom in de stand
T1
zwenken
3. Machine inzwenken:
pos T
• Zwenkcilinder (4) hele-
maal uitschuiven.
• Vergrendelen: (+ Bj. 1999)
- De hefboom in de stand
E2
zwenken
Transport met aanhangwagen of vrachtwagen
- Afstandstukken toevoegen (rechts 14,5 cm, links 11
cm)
- Dissel inzwenken en vastzetten (F).
U
O
1
2
3
TD24/95/16
TD 495.732
A1
T1
§
- 9 -
NL
0400_NL-Betreiben_353
GEBRUIK
Belangrijke opmerkingen voor het begin
van het werken
Na één bedrijfsuur
alle mesbouten natrekken.
1. Controle
- Controleer de toestand van de messen en de
bevestiging
- Controleer of de maaischijven in orde zijn (zie
hoofdstuk „Onderhoud“)
2. Zet de machine alleen in de werkstand aan
en overschrijd het maximale toerental van
de aftakas niet: afhankelijk van ingebouwde
aandrijving: 540 of 1000 o/min!
De aftakas-aandrijving alleen inschakelen
als alle veiligheidsinrichtingen (afdekkingen,
beschermdoeken, beschermkappen enz.) in
orde zijn en in hun juiste, beschermende stand
op de machine zijn aangebracht.
3. Let op de juiste draairichting van de
aftakas! Bij verkeerde draairichting draait
de aandrijving in de vrijloop van de aftakas
door.
4. Voorkomen beschadigingen
Het te maaien veld moet vrij zijn van
obstakels en vreemde voorwerpen. Vreemde voorwerpen
(bijv. grote stenen, stukken hout, afrasteringspaaltjes
enz.) kunnen de maaier beschadigen.
Mocht er toch een vreemd voorwerp in de
maaier komen
Direct stoppen en de aandrijving uitschakelen.
De machine zorgvuldig op beschadigingen controleren.
Vooral de maaischijven en hun aandrijfas goed
controleren (4a).
Indien nodig, de machine door
een vakman laten repareren.
Na contakt met een vreemd
voorwerp
De staat van de messen en de
mesbevestiging controleren.
alle mesbouten natrekken.
5. Bij lopende motor afstand houden
- Stuur personen weg uit het gevarenbereik,
aangezien ze gevaar kunnen lopen door
weggeslingerde voorwerpen.
Bijzonder voorzichtig zijn op steenachtige
velden en in de buurt van straten en wegen.
6. Oorbescherming dragen
Tengevolge van verschillen in de uitvoering van
de diverse trekkercabines kan het geluidsniveau
in de cabine afwijken van de gemeten waarde
(zie technische gegevens).
Als het geluidsniveau van 85 dB(A) wordt bereikt
of overschreden, moet de trekkerbestuurder
passende oorbescherming ter beschikking
worden gesteld (UVV § 1.1, 2).
Als het geluidsniveau van 90 dB(A) wordt bereikt
of overschreden, moet de oorbescherming
worden gedragen (UVV § 1.1, 16).
7. Toestand van de V-riem controleren
Versleten of beschadigde V-riem vervangen!
8. Spanning V-riem controleren!
De schijf op de drukveer moet op de hoogte van
de controlemaat worden ingesteld. De instelling
geschiedt door het verdraaien van de stelmoer.
Daarna weer met de contramoer vastzetten.
9. Om te beginnen met het maaien, wordt de
aftakas ingeschakeld met een minimaal
aandrijftoerental. De machine wordt
langzaam op volle toeren gebracht.
Door het toerental gelijkmatig, langzaam, te
verhogen, wordt voorkomen dat de aftakas in
de vrijloop doorslaat.
- De rijsnelheid dient aan te worden gepast aan
de terreinomstandigheden en aan het te maaien
product.
TD 18/96/1
4a
Veiligheidsvoor-
schriften:
zie aanhangsel A1
pnt. 1-4 en 6-8.
GEBRUIK NL
0500-NL Einsatz_353 - 10 -
TD 58/98/08
1
510 mm
(Type: PSM 352)
515 mm
(Type: PSM 353)
520 mm
(Type: PSM 360)
550 mm
(Type: PTM 337)
L1
TD 58/98/09
R1
SK SK
38
Machine instellen
(tot bouwjaar 2003 / 1)
1. Ontlastingsveren topstang (1)
- Verbeteren de aanpassing van de maaimachine aan
oneffenheden in de bodem.
- Zijn reeds door de producent ingesteld:
Binnenwerkse maat van de Duitse ogenveerogen
2. Oplegdruk van de maaibalk op de hoofdveren (38)
Fabrieksinstelling: 150 kg
- links 75 kg
- rechts 75 kg
- Vaste maat console-veer:
- links: L1
- rechts: R1
- Druk verminderen: schroef (4) naar rechts draaien.
- Druk verhogen: schroef naar links draaien.
L1 R1
(mm) (mm)
CAT 310 T (Type: PSM 337) 140 190
CAT NOVA 260 T (Type: PSM 352) 190 230
CAT NOVA 310 T (Type: PSM 353) 160 200
CAT NOVA 360 T (Type: PSM 360) 88 130
Voorzichtig bij het keren op de helling!
gevaar voor omvallen
- bij het rijden van bochten naar links
- wanneer de maaicombinatie hellingafwaarts staat
Veiligheidsaanwijzing
Monteer aan de linker wieldrager van het maaielement de
meegeleverde balastgewichten (zie ook onderdelenlijst, bij enkele
types als optie verkrijgbaar)
Pas de snelheid bij het rijden van bochten naar links aan.
Rijdt zo, dat de maaicombinatie helling-opwaarts gericht staat.
Beter de helling achteruit oprijden, dan een riskante bocht te
maken.
GEBRUIK NL
0500-NL Einsatz_353 - 11 -
155-03-03
Machine instellen
(vanaf bouwjaar 2003 / 2)
1. Oplegdruk van de maaibalk op de hoofdveren
instellen
Fabrieksinstelling: 150 kg
- zie tabel
2. Oplegdruk van de glijschijven instellen met de spindel
(4)
- Druk verminderen: schroef (4) naar rechts draaien.
- Druk verhogen: schroef naar links draaien.
GEBRUIK NL
0500-NL Einsatz_353 - 12 -
90 cm
140 cm
024-95-32
13
12
TD24/95/33
15
+
-
+-
14
3. Instellen zwadbreedte
- Zwadplaat (12) losmaken met klemhendel (13).
- Zwadplaat instellen door verschuiven van de klemhen-
del.
- Vastzetten.
4. Verwerkingsgraad instellen (Bouwjaar: - 1997)
Hendel (14) naar rechts draaien, hierdoor beweegt de stootplaat
(15) richting verwerkings-tanden.
Hendel naar links draaien. Stootplaat verder weg.
Hierdoor kan het knikeffect worden veranderd.
- In de diepste stand (-) werkt de knikschudder volop, de
beschermlaag van het gewas wordt sterk beschadigd. Deze
bewerking is voor een snelle droging van het gemaaide gewas.
Het gewas moet echter niet kapot geslagen worden.
- Het tegenovergestelde is de bovenste stand (+), de
beschermlaag van het gewas wordt slechts heel licht
beschadigd.
De juiste instelling is afhankelijk van de hoeveelheid gewas,
de rijsnelheid en de trekkercapaciteit.
5. Stand van de hendel (Bouwjaar: + 1998)
Met de handbediende hendel wordt de afstand tussen de slaglijst
en de rotor versteld.
Hierdoor kan het knikeffect worden veranderd.
In de diepste stand (5) werkt de knikschudder volop, de
beschermlaag van het gewas wordt sterk beschadigd. Het
gewas moet echter niet kapot geslagen worden.
Het tegenovergestelde is de bovenste stand (0), de
beschermlaag van het gewas wordt slechts heel licht
beschadigd.
De juiste instelling is afhankelijk van de hoeveelheid gewas, de
rijsnelheid en de trekkercapaciteit. Daarom kan hier geen uitsluitsel
worden gegeven over de juiste stand.
6. Rotortoerental
- Door het verwisselen
van de V-snaarschijf
(A) en de V-snaren
(B).
Voor de onderdelen,
zie onderdelenlijst
Toerental 630 o/min
- V-snaarschijf ø 147 mm
Dit toerental wordt aangeraden bij gewas met veel blad.
Het gewas wordt niet zo sterk kapot geslagen.
Toerental 860 o/min
- V-snaarschijf ø 197 mm
Deze bewerking is voor een snelle droging van het gemaaide
gewas.
Het gewas moet echter niet kapot geslagen worden.
Toerental 1000 o/min
- V-snaarschijf ø 224 mm
GEBRUIK NL
0300-NL Arbeitsstellung (353) - 13 -
10
10
9
9
TD24/95/29
AT
TD24/95/26
5
U
O
1
2
3
TD24/95/16
TD 495.732
A1
T1
4. Zijbeschermbeugels (9) in werkstand omlaagklappen
- Klappen (10) wegtrekken.
- Beschermbeugels (9) neerklappen.
Wisselen van transport- in werkstand
Gevaar van ongelukken bij uitzwenken van de
machine:
- Let op vrij zwenkbereik
1. Uitzwenken
- Zwenkcilinder (5) helemaal uitschuiven: pos. A
2. Machine laten zakken
Aan beide kanten ontgrendelen (- Bj. 1998):
- Veerpen (2) wegtrekken.
- Ontgrendeling (3) neerklappen: pos. U
- Vastzetten met veerpen.
Aan beide kanten ontgrendelen (+ Bj. 1999):
- De hefboom in de stand A1 zwenken
3. Maaieenheid laten zakken; hefcilinder (1) helemaal
intrekken.
GEBRUIK NL
0300-NL Arbeitsstellung (353) - 14 -
5. Maaihoogte instellen
Controle: Maaieenheid hydraulisch optillen (H1)
Om optimaal te functioneren dient de teleskoop-top-
stang te worden ingesteld op 415-445 mm: zie tekening
(Type).
• Vergroten
- Telescoop-topstang (11) naar rechts draaien.
• Verminderen
- Telescoop-topstang naar links draaien.
5. Instellen van de snijhoogte met de glijstrip
(alleen voor CAT NOVA)
- snijhoogte kan met de glijstrip (K) in 2 extra stappen
worden versteld.
- Pos. „A“ laag, Pos. „B“ hoog
SB-1
TD 62-00-25
SB
SB
62-00-26
Lang zwadbord
Het linker standaard zwadbord (SB) kan door een langer zwadbord
worden vervangen (SB-1)
Daardoor kan de zwadbreedte (S1) worden gereduceerd.
Probleem:
Onder moeilijke omstandigheden (lang, zwaar gras) kan het langere
zwadbord (SB-1) tot verstoppingen leiden. In zo een geval moet
het standaard-zwadbord (SB) worden gebruikt.
GEBRUIK NL
0300-NL Arbeitsstellung (353) - 15 -
Buiten werking stellen
Veiligheidsvoorschriften: zie aanhangsel A1 pnt. 1
en 8.
- Machine alleen op vlakke, vaste bodem wegzetten.
Machine wegzetten
- Veerpen van steunpoot halen.
- Steunpoot (8) neerklappen en vastzetten: pos. U
Met bout (9) vergrendelen en met veerpen (10) beveili-
gen.
- Met de hydrauliek van de trekker op de steunpoot laten
zakken.
TD 23/95/41
s
h
0
ST
8
O
U
TD24/95/15
9
10
Elektrische verbindingen
- Stekker uit contactdoos trekken
Hydrauliek
- Hydraulische leidingen van de trekker afkoppelen en in
de houders steken.
Problemen bij het afkoppelen
- Ter vermindering van de restdruk: stuurklep kort op
„dalen“ (S) zetten.
- Hydraulische leiding afkoppelen.
Aftakas losmaken
- Motor afzetten.
- Aftakas uitschakelen.
- Wachten op stilstand: de maaimachine loopt na het
uitzetten nog ca. 30 seconden door.
- Aftakas losmaken
- Afkoppelen van de hefinrichting.
GEBRUIK NL
9800-NL SCHWAD (337) - 16 -
TD 47/96/2
TD 47/96/3
Zyl
TD 47/96/4
TD 26/92/48
s
h
0
ST
Zwadaflegging zijdelings verspringend
• Gevaar voor letsel bij het uitzwenken van de machine:
- Zorg voor een vrij zwenkbereik
- Gevaar voor letsel in het zwenkbereik van de zwadplaten
Elektro hydraulische
bediening
Verklaring van de functies
- gewenste functies op de scha-
kelkast kiezen (1)
- stuurventiel (ST) bedienen
dissel zwenken dissel en zwad-
platen zwenken
zwadplaten
zwenken
Zwadaflegging links
- hendel in stand "LA"
Zwadplaten verstellen
1. Dissel in de werkstand zetten
2. Stuurventiel (ST) verder bedienen
- zwadplaten zwenken in de stand
voor de zwadaflegging rechts
- hendel in stand "RA"
3. Stuurventiel (ST) op "DALEN" zetten
(s)
- zwadplaten zwenken in de stand
voor de zwadaflegging links
- hendel in stand "LA"
Overzetten in transportstand
1. Aan koord (S) trekken
2. Stuurventiel (ST) op "DALEN"
zetten (s)
- dissel zwenkt in de transport-
stand
- koord (S) loslaten
hendel in stand "TR"
Transportstand
- hendel in stand "TR"
Zwadaflegging rechts
- hendel in stand "RA"
- 17 -
NL
GEBRUIK
0000_NL-Exdra dry_360
Aanwijzing
De hieronder be-
schreven instellin-
gen zijn bedoeld
als standaardin-
stellingen.
Afhankelijk van
de verschillende
voersoorten, kan
een optimale
instelling van de
platen eventueel
pas tijdens het
gebruik worden
gevonden.
Varianten Systeem "extra dry"
Harken
1. Geleideplaten demonteren
- zie afbeelding
Lang zwadbord
Het linker standaard zwadbord
(SB) kan door een langer zwadbord
worden vervangen (SB-1)
Probleem:
Onder moeilijke
omstandigheden (lang, zwaar
gras) kan het langere zwadbord
(SB-1) tot verstoppingen
leiden. In zo een geval moet
het standaard-zwadbord (SB)
worden gebruikt.
Breedspreiden
1. Zwadvormer links achter (SB)
demonteren
2. Stand van de geleideplaten
instellen
- zie afbeelding
SB-1
SB-1
SB
SB
NL
- 18 -
0700-NL-QUERFÖRDERBAND_353
ZIJAFVOERBAND
Beschrijving
Door een zijafvoerband te gebruiken, kan het zwad opzij worden
gelegd. Het gemaaide product wordt niet direct achter de machine
gelegd, maar links van de machine. Daardoor ontstaat een dubbel
zwad (S1, S2). Dit kan met een brede pick-up worden opgenomen.
- De zijafvoerband wordt door een op de machine aanwezige
hydromotor aangedreven.
Benodigde hydraulische aansluitingen
enkelwerkend ventiel
- voor het opklappen van de zijafvoerband
1. Enkelvoudig zwad (S1)
Zijafvoerband opgeklapt (Q1)
2. Vormen van een dubbelzwad (S1, S2)
zijafvoerband neerlaten (Q2)
Het tweede zwad (S2) wordt tegen het eerste (S1) aangelegd.
- Zwadbreedte 1,80 - 2,20 m
Veiligheidsaanwijzingen
voor het verrichten van instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden,
de trekkermotor
uitschakelen en de
sleutel uit het contactslot
verwijderen.
werkzaamheden onder de
machine alleen uitvoeren,
wanneer de machine
stilstaat, niet kan wegrollen en goed wordt ondersteund.
- Na één werkuur alle bouten natrekken.
Transportstand
Zijafvoerband naar beneden (Q2)
- openbare wegen mogen slechts in deze stand worden
bereden.
Instellingen
Instellen bij een vochtig produkt
Monteer de meegeleverde hulpstukken (16)
De zijafvoerband wordt daardoor iets vlakker aan de machine
gemonteerd. Dit verbetert de transportcapaciteit bij een vochtig
product
Instellen onder normale omstandigheden:
Verwijder de beide meegeleverde hulpstukken (16)
De zijafvoerband wordt daardoor in de standaardstand aan
de machine aangebracht. Deze stand is onder de meeste
omstandigheden goed.
NL
ZIJAFVOERBAND
- 19 -
0700-NL-QUERFÖRDERBAND_353
Q1
Q2
T
7
,5o
0o
15oTD 62-00-06
B
7,5° 15°
TD 62-00-07
T
Extra zijafvoerband
Beschrijving
Door het gebruik van een extra zijafvoerband kan de zwadbreedte
(S1, S2) worden beperkt.
Werkstand
De extra-zijafvoerband kan in 3 standen worden aangebracht.
(0°, 7,5° en 15°)
- Pen met borgpen vastzetten
Transport over de weg
Extra-zijafvoerband opgeklapt (T)
- Pen (B) met borgpen vastzetten
Alleen in deze stand over de openbare weg rijden
Reinigen van de walsen
Tijdens het gebruik kan zich materiaal aan de walsen van de
zijafvoerband gaan hechten. Dit kan de band gaan beschadigen.
De walsen moeten worden gereinigd zodra de ophoping zich in de
band aftekent.
- Zijafvoerband inschakelen
- Hendel „H“ uittrekken en naar beneden duwen
- Een schraper wordt op de wals gedrukt om deze te reinigen
- Deze handeling aan beide zijden uitvoeren
Instellen van de zijafvoerband
1. Instellen van de aangedreven wals
- Schroef (S) los draaien
- met schroef (S1) instellen
- de band moet in het midden van de wals lopen
- Schroef (S) vast draaien
2. Instellen van de meelopende wals
- Zijafvoerband met de beide spanbouten (SP) instellen
- de band moet in het midden van de wals lopen
(anders overmatige slijtage!)
Zijafvoerband zodanig op het frame richten, dat aan beide zijden genoeg
ruimte tot de banden overblijft.
(Richtmaat = 60 mm)
S1 SP
S
511-06-06
- 20 -
NL
0400_NL-Allgemeine-Wartung_BA
Hydrauliekinstallatie
Wees voorzichtig met hydrauliekinstallaties i.v.m.
verwonding en infectie.
Als er olie uit een slang of leiding spuit, kom dan niet
te dichtbij. Vloeistof zoals olie onder hoge druk kan in
de huid dringen. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk
een arts.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Controleer of alle hydraulieknippels/verbindingen dicht
zijn. Eventueel nippels/wartels aandraaien.
Voor iedere inbedrijfsname
- Voor iedere inbedrijfsname moeten de slangen van het
hydrauliek gecontroleerd worden op beschadiging.
Versleten of beschadigde slangen moeten direct
vervangen worden. De kwaliteit van nieuw te monteren
slangen en andere delen moeten aan de eisen voldoen
en gelijk zijn aan het origineel gemonteerde materiaal.
Slangen ondergaan een natuurlijke veroudering. Ze
moeten na 5 of 6 jaren worden vervangen.
In de openlucht laten staan
Als de machine langere tijd in de
open lucht moet blijven, moeten
de cylinderstangen worden
gereinigd en worden ingevet.
FETT
Veiligheid-
saanwijzing
Voor het verrich-
ten van instel-,
onderhouds-
en reparatie-
werkzaamheden,
de trekkermotor
uitschakelen.
• Werkzaamheden
onder de machine
alleen uitvoe-
ren, wanneer de
machine veilig
en stabiel staat
en goed wordt
ondersteund.
Na één werkuur
alle bouten nat-
rekken.
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud
Om ook na langere tijd nog plezier van uw machine te
houden neemt u de volgende aanwijzingen
in acht:
- Na de eerste gebruiksuren alle bouten
en moeren na-trekken.
Speciaal gecontroleerd moeten worden:
- Mesbouten bij maaiers
- Bouten in de tandbevestiging van schudders en van
zwadharken
Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal
voor deze machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door
ons geleverde delen niet door ons gecontroleerd en
vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan onder bepaalde
omstandigheden constructieve eigenschappen van
Uw machine negatief beïnvloeden. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
ontstaan door het gebruik van niet originele delen en
toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren
van aanbouwdelen o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid
van de fabrikant uit.
Reinigen van machinedelen
Let op!
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen van
lagers en van hydraulische delen.
Gevaar voor roestvorming!
- Na het reinigen van de machine deze volgens het
smeerschema doorsmeren en de machine een korte
tijd laten draaien.
- Door met te
hoge druk te
reinigen kan
beschadiging
van lak
optreden.
Veiligheidsaanwijzing
Voor het verrichten van instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden, de trekkermotor uitschakelen.
Overwinteren
- De machine voor het overwinteren goed schoon
maken.
- Beschermd tegen weersinvloeden opbergen.
- Olie-wisselen of op niveau brengen.
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten volgens schema doorsmeren.
Aftakassen
- zie ook de aanwijzingen in de aanhang
Let op: voor u onderhoud pleegt!
In principe gelden de aanwijzingen die in de
gebruikershandleiding worden gegeven.
Als daarin geen speciale aanwijzingen worden gegeven,
gelden de aanwijzingen in de meegeleverde handleiding
van de betreffende aftakassenfabrikant.
Repara-
tieaanwijzingen
Let op de repara-
tieaanwijzingen in
de aanhang (indi-
en beschikbaar)
ONDERHOUD
360 / WARTUNG / 0001-NL - 21 -
NL
ONDERHOUD
12 - 15
mm
67-00-11
5
Na telkens 50 bedrijfsuren
- Alle smeernippels volgens smeerschema smeren.
- De beide aftakassen in de machine smeren. (zie smeer-
schema):
De schuifprofielen uit elkaar halen en goed invetten.
Olie maaibalk verversen
Na de eerste 50 bedrijfsuren, daarna telkens na 500
bedrijfsuren of jaarlijks.
Aanwijzing:
olie verwangen als deze op bedrijfstemperatuur is.
De olie is te stroperig als deze koud is. Er blijft dan teveel oude
olie aan de tandwielen hechten en daardoor worden de aanwezige
zwevende deeltjes niet uit de aandrijving verwijdert.
- Olie aftappen.
- Om te zorgen dat de olie zich bij de aftapschroef verzameld, moet
het maaielement aan de juiste kant worden geheven.
- Olie aftapschroef (62) uitnemen, de oude olie weg laten lopen en
milieu-vriendelijk verwerken.
- Olie ingieten
Hoeveelheid;
min 3,5 liter: SAE 90 EP
max 4,0 liter: SAE 90 EP
Vul-controle 10 cm opgetild
1. Maaielement aan een kant heffen (10 cm.) en ondersteu-
nen.
• De kant waar zich de olievulschroef bevindt, blijft op de
bodem.
Het maaielement aan de andere kant 10 cm. heffen en
met juiste hulpstukken ondersteunen.
2. Maaielement in deze stand ca. 15 minuten laten staan.
Deze tijd is nodig, zodat alle olie onderin het maaielement
zakt.
3. Olievulschroef (5) uitnemen.
Aan de boring van deze vulschroef wordt het oliepeil gemeten.
Attentie!
- De balk rechtop zetten.
4. Oliepeil "12 - 15 mm" met peilstok controleren en indien
nodig bijvullen.
Teveel olie leidt tijdens het werk tot overver-
hitting van het maaielement.
Te weinig olie brengt de benodigde smering
in gevaar.
TD 62/98/09
10 cm
5
62
TD45/94/33
360 / WARTUNG / 0001-NL - 22 -
NL
ONDERHOUD
Aandrijving
- Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren
- De hoeveelheid olie moet onder normale omstandigheden jaarlijks
worden aangevuld
- Olie uiterlijk na 300 ha. verversen.
Tandwielkast
Olie ingieten:
Hoeveelheid: 1,6 liter: SAE 90
- Beschermkap (1) verwijderen.
- Kontrole-schroef (62) verwijderen en de oude olie eruit laten lopen
en milieuvriendelijk verwerken.Kontrole-schroef (62) op de plaats
brengen.
- Vulschroef (5) verwijderen en olie "SAE 90" vullen (OIL LEVEL).
Vulschroef (5) op de plaats brengen.
TD 24/95/49a
HD SAE 90
1,6 Liter
(III)
HD SAE 90
1,2 Liter
(III)
OIL LEVEL
1,7 Liter
OIL LEVEL
1,7 Liter
5
5
TD66/98/02
62
62
HD SAE 90 
(III)
*
*
*
360 / WARTUNG / 0001-NL - 23 -
NL
ONDERHOUD
Bevestigingsschroef (7)
- Indien de kop van de
schroef versleten is of de
diameter kleiner dan 15
mm is: vervangen.
Wintervast maken
- Machine grondig reinigen.
- Smeren van alle smeerpunen volgens smeerschema.
- Beschermd tegen weersinvloeden wegzetten.
- Blanke delen tegen roest beschermen.
• Gevaar van onbalans:
- Messen altijd paarwijze monteren.
Maaimessen (6) monteren
- Indien ongelijkmatig versleten of verbogen:
paarwijze vervangen.
- Aan een kant versleten maaimessen kunnen worden omgedraaid
en nogmaals worden gebruikt.
- Bevestigingsschroef (7) door de montage-opening (8) in de balk
steken.
- Maaimes erop doen, let op draairichting!
- Montageopening (9) in de maaischijf erbij draaien
- Met schijf (10) en moer (11) bevestigen.
Het aanloopkoppel van de mesbouten bedraagt 120 Nm.
< 15 mm
TD24/95/42
TD 66/98/03
R E
L I
TD 66/98/04
9
8
10
11
6
7
0000 voitelukaavio (353).P65
- 24 -
50 h
HD SAE 90
1,2 Liter
(III)
HD SAE 90
1,6 Liter
(III)
(IV)
250 h
(IV)
1 J
62-00-10
0000 voitelukaavio (353).P65
- 25 -
Machines met zijafvoerband
oliewissel om de twee jaren of na 4000 hectares
Maszyny z bieøniπ poprzecznπ
Wymiana oleju co 2 lata (lub max. 400 ha)
§»ÓÃÈÖ Ì ÊÉÊÀËÀÒÈÖÇ ÆÀÈÍÉÒÈÖÇ ÅÉȽÀÄÀËÉÇ
¢»ÇÀÈ» Ç»ÌÆ» ÒÀËÀ ŻÁ¿ÖÀ  ¾É¿» ÃÆà ǻÅÌ  ¾»
Gépek szállítószalaggal
Olajcsere minden 2 év után (vagy max. 400 ha után)
§»ÓÃÈà  ÊÉÊÀËÀÒÈÃÇ ÌÍËÒÅɽÃÇ ÅÉȽÀËÉÇ
¢»ÇÈ» Ç»ÌÆ» ÅÉÁÈ  ËÉÅà »¼É Ç»ÅÌ  ¾»
Transportöörlindiga masinad
Õli vahetus iga 2 aasta järel (või maks 400 ha)
Poikittaisella kuljetushihnalla varustetut koneet
Öljynvaihto 2 vuoden välein (tai kork. 4000 ha)
D
F
NL
E
PL
RUS
S
Poikittaisella kuljetushihnalla varustetut koneet
Öljynvaihto 2 vuoden välein (tai kork. 4000 ha)
Machines avec tapis groupeur d’andains
Vidanger l’huile tous les 2 ans (ou max. 4000 ha)
Machines with Cross conveyor
Change oil after 2 years (or max. 4000 ha)
Maskiner med tvärmatningsband
Oljebyte vart annat år (eller max. 400 ha)
Maskiner med tværgående transportbånd
Udskift olien for hvert 2. år (eller maks. 4000 ha.)
Máquinas con cinta transportadora transversal
Cambio de aceita cada 2 años (o máx. a las 4000 ha).
Poikittaisella kuljetushihnalla varustetut koneet
Öljynvaihto 2 vuoden välein (tai kork. 4000 ha)
GB
DK
TD 62-00-12
OIL: 23 Liter
Type: Fuchs Renolin B15 HLP 46
OIL
LEVEL
min.
&+(
bb
¥'%
TD93/99/21
OIL
LEVEL
H
UA
EE
GR
FIN
9900 LEGENDE-SCHMIERPL / BA/EL ALLG / BETRIEBSSTOFFVORSCHRIFT - 26 -
Smøreplan
8
h Hver 8. driftstime
20h Hver 20. driftstime
40 F Hvert 40. læs
80 F Hvert 80. læs
1 J 1 gang årligt
100 ha For hver 100 hektar
FETT Fedt
= Antal smørenipler
(IV) Se smørediagrammet
Liter Liter
* Udstyrsvariant
Se producentens anvisninger
Schmierplan
8
h alle 8 Betriebsstunden
20h alle 20 Betriebsstunden
40 F alle 40 Fuhren
80 F alle 80 Fuhren
1 J 1 x jährlich
100 ha alle 100 Hektar
FETT FETT
= Anzahl der Schmiernippel
(IV) Siehe Anhang "Betriebsstoffe"
Liter Liter
* Variante
Siehe Anleitung des Herstellers
Smeerschema
8
h alle 8 bedrijfsuren
20h alle 20 bedrijfsuren
40 F alle 40 wagenladingen
80 F alle 80 wagenladingen
1 J 1 x jaarlijks
100 ha alle 100 hectaren
FETT VET
= Aantal smeernippels
(IV) Zie aanhangsel "Smeermiddelen"
Liter Liter
* Varianten
zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant
Schema di lubrificazione
8
h ogni 8 ore di esercizio
20h ogni 20 ore di esercizio
40 F ogni 40 viaggi
80 F ogni 80 viaggi
1 J volta all'anno
100 ha ogni 100 ettari
FETT GRASSO
= Numero degli ingrassatori
(IV) vedi capitolo “materiali di esercizio”
Liter litri
* variante
vedi istruzioni del fabbricante
Plan de graissage
8
h Toutes les 8 heures de service
20h Toutes les 20 heures de service
40 F Tous les 40 voyages
80 F Tous les 80 voyages
1 J 1 fois par an
100 ha tous les 100 hectares
FETT GRAISSE
= Nombre de graisseurs
(IV) Voir annexe "Lubrifiants"
Liter Litre
* Variante
Voir le guide du constructeur
Lubrication chart
8
h after every 8 hours operation
20h after every 20 hours operation
40 F all 40 loads
80 F all 80 loads
1 J once a year
100 ha every 100 hectares
FETT GREASE
= Number of grease nipples
(IV) see supplement "Lubrificants"
Liter Litre
* Variation
See manufacturer’s instructions
FETT
Esquema de lubricación
8
h Cada 8 horas de servicio
20h Cada 20 horas de servicio
40 F Cada 40 viajes
80 F Cada 80 viajes
1 J 1 vez al año
100 ha Cada 100 hectáreas
FETT LUBRICANTE
= Número de boquillas de engrase
(IV) Véase anexo “Lubrificantes”
Liter Litros
* Variante
Véanse instrucciones del fabricante
Plano de lubrificação
8
h Em cada 8 horas de serviço
20h Em cada 20 horas de serviço
40 F Em cada 40 transportes
80 F Em cada 80 transportes
1 J 1x por ano
100 ha Em cada100 hectares
FETT Lubrificante
= Número dos bocais de lubrificação
(IV) Ver anexo ”Lubrificantes"
Liter Litro
* Variante
Ver instruções do fabricante
Smörjschema
8
h Varje 8:e driftstimme
20h Varje 20:e driftstimme
40 F Varje 40: e lass
80 F Varje 80: e lass
1 J 1 x årligen
100 ha Varje 100:e ha
FETT FETT
= Antal smörjnipplar
(IV) Se avsnitt ”Drivmedel”
Liter liter
* Utrustningsvariant
Se tillverkarens anvisningar
Smøreplan
8
h Hver 8. arbeidstime
20h Hver 20. arbeidstime
40 F Hvert 40. lass
80 F Hvert 80. lass
1 J 1 x årlig
100 ha Totalt 100 Hektar
FETT FETT
= Antall smørenipler
(IV) Se vedlegg "Betriebsstoffe"
Liter Liter
* Unntak
Se instruksjon fra produsent
Voitelukaavio
8
h 8 käyttötunnin välein
20h 20 käyttötunnin välein
40 F 40 kuorman välein
80 F 80 kuorman välein
1 J kerran vuodessa
100 ha 100 ha:n välein
FETT RASVA
= Voitelunippojen lukumäärä
(IV) Katso liite ”Polttoaineet”
Liter Litraa
* Versio
Katso valmistajan ohjeet
DKFIN
I P
NL S N
D GBF
E
- 28 -
9900_Rotor_360
Kokoamisohjeet
Vaihda piikit (2) aina pareittain (muutoin epätasapainon vaara).
Instructions de montage
Changer toujours les doigts (2) conditionneur deux par deux. (Risque de déséquilibre).
Mounting instructions
Exchange the prongs (2) always in pairs (danger of unbalance)
Montage-aanwijzingen
tanden (2) altijd per paar verwisselen (onbalans)
Instrucciones de montaje
Sustituya las cuchillas (2) siempre en pares (peligro de desequilibrio).
§ÉÈÍ»ÁÈÉÀ ËÎÅɽɿÌͽÉ
s
¢Î¼Ö  ½ÌÀ¾¿» »ÇÀÈÚÍ× ÊÉÊ»ËÈÉ ÉÊ»ÌÈÉÌÍ× ¿Ã̼»Æ»ÈÌ»
Mont·û
prsty (2) montujte pouze do protilehlÈ polohy
Instrukcja montazu
Ostrza (2) zawsze wymieniaÊ parami
Monteringsvägledning
Byt alltid fingrarna (2) parvis (fara för jämnviktsstörningar)
Összeszerelési utasítás
* A fogakat (2) mindig páronként kell cserélni (kiegyensúlyozatlansági veszély)
ÈÌÍËÎÅÑÚ Â ÌÅÆ»¿»ÈÈÚ
s
¢Î¼Ñ  »½Á¿Ã »ÇÈÙÄÍÀ ÊÉÊ»ËÈÉ ÈÀ¼ÀÂÊÀÅ» Ëɼ»Æ»ÈÌν»ÈÈÚ
Kokoamisohjeet
Vaihda piikit (2) aina pareittain (muutoin epätasapainon vaara).
CAT NOVA 360 T (ип PSM 360)
TD 44-97-3
TD 44-97-3a
180o
2
TD 93/99/16
360.31.025.0
45°
90°
135°
180°
225°
270°
315°
D
Murskain, roottori
Conditionneur, Rotor
Conditioner, Rotor
Knikschudder, Rotor
Acondicionador, rotor
ªÉ¿¾ÉÍɽÃÍÀÆ×ÈÉÀ ÎÌÍËÉÄÌͽÉ ËÉÍÉË
Kondicionér, Rotor
Rozkladacz pokosu, rotor
Kross, rotor
ÆÉÅ ÊÉÊÀËÀ¿È×É Ê¿¾ÉÍɽÅÃ
ËÉÍÉË
Murskain, roottori
F
GB
NL
RUS
CZ
E
D
F
GB
NL
RUS
CZ
EPL
PL
S
S
H
UA
UA
FIN
FIN
0800_NL -TECHN. DATEN_360 - 29 -
NL
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
CAT NOVA 360 T
Algemeen
Lengte (transport) ........................................................
Breedte (transport) ......................................................
Hoogte (transport) .......................................................
Lengte (werk)...............................................................
Afstand tot bodem (transport) ......................................
Hoogte (werk) ..............................................................
Gewicht........................................................................
Toegestane max. snelheid ...........................................
Luchtdruk banden ........................................................
Aanbouw (Onderstang Cat.) ........................................
Vermogen van de trekker (vanaf) ................................
Aandrijftoerental ( o/min) .............................................
Permanent geluidsniveau ............................................
Gebruik van de maaimachine
overeenkomstig de gebruiksdoeleinden
De maaimachine CAT NOVA 360T“ is uitsluitend bestemd voor
normaal landbouwkundig gebruik.
Voor het maaien van weides en veldvoer
Elk ander gebruik is niet overeenkomstig de gebruiksdoeleinden.
Voor schade die hierdoor onstaat is de producent niet aansprakelijk;
het risico draagt alleen de gebruiker.
Gebruik overeenkomstig de gebruiksdoeleinden betekent
ook de inachtneming van de door de producent opgestelde
onderhoudsvoorschriften.
Plaats van het typeplaatje
Het fabrieksserienummer van de wagen is op een typeplaatje ingeslagen
en op de chassisbalk. Garantieclaims, onderdelenbestellingen of
informatie kunnen niet in behandeling worden genomen indien dit
nummer ontbreekt.
Het is dan ook aan te bevelen het serienummer direct voorop de
handleiding c.q. het onderdelenboek te schrijven.
Vereiste aansluitingen
1 dubbelwerkende hydraulische steekaansluiting
Bedrijfsdruk min.: 140 bar
Bedrijfsdruk max.: 180 bar
1 enkelwerkende hydraulische steekaansluiting
Bedrijfsdruk min.: 140 bar
Bedrijfsdruk max.: 180 bar
7-polige aansluiting voor de verlichting (12 Volt)
6300 mm
3480 mm
1930 mm
6000 mm
380 mm
1450 mm
2000 kg
30 km/h
max. 3,5 bar
ll
66 kW (90 PK)
1000 / 540 U/min
96,3 dB(A)
3500 mm
7
2
25 - 120 mm
2500
+ 5,5°
± 3,5°
±100 mm
2596 mm
74
860 o/min
600 mm
900 - 1400 mm
Maaibalk
Maaibreedte.................................................................
Aantal maaischijven.....................................................
Messen per maaischijf .................................................
Maaihoogte ..................................................................
Aantal omwentelingen v.d. maaischijven (o/min) .........
Dwarsschommeling .....................................................
Lengteschommeling ....................................................
Hoogtebeweging vanuit de werkpositie .......................
Verwerker
Systeem (Vingers (V-vorm)
Breedte ........................................................................
Aantal tanden (dubbele vingers)..................................
Aantal omwentlingen rotor ...........................................
Diameter rotor..............................................................
Zwadbreedte................................................................
Ihre/Your/Votre
Masch.Nr. / Fgst.Ident.Nr.
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
AANHANGSEL
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
U maakt de beslissing ‘Original’ of ‘namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een ‘goedkope aanschaf’ kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad!
Kwaliteit en nauwkeurige
passing
- Bedrijfszekerheid
• Betrouwbaar functioneren
• Lagere levensduur
- Economisch werken
Beschikbaarheid van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
9400_NL-Anhang A_Sicherheit
Aanhangsel -A
Aanwijzingen voor veilig werken
- A 1 -
20%
Kg
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen die betrekking hebben
op de veiligheid met dit teken aangegeven.
1.) Doelgericht gebruik
a. Zie technische gegevens.
b. Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van
de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en
onderhoudsaanwijzingen.
2.) Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor deze
machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons geleverde
onderdelen niet door ons gecontroleerd en vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan onder bepaalde omstandigheden
constructieve eigenschappen van Uw machine negatief
beinvloeden. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade ontstaan door het gebruik van niet originele delen
en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren van
aanbouwdelen o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid van de
fabrikant uit.
3.) Beschermkappen, -beugels en -doeken
Alle beschermkappen, -beugels en -doeken moeten aan de
machine gemonteerd zijn en ook intact zijn. Regelmatige controle
en vervanging van versleten en beschadigde beschermingen is
noodzakelijk.
4.) Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet de
bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften vertrouwd maken.
Tijdens het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het voertuig of machine deze op
verkeers- en bedrijfsveiligheid controleren.
5.) Asbest
Bepaalde toeleveringsdelen van het voertuig of
machine kunnen om technische redenen asbest
bevatten. Let op kentekens die op de onderdelen
staan.
6.) Meenemen van personen is verboden
a. Personen op of in de machine meenemen is niet toegestaan.
b. De machine mag alleen in de voorgeschreven transportstand over
openbare wegen worden vervoerd.
7.) Wegverkeer (algemeen)
a. De trekker moet voor en achter voldoende van ballastgewichten
worden voorzien om de bestuurbaarheid en de remkracht te
waarborgen.
(Minstens 20% van het leeggewicht van het voertuig moet op de
vooras rusten).
b. De rijeigenschappen
worden door de weg
en door de machine
beïnvloed. Rijstijl aan
de omstandigheden
aanpassen.
c. Als er eveneens een
volgwagen is aan-
gekoppeld, moet bij
het rijden van bochten
rekening gehouden
worden met de breedte
van de machine en met
eventueel uitslaan van de machine.
d. Als met driepuntsmachines in bochten gereden wordt op de
uitstekende delen en op door de massakracht doordraaiende
delen letten!
8.) Algemeen
a. Voor het aankoppelen van machines in de driepuntshefinrichting
de hendel van de hefinrichting in een stand blokkeren, waarin
ongecontroleerd heffen of zakken is uitgesloten.
b. Bij het aankoppelen van machines aan de driepuntshefinrichting
ontstaat beklemmingsgevaar.
c. In het bereik van de hefarmen bestaat een gevaar van klemmen
of knijpen.
d. Tijdens het gebruik van de bediening voor de hefinrichting buiten
de kabine, niet tussen trekker en machine gaan staan.
e. Aftakas alleen aan- en afkoppelen als de trekkermotor stil staat.
f. Tijdens het rijden met een geheven machine, moet de hendel van
de hefinrichting geblokkeerd zijn, om ongecontroleerd zakken te
vermijden.
g. Voor het verlaten van de trekker, moet de machine op de grond
worden gezet.
h. Er mag niemand tussen de trekker en de machine staan, zonder
dat het geheel tegen wegrollen is beveiligd. (Door gebruik van de
handrem en/of voorlegblokken.)
i. Bij zowel onderhouds-, schoonmaak- en reparatie-werkzaamheden,
de aandrijfmotor uitschakelen en de aandrijfas afkoppelen.
9.) Het reinigen van de machine
Gebruik een hogedrukreiniger niet om gelagerde onderdelen
te reinigen, ook het reinigen van hydraulische delen met een
hogedrukreiniger moet worden ontraden.
- B1 -
0700_ NL-Gelenkwelle_BA-ALLG
NL
AFTAKAS
Aanhangsel - B
Tijdens het werk
Tijdens het werken met de machine mogen de
voorgeschreven toerentallen niet overschreden
worden.
- nadat de aftakas is uitgeschakeld kunnen sommige
machines noch lange tijd door blijven draaien
door de massa van sommige onderdelen(maaiers,
hakselaars,persen etc.).Gedurende deze tijd niet dicht
bij de machine komen. Wanneer alle delen volledig
stilstaan kan pas aan de machine gewerkt worden.
- wanneer de machine wordt afgekoppeld moet de
aftakas volgens voorschrift afgelegd worden resp.
door een ketting bevestigd worden. Blokkeerketting
(H) niet voor het ophangen van de aftakas benutten.
Groothoekkoppeling:
Maximale verdraaiing tijdens het werk en niet
ingeschakeld 70 graden.
Normale koppeling:
Maximale verdraaiing niet ingeschakeld 90 graden,
tijdens het werk maximaal 35 graden.
ONDERHOUD
Versleten beschermdelen direct
vernieuwen.
- bij het in bedrijf stellen en na alle 8 werkuren de aftakas
doorsmeren met een kwaliteitsvet.
- gedurende langere rustperiodes aftakas schoonmaken
en doorsmeren.
Tijdenswinterwerkzaamheden de beschermbuizen
invetten om te voorkomen dat ze vastvriezen.
Aftakas aanpassen
De juiste lengte wordt bepaald door de aftakas-helften
naast elkaar te houden.
Het afkorten
om de lengte aan te passen, de beide aftakashelften
in de positie van de kortste afstand (L2)van de
aftakaseinden tov. elkaar, naast elkaar houden en
aftekenen.
Let op!
• lengte (L1) niet overschrijden
- Zo groot mogelijke overlapping (min. 1/2 X)
nastreven.
binnenste- en buitenste- beschermbuis met gelijke
lengte inkorten.
Slipkoppeling (2) aan de machinezijde monteren.
Voor elk gebruik de aftakas controleren, of de gaffels
goed vergrendeld zijn.
Blokkeerketting
- beschermbuis van de aftakas borgen tegen
meedraaien.
Let erop dat de ketting voldoende lengte heeft voor de
bewegingen van de kruiskoppelingsas.
8h
FETT
Let op!
Gebruik de meege-
leverde aftakas.
Monteer deze
met stilstaande
beschermbuizen.
Het gebruikva-
nandere aandri-
jfassen is niet
toegestaan.
- B1 -
0700_ NL-Gelenkwelle_BA-ALLG
NL
AFTAKAS
Aanhangsel - B
L
L
K92E,K92/4E
K90,K90/4,K94/1
Gebruiksinstructie voor een nokkenschakelkoppeling
De nokkenschakelkoppeling is een beveiliging, die het
draaimoment bij overbelasting tot “nul” reduceert. De
uitgeschakelde koppeling kan weer ingeschakeld worden
als de aftakasaandrijving wordt uitgeschakeld.
Het inschakeltoerental van deze koppeling ligt onder de
200 omw./min.
LET OP!
Opnieuw inschakelen ook bij verminderen van
het aftakas-toerental mogelijk.
AANWIJZING!
De nokkenschakelkoppeling van de aftakas is geen
“beladingsgraadmeter”. Het is een echte beveiliging, die
Uw machine beschermen moet tegen beschadigingen.
Door gevoelsmatig te werken voorkomt U veelvuldig
uitschakelen van de koppeling en behoedt hem en de
machine voor onnodige slijtage.
Smeerinterval: 500 uur (speciaal vet)
Belangrijk voor aftakassen met een platenslipkoppeling
Bij overbelasting en kortdurende koppelpieken wordt
het koppel begrensd en tijdens de slipduur gelijkmatig
overgebracht.
Tijdens het eerste gebruik en na langere tijd buiten
gebruik te zijn, de platenslipkoppeling op goede werking
controleren.
a.) Maat „L“ aan drukveer bij K90, K90/4 en K94/1 resp.
aan stelschroef bij K92E en K92/4E vaststellen.
b.) Schroeven losdraaien, waardoor de frictieplaten
ontlast worden. Koppeling doordraaien.
c.) Schroeven op maat „L“ instellen.
Koppeling is weer gebruiksklaar.
Leistung und Lebensdauer der Maschine sind
von sorgfältiger Wartung und der Verwendung
guter Betriebsstoffe abhängig. Unsere
Betriebsstoffauflistung erleichtert die richtige Auswahl
geeigneter Betriebsstoffe.
Im Schmierplan ist der jeweils einzusetzende
Betriebsstoff durch die Betriebsstoffkennzahl (z.B.
“III”) symbolisiert. Anhand von “Betriebsstoffkennzahl”
kann das geforderte Qualitätsmerkmal und das
entsprechende Produkt der Mineralölfirmen
festgestellt werden. Die Liste der Mineralölfirmen
erhebt keinen Anspruch auf Vollständigkeit.
Getriebeöl gemäß Betriebsanleitung - jedoch
mindestens 1 x jährlich wechseln.
- Ölablaßschraube herausnehmen, das Altöl
auslaufen lassen und ordnungsgemäß
entsorgen.
Vor Stillegung (Winterperiode) Ölwechsel durchführen
und alle Fettschmierstellen abschmieren. Blanke
Metallteile außen (Gelenke, usw.) mit einem Produkt
gemäß “IV” in der umseitigen Tabelle vor Rost
schützen.
I II III IV V VI VII
(II)
ÖL
(IV)
FETT
- D 1 -
Betriebsstoff-Kennzahl
Lubricant indicator
Code du lubrifiant
Numero caratteristico del
lubrificante
Smeermiddelen code
gefordertes Qualitätsmerkmal
required quality level niveau
de performance demandé
caratteristica richiesta di
qualità
verlangte kwaliteitskenmerken
Getriebeöl SAE 90 bzw. 85
W-140 gemäß API-GL 5
gear oil SAE 90 resp. SAE 85
W-140 according to API-GL 5
huile transmission SA 90 ou
SAE 85 W-140, niveau API
GL 5
oilio per cambi e differenziali
SAE 90 o SAE 85 W-140 se-
condo specifiche API-GL 5
Komplexfett (DIN 51 502: KP 1R)
complex grease
graisse complexe
grasso a base di saponi comp-
lessi
Getriebefließfett
(DIN 51 502:GOH
transmission grease
graisse transmission
grasso fluido per riduttori e
motoroduttori
Li-Fett (DIN 51 502, KP 2K)
lithium grease
graisse au lithium
grasso al litio
Getriebeöl SAE 90 bzw. SAE 85 W-140
gemäß API-GL 4 oder API-GL 5
gear oil, SAE 90 resp. SAE 85 W-140
according to API-GL 4 or API-GL 5
huile transmission SAE 90 ou
SAE 85 W-140, niveau API-GL 4 ou
API-GL 5
olio per cambi e differenziali SAE 90
o SAE 85W-140 secondo specifiche
API-GL 4 o API-GL 5
Motorenöl SAE 30 gemäß
API CD/SF
motor oil SAE 30
according to API CD/SF
huile moteur SAE 30 niveau
API CD/SF
oilo motore SAE 30 secondo
specifiche API CD/SF
HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
Siehe Anmerkungen
*
**
***
The performance and the lifetime of the farm
machines are highly depending on a careful
maintenance and application of correct
lubricants. our schedule enables an easy
selection of selected products.
The applicable lubricants are symbolized (eg.
“III”). According to this lubricant product code
number the specification, quality and brandname
of oil companies may easily be determined.
The listing of the oil companies is not said to
be complete.
Gear oils according to operating instructions
- however at least once a year.
- Take out oil drain plug, let run out and duly
dispose waste oil.
Before garaging (winter season) an oil change and
greasing of all lubricating points has to be done.
Unprotected, blanc metal parts outside (joints,
etc.) have to be protected against corrosion with
a group "Iv" product as indicated on the reverse
of this page.
Le bon fonctionnement et la longévité
des machines dépendent d’un entre-tien
soigneux et de l’utilisation de bons lubrifiants.
Notre liste facilite le choix correct des
lubrifiants.
Sur le tableau de graissage, on trouve un code
(p.ex."III") se référant à un lubrifiant donné.
En consultant ce code on peut facilement
déterminer la spécification demandée du
lubrifiant. La liste des sociétés pétrolières
ne prétend pas d’être complète.
Pour l’huile transmission consulter le cahier
d’entretien - au moins une fois par an.
- retirer le bouchon de vidange, laisser
l'huile s'écouler et l'éliminer correcte-
ment.
Avant l’arrêt et hiver: vidanger et grais-ser.
métaux nus à l' extérieur protéger avec un
produit type “Iv” contre la rouille (consulter
tableau au verso).
L'efficienza e la durata della macchina dipendono
dall'accuratezza della sua manutenzione e dall'impiego
dei lubrificanti adatti. Il nostro elenco dei lubrificanti Vi
agevola nella scelta del lubrificante giusto.Il lubrificante
da utilizzarsi di volta in volta è simbolizzato nello schema
di lubrificazione da un numero caratter-istico (per es.
"III"). In base al "numero caratteristico del lubrificante"
si possono stabilire sia la caratteristica di qualità che il
progetto corrispondente delle compagnie petrolifere.
L'elenco delle compagnie petrolifere non ha pretese di
completezza.
Motori a quattro tempi: bisogna effettuare il cambio
dell'olio ogni 100 ore di funzionamento e quello dell'olio
per cambi come stabilito nel manuale delle istruzioni per
l'uso (tuttavia, almeno 1 volta all'anno).
- Togliere il tappo di scarico a vite dell’olio; far scolare
l’olio e eliminare l’olio come previsto dalla legge anti-
inquinamento ambientale.
Effettuare il cambio dell'olio ed ingrassare tutte le parti
che richiedono una lubrificazione a grasso prima del fermo
invernale della macchina. proteggere dalla ruggine tutte le
parti metalliche esterne scoperte con un prodotto a norma
di "Iv" della tabella riportata sul retro della pagina.
prestaties en levensduur van de
machines zijn afhankelijk van
een zorgvuldig onderhoud en het
gebruik van goede smeermiddelen.
Dit schema vergemakkelijkt de
goede keuze van de juiste smeer-
middelen.
Olie in aandrijvingen volgens de ge-
bruiksaanwijzing verwisselen - echter
tenminste 1 x jaarlijks.
- Aftapplug er uit nemen, de olie
aftappen en milieuvriendelijk
verwerken.
Voor het buiten gebruik stellen (win-
terperiode) de olie-wissel uitvoeren
en alle vetnippel smeerpunten
doorsmeren. Blanke metaaldelen
(koppelingen enz.) met een product
uit groep "Iv" van de navolgende tabel
tegen corrosie beschermen.
D
Betriebsstoffe
Ausgabe 1997
GB
Lubricants
Edition 1997
F
Lubrifiants
Édition 1997
I
Lubrificanti
Edizione 1997
NL
Smeermiddelen
Uitgave 1997
-
OSO 32/46/68
ARNICA 22/46 MOTOROIL HD 30
SIGMA MULTI 15W-40
SUPER TRACTOROIL UNIVERS.
15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRA MP 80W-90/85W-140 GR MU 2 GR SLL
GR LFO ROTRA MP 80W-90
ROTRA MP 85W-140
VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46 SUPER KOWAL 30 MULTI TURBO-
RAL SUPER TRAKTORAL 15W-30 GETRIEBEÖL EP 90 GETRIEBEÖL
HYP 85W-90
ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖL HYP 90
AGIP
ARAL
IV ANMERKUNGEN
III VIV VIIII I
Firma
(IV)
FETT
(II)
ÖL
HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER 2000 CD-MC *
HYDRA HYDR. FLUID * HYDRAU-
LIKÖL MC 530 ** PLANTOHYD
40N ***
SUPER 2000 CD-MC
SUPER 2000 CD
HD SUPERIOR 20 W-30
HD SUPERIOR SAE 30
SUPER 8090 MC
HYPOID 80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETT FLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX EP 00
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID 85W-140
BAYWA
AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46 MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40 TRAC-
TAVIA HF SUPER 10 W-30
GETRIEBEÖL MZ 90 M MULTIHYP
85W-140 AVIA MEHRZWECKFETT
AVIA ABSCHMIERFETT AVIA GETRIEBEFLIESSFETT AVIALUB SPEZIALFETT LD GETRIEBEÖL HYP 90 EP MULTIHYP
85W-140 EP
AVIA
ENERGOL SHF 32/46/68 VISCO 2000
ENERGOL HD 30
VANELLUS M 30
GEAR OIL 90 EP
HYPOGEAR 90 EP ENERGREASE LS-EP 2 FLIESSFETT NO
ENERGREASE HTO
OLEX PR 9142 HYPOGEAR 90 EP
HYPOGEAR 85W-140 EP
BP
HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
AWH 32/46 RX SUPER DIESEL 15W-40
POWERTRANS EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140 IMPERVIA MMO CASTROLGREASE LMX EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROL
WIOLAN HS (HG) 32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2 WIOLUB GFW WIOLUB AFK 2 HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68 SUPER EVVAROL HD/B SAE 30
UNIVERSAL TRACTOROIL SUPER HYPOID GA 90
HYPOID GB 90
HOCHDRUCKFETT LT/SC 280 GETRIEBEFETT MO 370 EVVA CA 300 HYPOID GB 90
HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46 MOTORÖL 100 MS SAE 30
MOTORÖL 104 CM 15W-40 AUS-
TROTRAC 15W-30
GETRIEBEÖL MP 85W-90 GETRIE-
BEÖL B 85W-90 GETRIEBEÖL C
85W-90
LORENA 46
LITORA 27 RHENOX 34
-
GETRIEBEÖL B 85W-90 GETRIEBE-
ÖL C 85W-140
OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68 PERFORMANCE 2 B SAE 30 8000
TOURS 20W-30 TRACTORELF ST
15W-30
TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF EP 90 85W-140 EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O MULTIMOTIVE 1 TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF TYP BLS 80 W-90
NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68 PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM
15W-30 GEAROIL GP 80W-90 GEAROIL
GP 85W-140 MULTI PURPOSE GREASE H FIBRAX EP 370 NEBULA EP 1
GP GREASE GEAR OIL GX 80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
ULTRAMAX HLP 32/46/68 SUPER
TRAC FE 10W-30* ULTRAMAX
HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPER HPO 30
STOU 15W-30
SUPER TRAC FE 10W-30
ALL FLEET PLUS 15W-40
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
TRANS GEAR OIL 80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUB ZSA 000 DURAPLEX EP 1
TELLUS S32/S 46/S68 TELLUS
T 32/T46 AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX 90 EP
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2 SPEZ. GETRIEBEFETT H SIMMNIA
GREASE O AEROSHELL GREASE 22 DOLIUM
GREASE R SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85W-140
AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS ZS
32, 46, 68 RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20 TOTAL EP 85W-90
TOTAL EP B 85W-90 MULTIS EP 2 MULTIS EP 200 MULTIS HT 1 TOTAL EP B 85W-90
DTE 22/24/25
DTE 13/15 HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPER UNIVERSAL 15W-30
MOBILUBE GX 90
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASE MP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC * HYDRAU-
LIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT
1030 MC
GETRIEBEÖL MP 90
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETT GLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
HYDRAN 32/46/68 DELTA PLUS SAE 30
SUPER UNIVERSAL OIL PONTONIC N 85W-90 PONTONIC
MP 85W-90 85W-140
SUPER UNIVERSAL OIL
MARSON EP L 2 NATRAN 00 MARSON AX 2 PONTONIC MP 85W-140
RENOPLEX EP 1 RENOGEAR SUPER 8090 MC
RENOGEAR HYPOID 85W-140
RENOGEAR HYPOID 90
TITAN HYDRAMOT 1O3O MC
TITAN UNIVERSAL HD RENOGEAR SUPER 8090 MC
RENOGEAR HYPOID 85 W-140
RENOGEAR HYPOID 90
RENOSOD GFO 35
DURAPLEX EP 00
PLANTOGEL 00N
ELAN
FUCHS
GENOL
MOBIL
RHG
SHELL
TOTAL
ELF
ESSO
EVVA
FINA
VALVOLINE
VEEDOL
RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN B
32 HVI/46HVI EXTRA HD 30
SUPER HD 20 W-30 MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOID EW 90 MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSOD GFO 35 RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
-
-
ANDARIN 32/46/68 HD PLUS SAE 30 MULTIGRADE SAE 80/90 MULTI-
GEAR B 90
MULTIGEAR C SAE 85W-140
MULTIPURPOSE MULTIGEAR B 90
MULTI C SAE 85W-140
WINTERSHALL
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
RENOLIN 1025 MC ***
TITAN HYDRAMOT 1030 MC **
RENOGEAR HYDRA *
PLANTOHYD 40N ***
RENOLIT MP
RENOLIT FLM 2
RENOLIT ADHESIV 2
PLANTOGEL 2 N
CASTROLGREASE LM
- D 2 -
* Bei Verbundarbeit mit
Naßbremsen-schlep-
pern ist die internatio-
nale Spezifikation J 20
A erforderlich
** Hydrauliköle
HLP-(D) + HV
*** Hydrauliköle auf Pflan-
zenölbasis HLP + HV
Biologisch abbaubar,
deshalb besonders
umweltfreundlich
- 37 -
9201_NL-ALLG-RÄDER UND REIFEN
NL
BANDEN EN WIELEN
Algemeen
Wielmoeren regelmatig controleren of ze nog vastzit-
ten (aanhaalmoment: zie onderstaande tabel)!
Let op!
Na de eerste tien werkuren de wielmoeren natrek-
ken.
- Ook na het verwisselen van een wiel, na de eerste
10 werkuren de wielmoeren natrekken.
Let op!
Wielmoeren
regelmatig
controleren of
ze nog vastzit-
ten (aanhaal-
moment: zie
onderstaande
tabel)!
Bandenspanning
- Let op de juiste bandenspanning!
- Bandenspanning regelmatig met de gegevens uit
de tabel vergelijken!
Bij het oppompen bestaat er explosiegevaar, blijf op
veilige afstand.
3,50-6 4 PR 3,00
4,00-6 4 PR 2,50
4,00-8 4 PR 2,50
5,00-8 6 PR 4,00
5,00-15 AM (M137C) 1,00
7,00-12 6 PR 3,00
10,0/80-12 6 PR 3,00 200 Nm
10,0/80-12 8 PR 4,20 200 Nm
10,0/75-15,3 6 PR 3,10 200 Nm
10,0/75-15,3 8 PR 4,20 320/200** Nm
10,0/75-15,3 10 PR 5,20 320/200** Nm
11,5/80-15,3 8 PR 3,70 320/200** Nm
11,5/80-15,3 10 PR 4,60 320/200** Nm
11,5/80-15,3 12 PR 5,00 320/200** Nm
12,0-18 5,70 320 Nm
13,0/55-16 10 PR 3,90 320 Nm
13,0/55-16 12 PR 4,70 320 Nm
15,0/55-17 8 PR 2,90 320/200** Nm
15,0/55-17 10 PR 3,50 320/200** Nm 30 km
15,0/55-17 12 PR 4,30 320/200** Nm
15 x 6 - 6 4 PR 1,00
15 x 6 - 6 4 PR 1,20
16 x 6,5-8 4 PR 1,50
19,0/45-17 10 PR 3,00 320 Nm
205 R 14 C 8 PR 3,00 320 Nm
205 R 14 C* 8 PR 4,25 320 Nm
325/65 R 18 16 PR 5,70 320 Nm
335/65 R 18 XP 27 5,0 320 Nm
500/40-17 10 PR 2,90 320 Nm 40 km
500/50-17 10 PR 2,75 320 Nm 30 km
500/50-17 10 PR 3,75 320 Nm 40 km
500/50-17 14 PR 5,0 320 Nm 65 km
* Alleen bij Wid met opgebouwde motor ** 200 Nm alleen bij 5-gaatsvelgen
Bandenmaat Ply rating km/h max.Aanhaalkoppel
Bandenspanning
(bar)
NL
TAPER SPANBUSSEN
0200-NL Taper Scheibe_352.P65 - 38 -
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen
Montage
1. Alle blanke oppervlakken, zoals boring en kegelmantel van de Taper spanbus als ook
de kegelvormige boring in de schijf, reinigen en invetten.
2. De Taper spanbus in de naaf zetten en alle aansluitboringen laten aansluiten (halve
boringen met schroefdraad moeten telkens tegenover een halve, gladde boring
staan).
3. Inbusbout of cilinderbout licht inoliën en inschroeven. Bouten nog niet vastdraaien.
4. De as schoon maken en invetten. De schijf met de Taper spanbus op de gewenste
plaats op de as schuiven.
- Bij het gebruik van een inlegspie, deze eerst in de spiebaan leggen. Tussen de
inlegspie en de spiebaan moet een speling aanwezig zijn.
- Middels schroevendraaier (DIN 911) de inbusbouten of cilinderbouten gelijkmatig
met de in de tabel aangegeven draaimomenten aantrekken (48Nm, 90 Nm).
- Na korte tijd (30 min. Tot 1 uur) het aandraaimoment van de bouten controleren en
eventueel corrigeren.
- Om indringen van vreemde voorwerpen te voorkomen, de niet gebruikte boringen
met vet vullen.
Démontage
1. Alle bouten losdraaien
Al naar gelang de grootte van de bus, één of twee bouten er helemaal uitdraaien, inoliën
en in de uitdrukopeningen indraaien (pos 5.)
2. De bout of de bouten gelijkmatig onder spanning brengen en houden tot de bus uit de
naaf loslaat en de schijf vrij op de as is te bewegen.
3. Schijf samen met de bus van de as nemen.
NL
- E 39 -
9600-NL GETR UMDR (353)
AANDRIJVING OMDRAAIEN
Gereedmaken
Veiligheidsvoorschriften: zie aanhangsel A1 pnt. 1- 3 en
8.
Lasten alleen optillen met hefinrichtingen die over
voldoende hefcapaciteit en stabiliteit beschikken.
Instellen van het vereiste aandrijftoerental.
• Mogelijkheden:
- 540 o/min
- 1000 o/min
Controleren van het vereiste toerental:
Aandrijfas (9) Tussenas (10) Aandrijftoerental
1 omwenteling 1,3 omwentelingen 540 o/min
1 omwenteling 0,75 omwentelingen 1000 0/min
Als de trekker een toerental heeft dat niet overeenkomt met
het aandrijftoerental.
Aandrijving omdraaien
- Tussenas (1) demonteren: zie ook de bijgevoegde beschrijving
van de aftakas.
- Aan beide kanten:
- Veiligheidsketting losmaken.
- Bescherming demonteren en terugschuiven.
- Ontgrendelen: veiligheidspennen indrukken en ingedrukt
houden.
- Aftakas wegnemen.
- Dissel (2) ondersteunen
- De 16 bevestigingsschroeven (3) losmaken.
1
TD24/95/9
2
3
6
7
TD24/95/10
10
9
NL
- E 40 -
9600-NL GETR UMDR (353)
AANDRIJVING OMDRAAIEN
- Aandrijving aan de dissel (2), de kabelgeleiding (6)
en de steunpoot-houder (7) vastschroeven.
- Steunpoot (8) neerklappen en vastzetten : pos U
- Machine op steunpoot laten zakken.
- Tussenas aan de kant van de machine zo bevestigen
en vastzetten, dat de beveiling in de gleuf komt te
zitten: als de veiligheidspen wordt losgelaten moet
hij weer helemaal naar buiten schuiven.
- Tussenas op de aandrijfas aanbrengen en
vastzetten
- Beschermbuis over de scharnieren schuiven,
vastzetten en met kettingen tegen meedraaien
beveiligen.
- Verplaatsen van de olie-vulpluggen (4):
- Vulplug en tegenoverliggende schroef (5) uitschroeven
en verwisselen.
Bij omgedraaide aandrijving (11) zitten de olie-
vulpluggen (4) weer op dezelfde plaats als
tevoren.
- Aandrijving omdraaien
2
3
6
7
TD24/95/10
10
9
8
O
UTD24/95/15
4
4
TD24/95/14
11
9600-NL ERSTANBAU (352)
AANKOPPELEN AAN DE TREKKER NL
- F41 -
Stroomvoorziening
Trekkeruitrusting
3-polige stopcontact
- Het 3-polige stopcontact dat meegeleverd wordt
aan de achterzijde van de trekker monteren
- Stroomvoorziening vanaf een relais (9)
Relais vanaf het contactslot (10) bekrachtigen.
- Kabeldikte 2,5 mm2
- Steekzekering 16 ampere (11)
Het veranderen van de elektrische
installatie van uw trekker alleen
door een goed vakman laten
uitvoeren.
Nooit direct op het contact-slot
aansluiten (brand-gevaar resp.
beschadiging van de elektrische
installatie).
Uitsluitend originele zekeringen
gebruiken.
Als zwaardere zekeringen worden
gebruikt kan de elektrische installatie
defect raken!
Trekker op de machine aansluiten
- Na het uitvoeren van de bovenvermelde werkzaamheden, 3-polige steker aan
de trekker bevestigen.
- Kontroleer alle verlichtingsfuncties
3-POL.
TD 48/96/22
1
12V=
+-
8
11 93-POL
"15/30"
"31"
10
12
TD 48/96/21
86 86a 8
85 30
TD 48/96/23
L
Montage van de bedieningskast
- Meegeleverde steun (L) in het bereik en het zicht van de bestuurder in de trekkercabine
monteren.
- Bedieningskast (1) op de steun monteren.
D
Schaltplan
Schéma électrique
Wiring schematic
- F42 -
9700-D ELEK-SCHALTPLAN (352)
F
GB
DkaÕYVXáhX]ÝbV CZ
L
ge/gn
12 3 4 5 6
X1
ge/gn
X2
654321
V DIODE 6A GP 604 DX ODER P600 B
(Diode 6A GP 604 DX or P600 B)
(Diode)
V
V
54
5
SA
4
U
1,5bl
3
5
2
O DEICHSEL LI/RE (Drawbar left / right
1
SCHWADBLECH LI/RE (Swath boards left / right
O
2*1,5
1,5br
1,5bl
1,5br
1,5bl
1,5br
1,5bl
15/30
31
82
X3
X4 X5 VERTEILER IM SCHALTPULT
(Divider in the switch board)
(Diviseur dans le boîtier de commande)
X4 STECKER 3-POLIG
(Socket 3-pol)
(Prise mâle 3 pôles)
ge/gn
61
1,5bl
7*1,5
7*1,5
2*1,5
6
ge/gn
4
243
SB
3 1
4 2
R M L
L DEICHSEL LI/RE 
(Drawbar left / right
R SCHWADBLECH LI/RE 
(Swath boards left / right
1,5bl
1,5bl
1,5bl
1,5bl
1,5br
1,5br
1,5br
321+
231
-
1,5br
X5
D2
D1 D1 STEUERPULT
(Switch board)
(Boîtier de commande)
D2 VERTEILERGEHAEUSE
(Divider box)
(Boîtier de répartition)
S HEBELSCHALTER DEICHSEL-SCHWADBLECH
(Lever switch Drawbar-Swath boards)
(Levier de commande timon-volets regroupeurs)
X1 STECKDOSE 7-POLIG
(Socket 7-pol)
(Prise femelle 7 pôles)
X2 STECKER 7-POLIG
(Socket 7-pol)
(Prise mâle 7 pôles)
X3 STECKDOSE 3-POLIG
(Socket 3-pol)
(Prise femelle 3 pôles)
Y1-Y4 MAGNETVENTILE STEUERBLOCK
(Solenoid valves control block)
(Electrovannes du boîtier de commande)
Y4
1
2
Y3Y2
22
111
2
Y1
1,5br
-
Nr. 353.36.090.0
SCHALTPLAN (Wiring schematic)
 (plan de branchement)
28.8.91
54g
31
R
58R
54
58L
M
O
U
R
L
S
SCHALTKONTAKTE AUF SEITE A
(contacts on side-A)
(contact sur la face A)
PUNKT LINKS OBEN
Point left top
point en haut à gauche
SCHALTKONTAKTE AUF SEITE B
(contacts on side-B)
(contact sur la face B)
1 2
3 4
HEBELSCHALTER 
(Lever switch 4-positionen)
(Levier de commande à 4 positions)
(4 STELLUNGEN)
ALOIS PÖTTINGER Maschinenfabrik Gesellschaft m.b.H.
A-4710 Grieskirchen; Industriegelände 1
0600 NL-EG Konformitätserklärung
EG-Conformiteitsverklaring
overeenkomstig de EG-richtlijn 98/37/EG
Wij _______________________________________________________________________
(naam van de aanbieder)
__________________________________________________________________________________
(volledig adres van de firma - bij in de gemeenschap toegelaten gemachtigde eveneens de firma en het adres van
de fabrikant aangeven)
verklaren enig in verantwoording, dat het product
__________________________________________________________________________
(de fabrikant, type)
waarop deze verklaring betrekking heeft, met de desbetreffende grondleggende veiligheids-
en gezondheidseisen van de EG-richtlijnen 98/37/EG,
(indien van toepassing)
alsook de eisen van de andere desbetreffende EG-richtlijnen
__________________________________________________________________________
(titel en/of nummer alsook datum van de uitgave van de andere EG-richtlijnen
overeenkomt.
(indien van toepassing)
Om de veiligheids- en gezondheidseisen, die in EG-richtlijnen vermeld zijn, in juiste vorm om
te zetten, is/zijn van volgende norm(en) en/of technische specificatie(s) gebruik gemaakt:
__________________________________________________________________________
(titel en/of nummer alsook datum van de uitgave van de norm(en) en/of van de technische spezificatie(s)
Bijblad 1
____________________________ ____________________________________
(plaats en datum van de verklaring) (naam, functie en handtekening van bevoegd persoon)
NL
Hoofd ontwikkeling
Schijvenmaaier CAT NOVA 360 T conditioner, Type 360
pa. Ing. W. Schremmer
Grieskirchen, 18.09.2007
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
GmbH ständig an der Verbesserung ihrer
Produkte.
Änderungen gegenüber den Abbildungen und
Beschreibungen dieser Betriebsanleitung müssen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Änderungen
an bereits ausgelieferten Maschinen kann daraus nicht
abgeleitet werden.
Technische Angaben, Maße und Gewichte sind
unverbindlich. Irrtümer vorbehalten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch auszugsweise,
nur mit schriftlicher Genehmigung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Urheberrecht
vorbehalten.
La société PÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
GHVFUL]LRQLGLTXHVWHLVWUX]LRQLSHUO·XVR$OORVWHVVR
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
G·DXWRUH
GB
I
P
NL
D
E
F
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Landsberg
Spöttinger-Straße 24
Postfach 1561
D-86 899 LANDSBERG / LECH
Telefon:
Ersatzteildienst: +49 8191 9299 - 166 od. 169
Kundendienst: +49 8191 9299 - 130 od. 231
Telefax: +49 8191 59656
e-Mail: landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Telefon: +43 7248 600-0
Telefax: +43 7248 600-2513
e-Mail: info@poettinger.at
Internet: http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Recke
Steinbecker Strasse 15
D-49509 Recke
Telefon: +49 5453 9114-0
Telefax: +49 5453 9114-14
e-Mail: recke@poettinger.at
PÖTTINGER France S.A.R.L.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.: +33 (0) 3 89 47 28 30
e-Mail: france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Pottinger CAT NOVA 360 T CR Handleiding

Type
Handleiding