5
Populaire tractie therapievormen kunnen geselecteerd worden. Er kan gebruik gemaakt worden van
voorgeprogrammeerde protocollen, en handmatig ingestelde therapieën kunnen worden opgeslagen.
Tot vijf therapievormen kunnen sequentieel geprogrammeerd worden. Ook tijdens de behandeling
kunnen parameters aangepast worden.
De motor in het apparaat levert via het koord en de aan te sluiten accessoires de gevraagde trekkracht
op de patient (tussen 15 en 900 Newton). De Enraf-Nonius accessoires die geschikt zijn voor gebruik met
de Eltrac 471 voorzien in het uitvoeren van lumbale en cervicale tractie.
Wanneer het apparaat in bedrijf is, worden verschillende veiligheidsmaatregelen uitgevoerd en wordt het
apparaat gecontroleerd op de correcte werking. Een patiënten stop is een van deze maatregelen: de
patiënten stop moet op de Eltrac 471 worden aangesloten om te functioneren. Wanneer de gebruiker de
patiënten stop drukt, of het wordt losgekoppeld tijdens een behandeling, zal de behandeling stoppen en
zal de kracht afnemen door middel van een mechanish ontwerp.
Een optionele afstandsbediening kan worden gebruikt door de patiënt tijdens de behandeling om de
actuele spanning te verminderen.
De oorspronkelijke Eltrac 471 werd ontwikkeld vóór 1982 en heeft bewezen een betrouwbaar
therapeutische apparaat te zijn.
3 Voorzorgsmaatregelen
In dit gedeelte vindt u algemene waarschuwingen en voorzorgen die u in acht dient te nemen wanneer u
de Eltrac 471 gebruikt.
3.1 Waarschuwing:
• In de VS mag dit apparaat alleen worden verkocht door of op voorschrift van een bevoegd arts
('licensed practitioner'). Dit apparaat dient alleen te worden gebruikt onder continue supervisie
van een bevoegd arts.
• Zorg ervoor dat het apparaat elektrisch is geaard door het alleen aan te sluiten op een geaard
stopcontact dat voldoet aan de toepasselijke plaatselijke elektriciteitsvoorschriften.
• U dient zich op de hoogte te stellen van de contra- indicaties.
• Gebruik geen krachten groter dan 200N voor cervicale tractie.
• Het apparaat mag niet gebruikt worden in de nabijheid (d.w.z. op minder dan 2 meter afstand)
van een kortegolfapparaat.
• De patiënt dient te allen tijde in het zicht van de behandelaar te zijn.
• Het apparaat mag niet gebruikt worden in zogeheten “natte ruimten” (hydrotherapieruimten).
• Deze apparatuur is niet geschikt voor gebruik bij aanwezigheid van een ontvlambaar
anesthesiemengsel met lucht, zuurstof of lachgas.
• Dit apparaat dient buiten bereik van kinderen te worden gehouden.
• De Eltrac 471 mag alleen worden gebruikt door of onder toezicht van professionele gebruikers op
het gebied van fysiotherapie en revalidatie.
• De patiënt moet altijd de patiënten stop vasthouden tijdens een behandeling.
3.2 Let op:
• Het is belangrijk dat u de voorzorgs- en bedieningsvoorschriften doorleest, begrijpt en in acht
neemt. Wees u bewust van de beperkingen en gevaren in verband met het gebruik van een
elektrisch stimulatieapparaat. Let op de stickers met betrekking tot voorzorgen en bediening die
op de unit zijn aangebracht.
• Het gebruik van andere bedieningsorganen of het uitvoeren van andere procedures dan hierin
aangegeven kan resulteren in gevaarlijke situaties.
• Gebruik de Eltrac 471alleen in combinatie met de daarvoor geschikte accessoires van Enraf-
Nonius BV.
• Deze unit dient te worden bediend, getransporteerd en opgeslagen bij temperaturen tussen 10 en
40 °C (50 en 104 °F) met een relatieve luchtvochtigheid variërend van 10-90%, niet
condenserend en een atmosferische druk tussen 500 en 1060 hPa.
• Stel de unit niet bloot aan direct zonlicht, warmte van een radiator, overmatige hoeveelheden
stof, vocht, trillingen en mechanische schokken.