Enraf-Nonius Eltrac 471 Handleiding

Type
Handleiding
Eltrac 471
Gebruikershandleiding
Copyright:
Enraf-Nonius B.V.
Vareseweg 127
3047 AT Rotterdam
Nederland
Tel: +31 (0)10 – 20 30 600
Fax: +31 (0)10 – 20 30 699
www.enraf-nonius.com
Artikelnummer: 1671750_40
3 september 2014
Eltrac 471
Gebruikershandleiding
3
Copyright:
Enraf-Nonius B.V.
Vareseweg 127
3047 AT Rotterdam
Netherlands
Tel: +31 (0)10 – 20 30 600
Fax: +31 (0)10 – 20 30 699
www.enraf-nonius.com
Part number: 1671750_40
3 september 2014
4
Inhoud
1VOORWOORD ......................................................................................................................................6
1.1Beoogd gebruik/bediening..............................................................................................................6
1.2Productaansprakelijkheid................................................................................................................6
2PRODUCTBESCHRIJVING ..................................................................................................................6
3VOORZORGSMAATREGELEN............................................................................................................7
3.1Waarschuwing:.................................................................................................................................7
3.2Let op:................................................................................................................................................7
4BEOOGD GEBRUIK..............................................................................................................................8
4.1Indicaties...........................................................................................................................................8
4.2Contra-indicaties..............................................................................................................................8
5INHOUD VAN DE VERPAKKING .........................................................................................................9
6INSTALLATIE........................................................................................................................................9
6.1Aansluiten op het lichtnet................................................................................................................9
6.2Ontkoppelen van het lichtnet..........................................................................................................9
6.3Bevestigen karabijnhaak .................................................................................................................9
6.4Montage op het tractieframe ...........................................................................................................9
7TOEPASSINGSAANWIJZINGEN .......................................................................................................10
7.1Bedieningsvolgorde, voorbeeld....................................................................................................10
7.2Cervicale tractie..............................................................................................................................10
7.3Koordloop........................................................................................................................................10
8BEDIENING .........................................................................................................................................11
8.1Bedieningsorganen........................................................................................................................11
8.2Basisbediening...............................................................................................................................12
9ONDERHOUD EN VERHELPEN VAN STORINGEN .........................................................................17
9.1Reinigen en desinfecteren.............................................................................................................17
9.2Waarschuwingsberichten, foutmeldingen en verhelpen van storingen...................................17
9.3Technisch onderhoud....................................................................................................................17
9.4Einde levensduur............................................................................................................................18
5
10SPECIFICATIES..............................................................................................................................19
10.1Technische gegevens....................................................................................................................19
10.2Normen met betrekking tot veiligheid en prestaties..................................................................19
10.3EMC-gegevens ...............................................................................................................................19
11BESTELGEGEVENS.......................................................................................................................22
6
1 Voorwoord
1.1 Beoogd gebruik/bediening
Deze handleiding is geschreven voor de eigenaars en bedieners van de Eltrac. De handleiding bevat
algemene voorschriften voor bediening, voorzorgsmaatregelen en onderhoud, alsmede informatie over
onderdelen. Om het gebruik, de efficiëntie en de levensduur van uw unit te optimaliseren dient u deze
handleiding zorgvuldig door te lezen en vertrouwd te raken met de bedieningsorganen en de accessoires
voordat u de unit bedient.
Deze medische apparatuur is alleen bedoeld om te worden gebruikt door of onder toezicht van personen
die de apparatuur gebruiken bij hun werkzaamheden en in het kader van professionele gezondheidszorg,
die inzicht hebben in de voordelen en beperkingen van elektro- en ultrageluidtherapie.
D.w.z.“professionele gebruikers”.
WAARSCHUWING (geldt alleen voor de VS):
De Eltrac 471is een apparaat dat alleen dient te worden gebruikt onder supervisie of op voorschrift van
een arts of andere bevoegde zorgverlener.
De in deze handleiding gegeven specificaties waren geldig op het moment van publicatie. Omdat Enraf-
Nonius BV een beleid van continue verbetering hanteert, kunnen deze specificaties echter op elk moment
zonder verplichtingen voor Enraf-Nonius BV worden gewijzigd.
1.2 Productaansprakelijkheid
In veel landen is inmiddels een wet op de productaansprakelijkheid van kracht. Deze wet houdt onder
meer in dat de fabrikant 10 jaar nadat een product in omloop is gebracht niet langer aansprakelijk kan
worden gesteld voor mogelijke gebreken aan het product.
Voor zover toegestaan door de van toepassing zijnde wetgeving zullen Enraf-Nonius of haar leveranciers
of verkopers in geen geval aansprakelijk zijn voor indirecte, uitzonderlijke, incidentele of gevolgschade
voortvloeiend uit het gebruik van dan wel de onmogelijkheid van het gebruik van het product, met
inbegrip van maar niet beperkt tot schade als gevolg van verlies aan goodwill, werkonderbreking,
computerdefecten of -storingen, of andere commerciële schade of verliezen, zelfs indien Enraf-Nonius op
de hoogte is gesteld van de mogelijkheid daarvan en ongeacht de rechts- of billijkheidstheorie (contract,
onrechtmatige daad of anderszins) waarop de claim is gebaseerd. Enraf-Nonius zal op grond van de
bepalingen van deze overeenkomst in geen geval aansprakelijk zijn voor schade die meer bedraagt dan
het bedrag dat Enraf-Nonius voor dit product van u heeft ontvangen en eventuele vergoedingen voor
ondersteuning van het product die door Enraf-Nonius op grond van een afzonderlijke ondersteunings-
overeenkomst zijn ontvangen. In geval van overlijden of lichamelijk letsel voortvloeiend uit de nalatigheid
van Enraf-Nonius geldt deze bepaling niet voor zover de toepasselijke wetgeving een dergelijke
beperking verbiedt.
De wederpartij (productgebruiker of vertegenwoordiger daarvan) is gehouden Enraf-Nonius te vrijwaren
voor alle claims van derden, van welke aard en met welke relatie tot de wederpartij dan ook.
2 Productbeschrijving
De Eltrac 471 is een computer gestuurd apparaat voor tractietherapie. Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik door vakkundig personeel in de fysiotherapie, revalidatie en aangrenzende gebieden.
Door middel van een touch screen bedieningspaneel kan het apparaat op een eenvoudige manier
bediend worden.
Alle populaire tractie therapievormen kunnen geselecteerd worden. Er kan gebruik gemaakt worden van
voorgeprogrammeerde protocollen, en handmatig ingestelde therapieën kunnen worden opgeslagen.
Tot vijf therapievormen kunnen sequentieel geprogrammeerd worden.
Ook tijdens de behandeling kunnen parameters aangepast worden.
De motor in het apparaat levert via het koord en de aan te sluiten accessoires de gevraagde trekkracht
op de patient (tussen 15 en 900 Newton). De Enraf-Nonius accessoires die geschikt zijn voor gebruik met
de Eltrac 471 voorzien in het uitvoeren van lumbale en cervicale tractie.
7
3 Voorzorgsmaatregelen
In dit gedeelte vindt u algemene waarschuwingen en voorzorgen die u in acht dient te nemen wanneer u
de Eltrac 471 gebruikt.
3.1 Waarschuwing:
In de VS mag dit apparaat alleen worden verkocht door of op voorschrift van een bevoegd arts
('licensed practitioner'). Dit apparaat dient alleen te worden gebruikt onder continue supervisie
van een bevoegd arts.
Zorg ervoor dat het apparaat elektrisch is geaard door het alleen aan te sluiten op een geaard
stopcontact dat voldoet aan de toepasselijke plaatselijke elektriciteitsvoorschriften.
U dient zich op de hoogte te stellen van de contra- indicaties.
Gebruik geen krachten groter dan 200N voor cervicale tractie.
Het apparaat mag niet gebruikt worden in de nabijheid (d.w.z. op minder dan 2 meter afstand)
van een kortegolfapparaat.
De patiënt dient te allen tijde in het zicht van de behandelaar te zijn.
Het apparaat mag niet gebruikt worden in zogeheten “natte ruimten” (hydrotherapieruimten).
Deze apparatuur is niet geschikt voor gebruik bij aanwezigheid van een ontvlambaar
anesthesiemengsel met lucht, zuurstof of lachgas.
Dit apparaat dient buiten bereik van kinderen te worden gehouden.
3.2 Let op:
Het is belangrijk dat u de voorzorgs- en bedieningsvoorschriften doorleest, begrijpt en in acht
neemt. Wees u bewust van de beperkingen en gevaren in verband met het gebruik van een
elektrisch stimulatieapparaat. Let op de stickers met betrekking tot voorzorgen en bediening die
op de unit zijn aangebracht.
Het gebruik van andere bedieningsorganen of het uitvoeren van andere procedures dan hierin
aangegeven kan resulteren in gevaarlijke situaties.
Gebruik de Eltrac 471alleen in combinatie met de daarvoor geschikte accessoires van Enraf-
Nonius BV.
Deze unit dient te worden bediend, getransporteerd en opgeslagen bij temperaturen tussen 10 en
40 °C (50 en 104 °F) met een relatieve luchtvochtigheid variërend van 10-90%, niet
condenserend en een atmosferische druk tussen 500 en 1060 hPa.
Stel de unit niet bloot aan direct zonlicht, warmte van een radiator, overmatige hoeveelheden
stof, vocht, trillingen en mechanische schokken.
In het geval van binnengedrongen vloeistoffen moet de unit van het lichtnet worden losgekoppeld
en moet deze worden gecontroleerd door een geautoriseerd persoon (zie de paragraaf over
technisch onderhoud).
Voordat patiënten mogen worden behandeld dient u bekend te zijn met de bedieningsprocedures
voor elke beschikbare behandelingsmodus en met de indicaties, contra-indicaties,
waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen. Raadpleeg andere bronnen voor aanvullende
informatie met betrekking tot de toepassing van elektrotherapie.
Volg de instructies in de gebruikershandleiding
Het is belangrijk dat u de voorzorgs- en bedieningsvoorschriften doorleest, begrijpt en in acht neemt.
TYPE B APPLIED PART
Volgens IEC60601-1
8
Noodstop
Aansluiting voor afstandsbediening
4 Beoogd gebruik
De Eltrac 471 is een computer gestuurd apparaat voor tractie therapie. Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik door vakkundig personeel in de fysiotherapie, revalidatie en aangrenzende gebieden.
Door middel van een touchscreen bedieningspaneel kan het apparaat op een eenvoudige manier
bediend worden.
Alle populaire tractie therapievormen kunnen geselecteerd worden. Er kan gebruik gemaakt worden van
voorgeprogrammeerde protocollen, en handmatig ingestelde therapieën kunnen worden opgeslagen.
Tot vijf therapievormen kunnen sequentieel geprogrammeerd worden.
Ook tijdens de behandeling kunnen parameters aangepast worden.
De motor in het apparaat levert via het koord en de aan te sluiten accessoires de gevraagde trekkracht
op de patient. De Enraf-Nonius accessoires die geschikt zijn voor gebruik met de Eltrac 471 voorzien in
het uitvoeren van lumbale en cervicale tractie.
4.1 Indicaties
Lumbale hernia
Cervicale hernia
Mobiliteits beperkingen van de onderste extremiteiten
Lage rugpijn
Radiculopathie
Dorsopathieen met vervorming van de wervelkolom
Nekpijn veroorzaakt door overbelasting
Spondylose
4.2 Contra-indicaties
Algemeen:
Ligamentaire instabiliteit
Osteomyelitis
Discitis
Primaire of metastatische bottumor
Ruggenmerg tumor
Ernstige osteoporose
Onbehandelde hypertensie
Ernstige angst
Klinische verschijnselen van myelopathie
Cauda equina syndroom
Onvoldoende deskundigheid van de arts die de behandeling uitvoert
Cervicaal:
Vertebrale basilaire slagader insufficiëntie
Reumatoïde artritis en andere bindweefsel aandoeningen
Acute torticollis
Lumbaal
Restrictieve longziekte of andere ademhalingsstoornissen
9
5 Inhoud van de verpakking
Apparaat
1671901 Eltrac 471
Standaard accessoires Eltrac:
1471800 Patiënten stopschakelaar
1471801 Bevestigingsknoppen, set van 4 st.
1471806 Nylon koord 170 cm met karabijnhaak
1671750 Gebruikershandleiding Eltrac 471
3444290 Netsnoer
6 Installatie
6.1 Aansluiten op het lichtnet
Sluit het netsnoer aan op de netentree [5] en sluit het aan op een wandcontactdoos.
!LET OP:
Plaats het apparaat niet op een plaats waar de stroomkabel er tijdens een behandeling uit kan
worden getrokken of waar men erover kan struikelen.
Gebruik het apparaat niet als het niet op de juiste manier geaard is. Zorg ervoor dat het apparaat
elektrisch is geaard door het alleen aan te sluiten op een geaard stopcontact dat voldoet aan de
geldende plaatselijke voorschriften m.b.t. elektriciteit in een medische omgeving.
Schakel het apparaat aan met de netschakelaar [4].
Het apparaat start nu op en voert een zelftest uit. Dit kan even duren.
Aan het einde van de zelftest verschijnt het Home-menu en is het apparaat klaar voor gebruik.
6.2 Ontkoppelen van het lichtnet
Schakel het apparaat uit met de netschakelaar [4]
6.3 Bevestigen karabijnhaak
!LET OP:
De knoop van het koord waaraan de karabijnhaak wordt bevestigd, moet grote krachten kunnen
weerstaan en mag niet plotseling losschieten.
Voor het maken van de juiste knoop, zie de tekening hieronder.
6.4 Montage op het tractieframe
De Eltrac 471 kan worden bevestigd aan verschillende Enraf-Nonius (tractie-) banken door middel van
een tractie frame. Tevens kan het apparaat worden bevestigd aan het mobiele tractieframe voor cervicale
tractie. Voor montage instructies, zie de documentatie bij de tractieframes.
10
7 Toepassingsaanwijzingen
7.1 Bedieningsvolgorde, voorbeeld
Daar de bedieningsvolgorde therapie- en accessoire afhankelijk is, wordt volstaan met het geven van
één voorbeeld.
Benodigdheden
Eltrac 471 en tractietafel
Heupgordel
Borstgordel
Flexibankje
Fixatieklemmen (2x)
a. Schuif het verrolbare blad tegen het opklapbare blad en fixeer dit.
b. Leg de heupgordel tegen de bovenrand van het verrolbare blad.
c. Leg de borstgordel tegen de onderrand van het opklapbare blad.
d. Schuif de twee fixatieklemmen op de buis onder het opklapbare blad.
e. Bevestig de fixatiebanden aan de fixatieklemmen.
f. Maak de fixatiebanden op maat zodat, wanneer deze strak getrokken zijn, de borstgordel nog tegen
de onderrand van het opklapbare blad ligt.
g. Laat de patiënt plaatsnemen, plaats flexibankje en maak de gordels vast.
h. Maak de karabijnhaak van het koord aan de heupgordel vast.
i. Geef de stopschakelaar aan de patiënt en leg de werking uit.
j. Maak het verrolbare blad los.
k. Start de behandeling.
l. Pas eventueel parameters aan tijdens de behandeling.
m. Laat na het eindigen van de behandeling de patiënt voldoende tijd herstellen.
7.2 Cervicale tractie
Voor cervicale tractie zijn krachten groter dan 200 Newton niet geschikt. Bij het instellen van de trekkracht
zal dan ook gewaarschuwd worden bij het overschrijden van deze grens. Om veilig gebruik te
waarborgen kan slechts een kracht hoger dan 200 Newton worden geselecteerd, als wordt bevestigd dat
deze kracht niet cervicaal wordt toegepast.
7.3 Koordloop
! LET OP:
Zorg ervoor dat het koord over de katrol loopt, zoals aangegeven op de linker tekening.
11
8 Bediening
8.1 Bedieningsorganen
[1] Koord
[2] Katrol
[3] Display met Touch screen
[4] Netschakelaar
0 Apparaat losgekoppeld van het lichtnet
1 Apparaat aangesloten op het lichtnet
[5] Netentree en smeltveiligheden
[6] Typeplaatje
Geeft informatie over het apparaat, zoals type en serienummer, alsmede aansluitgegevens zoals
netspanning en maximaal stroomverbruik.
[7] Aansluiting voor patiënten stopschakelaar
[8] Aansluiting voor afstandsbediening
12
8.2 Basisbediening
Start het apparaat zoals beschreven in hoofdstuk 6
8.2.1 Navigatie
De volgende knoppen kunnen worden weergegeven op de navigatiebalk.
Knop Betekenis
Terug, teruggaan naar het vorige scherm.
Verder, doorgaan naar het volgende scherm.
Home, teruggaan naar het Home-scherm.
Paginanummer / aantal pagina's in uit meerdere pagina's bestaande menuschermen
of behandelstapnummer / aantal behandelstappen in sequentiële protocollen.
Pijltje omhoog. Scrolt door pagina`s.
Pijltje omlaag. Scrolt door pagina`s.
Sla therapie-instellingen of een geprogrammeerd sequentieel protocol op als een
favoriet.
Verwijderen.
Pauze / Behandeling onderbreken. De kracht neemt af tot nul.
Start / Behandeling voortzetten.
De geselecteerde optie accepteren.
Stop. Kracht neemt af tot nul.
Noodstop. Kracht neemt af tot nul met maximale snelheid.
Systeeminstellingen.
Afstandsbediening is aangesloten.
U selecteert eenvoudig een menu-item door op de knop ervan te drukken om naar het volgende scherm
te navigeren. U kunt teruggaan naar het vorige scherm door op het pijltje terug bovenin het scherm te
drukken. Overal in de navigatie kunt u teruggaan naar het Home-menu, door op de home-knop te
drukken.
13
8.2.2 Home
Het Home-menu geeft toegang tot de volgende functies:
Klinische protocollen
Favorieten
Handmatige bediening
Systeeminstellingen
(De knop voor systeeminstellingen vindt u rechts bovenin de
navigatiebalk)
8.2.3 Protocollen
Protocol selecteren
Na het selecteren van het menu Klinische protocollen in
het hoofdmenu verschijnt een lijst met
voorgeprogrammeerde klinische protocollen.
Selecteer het gewenste protocol door op de betreffende
knop te drukken.
Protocol informatie
Om meer informatie te krijgen over een protocol drukt u
op de info-knop aan de linkerzijde van het protocol.
8.2.4 Favorieten
Favoriet oproepen
Na het selecteren van Favorieten in het hoofdmenu
verschijnt een lijst met eerder opgeslagen favorieten.
Door het selecteren van de gewenste favoriet komt u
direct in het behandelscherm, waar de belangrijkste
parameters van de favoriet worden weergegeven.
Hier kan desgewenst iedere parameter nog worden
aangepast, zie 8.2.6.
(Een programma dat gebruik van de afstandsbediening vereist zal
worden voorafgegaan door het symbooltje van de afstandsbediening)
Favoriet verwijderen
Om een favoriet te verwijderen drukt u eerst op het
prullenbakje en daarna op de favoriet die u wilt
verwijderen.
14
8.2.5 Handmatige bediening
Therapievorm
Na het selecteren van Handmatige bediening in het
hoofdmenu verschijnen de mogelijke therapievormen.
Afhankelijk van de geselecteerde therapievorm, zal u
gevraagd worden om de vereiste parameters in te geven.
Instellen parameters
Gebruik de pijltjestoetsen op het scherm om de
parameter aan te passen.
Gebruik het vinkje in de navigatiebalk om de ingestelde
waarde te bevestigen.
Het scherm voor het instellen van de volgende parameter
zal verschijnen.
U kunt de terugtoets in de navigatiebalk gebruiken om
terug te keren naar de voorgaande parameter.
Instellen met lichaamsgewicht
U hebt de mogelijkheid om lichaamsgewicht en een
percentage in te stellen om de gewenste kracht te
bepalen.
Druk hiervoor onder in het scherm op de toets “instellen
met lichaamsgewicht”
Stel het lichaamsgewicht van de patient in. In het daarop
volgende scherm kunt u het percentage van het
lichaamsgewicht ingeven.
(De gewenste trekkracht zal voor u berekend worden. De absolute
waarde zal worden weergegeven als u in het behandelscherm bent)
Snelheid
De snelheid waarmee de tractie kracht veranderd kan
zeer nauwkeurig worden ingesteld met behulp van de
pijltjes toetsen.
Er kan ook gebruik gemaakt worden van de drie iconen
onderin het scherm: langzaam, medium en snel.
Als alle benodigde parameters zijn ingesteld, komt u
terecht in het behandelscherm.
8.2.6 Behandelscherm
Schermindeling
Rechts in het behandelscherm vindt u in een oogopslag
de belangrijkste ingestelde parameters.
In het midden wordt grafisch de ingestelde behandeling
weergegeven.
Links in het scherm vindt u het symbool van de
ingestelde therapie vorm. In geval van een sequentieel
15
programma vindt u van boven naar de beneden de
volgorde van de geprogrammeerde therapievormen.
Parameters aanpassen
U kunt de parameters aanpassen door op de betreffende
knop rechts op het scherm te drukken en in het volgende
scherm de pijltjestoetsen te gebruiken. Bevestig met het
vinkje in de navigatiebalk.
Om alle parameters van een therapievorm door te lopen,
selecteert u het betreffende symbool aan de linkerzijde.
Opmerking: Niet alle parameters kunnen tijdens behandeling aangepast
worden.
Grafische weergave
De toetsten in het midden van het behandelscherm
geven u de mogelijkheid om de weergave in en uit te
zoomen, of om over de tijd-as te bewegen.
Deze toetsen verschijnen als het scherm een maal in het
midden wordt aangeraakt
(Na een aantal seconden zal de weergave automatisch terugkeren naar
de huidige positie in de behandeling)
Sequentieel programmeren
Door het drukken van de + toets kunt u een volgende
therapievorm toevoegen. Het apparaat zal u vragen de
parameters voor deze volgende therapievorm in te
geven.
Om een deel van een sequentieel programma te
verwijderen selecteert u eerst het prullenbakje in de
navigatiebalk en toetst direct daarna het symbool van de
betreffende therapievorm in de linker kolom.
Start / Pauze / Stop
U start de therapie met de startknop in de navigatiebalk
Om de behandeling te onderbreken, drukt u op de
pauzeknop op de navigatiebalk. Deze zal verschijnen op
de positie van de startknop als de behandeling loopt.
Om de behandeling weer voort te zetten, drukt u op de
startknop.
Om de behandeling te stoppen, drukt u op STOP-knop
op de navigatiebalk. Deze zal verschijnen als de
behandeling loopt.
Opslaan van Favorieten
Zodra een behandelscherm volledig naar wens is
ingesteld, kunnen de instellingen worden opgeslagen als
favoriet.
Zolang de behandeling niet is gestart, is een knop
Opslaan beschikbaar op de navigatiebalk. Om uw
instellingen op te slaan, drukt u op de knop Opslaan.
Ook na het eindigen, stoppen of pauzeren van de
behandeling blijft de behandeling zichtbaar in het scherm.
Deze kan dan nog steeds opgeslagen worden als
favoriet.
16
Uw favoriet een naam geven
Voer met behulp van het toetsenbord de naam in van uw
favoriete instelling.
Druk op om uw favoriete instelling op te slaan onder de
door u opgegeven naam.
Eenmaal opgeslagen, kunnen Favorieten vanuit het menu Favorieten
worden opgehaald.
Programmeren
Een behandeling kan op twee manieren
geprogrammeerd worden.
1. Start met handmatige bediening, en doorloop het
menu tot het behandelscherm wordt weergegeven. Voeg
voor een sequentieel programma meerdere
therapievormen toe.
2. Ga naar favorieten en selecteer een eerder
opgeslagen behandeling als basis voor een nieuw
programma. Vanuit het behandelscherm kunnen alle
parameters nog worden aangepast voordat de
behandeling opgeslagen of gestart wordt.
8.2.7 Systeeminstellingen
Selecteer het icoon voor Systeeminstellingen in de
navigatiebalk van het Home-menu.
In dit scherm kunt u het apparaat instellen op basis van
uw persoonlijke voorkeuren: U kunt verschillende
instellingen wijzigen of aanpassen. Bijvoorbeeld:
Taal: Druk op de taal-knop en selecteer in het volgende
scherm de gewenste taal met behulp van de
pijltjestoetsen. Druk ter bevestiging op het vinkje in de
navigatiebalk.
Helderheid: Hiermee kunt u de intensiteit van de
achtergrondverlichting van het scherm wijzigen.
Druk op de home-knop op de navigatiebalk om terug te gaan naar het
Home-menu.
8.2.8 Het apparaat afsluiten
Beeindig de behandeling en ga terug naar het home menu.
Schakel pas daarna het apparaat uit met de netschakelaar.
17
9 Onderhoud en verhelpen van storingen
9.1 Reinigen en desinfecteren
9.1.1 Reiniging van het apparaat
Als u de unit wilt reinigen zet u deze uit en trekt u de stekker uit het stopcontact. Reinig de unit met een
vochtige doek. Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen. Zo nodig kan een kleine hoeveelheid
huishoudelijk reinigingsmiddel worden gebruikt.
9.1.2 Reiniging van het displaypaneel
Het displaypaneel heeft een anti-reflectie coating en moet daarom voorzichtig worden gereinigd. Gebruik
een zachte en droge katoenen doek of een microvezeldoekje om het paneel te reinigen. Om
vingerafdrukken of vetvlekken te verwijderen gebruikt u een niet-schurend glasreinigingsmiddel. Doe een
kleine hoeveelheid reinigingsmiddel op een zachte katoenen doek en reinig hiermee het paneel
voorzichtig.
LET OP:
Spuit het reinigingsmiddel niet direct op het glaspaneel.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die sterke alkaliën, loog of zuur bevatten of
schoonmaakmiddelen met fluoride of met ammonia.
9.2 Waarschuwingsberichten, foutmeldingen en verhelpen van storingen
9.2.1 Zelftest
Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, zal het eerst een zelftest uitvoeren. Als een fout wordt ontdekt
(zowel tijdens de zelftest als tijdens normaal bedrijf) zal een pop-up venster op het display verschijnen.
Wanneer de fout wordt weergegeven, schakel het apparaat uit en daara weer in. Wanneer de fout zich
nogmaals voordoet, dient u het apparaat uit te schakelen, niet meer te gebruiken en contact op te nemen
met uw leverancier.
9.2.2 Patiënten stopschakelaar
De stopschakelaar moet worden aangesloten op aansluiting [7].
Zonder aangesloten schakelaar kan geen behandeling gestart worden.
De patiënten stopschakelaar dient aan de patiënt te worden gegeven met uitleg van de werking. Overtuig
uzelf ervan dat de patiënten stop gedurende de gehele behandeling door de patiënt kan worden gebruikt.
Wordt de schakelaar tijdens de behandeling ingedrukt, dan wordt de trekkracht met maximale snelheid
terug geregeld naar de minimale waarde van minder dan 15 N. Tegelijkertijd klinkt een zoemer.
9.2.3 Drempelwaarde cervicale tractie
Voor cervicale tractie zijn krachten groter dan 200 Newton niet geschikt. Bij het instellen van de trekkracht
zal dan ook gewaarschuwd worden bij het overschrijden van deze grens. Om veilig gebruik te
waarborgen kan slechts een kracht hoger dan 200 Newton worden geselecteerd, als wordt bevestigd dat
deze kracht niet cervicaal wordt toegepast.
9.3 Technisch onderhoud
De randaarde aansluiting van dit apparaat (via het netsnoer) is belangrijk i.v.m. de
veiligheidsvoorzieningen. Het is derhalve noodzakelijk deze verbinding jaarlijks te laten controleren. Een
algehele jaarlijkse controle wordt aanbevolen. De controle en/of onderhoudsbeurt moet uitgevoerd
worden conform de in de service manual van apparaat beschreven procedure. U kunt dit laten doen door
uw leverancier of andere, door Enraf-Nonius geautoriseerde instantie.
Het is tevens raadzaam een dossier bij te houden van alle uitgevoerde onderhoudsactiviteiten. In
sommige landen is dit zelfs verplicht.
Op verzoek kan een onderhoudshandleiding beschikbaar worden gesteld met daarin: onderdelenlijst,
beschrijvingen, kalibratie-instructies en andere informatie die door het hiervoor gekwalificeerde technisch
personeel van de gebruiker kan worden gebruikt bij het repareren van onderdelen van de apparatuur die
door de fabrikant als repareerbaar zijn aangemerkt.
18
!LET OP:
De elektrische veiligheid van het apparaat is afhankelijk van een elektrische aansluiting die via de
stroomkabel goed is geaard. Het is daarom noodzakelijk om deze aansluiting jaarlijks te laten
controleren.
Het gebruik van andere bedieningsorganen of het uitvoeren van andere procedures dan hierin
aangegeven kan resulteren in gevaarlijke situaties.
!WAARSCHUWING:
Deze unit werkt met hoge spanningen. Probeer niet om de unit te demonteren. Onderhoud en
reparatie mogen alleen worden uitgevoerd door geautoriseerd personeel. Enraf-Nonius is niet
aansprakelijk voor de gevolgen van onderhoud of reparaties uitgevoerd door ongeautoriseerde
personen.
9.4 Einde levensduur
De Eltrac bevat materialen die kunnen worden hergebruikt en/of schadelijk zijn voor het milieu.
Gespecialiseerde bedrijven kunnen de unit demonteren en deze materialen eruit halen. Wanneer u de
unit afvoert, dient u zich te informeren over de plaatselijke regels m.b.t. afvalbeheer.
19
10 Specificaties
10.1 Technische gegevens
Netspanning: 100 – 240 V
Netfrequentie: 50-60 Hz
Maximale opgenomen vermogen: 50 VA
Smeltveiligheden: 2 x T1H250V
Afmetingen: 30 x 34 x 22 cm (b x d x h)
Gewicht: 10 kg
Omgevingscondities voor transport en opslag:
Temperatuur : -10° tot +70° C
Relatieve vochtigheid: 10 tot 90 % (niet condenserend)
Atmosferische druk: 500 tot 1060 hPa
Omgevingscondities voor normaal gebruik:
Temperatuur: 10 tot 40 °C
Relatieve vochtigheid: 10 tot 90 % (niet condenserend)
Atmosferische druk: 500 tot 1060 hPa
Technische wijzigingen voorbehouden
10.2 Normen met betrekking tot veiligheid en prestaties
Medische klasse IIa
Dit product voldoet aan de essentiële eisen van de Europese Richtlijn Medische
hulpmiddelen (93/42/EEG)
I Veiligheidsklasse I (IEC 60601-1)
Het apparaat dient aangesloten te worden aan een randgeaarde wandcontactdoos
Type B
De lekstromen en de veiligheidsaarde van dit apparaat voldoen aan de eisen gesteld in
IEC 60601-1.
10.3 EMC-gegevens
Medische elektrische apparaten zoals de Eltrac471 zijn onderworpen aan speciale voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit (EMC) en moet worden geïnstalleerd en in gebruik
gesteld volgens de EMC aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing en de bijbehorende documenten.
Draagbare en mobiele RF-communicatie-systemen (bijv mobiele telefoons) kunnen interfereren met
medische elektrische apparaten
De Eltrac mag alleen worden gebruikt met het originele netsnoer vermeld op de lijst van de inhoud.
Bediening van het apparaat met een ander netsnoer kan leiden tot hogere emissies of verminderde
immuniteit van het apparaat.
20
Richtlijn en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische interference
De Eltrac 471 is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving zoals hieronder
aangegeven. De klant of gebruiker van de Eltrac 471 moet ervoor zorgen dat het wordt gebruikt
in een dergelijke omgeving.
Interference test Conform Elektromagnetische omgeving-
richtlijn
RF emissie volgens CISPR 11 Groep 1 De Eltrac 471 gebruikt RF-energie
uitsluitend voor zijn interne werking.
De RF-emissie is dus zeer laag en is
het onwaarschijnlijk dat deze
interferentie met naburige
elektronische apparaten veroorzaken.
RF emissie volgens CISPR 11 Klasse B
Harmonische emissie volgens IEC
61000-3-2
Klasse A
Voltage fluctuatie emissie en
flikkering volgens IEC 61000-3-3
Conform
De Eltrac 471 is geschikt voor gebruik
in alle instituties, ook in een
woonomgeving en die rechtstreeks
aangesloten op het openbare net zijn.
Het apparaat mag niet worden gebruikt direct geplaatst naast, of bovenop andere apparaten. Als het
apparaat moet worden gebruikt direct naast of bovenop andere apparaten, moet het apparaat worden
gecontroleerd om ervoor te zorgen dat het zoals beschreven funktioneert
Richtlijn en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
De Eltrac 471 is bedoeld voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De
klant of de gebruiker van de 4-serie dient te verzekeren dat deze wordt gebruikt in een dergelijke
omgeving.
Immuniteitstest IEC 60601
testniveau
Compliantieniveau Elektromagnetische
omgeving
richtlijn
Elektrostatische
ontlading (ESD)
IEC 61000-4-2
6 kV contact
8 kV lucht
6 kV contact
8 kV lucht
Vloeren dienen van hout,
beton of
keramische tegels te zijn
gemaakt. Als vloeren zijn
bedekt met
synthetisch materiaal,
dient de relatieve
vochtigheid
tenminste 30% te zijn.
Elektrische snelle
transiënt/burst
IEC 61000-4-4
2 kV voor stroom
toevoerkabels
1 kV voor
invoer/uitvoer
kabels
1 kV voor stroom
toevoerkabels
niet van toepassing
Netvoedingskwaliteit moet
overeenkomen met die
van een
typische computerruimte.
Zwelling
IEC 61000-4-5
1 kV lijn/lijn
2 kV lijn/aarde
1 kV lijn/lijn
2 kV lijn/aarde
Netvoedingskwaliteit moet
overeenkomen met die
van een
typische computerruimte.
Spanningsdalingen,
korte
onderbrekingen en
spanningsverande-
ringen bij
invoerlijnen
IEC 61000-4-11
<5 %U T
(>95 %daling in U T)
gedurende 0,5 cyclus
40 %U T
(60 %daling in U T)
gedurende 5 cycli
70 % U T
(30 %daling in U T)
gedurende 25 cycli
< 5% UT
(>95 %daling in U T)
gedurende 0,5 cyclus
40% UT
(60 %daling in U T)
gedurende 5 cycli
70% UT
(30 %daling in U T)
gedurende 25 cycli
Netvoedingskwaliteit moet
overeenkomen met die
van een
typische computerruimte.
Als de gebruiker van de
Eltrac 471 gegarandeerd
ononderbroken gebruik
nodig heeft tijdens een
stroomonderbrekingen,
wordt aanbevolen
de Eltrac 471 te voeden
met een
21
<5 % U T
(>95 %daling in U T)
gedurende 5 sec
< 5% UT
(>95 %daling in U T)
Gedurende 5 sec.
ononderbreekbare
voeding of een accu.
Stroomfrequentie
(50/60 Hz)
magnetisch veld
IEC 61000-4-8
3 A/m 3A / m Stroomfrequentie
magnetische velden moet
niveau hebben dat
karakteristiek is voor een
typische lokatie in een
typische computerruimte.
N.B U T is de gelijkspanning van het net voordat het testniveau werd toegepast.
Richtlijn en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit
De Eltrac 471 is bedoeld voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De
klant of de gebruiker van de Eltrac 471 dient te verzekeren dat deze wordt gebruikt in een dergelijke
omgeving.
Immuniteitstest IEC 60601
testniveau
Compliantie
niveau
Elektromagnetische omgeving
richtlijn
Geleide RF
IEC 61000-4-6
Uitgestraalde RF
IEC 61000-4-3
3 Vrms
150 kHz tot 80 MHz
3 V/ m
80 MHz tot 2,5 GHz
3 Vrms
3 V/m
Draagbare en mobiele hoge frequentie
communicatieapparatuur mag niet
dichterbij een onderdeel van de Eltrac
471 (inclusief kabels) worden gebruikt
dan de aanbevolen separatieafstand
berekend uit de vergelijking die van
toepassing is op de frequentie van de
zender.
Aanbevolen separatieafstand
d = 1,17 P
d = 1,17P 80 MHz tot 800 MHz
d = 2,33 P 800 MHz tot 2,5 GHz
waarbij P het maximale nominale
uitgangsvermogen van de zender in
watt (W) is volgens de fabrikant van de
zender en d de aanbevolen
separatieafstand in meters (m).
Veldsterktes van vaste hoge
frequentiezenders, zoals bepaald door
een elektromagnetisch onderzoek ter
plaatse,a dienen minder te zijn dan het
compliantieniveau in elk
frequentiebereik.b Inferentie kan
optreden in de buurt van apparatuur
gemarkeerd met het volgende symbool:
OPMERKING 1 Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het hogere frequentiebereik.
OPMERKING 2 Deze richtlijnen zijn mogelijk niet op alle situaties van toepassing. Elektromagnetische
voortplanting wordt beïnvloed door absorptie en reflectie van constructies, voorwerpen en personen.
A Veldsterktes van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefonie (cellulair/snoerloos) en
mobiele radio's (land), amateurradio, AM en FM radio-uitzending en TV-uitzending kunnen theoretisch
niet nauwkeurig worden voorspeld. Om de elektromagnetische omgeving veroorzaakt door vaste hoge
frequentie zenders te beoordelen, moet een elektromagnetisch onderzoek ter plaatse worden overwogen.
Als de gemeten veldsterkte op de locatie waar de Eltrac 471 wordt gebruikt het betreffende
hoogfrequente compliantieniveau overschrijdt, moet worden gecontroleerd of de Eltrac 471 normaal
werkt. Als een abnormale werking wordt waargenomen, kunnen aanvullende maatregelen nodig zijn,
zoals het in een andere richting zetten of verplaatsen van de Eltrac 471.
B In het frequentiebereik 15 kHz tot 8 MHz dienen de veldsterktes minder dan 3 V / m te zijn.
22
Aanbevolen separatie-afstand tussen draagbare en mobiele hoge- frequentie communicatie-
apparatuur en de Eltrac 471
De Eltrac 471 is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde
hoogfrequente storingen onder controle zijn. De klant of de gebruiker van de Eltrac 471 kan helpen om
elektromagnetische interferentie te voorkomen door een minimumafstand tussen draagbare en mobiele
hoogfrequentie communicatieapparatuur (zenders) en de Eltrac 471 aan te houden (zie hieronder) op
basis van het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Separatieafstand op basis van frequentie van zender
[ m ]
Nomimale
maximale
uitgangsver-
mogen
van zender
[ W ]
150 kHz tot 80 MHz
d = 1,17P
80 MHz tot 800
MHz
d = 1,17P
800 MHz tot 2,5 GHz
d =2,33P
0,01 0.120.120.23
0,1 0.370.370.74
1 1.171.172.33
10 3.703.707.37
100 11.7011.7023.33
Voor zenders met een nominaal maximaal uitgangsvermogen van dat hierboven niet is vermeld, kan de
aanbevolen separatieafstand d in meters (m) worden berekend met de vergelijking die geldt voor de
frequentie van de zender, waarbij P het maximale nominale uitgangsvermogen van de zender in watt
(W) is volgens de fabrikant van de zender.
OPMERKING 1 Bij 80 MHz en 800 MHz geldt de separatieafstand voor het hogere frequentiebereik.
NOTE 2 Deze richtlijnen zijn mogelijk niet op alle situaties van toepassing. Elektromagnetische
voortplanting wordt beïnvloed door absorptie en reflectie van constructies, voorwerpen en personen.
11 Bestelgegevens
www.enraf-nonius.com
Apparaat
1671901 Eltrac 471
Standaard accessoires:
1471800 Patiënten stopschakelaar
1471801 Bevestigingsknoppen, set van 4 st.
1471806 Nylon koord 170 cm met karabijnhaak
1671750 Gebruikershandleiding Eltrac 471
3444290 Netsnoer
Optionele accessoires:
5100614 Manumed Tractie 4-delig (type 926)
5100613 Manumed Tractie 4-delig (type 916)
3450500 Manumed Tractie 2-delig (type 004)
3013014 Flexibank grijs, per been in hoogte instelbaar
3447624 Glissonlis, gepolsterd, compleet met ophangbeugel
1471802 Katrol voor verrijdbaar tractieframe (2 stuks benodigd)
3445022 Tractiegordel heup voor de Manumed Tractie
3445021 Tractiegordel borst voor de Manumed Tractie
3445512 Mobiel tractieframe voor cervicale tractie
1471805 Wandrekbevestiging voor de Eltrac 471
3445038 Tractieframe voor de Manumed Tractie H/L (breedte 430 mm)
3445020 Tractieframe voor de Manumed vaste hoogte (breedte 480 mm)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23

Enraf-Nonius Eltrac 471 Handleiding

Type
Handleiding