39
Gebruiksdoeleinden
Het gereedschap is bedoeld om hout te zagen.
Voeding
Het gereedschap mag uitsluitend worden aangesloten op een
voeding met dezelfde spanning als aangegeven op het typeplaatje
en werkt alleen op enkele-fase wisselstroom. Het gereedschap is
dubbel geïsoleerd volgens de Europese norm en mag derhalve ook
op een niet-geaard stopcontact worden aangesloten.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ENA001-2
WAARSCHUWING: Tijdens het gebruik van elektrische
gereedschappen dienen altijd de basisveiligheidsvoorzorgen,
waaronder de volgende, te worden getroffen om het risico van
brand, elektrische schokken en persoonlijk letsel te
verkleinen. Lees deze hele gebruiksaanwijzing door alvorens
het gereedschap te gebruiken en bewaar deze
gebruiksaanwijzing.
Voor een veilige bediening:
1. Houd uw werkplek schoon.
Op rommelige plaatsen en werkbanken gebeuren vaker
ongelukken.
2. Denk aan de omgeving van uw werkplek.
Stel elektrische gereedschappen niet bloot aan regen. Gebruik
elektrische gereedschappen niet op vochtige of natte plaatsen.
Zorg voor goede verlichting op uw werkplek. Gebruik
elektrische gereedschappen niet op plaatsen waar gevaar voor
brand of explosie bestaat.
3. Beveilig uzelf tegen elektrische schokken.
Voorkom lichamelijk contact met geaarde oppervlakken (bijv.
pijpen, radiatoren, fornuizen en koelkasten).
4. Houd kinderen uit de buurt.
Laat bezoekers het gereedschap of verlengsnoer niet
aanraken.
Alle bezoekers moeten uit de buurt van de werkplek blijven.
5. Berg gereedschap dat niet wordt gebruikt veilig op.
Als gereedschap niet wordt gebruikt, dient dit te worden
opgeborgen op een droge, hoge of afgesloten plaats, buiten
het bereik van kinderen.
6. Forceer het gereedschap niet.
Het gereedschap werkt beter en veiliger op de manier
waarvoor het is ontworpen.
7. Gebruik het juiste gereedschap.
Dwing niet kleine gereedschappen of hulpstukken het werk te
doen van zwaar gereedschap. Gebruik gereedschappen niet
voor doeleinden waarvoor ze niet ontworpen zijn, bijv. gebruik
een cirkelzaag niet om boomtakken of -stammen mee te
zagen.
8. Draag geschikte kleding.
Draag geen losse kleding of sieraden, want deze kunnen
verstrikt raken in bewegende delen. Bij het werken buitenshuis
adviseren wij u rubberen handschoenen en schoenen met anti-
slipzolen te dragen. Draag een haarbedekking om lang haar uit
de weg te houden.
9. Gebruik een veiligheidsbril en gehoorbescherming.
Gebruik altijd een gezichts- of stofmasker als het gebruik stof
veroorzaakt.
10. Sluit een stofafzuigapparaat aan.
Als het elektrisch gereedschap is uitgerust met een aansluiting
voor een stofafzuig- en stofopvangvoorziening, zorgt u ervoor
dat deze zijn aangesloten en correct worden gebruikt.
11. Behandel het netsnoer voorzichtig.
Draag het gereedschap nooit aan het netsnoer en trek nooit
aan het netsnoer om zo de stekker uit het stopcontact te
trekken. Houd het netsnoer uit de buurt van hitte, olie en
scherpe randen.
12. Zet het werkstuk vast.
Gebruik klemmen of een bankschroef om het werkstuk vast te
houden. Dit is veiliger dan met uw hand en zo heeft u beide
handen vrij om het gereedschap vast te houden.
13. Reik niet te ver.
Zorg altijd voor een stevige stand en goede lichaamsbalans.
14. Onderhoud het gereedschap goed.
Houd snij- en zaaggarnituren scherp en schoon om beter en
veiliger te kunnen werken. Volg de instructies voor het smeren
en laden van accessoires. Inspecteer het netsnoer van het
gereedschap regelmatig en indien het beschadigd is, laat u het
repareren door een erkende elektrotechnisch reparateur.
Inspecteer verlengsnoeren regelmatig en vervang ze indien
beschadigd. Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van
olie en vetten.
15. Koppel het gereedschap los.
Koppel het gereedschap los van de stroomvoorziening
wanneer het gereedschap niet in gebruik is, u er onderhoud
aan gaat plegen, en u accessoires verwisselt, zoals snij- en
zaaggarnituren, boortjes en slijpschijven.
16. Verwijder verstelsleutels en -tangen.
Maak er een gewoonte van om te controleren of verstelsleutels
en -tangen van het gereedschap zijn verwijderd voordat u het
inschakelt.
17. Voorkom onbedoeld starten.
Draag een gereedschap waarvan de stekker in het stopcontact
zit niet met uw vinger om de aan/uit-schakelaar. Verzeker u
ervan dat de aan-uitschakelaar in de uit-stand staat voordat u
de stekker in het stopcontact steekt.
18. Gebruik verlengsnoeren voor buitenshuis.
Wanneer het gereedschap buitenshuis wordt gebruikt, mag u
alleen verlengsnoeren gebruiken die bedoeld zijn voor gebruik
buitenshuis.
19. Let goed op.
Kijk waar u mee bezig bent. Gebruik uw gezond verstand.
Gebruik het gereedschap niet wanneer u vermoeid bent.
20. Controleer beschadigde onderdelen.
Zonder het gereedschap verder te gebruiken, moet een
beschermkap of ander onderdeel dat beschadigd is eerst goed
worden onderzocht om te beoordelen of het goed werkt en zijn
beoogde functie kan uitvoeren. Controleer of bewegende delen
goed zijn uitgelijnd en vrij draaien, of onderdelen niet kapot zijn
en stevig gemonteerd zitten, en enige andere situatie die van
invloed kan zijn op de werking van het gereedschap. Een
beschermkap of ander onderdeel dat beschadigd is, dient
vakkundig te worden gerepareerd of vervangen door een
erkend servicecentrum, behalve indien anders aangegeven in
deze gebruiksaanwijzing. Laat een kapotte aan-uitschakelaar
vervangen door een erkende elektrotechnisch reparateur.
Gebruik het gereedschap niet als het niet kan worden in- en
uitgeschakeld met de aan/uit-schakelaar.
21. Waarschuwing.
Het gebruik van enig accessoire of hulpstuk, anders dan die
aanbevolen in deze gebruiksaanwijzing of de catalogus, kan
gevaar voor persoonlijk letsel inhouden.
22. Laat uw gereedschap repareren door een erkende
vakman.
Dit elektrisch gereedschap voldoet aan de betreffende
veiligheidsvereisten. Reparaties mogen alleen worden
uitgevoerd door vakbekwame personen met gebruikmaking
van originele vervangingsonderdelen omdat anders een
aanzienlijk gevaar voor de gebruiker kan ontstaan.