Documenttranscriptie

© 2015 Garmin Ltd. en Daimler AG. Alle rechten voorbehouden. Op deze gebruikershandleiding rust auteursrecht. Deze gebruikershandleiding mag dan ook niet geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin en Daimler AG. Informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Garmin behoudt zich het recht voor de producten te wijzigen of te verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze gebruikershandleiding, zonder de verplichting personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Garmin® en het Garmin-logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. MercedesBenz® is een geregistreerd merk van Daimler AG. Het SDHC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. Inhoudsopgave Aan de slag...................................119 Garantie.................................................119 Kopieerbeveiliging SD-kaart................. 120 De SD-kaart plaatsen........................... 120 Updates................................................ 120 Over de Audio 20-controller.................. 120 Volumeregeling..................................... 120 Satellietsignalen................................... 121 Het hoofdmenu gebruiken.................... 121 Het schermtoetsenbord gebruiken....... 122 Spraakopdrachten activeren................. 127 Tips voor spraakopdrachten................. 127 Een route starten met een spraakopdracht..................................... 127 Spraakopdracht gebruiken tijdens het navigeren van een route....................... 127 Navigatie........................................128 Zoeken op de kaart............................... 128 Een route starten.................................. 129 Een route volgen.................................. 129 Over mijn route..................................... 129 Een omweg maken............................... 130 Locaties zoeken............................122 Punten vermijden op de route.............. 130 Over locaties......................................... 123 Kaartpagina's................................131 Zoekfuncties......................................... 124 De kaart aanpassen............................. 131 Een thuislocatie opslaan....................... 125 De kaartgegevensvelden aanpassen... 131 Zoeken naar recent gevonden locaties.125 Afslagen weergeven............................. 132 Brandstof zoeken.................................. 125 Vorige bestemmingen weergeven........ 133 De GPS-simulator gebruiken................ 125 Verkeersinformatie.......................133 Locaties opslaan................................... 126 Over het verkeerspictogram................. 133 Een MB-servicecentrum zoeken........... 126 Verkeersinformatieproviders................. 133 Spraakopdrachten........................127 Verkeer op uw route............................. 134 118 Verkeersinformatie interpreteren.......... 135 Verkeersabonnementen....................... 135 Het navigatiesysteem aanpassen.....................................135 Systeeminstellingen.............................. 135 Navigatie-instellingen........................... 136 Kaart- en voertuiginstellingen............... 136 Verkeersinstellingen............................. 137 Instellingen voor Mijn gegevens........... 137 Instellingen voor Mijn kaarten............... 138 Instellingen herstellen........................... 138 MAP PILOT gebruikershandleiding Aan de slag  WAARSCHUWING Vermijd de volgende mogelijk gevaarlijke situaties omdat deze kunnen leiden tot een ongeval of aanrijding wat de dood of ernstig letsel tot gevolg kan hebben. Houd SD-kaarten uit de buurt van jonge kinderen. Peuters kunnen een SD-kaart per ongeluk inslikken. Als een SD-kaart per ongeluk wordt ingeslikt, moet u direct een arts raadplegen. Houd rekening met mogelijke gevaren en bedien het voertuig op een veilige manier. Zorg dat u tijdens het rijden niet wordt afgeleid door het navigatiesysteem en blijf u volledig bewust van alle rij-omstandigheden. Kijk tijdens het rijden niet te lang op het navigatiescherm en maak gebruik van gesproken aanwijzingen wanneer dat mogelijk is. Voer tijdens het rijden geen bestemmingen in, wijzig geen instellingen en maak geen gebruik van functies waarvoor u het navigatiesysteem wat langer nodig hebt. Stop op een veilige en toegestane manier voordat u overgaat tot dit soort handelingen. Vergelijk tijdens het navigeren de informatie die wordt weergegeven op het navigatiesysteem met alle beschikbare navigatiebronnen, waaronder verkeersborden, afgesloten wegen, wegomstandigheden, files en stremmingen, weersomstandigheden en andere factoren die de veiligheid tijdens het rijden in gevaar kunnen brengen. MAP PILOT gebruikershandleiding Los uit veiligheidsoverwegingen eventuele onduidelijkheden in de navigatie altijd op voordat u uw reis hervat en houd rekening met verkeersaanwijzingen en wegomstandigheden. Het navigatiesysteem is ontwikkeld om aanwijzingen over te volgen routes te geven. Het toestel is geen vervanging voor aandachtig rijden. Houd altijd rekening met onverwacht gevaar. Volg geen routevoorstellen als deze een onveilige of niet-toegestane manoeuvre inhouden of het voertuig in een onveilige situatie brengen. OPMERKING Wijzig geen inhoud op de SD-kaart. Het uitvoeren van kaartupdates is hierbij een uitzondering. Om veiligheidsreden zijn sommige functies beperkt of helemaal niet beschikbaar als uw voertuig in beweging is. Er wordt een bericht weergegeven als er functies zijn uitgeschakeld. Lees deze handleiding voordat u uw MAP PILOT-navigatiesysteem gebruikt. Garantie Neem contact op met uw geautoriseerde Mercedes-Benz® centrum voor garantie-informatie. 119 Kopieerbeveiliging SD-kaart De SD-kaart kan op slechts één navigatiesysteem worden geïnstalleerd. U kunt de SD-kaart niet op een extra navigatiesysteem installeren. Als u een foutmelding krijgt dat uw kaarten zijn vergrendeld wanneer u de SD-kaart voor het eerst installeert op uw navigatiesysteem, is uw kaart mogelijk beschadigd. Neem contact op met uw Mercedes-Benzdealer. De SD-kaart plaatsen 1 Controleer of de SD-kaart niet is vergrendeld. 2 Plaats de SD-kaart in de SD-kaartsleuf in uw voertuig tot deze vastklikt. 3 Volg de instructies op het scherm. Updates • Kaart- en software-updates zijn beschikbaar bij uw Mercedes-Benzdealer. In een aantal landen zijn de kaart- en software-updates beschikbaar als downloads of SD-kaarten via http://shop.mercedesbenz.com/garmin-map-pilot. • Mogelijk komt u in aanmerking voor een gratis kaartupdate. Bezoek uw dealer voor meer informatie. 120 Over de Audio 20-controller Gebruik de controller in uw voertuig om het navigatiesysteem te bedienen en selecties uit te voeren. Raadpleeg voor de volledige bedieningsinstructies de gebruikershandleiding van uw voertuig. De Audio 20-controller op de kaart gebruiken • U kunt de controller in acht verschillende richtingen bewegen om opties te selecteren of om de kaart te verschuiven. • Druk op de controller om een selectie te maken of het menu te openen. • Draai de controller linksom of rechtsom om een optie te selecteren of om op de kaart in en uit te zoomen. • Wanneer de kaart is geopend, kunt u op de controller drukken om de menusnelkoppelingen te gebruiken. • Beweeg de controller om het hoofdmenuwiel en het kaartfunctiewiel te draaien. Volumeregeling Afstelling van de geluidssterkte van de navigatieberichten is alleen mogelijk tijdens een aankondiging. MAP PILOT gebruikershandleiding Satellietsignalen Nadat u het navigatiesysteem hebt ingeschakeld, gaat het op zoek naar satellietsignalen. Het systeem dient mogelijk vrij zicht op de satellieten te hebben om satellietsignalen te kunnen ontvangen. Ga voor meer informatie over GPS naar www.garmin.com/aboutGPS. Het hoofdmenu gebruiken OPMERKING: Indien nodig, kunt u toegang krijgen tot de functies van hoofdmenu door de kaart te selecteren. Draai het functiewiel van het hoofdmenu voor toegang tot alle opties. GPS-satellietsignalen weergeven ➊ Het menu Satellietinformatie geeft de huidige satellietinformatie weer. Selecteer Instellingen > Systeem > Satellietinformatie. ➋ ➌ ➍ ➎ ➏ ➐ ➑ ➒ ➓ • • • • • Selecteer ➊ om een bestemming te zoeken. Selecteer ➋ om de kaart weer te geven. Selecteer ➌ om een route te stoppen. Selecteer ➍ om de verkeerssituaties weer te geven. Selecteer ➎ om recent gevonden bestemmingen weer te geven. • Selecteer ➏ om naar nuttige punten te zoeken. • Selecteer ➐ om diensten die beschikbaar zijn bij afslagen die u nadert weer te geven. MAP PILOT gebruikershandleiding 121 • Selecteer ➑ om uw koers en huidige locatie weer te geven. • Selecteer ➒ om afslagen weer te geven, via-punten toe te voegen of om te rijden. • Selecteer ➓ om de laatste navigatie-aanwijzing af te spelen. om navigatie-aanwijzingen te onderdrukken. • Selecteer om het menu met extra's en instellingen te • Selecteer openen. om meldingen met betrekking tot de route weer • Selecteer te geven. Het schermtoetsenbord gebruiken Gebruik de controller om letters, tekens, diakritische tekens en andere opties te selecteren bij het invoeren van een zoekopdracht. OPMERKING: Als diakritische tekens beschikbaar zijn, wordt "..." weergegeven onder het teken. U kunt de controller naar rechts duwen om diakritische tekens te selecteren. 122 OPMERKING: Voor sommige talen verschijnt een binnenring met extra tekens. U kunt de controller naar rechts duwen om de binnenring te selecteren. om terug te spatiëren en tekens te wissen. • Selecteer om ingevoerde tekst te accepteren. • Selecteer • Selecteer om de taal van het toetsenbord te wijzigen. om een spatie tussen vermeldingen toe te • Selecteer voegen. • Selecteer 2@ om over te schakelen naar cijfers en tekens. • Selecteer ABC om over te schakelen naar letters. • Selecteer Alt om alle diakritische tekens weer te geven. Locaties zoeken Het systeem biedt een groot aantal methoden voor het opzoeken van locaties. • Op categorie (pagina 123) • Nabij een andere locatie (pagina 123) • Door de naam te spellen (pagina 123) • Op adres (pagina 124) • Met behulp van coördinaten (pagina 124) • Met behulp van recent gevonden locaties (pagina 125) MAP PILOT gebruikershandleiding • Met behulp van opgeslagen locaties (pagina 126) Over locaties Op de gedetailleerde kaarten op uw systeem staan locaties, zoals restaurants, hotels en garages. Met behulp van categorieën kunt u naar bedrijven en attracties in de buurt zoeken. Een locatie zoeken op categorie 1 Selecteer Waarheen? > Nuttige punten. 2 Selecteer een categorie. 3 Selecteer indien nodig een subcategorie. 4 Selecteer een locatie. OPMERKING: Duw de controller naar rechts als u de locatie wilt weergeven op de uitgebreide kaart. MAP PILOT gebruikershandleiding Zoeken door een naam te spellen U kunt zoeken naar specifieke locaties door de naam van de locatie te spellen. 1 Selecteer Waarheen? > Nuttige punten. 2 Selecteer . Voorgestelde locaties verschijnen onder de balk. 3 Voer de locatienaam geheel of gedeeltelijk in. 4 Selecteer een locatie. Het zoekgebied wijzigen Het navigatiesysteem zoekt standaard naar locaties die het dichtst bij uw huidige locatie liggen. U kunt een locatie in de buurt van een andere plaats of locatie zoeken. 1 Selecteer Waarheen? > Nuttige punten > Zoek nabij. 2 Selecteer een optie: • Mijn huidige locatie • Een andere plaats • Recente bestemming • Een favoriete locatie • Mijn huidige route • Mijn bestemming 123 3 Selecteer indien nodig een locatie. Zoekfuncties U kunt naar locaties zoeken met behulp van het schermtoetsenbord of door het adres of de coördinaten van de locatie in te voeren. Een adres zoeken OPMERKING: De volgorde van de stappen is mede afhankelijk van de kaartgegevens die op het navigatiesysteem zijn geladen. 1 Selecteer Waarheen? > Adres. 2 Selecteer indien nodig de plaats, staat, provincie of het land. 3 Voer het huisnummer in en selecteer . 4 Voer de straatnaam in en selecteer . 5 Selecteer Ga!. Een plaats zoeken 1 Selecteer Waarheen? > Plaatsen. 2 Selecteer indien nodig de plaats, staat, provincie of het land. 3 Selecteer Ga!. 124 Een kruispunt zoeken 1 Selecteer Waarheen? > Kruispunten. 2 Selecteer indien nodig de plaats, staat, provincie of het land. 3 Voer de eerste straatnaam in en selecteer . 4 Selecteer indien nodig de straat. 5 Voer de tweede straatnaam in en selecteer . 6 Selecteer indien nodig de straat. 7 Selecteer indien nodig de kruising. Een locatie zoeken met behulp van coördinaten U kunt een locatie zoeken door de lengtegraad en de breedtegraad in te voeren. 1 Selecteer Waarheen? > Coördinaten. 2 Selecteer indien nodig Wijzig indeling en selecteer de gewenste notatie voor de coördinaten van het type kaart dat u gebruikt. 3 Selecteer de coördinaat voor de breedtegraad. 4 Voer de nieuwe coördinaat in en selecteer . 5 Selecteer de coördinaat voor de lengtegraad. 6 Voer de nieuwe coördinaat in en selecteer . 7 Selecteer Geef weer op kaart. MAP PILOT gebruikershandleiding Een thuislocatie opslaan U kunt een thuislocatie instellen voor de locatie waar u het vaakst naartoe terugkeert. 1 Selecteer Waarheen? > Naar huis. 2 Selecteer Gebruik huidige locatie, Voer mijn adres in of Selecteer uit Recent. De locatie wordt opgeslagen als "Thuis". Naar huis navigeren Selecteer Waarheen? > Naar huis. De gegevens van uw thuislocatie bewerken 1 Selecteer Instellingen > Mijn gegevens > Thuislocatie instellen of wijzigen. 2 Selecteer Gebruik huidige locatie, Voer mijn adres in of Selecteer uit Recent. 3 Voer uw wijzigingen in. Zoeken naar recent gevonden locaties De 50 laatst gevonden locaties worden op het navigatiesysteem opgeslagen. 1 Selecteer Waarheen? > Recent gevonden. 2 Selecteer een locatie. De lijst met recent gevonden locaties wissen Selecteer Waarheen? > Recent gevonden > Wis alle recent gevonden locaties > Wis. Brandstof zoeken 1 Selecteer Waarheen? > Nuttige punten > Brandstof. 2 Indien gewenst kunt u het brandstoftype selecteren (niet in alle gebieden beschikbaar). 3 Selecteer een tankstation. De qibla op het kompas weergeven Selecteer Kompas > Instellingen > Toon qibla op kompas. De GPS-simulator gebruiken U kunt de GPS-simulator gebruiken om een gesimuleerde locatie in te stellen of een route te simuleren. 1 Selecteer Instellingen > Systeem. 2 Selecteer GPS-simulator. MAP PILOT gebruikershandleiding 125 3 Selecteer Bekijk kaart in het hoofdmenu. 4 Selecteer een gebied op de kaart. 5 Selecteer Stel locatie in. Locaties opslaan U kunt locaties opslaan zodat u deze snel kunt opzoeken en routes er naartoe kunt plannen. Een locatie opslaan 1 Zoek naar een locatie (pagina 123). 2 Selecteer een locatie in de zoekresultaten. 3 Selecteer Sla op. De locatie wordt opgeslagen in Favorieten. Uw huidige locatie opslaan 1 Selecteer Kompas > Instellingen. 2 Selecteer Huidige locatie opslaan in Favorieten. Een route naar een opgeslagen locatie starten 1 Selecteer Waarheen? > Favorieten. 2 Selecteer een locatie. 3 Selecteer Ga!. 2 Selecteer een locatie. 3 Selecteer Wijzig. 4 Selecteer een optie: • Selecteer Wijzig naam. • Selecteer Wijzig kaartsymbool. 5 Bewerk de informatie. Een opgeslagen locatie verwijderen OPMERKING: Verwijderde locaties kunnen niet worden teruggezet. 1 Selecteer Waarheen? > Favorieten. 2 Selecteer een locatie. 3 Selecteer Wis > Wis. Alle favorieten wissen 1 Selecteer Instellingen > Mijn gegevens > Wis alle favoriete locaties. 2 Selecteer Ja. Een MB-servicecentrum zoeken 1 Selecteer Waarheen? > MB-service. Een opgeslagen locatie bewerken 1 Selecteer Waarheen? > Favorieten. 126 MAP PILOT gebruikershandleiding Tips voor spraakopdrachten 2 Selecteer een servicecentrum. Spraakopdrachten OPMERKING: Spraakopdracht is niet voor alle talen of regio's beschikbaar en is wellicht niet beschikbaar op alle modellen. OPMERKING: Spraakgestuurde navigatie functioneert mogelijk niet naar wens in een rumoerige omgeving. Met de functie Spraakopdracht kunt u het navigatiesysteem bedienen door middel van gesproken opdrachten. Het menu Spraakopdracht biedt gesproken aanwijzingen en een lijst met beschikbare opdrachten. Spraakopdrachten activeren Druk op de activeringsknop voor spraakopdrachten op uw stuurwiel. Het menu Spraakopdracht wordt weergegeven. • Spreek op normale toon in de richting van het systeem. • Verminder het achtergrondgeluid, zoals stemmen, om de nauwkeurigheid van de spraakherkenning te vergroten. • Spreek de opdrachten uit zoals deze op het scherm worden weergegeven. • Reageer indien nodig op de gesproken aanwijzingen van het systeem. Een route starten met een spraakopdracht U kunt hierbij de namen van populaire, bekende locaties uitspreken. 1 Druk op de activeringsknop voor spraakopdrachten op uw stuurwiel. 2 Zeg Zoek nuttig punt. 3 Wacht op de gesproken aanwijzing en zeg de naam van de locatie. 4 Zeg het regelnummer. 5 Zeg Navigeren. Spraakopdracht gebruiken tijdens het navigeren van een route 1 Druk op de activeringsknop voor spraakopdrachten op uw stuurwiel. 2 Selecteer een optie: MAP PILOT gebruikershandleiding 127 • Zeg Omrijden als u wilt afwijken van de route. • Zeg Stop route als u de huidige route wilt stoppen. Navigatie Zoeken op de kaart U kunt op de kaart naar nuttige punten zoeken, uw kaartweergave wijzigen, weer te geven lagen selecteren, locatiegegevens bekijken en meer. 1 Selecteer Bekijk kaart. 2 Druk de controller in een willekeurige richting. De kaart schakelt over naar de bladermodus ➊. OPMERKING: U kunt ook zoeken op kaart als u Waarheen? > Zoek op kaart selecteert. ➊ 3 Druk op de controller. Het kaartfunctiewiel verschijnt. 128 4 Draai het kaartfunctiewiel om een optie te selecteren: • Selecteer Stel locatie in om uw huidige locatie in te stellen. U kunt de controller over de kaart verplaatsen om specifieke locaties te zoeken. OPMERKING: Uw MAP PILOT dient te zijn ingesteld op simulatiemodus en u kunt geen locaties instellen tijdens het navigeren. • Selecteer Lagen om te kiezen welke kaartlagen moeten worden weergegeven op de kaart. U kunt elke combinatie van Verkeer, 3D-gebouwen, 3D-terrein en Nuttige punten selecteren. • Selecteer Rotatiemodus om een gedraaide weergave van de kaart in te schakelen. • Selecteer Weergaveschakelaar om de kaart in 2D, 3D of Noord boven weer te geven. • Selecteer Nuttige punten om te zoeken naar bedrijven en attracties nabij de huidige kaartpositie. MAP PILOT gebruikershandleiding • Selecteer Locatiegegevens om details van uw huidige of geselecteerde locatie weer te geven. Een route starten 1 Zoek naar een locatie (pagina 122). 2 Selecteer een locatie. 3 Selecteer Ga!. De route stoppen Selecteer in het hoofdmenu Een route volgen . De route wordt aangegeven met een magenta lijn. Uw bestemming wordt aangegeven met een geruite vlag. Tijdens uw reis brengt het navigatiesysteem u naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen, pijlen op de kaart, instructies boven aan de kaart en begeleidende informatie op het scherm van het instrumentenpaneel. Als u de route verlaat, berekent het systeem de route opnieuw en krijgt u nieuwe instructies. MAP PILOT gebruikershandleiding Over mijn route Tijdens het navigeren van een route kunt u afslagen bekijken, viapunten toevoegen of omrijden. 1 Selecteer in het hoofdmenu Mijn route tijdens het navigeren van een route. 2 Selecteer een optie: • Selecteer Lijst met afslagen om de afslagen op de route weer te geven. • Selecteer Omrijden als u wilt afwijken van de route. • Selecteer Via-punt toevoegen om nog een punt toe te voegen aan de route. • Selecteer een via-punt voor Sorteren, Wissen of Details weergeven. 129 Een via-punt toevoegen aan uw route 1 Selecteer Mijn Route > Via-punt toevoegen. 2 Zoek de locatie op. 3 Selecteer Voeg toe aan route. 4 Selecteer indien nodig Voorbeeld om de route weer te geven. 5 Indien nodig selecteert u Automatisch rangschikken om de via- 3 Selecteer een optie: 6 Selecteer Ga!. Omwegen verwijderen Selecteer in het hoofdmenu Mijn route > Omrijden > Verwijder punten op de route te rangschikken in de meest logische volgorde. Een omweg maken OPMERKING: Als de huidige route de enige redelijke optie is, kan het voorkomen dat het systeem geen omweg kan berekenen. Tijdens het volgen van een route kunt u via omwegen obstakels vermijden, zoals wegwerkzaamheden. Selecteer Mijn route > Omrijden. Geavanceerde omwegen gebruiken U kunt aangeven dat u wilt omrijden over de opgegeven afstand op de route of bij bepaalde wegen. Zo vermijdt u bijvoorbeeld wegwerkzaamheden, afgesloten wegen of slechte wegen. 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Geavanceerde omwegen. 2 Selecteer in het hoofdmenu Mijn route > Omrijden. 130 • • • • Volgende 0,5 km op route Volgende 2 km op route Volgende 5 km op route Omrijden via weg(en) op de route OPMERKING: Als de huidige route de enige redelijke optie is, kan het voorkomen dat het systeem geen omweg kan berekenen. alle omwegen. Punten vermijden op de route U kunt instellen dat u bepaalde wegkenmerken wilt vermijden, zoals tolwegen of onverharde wegen. 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Te vermijden. 2 Selecteer de wegkenmerken die u wilt vermijden op uw routes. Uw keuzes worden automatisch opgeslagen. Als bepaalde wegkenmerken niet kunnen worden vermeden bij het berekenen van een route, geeft uw systeem een bericht weer zodat u weet welke kenmerken zijn opgenomen in de route. MAP PILOT gebruikershandleiding Kaartpagina's De kaart aanpassen De kaartlagen aanpassen Over afrit met diensten Terwijl u op de snelweg rijdt, kunt u brandstof, eten en drinken, onderdak en toiletten zoeken bij komende afritten van snelwegen. Afrit met diensten zoeken 1 Selecteer Waarheen? > Afrit met diensten. 2 Selecteer een komende afrit. 3 Selecteer een afritdienst. U kunt aanpassen welke informatie op de kaart wordt weergegeven, zoals pictogrammen voor nuttige punten en wegomstandigheden. 1 Selecteer Instellingen > Kaartweergave. 2 Selecteer welke lagen u op de kaart wilt weergeven. Het systeem slaat uw selectie op wanneer u de pagina verlaat. De kaartgegevensvelden aanpassen U kunt het type informatie wijzigen dat wordt weergegeven in de kaartgegevensvelden op de kaart. De algemene kaartgegevensvelden aanpassen 1 Selecteer Instellingen > Kaartweergave > Lay-out kaartgegevensvelden. 2 Selecteer Lay-out kaartgegevensvelden. 3 Selecteer een optie: 4 Selecteer een nuttig punt. 5 Selecteer Ga!. MAP PILOT gebruikershandleiding • Selecteer Minder gegevens om twee kaartgegevensvelden weer te geven. • Selecteer Meer gegevens om vier kaartgegevensvelden weer te geven. 131 4 Selecteer een veld om het weergegeven type gegevens te wijzigen. 5 Selecteer een optie. • Onder Geen route selecteert u Reisrichting, Hoogte, Snelheid, Tijd of Kaartschaal. • Onder Routebepaling selecteert u Aankomsttijd, Afstand, Reisrichting, Hoogte, Snelheid, Tijd, Tijd tot bestemming, Afstand tot volgend via-punt, Aankomst bij volgend viapunt of Kaartschaal. Het kaartperspectief wijzigen 1 Selecteer Instellingen > Kaartweergave > Kaartweergave. 2 Selecteer een optie: • Selecteer Koers boven om de kaart tweedimensionaal weer te geven, met uw reisrichting bovenaan. • Selecteer Noord boven om de kaart tweedimensionaal weer te geven, met het noorden bovenaan. • Selecteer 3D om de kaart driedimensionaal weer te geven, met uw reisrichting bovenaan. 132 Afslagen weergeven Een lijst met afslagen weergeven Als u een route in een auto aflegt, kunt u alle afslagen en manoeuvres voor de volledige route weergeven, inclusief de afstand tussen afslagen. Selecteer Mijn route > Lijst met afslagen. Volgende afslag weergeven Terwijl u een route aflegt, kunt u afslagen die u nadert weergeven. De weergave bevat de afstand tot de afslag of manoeuvre en, indien beschikbaar, de rijbaan waarin u zich moet bevinden. 1 Selecteer Mijn route > Lijst met afslagen. 2 Selecteer een afslag. Knooppunten weergeven Tijdens het navigeren van een route kunt u knooppunten op snelwegen weergeven. Als u een knooppunt op een route nadert, wordt de afbeelding van het knooppunt kort weergegeven (indien beschikbaar). MAP PILOT gebruikershandleiding De huidige locatiegegevens weergeven U kunt de pagina Waar ben ik? gebruiken om informatie over uw huidige locatie weer te geven. Deze functie komt van pas als u uw locatie moet doorgeven aan hulpdiensten. Selecteer Kompas. Vorige bestemmingen weergeven U kunt de vorige locaties die u hebt gevonden weergeven. Selecteer Waarheen? > Recent gevonden. Verkeersinformatie OPMERKING Garmin® en Mercedes-Benz zijn niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de verkeersinformatie. Op sommige plaatsen en in sommige landen is verkeersinformatie mogelijk niet beschikbaar. Uw navigatiesysteem kan verkeersinformatie ontvangen. OPMERKING: De verkeerskaart toont geen berichten als het verkeer normaal doorrijdt. MAP PILOT gebruikershandleiding Over het verkeerspictogram Wanneer een verkeerssituatie wordt gedetecteerd, verschijnt er een verkeerspictogram op de kaart. Het verkeerspictogram verandert van kleur om de ernst van de verkeerssituatie aan te geven. Kleur Ernst Betekenis Geel Matig Het verkeer rijdt maar er zijn opstoppingen. Er is sprake van enige filevorming. OranjeWit Matig Er zijn wegwerkzaamheden. Rood Ernstig Het verkeer staat stil of rijdt langzaam. Er zijn ernstige opstoppingen. RoodZwart Ernstig De weg is afgesloten. Verkeersinformatieproviders Als er een verkeersinformatieservice beschikbaar is, wordt de aanbieder in het hoofdmenu onder het verkeerspictogram weergegeven. Pictogram Betekenis TMC verkeersinformatieservice is beschikbaar 133 Pictogram Betekenis SiriusXM of Live Traffic service is beschikbaar Verkeersinformatieservice is niet beschikbaar Verkeer op uw route Tijdens het berekenen van de route onderzoekt het navigatiesysteem de huidige verkeerssituatie en past het de route automatisch aan om de reisduur zo kort mogelijk te maken. Als er een lange file op uw route is terwijl u aan het navigeren bent, berekent het systeem de route automatisch opnieuw. De verkeersmeldingen veranderen van kleur om de ernst van verkeerssituaties op uw route of op de weg waar u rijdt aan te geven. Het kan zijn dat het systeem een druk traject voorstelt als er geen beter alternatief voorhanden is. De tijd van de vertraging wordt dan meegenomen bij het berekenen van de geschatte aankomsttijd. Selecteer Verkeer > Hoor verkeer verderop. Het systeem leest automatisch alle berichten op uw route voor. Real-time verkeerswaarschuwingen weergeven Tijdens het navigeren van een route kunnen er live verkeerswaarschuwingen worden weergegeven. 1 Selecteer Meldingen. 2 Selecteer een waarschuwing. Verkeerssituaties op uw route vermijden 1 Selecteer tijdens het navigeren van een route Verkeer > Verkeer op route. Er wordt een lijst met verkeerssituaties op uw route weergegeven, gesorteerd op hun locatie op uw route. 2 Selecteer een gebeurtenis. De informatie over de verkeerssituatie wordt weergegeven. 3 Selecteer Verkeersgebeurtenis vermijden om de betreffende verkeerssituatie te vermijden. De verkeerskaart weergeven U kunt op elk moment het verkeer op de kaart bekijken. Selecteer Verkeer > Verkeerskaart. Gesproken verkeersaanwijzingen U kunt luisteren naar verkeersaanwijzingen op uw navigatiesysteem. 134 MAP PILOT gebruikershandleiding Verkeersinformatie interpreteren De legenda voor verkeersinformatie bevat een uitleg van de pictogrammen en kleuren die worden gebruikt op de verkeerskaart. Selecteer Verkeer > Legenda voor verkeer. Verkeersabonnementen OPMERKING: De verkeersinformatieservice is niet in alle gebieden of regio’s beschikbaar. Abonnement activeren U hoeft het abonnement dat bij uw navigatiesysteem werd geleverd niet te activeren. Het abonnement wordt automatisch geactiveerd zodra uw systeem satellietsignalen ontvangt en ook verkeersinformatiesignalen ontvangt van de provider van de betaalservice. Uw abonnement opnieuw activeren OPMERKING: Abonnementen in Europa en Noord-Amerika moeten mogelijk opnieuw worden geactiveerd. Wanneer uw verkeersabonnement verloopt, wordt er een bericht weergegeven in het menu met verkeersinformatie. Neem contact op met uw Mercedes-Benz Center of uw aanbieder van verkeersinformatieservices in Noord-Amerika om het abonnement opnieuw te activeren. MAP PILOT gebruikershandleiding Het navigatiesysteem aanpassen 1 Selecteer Instellingen. 2 Selecteer een instellingscategorie. 3 Selecteer de instelling die u wilt wijzigen. Systeeminstellingen Selecteer Instellingen > Systeem. • Audioreductie: met deze optie kunt u het volume van de audiobron voor entertainment automatisch verlagen tijdens navigatie-aanwijzingen. • Gesproken navigatie-aanwijzingen: selecteer deze optie voor gesproken navigatie-aanwijzingen. • GPS-simulator: wanneer u niet rijdt, kunt u instellen dat het systeem geen GPS-signaal ontvangt en een route simuleren. • Systeeminformatie: met deze optie kunt u het versienummer van de software, de toestel-id en informatie over verschillende andere softwarefuncties weergeven. • Satellietinformatie: met deze optie kunt u de pagina met satellietinformatie weergeven. 135 • Herstel systeeminstellingen: hiermee herstelt u de systeeminstellingen naar de fabrieksinstellingen. Navigatie-instellingen Selecteer Instellingen > Navigatie. • Routevoorkeur: hiermee selecteert u een voorkeur voor het berekenen van routes. • Te vermijden: hiermee stelt u in welke wegonderdelen u op een route wilt vermijden. • Geavanceerde omwegen: hiermee schakelt u geavanceerde omwegen in. • Rijbaanassistent: hiermee activeert u rijbaanaanwijzingen voor afslagen die u nadert. • Herstel navigatie-instellingen: hiermee herstelt u de navigatieinstellingen naar de fabrieksinstellingen. Routevoorkeuren Selecteer Instellingen > Navigatie > Routevoorkeur. De routeberekening is gebaseerd op de snelheidsgegevens van een weg en de versnellingsgegevens van een voertuig voor een bepaalde route. • Snellere tijd: hiermee berekent u routes die sneller worden afgelegd, maar mogelijk langer zijn. • Kortere afstand: hiermee berekent u routes die korter zijn, maar mogelijk langzamer worden afgelegd. 136 • Zuinig rijden: hiermee berekent u routes waarvoor minder brandstof nodig is dan voor andere routes. • Offroad: berekent een rechte lijn van uw huidige locatie naar uw bestemming. • Altijd vragen: wanneer u hierom wordt gevraagd, selecteert u de gewenste route uit de lijst. Kaart- en voertuiginstellingen Selecteer Instellingen > Kaartweergave. • Kaartweergave: hiermee stelt u het perspectief voor de kaart in. • Kaartdetail: hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als er meer details worden weergegeven, wordt de kaart mogelijk langzamer opnieuw getekend. • Kaartthema: hiermee wijzigt u de kleur van de kaartgegevens en weergegeven route. • Lay-out kaartgegevensvelden: hiermee stelt u in welke gegevens op de kaart worden weergegeven. • Kleurmodus: hiermee stelt u de kaartachtergrond in. Dag voor een lichte achtergrond, Nacht voor een donkere achtergrond of Automatisch om te schakelen tussen de dag- en nachtmodus afhankelijk van de dag/nacht-instellingen op de Audio 20 CD. • Voertuigpictogram: hiermee kiest u een ander pictogram voor het aangeven van uw positie op de kaart. MAP PILOT gebruikershandleiding • Snelweginformatie: niet verkrijgbaar in alle regio's en gebieden; alleen beschikbaar voor APAC-producten. Toont komende diensten op de kaart. • Kaartlagen: hiermee past u aan welke gegevens op de kaart worden weergegeven, zoals pictogrammen voor nuttige punten en wegencondities. • Kaartweergave-instellingen herstellen: hiermee herstelt u de kaartinstellingen naar de fabrieksinstellingen. Verkeersinstellingen Selecteer Instellingen > Verkeer en waarschuwingen. • Toon verkeerswaarschuwingen: hiermee geeft u verkeerswaarschuwingen op de kaart weer. • Autozoom: Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik van de kaart. Als u deze functie uitschakelt, moet u handmatig in- en uitzoomen. • Verkeerswaarschuwingen uitspreken: hiermee stelt u het niveau voor verkeerswaarschuwingen in. Selecteer Geen, Basis of Volledig. • Abonnementen: vermeldt de huidige verkeersabonnementen. • Herstel verkeers- en waarschuwingsinstellingen: hiermee herstelt u de verkeers- en waarschuwingsinstellingen naar de fabrieksinstellingen. MAP PILOT gebruikershandleiding Taal- en toetsenbordinstellingen OPMERKING: De taal van de MAP PILOT volgt de teksttaal van de Audio 20 CD en kan niet afzonderlijk worden gewijzigd. Als u de teksttaal van de MAP PILOT wijzigt, blijft de taal van de kaartgegevens, zoals straatnamen en plaatsen, en door de gebruiker ingevoerde gegevens ongewijzigd. Selecteer Instellingen > Taal. • Persoon voor stem: hiermee stelt u de stem voor gesproken aanwijzingen in. Sommige stemmen spreken geen straatnamen of namen van nuttige punten uit. • Taal voor toetsenbord: hiermee stelt u de taal voor het toetsenbord in. • Herstel taalinstellingen: hiermee herstelt u de taalinstellingen naar de fabrieksinstellingen. Instellingen voor Mijn gegevens Selecteer Instellingen > Mijn gegevens. • Thuislocatie instellen of wijzigen: hiermee kunt u uw thuislocatie instellen of wijzigen. • Wis recent gevonden locaties: hiermee verwijdert u alle recent gevonden locaties. • Wis alle favoriete locaties: hiermee verwijdert u alle favorieten. 137 Instellingen voor Mijn kaarten Selecteer Instellingen > Mijn kaarten. Hiermee geeft u de kaarten weer die beschikbaar zijn en gebruikt worden op uw MAP PILOT. Instellingen herstellen OPMERKING: Alleen de navigatie-instellingen van de MAP PILOT worden hersteld. U kunt een categorie instellingen herstellen naar de standaardinstellingen. 1 Selecteer Instellingen. 2 Selecteer indien nodig een instellingencategorie. 3 Selecteer Herstel instellingen. Alle instellingen herstellen U kunt uw MAP PILOT herstellen naar de fabrieksinstellingen. Selecteer Systeem > Alle instellingen herstellen. 138 MAP PILOT gebruikershandleiding