Siemens Wine Cooler Handleiding

Categorie
Wijnkoelers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

de Gebrauchs- und Montageanleitung ............................................... 5
en Operating and installation instructions ........................................ 16
fr Notices d'utilisation et de montage.............................................. 27
it Istruzioni per l'uso ed il montaggio .............................................. 39
nl Gebruiksaanwijzing en installatievoorschrift ................................ 51
Weinlagerschrank
Wine storage compartment
Cave à vin
Frigo vini
Wijnkoelkast
KS..W..
nl Inhoud
Veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen 51..................
Aanwijzingen over de afvoer 52........
Kennismaking met het apparaat 53.....
Bedieningspaneel 54.................
Apparaat opstellen 54................
Let op omgevingstemperatuur en
beluchting 54........................
Apparaat aansluiten 55...............
Inschakelen van het apparaat 55.......
Instellen van de temperatuur 55........
Toetsenblokkering 56.................
Alarmsignaal 56.....................
Verlichting (LED) 56..................
Uitvoering 57........................
Let op de temperatuurzones in de
koelruimte! 57.......................
Flessen inruimen 58..................
Netto‐inhoud 58......................
Praktische tips bij het opslaan
van wijn 58..........................
Drinktemperaturen 59................
Apparaat uitschakelen en buiten
werking stellen 59....................
Schoonmaken van het apparaat 59....
Energie besparen 60.................
Bedrijfsgeluiden 60...................
Kleine storingen zelf verhelpen 61......
Servicedienst 61.....................
nl
51
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen
Voordat u het apparaat
in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en het
installatievoorschrift nauwkeurig door.
U vindt daarin belangrijke informatie
over plaatsing, gebruik en onderhoud
van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en het
montagevoorschrift voor later gebruik
of voor een eventuele latere bezitter.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat een geringe
hoeveelheid van het milieuvriendelijke
maar brandbare koelmiddel R600a. Let
erop dat de leidingen van het koelcircuit
bij het transport of de installatie niet
beschadigd worden. Koelmiddel dat
naar buiten spuit kan vlam vatten of
tot oogletsel leiden.
Bij beschadiging
n Open vuur of andere ontstekings‐
bronnen uit de buurt van het apparaat
houden.
n Ruimte gedurende een paar minuten
goed luchten.
n Apparaat uitschakelen en de stekker
uit het stopcontact trekken.
n Contact opnemen met de
Servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het apparaat
bevat, des te groter moet de ruimte zijn
waarin het apparaat wordt opgesteld.
In een te kleine ruimte kan bij een lek
een ontvlambaar mengsel van gas en
lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet de ruimte
minimaal 1 m
3
groot zijn. De
hoeveelheid koelmiddel in uw apparaat
vindt u op het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat.
Het vervangen van de elektrische kabel
en andere reparaties mogen alleen door
de Servicedienst worden uitgevoerd.
Onvakkundige installatie en reparaties
kunnen groot gevaar opleveren voor
de bezitter.
Bij het gebruik
n Nooit elektrische apparaten in het
apparaat gebruiken
(bijv. verwarmingsapparaten,
elektrische ijsbereider etc.).
Kans op explosie!
n Het apparaat nooit met een stoom‐
reiniger ontdooien of schoonmaken!
De hete stoom kan in de elektrische
onderdelen terechtkomen en
kortsluiting veroorzaken.
Kans op een elektrische schok!
n Gebruik geen puntige of scherpe
voorwerpen om een laag ijs of rijp
te verwijderen.
Hierdoor kunt u de koelleidingen
beschadigen. Koelmiddel dat naar
buiten spuit kan vlam vatten of tot
oogletsel leiden.
n Geen producten met brandbare
drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen
explosieve stoffen in het apparaat
opslaan.
Gevaar voor explosie!
n Plint, uittrekbare manden of laden,
deuren etc. niet als opstapje gebruiken
of om op te leunen.
n Dranken met een hoog
alcoholpercentage altijd goed
afgesloten en staand bewaren.
nl
52
n Om te ontdooien of te reinigen het
apparaat uitschakelen, stekker uit het
stopcontact trekken of de zekering
uitschakelen resp. losdraaien.
Altijd aan de stekker trekken, nooit
aan de aansluitkabel.
n Zorg dat de kunststof delen en de
deurafdichting niet met olie of vet in
aanraking komen. Ze kunnen poreus
worden.
n De be‐ en ontluchtingsopeningen van
het apparaat nooit afdekken.
n Vermijden van risico's voor kinderen en
kwetsbare personen:
Kwetsbaar zijn kinderen/personen met
lichamelijke, geestelijke of zintuigelijk
beperkingen, evenals personen die
onvoldoende kennis hebben over de
veilige bediening van het apparaat.
Zorg ervoor dat kinderen en kwetsbare
personen begrijpen wat de gevaren
zijn.
Een voor de veiligheid
verantwoordelijke persoon moet
toezicht houden op kinderen en
kwetsbare personen bij het apparaat
of hen instrueren.
Alleen kinderen vanaf 8 jaar het
apparaat laten gebruiken.
Bij reiniging en onderhoud toezicht
houden op kinderen.
Laat kinderen nooit met het apparaat
spelen.
Kinderen in het huishouden
n Verpakkingsmateriaal en onderdelen
ervan zijn geen speelgoed voor
kinderen. Verstikkingsgevaar door
opvouwbare kartonnen dozen en folie!
n Het apparaat is geen speelgoed voor
kinderen!
n Bij een apparaat met deurslot: sleutel
buiten het bereik van kinderen
bewaren!
Algemene bepalingen
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor
het bewaren van wijn.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot
op hoogten van maximaal 2.000meter
boven zeeniveau.
Dit apparaat is bedoeld voor
huishoudelijk gebruik door particulieren
en thuisgebruik.
Het apparaat is ontstoord volgens
EU-richtlijn 2004/108/EC.
Het koelcircuit is op dichtheid
gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan de
veiligheidsbepalingen voor elektrische
apparaten (EN 60335/2/24).
Aanwijzingen over de
afvoer
x Afvoeren van de verpakking
van uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat
tegen transportschade. De gebruikte
materialen zijn onschadelijk voor het
milieu en kunnen opnieuw worden
gebruikt. Help daarom mee en zorg
dat de verpakking milieuvriendelijk wordt
afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier of bij de
reinigingsdienst in uw gemeente
informeren hoe u uw oude apparaat
en het verpakkingsmateriaal van het
nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren
voor een milieuvriendelijke verwerking.
nl
53
x Afvoeren vanuwoude
apparaat
Oude apparaten zijngeen waardeloos
afval!
Door eenmilieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen
worden teruggewonnen.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese
richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and
electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de
in de EU geldige terugneming en
verwerking van oude apparaten.
!
Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit hetstopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen ensamen
met destekker verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet
eruit halen omhet kinderen moeilijk
temaken erin teklimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte
apparaat spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel
enindeisolatie gas.
Diezorgvuldig moeten worden
afgevoerd. Met het oog opeen
doelmatige enmilieuvriendelijke afvoer
mogen deleidingen van het koelcircuit
tot het moment vantransport niet
beschadigd worden.
Kennismaking met het
apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen
zijn mogelijk.
Afb. !
1-6 Bedieningspaneel
7 Binnenverlichting
8 Koolstoffilters
9 Glasplaat
10 Flessenrek
11 Thermometer
12 Voorraadvak voor kleine flesjes
13 Deurslot
nl
54
Bedieningspaneel
Afb. !
1 Hoofdschakelaar Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit te
schakelen.
2 Insteltoetsen voor de temperatuur
Met de toetsen Æ en Ç wordt de
gewenste temperatuur ingesteld.
Daarvoor eerst met de selectietoet
sen koelzone onder 4 of koelzoen
boven 5 de in te stellen koelzone se
lecteren.
3 Temperatuurindicatie
De ingestelde temperatuur wordt
aangegeven:
Bovenste temperatuurindicatie:
Indicatie van de temperatuur in de
bovenste koelzone
Onderste temperatuurindicatie:
Indicatie van de temperatuur in de
onderste temperatuurzone
4 Onderste koelzone:
Toets indrukken – op het display
wordt †“£ ƒ aangegeven.
Attentie:
De temperatuur in de koelruimte kan
van +5 °C tot +22 °C worden
ingesteld.
De onderste zone in de koelkast kan
niet warmer worden ingesteld dan
de bovenste zone.
5 Bovenste koelzone:
Toets indrukken – op het display
wordt †“£ ‚ aangegeven.
Attentie:
De temperatuur in de koelruimte kan
van +8 °C tot +22 °C worden
ingesteld.
Het bovenste deel van de kast kan
niet kouder worden ingesteld dan
het onderste deel.
6 Lichtschakelaar
Apparaat opstellen
Geschikt voor het opstellen zijn droge,
ventileerbare vertrekken. Het apparaat
liefst niet direct in de zon of naast een
fornuis, verwarmingsradiator of andere
warmtebron plaatsen. Is plaatsing naast
een warmtebron niet te vermijden, maak
dan gebruik van een isolerende plaat of
neem de volgende minimumafstanden in
acht:
naast elektrische‐ of gasfornuizen 3 cm.
naast een CV‐installatie 30 cm.
Let op omgevings-
temperatuur
en beluchting
De klimaatklasse staat aangegeven
op het typeplaatje. Hiermee wordt
aangegeven bij welke omgevingstem
peratuur het apparaat gebruikt kan wor
den.
klimaatklasse toelaatbare
omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot 32 °C
N +16 °C tot 32 °C
ST +16 °C tot 38 °C
T +16 °C tot 43 °C
nl
55
Beluchting
Afb. "
De lucht aan de achterzijde van het ap
paraat wordt warm. De verwarmde lucht
moet ongehinderd afgevoerd kunnen
worden. Anders moet de koelmachine
meer presteren waardoor het energie
verbruik toeneemt.
Klap daarom de aanwezige wandaf
standhouders aan de achterkant van het
apparaat omhoog om de noodzakelijke
afstand tot de wand te bereiken Afb. #.
De luchtaanvoer‐ en luchtafvoeropenin
gen nooit afdekken of dichtmaken!
Apparaat aansluiten
Na het plaatsen van het apparaat moet
u minimaal een 1 uur wachten voordat
u het apparaat in gebruik neemt. Tijdens
het transport kan het gebeuren dat de
olie van de compressor in het
koelsysteem terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte
van het apparaat schoonmaken
(zie hoofdstuk Schoonmaken).
Het stopcontact moet gemakkelijk
te bereiken zijn. Het apparaat uitsluitend
via een volgens de voorschriften
aangebracht, randgeaard stopcontact
op 220–240 V/50 Hz wisselstroom
aansluiten. Het stopcontact moet zijn
beveiligd met een zekering van 10 A tot
16 A.
Bij apparaten die in niet Europese
landen worden gebruikt op het
typeplaatje controleren of de
aansluitspanning en de stroomsoort
overeenkomen met de waarden van uw
elektriciteitsnet. Het typeplaatje bevindt
zich links onderaan in het apparaat. Een
eventueel noodzakelijke vervanging van
de aansluitkabel mag alleen door een
vakkundig monteur worden uitgevoerd.
! Waarschuwing
Het apparaat mag nooit worden
aangesloten op elektronische
energiebesparende stekkers of op
omvormers die gelijkstroom omzetten in
230 V wisselstroom (bijv. installaties
voor zonneënergie of netwerken voor
schepen).
Inschakelen van het ap
paraat
Hoofdschakelaar afb. !/1 indrukken.
Het apparaat begint te koelen.
Af-fabriek heeft de bovenste koelzone
een basisinstelling van +18 °C en de
onderste koelzone een basisinstelling
van +10 °C.
Instellen van de
temperatuur
De instelwaarden kunnen gewijzigd
worden, zie de beschrijving bij het
bedieningspaneel.
nl
56
Toetsenblokkering
Afb. !
Met de toetsenvergrendeling kan het
apparaat tegen ongewild uitschakelen
en temperatuurwijziging beveiligd
worden.
Toetsenvergrendeling in‐
en uitschakelen
Door gelijktijdig indrukken van de
toetsen Æ en Ç gedurende 3 seconden
wordt de toetsenvergrendeling
ingeschakeld.
Op het display wordt ˜©¥ aangegeven.
Door de toetsen Æ en Ç gedurende
3 seconden tegelijkertijd in te drukken
wordt de toetsenvergrendeling weer
uitgeschakeld.
Op het display wordt ˜©Ÿ aangegeven.
Alarmsignaal
Deuralarm
Als de deur van het apparaat langer
dan 2 minuten openstaat, is het
deuralarmsignaal te horen en wordt op
het display š©§ aangegeven. Door de
deur te sluiten wordt het alarmsignaal
weer uitgeschakeld.
Temperatuuralarm
Als de temperatuur langer dan
60 minuten meer dan 2 °C onder de
ingestelde temperatuur daalt, wordt op
de temperatuurindicatie Lta/actual
temperature (low temperature alarm -
alarm wegens te lage temperatuur)
aangegeven en is er een alarmsignaal
te horen.
Als de temperatuur langer dan
60 minuten meer dan 5 °C boven de
ingestelde temperatuur stijgt, wordt op
de temperatuurindicatie Hta/actual
temperature (high temperature alarm –
alarm wegens te hoge temperatuur)
aangegeven en is er een alarmsignaal
te horen.
Zonder gevaar voor de koelwaren
kunnen het akoestische en optische
signaal inschakelen:
n 90 minuten na ingebruikneming van
het apparaat.
n Bij het inladen van grote hoeveelheden
verse levensmiddelen.
Het alarm wordt automatisch
uitgeschakeld als de ingestelde
temperatuur in de koelkast weer bereikt
is.
Door een willekeurige toets in te
drukken wordt het alarmsignaal
uitgeschakeld.
Attentie!
Zeer lage temperaturen hebben tot
gevolg dat de wijn niet meer kan rijpen.
Verlichting (LED)
Afb. !/7
Het apparaat is voorzien van een
onderhoudsvrije LED verlichting.
Voorzichtig! LED‐verlichting
Laserstraling van de klasse 1M (norm
IEC 60825). Niet met optische
instrumenten direct in de straling kijken.
Gevaar voor oogletsel!
Reparaties aan deze verlichting mogen
alleen door de Servicedienst of een
erkend vakman worden uitgevoerd.
Bij het openen van de deur van de
koelkast schakelt de verlichting in de
koelruimte automatisch in.
nl
57
Permanente verlichting
Afb. !/6
Voor presentatiedoeleinden van de wijn
kunt u de verlichting ook voortdurend
inschakelen: Hiertoe de lichtschakelaar
twee keer indrukken.
Om de permanente verlichting uit te
schakelen: lichtschakelaar opnieuw
indrukken.
Uitvoering
Flessenrekken
De rekken zijn in de hoogte verstelbaar
en kunnen naar wens verplaatst worden.
Voor presentatiedoeleinden kunnen de
flessenrekken schuin worden geplaatst.
Afb. %
Opgelet:
Geldt niet voor de bovenste
flessenrekhouder.
Glasplaat
Voor het bewaren en presenteren van
delicatessen.
De glasplaat kan naar wens verplaatst
worden.
Thermometer
Afb. &
De thermometer kan variabel aan de
aluminium omlijstingen van de plateaus
worden aangebracht.
Activeren van de digitale thermometer
Batterijen aan de achterkant van de
thermometer erin zetten. De temperatuur
wordt in °C aangegeven.
Let op de
temperatuurzones in de
koelruimte!
In uw wijnkoelkast kunnen, afhankelijk
van de zone, verschillende temperaturen
worden ingesteld.
Voor de bovenste zone en de onderste
zone in de koelkast kan steeds de door
u gewenste temperatuur worden inge
steld.
(Zie bedieningspaneel)
Meerzonen‐instelling
voor verschillende
serveertemperaturen
Hiervoor raden wij een instelling aan van
+16 °C in het bovenste gedeelte en van
+6 °C in het onderste gedeelte. Met
deze instelling worden de temperaturen
in de koelkast verdeeld om
verschillende soorten wijn in
onderstaande volgorde van boven naar
beneden te bewaren:
S volle rode wijn
S rosé en lichte rode wijn
S witte wijn
S champagne en mousserende wijn
Wij raden u aan de wijn een paar graden
kouder te serveren dan de gewenste
drinktemperatuur omdat de wijn tijdens
het inschenken in het glas snel ver
warmd wordt.
nl
58
Eenzone‐instelling voor
het langdurig opslaan van
wijnen
Hiervoor raden wij een instelling aan
van +12 °C in het bovenste gedeelte
en van +12 °C in het onderste gedeelte.
Door deze instelling in de bovenste
en onderste zone wordt voor een
gelijkmatige temperatuur in de koelkast
gezorgd.
Flessen inruimen
Attentie bij het inruimen
n Afb. '
Het aantal flessen kan bij een andere
vorm of grootte van de flessen van het
aangegeven aantal afwijken
n Om de goede luchtcirculatie in het
apparaat te behouden mogen
de flessen de achterwand van
de koelruimte niet raken.
Leg daarom de flessen met de hals
naar voren in het apparaat.
Netto‐inhoud
De gegevens over de netto‐inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
Praktische tips bij het
opslaan van wijn
n De flessen wijn altijd uitgepakt,
nooit in kistjes of dozen bewaren.
n Oude flessen altijd zó neerleggen dat
de kurk vochtig blijft. Tussen de wijn
en de kurk mag nooit een luchtruimte
zijn.
n De open flessenrekken zijn uitstekend
geschikt omdat de luchtcirculatie niet
wordt onderbroken, waardoor
de luchtvochtigheid die op de flessen
condenseert, snel weer droogt.
n Alvorens van de wijn te genieten, moet
deze langzaam op temperatuur komen
(chambreren). Zet bijv. rosé ca.
2-5 uur en rode wijn 4-5 uur van
tevoren op tafel. Ze hebben dan de
juiste drinktemperatuur. Witte wijn
moet direct uit de koelkast op tafel
komen. Sekt en champagne kort voor
het uitschenken in de koelkast koelen.
n Let erop dat wijn altijd iets kouder
gekoeld moet worden dan de ideale
schenktemperatuur omdat hij tijdens
het inschenken in het glas onmiddellijk
ca. 1 tot 2 C warmer wordt!
nl
59
Drinktemperaturen
De juiste schenktemperatuur is
doorslaggevend voor de smaak van
dewijn en daarmee voor het drinkgenot.
Wij raden bij het schenken van de wijn
de volgende temperaturen aan:
Soort wijn
Drinktempe
ratuur
Rode Bordeaux 18 °C
Côtes du Rhone,
rood/Barolo
17 °C
Rode Bourgogne/
rode Bordeaux
16 °C
Port 15 °C
Jonge rode
Bourgogne
14 °C
Jonge rode wijn 12 °C
Jonge Beaujolais/
alle witte wijnen met
weinig suikergehalte
11 °C
Oude witte
wijn/Chardonnay
10 °C
Sherry 9 °C
Jonge witte wijn vanaf
Spätlese
8 °C
Witte Loirewijn/
Entre‐deux‐Mers
7 °C
Apparaat uitschakelen
en buiten werking
stellen
Uitschakelen van het apparaat
Afb. !
Hoofdschakelaar 1 indrukken.
Koelmachine wordt uitgeschakeld.
Indicatie Œ brandt permanent.
Buiten werking stellen van het
apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt:
1. Uitschakelen van het apparaat.
2. Stekker uit het stopcontact trekken
of de zekering losdraaien resp.
uitschakelen.
3. Apparaat schoonmaken.
4. Deur van het apparaat open laten
staan.
Schoonmaken van
het apparaat
1. Attentie! Stekker uit het stopcontact
trekken resp. de zekering uitschakelen
of losdraaien!
2. Deurafdichting alleen met schoon
water schoonmaken en grondig
droogwrijven.
3. Het apparaat met lauw water met een
scheutje afwasmiddel schoonmaken.
Het sop mag niet in het
bedieningspaneel terechtkomen.
4. Na het schoonmaken: apparaat weer
aansluiten en inschakelen.
nl
60
Geen schoonmaakmiddelen gebruiken
die schuurmiddelen, zand of zuren resp.
chemische oplosmiddelen bevatten.
Dooiwatergootje en afvoergaatje afb. $
regelmatig schoonmaken, zodat het
dooiwater ongehinderd kan weglopen.
Dooiwatergootje met een staafje of iets
dergelijks schoonmaken.
Het sop mag niet via het afvoergaatje
in de dooiwateropvangschaal
terechtkomen.
Koolstoffilters
Afb. (
Het actief koolstoffilter vervangt en
zuivert de lucht in het apparaat.
n Wij raden u aan het filter jaarlijks
te vervangen.
Reservefilters zijn verkrijgbaar bij
de klantenservice.
Energie besparen
n Het apparaat in een droge, goed te
ventileren ruimte plaatsen! Niet direct
in de zon of in de buurt van een
warmtebron ( bijv.
verwarmingsradiator, fornuis). Gebruik
eventueel een isolatieplaat.
n De deur van het apparaat zo kort
mogelijk openen!
n De achterkant van het apparaat af en
toe met met een stofzuiger of borstel
reinigen om toename van het energie
verbruik te voorkomen.
n Wanneer het apparaat wordt gebruikt
met de "meerdere-zones-instelling” is
het energieverbruik het laagst. Het
aangegeven energieverbruik is geme
ten met deze thermostaatinstelling. Bij
andere thermostaatinstellingen (bijv.
éénzone-instelling”) is het energiever
buik hoger.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Gebrom - de koelmachine loopt.
Geborrel, gebruis of geklok - het
koelmiddel stroomt door de leidingen.
Geklik - de motor wordt in‐
of uitgeschakeld.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een
waterpas stellen. Gebruik hiervoor
de schroefvoetjes of leg iets onder het
apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander
meubel of apparaat
Het apparaat van het meubel of
apparaat ernaast wegschuiven.
De laden of legplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.
nl
61
Kleine storingen zelf verhelpen
Alvorens de Servicedienst in te schakelen:
Ga aan de hand van de volgende punten eerst even na of u de storing zelf kunt
verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv.
over de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de
storing te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van
dat bezoek betalen!
Storing
Eventuele oorzaak Oplossing
De bodem van de
koelruimte is nat.
De
dooiwaterafvoerbuis
afb. $ is verstopt.
Dooiwatergootje en
afvoergaatje schoonmaken
(zie „Apparaat reinigen”)
De koelmachine wordt
steeds vaker en langer
ingeschakeld.
De deur van het
apparaat werd te
vaak geopend.
Deur niet onnodig openen.
De be‐ en
ontluchtingsopening
en zijn afgedekt.
Afdekkingen verwijderen.
Het apparaat koelt niet.
Het apparaat is
uitgeschakeld.
Schakelaar Aan/Uit afb. !/1
indrukken.
Stroomuitval; de
zekering is
uitgeschakeld; de
stekker zit niet goed
in het stopcontact.
Controleer of er stroom is.
Controleer de zekeringen.
Servicedienst
Adres en telefoonnummer van de
Servicedienst in uw omgeving kunt
u vinden in het telefoonboek of in
de meegeleverde brochure met
service‐adressen. Geef a.u.b. aan de
Servicedienst het E‐nummer (E‐Nr.) en
het FD‐nummer (FD‐Nr.) van het
apparaat op.
U vindt deze gegevens op het
typeplaatje. Afb. ).
Door deze nummers aan de
Servicedienst door te geven voorkomt u
onnodig heen en weer rijden van de
monteur en de hieraan verbonden
kosten. En de hieraan verbonden
kosten.
Reparatieopdracht en advies
bij storingen
De contactgegevens van alle landen
vindt u in het bijgaande
klantenservice-overzicht.
NL 088 424 4020
B 070 222 142

Documenttranscriptie

Weinlagerschrank Wine storage compartment Cave à vin Frigo vini Wijnkoelkast KS..W.. de en fr it nl Gebrauchs- und Montageanleitung ............................................... 5 Operating and installation instructions ........................................ 16 Notices d'utilisation et de montage.............................................. 27 Istruzioni per l'uso ed il montaggio .............................................. 39 Gebruiksaanwijzing en installatievoorschrift ................................ 51 nl Inhoud  Veiligheidsbepalingen en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aanwijzingen over de afvoer . . . . . . . . Kennismaking met het apparaat . . . . . Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . Apparaat opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . Let op omgevingstemperatuur en beluchting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Apparaat aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . Inschakelen van het apparaat . . . . . . . Instellen van de temperatuur . . . . . . . . Toetsenblokkering . . . . . . . . . . . . . . . . . Alarmsignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verlichting (LED) . . . . . . . . . . . . . . . . . . Uitvoering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 52 53 54 54 54 55 55 55 56 56 56 57 Let op de temperatuurzones in de koelruimte! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Flessen inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . Netto‐inhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Praktische tips bij het opslaan van wijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Drinktemperaturen . . . . . . . . . . . . . . . . Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Schoonmaken van het apparaat . . . . Energie besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedrijfsgeluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kleine storingen zelf verhelpen . . . . . . Servicedienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57 58 58 58 59 59 59 60 60 61 61 nl Veiligheidsbepalingen en waarschuwingen Voordat u het apparaat in gebruik neemt Lees de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift nauwkeurig door. U vindt daarin belangrijke informatie over plaatsing, gebruik en onderhoud van het apparaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing en het montagevoorschrift voor later gebruik of voor een eventuele latere bezitter. Per 8 g koelmiddel moet de ruimte minimaal 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel in uw apparaat vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat. Het vervangen van de elektrische kabel en andere reparaties mogen alleen door de Servicedienst worden uitgevoerd. Onvakkundige installatie en reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de bezitter. Bij het gebruik n Nooit elektrische apparaten in het apparaat gebruiken (bijv. verwarmingsapparaten, elektrische ijsbereider etc.). Kans op explosie! n Het apparaat nooit met een stoom‐ reiniger ontdooien of schoonmaken! De hete stoom kan in de elektrische onderdelen terechtkomen en kortsluiting veroorzaken. Kans op een elektrische schok! n Gebruik geen puntige of scherpe voorwerpen om een laag ijs of rijp te verwijderen. Hierdoor kunt u de koelleidingen beschadigen. Koelmiddel dat naar buiten spuit kan vlam vatten of tot oogletsel leiden. n Geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen explosieve stoffen in het apparaat opslaan. Gevaar voor explosie! n Plint, uittrekbare manden of laden, deuren etc. niet als opstapje gebruiken of om op te leunen. n Dranken met een hoog alcoholpercentage altijd goed afgesloten en staand bewaren. Technische veiligheid Het apparaat bevat een geringe hoeveelheid van het milieuvriendelijke maar brandbare koelmiddel R600a. Let erop dat de leidingen van het koelcircuit bij het transport of de installatie niet beschadigd worden. Koelmiddel dat naar buiten spuit kan vlam vatten of tot oogletsel leiden. Bij beschadiging n Open vuur of andere ontstekings‐ bronnen uit de buurt van het apparaat houden. n Ruimte gedurende een paar minuten goed luchten. n Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. n Contact opnemen met de Servicedienst. Hoe meer koelmiddel het apparaat bevat, des te groter moet de ruimte zijn waarin het apparaat wordt opgesteld. In een te kleine ruimte kan bij een lek een ontvlambaar mengsel van gas en lucht ontstaan. 51 nl n Om te ontdooien of te reinigen het apparaat uitschakelen, stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen resp. losdraaien. Altijd aan de stekker trekken, nooit aan de aansluitkabel. Algemene bepalingen Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor het bewaren van wijn. Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op hoogten van maximaal 2.000 meter boven zeeniveau. n Zorg dat de kunststof delen en de deurafdichting niet met olie of vet in aanraking komen. Ze kunnen poreus worden. n De be‐ en ontluchtingsopeningen van het apparaat nooit afdekken. Het apparaat is ontstoord volgens EU-richtlijn 2004/108/EC. n Vermijden van risico's voor kinderen en kwetsbare personen: Kwetsbaar zijn kinderen/personen met lichamelijke, geestelijke of zintuigelijk beperkingen, evenals personen die onvoldoende kennis hebben over de veilige bediening van het apparaat. Zorg ervoor dat kinderen en kwetsbare personen begrijpen wat de gevaren zijn. Een voor de veiligheid verantwoordelijke persoon moet toezicht houden op kinderen en kwetsbare personen bij het apparaat of hen instrueren. Alleen kinderen vanaf 8 jaar het apparaat laten gebruiken. Bij reiniging en onderhoud toezicht houden op kinderen. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen. Het koelcircuit is op dichtheid gecontroleerd. Kinderen in het huishouden n Verpakkingsmateriaal en onderdelen ervan zijn geen speelgoed voor kinderen. Verstikkingsgevaar door opvouwbare kartonnen dozen en folie! n Het apparaat is geen speelgoed voor kinderen! n Bij een apparaat met deurslot: sleutel buiten het bereik van kinderen bewaren! 52 Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik door particulieren en thuisgebruik. Dit apparaat voldoet aan de veiligheidsbepalingen voor elektrische apparaten (EN 60335/2/24). Aanwijzingen over de afvoer x Afvoeren van de verpakking van uw nieuwe apparaat De verpakking beschermt uw apparaat tegen transportschade. De gebruikte materialen zijn onschadelijk voor het milieu en kunnen opnieuw worden gebruikt. Help daarom mee en zorg dat de verpakking milieuvriendelijk wordt afgevoerd. U kunt bij uw leverancier of bij de reinigingsdienst in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren voor een milieuvriendelijke verwerking. nl x Afvoeren van uw oude apparaat Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen worden teruggewonnen. Kennismaking met het apparaat De laatste bladzijde met de afbeeldingen uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is op meer dan één type van toepassing. Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. ! Waarschuwing Bij afgedankte apparaten 1. Stekker uit het stopcontact trekken. 2. Aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker verwijderen. Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn mogelijk. Afb. ! 1-6 Bedieningspaneel 7 Binnenverlichting 8 Koolstoffilters 3. Legplateaus en voorraadvakken niet eruit halen om het kinderen moeilijk te maken erin te klimmen! 9 Glasplaat 10 Flessenrek 4. Laat kinderen niet met het afgedankte apparaat spelen. Verstikkingsgevaar! 11 Thermometer 12 Voorraadvak voor kleine flesjes 13 Deurslot Koelapparaten bevatten koelmiddel en in de isolatie gas. Die zorgvuldig moeten worden afgevoerd. Met het oog op een doelmatige en milieuvriendelijke afvoer mogen de leidingen van het koelcircuit tot het moment van transport niet beschadigd worden. 53 nl 6 Lichtschakelaar Bedieningspaneel Afb. ! 1 Hoofdschakelaar Aan/Uit Om het hele apparaat in en uit te schakelen. 2 Insteltoetsen voor de temperatuur Met de toetsen Æ en Ç wordt de gewenste temperatuur ingesteld. Daarvoor eerst met de selectietoet­ sen koelzone onder 4 of koelzoen boven 5 de in te stellen koelzone se­ lecteren. 3 Temperatuurindicatie De ingestelde temperatuur wordt aangegeven: Bovenste temperatuurindicatie: Indicatie van de temperatuur in de bovenste koelzone Onderste temperatuurindicatie: Indicatie van de temperatuur in de onderste temperatuurzone 4 Onderste koelzone: Toets indrukken – op het display wordt †“£ ƒ aangegeven. Attentie: De temperatuur in de koelruimte kan van +5 °C tot +22 °C worden ingesteld. 5 Geschikt voor het opstellen zijn droge, ventileerbare vertrekken. Het apparaat liefst niet direct in de zon of naast een fornuis, verwarmingsradiator of andere warmtebron plaatsen. Is plaatsing naast een warmtebron niet te vermijden, maak dan gebruik van een isolerende plaat of neem de volgende minimumafstanden in acht: naast elektrische‐ of gasfornuizen 3 cm. naast een CV‐installatie 30 cm. Let op omgevingstemperatuur en beluchting De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje. Hiermee wordt aangegeven bij welke omgevingstem­ peratuur het apparaat gebruikt kan wor­ den. klimaatklasse toelaatbare omgevingstemperatuur De onderste zone in de koelkast kan niet warmer worden ingesteld dan de bovenste zone. SN +10 °C tot 32 °C N +16 °C tot 32 °C Bovenste koelzone: Toets indrukken – op het display wordt †“£ ‚ aangegeven. ST +16 °C tot 38 °C T +16 °C tot 43 °C Attentie: De temperatuur in de koelruimte kan van +8 °C tot +22 °C worden ingesteld. Het bovenste deel van de kast kan niet kouder worden ingesteld dan het onderste deel. 54 Apparaat opstellen nl Beluchting Afb. " De lucht aan de achterzijde van het ap­ paraat wordt warm. De verwarmde lucht moet ongehinderd afgevoerd kunnen worden. Anders moet de koelmachine meer presteren waardoor het energie­ verbruik toeneemt. Klap daarom de aanwezige wandaf­ standhouders aan de achterkant van het apparaat omhoog om de noodzakelijke afstand tot de wand te bereiken Afb. #. De luchtaanvoer‐ en luchtafvoeropenin­ gen nooit afdekken of dichtmaken! Apparaat aansluiten Na het plaatsen van het apparaat moet u minimaal een 1 uur wachten voordat u het apparaat in gebruik neemt. Tijdens het transport kan het gebeuren dat de olie van de compressor in het koelsysteem terecht komt. Vóór het eerste gebruik de binnenruimte van het apparaat schoonmaken (zie hoofdstuk Schoonmaken). Het stopcontact moet gemakkelijk te bereiken zijn. Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact op 220–240 V/50 Hz wisselstroom aansluiten. Het stopcontact moet zijn beveiligd met een zekering van 10 A tot 16 A. Bij apparaten die in niet Europese landen worden gebruikt op het typeplaatje controleren of de aansluitspanning en de stroomsoort overeenkomen met de waarden van uw elektriciteitsnet. Het typeplaatje bevindt zich links onderaan in het apparaat. Een eventueel noodzakelijke vervanging van de aansluitkabel mag alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. ! Waarschuwing Het apparaat mag nooit worden aangesloten op elektronische energiebesparende stekkers of op omvormers die gelijkstroom omzetten in 230 V wisselstroom (bijv. installaties voor zonneënergie of netwerken voor schepen). Inschakelen van het ap­ paraat Hoofdschakelaar afb. !/1 indrukken. Het apparaat begint te koelen. Af-fabriek heeft de bovenste koelzone een basisinstelling van +18 °C en de onderste koelzone een basisinstelling van +10 °C. Instellen van de temperatuur De instelwaarden kunnen gewijzigd worden, zie de beschrijving bij het bedieningspaneel. 55 nl Toetsenblokkering Afb. ! Met de toetsenvergrendeling kan het apparaat tegen ongewild uitschakelen en temperatuurwijziging beveiligd worden. Toetsenvergrendeling in‐ en uitschakelen Door gelijktijdig indrukken van de toetsen Æ en Ç gedurende 3 seconden wordt de toetsenvergrendeling ingeschakeld. Op het display wordt ˜©¥ aangegeven. Door de toetsen Æ en Ç gedurende 3 seconden tegelijkertijd in te drukken wordt de toetsenvergrendeling weer uitgeschakeld. Op het display wordt ˜©Ÿ aangegeven. Alarmsignaal Deuralarm Als de deur van het apparaat langer dan 2 minuten openstaat, is het deuralarmsignaal te horen en wordt op het display š©§ aangegeven. Door de deur te sluiten wordt het alarmsignaal weer uitgeschakeld. Temperatuuralarm Als de temperatuur langer dan 60 minuten meer dan 2 °C onder de ingestelde temperatuur daalt, wordt op de temperatuurindicatie Lta/actual temperature (low temperature alarm alarm wegens te lage temperatuur) aangegeven en is er een alarmsignaal te horen. 56 Als de temperatuur langer dan 60 minuten meer dan 5 °C boven de ingestelde temperatuur stijgt, wordt op de temperatuurindicatie Hta/actual temperature (high temperature alarm – alarm wegens te hoge temperatuur) aangegeven en is er een alarmsignaal te horen. Zonder gevaar voor de koelwaren kunnen het akoestische en optische signaal inschakelen: n 90 minuten na ingebruikneming van het apparaat. n Bij het inladen van grote hoeveelheden verse levensmiddelen. Het alarm wordt automatisch uitgeschakeld als de ingestelde temperatuur in de koelkast weer bereikt is. Door een willekeurige toets in te drukken wordt het alarmsignaal uitgeschakeld. Attentie! Zeer lage temperaturen hebben tot gevolg dat de wijn niet meer kan rijpen. Verlichting (LED) Afb. !/7 Het apparaat is voorzien van een onderhoudsvrije LED verlichting. Voorzichtig! LED‐verlichting Laserstraling van de klasse 1M (norm IEC 60825). Niet met optische instrumenten direct in de straling kijken. Gevaar voor oogletsel! Reparaties aan deze verlichting mogen alleen door de Servicedienst of een erkend vakman worden uitgevoerd. Bij het openen van de deur van de koelkast schakelt de verlichting in de koelruimte automatisch in. nl Permanente verlichting Afb. !/6 Voor presentatiedoeleinden van de wijn kunt u de verlichting ook voortdurend inschakelen: Hiertoe de lichtschakelaar twee keer indrukken. Let op de temperatuurzones in de koelruimte! Om de permanente verlichting uit te schakelen: lichtschakelaar opnieuw indrukken. In uw wijnkoelkast kunnen, afhankelijk van de zone, verschillende temperaturen worden ingesteld. Uitvoering Flessenrekken De rekken zijn in de hoogte verstelbaar en kunnen naar wens verplaatst worden. Voor presentatiedoeleinden kunnen de flessenrekken schuin worden geplaatst. Afb. % Opgelet: Geldt niet voor de bovenste flessenrekhouder. Glasplaat Voor het bewaren en presenteren van delicatessen. Voor de bovenste zone en de onderste zone in de koelkast kan steeds de door u gewenste temperatuur worden inge­ steld. (Zie bedieningspaneel) Meerzonen‐instelling voor verschillende serveertemperaturen Hiervoor raden wij een instelling aan van +16 °C in het bovenste gedeelte en van +6 °C in het onderste gedeelte. Met deze instelling worden de temperaturen in de koelkast verdeeld om verschillende soorten wijn in onderstaande volgorde van boven naar beneden te bewaren: S volle rode wijn S rosé en lichte rode wijn De glasplaat kan naar wens verplaatst worden. S witte wijn Thermometer Wij raden u aan de wijn een paar graden kouder te serveren dan de gewenste drinktemperatuur omdat de wijn tijdens het inschenken in het glas snel ver­ warmd wordt. Afb. & De thermometer kan variabel aan de aluminium omlijstingen van de plateaus worden aangebracht. S champagne en mousserende wijn Activeren van de digitale thermometer Batterijen aan de achterkant van de thermometer erin zetten. De temperatuur wordt in °C aangegeven. 57 nl Eenzone‐instelling voor het langdurig opslaan van wijnen Hiervoor raden wij een instelling aan van +12 °C in het bovenste gedeelte en van +12 °C in het onderste gedeelte. Door deze instelling in de bovenste en onderste zone wordt voor een gelijkmatige temperatuur in de koelkast gezorgd. Praktische tips bij het opslaan van wijn n De flessen wijn altijd uitgepakt, nooit in kistjes of dozen bewaren. n Oude flessen altijd zó neerleggen dat de kurk vochtig blijft. Tussen de wijn en de kurk mag nooit een luchtruimte zijn. n De open flessenrekken zijn uitstekend geschikt omdat de luchtcirculatie niet wordt onderbroken, waardoor de luchtvochtigheid die op de flessen condenseert, snel weer droogt. n Alvorens van de wijn te genieten, moet deze langzaam op temperatuur komen (chambreren). Zet bijv. rosé ca. 2-5 uur en rode wijn 4-5 uur van tevoren op tafel. Ze hebben dan de juiste drinktemperatuur. Witte wijn moet direct uit de koelkast op tafel komen. Sekt en champagne kort voor het uitschenken in de koelkast koelen. n Let erop dat wijn altijd iets kouder gekoeld moet worden dan de ideale schenktemperatuur omdat hij tijdens het inschenken in het glas onmiddellijk ca. 1 tot 2 C warmer wordt! Flessen inruimen Attentie bij het inruimen n Afb. ' Het aantal flessen kan bij een andere vorm of grootte van de flessen van het aangegeven aantal afwijken n Om de goede luchtcirculatie in het apparaat te behouden mogen de flessen de achterwand van de koelruimte niet raken. Leg daarom de flessen met de hals naar voren in het apparaat. Netto‐inhoud De gegevens over de netto‐inhoud vindt u op het typeplaatje in uw apparaat. 58 nl Drinktemperaturen De juiste schenktemperatuur is doorslaggevend voor de smaak van dewijn en daarmee voor het drinkgenot. Wij raden bij het schenken van de wijn de volgende temperaturen aan: Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen Uitschakelen van het apparaat Afb. ! Hoofdschakelaar 1 indrukken. Koelmachine wordt uitgeschakeld. Indicatie Œ brandt permanent. Soort wijn Drinktempe­ ratuur Rode Bordeaux 18 °C Côtes du Rhone, rood/Barolo 17 °C Rode Bourgogne/ rode Bordeaux 16 °C 1. Uitschakelen van het apparaat. Port 15 °C Jonge rode Bourgogne 2. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. 14 °C 3. Apparaat schoonmaken. Jonge rode wijn 12 °C 4. Deur van het apparaat open laten staan. Jonge Beaujolais/ alle witte wijnen met weinig suikergehalte 11 °C Oude witte wijn/Chardonnay 10 °C Sherry 9 °C Jonge witte wijn vanaf Spätlese 8 °C Witte Loirewijn/ Entre‐deux‐Mers 7 °C Buiten werking stellen van het apparaat Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt: Schoonmaken van het apparaat 1. Attentie! Stekker uit het stopcontact trekken resp. de zekering uitschakelen of losdraaien! 2. Deurafdichting alleen met schoon water schoonmaken en grondig droogwrijven. 3. Het apparaat met lauw water met een scheutje afwasmiddel schoonmaken. Het sop mag niet in het bedieningspaneel terechtkomen. 4. Na het schoonmaken: apparaat weer aansluiten en inschakelen. 59 nl Geen schoonmaakmiddelen gebruiken die schuurmiddelen, zand of zuren resp. chemische oplosmiddelen bevatten. Dooiwatergootje en afvoergaatje afb. $ regelmatig schoonmaken, zodat het dooiwater ongehinderd kan weglopen. Dooiwatergootje met een staafje of iets dergelijks schoonmaken. Bedrijfsgeluiden Heel normale geluiden Gebrom - de koelmachine loopt. Geborrel, gebruis of geklok - het koelmiddel stroomt door de leidingen. Het sop mag niet via het afvoergaatje in de dooiwateropvangschaal terechtkomen. Geklik - de motor wordt in‐ of uitgeschakeld. Koolstoffilters Voorkomen van geluiden Afb. ( Het apparaat staat niet waterpas Het apparaat met behulp van een waterpas stellen. Gebruik hiervoor de schroefvoetjes of leg iets onder het apparaat. Het actief koolstoffilter vervangt en zuivert de lucht in het apparaat. n Wij raden u aan het filter jaarlijks te vervangen. Reservefilters zijn verkrijgbaar bij de klantenservice. Energie besparen n Het apparaat in een droge, goed te ventileren ruimte plaatsen! Niet direct in de zon of in de buurt van een warmtebron ( bijv. verwarmingsradiator, fornuis). Gebruik eventueel een isolatieplaat. n De deur van het apparaat zo kort mogelijk openen! n De achterkant van het apparaat af en toe met met een stofzuiger of borstel reinigen om toename van het energie­ verbruik te voorkomen. n Wanneer het apparaat wordt gebruikt met de "meerdere-zones-instelling” is het energieverbruik het laagst. Het aangegeven energieverbruik is geme­ ten met deze thermostaatinstelling. Bij andere thermostaatinstellingen (bijv. éénzone-instelling”) is het energiever­ buik hoger. 60 Het apparaat staat tegen een ander meubel of apparaat Het apparaat van het meubel of apparaat ernaast wegschuiven. De laden of legplateaus wiebelen of klemmen Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat. Flessen of serviesgoed raken elkaar De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten. nl Kleine storingen zelf verhelpen Alvorens de Servicedienst in te schakelen: Ga aan de hand van de volgende punten eerst even na of u de storing zelf kunt verhelpen. Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek betalen! Storing Eventuele oorzaak Oplossing De bodem van de koelruimte is nat. De dooiwaterafvoerbuis afb. $ is verstopt. Dooiwatergootje en afvoergaatje schoonmaken (zie „Apparaat reinigen”) De koelmachine wordt steeds vaker en langer ingeschakeld. De deur van het apparaat werd te vaak geopend. Deur niet onnodig openen. De be‐ en ontluchtingsopening en zijn afgedekt. Afdekkingen verwijderen. Het apparaat is uitgeschakeld. Schakelaar Aan/Uit afb. !/1 indrukken. Stroomuitval; de zekering is uitgeschakeld; de stekker zit niet goed in het stopcontact. Controleer of er stroom is. Controleer de zekeringen. Het apparaat koelt niet. Servicedienst Adres en telefoonnummer van de Servicedienst in uw omgeving kunt u vinden in het telefoonboek of in de meegeleverde brochure met service‐adressen. Geef a.u.b. aan de Servicedienst het E‐nummer (E‐Nr.) en het FD‐nummer (FD‐Nr.) van het apparaat op. U vindt deze gegevens op het typeplaatje. Afb. ). Door deze nummers aan de Servicedienst door te geven voorkomt u onnodig heen en weer rijden van de monteur en de hieraan verbonden kosten. En de hieraan verbonden kosten. Reparatieopdracht en advies bij storingen De contactgegevens van alle landen vindt u in het bijgaande klantenservice-overzicht. NL 088 424 4020 B 070 222 142 61
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66

Siemens Wine Cooler Handleiding

Categorie
Wijnkoelers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor