Bosch KSW30V80 Handleiding

Type
Handleiding
de Gebrauchs- und Montageanleitung
en Operating and installation instructions
fr Notices d'utilisation et de montage
it Istruzioni per l'uso ed il montaggio
nl Gebruiksaanwijzing en installatievoorschrift
KTW.. /KSW..
nl Inhoud
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen 49...............
Aanwijzingen over de afvoer 50........
Kennismaking met het apparaat 51.....
Apparaat opstellen 52................
Apparaat horizontaal zetten 52.........
Let op omgevingstemperatuur en
beluchting 52........................
Apparaat aansluiten 53...............
Inschakelen van het apparaat 53.......
Instellen van de temperatuur 53........
Flessen inruimen 54..................
Let op de temperatuurzones in de
koelruimte! 54.......................
Praktische tips bij het opslaan
van wijn 55..........................
Drinktemperaturen 55................
Apparaat uitschakelen en
buiten werking stellen 56..............
Schoonmaken van het apparaat 56....
Actiefkoolfitler 57.....................
Energie besparen 57.................
Bedrijfsgeluiden 57...................
Kleine storingen zelf verhelpen 58......
Servicedienst 59.....................
nl
49
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen
Voordat u het apparaat
in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en het
installatievoorschrift nauwkeurig door.
U vindt daarin belangrijke informatie
over plaatsing, gebruik en onderhoud
van het apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en het
montagevoorschrift voor later gebruik
of voor een eventuele latere bezitter.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat een geringe
hoeveelheid van het milieuvriendelijke
maar brandbare koelmiddel R600a. Let
erop dat de leidingen van het koelcircuit
bij het transport of de installatie niet
beschadigd worden. Koelmiddel dat
naar buiten spuit kan vlam vatten of
tot oogletsel leiden.
Bij beschadiging
n Open vuur of andere ontstekings‐
bronnen uit de buurt van het apparaat
houden.
n Ruimte gedurende een paar minuten
goed luchten.
n Apparaat uitschakelen en de stekker
uit het stopcontact trekken.
n Contact opnemen met de
Servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het apparaat
bevat, des te groter moet de ruimte zijn
waarin het apparaat wordt opgesteld.
In een te kleine ruimte kan bij een lek
een ontvlambaar mengsel van gas en
lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet de ruimte
minimaal 1 m
3
groot zijn. De
hoeveelheid koelmiddel in uw apparaat
vindt u op het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat.
Het vervangen van de elektrische kabel
en andere reparaties mogen alleen door
de Servicedienst worden uitgevoerd.
Onvakkundige installatie en reparaties
kunnen groot gevaar opleveren voor
de bezitter.
Zorg er bij het plaatsen van het apparaat
voor dat de voedingskabel niet wordt
bekneld of beschadigd.
Geen stekkerdozen of draagbare
voedingen achter het apparaat
positioneren.
Bij het gebruik
n Nooit elektrische apparaten in het
apparaat gebruiken
(bijv. verwarmingsapparaten,
elektrische ijsbereider etc.).
Kans op explosie!
n Het apparaat nooit met een stoom‐
reiniger ontdooien of schoonmaken!
De hete stoom kan in de elektrische
onderdelen terechtkomen en
kortsluiting veroorzaken.
Kans op een elektrische schok!
n Gebruik geen puntige of scherpe
voorwerpen om een laag ijs of rijp
te verwijderen.
Hierdoor kunt u de koelleidingen
beschadigen. Koelmiddel dat naar
buiten spuit kan vlam vatten of tot
oogletsel leiden.
n Geen producten met brandbare
drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen
explosieve stoffen in het apparaat
opslaan.
Gevaar voor explosie!
n Plint, uittrekbare manden of laden,
deuren etc. niet als opstapje gebruiken
of om op te leunen.
nl
50
n Dranken met een hoog
alcoholpercentage altijd goed
afgesloten en staand bewaren.
n Om te ontdooien of te reinigen het
apparaat uitschakelen, stekker uit het
stopcontact trekken of de zekering
uitschakelen resp. losdraaien.
Altijd aan de stekker trekken, nooit
aan de aansluitkabel.
n Zorg dat de kunststof delen en de
deurafdichting niet met olie of vet in
aanraking komen. Ze kunnen poreus
worden.
n De be‐ en ontluchtingsopeningen van
het apparaat nooit afdekken.
n Vermijden van risico's voor kinderen en
kwetsbare personen:
Kwetsbaar zijn kinderen/personen met
lichamelijke, geestelijke of zintuigelijk
beperkingen, evenals personen die
onvoldoende kennis hebben over de
veilige bediening van het apparaat.
Zorg ervoor dat kinderen en kwetsbare
personen begrijpen wat de gevaren
zijn.
Een voor de veiligheid
verantwoordelijke persoon moet
toezicht houden op kinderen en
kwetsbare personen bij het apparaat
of hen instrueren.
Alleen kinderen vanaf 8 jaar het
apparaat laten gebruiken.
Bij reiniging en onderhoud toezicht
houden op kinderen.
Laat kinderen nooit met het apparaat
spelen.
Kinderen in het huishouden
n Verpakkingsmateriaal en onderdelen
ervan zijn geen speelgoed voor
kinderen. Verstikkingsgevaar door
opvouwbare kartonnen dozen en folie!
n Het apparaat is geen speelgoed voor
kinderen!
n Bij een apparaat met deurslot: sleutel
buiten het bereik van kinderen
bewaren!
Algemene bepalingen
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor
het bewaren van wijn.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot
op hoogten van maximaal 2.000meter
boven zeeniveau.
Dit apparaat is bedoeld voor
huishoudelijk gebruik door particulieren
en thuisgebruik.
Het apparaat is ontstoord volgens
EU-richtlijn 2004/108/EC.
Het koelcircuit is op dichtheid
gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan de
veiligheidsbepalingen voor elektrische
apparaten (EN 60335/2/24).
Aanwijzingen over de
afvoer
x Afvoeren van de verpakking
van uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat
tegen transportschade. De gebruikte
materialen zijn onschadelijk voor het
milieu en kunnen opnieuw worden
gebruikt. Help daarom mee en zorg
dat de verpakking milieuvriendelijk wordt
afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier of bij de
reinigingsdienst in uw gemeente
informeren hoe u uw oude apparaat
en het verpakkingsmateriaal van het
nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren
voor een milieuvriendelijke verwerking.
nl
51
x Afvoeren vanuwoude
apparaat
Oude apparaten zijngeen waardeloos
afval!
Door eenmilieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen
worden teruggewonnen.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese
richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and
electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de
in de EU geldige terugneming en
verwerking van oude apparaten.
!
Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit hetstopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen ensamen
met destekker verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet
eruit halen omhet kinderen moeilijk
temaken erin teklimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte
apparaat spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel
enindeisolatie gas.
Diezorgvuldig moeten worden
afgevoerd. Met het oog opeen
doelmatige enmilieuvriendelijke afvoer
mogen deleidingen van het koelcircuit
tot het moment vantransport niet
beschadigd worden.
Kennismaking met het
apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen
zijn mogelijk.
Afb. !
* niet bij alle modellen
1 Toets Aan/Uit
2 Binnenverlichting
3 Lichtschakelaar
4 Houten legplateau
5 Dooiwaterafvoergootje
6 Insteltoets temperatuur
7 Indicatie Temperatuurinstelling
8 Actiefkoolfilter
nl
52
Apparaat opstellen
Geschikt voor het opstellen zijn droge,
ventileerbare vertrekken. Het apparaat
liefst niet direct in de zon of naast een
fornuis, verwarmingsradiator of andere
warmtebron plaatsen. Is plaatsing naast
een warmtebron niet te vermijden, maak
dan gebruik van een isolerende plaat of
neem de volgende minimumafstanden in
acht:
Naast elektrische‐ of gasfornuizen 3 cm.
Naast een CV‐installatie 30 cm.
Verwisselen van de deurophanging
Verwisselen van de deurophanging is bij
dit apparaat niet mogelijk.
Apparaat horizontaal
zetten
Afb. "
Het apparaat op de daarvoor bestemde
plaats zetten en stellen.
De voorste schroefvoetjes kunnen
versteld worden.
Let op omgevings‐
temperatuur
en beluchting
De klimaatklasse staat aangegeven
op het typeplaatje. Hiermee wordt
aangegeven bij welke
omgevingstemperatuur het apparaat
gebruikt kan worden.
Klimaatklasse Toelaatbare
omgevingstemperatuur
N +16 °C tot 32 °C
ST +16 °C tot 38 °C
T +16 °C tot 43 °C
!
Attentie
De omgevingstemperatuur mag niet
onder +16 °C dalen.
Anders wordt het in de koelruimte te
koud waardoor gevoelige
levensmiddelen gevaar kunnen lopen.
Beluchting
Afb. #
De verwarmde lucht aan de zijwanden
van het apparaat moet ongehinderd
kunnen wegtrekken. Anders moet de
koelmachine meer presteren waardoor
het energieverbruik toeneemt.
Daarom moet aan de zijkanten van het
apparaat een minimumafstand van 4 cm
tot de wanden en/of keukenmeubelen in
acht worden genomen.
Deze afstand is ook noodzakelijk om
de deur minimaal 90° te kunnen
openen.
nl
53
Apparaat aansluiten
Na het plaatsen van het apparaat moet
u minimaal een 1 uur wachten voordat
u het apparaat in gebruik neemt. Tijdens
het transport kan het gebeuren dat de
olie van de compressor in het
koelsysteem terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte
van het apparaat schoonmaken
(zie hoofdstuk Schoonmaken).
Het stopcontact dient zich dichtbij het
apparaat te bevinden en ook na de
inbouw vrij toegankelijk te zijn.
Het apparaat uitsluitend via een volgens
de voorschriften aangebracht,
randgeaard stopcontact
op 220 - 240 V/50 Hz wisselstroom
aansluiten. Het stopcontact moet zijn
beveiligd met een zekering van 10 A tot
16 A.
Bij apparaten die in niet Europese
landen worden gebruikt op het
typeplaatje controleren of de
aansluitspanning en de stroomsoort
overeenkomen met de waarden van uw
elektriciteitsnet. Het typeplaatje bevindt
zich links onderaan in het apparaat. Een
eventueel noodzakelijke vervanging van
de aansluitkabel mag alleen door een
vakkundig monteur worden uitgevoerd.
! Waarschuwing
Het apparaat mag nooit worden
aangesloten op elektronische
energiebesparende stekkers of op
omvormers die gelijkstroom omzetten in
230 V wisselstroom (bijv. installaties
voor zonneënergie of netwerken voor
schepen).
Inschakelen van het
apparaat
Toets Aan/Uit afb. !/1 indrukken.
Het apparaat begint te koelen.
De binnenverlichting is bij geopende
deur ingeschakeld.
In de fabriek is het apparaat op de
gemiddelde instelling 3 ingesteld.
Aanwijzingen bij het gebruik
Terwijl de koelmachine loopt, vormen
zich dooiwaterdruppels of een laagje rijp
op de achterwand van de koelruimte. Dit
is normaal. U hoeft de
dooiwaterdruppels niet af te wissen of
de rijp af te schrapen. De achterwand
wordt automatisch ontdooid. Het
dooiwater loopt via het afvoergootje
afb. $ naar de koelmachine, waar het
verdampt.
Instellen van de
temperatuur
De temperatuur kan van stand 1 tot 5
worden ingesteld.
Insteltoets Afbeelding !/6 drie
seconden lang ingedrukt houden, tot het
display knippert. Daarna de insteltoets
net zo vaak indrukken tot de gewenste
instelling wordt weergegeven.
De laatste instelling wordt opgeslagen.
Instelling 1 lage koelcapaciteit
Instelling 5 hoogste koelvermogen
Bij een instelling op 3 wordt, afhankelijk
van omgevingstemperatuur en belading,
in de koelruimte een temperatuur van
+8 °C tot +12 °C bereikt.
nl
54
Koelcapaciteit
De temperatuur in de koelruimte kan
door het inladen van grotere
hoeveelheden wijn tijdelijk warmer
worden.
Flessen inruimen
Attentie bij het inruimen:
n Afhankelijk van het model kan op de
flessenrekken een maximum aantal
flessen bewaard worden, zie
inruimvoorbeeld afb. ) en *.
Dit aantal kan bereikt worden als de
flessen met de hals naar voren worden
neergelegd.
n Om de luchtcirculatie in het apparaat
optimaal te houden, mogen de flessen
niet om en om worden neergelegd en
mogen ze de achterwand van de
koelruimte niet raken.
n Het aantal flessen kan bij een andere
vorm of grootte van de flessen van het
aangegeven aantal afwijken.
n Vanwege de machineruimte is het
onderste gedeelte niet bijzonder diep.
Er kunnen dranken in blik of korte
flessen wijn worden opgeslagen.
Voor demonstratiedoeleinden is het
ook mogelijk de flessen wijn staande
op te slaan afb. %.
Netto‐inhoud
De gegevens over de netto‐inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
Let op de
temperatuurzones in de
koelruimte!
Door de luchtcirculatie in het apparaat
ontstaan er zones met verschillende
temperaturen:
De warmste zone is bovenin
De koudste zone is onderin
Dranken inruimen
Verschillende soorten wijn in
onderstaande volgorde van boven naar
beneden bewaren:
n volle rode wijn
n rosé en lichte rode wijn
n witte wijn
n champagne en mousserende wijn
Wij raden u aan de wijn een paar graden
kouder te serveren dan de gewenste
drinktemperatuur omdat de wijn tijdens
het inschenken in het glas snel
verwarmd wordt.
nl
55
Praktische tips bij het
opslaan van wijn
n De flessen wijn altijd uitgepakt, nooit in
kistjes of dozen bewaren.
n Oude flessen altijd zó neerleggen dat
de kurk vochtig blijft. Tussen de wijn
en de kurk mag nooit een luchtruimte
zijn.
n De open flessenrekken zijn uitstekend
geschikt omdat de luchtcirculatie niet
wordt onderbroken, waardoor
de luchtvochtigheid die op de flessen
condenseert, snel weer droogt.
n Alvorens van de wijn te genieten, moet
deze langzaam op temperatuur komen
(chambreren). Zet bijv. rosé ca.
2 - 5 uur en rode wijn 4 - 5 uur van
tevoren op tafel. Ze hebben dan de
juiste drinktemperatuur. Witte wijn
moet direct uit de koelkast op tafel
komen. Sekt en champagne kort voor
het uitschenken in de koelkast koelen.
n Let erop dat wijn altijd iets kouder
gekoeld moet worden dan de ideale
schenktemperatuur omdat hij tijdens
het inschenken in het glas onmiddellijk
ca. 1 tot 2 °C warmer wordt!
Drinktemperaturen
De juiste schenktemperatuur is
doorslaggevend voor de smaak van
dewijn en daarmee voor het drinkgenot.
Wij raden bij het schenken van de wijn
de volgende temperaturen aan:
Soort wijn
Drinktempera‐
tuur
Rode Bordeaux 18 °C
Côtes du Rhone,
rood/Barolo
17 °C
Rode Bourgogne/
rode Bordeaux
16 °C
Port 15 °C
Jonge rode
Bourgogne
14 °C
Jonge rode wijn 12 °C
Jonge Beaujolais/
alle witte wijnen met
weinig suikergehalte
11 °C
Oude witte
wijn/Chardonnay
10 °C
Sherry 9 °C
Jonge witte wijn vanaf
Spätlese
8 °C
Witte Loirewijn/
Entre‐deux‐Mers
7 °C
nl
56
Apparaat uitschakelen
en buiten werking
stellen
Uitschakelen van het apparaat
Toets Aan/Uit afb. !/1 indrukken.
Koelmachine en verlichting worden
uitgeschakeld.
Buiten werking stellen van het
apparaat
Als het apparaat langere tijd niet wordt
gebruikt:
1. Uitschakelen van het apparaat.
2. Stekker uit het stopcontact trekken
of de zekering losdraaien resp.
uitschakelen.
3. Apparaat schoonmaken.
4. Deur van het apparaat open laten
staan.
Schoonmaken van het
apparaat
U gaat als volgt te werk:
1. Stekker uit het stopcontact trekken
of de zekering losdraaien resp.
uitschakelen!
2. Deurafdichting alleen met schoon
water schoonmaken en grondig
droogwrijven.
3. Het apparaat met lauw water met een
scheutje afwasmiddel schoonmaken.
Het water mag niet in de
bedieningselementen en de
verlichting terechtkomen.
4. Na het schoonmaken het apparaat
weer aansluiten en inschakelen.
Attentie
Geen schoonmaakmiddelen gebruiken
die schuurmiddelen, zand of zuren resp.
chemische oplosmiddelen bevatten.
Dooiwatergootje en afvoergaatje afb. $
regelmatig schoonmaken, zodat het
dooiwater ongehinderd kan weglopen.
Dooiwatergootje met een staafje of iets
dergelijks schoonmaken.
Het sop mag niet via het afvoergaatje in
de dooiwateropvangschaal
terechtkomen.
nl
57
Actiefkoolfitler
Afb. &
De actiefkoolfilter zorgt voor
luchtverversing en geurverbetering in
het apparaat.
Wij raden aan de filter jaarlijks te
vervangen.
Reservefilters zijn verkrijgbaar bij de
Servicedienst.
Energie besparen
n Het apparaat in een droge, goed te
ventileren ruimte plaatsen! Niet direct
in de zon of in de buurt van een
warmtebron ( bijv.
verwarmingsradiator, fornuis). Gebruik
eventueel een isolatieplaat.
n De deur van het apparaat zo kort
mogelijk openen!
n Drank eerst laten afkoelen en dan pas
in het apparaat leggen.
n De achterkant van het apparaat af en
toe met met een stofzuiger of borstel
reinigen om toename van het
energieverbruik te voorkomen.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Gebrom - de koelmachine loopt.
Geborrel, gebruis of geklok - het
koelmiddel stroomt door de leidingen.
Geklik - de motor wordt in‐
of uitgeschakeld.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een
waterpas stellen. Gebruik hiervoor
de schroefvoetjes of leg iets onder het
apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander
meubel of apparaat
Het apparaat van het meubel of
apparaat ernaast wegschuiven.
De laden of legplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.
nl
58
Kleine storingen zelf verhelpen
Alvorens de Servicedienst in te schakelen:
Ga aan de hand van de volgende punten eerst even na of u de storing zelf kunt
verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv.
over de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de
storing te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van
dat bezoek betalen!
Storing
Eventuele oorzaak Oplossing
De temperatuur wijkt
erg af van de instelling.
In sommige gevallen is het
voldoende om het apparaat
gedurende 5 minuten uit te
schakelen.
Als de temperatuur te warm is:
na enkele uren controleren of
de temperatuur de
temperatuurinstelling genaderd
is.
Als de temperatuur te koud is:
de volgende dag de
temperatuur nogmaals
controleren.
De verlichting
functioneert niet.
De lamp is defect. Lampje vervangen afb. '/A
1. Stekker uit het stopcontact
trekken resp. zekering
uitschakelen of losdraaien.
2. Lampafdekking van
achteren eraf trekken.
3. Lamp vervangen;
Vervangende lamp
220−240V wisselstroom,
fitting E14, Watt, zie defecte
lamp.
De in het apparaat gebruikte
lampen zijn uitsluitend geschikt
voor huishoudelijke apparaten.
De lampen zijn niet geschikt
voor de verlichting van ruimtes.
De lichtschakelaar
klemt. Afb. '/B.
Controleer of de
lichtschakelaar bewogen kan
worden.
nl
59
Storing
OplossingEventuele oorzaak
De bodem van de
koelruimte is nat.
De
dooiwaterafvoerbuis
afb. $ is verstopt.
Dooiwatergootje en
afvoergaatje schoonmaken (zie
„Schoonmaken van het
apparaat”)
Het is niet koud in het
apparaat.
De deur van het
apparaat werd te
vaak geopend.
Veel flessen in het
apparaat gelegd.
Deur niet onnodig openen.
2 - 3 dagen wachten.
Het apparaat koelt niet.
Het apparaat is
uitgeschakeld.
Toets Aan/Uit afb. !/1
indrukken.
Stroomuitval; de
zekering is
uitgeschakeld; de
stekker zit niet goed
in het stopcontact.
Controleer of er stroom is.
Controleer de zekeringen.
Servicedienst
Adres en telefoonnummer van de
Servicedienst kunt u vinden in het
telefoonboek of in de meegeleverde
brochure met service‐adressen. Geef
a.u.b. aan de Servicedienst het
E‐nummer en het FD‐nummer van het
apparaat op.
U vindt deze gegevens op het
typeplaatje afb. (.
Door deze nummers aan de
Servicedienst door te te geven voorkomt
u onnodig heen en weer rijden van de
monteur en de hieraan verbonden
kosten.
Voor reparatieorders en advies bij
storingen:
NL 088 424 4010
B 070 222 141
In de meegeleverde lijst met
serviceadressen vindt u voor alle landen
de contactgegevens.

Documenttranscriptie

KTW.. /KSW.. de en fr it nl Gebrauchs- und Montageanleitung Operating and installation instructions Notices d'utilisation et de montage Istruzioni per l'uso ed il montaggio Gebruiksaanwijzing en installatievoorschrift nl Inhoud  Veiligheidsbepalingen en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . Aanwijzingen over de afvoer . . . . . . . . Kennismaking met het apparaat . . . . . Apparaat opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . Apparaat horizontaal zetten . . . . . . . . . Let op omgevingstemperatuur en beluchting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Apparaat aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . Inschakelen van het apparaat . . . . . . . Instellen van de temperatuur . . . . . . . . Flessen inruimen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 50 51 52 52 52 53 53 53 54 Let op de temperatuurzones in de koelruimte! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Praktische tips bij het opslaan van wijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Drinktemperaturen . . . . . . . . . . . . . . . . Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen . . . . . . . . . . . . . . Schoonmaken van het apparaat . . . . Actiefkoolfitler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Energie besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedrijfsgeluiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kleine storingen zelf verhelpen . . . . . . Servicedienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 55 55 56 56 57 57 57 58 59 nl Veiligheidsbepalingen en waarschuwingen Voordat u het apparaat in gebruik neemt Lees de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift nauwkeurig door. U vindt daarin belangrijke informatie over plaatsing, gebruik en onderhoud van het apparaat. Bewaar de gebruiksaanwijzing en het montagevoorschrift voor later gebruik of voor een eventuele latere bezitter. Technische veiligheid Het apparaat bevat een geringe hoeveelheid van het milieuvriendelijke maar brandbare koelmiddel R600a. Let erop dat de leidingen van het koelcircuit bij het transport of de installatie niet beschadigd worden. Koelmiddel dat naar buiten spuit kan vlam vatten of tot oogletsel leiden. Bij beschadiging n Open vuur of andere ontstekings‐ bronnen uit de buurt van het apparaat houden. n Ruimte gedurende een paar minuten goed luchten. n Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. n Contact opnemen met de Servicedienst. Hoe meer koelmiddel het apparaat bevat, des te groter moet de ruimte zijn waarin het apparaat wordt opgesteld. In een te kleine ruimte kan bij een lek een ontvlambaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet de ruimte minimaal 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel in uw apparaat vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat. Het vervangen van de elektrische kabel en andere reparaties mogen alleen door de Servicedienst worden uitgevoerd. Onvakkundige installatie en reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de bezitter. Zorg er bij het plaatsen van het apparaat voor dat de voedingskabel niet wordt bekneld of beschadigd. Geen stekkerdozen of draagbare voedingen achter het apparaat positioneren. Bij het gebruik n Nooit elektrische apparaten in het apparaat gebruiken (bijv. verwarmingsapparaten, elektrische ijsbereider etc.). Kans op explosie! n Het apparaat nooit met een stoom‐ reiniger ontdooien of schoonmaken! De hete stoom kan in de elektrische onderdelen terechtkomen en kortsluiting veroorzaken. Kans op een elektrische schok! n Gebruik geen puntige of scherpe voorwerpen om een laag ijs of rijp te verwijderen. Hierdoor kunt u de koelleidingen beschadigen. Koelmiddel dat naar buiten spuit kan vlam vatten of tot oogletsel leiden. n Geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen explosieve stoffen in het apparaat opslaan. Gevaar voor explosie! n Plint, uittrekbare manden of laden, deuren etc. niet als opstapje gebruiken of om op te leunen. 49 nl n n Dranken met een hoog alcoholpercentage altijd goed afgesloten en staand bewaren. Algemene bepalingen Om te ontdooien of te reinigen het apparaat uitschakelen, stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen resp. losdraaien. Altijd aan de stekker trekken, nooit aan de aansluitkabel. Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op hoogten van maximaal 2.000 meter boven zeeniveau. n Zorg dat de kunststof delen en de deurafdichting niet met olie of vet in aanraking komen. Ze kunnen poreus worden. n De be‐ en ontluchtingsopeningen van het apparaat nooit afdekken. n Vermijden van risico's voor kinderen en kwetsbare personen: Kwetsbaar zijn kinderen/personen met lichamelijke, geestelijke of zintuigelijk beperkingen, evenals personen die onvoldoende kennis hebben over de veilige bediening van het apparaat. Zorg ervoor dat kinderen en kwetsbare personen begrijpen wat de gevaren zijn. Een voor de veiligheid verantwoordelijke persoon moet toezicht houden op kinderen en kwetsbare personen bij het apparaat of hen instrueren. Alleen kinderen vanaf 8 jaar het apparaat laten gebruiken. Bij reiniging en onderhoud toezicht houden op kinderen. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen. Kinderen in het huishouden n Verpakkingsmateriaal en onderdelen ervan zijn geen speelgoed voor kinderen. Verstikkingsgevaar door opvouwbare kartonnen dozen en folie! n Het apparaat is geen speelgoed voor kinderen! n Bij een apparaat met deurslot: sleutel buiten het bereik van kinderen bewaren! 50 Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor het bewaren van wijn. Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik door particulieren en thuisgebruik. Het apparaat is ontstoord volgens EU-richtlijn 2004/108/EC. Het koelcircuit is op dichtheid gecontroleerd. Dit apparaat voldoet aan de veiligheidsbepalingen voor elektrische apparaten (EN 60335/2/24). Aanwijzingen over de afvoer x Afvoeren van de verpakking van uw nieuwe apparaat De verpakking beschermt uw apparaat tegen transportschade. De gebruikte materialen zijn onschadelijk voor het milieu en kunnen opnieuw worden gebruikt. Help daarom mee en zorg dat de verpakking milieuvriendelijk wordt afgevoerd. U kunt bij uw leverancier of bij de reinigingsdienst in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren voor een milieuvriendelijke verwerking. nl x Afvoeren van uw oude apparaat Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen worden teruggewonnen. Kennismaking met het apparaat De laatste bladzijde met de afbeeldingen uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is op meer dan één type van toepassing. Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. ! Waarschuwing Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn mogelijk. 1. Stekker uit het stopcontact trekken. Afb. ! * niet bij alle modellen 2. Aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker verwijderen. 1 Toets Aan/Uit 2 Binnenverlichting 3 Lichtschakelaar 4 Houten legplateau 5 Dooiwaterafvoergootje 6 Insteltoets temperatuur 7 Indicatie Temperatuurinstelling 8 Actiefkoolfilter Bij afgedankte apparaten 3. Legplateaus en voorraadvakken niet eruit halen om het kinderen moeilijk te maken erin te klimmen! 4. Laat kinderen niet met het afgedankte apparaat spelen. Verstikkingsgevaar! Koelapparaten bevatten koelmiddel en in de isolatie gas. Die zorgvuldig moeten worden afgevoerd. Met het oog op een doelmatige en milieuvriendelijke afvoer mogen de leidingen van het koelcircuit tot het moment van transport niet beschadigd worden. 51 nl Apparaat opstellen Geschikt voor het opstellen zijn droge, ventileerbare vertrekken. Het apparaat liefst niet direct in de zon of naast een fornuis, verwarmingsradiator of andere warmtebron plaatsen. Is plaatsing naast een warmtebron niet te vermijden, maak dan gebruik van een isolerende plaat of neem de volgende minimumafstanden in acht: Naast elektrische‐ of gasfornuizen 3 cm. Naast een CV‐installatie 30 cm. Verwisselen van de deurophanging Verwisselen van de deurophanging is bij dit apparaat niet mogelijk. Let op omgevings‐ temperatuur en beluchting De klimaatklasse staat aangegeven op het typeplaatje. Hiermee wordt aangegeven bij welke omgevingstemperatuur het apparaat gebruikt kan worden. Klimaatklasse Toelaatbare omgevingstemperatuur N +16 °C tot 32 °C ST +16 °C tot 38 °C T +16 °C tot 43 °C ! Attentie Apparaat horizontaal zetten Afb. " Het apparaat op de daarvoor bestemde plaats zetten en stellen. De voorste schroefvoetjes kunnen versteld worden. De omgevingstemperatuur mag niet onder +16 °C dalen. Anders wordt het in de koelruimte te koud waardoor gevoelige levensmiddelen gevaar kunnen lopen. Beluchting Afb. # De verwarmde lucht aan de zijwanden van het apparaat moet ongehinderd kunnen wegtrekken. Anders moet de koelmachine meer presteren waardoor het energieverbruik toeneemt. Daarom moet aan de zijkanten van het apparaat een minimumafstand van 4 cm tot de wanden en/of keukenmeubelen in acht worden genomen. Deze afstand is ook noodzakelijk om de deur minimaal 90° te kunnen openen. 52 nl Apparaat aansluiten Na het plaatsen van het apparaat moet u minimaal een 1 uur wachten voordat u het apparaat in gebruik neemt. Tijdens het transport kan het gebeuren dat de olie van de compressor in het koelsysteem terecht komt. Vóór het eerste gebruik de binnenruimte van het apparaat schoonmaken (zie hoofdstuk Schoonmaken). Het stopcontact dient zich dichtbij het apparaat te bevinden en ook na de inbouw vrij toegankelijk te zijn. Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact op 220 - 240 V/50 Hz wisselstroom aansluiten. Het stopcontact moet zijn beveiligd met een zekering van 10 A tot 16 A. Bij apparaten die in niet Europese landen worden gebruikt op het typeplaatje controleren of de aansluitspanning en de stroomsoort overeenkomen met de waarden van uw elektriciteitsnet. Het typeplaatje bevindt zich links onderaan in het apparaat. Een eventueel noodzakelijke vervanging van de aansluitkabel mag alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. ! Waarschuwing Het apparaat mag nooit worden aangesloten op elektronische energiebesparende stekkers of op omvormers die gelijkstroom omzetten in 230 V wisselstroom (bijv. installaties voor zonneënergie of netwerken voor schepen). Inschakelen van het apparaat Toets Aan/Uit afb. !/1 indrukken. Het apparaat begint te koelen. De binnenverlichting is bij geopende deur ingeschakeld. In de fabriek is het apparaat op de gemiddelde instelling 3 ingesteld. Aanwijzingen bij het gebruik Terwijl de koelmachine loopt, vormen zich dooiwaterdruppels of een laagje rijp op de achterwand van de koelruimte. Dit is normaal. U hoeft de dooiwaterdruppels niet af te wissen of de rijp af te schrapen. De achterwand wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het afvoergootje afb. $ naar de koelmachine, waar het verdampt. Instellen van de temperatuur De temperatuur kan van stand 1 tot 5 worden ingesteld. Insteltoets Afbeelding !/6 drie seconden lang ingedrukt houden, tot het display knippert. Daarna de insteltoets net zo vaak indrukken tot de gewenste instelling wordt weergegeven. De laatste instelling wordt opgeslagen. Instelling 1 lage koelcapaciteit Instelling 5 hoogste koelvermogen Bij een instelling op 3 wordt, afhankelijk van omgevingstemperatuur en belading, in de koelruimte een temperatuur van +8 °C tot +12 °C bereikt. 53 nl Koelcapaciteit De temperatuur in de koelruimte kan door het inladen van grotere hoeveelheden wijn tijdelijk warmer worden. Let op de temperatuurzones in de koelruimte! Flessen inruimen Door de luchtcirculatie in het apparaat ontstaan er zones met verschillende temperaturen: Attentie bij het inruimen: n n Afhankelijk van het model kan op de flessenrekken een maximum aantal flessen bewaard worden, zie inruimvoorbeeld afb. ) en *. Dit aantal kan bereikt worden als de flessen met de hals naar voren worden neergelegd. Om de luchtcirculatie in het apparaat optimaal te houden, mogen de flessen niet om en om worden neergelegd en mogen ze de achterwand van de koelruimte niet raken. n Het aantal flessen kan bij een andere vorm of grootte van de flessen van het aangegeven aantal afwijken. n Vanwege de machineruimte is het onderste gedeelte niet bijzonder diep. Er kunnen dranken in blik of korte flessen wijn worden opgeslagen. Voor demonstratiedoeleinden is het ook mogelijk de flessen wijn staande op te slaan afb. %. Netto‐inhoud De gegevens over de netto‐inhoud vindt u op het typeplaatje in uw apparaat. 54 De warmste zone is bovenin De koudste zone is onderin Dranken inruimen Verschillende soorten wijn in onderstaande volgorde van boven naar beneden bewaren: n volle rode wijn n rosé en lichte rode wijn n witte wijn n champagne en mousserende wijn Wij raden u aan de wijn een paar graden kouder te serveren dan de gewenste drinktemperatuur omdat de wijn tijdens het inschenken in het glas snel verwarmd wordt. nl Praktische tips bij het opslaan van wijn n De flessen wijn altijd uitgepakt, nooit in kistjes of dozen bewaren. n Oude flessen altijd zó neerleggen dat de kurk vochtig blijft. Tussen de wijn en de kurk mag nooit een luchtruimte zijn. n n n De open flessenrekken zijn uitstekend geschikt omdat de luchtcirculatie niet wordt onderbroken, waardoor de luchtvochtigheid die op de flessen condenseert, snel weer droogt. Alvorens van de wijn te genieten, moet deze langzaam op temperatuur komen (chambreren). Zet bijv. rosé ca. 2 - 5 uur en rode wijn 4 - 5 uur van tevoren op tafel. Ze hebben dan de juiste drinktemperatuur. Witte wijn moet direct uit de koelkast op tafel komen. Sekt en champagne kort voor het uitschenken in de koelkast koelen. Let erop dat wijn altijd iets kouder gekoeld moet worden dan de ideale schenktemperatuur omdat hij tijdens het inschenken in het glas onmiddellijk ca. 1 tot 2 °C warmer wordt! Drinktemperaturen De juiste schenktemperatuur is doorslaggevend voor de smaak van dewijn en daarmee voor het drinkgenot. Wij raden bij het schenken van de wijn de volgende temperaturen aan: Soort wijn Drinktempera‐ tuur Rode Bordeaux 18 °C Côtes du Rhone, rood/Barolo 17 °C Rode Bourgogne/ rode Bordeaux 16 °C Port 15 °C Jonge rode Bourgogne 14 °C Jonge rode wijn 12 °C Jonge Beaujolais/ alle witte wijnen met weinig suikergehalte 11 °C Oude witte wijn/Chardonnay 10 °C Sherry 9 °C Jonge witte wijn vanaf Spätlese 8 °C Witte Loirewijn/ Entre‐deux‐Mers 7 °C 55 nl Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen Schoonmaken van het apparaat Uitschakelen van het apparaat 1. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen! Toets Aan/Uit afb. !/1 indrukken. Koelmachine en verlichting worden uitgeschakeld. Buiten werking stellen van het apparaat Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt: 1. Uitschakelen van het apparaat. 2. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. 3. Apparaat schoonmaken. 4. Deur van het apparaat open laten staan. U gaat als volgt te werk: 2. Deurafdichting alleen met schoon water schoonmaken en grondig droogwrijven. 3. Het apparaat met lauw water met een scheutje afwasmiddel schoonmaken. Het water mag niet in de bedieningselementen en de verlichting terechtkomen. 4. Na het schoonmaken het apparaat weer aansluiten en inschakelen. Attentie Geen schoonmaakmiddelen gebruiken die schuurmiddelen, zand of zuren resp. chemische oplosmiddelen bevatten. Dooiwatergootje en afvoergaatje afb. $ regelmatig schoonmaken, zodat het dooiwater ongehinderd kan weglopen. Dooiwatergootje met een staafje of iets dergelijks schoonmaken. Het sop mag niet via het afvoergaatje in de dooiwateropvangschaal terechtkomen. 56 nl Actiefkoolfitler Bedrijfsgeluiden Afb. & De actiefkoolfilter zorgt voor luchtverversing en geurverbetering in het apparaat. Heel normale geluiden Wij raden aan de filter jaarlijks te vervangen. Reservefilters zijn verkrijgbaar bij de Servicedienst. Energie besparen n Het apparaat in een droge, goed te ventileren ruimte plaatsen! Niet direct in de zon of in de buurt van een warmtebron ( bijv. verwarmingsradiator, fornuis). Gebruik eventueel een isolatieplaat. n De deur van het apparaat zo kort mogelijk openen! n Drank eerst laten afkoelen en dan pas in het apparaat leggen. n De achterkant van het apparaat af en toe met met een stofzuiger of borstel reinigen om toename van het energieverbruik te voorkomen. Gebrom - de koelmachine loopt. Geborrel, gebruis of geklok - het koelmiddel stroomt door de leidingen. Geklik - de motor wordt in‐ of uitgeschakeld. Voorkomen van geluiden Het apparaat staat niet waterpas Het apparaat met behulp van een waterpas stellen. Gebruik hiervoor de schroefvoetjes of leg iets onder het apparaat. Het apparaat staat tegen een ander meubel of apparaat Het apparaat van het meubel of apparaat ernaast wegschuiven. De laden of legplateaus wiebelen of klemmen Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat. Flessen of serviesgoed raken elkaar De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten. 57 nl Kleine storingen zelf verhelpen Alvorens de Servicedienst in te schakelen: Ga aan de hand van de volgende punten eerst even na of u de storing zelf kunt verhelpen. Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek betalen! Storing Eventuele oorzaak In sommige gevallen is het voldoende om het apparaat gedurende 5 minuten uit te schakelen. Als de temperatuur te warm is: na enkele uren controleren of de temperatuur de temperatuurinstelling genaderd is. Als de temperatuur te koud is: de volgende dag de temperatuur nogmaals controleren. De temperatuur wijkt erg af van de instelling. De verlichting functioneert niet. Oplossing De lamp is defect. Lampje vervangen afb. '/A 1. Stekker uit het stopcontact trekken resp. zekering uitschakelen of losdraaien. 2. Lampafdekking van achteren eraf trekken. 3. Lamp vervangen; Vervangende lamp 220−240V wisselstroom, fitting E14, Watt, zie defecte lamp. De in het apparaat gebruikte lampen zijn uitsluitend geschikt voor huishoudelijke apparaten. De lampen zijn niet geschikt voor de verlichting van ruimtes. De lichtschakelaar klemt. Afb. '/B. 58 Controleer of de lichtschakelaar bewogen kan worden. nl Storing Eventuele oorzaak Oplossing De bodem van de koelruimte is nat. De dooiwaterafvoerbuis afb. $ is verstopt. Dooiwatergootje en afvoergaatje schoonmaken (zie „Schoonmaken van het apparaat”) Het is niet koud in het apparaat. De deur van het apparaat werd te vaak geopend. Deur niet onnodig openen. 2 - 3 dagen wachten. Veel flessen in het apparaat gelegd. Het apparaat koelt niet. Het apparaat is uitgeschakeld. Toets Aan/Uit afb. !/1 indrukken. Stroomuitval; de zekering is uitgeschakeld; de stekker zit niet goed in het stopcontact. Controleer of er stroom is. Controleer de zekeringen. Servicedienst Adres en telefoonnummer van de Servicedienst kunt u vinden in het telefoonboek of in de meegeleverde brochure met service‐adressen. Geef a.u.b. aan de Servicedienst het E‐nummer en het FD‐nummer van het apparaat op. Voor reparatieorders en advies bij storingen: NL 088 424 4010 B 070 222 141 In de meegeleverde lijst met serviceadressen vindt u voor alle landen de contactgegevens. U vindt deze gegevens op het typeplaatje afb. (. Door deze nummers aan de Servicedienst door te te geven voorkomt u onnodig heen en weer rijden van de monteur en de hieraan verbonden kosten. 59
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Bosch KSW30V80 Handleiding

Type
Handleiding