16
Raadpleeg ook de tekeningen uit de eerste bladzijden met de
alfabetische verwijzingen uit de toelichtende tekst.
Zich strikt aan de aanwijzingen uit deze tekst houden.
Iedere aansprakelijkheid voor eventuele schade of brand aan
het apparaat veroorzaakt door het niet in acht nemen van de
aanwijzingen in deze handleiding weergegeven wordt
afgewezen.
Beschrijving van
de wasemkap - afb. 1
1 Bedieningspaneel
2 Vetfilter
3 Handgreep voor ontgrendeling van het vetfilter
4 Halogeenlamp (of naar keuze gloeilamp of PL lamp zie
ook het eigenschappen plaatje aan de binnenzijde van
de wasemkap, zichtbaar door het vetfilter te verwijderen)
5 Dampscherm
6 Geleiders van het dampscherm
7 Luchtuitgang
8 Houder (in twee maten geleverd)
9 Hechtpunten voor het kastje
10 Controledeurtje voor zuiggroep (TOEGANG
TOEGESTAAN ALLEEN AAN EEN BEVOEGDE
TECHNICUS)
Installatie - afb. 5-6
In het geval van een elektrisch fornuis moet de afzuigkap
minstens 43 cm van de kookplaat afgelegen zijn en 65 cm
in geval van gas of gemengd fornuis.
De wasemkap heeft een luchtuitgang aan de bovenkant B
voor de afvoer van de dampen naar buiten (Uitvoering als
afzuigend apparaat afvoerpijp en bevestigingsbandjes
niet meegeleverd).
Indien het niet mogelijk is rook en damp naar buiten af te
voeren, kan de wasemkap in filterende uitvoering
gebruikt worden door een koolstoffilter en het afbuigrooster
F op de verbindingsring op de afvoeropening B (Fig. 3) te
monteren, de rook en dampen worden door het afbuigrooster
gerecycleerd.
De modellen zonder afzuigmotor werken alleen als apparaten
met afvoer van de lucht naar buiten, en moeten worden
verbonden met een perifere afzuigunit (niet meegeleverd).
Voorafgaande informatie voor installatie van de
wasemkap:
Ontkoppel, tijdens de elektrische aansluitingsfase, de
wasemkap via het hoofdpaneel.
De wasemkap is ontworpen om in een kastje, aan de muur,
geïnstalleerd te worden.
We raden aan de wasemkap alleen binnen een kastje met
de juiste afmetingen te installeren.
Raadpleeg figuur 2 met de nodige inlichtingen voor een
veilige installatie en voor de eventuele openingen die
gemaakt moeten worden, op de bodem van het kastje, voor
de doorvoering van het kaplichaam en, aan de bovenkant
van het kastje, voor de doorvoering van de elektrische kabel
en de elektronische kaart die de werking van de wasemkap
controleert (TOEGANG TOEGESTAAN ALLEEN AAN EEN
BEVOEGDE TECHNICUS).
Attentie!
De wasemkap kan, indien gewenst, uitgerust worden met
4 zij- afstandstukken (2 voor de rechterzijde en 2 voor de
linkerzijde), deze zijn nuttig als de breedte van de behuizing
voor het motorlichaam breder dan 6 mm is.
In dit geval dienen de afstandstukken gemonteerd te worden
aan de buitenkant van het kaplichaam in overeenstemming
met de openingen voor de schroeven voor de bevestiging
aan het kastje (Fig. 2-A)
1. Meet de diepte van het kastje (houd ook rekening met
het deurtje) daar tot een diepte van 315mm moet de
houder van 37mm gemonteerd worden, boven de
315mm de houder van 75mm. Dit onderdeel C moet op
de staven van het kaplichaam met 4 schroeven
vastgemaakt worden.(fig.3).
2. Bevestig de verbinding voor de luchtuitgang B op het
kaplichaam (fig.3).
Alleen voor de Filterende Uitvoering:
plaats het afbuigrooster F op de afvoerverbinding.
Bevestig het filterframe binnen de wasemkap, eerst aan
de bovenkant op de ringen R in het kaplichaam, dan aan
de onderkant met 2 schroeven S (fig. 3).
3. Plaats de meegeleverde mal eerst rechts dan links (Fig.
4.1) of, indien aanwezig, plaats de speciale mal tegen
de muur (Fig. 4.2 alleen als het gaat om uitvoeringen
die geschikt zijn voor de muurbevestiging) en maak de
gaten zoals is aangegeven (op de mal voor de bevestiging
aan het kastje zijn 3 blindgaten aangegeven, 2 van Ø
2mm, 1 van Ø 5mm, terwijl op de mal voor de
bevestiging aan de muur zijn 2 gaten van Ø 8mm
aangegeven).
ATTENTIE! MAL EN BEVESTIGING IN HET KASTJE
De onderste en achterste rand van de mal moet
overeenkomen met de onderste en achterste rand van
het kastje.
ATTENTIE! MAL EN BEVESTIGING AAN DE MUUR
De onderste rand van de mal moet overeenkomen met
de onderste rand van de wasemkap.
Alleen voor Uitvoeringen met muur bevestigingshaken:
Maak de gaten en bevestig twee haken met schroeven
en pluggen (J Fig. 4.2).
Installeer de twee meegeleverde staven Y met twee
schroeven en schijven, elk ervan aan de bovenkant
van de kap (Fig. 4.2).
4. Voer het kaplichaam in het kastje (Fig. 5), deze kan
tijdelijk in de stand blijven:
a. in geval van bevestiging in het kastje, door middel
van de zijveren D die in de blindgaten van Ø 5mm
ingevoerd moeten worden (druk hiervoor de zijveren
naar de binnenkant van het kaplichaam met behulp van
een schroevedraaier).
b. in geval van bevestiging aan de muur, door
middel van de haken en de staven (de staven zijn
voorzien van regelschroeven voor de plaatsing)
ATTENTIE!
Controleer of de stroomkabel en de rookafvoer
gemakkelijk bereikbaar zijn om latere aansluitingen te
kunnen uitvoeren (en voor de technische- en
onderhoudsingrepen)
5. Controleer of de geleiders G (Fig.7) parallel liggen ten
opzichte van de onderste rand van het kastje, maak
vervolgens, ALLEEN voor de bevestiging in het kastje,
definitief het kaplichaam aan de zijkanten van het kastje
met 4 schroeven vast (E Fig. 6 twee voor iedere
zijde). De schroeven moeten vanuit de binnenzijde
van het kaplichaam in het kastje ingevoerd worden,
in overeenstemming met de 4 van te voren gemaakte
blindgaten van Ø 2mm (zie handeling 3).
6. Schuif de lade op de geleiders G van de staven maak
dan de elektrische verbindingen van de lade aan het
kaplichaam (fig. 7).
MONTAGEVOORSCHRIFTEN EN GEBRUIKSAANWIIZING
NL