Siemens 576.056A Handleiding

Categorie
Ruimteverwarmingstoestellen
Type
Handleiding
D
GB
F
B
ES
CZ
PL
LIT
H
RUS
Konvektorwand 2NC2 9
Convection Heater 2NC2 9
Convecteur Paneel 2NC2 9
Convector Paneel 2NC2 9
Estufa de convección 2NC2 9
Na;ste=nny; konvektor 2NC2 9
Grzejniki konwekcyjne 2NC2 9
Konvektoriaus 2NC2 9
Fali fu´´to´´konvektor 2NC2 9
KKoonnvveekkttoorr
2NC2 9
576.056a
Betriebsanleitung
User Instructions
Instruction de service
Gebruiksaanwijzing
Instrucciónes
Provozní návod
Instrukcja montazæu i obs¬ugi
Eksploatacijos instrukcija
Haszna;lati e;s szerele;si utsíta;s
IInnssttrruukkcciiqq ppoo mmoonnttaa''uu ii pprriimmeenneennii[[
Deze verwarmingstoestellen beantwoorden volgende europese
normen: 73/23(EWG: Laagspannungs richtlynen 89/336/EWG:
Elektomagnetische compatibiliteit.
1. Inleiding
Bewaar deze handleiding zorgvuldig en geef ze door aan de
eventuele volgende eigenaar/gebruiker.
Bij defekt, het toestel van het net afsluiten (zekering uitschake-
len of uitdraaien)
Het toestel is enkel geschikt voor ruimteverwarming van woning-
en of gelijkaardige lokalen.
Het is enkel te gebruiken voor huishoudelijke en aanverwante
toepassingen binnen afgesloten ruimten.
Bij de montage en installatie van het toestel dienen de geldende
voorschriften voor het verwezenlijken van sterkstroominstallaties
met netspanning onder de 1000 V in acht genomen te worden.
(A.R.E.I.)
In de ruimte waarin het toestel gebruikt wordt, zijn geen stoffen
toegestaan, waarvan de dampen of de stoffen zelf, door de hoge-
re temperatuur binnen in het toestel tot ontvlammen, ontploffing
of thermische ontbinding kunnen leiden. In dergelijke gevallen
(bv. kleven van bodembekleding), gelieve zeker te stellen dat het
toestel tot ruimtetemperatuur is afgekoeld.
De nuttige oppervlakken, vooral dan het luchtuitgangsrooster,
worden bij werking van het toestel warm. Men moet dan ook
zekerstellen dat kinderen of mindervalidepersonen deze opperv-
lakken niet aanraken.
Er mogen geen voorwerpen door de openingen in het toestel
gestoken worden. Dit kan funktiestoornissen en defekten veroor-
zaken, alsook het ontvlammen van deze voorwerpen tot gevolg
hebben.
Het demonteren van het toestel en het ontkoppelen van het net
dient door een bekwaam vakman te gebeuren.
Opgelet ! Bij het automatisch, thermostaatgebonden inschakelen
van het toestel, tijdens uw afwezigheid, kunnen er zich gevaren
voordoen. vb. als het toestel ondertussen verplaatst of afgedekt
werd, kan dit brand veroorzaken.
2. Montage, minimum afstanden, aansluiting
Konvektoren 2NC2 9..-1A mogen enkel horisontaal opgesteld
worden. Ze zijn zo te plaatsen dat omgevende brandbare voor-
werpen niet kunnen ontvlammen. Montage op een houten wand
is toegelaten.
De opgegeven minimum afstanden moeten nageleefd worden.
De minimum afstand tot licht ontvlambare voorwerpen, zoals
gordijnen, meubilair, enz. is 100 mm.
Gelieve er op te letten dat de lucht onder en boven het toestel
ongehinderd in en uit kan stromen.
Bepaalde lichtgekleurde Vinyl (PVC), vloerbekleding en gever-
niste parketvloer kunnen onder invloed van temperaturen boven
de 35°C verkleuren. In dit geval is een minimum afstand van 150
mm tussen de onderkant van het toestel en de vloer, aanbevo-
len.
Het toestel wordt niet direkt aan de wand geschroefd, maar door
middel van een toebehorend wandbevestigingsframe opgehangen.
- De bevestigingsgaten voor het wandbevestigingsframe boren
volgens het boorschabloon (op de verpakking)
- Het wandbevestigingsframe aan de wand vastschroeven
- Aansluitkabel aansluiten Het toestel is uitgerust met een aanslu-
itkabel zonder stekker. De aansluitkabel moet aangesloten wor-
den aan de aansluitdoos, voorzien voor dit toestel.
- Het toestel op de onderste haken van het wandbevestigings-
frame plaatsen en naar voor kippen tot de haken in de ope-
ningen onderaan het toestel klikken.
- De aansluitkabel in de kunststofhouder van het wandbevesti-
gingsframe klikken.
- Het toestel voorzichtig kantelen en tegen het wandbevesti-
gingsframe klappen, zodat de bovenste haken vastklikken.
3. Werking
3.1. Funktie van de bedieningselementen
Om het toestel in werking te stellen, schakelaar A inschakelen.
Lamp B brandt als het toestel warmt.
De instelknop C van de ruimtethermostaat op de gewenste tem-
peratuur draaien.
Deze temperatuur wordt, eens bereikt, automatisch konstant
gehouden.
Afhankelijk van de opstelling van de konvektor kan het voorko-
men dat de resulterende ruimtetemperatuur afwijkt van de waar-
de die op de schaal van de instelknop C is ingesteld. In dit geval
raden wij aan de thermostaat als volgt bij te regelen:
Toestel inschakelen. Instelknop op maximale stand draaien
(lamp B brandt).
Instelknop voorzichtig terugdraaien juist tot de lamp B uitgaat.
Indien de schaalwaarde op de instelknop niet overeenstemt met
de ruimtetemperatuur, de schaal als volgt bijregelen. De instelk-
nop stevig vasthouden en de schaal d.m.v. een kleine schroev-
endraaier tot de gewenste waarde t.o.v. de knop verdraaien (de
knop zelf mag niet verdraaid worden.)
Opgelet ! Deze aanpassing pas doorvoeren nadat het toestel
min. 24 h. continu in werking was.
3.2. Temperatuurverlaging
Een regelmatige temperatuurverlaging kan bekomen worden
met behulp van de inbouw energiespaarkassette 2NC9 712
(optioneel toebehoren) of door een uitwendige schakelklok
(enkel 2NC29..-1A).
Het gewenste programma wordt door drukken op de toets van
de spaarkassette of door instellen van de verlagingstijden op de
schakelklok ingesteld. (Aansluiting zie schema). Gedurende de
verlagingsperioden wordt de streeftemperatuur van de thermos-
taat met 5°C verlaagd. Het gelijktijdig gebruik van een spaarkas-
sette en en een schakelklokverlagingssturing is cumulatief.
4. Belangrijke richtlijnen voor de werking
OPGELET !
Het verwarmingselement is van een beschermende olielaag
voorzien, die bij een eerste opwarming een ongevaarlijke roo-
kontwikkeling kan voortbrengen.
Voor uw veiligheid is de konvektor met een oververhittingsbevei-
liging uitgerust.
Indien de luchtuitgang belemmerd wordt (bv. door afdichten of
afdekken van het uitgangsrooster) dan schakelt het toestel auto-
matisch uit. Na het wegnemen van het storend element, is de
konvektor na ca. 15 minuten terug werkingsklaar.
Voor het behoud van het volledig vermogen is het noodzakelijk
dat het lucht in- en uitgangsrooster stofvrij blijft. Gelieve dan ook
voor de verwarmingsperiode deze roosters met een stofzuiger te
reinigen.
5. Storingen
Indien het toestel geen warmte meer afgeeft, gelieve eerst na te
zien of de schakelaar ingeschakeld is en de thermostaat op de
gewenste temperatuur ingesteld is. Zo ja, nazien of de automaat
(zekering) in de beveiligingskast wel degelijk
ingeschakeld (in orde) is.
Indien al deze voorwaarden vervuld zijn, en het toestel toch niet
funktioneert, doe dan beroep op uw installateur. Geef bij uw
oproep het E-Nr. en FD van het toestel door. Deze informatie
vindt U op de kenplaat op de rugzijde van het toestel.
6. Technische gegevens
Aansluitspanning : 1/N/PE 230 V 50 Hz
Beveiligingsklasse : Kl I, IP21 druipwaterdicht
Temperatuurregelaar : Elektronisch 5 - 30° C
Oververhittingsbeveiliging : Automatisch
Nachtvermindering : D.m.v. een uitwendige schakel
klok of een inbouw
energiespaarkassette 2NC9 712
B

Documenttranscriptie

Betriebsanleitung User Instructions Instruction de service Gebruiksaanwijzing Instrucciónes Provozní návod Instrukcja montazæu i obs¬ugi Eksploatacijos instrukcija Haszna;lati e;s szerele;si utsíta;s Instrukciq po monta'u i primeneni[ D GB F B ES CZ PL LIT H RUS Konvektorwand 2NC2 9 Convection Heater 2NC2 9 Convecteur Paneel 2NC2 9 Convector Paneel 2NC2 9 Estufa de convección 2NC2 9 Na;ste=nny; konvektor 2NC2 9 Grzejniki konwekcyjne 2NC2 9 Konvektoriaus 2NC2 9 Fali fú´tó´konvektor 2NC2 9 Konvektor 2NC2 9 576.056a B Deze verwarmingstoestellen beantwoorden volgende europese normen: 73/23(EWG: Laagspannungs richtlynen 89/336/EWG: Elektomagnetische compatibiliteit. 1. Inleiding Bewaar deze handleiding zorgvuldig en geef ze door aan de eventuele volgende eigenaar/gebruiker. Bij defekt, het toestel van het net afsluiten (zekering uitschakelen of uitdraaien) Het toestel is enkel geschikt voor ruimteverwarming van woningen of gelijkaardige lokalen. Het is enkel te gebruiken voor huishoudelijke en aanverwante toepassingen binnen afgesloten ruimten. Bij de montage en installatie van het toestel dienen de geldende voorschriften voor het verwezenlijken van sterkstroominstallaties met netspanning onder de 1000 V in acht genomen te worden. (A.R.E.I.) In de ruimte waarin het toestel gebruikt wordt, zijn geen stoffen toegestaan, waarvan de dampen of de stoffen zelf, door de hogere temperatuur binnen in het toestel tot ontvlammen, ontploffing of thermische ontbinding kunnen leiden. In dergelijke gevallen (bv. kleven van bodembekleding), gelieve zeker te stellen dat het toestel tot ruimtetemperatuur is afgekoeld. De nuttige oppervlakken, vooral dan het luchtuitgangsrooster, worden bij werking van het toestel warm. Men moet dan ook zekerstellen dat kinderen of mindervalidepersonen deze oppervlakken niet aanraken. Er mogen geen voorwerpen door de openingen in het toestel gestoken worden. Dit kan funktiestoornissen en defekten veroorzaken, alsook het ontvlammen van deze voorwerpen tot gevolg hebben. Het demonteren van het toestel en het ontkoppelen van het net dient door een bekwaam vakman te gebeuren. Opgelet ! Bij het automatisch, thermostaatgebonden inschakelen van het toestel, tijdens uw afwezigheid, kunnen er zich gevaren voordoen. vb. als het toestel ondertussen verplaatst of afgedekt werd, kan dit brand veroorzaken. 2. Montage, minimum afstanden, aansluiting Konvektoren 2NC2 9..-1A mogen enkel horisontaal opgesteld worden. Ze zijn zo te plaatsen dat omgevende brandbare voorwerpen niet kunnen ontvlammen. Montage op een houten wand is toegelaten. De opgegeven minimum afstanden moeten nageleefd worden. De minimum afstand tot licht ontvlambare voorwerpen, zoals gordijnen, meubilair, enz. is 100 mm. Gelieve er op te letten dat de lucht onder en boven het toestel ongehinderd in en uit kan stromen. Bepaalde lichtgekleurde Vinyl (PVC), vloerbekleding en geverniste parketvloer kunnen onder invloed van temperaturen boven de 35°C verkleuren. In dit geval is een minimum afstand van 150 mm tussen de onderkant van het toestel en de vloer, aanbevolen. Het toestel wordt niet direkt aan de wand geschroefd, maar door middel van een toebehorend wandbevestigingsframe opgehangen. - De bevestigingsgaten voor het wandbevestigingsframe boren volgens het boorschabloon (op de verpakking) - Het wandbevestigingsframe aan de wand vastschroeven - Aansluitkabel aansluiten Het toestel is uitgerust met een aansluitkabel zonder stekker. De aansluitkabel moet aangesloten worden aan de aansluitdoos, voorzien voor dit toestel. - Het toestel op de onderste haken van het wandbevestigingsframe plaatsen en naar voor kippen tot de haken in de openingen onderaan het toestel klikken. - De aansluitkabel in de kunststofhouder van het wandbevestigingsframe klikken. - Het toestel voorzichtig kantelen en tegen het wandbevestigingsframe klappen, zodat de bovenste haken vastklikken. 3. Werking 3.1. Funktie van de bedieningselementen Om het toestel in werking te stellen, schakelaar A inschakelen. Lamp B brandt als het toestel warmt. De instelknop C van de ruimtethermostaat op de gewenste temperatuur draaien. Deze temperatuur wordt, eens bereikt, automatisch konstant gehouden. Afhankelijk van de opstelling van de konvektor kan het voorkomen dat de resulterende ruimtetemperatuur afwijkt van de waarde die op de schaal van de instelknop C is ingesteld. In dit geval raden wij aan de thermostaat als volgt bij te regelen: Toestel inschakelen. Instelknop op maximale stand draaien (lamp B brandt). Instelknop voorzichtig terugdraaien juist tot de lamp B uitgaat. Indien de schaalwaarde op de instelknop niet overeenstemt met de ruimtetemperatuur, de schaal als volgt bijregelen. De instelknop stevig vasthouden en de schaal d.m.v. een kleine schroevendraaier tot de gewenste waarde t.o.v. de knop verdraaien (de knop zelf mag niet verdraaid worden.) Opgelet ! Deze aanpassing pas doorvoeren nadat het toestel min. 24 h. continu in werking was. 3.2. Temperatuurverlaging Een regelmatige temperatuurverlaging kan bekomen worden met behulp van de inbouw energiespaarkassette 2NC9 712 (optioneel toebehoren) of door een uitwendige schakelklok (enkel 2NC29..-1A). Het gewenste programma wordt door drukken op de toets van de spaarkassette of door instellen van de verlagingstijden op de schakelklok ingesteld. (Aansluiting zie schema). Gedurende de verlagingsperioden wordt de streeftemperatuur van de thermostaat met 5°C verlaagd. Het gelijktijdig gebruik van een spaarkassette en en een schakelklokverlagingssturing is cumulatief. 4. Belangrijke richtlijnen voor de werking OPGELET ! Het verwarmingselement is van een beschermende olielaag voorzien, die bij een eerste opwarming een ongevaarlijke rookontwikkeling kan voortbrengen. Voor uw veiligheid is de konvektor met een oververhittingsbeveiliging uitgerust. Indien de luchtuitgang belemmerd wordt (bv. door afdichten of afdekken van het uitgangsrooster) dan schakelt het toestel automatisch uit. Na het wegnemen van het storend element, is de konvektor na ca. 15 minuten terug werkingsklaar. Voor het behoud van het volledig vermogen is het noodzakelijk dat het lucht in- en uitgangsrooster stofvrij blijft. Gelieve dan ook voor de verwarmingsperiode deze roosters met een stofzuiger te reinigen. 5. Storingen Indien het toestel geen warmte meer afgeeft, gelieve eerst na te zien of de schakelaar ingeschakeld is en de thermostaat op de gewenste temperatuur ingesteld is. Zo ja, nazien of de automaat (zekering) in de beveiligingskast wel degelijk ingeschakeld (in orde) is. Indien al deze voorwaarden vervuld zijn, en het toestel toch niet funktioneert, doe dan beroep op uw installateur. Geef bij uw oproep het E-Nr. en FD van het toestel door. Deze informatie vindt U op de kenplaat op de rugzijde van het toestel. 6. Technische gegevens Aansluitspanning Beveiligingsklasse Temperatuurregelaar Oververhittingsbeveiliging Nachtvermindering : : : : : 1/N/PE 230 V 50 Hz Kl I, IP21 druipwaterdicht Elektronisch 5 - 30° C Automatisch D.m.v. een uitwendige schakel klok of een inbouw energiespaarkassette 2NC9 712
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Siemens 576.056A Handleiding

Categorie
Ruimteverwarmingstoestellen
Type
Handleiding