11
(b) Verwijder de filters één voor één en reinig de filters terwijl u ze
verwijdert met behulp van een stofzuiger, die bij voorkeur is voor-
zien van een S-klasse, micro- of HEPA-filter. (Raadpleeg uw Lux
dealer wanneer u er geen heeft.)
Gebruik de borstelzuigmond van de stofzuiger om te voorkomen dat
de filters worden beschadigd. Plaats de filters na het reinigen terug
en sluit de voorfilterklep. De voorfilters hoeven niet vervangen te
worden. Reinig deze filters elke 2 maanden, of vaker wanneer u heel
gevoelig bent, b.v. wanneer u uw huis stofzuigt.
Filter voor de 2de trap
(c) Druk de toets voor het ontgrendelen van de bovenklep (10) in
en verwijder de bovenklep. (d) Verwijder het hoofdfilter en reinig
het met behulp van de borstelzuigmond van de stofzuiger.
(e) Reinig het rooster in het filterhuis met de stofzuiger. (f) Hef het
rooster op met het handvat. (g) Verwijder voorzichtig de draad-
houder met beide handen en houd hem horizontaal en rechtop.
(h) Reinig de binnenkant van de luchtreiniger met een borstel of
een spleetzuigmond. Gebruik indien nodig een vochtige doek met
een mild schoonmaakmiddel. (i) Plaats de draadhouder voor-
zichtig met beide handen terug en sluit het rooster. (Zie “Ver-
helpen van problemen” als de draad gebroken is.) (j) Zet het
hoofdfilter terug. Zorg ervoor, dat de geleidepennen goed in de
groeven vallen wanneer u het filter terugzet. Beschadigde hoofd-
filters moeten direct worden vervangen.
Intervallen tussen reinigingsbeurten voor
het filter
Het verdient aanbeveling de bovenstaande procedure maande-
lijks of telkens wanneer de indicator op het display oplicht uit te
voeren, afhankelijk van de mate waarin vervuiling in de kamer
optreedt.
Het hoofdfilter moet vaker worden gereinigd als er aan de boven-
kant van het filter stof zichtbaar is.
Vervang het hoofdfilter eens per jaar of vaker indien nodig of
wanneer de indicator van het display oplicht.
Wanneer u het koolstoffilter gebruikt, moet u het om de twee
maanden vervangen of wanneer u geen vermindering van de
hoeveelheid gassen en geurtjes in de lucht meer waarneemt.
Referentienr. voor hoofdfilter EF100.
Verhelpen van problemen
• Vervangen van de draad. Verwijder de gebroken draad. Plaats
de nieuwe draad voorzichtig terug op de volgende manier: maak
één uiteinde van de draad vast in de groef. Buig de draadhouder
lichtjes en maak het andere uiteinde vast.
•
Controleer of het netsnoer onbeschadigd en op het stopcontact
aangesloten is wanneer de ventilator niet draait (d.w.z. wanneer u
geen luchtstroming waarneemt). Controleer vervolgens of de
kleppen en filters goed zijn geplaatst. Laat het toestel door een
erkend reparateur nakijken wanneer de ventilator nog steeds niet
draait.
• Controleer of de draad in de draadhouder gebroken is wanneer
het filter voor de 2de trap niet vuil wordt of wanneer de indicator
knippert. Laat het toestel nakijken als de draad niet gebroken is
en de indicator blijft knipperen.
•
Het filter voor de 2de trap moet worden vervangen wanneer het
filter voortdurend een krakend geluid geeft. Laat het toestel nakij-
ken wanneer het probleem hierdoor niet verholpen wordt. (Een
zacht sissend geluid van het filter is normaal, vooral als het nieuw
is).
Voor het beste resultaat
Plaats de luchtreiniger tegen een muur op de vloer. De lucht-
reiniger zuigt de lucht op vloerhoogte op en blaast het aan de
bovenkant weer uit. Wanneer de verwarming aan een muur is
bevestigd, plaatst u de luchtreiniger tegen dezelfde muur, zodat
de opstijgende warme lucht samenvloeit met de luchtstroom van
de luchtreiniger. Bij gebruik van twee of meer luchtreinigers in één
kamer plaatst u ze allemaal op een zo groot mogelijke afstand
van elkaar aan dezelfde muur.
Gebruiksaanwijzingen
1.Ventilatorsnelheid 8. Handgreep
2. Display 9a. Netsnoer
3. Geluidssensor 9b. Compartiment voor
4. Terugsteltoets voor ongebruikt netsnoer
vervanging van het filter 10. Toets voor het ontgrendelen
5.Luchtinlaatroosters van de bovenklep
6. Luchtuitlaatrooster 11. Kenplaat
7.Voorfilterklep 12. Reservedraad
Gebruik
Beide modellen zijn ontworpen voor continue bedrijf met de venti-
latorsnelheid op (1). Zo nodig zijn er de hogere ventilatorsnel-
heden (2) en (3) beschikbaar.
Het beste resultaat wordt verkregen wanneer de luchtreiniger
24 uur per dag ingeschakeld blijft. (Het toestel verbruikt minder
stroom dan de meeste gloeilampen.)
De luchtreiniger is voorzien van handmatig en automatisch in te
stellen ventilatorsnelheden en wordt bediend via druktoetsen.
A Start/Stop. De luchtreiniger start altijd in stand C ( ).
Na een stroomstoring start de luchtreiniger in de stand
die het laatst werd gekozen.
B In deze stand wordt de ventilatorsnelheid aangepast aan
het lawaai in de kamer. De luchtreiniger werkt met de
hoogst mogelijke snelheid zonder extra lawaai aan de
kamer toe te voegen.
C In deze stand wordt de ventilatorsnelheid aangepast aan
de mate van de in de kamer aanwezige vervuiling.
DToetsen voor handmatige instelling van de ventilator-
snelheid.
E Indicator van het lawaai in de kamer (indien inge-
schakeld).
F Indicator van de ventilatorsnelheid.
G Hoge mate van vervuiling. Instellen op 3 of auto ( ).
H Middelmatige mate van vervuiling. Instellen op 2 of auto
( ).
I Minder vervuiling. Instellen op 1 of auto ( ), en op deze
instelling laten staan.
J Geeft aan dat de filters volgens schema gereinigd
moeten worden.
K Geeft aan dat de filters vervangen moeten worden.
Reiniging en onderhoud
Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het toestel
schoonmaakt.
Filters voor de 1ste trap
(a) Open de voorfilterklep (7).