ATTENTIE
Algemene aanwijzingen
■
De maximale beschermende werking van de veiligheidsgordels en het
airbagsysteem kan alleen bij een correcte zithouding worden bereikt
» pag. 8.
■
Bij het activeren van de airbag treden grote krachten op, zodat bij een
verkeerde stoelinstelling of zitpositie ernstig of zelfs dodelijk letsel kan op-
treden. Dit geldt met name voor kinderen die niet in een geschikt kinderzi-
tje worden vervoerd » pag. 19.
■
Als zich een storing voordoet, het airbagsysteem direct door een specia-
list laten controleren. Anders bestaat het gevaar dat de airbags bij een on-
geval niet worden geactiveerd.
■
Als de airbag is geactiveerd, moet het airbagsysteem worden vervangen.
■
Het oppervlak van het stuurwiel en het dashboard bij de voorairbags
moeten indien mogelijk alleen met een droge of met water bevochtigde
doek worden gereinigd.
ATTENTIE
Aanwijzingen voor voorairbags
■
Het is belangrijk dat de bestuurder en bijrijder een afstand van minstens
25 cm tot het stuurwiel resp. het dashboard aanhouden » afb. 8 -
A
. Als
deze afstand niet wordt aangehouden, kan het airbagsysteem u niet be-
schermen - levensgevaar! De voorstoelen moeten altijd overeenkomstig de
lichaamslengte zijn ingesteld.
■
Bij gebruik van een naar achteren gericht kinderzitje op de bijrijdersstoel,
moet de bijrijdersvoorairbag beslist buiten werking worden gesteld » pag.
16, Airbags buiten werking stellen. Als dat niet gebeurt, kan het kind door
de geactiveerde bijrijdersvoorairbag zwaar gewond raken of zelfs worden
gedood.
■
In het gebied waarin de voorairbags naar buiten komen, mogen zich vóór
de inzittenden op de voorstoelen geen andere personen, dieren of voor-
werpen bevinden.
■
Het stuurwiel en het oppervlak van het dashboard aan bijrijderszijde niet
beplakken, bekleden of op andere wijze bewerken. In de buurt van de in-
bouwplaatsen van de airbags en het gebied waarin de airbags naar buiten
komen mogen geen voorwerpen worden gemonteerd, zoals bekerhouders,
telefoonhouders enz.
■
Nooit voorwerpen op het oppervlak van het dashboard aan bijrijderszijde
plaatsen.
ATTENTIE
Aanwijzingen voor zij-airbags
■
In het gebied waarin de zij-airbags naar buiten komen, mogen zich geen
voorwerpen bevinden (bv. aan de opzij gewenkte zonnekleppen) en aan de
portieren mogen geen accessoires zijn aangebracht (zoals bekerhouders) -
gevaar voor verwondingen!
■
Aan de kledinghaken in de wagen slechts lichte kleding hangen en in de
zakken van de kledingstukken geen zware of scherpe voorwerpen laten zit-
ten. Voor het ophangen van kleding geen kledingbeugel gebruiken.
■
Het airbagsysteem werkt met druksensoren die in de voorportieren zijn
aangebracht. Daarom mogen zowel aan de portieren als aan de portierbe-
kledingen geen aanpassingen (bv. inbouwen van extra luidsprekers) worden
uitgevoerd. Meer informatie » pag. 110.
■
Er mogen geen grote krachten, zoals stoten, trappen enz., op de rugleu-
ningen worden uitgeoefend - gevaar voor beschadiging van de zij-airbag.
De zij-airbags zouden in dit geval niet worden geactiveerd!
■
U mag geen stoelhoezen op de bestuurders- of bijrijdersstoel aanbrengen
die niet uitdrukkelijk door ŠKODA AUTO zijn goedgekeurd. Omdat de air-
bag aan de zijkant uit de stoel wordt ontvouwen, zou bij gebruik van niet-
vrijgegeven stoelhoezen de beschermende werking van de zij-airbags aan-
zienlijk worden beperkt.
■
Beschadigingen van de originele stoelbekleding of van de stiksels bij de
inbouwplaats van de zij-airbags direct door een specialist laten repareren.
ATTENTIE
Aanwijzingen voor het behandelen van het airbagsysteem
■
Alle werkzaamheden aan het airbagsysteem evenals het in- en uitbouwen
van onderdelen van het systeem vanwege andere reparatiewerkzaamheden
(bv. de stoel uitbouwen) mogen alleen door een specialist worden uitge-
voerd. Meer informatie » pag. 110.
■
Aan de delen van het airbagsysteem, aan de voorbumper of aan de car-
rosserie mag geen enkele verandering worden aangebracht.
■
Geen wijzigingen aanbrengen aan de afzonderlijke delen van het airbag-
systeem, omdat dit tot activering van een airbag kan leiden.
15
Airbagsysteem