Opname
Nomenclatuur
f
: AF-bediening
K
B
AF-gebiedselectiemodus
K
g
: ISO-snelheid
K
A
Live View-opnamen
k
Movie-opname (Automatische belichting)
S
AF-puntselectie
K
i
Transportmodus
Basismodi Creatieve modi
D
De interne itser gebruiken
d
: AE-programma
s
: AE met sluitertijdvoorkeuze
f
: AE met diafragmavoorkeuze
o
Druk op de knop <
D
> om de
interne itser tevoorschijn te
laten komen en maak daarna de
opname.
Basismodi
Indien nodig komt de interne itser bij weinig licht of
tegenlicht automatisch omhoog en gaat deze automatisch
af (bij bepaalde opnamemodi).
Creatieve modi
Zoekerinformatie
Alle opname-instellingen
worden automatisch ingesteld.
U hoeft alleen de ontspanknop
in te drukken; de camera doet
de rest.
U kunt de camera-instellingen
naar wens aanpassen om
verschillende opnamen te
maken.
o
Stel het programmakeuzewiel in op <
d
>.
o
De camera stelt de sluitertijd en diafragmawaarde
automatisch hetzelfde in als in de modus <
A
>.
o
Stel het programmakeuzewiel in op
<
s
>.
o
Stel het instelwiel <
6
> in op
de gewenste sluitertijd en stel
scherp op het onderwerp.
X
Het diafragma wordt automatisch ingesteld.
o
Als de diafragmawaarde op het scherm knippert, draait
u aan het instelwiel <
6
> totdat het knipperen stopt.
o
Stel de scherpstelmodusknop
op de lens in op <
f
>.
o
Druk op de knop <
Z
f
>, druk op de
toetsen <
Y
> <
Z
> om de AF-bediening te
selecteren en druk vervolgens op <
0
>.
X
(1-beeld AF):
Voor niet-bewegende onderwerpen
9
(AI Focus AF):
De AF-bediening wisselt
automatisch
Z
(AI Servo AF):
Voor bewegende onderwerpen
o
Druk op de knop <
g
>.
o
Druk op de pijltjestoetsen
<
Y
> en <
Z
> of draai aan het
instelwiel <
6
> om de gewenste
ISO-snelheid in te stellen en
druk vervolgens op <
0
>.
o
Wanneer [
AUTO
] is geselecteerd,
wordt de ISO-snelheid automatisch
ingesteld. Wanneer u de
ontspanknop half indrukt, wordt de
huidige ISO-snelheid weergegeven.
o
Druk op de knop <
A
> om het
Live View-beeld weer te geven.
o
Druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen en druk de
ontspanknop volledig in om de
opname te maken.
o
Zet de aan-uitschakelaar
op <
k
>.
X
Draai het programmakeuzewiel
naar een andere opnamemodus
dan
<
a
>.
o
Druk op de knop <
S
> of
<
B
>.
o
Kijk door de zoeker en druk op
de knop <
B
>.
X
Elke keer dat u op de knop
<
B
> drukt, wordt de AF-
gebiedsselectiemodus gewijzigd.
o
Druk op de knop <
A
> om een
movie-opname te starten.
o
Druk nogmaals op <
A
> om de
movie-opname te stoppen.
o
Als de opnamemodus is ingesteld op <
a
>, kunt u de
belichtingstijd voor movie-opnamen handmatig instellen.
o
U kunt de instellingen voor movie-opname instellen met
de menuopties op de tabbladen [
Z
1] en [
Z
2].
o
Druk op de knop <
S
> of <
B
>.
o
U kunt een AF-punt in horizontale
richting schuiven met het instelwiel
<
6
>, of in verticale richting met
het instelwiel <
6
>, terwijl u de
knop <
g
> ingedrukt houdt.
Als u <
0
> rechtstreeks indrukt,
wordt het middelste AF-punt (of
de middelste zone) geselecteerd.
o
Druk op de knop <
YQ
i
>,
druk op de toetsen <
Y
> <
Z
>
om de transportmodus te
selecteren en druk vervolgens
op <
0
>.
u
: Enkelbeeld
i
: Continue opname
B
: Enkele stille opname
M
: Stille continue opname
Q
:
Zelfontspanner (10 sec.)/
afstandsbediening
l
:
Zelfontspanner:2 sec.
q
:
Zelfontspanner:Continu
o
Stel het programmakeuzewiel in op
<
f
>.
o
Draai het instelwiel <
6
> naar de gewenste
diafragmawaarde en stel scherp op het onderwerp.
X
D
e sluitertijd wordt automatisch ingesteld.
o
Als de sluitertijd op het scherm knippert, draait u aan
het instelwiel
<
6
>
totdat het knipperen stopt.
o
Maximum aantal opnamen (Live View-opnamen)
Temperatuur Geen its 50% its
Bij 23 °C Circa 200 opnamen Circa 180 opnamen
Ingebouwde microfoons
Movie-opname
A
Scene Intelligent Auto
7
Flitser uit
C
Creative Auto
2
Portret
3
Landschap
4
Close-up
5
Sport
8
Speciale opname
C
Kinderen
P
Voedsel
x
Kaarslicht
6
Nachtportret
F
Nachtopnamen uit hand
G
HDR-tegenlicht
<
g
> + <
6
>
<
6
>
<
A
>
Knop voor AE-
vergrendeling/verkleinen
<
S
>
AF-punt-
selectie/vergroten
<
Q
>
Knop voor
Snel instellen
<
0
>
Instelknop
Lees-/schrijndicator
DiafragmaSluitertijd
Indicator belichtingsniveau
Flitsbelichtings-
correctie
ISO-snelheid
Flitser gereed
Maximale opnamereeks
AE-vergrendeling
Scherpstelindicator
Gebied AF-kader
AF-punten
19-punts automatische
selectie-AF
Zone-AF
(handmatige selectie van een zone)
Eén punt AF
(Handmatige selectie)
Aspect-
ratiolijn
Raster
Instellingen voor de opnamefunctie
<
g
> Knop voor ISO-snelheid
Programmakeuzewiel
Aan-uitschakelaar
<
T
>
Display-knop
<
B
>
Selectieknop
AF-gebied
Ontspanknop
<
6
>
Hoofdinstelwiel
Scherpstelmodusknop
<
D
>
Flitsknop
<
g
> Knop voor diafragma/
itsbelichtingscompensatie
<
A
>
Knop voor
Live View-
opnamen/
movie-
opnamen
<
S
> Pijltjestoetsen
Auto Lighting Optimizer
(Auto optimalisatie
helderheid)
Sluitertijd
Diafragma
ISO-snelheid
Opnamekwaliteit
Maximum aantal opnamen
Transportmodus
Indicator
belichtingsniveau
Opnamemodus
Beeldstijl
AF-
bediening
Meetmethode
Pictogram
Quick Control
Accuniveau
zxcn
Witbalans