22
Inhoud
Gradatie van de waarschuwingen .............................................22
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ................................22
Symbolen op het apparaat ......................................................... 23
Doelmatig gebruik ......................................................................23
Voorspelbaar misbruik ...............................................................23
Conformiteitsverklaring ..............................................................23
EPREL-database ........................................................................ 23
Geluidsemissie van het apparaat ..............................................23
Klimaatklasse ............................................................................. 24
Beschrijving van het apparaat ...................................................24
Opstellen ....................................................................................24
Het apparaat uitlijnen .................................................................24
Elektrische aansluiting ...............................................................24
Afmetingen van het apparaat .....................................................25
Uitvoering ...................................................................................25
Bedienings- en controleelementen ............................................26
Apparaat in- en uitschakelen .....................................................26
Temperatuur instellen.................................................................26
Temperatuurweergavemodus ...................................................26
Vochtigheidsschakeling .............................................................26
SuperCool ..................................................................................26
Alarm bij openen deur ................................................................26
Instellen van de vertragingstijd voor het alarm bij openen deur ....27
Geluidssignaalfunctie op inactief zetten ....................................27
Alarm-test ...................................................................................27
Alarmmeldingen .........................................................................27
Instellen van de alarmparameters .............................................. 27
Uitlezen van het temperatuurverloop .........................................28
Alarmtoestanden terugzetten ....................................................28
Waarde van het geregistreerde
temperatuurverloop rt terugzetten .............................................28
Parameter op fabrieksinstelling terugzetten ..............................28
Bewaren .....................................................................................28
Ontdooien ..................................................................................28
Ontdooifunctie manueel activeren .............................................28
Instellen van de displayweergave tijdens de ontdooifase .........28
Reinigen .....................................................................................29
Aanwijzing m.b.t. afdanken ........................................................29
Storingen ....................................................................................29
Mogelijke foutmeldingen op het display .....................................29
Buiten werking stellen ................................................................29
Draairichting deur veranderen GKPv 65.. ..................................30
Gradatie van de waarschuwingen
GEVAAR
duidt een direct gevaar aan,
die de dood of ernstig licha-
melijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar
niet vermeden wordt.
WAARSCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie
aan, die de dood of ernstig
lichamelijk letsel tot gevolg
kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
VOORZICHTIG
duidt een gevaarlijke situatie
aan, die licht of middelzwaar
lichamelijk letsel tot gevolg
kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
LET OP
duidt een gevaarlijke si-
tuatie aan, die materi-
ele schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit ge-
vaar niet vermeden wordt.
Aanwijzing
geeft aan dat praktische
aanwijzingen en tips gege-
ven worden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
- WAARSCHUWING: ventilatie-
openingen van de behuizing
van het apparaat of de inbouw-
ruimte niet sluiten.
- WAARSCHUWING: om het
ontdooien te versnellen, mo-
gen er geen andere mechani-
sche voorzieningen of andere middelen worden
gebruikt dan de door de fabrikant aanbevolen
middelen.
- WAARSCHUWING: koelmiddelcircuit niet be-
schadigen.
- WAARSCHUWING: geen elektrische apparaten
in het koelvak gebruiken die niet overeenkomen
met de door de fabrikant aanbevolen constructie.
- WAARSCHUWING: de netkabel mag bij het
plaatsen van het apparaat niet beschadigd raken.
- WAARSCHUWING: meervoudige contactdozen/
verdeelstrips evenals andere elektronische ap-
paraten (zoals bijv. halogeentrafo's) mogen niet
aan de achterkant van apparaten geplaatst en
gebruikt worden.
- WAARSCHUWING: gevaar voor letsel door elek-
trische schok! Onder de afdekking bevinden zich
stroomvoerende delen. LED-binnenverlichting
uitsluitend door de technische dienst of daar-
voor opgeleid vakpersoneel laten vervangen of
repareren.
- WAARSCHUWING: gevaar voor persoonlijk let-
sel door de LED-lamp. De lichtintensiteit van de
LED-verlichting komt overeen met laserklasse
RG 2. Wanneer de afdekking defect is: niet met
optische lenzen van korte afstand direct in de
lamp kijken. De ogen kunnen daarbij letsel op-
lopen.
- WAARSCHUWING: dit apparaat moet volgens
de gebruiksaanwijzing worden bevestigd om
gevaren door onvoldoende stabiliteit uit te sluiten.
- Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar en
ouder, evenals door personen met beperkte
fysische, sensorische of mentale capaciteiten
of gebrek aan ervaring en kennis worden ge-
bruikt, wanneer ze onder toezicht staan of m.b.t.
het veilige gebruik van het apparaat instructies
hebben gekregen en de daaruit voortvloeiende
gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Kinderen mogen het apparaat
niet zonder toezicht reinigen en onderhouden.