Siemens KA90NVI20/03 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Siemens KA90NVI20/03 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
6
nl inhoudsopgave
Veiligheids- en waarschuwingsinstructies ..... 79
Instructies betreffende het afvoeren .............. 80
Leveringsomvang ........................................... 80
Apparaat plaatsen ......................................... 80
Opstellingsmaten ........................................... 82
Deuropeningshoek ........................................ 82
Apparaat aansluiten ....................................... 83
Deurmontage ................................................. 85
Apparaat leren kennen .................................. 86
Apparaat inschakelen .................................... 88
Temperatuur instellen .................................... 88
Super-koelen .................................................. 88
Super-vriezen ................................................. 89
Toetsblokkering (kinderslot) .......................... 89
Alarmfuncties ................................................. 89
Energiezuinige modus ................................... 90
Effectieve inhoud ........................................... 90
De koelruimte ................................................. 90
De vriesruimte ................................................ 90
Max. vriesvermogen ....................................... 91
Invriezen en bewaren ..................................... 91
Verse levensmiddelen bevriezen .................. 91
Diepvriesproduct ontdooien .......................... 92
Uitrusting ........................................................ 92
Apparaat uitschakelen en uit bedrijf nemen . 93
Ontdooien ...................................................... 93
Apparaat reinigen .......................................... 94
Geuren ........................................................... 94
Verlichting (LED) ............................................ 94
Energie besparen .......................................... 94
Bedrijfsgeluiden ............................................. 94
Kleine storingen zelf opheffen ....................... 95
Servicedienst .................................................. 95
nl
79
nlinhoudsopgave
nlgebruikersaanwijzing
Veiligheids- en
waarschuwingsinstructies
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Lees de gebruiks- en montagehandleiding zorgvuldig
door! U vindt daar belangrijke informatie over het
opstellen, gebruik en onderhoud van het apparaat.
De fabrikant is niet aansprakelijk, wanneer de
aanwijzingen en waarschuwingen zoals vermeld in de
gebruikersaanwijzing niet worden aangehouden.
Bewaar alle documenten voor later gebruik of voor de
volgende eigenaar.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat in geringe hoeveelheid het
milieuvriendelijk, maar brandbare koelmiddel R600a.
Let erop, dat de leidingen van het koelmiddelcircuit
tijdens het transport of de montage niet beschadigd
raken. Koelmiddel dat uit het apparaat spuit kan leiden
tot oogletsel of kan ontsteken.
Bij beschadiging
open vuur of ontstekingsbronnen weg houden van
het apparaat,
kamer gedurende enkele minuten goed ventileren,
apparaat uitschakelen en de netstekker lostrekken,
Contact opnemen met de servicedienst.
Hoe meer koelmiddel in een apparaat aanwezig is, des
te groter moet de ruimte zijn, waarin het apparaat staat.
In te kleine ruimten kan bij een lekkage een brandbaar
gas-lucht-mengsel ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet de ruimte minimaal 1 m³
groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel in uw apparaat
vindt u op de typeplaat in uw apparaat.
Wanneer de aansluitkabel van dit apparaat wordt
beschadigd, moet deze door de fabrikant,
klantenservice of gelijksoortig gekwalificeerd persoon
worden vervangen. Ondeskundige installatie en
reparatie kan de gebruiker in gevaar brengen.
Reparaties mogen uitsluitend door de fabrikant,
servicedienst of een soortgelijk gekwalificeerd persoon
worden uitgevoerd.
Er mogen uitsluitend originele onderdelen van de
fabrikant worden benut. Alleen voor deze onderdelen
garandeert de fabrikant dat deze voldoen aan de
veiligheidsvereisten.
Een verlenging van de aansluitkabel mag uitsluitend
worden gekocht via de servicedienst.
Bij gebruik
Nooit elektrische apparaten in het apparaat
gebruiken (bijv. verwarmingstoestellen, elektrische
ijsmakers). Explosiegevaar!
Nooit het apparaat met een stoomreiniger ontdooien
of reinigen! De stoom kan bij de elektrische delen
komen en leiden tot een kortsluiting. Gevaar voor
elektrocutie!
Geen spitse of scherpe objecten gebruiken, om rijp-
en ijslagen te verwijderen. U kunt daarmee de
koelmiddelleidingen beschadigen. Ontsnappend
koelmiddel kan oogletsel veroorzaken of
ontbranden.
Geen producten met brandbare drijfgassen (bijv.
spuitbussen) en geen explosieve stoffen bewaren.
Explosiegevaar!
Sokkel, lades, deuren enz. niet als opstapje of als
ondersteuning gebruiken.
Voor het ontdooien en schoonmaken de netstekker
lostrekken of de zekering uitschakelen. Trek aan de
stekker, nooit aan de kabel.
Middelen met een hoog alcoholpercentage alleen
goed afgesloten en staand bewaren.
Kunststofdelen en deurafdichting niet met olie of vet
verontreinigen. Kunststofdelen en deurafdichting
worden anders poreus.
Be- en ontluchtingsopeningen voor het apparaat
nooit afdekking of afsluiten.
Dit apparaat mag door personen (inclusief kinderen)
met beperkte fysische, sensorische of psychische
capaciteiten of gebrekkige kennis alleen worden
gebruikt, wanneer zij door een voor hun veiligheid
verantwoordelijke persoon onder toezicht staan of
door deze instructies hebben gekregen, hoe het
apparaat moet worden gebruikt.
In de vriesruimte geen vloeistoffen in flessen en
verpakkingen opslaan (vooral koolzuurhoudende
dranken). Flessen en verpakking kunnen uit elkaar
barsten!
Nooit bevroren goederen direct, nadat het uit de
vriesruimte is genomen, in de mond nemen.
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Voorkom langer contact met de handen met het
bevroren product, ijs of de verdamperleidingen enz.
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Voorkomen van risico's voor kinderen en
mensen met een risico
Personen die gevaar lopen zijn:
Kinderen,
Personen, die lichamelijk, psychisch of in hun
waarnemingen beperkt zijn,
Personen die onvoldoende kennis hebben voor het
veilig bedienen van het apparaat.
Maatregelen:
Zorg er voor dat kinderen en personen die een risico
lopen de gevaren begrepen hebben.
Een voor de veiligheid verantwoordelijke persoon
moet kinderen en personen die een risico lopen bij
het apparaat toezicht houden of instructies geven.
Alleen kinderen vanaf 8 jaar het apparaat laten
gebruiken.
Bij reiniging en onderhoud toezicht houden op
kinderen.
Nooit kinderen met het apparaat laten spelen.
nl
80
Algemene bepalingen
Het apparaat is geschikt
voor het koelen en bevriezen van levensmiddelen,
voor ijsbereiding.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op hoogten
van maximaal 2.000 meter boven zeeniveau.
Dit apparaat is bedoeld voor het huishoudelijk gebruik
in een privé huishouden en de huiselijke omgeving.
Het apparaat is radio-ontstoord
conform de EURichtlijn 2004/108/EG.
Het koelcircuit is op lekdichtheid gecontroleerd.
Dit object voldoet aan de geldende
veiligheidsbepalingen voor elektrische apparaten
(EN 60335-2-24).
Instructies betreffende het
afvoeren
* Verpakking afvoeren
De verpakking beschermt uw apparaat tegen
transportschade. Alle gebruikte materialen zijn
milieuvriendelijk en weer herbruikbaar. Help a.u.b. mee:
voer de verpakking milieuvriendelijk af.
Informeer over de actuele afvoermethoden bij uw
vakhandelaar of gemeente.
* Oud apparaat afvoeren
Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door een
milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle
grondstoffen worden teruggewonnen.
m Waarschuwing
Bij versleten apparaten:
1. Netstekker lostrekken.
2. Aansluitkabel doorknippen en met de netstekker
verwijderen.
3. Plateaus en bakken niet uitnemen, om kinderen het
naar binnen klimmen te bemoeilijken!
4. Kinderen niet met het afgedankte apparaat laten
spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddelen en in de isolatie
gassen. Koelmiddel en gassen moeten correct worden
afgevoerd. Leiding van het koelmiddelcircuit tot en met
het afvoeren niet beschadigen.
Leveringsomvang
Controleer na het uitpakken alle onderdelen op
eventuele transportschade.
Neem in geval van klachten contact op met de winkel
waarbij u het apparaat heeft gekocht of met onze
Servicedienst.
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
Zelfstandig apparaat
Uitrusting (afhankelijk van het model)
Zak met montagemateriaal
Gebruikers- en montagehandleiding
Schrift voor servicedienst
Garantiebijlagen
Informatie over energieverbruik en geluid
Apparaat plaatsen
Transport
Het apparaat is zwaar en moet bij het transport en bij
de montage worden geborgd.
Vanwege het gewicht en de afmetingen van het
apparaat en om het risico van letsel of schade aan het
apparaat te minimaliseren, zijn er minimaal twee
personen nodig om het apparaat op te stellen.
De rollen zijn uitsluitend voor de montage bedoeld. Het
apparaat niet m.b.v. de rollen transporteren.
Het apparaat mag niet met de rollen op ongelijke of
zachte ondergronden verplaatst worden.
Opstellingsplaats
Voor het opstellen is een droge, ventileerbare ruimte
geschikt. De opstelplaats moet niet zijn blootgesteld
aan direct zonlicht en moet niet direct in de buurt zijn
van een warmtebron zoals fornuis, kachel, etc.
Wanneer het plaatsen naast een warmtebron
onvermijdelijk is, gebruik dan een geschikte
isolatieplaat of houd de volgende minimale afstanden
tot de warmtebron aan:
Tot elektrische- en gasfornuizen 3 cm.
Tot olie- of kolengestookte kachels 30 cm.
Dit apparaat is overeenkomstig de Europese
Richtlijn 2012/19/EG betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE)
gemarkeerd.
De richtlijn schrijft het kader voor terugname en
verwerking van oude apparaten in de EU voor.
nl
81
Ondergrond
De bodem op de opstellocatie mag niet meegeven.
Indien nodig de bodem versterken.
Het apparaat is zwaar. Zie voor het leeggewicht de
volgende tabel.
Wandafstand
Om de deuren tot aan de aanslag te kunnen openen,
moeten bij het opstellen in een hoek of nis minimale
afstanden aan de zijkant worden aangehouden (zie
hoofdstuk Opstellingsmaten).
Wanneer de diepte van de naastgelegen
keukeninrichtingen groter is dan 65 cm, dan moeten de
minimale afstanden aan de zijkant worden
aangehouden, om de volledige openingshoek van de
deuren te kunnen gebruiken (zie hoofdstuk
Deuropeningshoek).
Minimale afstand tot de achterwand
De meegeleverde afstandshouder met de schroeven
op de daarvoor voorziene openingen op de achterkant
van het apparaat bevestigen.
Door de afstandshouder wordt de minimale afstand van
22 mm tot de wand aangehouden en is de ventilatie
gewaarborgd.
Let op de kamertemperatuur en de
ventilatie
Ruimtetemperatuur
Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde
klimaatklasse. Afhankelijk van de klimaatklasse kan het
apparaat bij de volgende ruimtetemperaturen worden
gebruikt.
De klimaatklasse staat op de typeplaat.
Aanwijzing
Het apparaat is binnen de ruimtetemperatuurgrenzen
van de vermelde klimaatklasse volledig functioneel.
Wanneer een apparaat met klimaatklasse SN bij
koudere kamertemperaturen wordt gebruikt, dan kan
schade aan het apparaat tot een temperatuur van
+5 °C worden uitgesloten.
Ventilatie
De opgewarmde lucht moet ongehinderd kunnen
wegtrekken. Het koelapparaat moet anders meer
vermogen leveren. Dat verhoogt het stroomverbruik.
Daarom: nooit de be- en ontluchtingsopening afdekken
of afsluiten!
Basismodel 98 kg
Klimaatklasse Toegestane kamertemperatuur
SN +10 °C ... 32 °C
N +16 °C ... 32 °C
ST +16 °C ... 38 °C
T +16 °C ... 43 °C
nl
82
Opstellingsmaten
Deuropeningshoek
Afstandshouder
Afmetingen in mm
Afmetingen in
mm
Afmetingen in mm
*720 mm met Afstandshouders
Zijwand afstand
Zijwand diepte
Laden volledig uittrekbaar bij
145° deuropening
min. 22
Afmetingen in mm
min.
22
Laden volledig uittrekbaar bij
145° deuropening
nl
83
Apparaat aansluiten
Na het opstellen van het apparaat minimaal 1 uur
wachten, tot het apparaat in bedrijf wordt genomen.
Tijdens het transport kan het gebeuren, dat in de
compressor aanwezige olie zich in het koelsysteem
afzet.
Voor de eerste ingebruikname de binnenruimte van het
apparaat reinigen (zie hoofdstuk Apparaat reinigen).
Sluit het water altijd aan voordat u de elektrische
aansluiting maakt.
Verwijder de transportborgingen van de plateaus pas
na het opstellen.
Elektrische aansluiting
De contactdoos moet dicht bij het apparaat zitten en
ook na het opstellen van het apparaat vrij toegankelijk
zijn.
Het apparaat voldoet aan veiligheidsklasse I. Via een
conform de voorschriften geïnstalleerde contactdoos
met randaarde het apparaat op 220-240 V/50 Hz
wisselspanning aansluiten. De contactdoos moet met
een 10 A tot 16 A zekering zijn gezekerd.
Bij apparaten, die in niet-Europese landen worden
gebruikt, moet worden gecontroleerd, of de opgegeven
spanning en stroom overeenkomen met die van het
elektriciteitsnet. Deze informatie vindt u op de typeplaat.
m Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval op een elektronische
energiespaarstekker worden aangesloten.
Voor het gebruik van onze apparaten kunnen sinus- en
netgestuurde omvormers worden gebruikt.
Netgestuurde omvormers worden bij zonne-energie
installaties gebruikt, die direct op het openbare
stroomnet worden aangesloten. Bij eilandoplossingen
(bijv. schepen of berghutten), die geen directe
aansluiting op het openbare stroomnet hebben, moeten
sinusgeregelde omvormers worden gebruikt.
Apparaat uitlijnen
Aanwijzing
Om te zorgen dat het apparaat optimaal functioneert,
moet deze met een waterpas horizontaal worden
uitgelijnd.
Wanneer het apparaat scheef staat, dan kan dit tot
gevolg hebben, dat de deuren niet meer goed sluiten.
1. Apparaat op de daarvoor bedoelde plaats zetten.
2. Om er voor te zorgen dat het apparaat niet weg kan
rollen, de twee voorste voeten er uit draaien, tot
deze vast op de bodem staan.
3. Voeten draaien, tot het apparaat exact horizontaal
staat. De deuren van het apparaat als referentievlak
gebruiken.
4. Vriesruimtedeur is dieper:
nl
84
5. Koelruimtedeur is dieper: Wanneer het apparaat exact horizontaal is gesteld,
maar echter één apparaatdeur dieper staat:
1. Apparaatdeuren openen.
2. 3 schroeven er uit draaien en de plint verwijderen.
3. Moer losdraaien.
4. Instelmoer draaien, totdat de apparaatdeuren
horizontaal zijn gesteld.
5. Vriesruimtedeur is dieper: Instelmoer linksom
draaien.
6. Koelruimtedeur is dieper: Instelmoer rechtsom
draaien.
7. Moer vastdraaien.
8. Plint aanbrengen en met 3 schroeven bevestigen.
nl
85
Aanwijzing
Door het eigen gewicht en de belading van de deur
met levensmiddelen kan het voorkomen dat de deur
van de koelruimte helt, zelfs wanneer het apparaat
recht staat. De deurspleet is boven en onder niet even
groot.
Wanneer de deurspleet boven en onder niet gelijk is:
1. 2 schroeven er uit draaien en bovenste
scharnierafdekking er af nemen.
2. Scharnierschroeven losdraaien.
Schroeven niet helemaal er uit draaien!
3. Hellingshoek van de deur van de koelruimte
instellen.
4. Scharnierschroeven vastdraaien.
5. Scharnierafdekking plaatsen en met 2 schroeven
bevestigen.
Deurmontage
Wanneer het apparaat niet door de deur van de woning
past, kunnen de deurgrepen of deuren van het
apparaat gedemonteerd worden.
Aanwijzing
De demontage van de deurgrepen of apparaatdeuren
mag uitsluitend door de servicedienst worden gedaan.
De kosten daarvoor kunt u opvragen bij uw
verantwoordelijke servicedienst.
nl
86
Apparaat leren kennen
Apparaat
De uitrusting van de modellen kan variëren.
Afwijkingen van de afbeeldingen zijn mogelijk.
A Koelruimte
B Vriesruimte (4 sterren)
1 Bedieningselementen
2 Deurvakjes (2-sterren vak)
Aanwijzing
Alleen deze deurvakjes hebben 2 sterren, de
overige vriesruimte heeft 4 sterren.
3 Deurvakjes
4 Bakje voor ijsblokjes
5 Glasplateaus vriesruimte
6 Vriesruimte-schuifdladen
7 Vakje
8 Glasplateaus koelruimte
9 Eierhouder
10 Groentelade
11 Vruchtenlade
12 Boter- en kaasvak
13 Deurvak met klep
nl
87
Bedieningselementen
1 Toets „freeze/super“
Temperatuur in vriesruimte instellen.
Functie „Super-vriezen“ in- en uitschakelen.
2 Toets „alarm“
Weergave van het temperatuuralarm
uitschakelen.
3 Toets „lock“
Toetsenblokkering (kinderslot) in- en
uitschakelen.
4 Toets „cool/super“
Temperatuur in koelruimte instellen.
Functie „Super-koelen“ in- en uitschakelen.
5 Display koelruimte
Temperatuur in koelruimte.
Symbool „super“ bij ingeschakelde functie
„Super-koelen“.
Symbool „alarm“ bij aanwezig alarm in de
koelruimte.
6 Display vriesruimte
Temperatuur in vriesruimte.
Symbool „super“ bij ingeschakelde functie
„Super-vriezen“.
Symbool „alarm“ bij aanwezig alarm in
vriesruimte.
7 Symbolen op het display
Toetsblokkering (kinderslot)
Toetsblokkering is ingeschakeld.
nl
88
Apparaat inschakelen
De stekker in het stopcontact steken.
Het apparaat begint te koelen.
Bij het eerste gebruik is de alarmfunctie gedeactiveerd
todat het apparaat de ingestelde temperatuur heeft
bereikt. Wanneer het apparaat weer in gebruik wordt
genomen nadat het langere tijd uitgeschakeld is
geweest, kan het temperatuuralarm in werking treden.
De temperatuurindicaties knipperen en op het display
wordt het „alarm“ symbool weergegeven, tot het
apparaat de ingestelde temperatuur bereikt heeft.
Door indrukken van de toets „alarm“ wordt de
weergave van het temperatuuralarm uitgeschakeld.
De verlichting gaat aan bij geopende apparaatdeuren.
Af fabriek worden de volgende temperaturen
aanbevolen en vooringesteld:
Koelruimte +4 °C
Vriesruimte -18 °C.
Gebruiksinstructies
Na het inschakelen kan het meerdere uren duren
voordat de ingestelde temperaturen zijn bereikt.
Daarvoor geen levensmiddelen in het apparaat
leggen.
Door het volautomatische Nofrost-systeem blijft de
vriesruimte ijsvrij. Ontdooien is niet meer nodig.
De kopse zijden van de behuizing worden deels licht
verwarmd, dit voorkomt condenswatervorming bij de
deurafdichting.
Kan de deur van de vriesruimte na het sluiten niet
direct weer geopend worden, wacht dan een
moment, tot de ontstane onderdruk is vereffend.
Temperatuur instellen
Koelruimte
De temperatuur van worden ingesteld van +2 °C tot
+8 °C.
De toets „cool/super“ net zo vaak indrukken, tot de
gewenste temperatuur van de koelruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt opgeslagen. De
ingestelde temperatuur wordt op het display van de
koelruimte weergegeven.
Vriesruimte
De temperatuur van worden ingesteld van -16 °C tot
-22 °C.
De toets „freeze/super“ net zo vaak indrukken, totdat
de gewenste vriesruimte-temperatuur is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt opgeslagen. De
ingestelde temperatuur wordt op het display van de
vriesruimte weergegeven.
Super-koelen
Bij super-koelen wordt de koelruimte ca. 40 minuten
lang zo koud mogelijk gekoeld. Daarna wordt de
temperatuur automatisch op +4 °C ingesteld.
Het super-koelen inschakelen bijv.
voor het plaatsen van grote hoeveelheden
levensmiddelen
Voor het snelkoelen van dranken.
Aanwijzing
Is super-koelen ingeschakeld, dan kan dit leiden tot
meer bedrijfsgeluid.
Inschakelen
De toets „cool/super“ net zo vaak indrukken tot op het
display van de koelruimte „super“ wordt weergegeven.
Uitschakelen
De toets „cool/super“ indrukken.
Aanwijzing
Op het display dooft „super“. De temperatuur wordt
automatisch op +4 °C ingesteld.
nl
89
Super-vriezen
Levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern
worden bevroren, zodat vitamines, voedingswaarde,
uiterlijk en smaak behouden blijven.
Schakel enkele uren voor het plaatsen van de verse
levensmiddelen Super-vriezen in, om een ongewenste
temperatuurstijging te voorkomen.
Over het algemeen is 4 - 6 uur afdoende.
Het apparaat werkt na het inschakelen continu.
Daardoor wordt in de vriezer een zeer lage temperatuur
bereikt.
Moet het maximale vriesvolume worden gebruikt, dan
moet Super-vriezen 24 uur voorafgaande aan het
plaatsen van de verse levensmiddelen worden
ingeschakeld.
Super-vriezen schakelt automatisch uit na ca. 48 uur.
Kleinere hoeveelheden levensmiddel (tot max.2 kg)
kunt u zonder Super-vriezen invriezen.
Aanwijzing
Wanneer Super-vriezen is ingeschakeld, dan kan dit
leiden tot meer bedrijfsgeluid.
Inschakelen
De toets „freeze/super“ net zo vaak indrukken tot op
het display van de vriesruimte „super“ wordt
weergegeven.
Uitschakelen
De toets „freeze/super“ indrukken.
Aanwijzing
Op het display dooft „super“. Daarna wordt
automatisch overgeschakeld naar de temperatuur die
voor super-vriezen is ingesteld.
Toetsblokkering (kinderslot)
Bij ingeschakelde toetsblokkering zijn alle toetsen
geblokkeerd.
Bij ingeschakelde toetsenblokkering kan bij een
waarschuwingssignaal met de toets „alarm“ het
waarschuwingssignaal worden uitgeschakeld.
Inschakelen
De toets „lock“ indrukken.
Op het display wordt het symbool „toetsblokkering“
weergegeven.
Uitschakelen
De toets „lock“ 3 seconden indrukken.
Alarmfuncties
Deuralarm
Het deuralarm schakelt in, wanneer een apparaatdeur
langer dan één minuut open staat. De
waarschuwingstoon herhaalt elke 60 seconden
gedurende 5 minuten. Door het sluiten van de deur
schakelt de alarmtoon weer uit.
Temperatuuralarm
Het display geeft het temperatuuralarm aan, wanneer
het in de koel- of vriesruimte te warm is en de
levensmiddelen in gevaar komen.
Op het betreffende display wordt de hoogste
temperatuur aangegeven en „alarm“.
Koelruimte
Wanneer het in de koelruimte te warm is geworden, het
opgewarmde product voor de consumptie verwarmen.
Rauwe levensmiddelen in geval van twijfel niet meer
gebruiken.
nl
90
Vriesruimte
Ontdooide waren niet weer invriezen. Pas na het
verwerken in een gerecht (gekookt of gebraden) kan
het opnieuw ingevroren worden.
De maximale bewaarduur niet meer geheel benutten.
Zonder gevaar voor het ingevroren product kan het
alarm inschakelen:
bij de inbedrijfstelling van het apparaat,
bij het plaatsen van grote hoeveelheden verse
levensmiddelen,
bij te lang geopende vriesruimte-deur.
Alarm uitschakelen
Toets „alarm“ indrukken.
Aanwijzing
Zodra de ingestelde temperatuur weer bereikt is,
dooft „alarm“ op het display.
Energiezuinige modus
20 seconden nadat de deuren zijn gesloten of de
laatste toetsen zijn bediend, schakelt het display naar
de energiezuinige modus. Het display gaat uit, gedimd
branden alleen nog de woorden „freeze“ en „cool“.
Zodra een deur wordt geopend, of een toets bediend
wordt, schakelt het display in met normale
verlichtingssterkte.
Effectieve inhoud
Informatie over de effectieve inhoud van uw apparaat
vindt u op de typeplaat.
Vriesvolume volledig gebruiken
Om de maximale hoeveelheid aan vriesgoed onder te
kunnen brengen, kunt u alle indelingsonderdelen
uitnemen. De levensmiddelen kunt u dan direct in de
vakjes en op de bodem van de vriesruimte stapelen.
Het uitnemen en plaatsen van de indelingsonderdelen
is omschreven in het hoofdstuk Uitrusting.
De koelruimte
De koelruimte is de ideale bewaarlocatie voor bereide
gerechten, gebak, conserven, melk en kaas.
Opletten bij het plaatsen
Plaats verse, ongeschonden levensmiddelen. Zo
blijft de kwaliteit en versheid langer bewaard.
Bij bereide producten en gebottelde producten de
door de producent aangegeven minimale
houdbaarheids- of gebruiksdatum aanhouden.
Om aroma, kleur en versheid te behouden, de
levensmiddelen goed verpakt of afgedekt plaatsen.
Overdracht van smaak en verkleuringen van
kunststof delen in de koelruimte worden daardoor
vermeden.
Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen
en dan pas in het apparaat plaatsen.
Aanwijzing
Voorkom contact tussen levensmiddelen en de
achterwand. De luchtcirculatie wordt anders beïnvloed.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen aan de
achterwand vastvriezen.
Houd rekening met de koudezones in de
koelruimte
Door de luchtcirculatie in de koelruimte ontstaan zones
van een verschillende koudegraad:
De koudste zone bij de achterwand.
De warmste zone is bij de deur, helemaal bovenin.
Aanwijzing
Bewaar in de warmste zone bijv. kaas en boter. Kaas
kan zo haar aroma verder ontwikkelen, de boter blijft
smeerbaar.
De vriesruimte
De vriesruimte gebruiken
Voor het opslaan van diepvriesproducten.
Voor het maken van ijsblokjes.
Voor het bevriezen van levensmiddelen.
Aanwijzing
Let erop dat de deur van de vriesruimte altijd gesloten
is! Bij een geopende deur ontdooien de bevroren
waren en treedt er sterke ijsvorming op. Bovendien:
Energieverspilling door hoog stroomverbruik!
Aanwijzing
De 2 sterren deurvakken kunnen worden gebruikt voor
het kort bewaren van ijs en levensmiddelen bij -12 °C.
De rest van de vriesruimte heeft 4 sterren.
nl
91
Max. vriesvermogen
Informatie over de maximale invriescapaciteit in 24 uur
vindt u op de typeplaat.
Vereisten voor maximale vriescapaciteit
Super-vriezen voor het plaatsen van verse producten
inschakelen (zie hoofdstuk Super-vriezen).
Uitrustingsonderdelen verwijderen.
Stapel de levensmiddelen direct in de vakjes en op
de bodem van de vriesruimte.
Aanwijzing
De ventilatiesleuven op de achterwand niet met
product afdekken.
Grotere hoeveelheden levensmiddelen bij voorkeur
in het bovenste vak invriezen. Daar worden ze
bijzonder snel en dus ook zorgvuldig ingevroren.
Invriezen en bewaren
Diepvriesproducten inkopen
De verpakking mag niet beschadigd zijn.
Houdbaarheidsdatum aanhouden.
Temperatuur in de verkoopkist moet -18 °C of
kouder zijn.
Diepvriesproducten indien mogelijk in isolerende tas
transporteren en zo snel mogelijk in de vriezer doen.
Let op bij het indelen
Grotere hoeveelheden levensmiddelen bij voorkeur
in het bovenste vak invriezen. Daar worden ze
bijzonder snel en dus ook zorgvuldig ingevroren.
De levensmiddelen ruim over de vakken, resp.
invriesruimten verdelen.
Aanwijzing
Al ingevroren levensmiddelen mogen niet met de
vers in te vriezen levensmiddelen in contact komen.
Eventueel ingevroren levensmiddelen in andere lade
stapelen.
Vriesproduct bewaren
Vrieslade tot de aanslag inschuiven om een
probleemloze luchtcirculatie te waarborgen.
Verse levensmiddelen
bevriezen
Gebruik voor het invriezen alleen verse levensmiddelen.
Om voedingswaarde, aroma en kleur zo goed mogelijk
te behouden, moeten groenten voor het invriezen
geblancheerd worden.
Bij aubergines, paprika, courgettes en asperges is
blancheren niet nodig.
Boeken over invriezen en blancheren vindt u in de
boekwinkel.
Aanwijzing
Laat in te vriezen levensmiddelen niet in contact komen
met al bevroren levensmiddelen.
Geschikt om in te vriezen zijn:
Gebak, vis en zeevruchten, vlees, wild, gevogelte,
groenten, fruit, kruiden, eieren zonder schaal,
melkproducten zoals kaas, boter en kwark, bereide
gerechten en etensresten zoals soep,
eenpansgerecht, klaargemaakt vlees en
klaargemaakte vis, aardappelgerechten,
ovenschotels en zoete gerechten.
Niet geschikt om in te vriezen zijn:
Groenten die doorgaans rauw worden gegeten,
zoals sla, radijsjes, eieren in de schaal, druiven, hele
appels, peren en perziken, hardgekookte eieren,
yoghurt, zure-melk, zure room, crème fraîche en
mayonaise.
Vriesproducten verpakken
Verpak levensmiddelen luchtdicht, zodat deze geen
smaak verliezen of uitdrogen.
1. Levensmiddel in de verpakking doen.
2. Lucht er uit drukken.
3. Verpakking dicht afsluiten.
4. Inhoud en invriesdatum op de verpakking schrijven.
Als verpakking geschikt:
Kunststoffolie, polyethyleen slangfolie, aluminiumfolie,
invriesdozen.
Deze producten vindt u in de vakhandel.
Niet geschikt als verpakking:
Pakpapier, perkament, cellofaan, vuilniszakken en
gebruikte plastic winkeltassen.
Geschikt voor het afsluiten zijn:
Rubber ringen, kunststof clips, sluiters,
koudebestendige tape, etc.
Zakken en slangfolie van poly-ethyleen kunnen met een
folielasapparaat worden gelast.
nl
92
Houdbaarheid van het diepvriesproduct
De houdbaarheid is afhankelijk van het soort
levensmiddel.
Bij een temperatuur van -18 °C:
Vis, wordt, bereide gerechten, brood en gebak:
tot max. 6 maanden
Kaas, gevogelte, vlees:
tot max. 8 maanden
Groenten, fruit:
tot max. 12 maanden.
Diepvriesproduct ontdooien
Afhankelijk van het soort en het gebruiksdoel kunt u
kiezen uit de volgende mogelijkheden:
bij kamertemperatuur
in de koelkast
in elektrische oven, met/zonder heteluchtventilator
in magnetron.
m Attentie
Ontdooide waren niet weer invriezen. Pas na het
verwerken in een gerecht (gekookt of gebraden) kan
het opnieuw ingevroren worden.
De maximale bewaartijd van het product niet meer
volledig opgebruiken.
Uitrusting
Glasplateaus
De glasplateaus kunnen worden uitgenomen en op
verschillende hoogtes worden geplaatst.
Uitnemen
Glasplateau van achter optillen en er uit trekken.
Plaatsen
Glasplateau de geleiderail naar achteren schuiven,
totdat deze naar onderen inklikt.
Glasplateau boven de lade
De glasplateaus kunnen worden verwijderd.
De glasplateaus er uit trekken en naar boven toe
verwijderen.
Deurvakjes
De deurvakjes kunnen worden verwijderd.
De deurvakjes naar boven er uit trekken.
Bakje voor ijsblokjes
De bakjes voor ijsblokjes dienen voor het maken en
bewaren van ijsblokjes.
De bakjes voor ijsblokjes er uit trekken.
nl
93
Laden
De laden kunnen worden verwijderd.
De lade tot de aanslag er uit trekken, aan de voorzijde
optillen en volledig er uit trekken.
Vakje
Voor het bewaren van drankblikjes.
Eierhouder
Deurvak met klep
Dit vak kan worden verwijderd.
Het vak naar boven er uit trekken.
Apparaat uitschakelen en uit
bedrijf nemen
Apparaat uitschakelen
Netstekker lostrekken of zekering uitschakelen.
Koelmachine en verlichting schakelen uit.
Wanneer het apparaat uitgeschakeld moet worden,
zonder de netstekker er uit te halen (bijv. tijdens de
vakantie):
De toetsen „freeze/super“ en „cool/super“ 5 seconden
drukken. Wanneer het apparaat is uitgeschakeld,
geven de temperatuurindicaties „- -“ aan. De rest van
het display is uitgeschakeld.
Apparaat inschakelen:
De toetsen „freeze/super“ en „cool/super“ 5 seconden
drukken.
Apparaat stil zetten
Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt:
1. Alle levensmiddelen uit het apparaat nemen.
2. Apparaat uitschakelen.
3. Apparaat reinigen.
4. Deur van het apparaat open laten.
Ontdooien
Koelruimte
Terwijl het apparaat in bedrijf is, vormen zich op de
achterwand van de koelruimte dauwwaterdruppels of
rijp. Omdat de achterwand automatisch ontdooit, is het
niet nodig rijp of dauwwaterdruppels te verwijderen.
Vriesruimte
Door het volautomatische Nofrost-systeem blijft de
vriesruimte ijsvrij. Ontdooien is niet meer nodig.
nl
94
Apparaat reinigen
m Attentie
Gebruik geen zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaak- en oplosmiddelen.
Geen schurende of krassende sponzen gebruiken.
Op metalen oppervlakken kan corrosie ontstaan.
Nooit plateaus en bakken in de vaatwasser reinigen.
De delen kunnen vervormen!
Ga als volgt te werk:
1. Vóór het reinigen het apparaat uitschakelen.
2. Netstekker lostrekken of zekering uitschakelen.
3. Levensmiddelen uit het apparaat halen en op een
koele plaats bewaren. Koelelement (indien
beschikbaar) op de levensmiddelen leggen.
4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
5. Reinig het apparaat met een zachte doek,
lauwwarm water en wat pH-neutraal afwasmiddel.
Het schoonmaakwater mag niet in de verlichting of
door het afvoergat in de verdampingsschaal komen.
6. De deurafdichting alleen met schoon water afvegen
en daarna grondig droog wrijven.
7. Na het schoonmaken het apparaat weer aansluiten
en inschakelen.
8. Levensmiddelen weer in het apparaat doen.
Uitrusting
Voor de reiniging kunnen alle variabele onderdelen van
het apparaat worden uitgenomen (zie hoofdstuk
Uitrusting).
Geuren
Wanneer u onaangename geuren constateert:
1. Netstekker losmaken of zekering uitschakelen.
2. Alle levensmiddelen uit het apparaat nemen.
3. Binnenruimte reinigen (zie hoofdstuk Apparaat
reinigen).
4. Alle verpakkingen reinigen.
5. Sterk ruikende levensmiddelen luchtdicht verpakken
om geurvorming te voorkomen.
6. Apparaat weer inschakelen.
7. Levensmiddelen in het apparaat doen.
8. Na 24 uur controleren of er opnieuw geurvorming
optreedt.
Verlichting (LED)
Uw apparaat is uitgevoerd met een onderhoudsvrije
LED-verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen uitsluitend door
de Servicedienst of geautoriseerde vakkrachten worden
uitgevoerd.
Energie besparen
Apparaat in een droge, geventileerde ruimte
plaatsen. Het apparaat mag niet direct in de zon of in
de nabijheid van een warmtebron staan (bijv.
radiator, open haard).
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
Warme levensmiddelen en dranken eerst laten
afkoelen, dan pas in het apparaat zetten.
Diepvriesproducten voor het ontdooien in de
koelruimte plaatsen en de koude van het
diepvriesproduct voor de koeling van
levensmiddelen benutten.
Apparaat zo kort mogelijk openen.
Om te voorkomen dat bij een eventuele stroomuitval
of storing de levensmiddelen snel opwarmen,
koelelementen in het bovenste vak direct op de
levensmiddelen leggen.
Let er op dat de deur van de vriesruimte altijd
gesloten is.
De plaatsing van de indelingselementen heeft geen
invloed op het energieverbruik van het apparaat.
Om een verhoogd stroomverbruik te vermijden, de
be- en ontluchtingsopeningen af en toe met een
kwast of stofzuiger reinigen.
Bedrijfsgeluiden
Normale geluiden
Brommen
Motoren draaien (bijv. koelaggregaat, ventilator).
Borrelende, zoemende of gorgelende geluiden
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikken:
Motor, schakelaar, of magneetventielen schakelen in of
uit.
Geluiden vermijden
Het apparaat staat niet horizontaal
Stel het apparaat horizontaal m.b.v. een waterpas.
Gebruik daarvoor de schroefvoeten van het apparaat of
leg er iets onder.
Het apparaat staat ergens tegen aan
Zet het apparaat los van andere meubels of apparaten.
Vakken of plateaus wiebelen of klemmen
Controleer de uitneembare delen en plaats deze
eventueel opnieuw.
Verpakkingen komen met elkaar in contact
Haal de verpakkingen iets uit elkaar.
nl
95
Kleine storingen zelf opheffen
Voordat u contact opneemt met de klantenservice:
Controleer of u de storing aan de hand van de volgende instructies kunt verhelpen.
U moet de kosten voor de klantenservice zelf dragen ook tijdens de garantieperiode!
Apparaat
Servicedienst
Een servicedienst in uw omgeving vindt u in het
telefoonboek of in de servicedienst-index. Geef aan de
Servicedienst het typenummer (E-Nr.) en het
fabricagenummer (FD-Nr.) van het apparaat door.
U vindt deze op de typeplaat.
Help mee om onnodige voorrijkosten te voorkomen
door het artikel- en fabricagenummer door te geven. U
bespaart de daaraan verbonden extra kosten.
Reparatie-opdracht en advies bij
storingen
De contactgegevens van alle landen vindt u in het
bijgaande Servicedienst-overzicht.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat heeft geen
koelvermogen.
De verlichting werkt niet.
Het display gaat niet aan.
Netspanningsuitval. Controleer of de spanning aanwezig is.
Zekering is uitgeschakeld. Zekering controleren.
Netstekker zit niet goed vast. Controleer, of de netstekker goed vast zit.
De compressor schakelt
steeds vaker en langer in.
Frequent openen van het apparaat. Apparaat niet onnodig openen.
De be- en ontluchtingsopeningen zijn
bedekt.
Hindernissen wegnemen.
Plaatsen van grotere hoeveelheden
verse levensmiddelen.
Super-koelen resp. Super-vriezen
inschakelen.
In de koelruimte of vriesruimte
is het te koud.
Temperatuur is te koud ingesteld. Temperatuur warmer instellen.
De Verlichting (LED) werkt niet. De LED-verlichting is defect. Zie hoofdstuk verlichting (LED).
Lichtschakelaar klemt. Controleer of de lichtschakelaar bewogen
kan worden.
Apparaat was te lang geopend.
De verlichting wordt na
ca. 10 minuten uitgeschakeld.
Na het sluiten en openen van het apparaat
is de verlichting weer aan.
Onaangename geuren zijn
waarneembaar.
Sterk geurende levensmiddelen zijn
niet luchtdicht verpakt.
Apparaat reinigen. Sterk geurende
levensmiddelen luchtdicht verpakken (zie
hoofdstuk Geuren).
Waarschuwingstoon klinkt,
temperatuurindicatie knippert.
In de vriesruimte is het te
warm! Gevaar voor het
diepvriesproduct.
Deur van de vriesruimte is geopend. Zie hoofdstuk alarmfuncties.
Er zijn te veel levensmiddelen in één
keer voor bevriezen geplaatst.
NL 088 424 4020
B 070 222 142
1/96