Siemens KA62NV40/09 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Siemens KA62NV40/09 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
nl
75
nl Inhoud
nlMontage- en gebruiksaanwijzing
Veiligheidsbepalingen en waarschuwingen . 76
Aanwijzingen over de afvoer ........................... 77
Omvang van de levering .................................. 78
Opstellen van het apparaat ............................. 78
Opstellingsafmetingen ...................................... 79
Openingshoek deur .......................................... 79
Apparaat horizontaal zetten ............................ 80
Apparaat aansluiten .......................................... 80
Deuren van het apparaat en deurgrepen
demonteren ........................................................ 81
Kennismaking met het apparaat .................... 82
Inschakelen van het apparaat ........................ 84
Instellen van de temperatuur .......................... 84
Alarm function .................................................... 84
Netto-inhoud ....................................................... 85
De diepvriesruimte ............................................ 85
Maximale invriescapaciteit ............................... 85
Verse levensmiddelen invriezen ..................... 85
Supervriezen ....................................................... 86
Ontdooien van diepvrieswaren ....................... 86
De koelruimte ..................................................... 86
Superkoelen ....................................................... 87
Uitvoering van de diepvriesruimte ................. 87
Variabele indeling van de binnenruimte ....... 88
Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen
.............................................................................. 88
Ontdooien ........................................................... 88
Schoonmaken van het apparaat .................... 88
Verlichting ........................................................... 89
Energie besparen .............................................. 89
Bedrijfsgeluiden ................................................. 89
Kleine storingen zelf verhelpen ...................... 90
Zelftest apparaat ............................................... 91
Servicedienst ...................................................... 91
nl
76
m Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen
Voordat u het apparaat in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en het
installatievoorschrift nauwkeurig door.
U vindt daarin belangrijke informatie over
plaatsing, gebruik en onderhoud van het
apparaat.
De fabrikant aanvaardt geen
aansprakelijkheid als de aanwijzingen
en waarschuwingen
in de gebruiksaanwijzing niet in acht
worden genomen. Bewaar
de gebruiksaanwijzing en het
montagevoorschrift voor later gebruik
of voor een eventuele latere bezitter.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat een geringe
hoeveelheid van het milieuvriendelijke maar
brandbare koelmiddel R600a. Let erop dat
de leidingen van het koelcircuit bij het
transport of de installatie niet beschadigd
worden. Koelmiddel dat naar buiten spuit
kan vlam vatten of zich ontsteken.
Bij beschadiging
Open vuur of andere ontstekingsbronnen
uit de buurt van het apparaat houden;
Ruimte gedurende een paar minuten
goed luchten;
Apparaat uitschakelen en de stekker uit
het stopcontact trekken;
Contact opnemen met de Servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het apparaat bevat,
des te groter moet de ruimte zijn waarin het
apparaat wordt opgesteld. In een te kleine
ruimte kan bij een lek een ontvlambaar
mengsel van gas en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m³ groot zijn. De hoeveelheid
koelmiddel in uw apparaat vindt u op het
typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat.
Als de aansluitkabel van het apparaat
beschadigd raakt, moet deze worden
vervangen door de fabrikant, de
klantenservice of een andere
gekwalificeerde persoon. Onvakkundige
installatie en reparaties kunnen groot
gevaar opleveren voor de bezitter.
Reparaties mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door de fabrikant, de
klantenservice of een andere
gekwalificeerde persoon.
Er mogen alleen originele onderdelen van
de fabrikant gebruikt worden. Alleen bij
deze onderdelen garandeert de fabrikant
dat ze aan de veiligheidseisen voldoen.
Een verlengsnoer voor de aansluitkabel
mag uitsluitend via de klantenservice
worden aangeschaft.
Bij het gebruik
Nooit elektrische apparaten in het
apparaat gebruiken (bijv.
verwarmingsapparaten, elektrische
ijsmaker etc.). Explosiegevaar!
Het apparaat nooit met een stoomreiniger
ontdooien of schoonmaken! De hete
stoom kan in de elektrische onderdelen
terechtkomen en kortsluiting veroorzaken.
Gevaar van elektrische schok!
Gebruik geen puntige en scherpe
voorwerpen om een laag ijs of rijp te
verwijderen. U kunt hierdoor de
koelleidingen beschadigen. Koelmiddel
dat naar buiten spuit kan vlam vatten oftot
oogletsel leiden.
Geen producten met brandbare
drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen
explosieve stoffen in het apparaat
opslaan. Explosiegevaar!
Plint, uittrekbare manden of laden, deuren
etc. niet als opstapje gebruiken of om op
te leunen.
Voor het reinigen de stekker uit het
stopcontact trekken of de zekering
uitschakelen. Altijd aan de stekker
trekken, nooit aan de aansluitkabel.
Dranken met een hoog
alcoholpercentage altijd goed afgesloten
en staand bewaren.
Geen olie of vet gebruiken op kunststof
onderdelen en deurdichtingen. Ze kunnen
poreus worden.
De be- en ontluchtingsopeningen van het
apparaat nooit afdekken.
nl
77
Vermijden van risico's voor kinderen en
kwetsbare personen:
Kwetsbaar zijn kinderen/personen met
lichamelijke, geestelijke of zintuigelijk
beperkingen, evenals personen die
onvoldoende kennis hebben over de
veilige bediening van het apparaat.
Zorg ervoor dat kinderen en kwetsbare
personen begrijpen wat de gevaren zijn.
Een voor de veiligheid verantwoordelijke
persoon moet toezicht houden op
kinderen en kwetsbare personen bij het
apparaat of hen instrueren.
Alleen kinderen vanaf 8 jaar het apparaat
laten gebruiken.
Bij reiniging en onderhoud toezicht
houden op kinderen.
Laat kinderen nooit met het apparaat
spelen.
Flessen en blikjes met vloeistoffen –
vooral koolzuurhoudende dranken – niet
in de diepvriesruimte opslaan. Flessen en
potten kunnen barsten!
Diepvrieswaren nadat u ze uit de
diepvriesruimte hebt gehaald, nooit
onmiddellijk in de mond nemen.
Kans op vrieswonden!
Vermijd langdurig contact van uw handen
met de diepvrieswaren, ijs of de
verdamperbuizen enz.
Kans op vrieswonden!
Kinderen in het huishouden
Verpakkingsmateriaal en onderdelen
ervan zijn geen speelgoed voor kinderen.
Verstikkingsgevaar door opvouwbare
kartonnen dozen en folie!
Het apparaat is geen speelgoed voor
kinderen!
Bij een apparaat met deurslot:
sleutel buiten het bereik van kinderen
bewaren!
Algemene bepalingen
Het apparaat is geschikt
voor het koelen en invriezen van
levensmiddelen,
voor het bereiden van ijs.
Dit apparaat is bestemd voor privégebruik
in het huishouden en de huiselijke
omgeving.
Het apparaat is ontstoord volgens EU
richtlijn 2004/108/EC.
Het koelcircuit is op dichtheid
gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan
de veiligheidsbepalingen voor elektrische
apparaten (EN 60335-2-24).
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
Aanwijzingen over de afvoer
* Afvoeren van de verpakking van
uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat tegen
transportschade. De gebruikte materialen zijn
onschadelijk voor het milieu en kunnen opnieuw
worden gebruikt. Help daarom mee en zorg
dat de verpakking milieuvriendelijk wordt afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier of bij de reinigingsdienst
in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat
en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat
kunt (laten) afvoeren voor een milieuvriendelijke
verwerking.
* Afvoeren van uw oude apparaat
Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door
een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle
grondstoffen worden teruggewonnen.
m Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker
verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet eruit halen
om het kinderen moeilijk te maken erin te klimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte apparaat
spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel en in de isolatie
gas. Die zorgvuldig moeten worden afgevoerd. Met het
oog op een doelmatige en milieuvriendelijke afvoer
mogen de leidingen van het koelcircuit tot het moment
van transport niet beschadigd worden.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming
met de Europese richtlijn 2012/19/EU
betreffende afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur (waste electrical and
electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking van oude
apparaten.
nl
78
Omvang van de levering
Controleer na het uitpakken alle onderdelen op
eventuele transportschade.
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het
apparaat hebt aangeschaft of bij onze klantenservice.
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
Vrijstaand apparaat
Uitrusting (modelafhankelijk)
Zakje met montagemateriaal
Gebruiksaanwijzing
Montagevoorschrift
Klantenserviceboekje
Garantiebijlage
Informatie over energieverbruik en geluiden
Opstellen van het apparaat
Transport
Het toestel is zwaar. Bij het transport en bij de montage
beveiligen!.
Op grond van het gewicht en de afmetingen van het
apparaat en om het risico van letsel of schade aan het
apparaat te minimaliseren, zijn ten minste twee
personen nodig voor de veilige opstelling van het
apparaat.
De juiste plaats
Geschikt voor het opstellen zijn droge, ventileerbare
vertrekken. Het apparaat liefst niet in de zon of naast
een fornuis, verwarmingsradiator of een andere
warmtebron plaatsen. Is plaatsing naast een
warmtebron niet te vermijden, maak dan gebruik van
een isolerende plaat of neem de volgende
minimumafstanden in acht:
Naast elektrische- of gasfornuizen: 3 cm.
Naast een CV-installatie 30 cm.
Bij plaatsing naast een ander koel- of vriesapparaat
moet aan de zijkant ten minste 25 mm ruimte worden
opengelaten om het ontstaan van condenswater te
vermijden.
Wanneer er boven het apparaat een plank of een kast
wordt gemonteerd, dient men een opening van 30 mm
aan te houden, zodat het apparaat desgewenst uit de
nis kan worden getrokken.
De verwarmde lucht aan de achterkant van
het apparaat moet ongehinderd afgevoerd kunnen
worden.
Ondergrond
m Attentie
Het apparaat is zwaar.
Uitvoering: 119 kg
De vloer op de plaats van opstelling mag niet
meegeven, vloer eventueel verstevigen.
Bij het plaatsen in een hoek of nis
de minimumafstanden aan de zijkanten in acht nemen
(zie Afmetingen van het apparaat) zodat de deuren tot
de aanslag geopend kunnen worden (zie het hoofdstuk
„Opstellingsafmetingen”).
Als de keukenmeubelen ernaast dieper zijn dan 60 cm,
dan moeten aan de zijkant minimumafstanden in acht
worden genomen om de openingshoek van de deur
ten volle te benutten (zie hoofdstuk „Openingshoek
deur”).
Let op de omgevingstemperatuur en de
beluchting
Omgevingstemperatuur
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. Deze geeft
aan binnen welke omgevingstemperaturen het
apparaat gebruikt kan worden. Het typeplaatje bevindt
zich rechts onderaan in de koelruimte.
Aanwijzing
Het apparaat is volledig functioneel binnen
de binnentemperatuurgrenzen van de aangegeven
klimaatklasse. Wanneer een apparaat uit klimaatklasse
SN wordt gebruikt bij een lagere binnentemperatuur,
kunnen beschadigingen aan het apparaat worden
uitgesloten tot een temperatuur van +5 °C.
Beluchting
De beluchtings- en ontluchtingsopeningen in de
achterzijde van het apparaat in geen geval afdekken.
De verwarmde lucht moet ongehinderd afgevoerd
kunnen worden. Anders moet de koelmachine meer
presteren. Waardoor het energieverbruik toeneemt.
Steek de afstandshouder op de daartoe bestemde
houder op de achterzijde van het apparaat. Hierdoor
wordt de minimumafstand tot de wand in acht
genomen.
Klimaatklasse Toelaatbare omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot 32 °C
N +16 °C tot 32 °C
ST +16 °C tot 38 °C
T +16 °C tot 43 °C
nl
80
Apparaat horizontaal zetten
Om het apparaat perfect te laten functioneren moet
het waterpas staan.
Als het apparaat scheef staat, dan kan dit ertoe leiden
dat het water uit de ijsbereider loopt, dat er ongelijke
ijsblokjes geproduceerd worden of dat de deuren niet
goed sluiten.
Voor het stellen van het apparaat:
1. Apparaat op de ervoor bestemde plaats zetten.
2. Voorste voetjes met een steeksleutel stellen.
3. Achterste voetjes met een inbussleutel stellen.
Apparaat aansluiten
Het apparaat door een vakman volgens bijgesloten
montagehandleiding laten plaatsen en aansluiten.
De transportbeveiligingen van de legplateaus en
de voorraadvakken pas na plaatsing van het apparaat
verwijderen.
Het apparaat eerst op de waterleiding aansluiten,
daarna pas op het elektriciteitsnet.
Naast de wettelijk voorgeschreven nationale
voorschriften moeten ook de aansluitvoorwaarden van
het plaatselijke elektriciteits- en waterleidingbedrijf
in acht worden genomen.
Na het plaatsen van het apparaat moet u minimaal 1
uur wachten voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Tijdens het transport kan het gebeuren dat de olie van
de compressor in het koelsysteem terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte van
het apparaat schoonmaken (zie hoofdstuk
„Schoonmaken van het apparaat”).
Elektrische aansluiting
Geen verlengsnoer of verdeler gebruiken. Voor de
aansluiting van dit apparaat is een vast geïnstalleerd
stopcontact nodig.
Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat
bevinden en ook na het opstellen van het apparaat
goed bereikbaar zijn.
Het apparaat voldoet aan beschermklasse I. Het
apparaat aansluiten op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd 220-240 V/50 Hz
wisselstroomstopcontact met aardleiding. Het
stopcontact moet met een zekering van 10 tot 16 A of
meer beveiligd zijn.
Bij apparaten die in niet Europese landen worden
gebruikt op het typeplaatje controleren of de
aansluitspanning en de stroomsoort overeenkomen
met de waarden van uw elektriciteitsnet. Het typeplaatje
bevindt zich rechtsonder in het apparaat. Een eventueel
noodzakelijke vervanging van de aansluitkabel mag
alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
m Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval worden aangesloten
op elektronische energiebesparingsstekkers.
Voor onze apparaten kunnen netvoedingsinverters en
sinusinverters worden gebruikt. Netvoedingsinverters
worden gebruikt bij fotovoltaïsche installaties die
rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare
elektriciteitsnet. Bij losstaande systemen (bijv. op
schepen of in berghutten) die geen rechtstreekse
aansluiting op het openbare elektriciteitsnet hebben,
moet een sinusinverter worden gebruikt.
nl
81
Deuren van het apparaat en
deurgrepen demonteren
Als het apparaat niet door de deur van de woning past, kunnen de deuren van het apparaat en de deurgrepen er
worden afgeschroefd.
m Attentie
Het afschroeven van de deuren mag uitsluitend worden uitgevoerd door de klantenservice.
nl
82
Kennismaking met het apparaat
Deze gebruiksaanwijzing is op meer dan één type van toepassing. Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn mogelijk.
* Niet bij alle modellen.
A Diepvriesruimte
B Koelruimte
1 Toets Aan/Uit
2 Lichtschakelaars koel- en diepvriesruimte
3 Bedieningspaneel en display
4 Verlichting diepvriesruimte
5 Diepvrieskalender
6 IJsbereider
7 Luchtopening
8 Voorraadvak in de deur
9 Glasplateau in de diepvriesruimte
10 Diepvrieslade
11 Deurvak (2-sterenvak) voor kortstondig
bewaren van levensmiddelen en consumptie-ijs.
12 Verlichting koelruimte
13 Boter en kaasvak
14 Luchtopening
15 Flessenrek *
16 Voorraadvak in de deur
17 Glasplateau in de koelruimte
18 Vak voor grote flessen
19 Groentelade
20 Schroefvoetjes
nl
83
Bedieningspaneel en display
Het bedieningspaneel en display op de deur bestaat uit een aanrakingspaneel.
Door een toetsenveld aan te raken wordt de betreffende functie ingeschakeld.
A Display diepvriesruimte
B Display koelruimte
1 Toets „freezer”
Om instellingen voor de vriesruimte te kunnen
uitvoeren: toets indrukken tot op het display
vriesruimte „freezer” brandt.
2 „super” Toets
Om de functies superkoelen (koelruimte) of
supervriezen (diepvriesruimte) in te schakelen.
Zie hoofdstuk „Superkoelen” of „Supervriezen”.
3 Insteltoetsen +/-
De toetsen dienen voor het instellen van de
temperaturen in de koel- en diepvriesruimte.
4 Toets „alarm/lock”
De toets dient voor
Het alarmsignaal uit te schakelen (zie het
hoofdstuk Alarmfunctie).
De toetsenblokkering in en uit te schakelen.
Om de toetsenblokkering in en uit te schakelen:
toets 5 seconden indrukken. Bij ingeschakelde
functie brandt op het display „lock”.
Uitzondering bij de toetsblokkering:
Bij een alarmsignaal kan de „alarm/lock“-toets
worden ingedrukt.
5 Toets „fridge”
Om instellingen voor de koelruimte te kunnen
uitvoeren: toets indrukken tot op het display
koelruimte „fridge” brandt.
nl
84
Inschakelen van het apparaat
Het apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen. Er
is een alarmsignaal te horen.
De toets „alarm/lock” indrukken. Het alarmsignaal
wordt uitgeschakeld.
De indicatie „alarm” gaat uit als in het apparaat
de ingestelde temperatuur is bereikt.
De vooraf ingestelde temperaturen worden na enkele
uren bereikt. Vóór die tijd geen levensmiddelen
in het apparaat leggen.
De fabriek adviseert de volgende temperaturen:
Diepvriesruimte: -18 °C
Koelruimte: +4 °C
Instellen van de temperatuur
Diepvriesruimte
De diepvriesruimte is van -14 °C tot -24 °C instelbaar.
Wij raden een instelling van -18 °C aan.
De laatst aangegeven waarde wordt in het geheugen
opgeslagen.
1. De „freezer”-toets meermaals indrukken tot op de
display van de diepvriesruimte „freezer” gaat
branden.
2. Met de insteltoetsen + (warmer) of - (kouder)
de temperatuur instellen.
Koelruimte
De koelruimte is van +2 °C tot +8 °C instelbaar.
De temperatuur wordt in stappen van 1 °C ingesteld.
De laatst aangegeven waarde wordt in het geheugen
opgeslagen.
Wij raden een instelling van +4 °C aan.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer dan bij +4 °C
bewaren.
1. De „fridge”-toets meermaals indrukken tot op de
display van de koelruimte „fridge” gaat branden.
2. Met de insteltoetsen + (warmer) of - (kouder)
de temperatuur instellen.
Alarm function
Door indrukken van de „alarm/lock”-toets wordt het
alarmsignaal uitgeschakeld.
In de volgende gevallen kan het alarm afgaan:
Deuralarm
Wanneer het apparaat langer dan een minuut
openstaat, wordt het deuralarm (aanhoudend
geluidssignaal) ingeschakeld. Door de deur te sluiten
of op de alarmtoets ##CP0004## te drukken, wordt
het waarschuwingssignaal uitgeschakeld.
Temperatuuralarm
Het temperatuuralarm wordt ingeschakeld als het in
de diepvries- en koelruimte te warm is en
de levensmiddelen gevaar lopen.
Zonder gevaar voor de diepvrieswaren kan
het akoestische en optische signaal worden
ingeschakeld bij:
Ingebruikname van het apparaat.
Bij het inladen van grote hoeveelheden verse
levensmiddelen.
Diepvriesruimte
Op de display knippert de ingestelde temperatuur van
de diepvriesruimte en wordt „alarm” weergegeven.
De temperatuurindicatie geeft gedurende 10 seconden
de warmste temperatuur aan die in de diepvriesruimte
heeft geheerst. Hierna wordt de ingestelde temperatuur
weer aangegeven.
De indicatie „alarm” gaat uit zodra de ingestelde
temperatuur weer is bereikt.
nl
85
Aanwijzing
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren niet opnieuw
invriezen. Pas na het koken of braden tot een kant-en-
klaargerecht kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd niet meer ten volle benutten.
Koelruimte
Op het display worden „alarm” aangegeven.
m Attentie
Als het in de koelruimte te warm is geworden:
de verwarmde koelwaren vóór het consumeren
verhitten. Rauwe levensmiddelen in geval van twijfel
niet meer gebruiken.
Netto-inhoud
De gegevens bij de nuttige inhoud vindt u op het
typeplaatje in uw apparaat (zie de afb. in het hoofdstuk
„Servicedienst”).
Vriesvermogen volledig benutten
Om de maximale hoeveelheid diepvrieswaren aan te
brengen, kan de bovenste diepvrieslade uit het
apparaat worden genomen. De levensmiddelen kunnen
dan rechtstreeks op de legplateaus en in de onderste
diepvrieslade worden gestapeld.
De diepvriesruimte
De diepvriesruimte gebruiken
voor het opslaan van diepvriesproducten,
om ijsblokjes te maken,
om levensmiddelen in te vriezen.
Aanwijzing
Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed
gesloten is! Bij een open deur ontdooien de
diepvrieswaren. In de diepvriesruimte vormt zich veel
ijs. Bovendien: energieverspilling door te hoog
stroomverbruik!
Na het sluiten van de deur van de diepvriesruimte
ontstaat onderdruk waardoor een zuigend geluid
te horen is. Twee tot drie minuten wachten tot
de onderdruk is opgeheven.
Wij adviseren de ijsblokjesreservoir in het apparaat te
laten. Dit waarborgt een optimale temperatuurverdeling
in de vriesruimte.
Inkopen van diepvriesproducten
De verpakking mag niet beschadigd zijn.
Neem de houdbaarheidsdatum in acht.
De temperatuur in de verkoop-koelkist moet -18 °C
of kouder zijn.
De diepvriesproducten liefst in een koeltas
transporteren en snel in de diepvriesruimte leggen.
Maximale invriescapaciteit
Gegevens over de maximale invriescapaciteit binnen
24 uur vindt u op het typeplaatje (zie de afb. in het
hoofdstuk „Servicedienst”).
Verse levensmiddelen invriezen
Gebruik uitsluitend verse levensmiddelen.
Om de voedingswaarde, het aroma en de kleur zo
goed mogelijk te behouden, dient groente
geblancheerd te worden voordat het wordt ingevroren.
Bij aubergines, paprika’s, courgettes en asperges is
blancheren niet noodzakelijk.
Literatuur over invriezen en blancheren vindt u in de
boekhandel.
Aanwijzing
Al ingevroren levensmiddelen mogen niet met de nog
in te vriezen levensmiddelen in aanraking komen.
Geschikt om in te vriezen:
Bakwaren, vis en zeevruchten, vlees, wild, gevogelte,
groente, fruit, kruiden, gepelde eieren,
melkproducten zoals kaas, boter en kwark, bereide
gerechten en kliekjes zoals soep,
eenpansgerechten, gaar vlees en gare vis,
aardappelgerechten, ovenschotels en zoete toetjes.
Niet geschikt om in te vriezen:
Groentesoorten die meestal rauw worden gegeten,
zoals kropsla en radijsjes, ongepelde eieren,
wijndruiven, hele appels, peren en perziken,
hardgekookte eieren, yoghurt, dikke zure melk, zure
room, crème fraîche en mayonaise.
Diepvrieswaren verpakken
De levensmiddelen luchtdicht verpakken zodat ze niet
uitdrogen of hun smaak verliezen.
1. Levensmiddelen in de verpakking leggen.
2. Lucht eruit drukken.
3. Het geheel van een goede sluiting voorzien.
4. Vermeld op de pakjes inhoud en invriesdatum.
Voor verpakking geschikt:
Kunststof-, polyetheen- en aluminiumfolie,
diepvriesdozen.
Deze producten zijn in de handel verkrijgbaar.
Niet geschikt voor verpakking:
pakpapier, vetvrij papier, cellofaan,
vuilniszakken en gebruikte boodschappentasjes.
Als sluiting geschikt:
elastiekjes, clips van kunststof, touwtjes,
koudebestendig plakband e.d.
Zakjes en folie van polyetheen kunnen met een folie-
lasapparaat worden dichtgelast.
nl
86
Houdbaarheid van de diepvrieswaren
De houdbaarheid is afhankelijk van het soort
levensmiddelen.
Op een temperatuur van -18 °C:
Vis, worst, klaargemaakte gerechten, brood en
banket:
tot 6 maanden.
Kaas, gevogelte, vlees:
tot 8 maanden.
Groente, fruit:
tot 12 maanden.
Supervriezen
De levensmidelen zo snel mogelijk door en door
invriezen zodat vitamine, voedingswaarden, uiterlijk en
smaak behouden blijven.
Schakel enkele uren voordat u de verse
levensmiddelen inlaadt het supervriezen in, om
ongewenste temperatuurstijging te voorkomen.
Doorgaans is 4–6 uur van tevoren voldoende.
Na het inschakelen werkt het apparaat permanent, in
de diepvriesruimte wordt een zeer lage temperatuur
bereikt.
Als u het max. vriesvermogen wilt gebruiken, dient u
24 uur vóór het inladen van de verse waar het
supervriezen in te schakelen.
Kleine hoeveelheden levensmiddelen (tot 2 kg) kunt u
zonder snelvriezen invriezen.
Aanwijzing
Als het supervriessysteem is ingeschakeld kunnen
de bedrijfsgeluiden toenemen.
Supervriezen inschakelen
1. De „freezer”-toets meermaals indrukken tot op de
display van de diepvriesruimte „freezer” gaat
branden.
2. Toets „super” indrukken.
Wanneer het supervriezen is ingeschakeld, geeft de
display „super” weer.
Supervriezen uitschakelen
1. De „freezer”-toets meermaals indrukken tot op de
display van de diepvriesruimte „freezer” gaat
branden.
2. Toets „super” indrukken.
Wanneer het supervriezen is uitgeschakeld, gaat de
indicatie „super” op de display uit.
Aanwijzing
Het supervriessysteem wordt na 2^ dagen
automatisch uitgeschakeld.
Ontdooien van diepvrieswaren
Afhankelijk van soort en bereidingswijze van
de levensmiddelen kunt u kiezen uit de volgende
mogelijkheden:
bij omgevingstemperatuur
in de koelkast
in de elektrische oven, met/zonder
heteluchtventilator
in de magnetron
m Attentie
Half of geheel ontdooide diepvrieswaren niet opnieuw
invriezen. Pas na het koken of braden tot een kant-en-
klaargerecht kunnen ze opnieuw worden ingevroren.
De maximale bewaartijd wordt hierdoor bekort.
De koelruimte
De koelruimte is de ideale bewaarplaats voor bereide
gerechten, bakproducten, conserven, gecondenseerde
melk en harde kaas.
Attentie bij het inruimen van
levensmiddelen
De levensmiddelen goed verpakt of afgedekt
inruimen. Hierdoor blijven geur, kleur en versheid
behouden. Bovendien wordt voorkomen dat
de levensmiddelen naar elkaar gaan smaken en
de kunststof onderdelen verkleuren.
Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen
en pas daarna in het apparaat zetten.
Ontluchtingsopeningen niet blokkeren met
levensmiddelen, om te voorkomen dat de
luchtcirculatie wordt gehinderd. Levensmiddelen die
direct voor de luchtopeningen worden opgeslagen,
kunnen door de uitstromende koude lucht bevriezen.
Geen olie of vet gebruiken op kunststof onderdelen
en deurdichtingen.
Dranken met een hoog alcoholpercentage altijd
goed afgesloten en staand bewaren.
nl
87
Superkoelen
Tijdens het superkoelen wordt de koelruimte ca. 6 uur
zo koud mogelijk gekoeld. Hierna wordt automatisch
omgeschakeld naar de vóór het superkoelen
ingestelde temperatuur.
Het superkoelsysteem inschakelen bijv.
vóór het inladen van grote hoeveelheden
levensmiddelen.
om dranken snel te koelen.
Aanwijzing
Als het superkoelsysteem is ingeschakeld
kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen.
Superkoelen inschakelen
1. De „fridge”-toets meermaals indrukken tot op de
display van de koelruimte „fridge” gaat branden.
2. Toets „super” indrukken.
Wanneer het superkoelen is ingeschakeld, geeft de
display „super” weer.
Superkoelen uitschakelen
1. De „fridge”-toets meermaals indrukken tot op de
display van de koelruimte „fridge” gaat branden.
2. Toets „super” indrukken.
Wanneer het superkoelen is uitgeschakeld, gaat de
indicatie „super” op de display uit.
Uitvoering van
de diepvriesruimte
(niet bij alle modellen)
Diepvrieskalender
Om kwaliteitsvermindering van de diepvriesproducten
te voorkomen, dient u de opslagduur niet te
overschrijden. De bewaartijd is afhankelijk van
het soort levensmiddelen. De cijfers bij de symbolen
geven in maanden de toelaatbare bewaartijd voor
de diepvrieswaren aan. Neem bij gewone
diepvriesproducten de productie- of
houdbaarheidsdatum in acht.
IJsbereider
1. Het ijsbakje verwijderen, voor ¾ vullen met
drinkwater en weer aanbrengen.
2. Als de ijsblokjes bevroren zijn de draaigrepen van
de ijsbakjes een aantal keren naar rechts draaien en
loslaten. De ijsblokjes laten los en vallen
in het voorraadbakje.
3. IJsblokjes uit het voorraadbakje halen.
nl
88
Variabele indeling van
de binnenruimte
U kunt de legplateaus en de deurvakken naar wens
verplaatsen.
Legplateau naar voren trekken, iets laten zakken en
aan de zijkant uitzwenken.
Vakken in de deur iets optillen en eruit halen.
Apparaat uitschakelen en
buiten werking stellen
Uitschakelen van het apparaat
Toets Aan/Uit indrukken.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Buiten werking stellen van het apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt:
1. Alle levensmiddelen uit het apparaat halen.
2. Apparaat uitschakelen.
3. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
losdraaien resp. uitschakelen.
4. Binnenkant van het apparaat schoonmaken (zie
hoofdstuk „Schoonmaken van het apparaat”).
5. De deuren van het apparaat open laten om
geurvorming te voorkomen.
Ontdooien
Diepvriesruimte
Door het volledig automatische NoFrost-systeem blijft
de vriesruimte ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
Koelruimte
Het apparaat wordt automatisch ontdooid.
Het dooiwater loopt via het afvoergaatje naar een
verdampingsschaal aan de achterkant van
het apparaat.
Schoonmaken van het apparaat
m Waarschuwing
Het apparaat nooit met een stoomreiniger reinigen!
m Attentie
Gebruik geen schoonmaak of oplosmiddelen die zand,
chloride of zuren bevatten.
m Attentie
Geen schuursponsjes gebruiken. Op de metalen
oppervlakken kan corrosie ontstaan.
m Attentie
De legplateaus en voorraadvakken mogen niet in
de afwasmachine gereinigd worden. Ze kunnen
vervormen!
Ga als volgt te werk:
1. Vóór het schoonmaken het apparaat uitschakelen.
2. De stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
uitschakelen.
3. Diepvrieswaren verwijderen en bewaren op een
koele plaats. Koude-accu (indien aanwezig) op
de levensmiddelen leggen.
4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
5. Het apparaat schoonmaken met een zachte doek en
lauw water met een scheutje pH neutraal
schoonmaakmiddel. Het sop mag niet in de
verlichting terechtkomen.
6. Deurafdichting alleen met schoon water
schoonmaken en grondig droogwrijven.
7. Na het schoonmaken apparaat weer aansluiten en
inschakelen.
8. Diepvrieswaren opnieuw in het diepvriesvak leggen.
nl
89
Uitvoering
Voor het reinigen kunnen alle variabele delen van het
apparaat worden verwijderd (zie hoofdstuk Variabele
indeling van de binnenruimte)
Aanwijzing
Open de deuren volledig (90°) om de lades te
verwijderen en te reinigen.
Lade verwijderen
De lade geheel uittrekken, door optillen losmaken van
de houder en verwijderen.
Bij het aanbrengen de lade op de rails plaatsen en naar
binnen schuiven. De lade klikt vast door hem omlaag te
drukken.
Verlichting
(niet bij alle modellen)
Gloeilampen in de koel- en
diepvriesruimte vervangen
1. Apparaat uitschakelen met de Aan/Uit-knop.
2. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
losdraaien resp. uitschakelen.
3. Lampenkapje eraf halen.
4. Lampje vervangen (Reservelamp, 220-240 V
wisselstroom, fitting E14, voor wattage zie
het kapotte lampje).
5. Afdekplaatje weer monteren.
Energie besparen
Het apparaat in een droge, goed te ventileren ruimte
plaatsen! Het apparaat niet direct in de zon of in de
buurt van een warmtebron plaatsen zoals een
verwarmingsradiator of een fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
De be- en ontluchtingsopeningen van het apparaat
nooit afdekken.
Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen,
daarna in het apparaat plaatsen.
Diepvrieswaren in de koelruimte leggen om ze te
ontdooien en de kou van de diepvrieswaren
gebruiken om andere levensmiddelen te koelen.
Deuren van het apparaat zo kort mogelijk openen.
Let erop dat de deur van het diepvriesruimte goed
gesloten is.
Indien aanwezig:
Wandafstandhouder monteren om de geplande
energieopname van het apparaat te bereiken (zie
„Opstellen van het apparaat”, „Beluchting”). Een
kleinere afstand tot de muur heeft geen nadelige
invloed op de werking van het apparaat.
Het energieverbruik kan dan iets hoger worden.
De ordening van de uitrustingsdelen heeft geen
invloed op de energieopname van het apparaat.
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten, ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen schakelen in/
uit.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
Het apparaat met behulp van een waterpas stellen.
Gebruik hiervoor de schroefvoetjes of leg iets onder
het apparaat.
Het apparaat staat tegen een ander meubel of
apparaat
Het apparaat van het meubel of apparaat ernaast
wegschuiven.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden
en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten.
nl
90
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Voer een zelftest van het apparaat uit (zie hoofdstuk „Zelftest apparaat”).
U moet de kosten voor advies van de monteur van de Servicedienst zelf betalen ook in de garantietijd!
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De temperatuur wijkt erg af van
de instelling.
In sommige gevallen is het voldoende om het apparaat
gedurende 5 minuten uit te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren controleren of
de temperatuur de temperatuurinstelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende dag
de temperatuur nogmaals controleren.
Geen enkele indicatie brandt. Stroomuitval; de zekering is uitgeschakeld;
de stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker in het stopcontact steken. Controleer of er stroom is.
Controleer de zekeringen.
Display geeft „E..” aan. De elektronica heeft een fout geconstateerd. Inschakelen van de Servicedienst.
Het alarmsignaal is te horen,
de temperatuurindicatie van
de diepvriesruimte knippert.
In de diepvriesruimte is het te
warm! Gevaar voor
de diepvrieswaren!
Druk op de „alarm/lock”-toets om het alarmsignaal uit
te schakelen. De indicatie knippert niet meer.
De temperatuurindicatie geeft gedurende 10 seconden
de warmste temperatuur aan die in de diepvriesruimte heeft
geheerst.
Deur van het diepvriesruimte is geopend. Deur sluiten.
De be- en ontluchtingsopeningen zijn
afgedekt.
Afdekkingen verwijderen.
Er werden te veel levensmiddelen in één keer
ingeladen om in te vriezen.
Max. invriescapacitiet niet overschrijden.
Aanwijzing
Half en geheel ontdooide diepvrieswaren kunnen opnieuw
worden ingevroren als vlees en vis niet langer dan een dag,
andere diepvrieswaren niet langer dan drie dagen warmer
dan +3 °C waren.
De verlichting functioneert niet. De lichtschakelaar klemt. Controleer of er beweging in de lichtschakelaar zit.
De verlichting is defect. (Zie hoofdstuk „Verlichting”.)
Het apparaat koelt niet.
De verlichting functioneert niet.
De indicatie brandt niet
Het apparaat is uitgeschakeld. Toets Aan/Uit indrukken.
Stroomuitval. Controleren of er stroom is.
De zekering is uitgeschakeld. Zekering controleren.
De stekker zit niet goed in het stopcontact. Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit.
De koelmachine wordt steeds vaker
en langer ingeschakeld.
De deur van het apparaat werd te vaak
geopend.
Deur van het apparaat niet onnodig openen.
De be en ontluchtingsopeningen zijn afgedekt. Afdekkingen verwijderen.
Invriezen van grotere hoeveelheden verse
levensmiddelen.
Max. invriescapacitiet niet overschrijden.
nl
91
Zelftest apparaat
Het apparaat beschikt over een automatisch
zelftestprogramma dat de oorzaken van storingen
aangeeft die alleen door de Servicedienst verholpen
kunnen worden.
Zelftest starten
1. Apparaat uitschakelen en 5 minuten wachten.
2. Apparaat weer inschakelen.
3. De insteltoetsen + en - tegelijkertijd 5 seconden
ingedrukt houden.
Het zelftestprogramma start. Als op het display „E…”
verschijnt, dan gaat het om een storing. Neem contact
op met de klantenservice wanneer deze foutmelding
verschijnt.
Zelftest apparaat beëindigen
De insteltoetsen + en - opnieuw tegelijkertijd
5 seconden ingedrukt houden.
Servicedienst
Adres en telefoonnummer van de Servicedienst in uw
omgeving kunt u vinden in het telefoonboek of
in de meegeleverde brochure met service-adressen.
Geef a.u.b. aan de Servicedienst het E-nummer (E-Nr.)
en het FD-nummer (FD-Nr.) van het apparaat op.
U vindt deze gegevens op het typeplaatje.
Door vermelding van het fabrikaat- en productnummer
kunt u onnodige voorrijdkosten vermijden. Zo bespaart
u zich de daarmee verbonden meerkosten.
Verzoek om reparatie en advies bij
storingen
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
NL 088 424 4020
B 070 222 142
1/92