Canon IXUS 240 HS Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruikershandleiding
NEDERLANDS
Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze
handleiding door, met name het gedeelte
‘Veiligheidsmaatregelen’.
De handleiding maakt u vertrouwd met het juiste gebruik
van de camera.
Houd de handleiding bij de hand, zodat u hem later nog
eens kunt raadplegen.
2
Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de
onderstaande onderdelen bevat.
Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
Een geheugenkaart is niet bijgesloten (p. 3).
* Raadpleeg de Draadloos LAN handleiding op de cd DIGITAL CAMERA Manuals Disk
voor instructies over het instellen en gebruiken van Wi-Fi.
Voor informatie over de standaard bijgeleverde software raadpleegt u de
ImageBrowser EX Gebruikershandleiding op de cd DIGITAL CAMERA
Manuals Disk (p. 31).
Inhoud van de verpakking
Gebruikershandleidingen
U hebt Adobe Reader nodig om de PDF handleidingen te openen. U kunt
de Word-handleidingen raadplegen met Microsoft Word/Word Viewer
(alleen noodzakelijk voor handleidingen voor het Midden-Oosten).
Camera
Batterij NB-9L
(met kapje)
Batterijlader
CB-2LB/CB-2LBE
Batterij NB-11L
(met kapje)
Batterijlader
CB-2LD/2LDE
Interfacekabel
IFC-400PCU
Polsriem
WS-DC10
Introductiehandleiding* Cd DIGITAL CAMERA
Solution Disk
Canon
garantiesysteemboekje
IXUS 240 HS
IXUS 510 HS IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
3
De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht
de capaciteit, worden gebruikt.
microSD geheugenkaarten*
microSDHC geheugenkaarten*
microSDXC geheugenkaarten*
SD-geheugenkaarten*
SDHC-geheugenkaarten*
SDXC-geheugenkaarten*
Eye-Fi-kaarten
* Voldoet aan de SD-specificaties. Niet voor alle geheugenkaarten is de werking in deze
camera geverifieerd.
Ondersteuning van de Eye-Fi-kaartfuncties (inclusief draadloze overdracht)
wordt niet gegarandeerd voor dit product. Als u een probleem hebt met een
Eye-Fi-kaart, kunt u contact opnemen met de fabrikant van de kaart.
Denk er ook aan dat u in veel landen of gebieden toestemming nodig hebt
voor het gebruik van Eye-Fi-kaarten. Zonder toestemming is het gebruik van
de kaart niet toegestaan. Als het niet duidelijk is of de kaart in een bepaald
gebied mag worden gebruikt, neemt u contact op met de fabrikant van de
kaart.
Compatibele geheugenkaarten
Over Eye-Fi-kaarten
Bevestig altijd van te voren dat geheugenkaarten op andere apparaten worden
ondersteund, zoals kaartlezers en computers (waaronder de huidige versie van
uw besturingssysteem).
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
IXUS 240 HS
4
In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de bijbehorende
cameraknoppen en –schakelaars, waarop de pictogrammen zijn afgebeeld
of die er op lijken, aan te duiden.
De op het scherm weergegeven tekst staat tussen haakjes.
: Wat u beslist moet weten
: Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
(p. xx): Pagina’s met verwante informatie (in dit voorbeeld staat ‘xx’ voor
een paginanummer)
De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de
standaardinstellingen is ingesteld.
Voor het gemak verwijst ‘de geheugenkaart’ naar alle ondersteunde
geheugenkaarten.
Namen van onderdelen en conventies die
in deze handleiding worden gebruikt
IXUS 510 HS
Lens
Draadloze LAN-indicator
Zoomknop
Opnemen: i (telelens) / j (groothoek)
Afspelen: k (vergroten) / g (Index)
Ontspanknop
Indicator
1 knop Afspelen
ON/OFF-knop
Lampje
Flitser
Microfoon
Luidspreker
Batterijklepje
Klepje gelijkstroomkoppeling
Aansluiting statief
Scherm (LCD-monitor)
Klepje geheugenkaartsleuf
Riembevestigingspunt
HDMI
TM
-aansluiting
AV OUT (audio/video-uitgang) /
DIGITAL-aansluiting
Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding worden gebruikt
5
De tabbladen boven namen geven aan of de functie wordt gebruikt voor
foto’s, films of voor beide.
: Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het nemen of
bekijken van foto’s.
: Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het maken of
bekijken van films.
De volgende pictogrammen worden gebruikt om functies aan te duiden die
verschillen afhankelijk van het model camera:
: Functies en voorzorgsmaatregelen alleen voor de
IXUS 510 HS.
: Functies en voorzorgsmaatregelen alleen voor de
IXUS 240 HS.
Deze gids gebruikt illustraties en schermafbeeldingen van de IXUS 510 HS
voor alle verklaringen.
IXUS 240 HS
Lens
Luidspreker
Zoomknop
Opnemen: i (telelens) / j (groothoek)
Afspelen: k (vergroten) / g (Index)
Ontspanknop
ON/OFF-knop
Modusschakelaar
Flitser
Lampje
Microfoon
Aansluiting statief
Scherm (LCD-monitor)
Geheugenkaart-/batterijklepje
1 knop Afspelen
Indicator
Kabelpoort gelijkstroomkoppeling
Riembevestigingspunt
HDMI
TM
-aansluiting
AV OUT (audio/video-uitgang) /
DIGITAL-aansluiting
Draadloze LAN-indicator
Foto's
Films
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
6
Inhoud van de verpakking..................2
Compatibele geheugenkaarten..........3
Namen van onderdelen en
conventies die in deze
handleiding worden gebruikt............4
Inhoudsopgave ..................................6
Inhoud: basishandelingen..................8
Veiligheidsmaatregelen ...................10
Opmerkingen vooraf en wettelijke
informatie.......................................13
Bediening via het aanraakscherm ...14
Voordat u begint ..............................15
De interne oplaadbare
lithiumbatterij recyclen ...................24
De camera testen ............................26
Meegeleverde software,
handleidingen ................................31
Accessoires .....................................38
Specificaties.....................................39
1
Basishandelingen van de
camera...............................47
In- en uitschakelen...........................48
Ontspanknop ...................................49
Opties opnameweergave.................50
FUNC. Menu....................................51
n Menu ....................................52
Indicatorweergave ...........................53
2
Smart Auto-modus...........55
Opnamen maken in
Smart Auto-modus ........................ 56
Algemene, handige functies............ 63
Gezichtsidentificatie gebruiken ....... 69
Functies voor de
beeldaanpassing........................... 77
Handige opnamefuncties ................ 81
De camerabewerkingen
aanpassen .................................... 83
3
Andere opnamemodi .......85
Specifieke scènes ........................... 86
Speciale effecten toepassen ........... 89
Speciale modi voor andere
doeleinden .................................... 96
Verschillende films opnemen ........ 104
4
G modus .........................107
Opnamen maken in de modus
Programma automatische
belichting (modus G) .................. 108
Belichting
(Belichtingscompensatie)............ 109
Kleur- en continu-opnamen
maken ......................................... 112
Opnamebereik en scherpstellen ... 116
Flitser ............................................ 124
Overige instellingen....................... 126
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
7
5
Afspeelmodus ................131
Bekijken ........................................ 132
Door beelden bladeren en
beelden filteren ........................... 137
Gezichts-ID-gegevens
bewerken .................................... 140
Opties voor het weergeven
van foto’s .................................... 141
Beelden beveiligen........................ 144
Beelden wissen............................. 146
Beelden roteren ............................ 148
Beeldcategorieën.......................... 149
Handige bediening:
Touch-acties ............................... 151
Foto’s bewerken............................ 153
Films bewerken............................. 158
6
Menu Instellingen...........159
Basisfuncties van de camera
aanpassen .................................. 160
7
Accessoires....................171
Tips voor het gebruik van
bijgesloten accessoires ............... 172
Optionele accessoires...................173
Optionele accessoires
gebruiken .................................... 175
Beelden afdrukken ........................ 182
Een Eye-Fi-kaart gebruiken........... 194
8
Bijlage .............................197
Problemen oplossen...................... 198
Berichten op het scherm ............... 202
Voorzorgsmaatregelen.................. 205
Informatie op het scherm............... 206
Functies en menutabellen .............210
Index.............................................. 218
8
4 Opnamen maken
z Gebruik de door de camera bepaalde instellingen (Auto-modus)... 56
z Scherpstellen op gezichten............................................. 56, 86, 118
z Zonder gebruik van de flitser (Flitser Uit)...................................... 67
z Opname met mezelf erbij (zelfontspanner)........................... 64, 100
z Opnamedatum en -tijd toevoegen (Datum stempel)..................... 68
z Gebruik gezichts-ID .............................................................. 69, 140
z Filmclips en foto’s combineren (Filmsynopsis) ............................. 96
Inhoud: basishandelingen
Monochroom
(p. 93)
Fisheye-effect
(p. 90)
IP
In de sneeuw
(p. 87)
Portretten
(p. 86)
Goede opnamen van mensen maken
Specifieke scènes afstemmen
t
Speciale effecten toepassen
Weinig licht
(p. 87)
Vuurwerk
(p. 87)
Miniatuureffect
(p. 90)
Speels effect
(p. 92)
Nachtscènes
(p. 87)
Egale huid
(p. 88)
Levendige kleuren
(p. 89)
Poster-effect
(p. 89)
Zacht scherpstellen
(p. 92)
IXUS 510 HS
Inhoud: basishandelingen
9
1 Weergeven
z Beelden bekijken (afspeelmodus). ............................................. 132
z Automatisch afspelen (Diavoorstelling) ...................................... 142
z Op een tv .................................................................................... 175
z Op een computer.......................................................................... 32
z Snel door beelden bladeren ....................................................... 137
z Beelden wissen .......................................................................... 146
E Films opnemen/bekijken
z Films opnemen ..................................................................... 56, 104
z Films bekijken............................................................................. 132
z Snel bewegende onderwerpen, afspelen in slow motion ........... 104
c Print
z Foto’s afdrukken ......................................................................... 182
Opslaan
z Beelden opslaan op een computer............................................... 32
10
Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het product gebruikt.
Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina’s zijn bedoeld om letsel bij uzelf of
bij andere personen, of schade aan de apparatuur te voorkomen.
Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte accessoires die u
gebruikt.
Veiligheidsmaatregelen
Waarschuwing
Hiermee wordt gewezen op het risico van
ernstig letsel of levensgevaar.
Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd
vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand, wanneer u de flitser gebruikt.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen.
Riem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden tot verstikking.
Gebruik alleen de aanbevolen energiebronnen voor stroomvoorziening.
Probeer het product niet te demonteren, wijzigen of op te warmen.
Laat het product niet vallen en voorkom harde schokken of stoten.
Raak om letsel te voorkomen de binnenkant van het product niet aan als dit is
gevallen of op een andere wijze is beschadigd.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het product als dit rook of een vreemde
geur afgeeft of andere vreemde verschijnselen vertoont.
Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine of thinner
om het product schoon te maken.
Laat het product niet in contact komen met water (bijvoorbeeld zeewater) of
andere vloeistoffen.
Voorkom dat vloeistoffen of vreemde objecten in de camera komen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Als er vloeistoffen of vreemde objecten in de camera komen, schakelt u de camera
onmiddellijk uit en verwijdert u de batterij.
Als de batterijlader nat is geworden, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en neemt u
contact op met uw leverancier of een helpdesk van Canon Klantenservice.
Veiligheidsmaatregelen
11
Gebruik alleen de aanbevolen batterij.
Plaats de batterij niet in de buurt van of in open vuur.
Maak het netsnoer regelmatig los en veeg het stof en vuil dat zich heeft
opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied
eromheen weg met een droge doek.
Raak het netsnoer niet aan met natte handen.
Gebruik de apparatuur niet op een manier waarbij de nominale capaciteit van het
stopcontact of de kabelaccessoires wordt overschreden. Gebruik de apparatuur
niet als het netsnoer of de stekker is beschadigd of als deze niet volledig in het
stopcontact is geplaatst.
Zorg ervoor dat stof of metalen objecten (zoals spelden of sleutels) niet in
contact komen met de contactpunten of stekker.
De batterij kan exploderen of gaan lekken, wat kan leiden tot een elektrische schok of
brand. Dit kan persoonlijk letsel en schade aan de omgeving veroorzaken. In het geval
dat een batterij lekt en uw ogen, mond, huid of kleding met de batterijvloeistof in
aanraking komen, moet u deze onmiddellijk afspoelen met water.
Zet de camera uit op plaatsen waar het gebruik van een camera niet is toegestaan.
De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van elektronische
instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat u de camera gebruikt op
plaatsen waar het gebruik van elektronische apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen
en medische instellingen.
Speel de meegeleverde cd-rom(s) met gegevens alleen af in een cd-speler die
hiervoor geschikt is.
Uw gehoor kan beschadigd raken als u een koptelefoon draagt terwijl u de harde geluiden
van een cd-rom via een cd-speler voor muziek-cd’s afspeelt (muziekspeler). Dit kan ook
de luidsprekers beschadigen.
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
Zorg dat de camera niet tegen voorwerpen stoot, wordt blootgesteld aan schokken
en stoten of achter voorwerpen blijft haken wanneer u deze aan de polsriem draagt.
Zorg dat u niet tegen de lens stoot of drukt.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
Zorg dat u de flitser niet per ongeluk met uw vingers of een kledingstuk bedekt
wanneer u een foto maakt.
Dit kan brandwonden of schade aan de flitser tot gevolg hebben.
Gebruik, plaats of bewaar het product niet op de volgende plaatsen:
- plaatsen die aan sterk zonlicht blootstaan;
- Plaatsen die blootstaan aan temperaturen boven 40 °C;
- vochtige of stoffige plaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of de batterij kan ontploffen, wat kan
leiden tot elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel.
Bij hoge temperaturen kan de behuizing van de camera of de batterijlader vervormd raken.
Door langdurig naar beelden op een camerascherm te kijken kunt u zich onprettig
gaan voelen.
Veiligheidsmaatregelen
12
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade aan de
apparatuur.
Richt de camera niet direct op een sterke lichtbron (zoals de zon op een heldere dag).
Dit kan de beeldsensor beschadigen.
Als u de camera gebruikt op een strand of op een winderige plek, moet u erop
letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Bij normaal gebruik kan er soms een beetje rook uit de flitser komen.
Dit komt door de hoge intensiteit van de flitser, waardoor er stofdeeltjes verbranden die
vastzitten aan de voorkant van het apparaat. Gebruik een wattenstaafje om vuil, stof of
ander materiaal van de flitser te verwijderen. Zo kunt u oververhitting en schade aan het
apparaat voorkomen.
Verwijder de batterij en berg deze op wanneer u de camera niet gebruikt.
Als de batterij in de camera wordt gelaten, kan deze gaan lekken.
Breng voordat u de batterij weggooit, tape of ander isolatiemateriaal aan over de
polen van de batterij.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
Als de batterij is opgeladen en als u de batterijlader niet gebruikt, haalt u deze uit
het stopcontact.
Dek de batterijlader tijdens het opladen van een batterij niet af met voorwerpen
zoals een stuk textiel.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan deze oververhit
en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
Plaats de batterij niet in de buurt van huisdieren.
Als huisdieren op de batterij kauwen, kan dit leiden tot lekkage, oververhitting of een
explosie, wat kan leiden tot brand of schade.
Ga niet zitten terwijl u de camera in uw zak hebt.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Let erop dat harde voorwerpen niet in contact komen met het scherm als u de
camera in uw tas stopt.
Bevestig geen harde voorwerpen aan de camera.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
13
Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de
beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van
Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet
aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige
fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die
ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden
gelezen door apparaten.
De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld voor
persoonlijk gebruik. Zie af van het onbevoegd maken van opnamen dat
een overtreding is van het auteursrecht, en denk eraan dat, ook al is de
opname gemaakt voor persoonlijk gebruik, het fotograferen in strijd kan
zijn met het auteursrecht of andere wettelijke rechten op bepaalde
voorstellingen of tentoonstellingen, of in bepaalde commerciële
omstandigheden.
Meer informatie over de garantie voor uw camera vindt u in de
garantie-informatie die bij uw camera wordt geleverd. Raadpleeg voor de
Canon Klantenservice de contactgegevens in de garantie-informatie.
Hoewel het LCD-scherm onder productieomstandigheden voor
uitzonderlijk hoge precisie is vervaardigd en meer dan 99,99% van de
pixels voldoet aan de ontwerpspecificaties, kunnen pixels in zeldzame
gevallen gebreken vertonen, of als rode en zwarte punten zichtbaar zijn.
Dit is geen teken van beschadiging van de cameraen en heeft geen invloed
op de opgenomen beelden.
Er zit mogelijk een dunne plastic laag over de LCD-monitor om deze te
beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag
voordat u de camera gaat gebruiken.
De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging.
Opmerkingen vooraf en wettelijke
informatie
14
Via het aanraakscherm van de camera is intuïtieve bediening mogelijk door
het scherm aan te raken of door erop te tikken.
Tik kort op het scherm met uw
vinger.
z Deze techniek wordt gebruikt voor het maken
van een opname, het instellen van
camerfuncties en dergelijke.
Raak het scherm aan en sleep met
uw vinger.
z Gebruik deze techniek in de afspeelmodus,
bijvoorbeeld om naar het volgende beeld te
gaan of om het vergrote beeldgebied te
wijzigen.
Voor eenvoudiger bediening via het aanraakscherm
z Vindt u het moeilijk om de camera door
middel van aanraken te bedienen, gebruik
dan de stylus die aan de riem is bevestigd.
Gebruik alleen de meegeleverde stylus om
het aanraakscherm te bedienen, en geen
potloden, pennen of scherpe voorwerpen.
U kunt het scherm kalibreren om mogelijke
verschillen te corrigeren tussen de positie
waarop u tikt en de gedetecteerde positie
(p. 168).
Bediening via het aanraakscherm
Tikken
Slepen
Omdat de werking van het scherm berust op detectie van de druk
van uw vinger wordt het tikken op het scherm misschien minder
goed gedetecteerd, wanneer u gebruik maakt van een
schermbeschermingsmiddel.
15
Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt.
Bevestig de riem.
z Steek het uiteinde van de riem door de
opening van de riem ( ) en haal het andere
uiteinde van de riem door het oog aan het
draadeinde ( ).
z Doe de riem om uw pols.
z Bij het foto’s nemen dient u de camera goed
vast te houden om te voorkomen dat deze
beweegt. Laat uw vingers niet op de flitser
rusten.
z Doe de riem om uw pols.
z Houd bij het maken van opnamen uw armen
tegen uw lichaam gedrukt en houd de
camera stevig vast om te voorkomen dat
deze beweegt. Laat uw vingers niet op de
flitser rusten.
Voordat u begint
De riem bevestigen
De camera vasthouden
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Voordat u begint
16
Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop
van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er dus voor dat u de batterij
eerst oplaadt.
Verwijder het klepje.
Plaats de batterij.
z Zorg eerst dat de markering S op de batterij
overeenkomt met die op de oplader en plaats
dan de batterij door deze naar binnen ( ) en
naar beneden ( ) te drukken.
Laad de batterij op.
z Voor CB-2LB/CB-2LD: kantel de stekker
( ) naar buiten en steek de oplader in een
stopcontact ( ).
z Voor CB-2LBE/CB-2LDE: sluit het netsnoer
aan op de oplader en steek het andere
uiteinde in een stopcontact.
X Het oplaadlampje gaat oranje branden en het
opladen begint.
X Als het opladen is voltooid, wordt het lampje
groen.
De batterij opladen
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
CB-2LB
CB-2LBE
IXUS 510 HS
Voordat u begint
17
Verwijder de batterij.
z Haal het netsnoer van de batterijlader uit het
stopcontact en verwijder de batterij door deze
naar binnen ( ) en omhoog ( ) te drukken.
CB-2LD
CB-2LDE
IXUS 240 HS
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij
te beschermen en in goede staat te houden.
Bind de lader of het snoer niet aan andere objecten bij batterijladers
die een stroomsnoer gebruiken. Dit kan defect of schade aan het
product tot gevolg hebben.
Zie “Specificaties” (p. 39) voor meer informatie over de oplaadduur, het aantal
opnamen en de opnameduur met een volledig opgeladen batterij.
Voordat u begint
18
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk
verkrijgbaar).
Denk eraan dat u voordat u een nieuwe geheugenkaart (of een geheugenkaart
die in een ander apparaat is geformatteerd) gaat gebruiken, de geheugenkaart
met deze camera moet formatteren (p. 163).
Open het batterijklepje.
z Schuif het klepje naar buiten ( ) en open
het ( ).
Plaats de batterij.
z Duw de batterijvergrendeling in de richting
van de pijl en plaats de batterij in de getoonde
richting totdat hij vastklikt en is vergrendeld.
z Het is niet mogelijk om in de verkeerde
richting geplaatste batterijen te vergrendelen.
Controleer altijd of de batterij in de juiste
richting is geplaatst en wordt vergrendeld.
Sluit het batterijklepje.
z Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes aan
terwijl u het naar binnen schuift, totdat het
vastklikt ( ).
Open het klepje van de
geheugenkaart.
z Schuif het klepje naar buiten ( ) en open
het ( ).
De batterij en geheugenkaart plaatsen
IXUS 510 HS
Aansluitpunten Batterijver-
grendeling
Voordat u begint
19
Plaats de geheugenkaart.
z Plaats de geheugenkaart in de getoonde
richting totdat hij vastklikt en is vergrendeld.
z Controleer altijd of de geheugenkaart in de
juiste richting is geplaatst. Als u de
geheugenkaart in de verkeerde richting
probeert te plaatsen, kunt u de camera
beschadigen.
Sluit het klepje van de
geheugenkaart.
z Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes aan
terwijl u het naar binnen schuift, totdat het
vastklikt ( ).
z
Open het klepje en duw de batterijvergrendeling
in de richting van de pijl.
X De batterij wipt nu omhoog.
z Open het klepje en duw de geheugenkaart
naar binnen tot u een klik hoort en laat de
kaart langzaam los.
X De geheugenkaart wipt nu omhoog.
Etiket
De batterij verwijderen
De geheugenkaart verwijderen
Voordat u begint
20
Controleer het schuifje voor
schrijfbeveiliging van de kaart.
z Als de geheugenkaart een schuifje voor
schrijfbeveiliging heeft, kunt u geen opnamen
maken als het schuifje is ingesteld op
vergrendeld (omlaag). Duw het schuifje
omhoog totdat het op niet vergrendeld staat.
Open het klepje van de
geheugenkaart/het batterijklepje.
z Schuif het klepje naar buiten ( ) en open
het ( ).
Plaats de batterij.
z Duw de batterijvergrendeling in de richting
van de pijl en plaats de batterij in de getoonde
richting totdat hij vastklikt en is vergrendeld.
z Het is niet mogelijk om in de verkeerde
richting geplaatste batterijen te vergrendelen.
Controleer altijd of de batterij in de juiste
richting is geplaatst en wordt vergrendeld.
Plaats de geheugenkaart.
z Plaats de geheugenkaart in de getoonde
richting totdat hij vastklikt en is vergrendeld.
z Controleer altijd of de geheugenkaart in de
juiste richting is geplaatst. Als u de
geheugenkaart in de verkeerde richting
probeert te plaatsen, kunt u de camera
beschadigen.
Sluit het klepje van de
geheugenkaart/het batterijklepje.
z Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes aan
terwijl u het naar binnen schuift, totdat het
vastklikt ( ).
IXUS 240 HS
Aansluitpunten
Batterijver-
grendeling
Aansluitpunten
Voordat u begint
21
Verwijder de batterij.
z
Open het klepje en duw de batterijvergrendeling
in de richting van de pijl.
X De batterij wipt nu omhoog.
Verwijder de geheugenkaart.
z Duw de geheugenkaart naar binnen tot u een
klik hoort en laat de kaart langzaam los.
X De geheugenkaart wipt nu omhoog.
Wanneer u de camera de eerste keer inschakelt, verschijnt een scherm voor het
instellen van de datum en tijd. Zorg dat u de datum en tijd instelt, want dat vormt
de basis voor de datums en tijden die aan uw beelden worden toegevoegd.
Schakel de camera in.
z Druk op de ON/OFF-knop.
X Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
Stel de datum en tijd in.
z Tik op de optie die u wilt instellen en druk
vervolgens op de knoppen op om de datum
en tijd op te geven.
z Als u klaar bent, tikt u op ^.
Voltooi de instellingsprocedure.
z Nadat u de datum en tijd hebt ingesteld,
wordt het scherm [Datum/Tijd] niet langer
weergegeven.
z Druk op de ON/OFF-knop om de camera uit
te schakelen.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
De datum en tijd instellen
Voordat u begint
22
Wijzig de datum en tijd als volgt.
Open het cameramenu.
z Tik achtereenvolgens op H en n.
Kies [Datum/Tijd].
z Raak de tab 3 aan.
z Sleep omhoog of omlaag over het scherm om
[Datum/Tijd] te selecteren.
z Tik op [Datum/Tijd].
Wijzig de datum en tijd.
z Volg stap 2 op p. 21 om de instellingen te
wijzigen.
z Tik twee keer op ^ om het menu te sluiten.
Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt steeds als u de camera
inschakelt, tenzij u de datum en tijd al hebt ingesteld. Geef de juiste
informatie op.
Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), tikt u op en kiest u
in stap 2.
De datum en tijd wijzigen
De datum/tijd-instellingen blijven tot ongeveer drie weken na het verwijderen van
de accu behouden dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij).
De datum/tijd-batterij wordt ongeveer in vier uur opgeladen nadat u een geladen
batterij hebt geplaatst of de camera hebt aangesloten op een voedingsadapterset
(afzonderlijk verkrijgbaar, p. 173), zelfs als de camera is uitgeschakeld.
Zodra de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm [Datum/Tijd] als u de
camera inschakelt. Volg de stappen op p. 21 om de datum en tijd in te stellen.
Voordat u begint
23
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
Open de afspeelmodus.
z Druk op de knop 1.
Open het instellingenscherm.
z Houd n ingedrukt totdat het
instellingenscherm wordt weergegeven.
Stel de taal van het LCD-scherm in.
z Tik op de gewenste weergavetaal en tik
vervolgens op ^.
X Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm niet
langer weergegeven.
Taal van LCD-scherm
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Als er beelden op de geheugenkaart staan, tikt u op H
linksonder in het scherm om n.te openen.
U kunt de taal van het LCD-scherm ook wijzigen door achtereenvolgens te
tikken op H en vervolgens n. Selecteer daarna [Taal ] op het
tabblad 3.
24
Als u uw camera afdankt, moet u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij
verwijderen voor recycling volgens de lokale voorschriften.
Draai de schroeven van de
behuizing los.
z Open het klepje van de aansluitingen.
z Draai de schroeven van de behuizing op
de zijkanten en de onderkant los.
Verwijder de voorkant.
Verwijder de batterij.
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen
IXUS 510 HS
Raak het gemarkeerde gebied nooit aan. Dit
kan leiden tot een zware elektrische schok.
Verwijder nooit de camerabehuizing om een
andere reden dan om de interne oplaadbare
lithiumbatterij te verwijderen voor recycling,
wanneer u de camera afdankt.
25
Als u uw camera afdankt, moet u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij
verwijderen voor recycling volgens de lokale voorschriften.
Draai de schroeven van de
behuizing los.
z Open het klepje en de kabelpoort.
z Draai de schroeven van de behuizing op
de zijkanten en de onderkant los.
Verwijder de voorkant.
Verwijder de batterij.
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen
IXUS 240 HS
Raak dit gebied nooit aan!
Raak het gemarkeerde gebied nooit aan. Dit
kan leiden tot een zware elektrische schok.
Raak dit gebied nooit aan!
Verwijder nooit de camerabehuizing om een
andere reden dan om de interne oplaadbare
lithiumbatterij te verwijderen voor recycling,
wanneer u de camera afdankt.
26
Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of filmopnamen te
maken en deze daarna te bekijken.
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen voor
volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor specifieke
composities.
Schakel de camera in.
z Druk op de ON/OFF-knop.
X Het opstartscherm wordt weergegeven.
Selecteer de Auto-modus.
z Tik op , tik op qr of sleep snel naar
links of rechts over het scherm, en tik dan op
om dit te selecteren.
z Tik op [OK] om uw keuze te bevestigen.
z Stel de modusschakelaar in op A.
De camera testen
Opnamen maken (Smart Auto)
Foto's Films
IXUS 510 HS
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
IXUS 240 HS
De camera testen
27
z Richt de camera op het onderwerp. Als de
camera de compositie bepaalt maakt deze
een licht klikkend geluid.
X Het compositiepictogram wordt linksboven in
het scherm weergegeven en het pictogram
voor beeldstabilisatie wordt rechtsboven
weergegeven.
X Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
X Zwarte balken aan de linker- en rechterkant
op het scherm geven aan welke gebieden
niet worden vastgelegd.
Kies de compositie.
z
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
i
(telelens) en om uit te zoomen duwt u de knop
naar
j
(groothoek).
Maak de opname.
Foto’s maken
Stel scherp.
z Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer nadat is scherpgesteld en er
worden AF-kaders weergegeven om aan te
geven op welke beeldgebieden is
scherpgesteld.
AF-kaders
De camera testen
28
Maak de opname.
z Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden.
z Wanneer de camera de opname maakt, hoort
u het sluitergeluid en wanneer er weinig licht
is, gaat de flitser automatisch af.
z Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
X Uw opname wordt ongeveer twee seconden
lang op het scherm weergegeven.
z Zelfs wanneer de foto nog op het scherm
staat, kunt u al op de ontspanknop drukken
om een volgende foto te maken.
Films opnemen
Start met opnemen.
z Tik op . U hoort één pieptoon zodra de
camera met de filmopname begint en op het
scherm verschijnen [ REC] en de
verstreken tijd.
X De camera schakelt over op volledige
schermweergave en het gedeelte van het
onderwerp dat wordt weergegeven op het
scherm, wordt opgenomen.
X Kaders rond gedetecteerde gezichten geven
aan dat de camera daarop is scherpgesteld.
Voltooi de opname.
z Tik op . De camera piept twee maal als de
opname stopt.
X De camera stopt automatisch met opnemen
zodra de geheugenkaart vol raakt.
Verstreken tijd
De camera testen
29
Na het opnemen van beelden of films kunt u deze op de volgende manier op
het scherm bekijken.
Open de afspeelmodus.
z Druk op de knop 1.
X Uw laatste opname wordt weergegeven.
Blader door uw beelden.
z Om het volgende beeld te bekijken, sleept u
van rechts naar links over het scherm en om
het vorige beeld te bekijken, sleept u van
links naar rechts over het scherm.
z U kunt het volgende beeld ook bekijken door
op de rechterkant van het scherm te tikken (in
het gebied dat het kader links aangeeft).
In dit geval wordt r weergegeven. Zo kunt u
ook het vorige beeld bekijken door op de
linkerkant van het scherm te tikken (in het
gebied dat het kader links aangeeft). In dit
geval wordt q weergegeven.
z Films zijn herkenbaar aan het pictogram .
Ga naar stap 3 als u films wilt afspelen.
Films afspelen
z Tik op om het afspelen te starten.
z Als u het volume wilt aanpassen, sleept u
snel tijdens het afspelen omhoog of omlaag
over het scherm.
X Na de film verschijnt .
Bekijken
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in.
De camera testen
30
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen.
Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden
hersteld.
Selecteer het beeld dat u wilt
wissen.
z Sleep naar links of rechts over het scherm om
een beeld te selecteren.
Wis het beeld.
z Tik op H en sleep omhoog of omlaag op
het scherm om a te selecteren.
z Als [Wissen ?] verschijnt, tikt u op [Wissen].
X Het huidige beeld wordt nu gewist.
z Tik op [Stop] als u het wissen wilt annuleren.
Beelden wissen
U kunt beelden ook wissen door Touch-acties te gebruiken (p. 151).
U kunt ook alle beelden tegelijk wissen (p. 146).
31
De software en de handleidingen die op de meegeleverde cd-rom staan,
komen hieronder aan de orde, met instructies voor de installatie, het opslaan
van beelden op een computer en het gebruik van de handleidingen.
Nadat u de software op de cd-rom hebt geïnstalleerd, kunt u het volgende op
uw computer doen.
ImageBrowser EX
z Importeer beelden en wijzig camera-instellingen
z Beheer beelden: bekijk ze, zoek ze en orden ze
z Druk beelden af en bewerk ze
z Werk bij tot de meest recente software-versie met de functie voor
automatisch bijwerken.
Met behulp van de standaard bijgeleverde software kunt u bijwerken tot de
meest recente versie en nieuwe functies downloaden via internet (sommige
software wordt hierbij uitgezonderd). Zorg ervoor de software te installeren op
een computer met een internet-aansluiting, zodat u deze functie kunt gebruiken.
De volgende handleidingen worden op de cd DIGITAL CAMERA Manuals
Disk aangeboden.
Gebruikershandleiding
Als u eenmaal vertrouwd bent met de informatie in Introductiehandleiding, raadpleeg dan
de handleiding voor nog grondiger kennis van de bediening van uw camera.
ImageBrowser EX Gebruikershandleiding
Raadpleeg deze gids bij gebruik van de meegeleverde software.
Vanuit de Help-functie van ImageBrowser EX kan men naar deze gids verwijzen.
Meegeleverde software, handleidingen
Eigenschappen van de meegeleverde software
De functie voor automatisch bijwerken
Men moet toegang tot internet hebben om deze functie te gebruiken
en elke account van een provider berekent kosten en men moet de
kosten voor toegang apart betalen.
Mogelijk is deze functie niet beschikbaar, afhankelijk van de camera
of de regio waar u woont.
Handleidingen
Afhankelijk van het land of de regio waar u uw camera hebt aangeschaft, kan
de ImageBrowser EX Gebruikershandleiding niet toegankelijk zijn vanuit de
Help-functie. In dergelijke gevallen zal deze of standaard bijgeleverd worden bij
de CD-ROM die u bij de camera krijgt of u kunt de meest recente versie van de
website van Canon downloaden.
Meegeleverde software, handleidingen
32
De meegeleverde software kan men op de volgende computers gebruikt
worden.
Windows
* Voor Windows XP moet Microsoft .NET Framework 3.0 of hoger (max. 500 MB) zijn
geïnstalleerd. De installatie kan enige tijd duren, afhankelijk van de prestaties van de
computer.
Macintosh
Systeemvereisten
Besturingssysteem
Windows 7 SP1
Windows Vista SP2
Windows XP SP3
(Verbinding via draadloze LAN wordt alleen ondersteund op
Windows 7 SP1)
Computer
Computers die gebruikmaken van de eerdergenoemde
besturingssystemen (vooraf geïnstalleerd) met een ingebouwde
USB-poort en een aansluiting met internet
Processor
1,6 GHz of hoger
(foto’s)
, Core 2 Duo 2,6 GHz of hoger
(films)
RAM
Windows 7 (64-bits): 2 GB of meer
Windows 7 (32 bits), Windows Vista (64 bits, 32 bits),
1 GB of meer (foto’s), 2 GB of meer (films)
Windows XP: 512 MB of meer (foto’s), 2 GB of meer (films)
Interfaces USB of draadloze LAN
Vrije ruimte op de
vaste schijf
440 MB of meer*
Scherm Resolutie van 1.024 x 768 of hoger
Besturingssysteem
Mac OS X 10.6 (aansluiting via draadloze LAN wordt alleen
ondersteund op v10.6.8 en later)
Computer
Computers die gebruikmaken van de eerdergenoemde
besturingssystemen (vooraf geïnstalleerd) met een ingebouwde
USB-poort en een aansluiting met internet
Processor
Core Duo 1,83 GHz of hoger (stilstaande beelden), Core 2 Duo
2,6 GHz of hoger (films)
RAM 1 GB of meer (foto’s), 2 GB of meer (films)
Interfaces USB of draadloze LAN
Vrije ruimte op de
vaste schijf
550 MB of meer
Scherm Resolutie van 1.024 x 768 of hoger
Controleer de website van Canon voor de meest recente systeemeisen,
waaronder ook ondersteunde versies van het besturingssysteem.
Meegeleverde software, handleidingen
33
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt.
Met de functies voor automatisch bijwerken van de software kunt u updaten
naar de meest recente versie en nieuwe functies via internet downloaden
(exclusief een aantal programma’s). Zorg er daarom voor om de software te
installeren op een computer met een internet verbinding.
Plaats de cd-rom in het
cd-romstation van de computer.
z Plaats de meegeleverde cd-rom
(Cd DIGITAL CAMERA Solution Disk) (p. 2)
in het cd-romstation van de computer.
z Op een Macintosh-computer plaatst u de cd,
dubbelklikt u op het cd-pictogram op het
bureaublad om naar de cd te gaan. Daarna
dubbelklikt u op het pictogram dat
verschijnt.
Start de installatie.
z Klik op [Easy Installation/Eenvoudige
installatie] en volg de instructies op het
scherm om verder te gaan met de installatie.
Wanneer een bericht wordt
weergegeven dat u vraagt om de
camera aan te sluiten, sluit u deze
op een computer aan.
De software installeren
Meegeleverde software, handleidingen
34
z Met de camera uitgeschakeld opent u de
deksel ( ). Steek de kleinste stekker van de
meegeleverde interfacekabel (p. 2) in de
aangegeven richting, helemaal in de
aansluiting van de camera ( ).
z Steek de grote stekker van de interfacekabel
in de USB-poort van de computer.
Raadpleeg de computerhandleiding voor
meer informatie over USB-aansluitingen op
de computer.
Installeer de bestanden.
z Schakel de camera in en volg de instructies
op het scherm om verder te gaan met de
installatie.
X De software zal verbinding maken met
internet om de meest recente versie te
installeren en nieuwe functies te
downloaden. De installatie kan enige tijd
duren, afhankelijk van de prestaties van de
computer en de aansluiting met internet.
z Op een Macintosh klikt u op [Finish/
Voltooien] of [Restart/Herstarten] in het
scherm dat wordt weergegeven nadat de
installatie is voltooid. Verwijder de cd-rom
wanneer het bureaublad wordt
weergegeven.
z Schakel de camera uit en verwijder de kabel.
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Meegeleverde software, handleidingen
35
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt.
Sluit de camera aan op de
computer.
z Volg stap 3 op p. 33 om de camera op de
computer aan te sluiten.
Zet de camera aan om
CameraWindow te openen.
z Druk op de knop 1 om de camera aan te
zetten.
z Op een Macintosh-computer wordt
CameraWindow weergegeven als er een
verbinding tot stand is gebracht tussen de
camera en de computer.
z Voor Windows volgt u de stappen die
hieronder worden ingeleid.
z In het scherm dat verschijnt, klikt u op de
koppeling om het programma te
wijzigen.
Wanneer niet aangesloten op internet, gelden de volgende beperkingen.
- Het scherm in stap 3 zal niet weergegeven worden.
- Sommige functie worden mogelijk niet geïnstalleerd.
- De eerste keer dat u de camera op de computer aansluit, zullen
stuurprogramma’s geïnstalleerd worden. Het kan daarom een paar minuten
duren, totdat men toegang krijgt tot de camerabeelden.
Als u verscheidene camera’s hebt die in een bundel kwamen met
ImageBrowser EX op de standaard meegeleverede CD-ROM’s, zorg er dan
voor om elke camera te gebruiken met de standaard meegeleverde CD-ROM
en volg voor elk de installatie-instructies op het scherm. Als u dit doet, zal dit
ervoor zorgen dat elke camera de juiste updates en nieuwe functies via de
functie voor automatisch bijwerken zal krijgen.
Beelden opslaan op een computer
Meegeleverde software, handleidingen
36
z
Kies [Downloads Images From Canon Camera
using Canon CameraWindow/Beelden van
Canon-camera via Canon CameraWindow
downloaden] en klik op [OK].
z Dubbelklik op .
Beelden opslaan op de computer.
z Klik op [Import Images from Camera/Beelden
importeren van camera] en vervolgens op
[Import Untransferred Images/Niet-
overgedragen beelden importeren].
X De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
z
Wanneer de beelden zijn opgeslagen, sluit u
CameraWindow en drukt u op de knop
1
om
de camera uit te schakelen. Koppel vervolgens
de kabel los.
z Raadpleeg de ImageBrowser EX
Gebruikershandleiding.voor instructies over
het bekijken van beelden op de computer.
CameraWindow
Meegeleverde software, handleidingen
37
Als het scherm in stap 2 in Windows 7 niet wordt weergegeven, klik dan op het
pictogram op de taakbalk.
Om CameraWindow in Windows Vista of XP te starten, klikt u op [Downloads
Images From Canon Camera using Canon CameraWindow/Beelden van
Canon-camera via Canon CameraWindow downloaden] dat op het scherm
wordt weergegeven als u de camera bij stap 2 inschakelt. Als CameraWindow
niet verschijnt, klik dan op het menu [Start] en kies [Alle programma’s] X
[Canon Utilities] X [CameraWindow] X [CameraWindow].
Als CameraWindow op een Macintosh-computer niet verschijnt, zelfs nadat u
stap 2 hebt uitgevoerd, klikt u op het pictogram [CameraWindow] in de balk
onder aan het bureaublad.
U kunt uw camerabeelden zelfs zonder de meegeleverde software op uw
computer opslaan door uw camera op de computer aan te sluiten, maar
daarvoor gelden wel de volgende beperkingen.
- Nadat u de camera hebt aangesloten op de computer, kan het enkele minuten
duren voordat u beelden kunt openen.
- Beelden die verticaal zijn opgenomen, worden mogelijk horizontaal
opgeslagen.
- Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen bij het opslaan van de beelden
op de computer worden verwijderd.
- Er kunnen bepaalde problemen ontstaan bij het opslaan van beelden of
beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, de
gebruikte software of de grootte van de beeldbestanden.
- Mogelijk zijn ook enkele functies in de meegeleverde software niet
beschikbaar, zoals het bewerken van films en het terugzetten van beelden op
de camera.
38
Accessoires
Gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het wordt gebruikt
in combinatie met accessoires van het merk Canon.
Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand,
enzovoort, die worden veroorzaakt door de slechte werking van accessoires van een ander merk
(bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een batterij). Houd er rekening mee dat deze garantie niet
van toepassing is op reparaties die voortvloeien uit een slechte werking van accessoires die niet
door Canon zijn vervaardigd, hoewel u dergelijke reparaties wel tegen betaling kunt laten
uitvoeren.
Stereo AV-kabel AVC-DC400ST
Kabel
Meegeleverde
accessoires
Tv-/
videosysteem
Geheugenkaart
Kaartlezer
Windows/
Macintosh-
computer
Interfacekabel IFC-400PCU*
1
Polsriem
WS-DC10
Cd DIGITAL
CAMERA
Solution Disk
Batterij NB-9L*
1
(met kapje)
HDMI-kabel HTC-100
Batterijlader
CB-2LB/CB-2LBE*
1
Voeding
Voedingsadapterset
ACK-DC90
*1 Ook afzonderlijk verkrijgbaar.
*2 Krachtige flitser HF-DC1 wordt ook ondersteund.
IXUS 510 HS
Batterij
NB-11L*
1
(met kapje)
Batterijlader
CB-2LD/CB-2LDE*
1
Voedingsadapterset
ACK-DC70
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Flitseenheid
Krachtige flitser
HF-DC2*
2
Canon PictBridge-compatibele
printers
IXUS 510 HS
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
IXUS 240 HS
39
Specificaties
Effectieve pixels in de
camera
Circa 10,1 megapixels Circa 16,1 megapixels
Focuslengte lens
12x zoom: 4.0 (G) – 48.0 (T) mm
(equivalent aan 35 mm:
28 (G) – 336 (T) mm)
5x zoom: 4.3 (G) – 21.5 (T) mm
(equivalent aan 35 mm:
24 (G) – 120 (T) mm)
LCD-monitor
Kleuren-TFT LCD 8,0 cm (3,2 inch)
Effectieve pixels: circa 461.000 pixels
Bestandsformaten
Design rule for Camera File system-ontwerpstandaard,
compatibel met DPOF (versie 1.1)
Gegevenstypen
Foto’s: Exif 2.3 (JPEG)
Films: MOV (H.264-videogegevens, Linear PCM
(2 kanaals stereo)-audiogegevens)
Interfaces
Hi-speed USB
HDMI-uitgang
Analoge audio-uitgang (stereo)
Analoge video-uitgang (NTSC/PAL)
Voeding
Batterij NB-9L
Voedingsadapterset
ACK-DC70
Batterij NB-11L
Voedingsadapterset
ACK-DC90
Afmetingen
(gebaseerd op
CIPA-richtlijnen)
85,8 x 53,5 x 19,8 mm 93,5 x 56,8 x 20,8 mm
Gewicht (gebaseerd
op CIPA-richtlijnen)
Circa 163 g (inclusief batterijen
en geheugenkaart)
Circa 142 g (alleen camera)
Circa 145 g (inclusief batterijen
en geheugenkaart)
Circa 130 g (alleen camera)
IXUS 510 HS IXUS 240 HS
Specificaties
40
*1 Tijden zijn gebaseerd op standaardinstellingen bij het uitvoeren van normale
handelingen, zoals opnemen, pauzeren, de camera in- en uitschakelen en zoomen.
*2 Beschikbare tijd voor opnemen van maximum filmlengte (tot opname automatisch
wordt gestopt).
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op richtlijnen voor metingen
van de CIPA (Camera & Imaging Products Association).
Onder bepaalde opnameomstandigheden zijn het aantal opnamen en de opnametijd
lager dan hierboven is aangegeven.
Aantal opnamen/opnametijd met volledig geladen batterijen.
Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd
Aantal opnamen Circa 190 Ongeveer 170
Opnametijd film*
1
Ongeveer 30 minuten Ongeveer 30 minuten
Continu-
opnamen*
2
Circa 50 minuten Circa 1 uur
Afspeeltijd Circa 3 uur Circa 3 uur
Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart
Resolutie (pixels)
Compressie-
verhouding
Aantal opnamen per geheugenkaart
(bij benadering)
4GB 16 GB
(Groot) 799 3217
10M/3648x2736 1257 5061
(Medium 1) 1195 4810
6M/2816x2112 1829 7362
(Medium 2) 3658 14724
2M/1600x1200 6354 25574
(Klein) 13416 53992
0.3M/640x480 20124 80988
IXUS 510 HS IXUS 240 HS
IXUS 510 HS
Specificaties
41
Deze waarden zijn gemeten volgens de normen van Canon en kunnen variëren
naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
De waarden in de tabel zijn gebaseerd op beelden met een 4:3-verhouding. Als u de
verhouding wijzigt (zie p. 77) kunnen er meer opnamen worden gemaakt, omdat per
opname minder gegevens worden gebruikt dan bij opnamen van 4:3. Bij hebben
16:9-beelden echter een resolutie van 1920 x 1080 pixels, waarvoor meer gegevens
nodig zijn dan voor 4:3-beelden.
Resolutie (pixels)
Compressie-
verhouding
Aantal opnamen per geheugenkaart
(bij benadering)
8GB 32 GB
(Groot) 1058 4272
16M/4608x3456 1705 6883
(Medium 1) 1996 8059
8M/3264x2448 3069 12391
(Medium 2) 7442 30040
2M/1600x1200 12927 52176
(Klein) 27291 110150
0.3M/640x480 40937 165225
IXUS 240 HS
Specificaties
42
*1 13 min. 35 sec. ( ), 27 min. 39 sec. ( ) voor iFrame-films (zie
p. 105).
*2 54 min. 42 sec. ( ), 1 uur 51 min. 37 sec. ( ) voor iFrame-films (zie
p. 105).
Deze waarden zijn gemeten volgens de normen van Canon en kunnen variëren
naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
Het opnemen stopt automatisch zodra de bestandsgrootte van een afzonderlijke clip die
wordt opgenomen 4 GB groot is, of wanneer de opnametijd ongeveer 10 minuten is
(bij of -films), of ongeveer 1 uur (bij -films).
Bij sommige geheugenkaarten kan de opname ook worden gestopt als de maximale
cliplengte nog niet is bereikt. U kunt het beste Speed Class 6-geheugenkaarten of hoger
gebruiken.
Opnametijd per geheugenkaart
Beeldkwaliteit
Opnametijd per geheugenkaart
4GB 16 GB
14 min. 34 sec. 58 min. 40 sec.
20 min. 44 sec.*
1
1 uur 23 min. 29 sec.*
2
43 min. 44 sec. 2 uur 56 min. 3 sec.
Beeldkwaliteit
Opnametijd per geheugenkaart
8GB 32 GB
29 min. 39 sec. 1 uur 59 min. 43 sec.
42 min. 11 sec.*
1
2 uur 50 min. 19 sec.*
2
1 uur 28 min. 59 sec. 5 uur 59 min. 10 sec.
Flitsbereik
Maximale groothoek (j) 50 cm – 2,5 m 50 cm – 3,5 m
Maximale telelens (i) 1,0 – 1,5 m 90 cm – 2,0 m
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
IXUS 510 HS IXUS 240 HS
IXUS 510 HS IXUS 240 HS
IXUS 510 HS IXUS 240 HS
Specificaties
43
* Niet beschikbaar in bepaalde opnamemodi.
Opnamebereik
Opnamemodus Scherpstelbereik
Maximale groothoek
(j)
Maximale telelens
(i)
A 1 cm – oneindig 1 m – oneindig
Andere modi
5 cm – oneindig 1 m – oneindig
e* 1 – 50 cm
u* 3 m – oneindig 3 m – oneindig
Opnamemodus Scherpstelbereik
Maximale groothoek
(j)
Maximale telelens
(i)
A 3 cm – oneindig 90 cm – oneindig
Andere modi
5 cm – oneindig 90 cm – oneindig
e* 3 – 50 cm
u* 3 m – oneindig 3 m – oneindig
Snelheid continu-opnamen
Opnamemodus Modus Continue Opname Snelheid
Circa 6,1 beelden/sec.
G
W Circa 2,6 beelden/sec.
Circa 0,8 beelden/sec.
Circa 0,8 beelden/sec.
Opnamemodus Snelheid
Circa 5,2 beelden/sec.
G Circa 1,9 beelden/sec.
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Specificaties
44
Sluitertijd
A modus, automatische ingesteld
bereik
1 – 1/4000 sec. 1 – 1/2000 sec.
Bereik in alle opnamemodi 15 – 1/4000 sec. 15 – 1/2000 sec.
Diafragma
f/nummer f/3.4 – f/6.3 (G), f/5.6 – f/9.0 (T) f/2.7, f/8.0 (G), f/5.9, f/17 (T)
Batterij
NB-9L NB-11L
Type Oplaadbare lithium-ionbatterij Oplaadbare lithium-ionbatterij
Nominale
spanning
3,5 V gelijkstroom 3,6 V gelijkstroom
Nominaal
vermogen
870 mAh 680 mAh
Oplaadcycli Circa 300 Circa 300
Bedrijfs-
temperatuur
0 – 40°C 0 – 40°C
Afmetingen 14,6 x 43,1 x 15,3 mm 34,6 x 40,2 x 5,2 mm
Gewicht Circa 21 g Circa 13 g
IXUS 510 HS IXUS 240 HS
IXUS 510 HS IXUS 240 HS
IXUS 510 HS IXUS 240 HS
Specificaties
45
Alle gegevens zijn gebaseerd op tests door Canon.
De cameraspecificaties of het uiterlijk kunnen worden gewijzigd zonder
kennisgeving.
Batterijlader
CB-2LB/CB-2LBE CB-2LD/CB-2LDE
Nominale
invoer
100 – 240 V wisselstroom (50/60 Hz)
8,5 VA (100 V) – 12 VA (240 V),
0,085 A (100 V) – 0,05 A (240 V)
100 – 240 V wisselstroom (50/60 Hz)
Nominale
uitvoer
4,2 V gelijkstroom, 0,7 A 4,2 V gelijkstroom, 0,41 A
Oplaadduur
Circa 1 uur 50 min.
(bij gebruik van NB-9L)
Circa 2 uur
(wanneer men NB-11L gebruikt)
Oplaadlampje
Opladen:
oranje / Volledig opgeladen: groen
(systeem met twee indicatielampjes)
Opladen:
oranje / Volledig opgeladen: groen
(systeem met twee indicatielampjes)
Bedrijfs-
temperatuur
0 – 40°C 5 – 40°C
Afmetingen 59,0 x 82,0 x 24,5 mm 85,0 x 57,6 x 24,3 mm
Gewicht
Ongeveer 73 g
(CB-2LB):
Ongeveer 67 g
(CB-2LBE, netsnoer)
Circa 59 g
(CB-2LD)
Ongeveer 56 g
(CB-2LDE, exclusief stroomsnoer)
IXUS 510 HS IXUS 240 HS
46
47
Basishandelingen van de
camera
Basisbewerkingen en functies van de camera
1
48
Opnamemodus
z Druk op de ON/OFF-knop om de camera in
te schakelen en gereed te maken om op te
nemen.
z Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de
camera uit te schakelen.
Afspeelmodus
z Druk op de knop 1 om de camera in te
schakelen en uw foto’s te bekijken.
z Om de camera uit te schakelen drukt u
opnieuw op de knop 1.
Om de batterij te sparen worden het scherm en de camera automatisch
uitgeschakeld na een bepaalde inactieve periode.
Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld nadat het ongeveer één minuut
inactief is geweest. Ongeveer na nog 2 minuten wordt de lens ingetrokken en
de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld maar de lens nog
niet is ingetrokken, kunt u het scherm weer inschakelen en gereedmaken
voor het maken van opnamen door de ontspanknop half in te drukken (p. 49).
De camera wordt na ongeveer 5 minuten inactiviteit automatisch uitgeschakeld.
In- en uitschakelen
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u op de knop 1.
Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in (p. 49).
Als de camera in de afspeelmodus is, wordt ongeveer na één minuut de lens
ingetrokken. U kunt de camera uitschakelen terwijl de lens is ingetrokken door
nogmaals op de knop 1 te drukken.
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit)
Spaarstand in de opnamemodus
Spaarstand in de afspeelmodus
U kunt deze spaarstandfuncties desgewenst uitschakelen (p. 166).
U kunt ook de timing voor het uitschakelen van het scherm wijzigen (p. 166).
49
Om te zorgen dat uw opnamen altijd zijn scherpgesteld, drukt u altijd eerst
(licht) de ontspanknop half in. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt
u de knop helemaal naar beneden om de opname te maken.
In deze handleiding worden de handelingen van de ontspanknop beschreven,
zoals de knop half of helemaal indrukken.
Druk half in. (Licht indrukken om
scherp te stellen.)
z Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer en er worden AF-kaders
weergegeven rond de beeldgebieden
waarop is scherpgesteld.
Druk helemaal in. (Druk, vanaf de
positie halverwege, helemaal in om de
opname te maken.)
X
De camera maakt de opname en er klinkt een
sluitergeluid.
z Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
Ontspanknop
De beelden worden mogelijk onscherp als u de opname maakt
zonder eerst de ontspanknop half in te drukken.
Het geluid van de sluiter kan korter of langer duren, afhankelijk van
de tijd die nodig is om de opname te maken. Bij sommige
opnamecomposities kan het langer duren en de beelden worden
vaag als u de camera beweegt (of als het onderwerp beweegt)
voordat het geluid van de sluiter stopt.
50
Tik op l om andere informatie weer te geven op het scherm of om de
informatie te verbergen. Zie p. 206 voor meer details over de weergegeven
informatie.
Opties opnameweergave
Informatie wordt
weergegeven
Geen informatie
weergegeven
Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt de helderheid
van het LCD-scherm met de nachtschermfunctie automatisch verhoogd, zodat
u de compositie van uw opnamen gemakkelijker kunt controleren. Mogelijk
komen de beeldhelderheid op het scherm en de helderheid van uw foto’s niet
overeen. Vervorming van het beeld op het scherm of schokkerige bewegingen
van het onderwerp hebben geen invloed op vastgelegde beelden.
Zie p. 135 voor afspeelopties.
51
Configureer veelgebruikte functies als volgt via het menu FUNC.
Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (pp. 212 - 213)
of afspeelmodus (p. 217).
Open het Menu FUNC.
z Tik op H.
Selecteer een menu-item.
z Sleep het menu omhoog of omlaag om
erdoor te bladeren of tik op een item als u dit
wilt selecteren.
z U kunt ook door het menu bladeren door
buiten het menugebied omhoog of omlaag te
slepen.
z Tik nogmaals op het geselecteerde
menu-item of tik rechts op de bijbehorende
beschrijving.
Selecteer een optie.
z Sleep de opties omhoog of omlaag om
erdoor te bladeren of tik op een optie als u die
wilt selecteren.
z U kunt ook door de opties bladeren door
buiten het optiegebied omhoog of omlaag te
slepen.
Voltooi de instellingsprocedure.
z Tik nogmaals op de gekozen optie of tik
op ^.
X Het scherm voordat u in stap 1 op H
tikte, wordt opnieuw weergegeven en toont
de optie die u hebt geconfigureerd.
FUNC. Menu
Menu-items
Opties
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken
door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (p. 169).
Op het scherm in stap 2 kunt u ook opties selecteren door rechts op de
bijbehorende beschrijvingen te tikken.
52
Configureer verschillende camerafuncties als volgt via overige menu’s. De
menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen maken
(4), afspelen (1), enzovoort. De beschikbare instellingen verschillen
afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelmodus (pp. 214 – 217).
Open het menu.
z Tik achtereenvolgens op H en n.
Selecteer een tabblad.
z Tik op een tabblad of beweeg de zoomknop
(p. 4) naar links of rechts om een tabblad te
selecteren.
Selecteer een instelling.
z Sleep de instellingen omhoog of omlaag om
erdoor te bladeren of tik op een instelling als
u die wilt selecteren.
z Als u instellingen met niet weergegeven
opties wilt selecteren, tikt u eerst op de
instelling om van scherm te wisselen en
daarna sleept u de instellingen omhoog of
omlaag om erdoor te bladeren, of u tikt op de
instelling om die te selecteren.
z Tik op ^ om terug te keren naar het vorige
scherm.
n Menu
Indicatorweergave
53
Selecteer een optie.
z Voor opties die met qr aan weerszijden zijn
weergegeven, tikt u op qr om de optie te
wijzigen.
z
Bij opties met een balk ter aanduiding van het
niveau tikt u op de gewenste positie op de balk.
Voltooi de instellingsprocedure.
z Tik op ^ om terug te gaan naar het scherm
dat werd weergegeven voordat u in stap 1 op
H tikte.
De indicator bovenop de camera (p. 5) brandt of knippert afhankelijk van de
status van de camera.
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken
door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (p. 169).
Indicatorweergave
Kleur Indicatorstatus Camerastatus
Groen
Aan
Aangesloten op een computer (p. 35) of het scherm is
uitgeschakeld
Knippert
Bezig met opstarten, opnemen/lezen/verzenden van beelden,
het maken van opnamen met lange sluitertijd (p. 101)
Blauw
Aan Draadloze LAN-verbinding tot stand gebracht
Knippert Draadloze verbinding met LAN of data-overdracht is bezig
Wanneer de indicator groen knippert, moet u geen van de volgende
dingen doen. Dat kan namelijk beelden beschadigen of de camera of
de geheugenkaart beschadigen.
- Schakel de camera uit.
- Schud of schok de camera
- Open het klepje van de geheugenkaart of het batterijklepje.
- Open het klepje van de geheugenkaart/het batterijklepje.
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
54
55
Smart Auto-modus
Handige modus voor eenvoudige opnamen met een
betere controle bij het maken van opnamen.
2
56
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen,
zodat de optimale instellingen voor specifieke composities volledig
automatisch worden geselecteerd.
Schakel de camera in.
z Druk op de ON/OFF-knop.
X Het opstartscherm wordt weergegeven.
Selecteer de Auto-modus.
z Tik op , tik op qr of sleep snel naar
links of rechts over het scherm, en tik dan op
om dit te selecteren.
z Tik op [OK] om uw keuze te bevestigen.
z Stel de modusschakelaar in op A.
z Richt de camera op het onderwerp. Terwijl de
camera de compositie bepaalt, maakt deze
een licht klikkend geluid.
X Het compositiepictogram wordt linksboven in
het scherm weergegeven en het pictogram
voor beeldstabilisatie wordt rechtsboven
weergegeven.
X
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen geven
aan dat de camera daarop is scherpgesteld.
X Zwarte balken aan de linker- en rechterkant
op het scherm geven aan welke gebieden
niet worden vastgelegd.
Opnamen maken in Smart Auto-modus
Foto's Films
IXUS 510 HS
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
IXUS 240 HS
Opnamen maken in Smart Auto-modus
57
Kies de compositie.
z Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar i
(telelens) en om uit te zoomen duwt u de
knop naar j (groothoek). (Op het scherm
verschijnt de zoombalk, die de zoompositie
aangeeft.)
z Om snel in of uit te zoomen beweegt u de
zoomknop helemaal naar i (telelens) of
j (groothoek) en om langzaam in of uit te
zoomen, beweegt u de zoomknop een beetje
in de gewenste richting.
Maak de opname.
Foto’s maken
Stel scherp.
z Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer nadat is scherpgesteld en er
worden AF-kaders weergegeven om aan te
geven op welke beeldgebieden is
scherpgesteld.
z Wanneer op meer dan één gebied is
scherpgesteld, worden meerdere AF-kaders
weergegeven.
Maak de opname.
z
Druk de ontspanknop helemaal naar beneden.
X Wanneer de camera de opname maakt, hoort
u het sluitergeluid en wanneer er weinig licht
is, gaat de flitser automatisch af.
z Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
X Uw opname wordt ongeveer twee seconden
lang op het scherm weergegeven.
z Zelfs wanneer de foto nog op het scherm
staat, kunt u al op de ontspanknop drukken
om een volgende foto te maken.
Zoombalk
AF-kaders
Opnamen maken in Smart Auto-modus
58
Films opnemen
Start met opnemen.
z Tik op . U hoort één pieptoon zodra de
camera met de filmopname begint en op het
scherm verschijnen [ REC] en de
verstreken tijd.
X De camera schakelt over op volledige
schermweergave en het gedeelte van het
onderwerp dat wordt weergegeven op het
scherm, wordt opgenomen.
X Kaders rond gedetecteerde gezichten geven
aan dat de camera daarop is scherpgesteld.
Pas de grootte van het
onderwerp aan en wijzig zo
nodig de compositie van de
opname.
z Om de grootte van het onderwerp te wijzigen,
doet u hetzelfde als in stap 3 op p. 57.
Denk er echter wel aan dat films die met een
blauwe zoomfactor zijn opgenomen, korrelig
zullen zijn en dat het geluid van de
camerabewerkingen ook wordt opgenomen.
z Als u tijdens de opname de compositie
wijzigt, worden de focus, helderheid en
kleurtoon automatisch aangepast.
Voltooi de opname.
z Tik op . De camera piept twee maal als de
opname stopt.
z De camera stopt automatisch met opnemen
zodra de geheugenkaart vol raakt.
Verstreken tijd
Opnamen maken in Smart Auto-modus
59
Foto’s
Een knipperend -pictogram is een waarschuwing dat de beelden
mogelijk onscherp worden door camerabewegingen. Plaats in dat geval
de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil
te houden.
Zijn uw opnamen te donker, ondanks dat er is geflitst, ga dan dichter naar
het onderwerp toe. Zie “Specificaties” (p. 39) voor meer informatie over
het flitsbereik.
Het onderwerp is mogelijk te dichtbij als de camera maar één keer piept
wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt. Zie “Specificaties” (p. 39)
voor meer informatie over het scherpstelbereik (opnamebereik).
Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te vergemakkelijken,
kan het lampje worden ingeschakeld bij opnamen in een omgeving met
weinig licht.
Als een knipperend h pictogram wordt weergegeven als u een opname
probeert te maken, dan geeft dat aan dat u pas een opname kunt maken
als de flitser klaar is met opladen. U kunt weer opnemen zodra de flitser
gereed is. U kunt nu de ontspanknop helemaal indrukken en wachten, of
u laat de knop los en drukt de ontspanknop opnieuw in.
Het sluitergeluid klinkt niet als het pictogram Slapen of het pictogram Baby
(Slapen) (p. 60) wordt weergegeven.
Wanneer de flitser tijdens de opname afgaat, geeft dat aan dat de camera
automatisch heeft geprobeerd te zorgen voor optimale kleuren in het
hoofdonderwerp en de achtergrond (witbalans voor meerdere gebieden).
Films
De camerabehuizing kan warm worden wanneer u herhaaldelijk gedurende
langere tijd films opneemt. Dit is geen teken van
beschadiging.
Kom tijdens het opnemen van films niet met
uw vingers aan de microfoon. Het blokkeren
van de microfoon kan verhinderen dat het
geluid wordt opgenomen of het opgenomen
geluid klinkt daardoor gedempt.
Vermijd tijdens het opnemen van een film om andere camerabediening
dan het scherm aan te raken, omdat de geluiden van de camera ook
worden opgenomen.
Om niet optimale kleuren, zoals die tijdens het opnemen van -films kunnen
optreden (p. 80), te corrigeren, wijzigt u de compositie en tikt u op om het
opnemen te stoppen. Tik daarna weer op om het opnemen te hervatten.
Het geluid wordt in stereo opgenomen.
Microfoon
Opnamen maken in Smart Auto-modus
60
In de modus A geeft de camera automatisch een pictogram weer voor de
vastgestelde compositie. Vervolgens worden automatisch de bijbehorende
instellingen geselecteerd voor optimale scherpstelling, helderheid en kleur van het
onderwerp. Afhankelijk van de compositie kunt u doorlopend foto’s maken (p. 61).
* Met statief
De achtergrondkleur van pictogrammen is lichtblauw als de achtergrond een
blauwe lucht is, donkerblauw als de achtergrond donker is, en grijs bij alle andere
achtergronden.
De achtergrondkleur van pictogrammen is lichtblauw als de achtergrond een
blauwe lucht is, en grijs bij alle andere achtergronden.
Compositiepictogrammen
Achtergrond
Normaal Tegenlicht Donker*
Zonson-
dergangen
Spotlights
Onderwerp
Mensen
In beweging
–––
Schaduwen op gezicht
––––
Glimlach
–––
Slapen
–––
Baby
–––
Glimlach
–––
Slapen
–––
Kinderen (In beweging)
–––
Overige onderwerpen
In beweging
–––
Dichtbij
––
Opnamen maken in Smart Auto-modus
61
De achtergrondkleur van , , , en is donkerblauw, en de
achtergrondkleur van is oranje.
Als u films opneemt worden alleen de pictogrammen Mensen, Overige voorwerpen en
Dichtbij weergegeven.
Als u opnamen maakt met de zelfontspanner worden de volgende pictogrammen niet
weergegeven: Mensen (In beweging), Glimlach, Slapen, Baby (Glimlach), Baby (Slapen),
Kinderen, Overige onderwerpen (In beweging).
Als de transportmodus op (p. 114) staat, de [Hg lampcorr.] op [Aan] en composities
automatisch worden gecorrigeerd (p. 79), worden de volgende pictogrammen niet
weergegeven: Glimlach, Slapen, Baby (Glimlach), Baby (Slapen) en Kinderen.
Als de flitser is ingesteld op , worden de Tegenlichtpictogrammen voor Glimlach en
Kinderen niet weergegeven.
De pictogrammen Baby, Baby (Slapen) en Kinderen worden weergegeven als
[Gezichts-ID] op [Aan] staat, en het gezicht van een geregistreerde baby (jonger dan
twee jaar) of geregistreerd kind (tussen de twee en twaalf jaar oud) wordt gedetecteerd
(p. 69). Controleer dus vooraf of de datum en tijd correct zijn ingesteld (p. 21).
Als bij het maken van foto’s de volgende pictogrammen worden weergegeven,
maakt de camera opeenvolgende foto’s. Als u de ontspanknop half indrukt en u ziet
een van de pictogrammen uit de tabel hieronder, dan wordt een van de volgende
pictogrammen weergegeven om u te informeren dat de camera opeenvolgende
foto’s zal maken: , of W.
Probeer om op te nemen in de modus
G
(p. 107) als het compositiepictogram
niet bij de huidige opnameomstandigheden past, of als het niet mogelijk is om
een opname te maken met het effect, de kleur of de helderheid die u verwacht.
Opeenvolgende foto’s maken
Glimlach (inclusief Baby’s)
: Er wordt een aantal opeenvolgende foto’s gemaakt,
en de camera analyseert vervolgens details, zoals
gezichtsuitdrukkingen, om de beste foto op te slaan.
Slapen (inclusief Baby’s)
: Mooie opnamen van slapende gezichten door
opeenvolgende foto’s te combineren; zo worden
camerabeweging en beeldruis verminderd.
Het AF-hulplicht gaat niet aan, de flitser gaat niet af,
en het sluitergeluid klinkt niet.
Kinderen
W: De camera legt bij elke opname drie opeenvolgende
beelden vast; zo hoeft u geen kans te missen om
foto’s te maken van bewegende kinderen.
In sommige composities worden beelden waarvan u het verwacht misschien
niet opgeslagen, en het kan zijn dat beelden er niet uit zien zoals u verwacht.
Focus, beeldhelderheid en kleur worden bij de eerste opname vastgesteld.
Als u slechts één foto wilt maken, tikt u op H, selecteert u in het menu.
Vervolgens selecteert u .
Opnamen maken in Smart Auto-modus
62
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt automatisch
toegepast (Intelligent IS). Daarnaast worden in de modus A de volgende
pictogrammen weergegeven.
* Wordt weergegeven tijdens paning, terwijl u met de camera bewegende onderwerpen
volgt. Wanneer u een onderwerp volgt dat zich horizontaal verplaatst, heft
beeldstabilisatie alleen het effect van verticale camerabeweging op en stopt de
horizontale beeldstabilisatie. Op dezelfde wijze wordt, wanneer u een onderwerp volgt
dat zich verticaal verplaatst, alleen het effect van horizontale camerabeweging door
beeldstabilisatie opgeheven en stopt de verticale beeldstabilisatie.
Zodra de camera onderwerpen waarop u de camera richt, waarneemt, worden
verschillende kaders weergegeven.
Rond het onderwerp (of het gezicht) dat door de camera als hoofdonderwerp
wordt vastgesteld, wordt een wit kader weergegeven en om andere gezichten die
zijn herkend worden grijze kaders weergegeven. De kaders volgen bewegende
onderwerpen binnen een bepaald bereik om de camera er steeds op
scherpgesteld te houden.
Als de camera echter waarneemt dat het onderwerp beweegt, blijft alleen het
witte kader op het scherm staan.
Als de camera beweging van het onderwerp detecteert terwijl u de ontspanknop
half indrukt, dan wordt een blauw kader weergegeven en worden de focus en
helderheid voortdurend aangepast (Servo AF).
Pictogrammen voor beeldstabilisatie
Beeldstabilisatie voor foto’s
Beeldstabilisatie voor films,
vermindering van sterke
camerabeweging, zoals wanneer
u lopend opneemt (Dynamisch IS)
Beeldstabilisatie voor foto’s
tijdens panning*
Beeldstabilisatie voor subtiele
camerabeweging, zoals bij het
opnemen van films met de telelens
(Powered IS).
Beeldstabilisatie voor
macro-opnamen (Hybrid IS)
Geen beeldstabilisatie,
omdat de camera op een statief
staat of op een andere manier stil
wordt gehouden
Om de beeldstabilisatie te annuleren stelt u de [IS modus] in op [Uit] (p. 129). In
dat geval wordt het IS-pictogram niet weergegeven.
Kaders op het scherm
Probeer in de modus G (p. 107) op te nemen als er geen kaders worden
weergegeven, als er geen kaders om de gewenste onderwerpen worden
weergegeven, of als kaders worden weergegeven op de achtergrond of
dergelijke gebieden.
63
Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom te
vergroten, dan gebruikt u de digitale zoom om tot 48x te vergroten.
Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom te
vergroten, dan gebruikt u de digitale zoom om tot 20x te vergroten.
Duw de zoomknop naar i.
z Houd de zoomknop vast totdat het zoomen
stopt.
X Het inzoomen stopt wanneer de grootst
mogelijke zoomfactor is bereikt (voordat het
beeld korrelig wordt) en wanneer u de
zoomknop loslaat, wordt de zoomfactor op
het scherm weergegeven.
Duw de zoomknop nogmaals
naar i.
X Om het onderwerp te blijven vergroten, blijft u
inzoomen.
Algemene, handige functies
Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale Zoom)
Foto's Films
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Zoomfactor
Als u de zoomknop verschuift, wordt de zoombalk weergegeven
(die de zoompositie aangeeft). De verschillende kleuren van de
zoombalk geven het zoombereik aan.
- Wit bereik: optisch zoombereik waarbij het beeld niet korrelig wordt.
- Geel bereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld niet korrelig
wordt (ZoomPlus).
- Blauw bereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld korrelig wordt.
Omdat het blauwe bereik bij bepaalde resolutie-instellingen (p. 78)
niet beschikbaar is, kunt u de maximale zoomfactor bereiken door
stap 1 te volgen.
Algemene, handige functies
64
Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook op staat.
De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat u de ontspanknop
indrukt.
Configureer de instelling.
z Tik op H, selecteer in het menu,
en selecteer vervolgens ] (p. 51).
X Als de instelling is voltooid, wordt ]
weergegeven.
Maak de opname.
z Voor foto’s: druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen op het onderwerp en druk
de knop daarna helemaal naar beneden.
z Voor films: Tik op .
X Zodra u de zelfontspanner start, gaat het
lampje knipperen en speelt de camera het
geluid van de zelfontspanner af.
X Twee seconden voor de opname versnellen
het knipperen en het geluid. (In het geval dat
de flitser afgaat, blijft de lamp branden.)
z Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat u deze
hebt ingesteld, tikt u op het scherm.
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, selecteert u in stap 1.
Als de digitale en de optische zoom worden gecombineerd, is de brandpuntsafstand
als volgt (equivalent van 35 mm film).
28 – 1344 mm (28 – 336 mm, alleen met optische zoom)
24 – 480 mm (24 – 120 mm, alleen met optische zoom)
Als u de digitale zoomfunctie wilt uitschakelen, tikt u op H en dan op
n. Selecteer [Digitale Zoom] op het tabblad 4 en selecteer dan [Uit].
De zelfontspanner gebruiken
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Foto's Films
Algemene, handige functies
65
Met deze optie reageert de sluiter nadat u de ontspanknop indrukt met een
vertraging van ongeveer twee seconden. Zou de camera dan bewegen terwijl
u de ontspanknop indrukt, dan heeft dat geen invloed op uw opname.
Configureer de instelling.
z Voer stap 1 op p. 64 uit en selecteer [.
X Als de instelling is voltooid, wordt [
weergegeven.
z Voer stap 2 op p. 64 uit om de opname te
maken.
U kunt de vertraging (0 – 30 seconden) en het aantal opnamen
(1 – 10 opnamen) aangeven.
Selecteer $.
z Voer stap 1 op p. 64 uit, selecteer $ en tik
op aan de rechterkant van het scherm.
Configureer de instelling.
z Tik op qr en selecteer een waarde voor de
gewenste optie. Tik vervolgens twee keer
op ^.
X Als de instelling is voltooid, wordt $
weergegeven.
z Voer stap 2 op p. 64 uit om de opname te
maken.
Camerabeweging vermijden met de zelfontspanner
De zelfontspanner aanpassen
Voor films die worden opgenomen door op te tikken, geeft
[Vertraging] de vertraging aan voordat het opnemen begint, maar de
instelling [Beelden] heeft geen invloed.
Wanneer u meerdere opnamen opgeeft, worden de beeldhelderheid en witbalans
bij de eerste opname vastgesteld. Tussen de opnamen in is meer tijd nodig als
de flitser afgaat of als u hebt opgegeven dat u veel opnamen wilt maken. De
camera stopt automatisch met opnemen zodra de geheugenkaart vol raakt.
Als u een vertraging van meer dan twee seconden instelt, versnellen het geluid
en het lampje van de zelfontspanner twee seconden voor de opname. (In het
geval dat de flitser afgaat, blijft de lamp branden.)
Algemene, handige functies
66
Met deze optie kunt u gewoon het scherm aanraken en uw vinger wegnemen
om de opname te maken. De camera stelt automatisch scherp op onderwerpen
en past automatisch de beeldhelderheid aan.
Bereid de camera voor op Touch
Shutter.
z Tik op en wijzig de modus in .
Selecteer het onderwerp waarop u
wilt scherpstellen.
z Houd uw vinger op het onderwerp op het
scherm.
z De camera piept tweemaal nadat deze is
scherpgesteld. Er verschijnt een blauw
AF-kader en de camera blijft scherpstellen op
het onderwerp en blijft de helderheid
aanpassen (Servo AF).
Maak de opname.
z Haal uw vinger van het scherm. Het
sluitergeluid klinkt terwijl de camera de
opname maakt.
z Om Touch Shutter te annuleren, tikt u op
en wijzigt u de modus in .
Opnamen maken door het scherm aan te raken
(Touch Shutter)
Foto's
De camera voert dezelfde bewerkingen uit bij het opnemen met Touch Shutter
als bij normaal opnemen met de ontspanknop.
U kunt de Touch Shutter-instellingen configureren door op H te tikken en
dan op n. Selecteer vervolgens [Touch Shutter] op het tabblad 4 van het
menuscherm.
Zelfs wanneer de opname nog wordt weergegeven, kunt u door op ^ te tikken
voorbereidingen treffen voor de volgende opname.
Algemene, handige functies
67
Bereid de camera als volgt voor op opnemen zonder flitser.
Configureer de instelling.
z Tik op en ! om deze optie te selecteren.
Tik vervolgens opnieuw op !
X Als de instelling is voltooid, wordt !
weergegeven.
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, herhaalt u deze procedure, maar
selecteert u .
De flitser uitschakelen
Foto's
Als bij omstandigheden met weinig licht een knipperend
-pictogram wordt weergegeven wanneer u de ontspanknop half
indrukt, dan plaatst u de camera op een statief of neemt u andere
maatregelen om hem stil te houden.
U kunt deze instelling ook aanpassen door te tikken op en vervolgens op
op het volgende scherm.
Algemene, handige functies
68
De camera kan de opnamedatum en -tijd aan beelden toevoegen in de
rechterbenedenhoek van het beeld. Ze kunnen echter niet worden
verwijderd. Controleer dus vooraf of de datum en tijd correct zijn ingesteld
(p. 21).
Configureer de instelling.
z Tik op H, tik op n, selecteer
[Datum stempel] op het tabblad 4 en
selecteer de gewenste optie (p. 52).
X Als de instelling is voltooid, wordt [DATUM]
weergegeven.
Maak de opname.
X Wanneer u de opnamen maakt, voegt de
camera de opnamedatum of -tijd in de
rechterbenedenhoek van een beeld toe.
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, selecteert u [Uit] in stap 1.
De opnamedatum en -tijd toevoegen
Foto's
Beelden die aanvankelijk zonder datum en tijd zijn vastgelegd, kunnen als volgt
worden voorzien van deze informatie en worden afgedrukt. Als u de datum en
tijd echter toevoegt aan beelden die al van deze informatie zijn voorzien, kan
het gevolg zijn dat deze tweemaal worden afgedrukt.
- Gebruik de DPOF-afdrukinstellingen (p. 188) van uw camera om af te
drukken.
- Gebruik de meegeleverde software om af te drukken
Raadpleeg de ImageBrowser EX Gebruikershandleiding voor meer
informatie.
- Gebruik de printerfuncties om af te drukken (p. 182)
69
Als u iemand van tevoren registreert, detecteert de camera zin/haar gezicht;
de camera maakt dan van hem/haar opnamen met de optimale scherpstelling,
helderheid en kleur. In A-modus kan de camera baby’s en kinderen
detecteren op basis van geregistreerde verjaardagen. Zo kunt u met de
optimale instellingen opnamen van hen maken.
Deze functie is ook handig als u een geregistreerd iemand in een grote
hoeveelheid opnamen zoekt (p. 137).
Informatie als beelden van een gezicht (gezichtsinformatie) die
geregistreerd zijn met Gezichtsidentificatie, en persoonlijke informatie
(naam, verjaardag) worden op de camera opgeslagen. Daarnaast worden
de namen van geregistreerde personen op foto’s vastgelegd als zij worden
gedetecteerd. Als u de Gezichtsidentificatiefunctie gebruikt, wees dan
voorzichtig als u uw camera of beelden met anderen deelt, en als u uw
beelden online zet waar vele anderen ze kunnen zien.
Als u een camera weggooit of aan iemand anders geeft nadat u
Gezichtsidentificatie heeft gebruikt, zorg er dan voor dat alle informatie
(geregistreerde gezichten, namen en verjaardagen) van de camera gewist
wordt (p. 76).
Met Gezichtsidentificatie kunt u de informatie (gezichtsinformatie, naam,
verjaardag) van maximaal 12 personen registreren.
Open het instellingenscherm.
z Tik op H en dan op n, en selecteer
vervolgens [Inst. gezichts-ID] op het 4
tabblad (p. 52).
z Selecteer [Toev. aan regst.] en tik dan op
[Nieuw gezicht toev.].
Gezichtsidentificatie gebruiken
Persoonlijke informatie
Gezichtsidentificatie-informatie registreren
Foto's
Gezichtsidentificatie gebruiken
70
Gezichtsinformatie registreren.
z Richt de camera zo dat het gezicht van
diegene die u wilt registreren binnen het grijze
kader in het midden van het scherm valt.
z Een wit kader om het gezicht van diegene
betekent dat het gezicht is herkend. Zorg
ervoor dat om het gezicht een wit kader wordt
weergegeven en maak een foto.
z Als het gezicht niet herkend wordt, kunt u de
gezichtsinformatie niet registreren.
Sla de instellingen op.
z Als [Registreren?] verschijnt, tikt u op [OK].
X Het scherm [Profiel bew.] wordt
weergegeven.
Een naam invoeren.
z Tik op [Naam].
z Tik op het gewenste karakter om dit in te
voeren.
z Tik op qr om de cursor te verplaatsen.
z Tik op om hoofdletters in te voeren.
z Tik op om getallen of symbolen in te
voeren.
z Tik op om het vorige karakter te wissen.
z Tik op ^ om terug te keren naar het scherm
Profiel bewerken.
Een verjaardag invoeren.
z Tik op [Verjrdag].
z Tik op een item om het in te stellen.
z Tik op op om de datum en tijd in te stellen.
z Als u klaar bent, tikt u op ^.
Gezichtsidentificatie gebruiken
71
Sla de instellingen op.
z Tik op [Opslaan].
z Nadat het bericht is weergegeven, tikt u
op [Ja].
Doorgaan met gezichtsinformatie
registreren.
z Om nog maximaal vier soorten
gezichtsinformatie (uitdrukkingen of
invalshoeken) te registreren, herhaalt u
stappen 2-3.
z Geregistreerde gezichten worden
gemakkelijker herkend als u gevarieerde
gezichtsinformatie toevoegt. Maak naast de
frontale foto nog eentje vanaf de zijkant,
eentje van een lachend gezicht, en zowel
binnen- als buitenfoto’s.
De flitser gaat niet af als u stap 2 volgt.
Als u in stap 5 geen verjaardag registreert, worden de pictogrammen
Baby en Kinderen (p. 60) niet weergegeven in de modus A.
U kunt geregistreerde gezichtsinformatie overschrijven en later
gezichtsinformatie toevoegen als u niet alle vijf de informatierubrieken heeft
ingevuld (p. 74).
Gezichtsidentificatie gebruiken
72
Als u iemand van tevoren registreert, maakt de camera van diegene het
hoofdonderwerp; de camera zorgt dan van hem/haar opnamen met de
optimale scherpstelling, helderheid en kleur.
X Als u de camera op een onderwerp richt,
worden er bij detectie maximaal drie
geregistreerde personen weergegeven.
z Maak de opname.
X Weergegeven namen worden op de foto’s
vastgelegd. Zelfs wanneer mensen worden
gedetecteerd zonder dat hun namen worden
weergegeven, worden de namen (van
maximaal vijf personen) bij het beeld
opgeslagen.
Opnamen maken
Iemand met dezelfde gezichtskenmerken kan per ongeluk worden
gedetecteerd als een geregistreerd iemand.
Maar het kan ook zijn dat geregistreerde personen niet juist gedetecteerd
worden als het weergegeven beeld of de weergegeven compositie drastisch
verschilt van de geregistreerde gezichtsinformatie.
Als een geregistreerd gezicht niet of niet gemakkelijk gedetecteerd wordt, kunt
u de geregistreerde informatie overschrijven met nieuwe gezichtsinformatie. Als
u gezichtsinformatie registreert voordat u opnamen maakt, worden gezichten
gemakkelijker gedetecteerd.
Als iemand per ongeluk wordt gedetecteerd als iemand anders en u gaat door
met opnamen maken, kunt u tijdens het afspelen (p. 140) de in het beeld
vastgelegde naam bewerken of wissen.
Omdat de gezichten van baby’s en kinderen snel veranderen als ze groter
worden, kunt u hun gezichtsinformatie het beste regelmatig bijwerken (p. 74).
Als de informatieweergave uitstaat (p. 50), worden namen niet weergegeven
maar wel opgeslagen bij het beeld.
Als u geen namen op de foto’s wilt vastleggen, selecteert u [Inst. gezichts-ID]
op het 4 tabblad, vervolgens [Gezichts-ID] en dan [Uit].
U kunt de in de beelden vastgelegde namen controleren bij het afspelen (korte
informatieweergave) (p. 132).
Gezichtsidentificatie gebruiken
73
Open het scherm [Info cntr./bew.].
z Volg stap 1 op p. 69 en tik op [Info cntr./bew.].
Selecteer degene die u wilt
controleren.
z Tik op het beeld van degene die u wilt
controleren.
Controleer de geregistreerde
informatie.
z Raak het item aan dat u wilt controleren.
z Controleer de geregistreerde informatie.
Open het scherm [Profiel bew.].
z Volg stap 1-3 op p. 73 en tik op [Profiel bew.].
Wijzigingen invoeren.
z Volg stap 4 – 5 op p. 70 om wijzigingen in te
voeren.
Geregistreerde informatie controleren en
bewerken
Geregistreerde gezichtsidentificatie-informatie
controleren
Naam of verjaardag veranderen
Als u de namen in [Profiel bew.] wijzigt, blijven de namen die in
eerder gemaakte beelden zijn vastgelegd hetzelfde.
Gezichtsidentificatie gebruiken
74
U kunt bestaande gezichtsinformatie met nieuwe gezichtsinformatie
overschrijven. U kunt de gezichtsinformatie het beste regelmatig bijwerken,
helemaal als het om baby’s en kinderen gaat; hun gezichten veranderen snel
als ze groter worden.
Als u nog niet alle vijf de rubrieken heeft ingevuld, kunt u ook
gezichtsinformatie toevoegen.
Open het scherm [Gezichtsinfo
toevoegen].
z Tik in het scherm in stap 1 op p. 69 op
[Gezichtsinfo toevoegen].
Selecteer de naam van de persoon
die u wilt overschrijven.
z Tik op de naam van degene die u wilt
overschrijven.
z Als er vier (of minder) informatierubrieken zijn
geregistreerd, volgt u stap 5 hieronder om
gezichtsinformatie toe te voegen.
Open het
gezichtsinformatiescherm.
z Lees het bericht dat verschijnt en tik op [OK].
z Het gezichtsinformatiescherm wordt
weergegeven.
Selecteer de gezichtsinformatie
die u wilt overschrijven.
z Tik op het beeld van degene die u wilt
overschrijven.
U kunt geregistreerde gezichtsinformatie controleren en wissen door in stap 3
[Gezicht info lijst] op het scherm te kiezen.
U kunt de meegeleverde software gebruiken om de geregistreerde namen te
bewerken. Bepaalde karakters die met de meegeleverde software worden
ingevoerd, worden niet op de camera weergegeven; deze worden wel juist
vastgelegd in de beelden.
Gezichtsinformatie overschrijven en toevoegen
Gezichtsidentificatie gebruiken
75
Gezichtsinformatie registreren.
z Volg stappen 2-3 op p. 70 om opnamen te
maken en registreer vervolgens de nieuwe
gezichtsinformatie.
z Geregistreerde gezichten worden gemakkelijker
herkend als u gevarieerde gezichtsinformatie
toevoegt. Maak naast de frontale foto nog eentje
vanaf de zijkant, eentje van een lachend gezicht,
en zowel binnen- als buitenfoto’s.
Open het scherm [Info cntr./bew.].
z
Volg stap 1 op p. 69 en tik op [Info cntr./bew.].
Selecteer de naam van degene wiens
gezichtsinformatie u wilt wissen.
z
Tik op de naam van degene wiens
gezichtsinformatie u wilt wissen.
Open het scherm [Gezicht info lijst].
z Tik op [Gezicht info lijst].
Selecteer de gezichtsinformatie die u
wilt wissen.
z
Tik op [Wissen] en vervolgens op de
gezichtsinformatie die u wilt wissen.
z Als [Wissen ?] verschijnt, tikt u op [OK].
z De geselecteerde gezichtsinformatie wordt
gewist.
Als alle vijf de informatierubrieken al ingevuld zijn, kunt u geen gezichtsinformatie
toevoegen. Volg de bovenstaande stappen om gezichtsinformatie te overschrijven.
Als er ten minste één rubriek leeg is, kunt u de bovenstaande stappen volgen om
nieuwe gezichtsinformatie te registreren. U kunt de gezichtsinformatie dan echter
niet overschrijven. In plaats van gezichtsinformatie te overschrijven, wist u eerst
de ongewenste bestaande informatie (p. 75). Vervolgens kunt u nieuwe
gezichtsinformatie registreren (p. 69).
Gezichtsinformatie wissen
Gezichtsidentificatie gebruiken
76
U kunt de onder Gezichtsidentificatie geregistreerde informatie
(gezichtsinformatie, naam, verjaardag) wissen. De namen die in eerder
gemaakte beelden zijn vastgelegd kunnen echter niet worden gewist.
Open het scherm [Info wissen].
z Volg stap 1 op p. 69 en selecteer
[Info wissen].
Selecteer de naam van degene
wiens informatie u wilt wissen.
z Tik op de naam van degene wiens informatie
u wilt wissen.
z Als [Wissen ?] verschijnt, tikt u op [OK].
Geregistreerde informatie wissen
Als u de informatie van een geregistreerd persoon wist, kunt u
zijn/haar naam niet meer weergeven (p. 135), zijn/haar informatie
niet meer overschrijven (p. 74) of beelden van hem/haar zoeken
(p. 137).
Het is ook mogelijk alleen iemands naam uit beelden te wissen (p. 140).
77
Wijzig de verhouding (breedte-hoogteverhouding) als volgt:
Configureer de instelling.
z Tik op H, selecteer in het menu en
selecteer de gewenste optie (p. 51).
X Zodra de instelling is voltooid, wordt de
verhouding van het scherm gewijzigd.
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, herhaalt u deze procedure, maar
selecteert u .
Functies voor de beeldaanpassing
De verhouding wijzigen
Foto's
Normale verhouding van het camerascherm, die ook wordt gebruikt voor de
weergave op breedbeeld hdtv’s of vergelijkbare weergaveapparatuur.
Dezelfde verhouding als 35-mm film, die wordt gebruikt voor het afdrukken van
beelden op 130 x 180 mm of briefkaartformaat.
Dezelfde verhouding als standaardtelevisies of vergelijkbare weergaveapparatuur,
die wordt gebruikt voor het afdrukken van afbeeldingen op 90 x 130 mm of diverse
A-papierformaten.
Vierkante verhouding.
Voor een volledige schermweergave kiest u . Denk er echter aan dat bij het
afdrukken op 90 x 130 mm of A-papierformaten, van opnamen die in deze
verhouding zijn gemaakt, de marges blanco kunnen blijven, of sommige
beeldgebieden niet worden afgedrukt.
Bij andere verhoudingen dan is digitale zoom (p. 63) niet beschikbaar
([Digitale Zoom] is ingesteld op [Uit]).
Functies voor de beeldaanpassing
78
Kies als volgt uit vier niveaus voor beeldresolutie. Zie “Specificaties” (p. 39)
voor richtlijnen voor hoeveel opnamen bij elke resolutie-instelling op een
geheugenkaart passen.
Configureer de instelling.
z Tik op H, selecteer in het menu en
selecteer de gewenste optie (p. 51).
X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, herhaalt u deze procedure, maar
selecteert u .
z : Voor het verzenden van beelden per
e-mail.
Rode ogen op beelden die met de flitser zijn gemaakt, kunnen als volgt
automatisch worden gecorrigeerd.
Open het scherm [Flits
Instellingen].
z Tik op H en n en tik dan op [Flits
Instellingen] op het tabblad 4 om deze optie
te selecteren (p. 52).
De beeldresolutie wijzigen (grootte)
Foto's
Richtlijnen voor het kiezen van de resolutie op basis van
het papierformaat (voor 4:3-beelden)
A2 (420 x 594 mm)
A3 – A5 (297 x 420 mm –
148 x 210 mm)
130 x 180 mm
Briefkaart
90 x 130 mm
Rode-ogencorrectie
Foto's
Functies voor de beeldaanpassing
79
Configureer de instelling.
z Selecteer [Rode-Ogen] en selecteer
vervolgens [Aan] (p. 52).
X Als de instelling is voltooid, wordt R
weergegeven.
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, herhaalt u deze procedure, maar
selecteert u [Uit].
In opnamen van avondscènes met onderwerpen die door kwiklampen worden
verlicht, kunnen de onderwerpen of de achtergond een groenige zweem
vertonen. Deze groenige zweem kan automatisch worden gecorrigeerd door
opnamen te maken met behulp van Witbalans voor meerdere gebieden.
Configureer de instelling.
z Tik op H en op n, selecteer [Hg
lampcorr.] op het tabblad 4 en selecteer
vervolgens [Aan] (p. 52).
X Als de instelling is voltooid, wordt
weergegeven.
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, herhaalt u deze procedure, maar
selecteert u [Uit].
Rode-ogencorrectie kan ook op andere beeldgebieden dan ogen
worden toegepast (bijvoorbeeld als de camera rode oogmake-up
voor pupillen aanziet).
U kunt bestaande beelden ook corrigeren (p. 157).
Groenige beeldgebieden door kwiklampen
corrigeren
Foto's
Nadat u het opnemen onder kwiklampen hebt voltooid, moet u [Hg
lampcorr.] weer op [Uit] zetten. Anders worden groene tinten die niet
door kwiklampen zijn veroorzaakt, per vergissing gecorrigeerd.
Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn dat u het
gewenste resultaat verkrijgt.
Functies voor de beeldaanpassing
80
Er zijn drie instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie “Specificaties”
(p. 39) voor richtlijnen voor de maximale filmlengte die bij elk
beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past.
Configureer de instelling.
z Tik op H, selecteer in het menu en
selecteer de gewenste optie (p. 51).
X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, herhaalt u deze procedure, maar
selecteert u .
De vervorming van het geluid door opnemen bij harde wind kan worden
beperkt. Als er geen wind is, kan het opgenomen geluid bij gebruik van deze
optie echter onnatuurlijk gaan klinken.
Configureer de instelling.
z Tik op H, tik op n, selecteer [Wind
Filter] op het tabblad 4 en selecteer [Aan]
(p. 52).
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, herhaalt u deze procedure, maar
selecteert u [Uit].
Beeldkwaliteit van films wijzigen
Films
Beeldkwaliteit Resolutie Aantal beelden Details
1920 x 1080 24 bps Voor opnamen in Full-HD-kwaliteit
1280 x 720 30 bps Voor opnamen in HD
640 x 480 30 bps Voor opnamen in SD-kwaliteit
In de modus geven zwarte balken aan de linker- en rechterkant op het
scherm aan welke beeldgebieden niet worden vastgelegd.
Het windfilter gebruiken
Films
81
Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het
scherm rasterlijnen worden weergegeven.
Configureer de instelling.
z Tik op H, tik op n, selecteer
[Raster] op het tabblad 4 en selecteer [Aan]
(p. 52).
X Zodra de instelling is voltooid, wordt het
raster op het scherm weergegeven.
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, herhaalt u deze procedure, maar
selecteert u [Uit].
U kunt de scherpstelling controleren door de ontspanknop half in te drukken
om het beeldgebied binnen het AF-kader te vergroten.
Configureer de instelling.
z Tik op H, tik op n, selecteer
[AF-Punt Zoom] op het tabblad 4 en
selecteer dan [Aan] (p. 52).
Controleer de scherpstelling.
z Druk de ontspanknop half in. Het gezicht dat
als hoofdonderwerp gedetecteerd is, wordt
nu uitvergroot.
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, selecteert u [Uit] in stap 1.
Handige opnamefuncties
Raster weergeven
Foto's Films
Rasterlijnen worden niet opgeslagen bij de opname.
Het gebied waarop wordt scherpgesteld
vergroten
Foto's
Handige opnamefuncties
82
wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien
hun ogen dicht hebben.
Selecteer .
z Tik op H, selecteer in het menu, en
selecteer vervolgens (p. 51).
Configureer de instelling.
z Tik op H, tik op n, selecteer
[Knipperdetectie] op het tabblad 4 en
selecteer dan [Aan] (p. 52).
Maak de opname.
X Een kader voorzien van wordt
weergegeven als de camera iemand
detecteert die zijn/haar ogen dicht heeft.
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, selecteert u [Uit] in stap 2.
De weergave wordt niet vergroot als er geen gezicht wordt
gedetecteerd, of als de persoon te dicht bij de camera is en zijn/haar
gezicht te groot is voor het scherm.
De vergrote weergave wordt niet weergegeven wanneer u de digitale zoom
(p. 63), de digitale tele-converter (p. 117) of Servo AF (p. 120) gebruikt.
Controleren op gesloten ogen
Foto's
Wanneer u meerdere opnamen hebt ingesteld in de modus $, dan is deze
functie alleen beschikbaar voor de laatste opname.
83
Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad 4 van het menu.
Zie “n Menu” (p. 52) voor instructies over menufuncties.
U kunt de lamp, die normaal als u de ontspanknop half indrukt gaat branden
als hulp bij het scherpstellen, uitschakelen in omstandigheden met weinig
licht.
Configureer de instelling.
z Tik op H, tik op n, selecteer
[AF-hulplicht] op het tabblad 4 en selecteer
daarna [Uit] (p. 52).
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, herhaalt u deze procedure, maar
selecteert u [Aan].
U kunt het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen, dat gaat branden om
het effect van rode ogen te verminderen dat optreedt wanneer u opnamen
maakt met de flitser in een omgeving met weinig licht.
Open het scherm
[Flits Instellingen].
z Tik op H en n en tik dan op
[Flits Instellingen] op het tabblad 4 om deze
optie te selecteren (p. 52).
Configureer de instelling.
z Selecteer [Lamp Aan] en selecteer
vervolgens [Uit] (p. 52).
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, herhaalt u deze procedure, maar
selecteert u [Aan].
De camerabewerkingen aanpassen
Het AF-hulplicht uitschakelen
Foto's
Het lampje voor rode-ogenreductie
uitschakelen
De camerabewerkingen aanpassen
84
Wijzig als volgt hoe lang beelden worden weergeven na de opname.
Configureer de instelling.
z Tik op H, tik op n, selecteer
[Bekijken] op het tabblad 4 en selecteer de
gewenste optie (p. 52).
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, herhaalt u deze procedure, maar
selecteert u [2 sec.].
Wijzig als volgt de manier waarop beelden na de opname worden weergegeven.
Configureer de instelling.
z Tik op H, tik op n, selecteer
[Terugkijken] op het tabblad 4 en selecteer
de gewenste optie (p. 52).
z Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, herhaalt u deze procedure, maar
selecteert u [Uit].
De weergaveduur van het beeld na de opname
wijzigen
2 – 10 sec.
Beelden worden gedurende de
opgegeven tijd weergegeven.
Vastzetten
Beelden worden weergegeven totdat u
de ontspanknop half indrukt.
Uit
Na de opname worden geen beelden
weergegeven.
De weergavestijl van het beeld na de opname
wijzigen
Uit Geeft alleen het beeld weer.
details Weergave van opnamedetails (p. 208).
Focus
check
Het gebied binnen het AF-kader wordt
vergroot weergegeven, zodat u de focus
kunt controleren. Voer de stappen uit in
“De focus controleren” (p. 136).
85
Andere opnamemodi
Maak effectiever opnamen in verschillende
composities en maak betere opnamen met unieke
beeldeffecten of vastgelegd met speciale functies.
3
86
Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt
automatisch de instellingen voor optimale foto’s.
Open de modus 4.
z Stel de modusschakelaar in op 4.
Selecteer een opnamemodus.
z Tik op .
z Tik op G.
z Als u op qr tikt of snel naar links of rechts
over het scherm sleept, worden de overige
opnamemodi weergegeven.
z Tik op de gewenste modus om een
omschrijving te bekijken.
z Tik op [OK] om uw keuze te bevestigen.
z Tik op ^ om terug te keren naar het
selectiescherm voor opnamemodi.
Maak de opname.
I Portretopnamen maken (Portret)
z Mensen fotograferen met een verzachtend
effect.
Specifieke scènes
Foto's Films
IXUS 240 HS
IXUS 510 HS
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
IXUS 240 HS
Foto's Films
Specifieke scènes
87
Avondcomposities maken zonder
statief (Nachtscene handm)
z Mooie opnamen van avondscènes doordat
opeenvolgende foto’s worden gecombineerd
om camerabeweging en beeldruis te
verminderen.
z
Bij gebruik van een statief maakt u opnamen in
de modus
A
(p. 56).
Opnamen maken bij weinig licht
(Weinig licht)
z Opnamen maken met minimale
camerabeweging en onderwerpsvervaging,
zelfs in omstandigheden met weinig licht.
P Opnamen maken in
sneeuwlandschappen (Sneeuw)
z Heldere foto’s met natuurlijke kleuren van
mensen tegen een besneeuwde
achtergrond.
t Vuurwerk fotograferen (Vuurwerk)
z Levendige foto’s van vuurwerk.
Foto's
Foto's
Foto's Films
IXUS 510 HS
Foto's Films
Specifieke scènes
88
U kunt een egalisatie-effect toepassen wanneer u personen fotografeert. Het
effectniveau en de kleur ([Lichtere huidtint], [Donkerder huidtint]) kan als volgt
worden gekozen.
Selecteer .
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en selecteer .
Open het instellingenscherm.
z Tik op .
Configureer de instelling.
z Raak qr aan om een optie te selecteren.
X U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het
effect is toegepast.
Maak de opname.
Stabiliseer de camera aangezien deze in de modus
continu-opnamen maakt.
In de modus kunnen opnameomstandigheden die overmatige
camerabeweging of vergelijkbare bewegingen veroorzaken ervoor
zorgen dat de camera geen beelden combineert, waardoor u
mogelijk niet het verwachte resultaat verkrijgt.
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus t. In dit geval stelt u [IS modus] in op [Uit] (p. 129).
In de modus kunnen de beelden korrelig lijken omdat de ISO-waarde
(p. 110) wordt verhoogd om bij de opnameomstandigheden te passen.
De resolutie in de modus is (1824 x 1368) en kan niet worden gewijzigd.
De resolutie in de modus is (2304 x 1728) en kan niet worden gewijzigd.
De huid er egaler uit laten zien (Egale huid)
IXUS 510 HS
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Foto's
Ook andere gebieden dan menselijke huid kunnen worden aangepast.
Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn dat
u het gewenste resultaat verkrijgt.
Het effect is sterker voor het gezicht van de persoon die als hoofdonderwerp is
gedetecteerd.
89
Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen.
Selecteer een opnamemodus.
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 om een
opnamemodus te selecteren.
Maak de opname.
Opnamen maken in levendige
kleuren (Extra levendig)
z Opnamen met rijke, levendige kleuren.
Foto’s met postereffect
(Poster-effect)
z Foto’s die lijken op oude posters of
illustraties.
Speciale effecten toepassen
Foto's Films
In de modi , , , , en moet u eerst een aantal
testopnamen maken om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat
zult verkrijgen.
Foto's Films
Foto's Films
Speciale effecten toepassen
90
Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens.
Selecteer .
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en selecteer .
Kies een effectniveau.
z Tik op , tik op qr om een effectniveau te
selecteren, en tik op ^.
X U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het
effect is toegepast.
Maak de opname.
Geeft het effect van een miniatuurmodel door beeldgebieden boven en onder
uw geselecteerde gebied te vervagen.
U kunt ook films maken die lijken op scènes in miniatuurmodellen door de
afspeelsnelheid te kiezen voordat de film wordt opgenomen. Mensen en
onderwerpen in de scène zullen tijdens het afspelen snel bewegen. Het geluid
wordt niet opgenomen.
Selecteer .
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en selecteer .
X Op het scherm verschijnt een wit kader dat
het beeldgebied aangeeft dat scherp blijft.
Kies het gebied waarop u wilt
scherpstellen.
z Tik op het scherm of sleep het witte kader
omhoog of omlaag om het gebied aan te
passen waarop wordt scherpgesteld.
z Tik op en op , of om de grootte
te wijzigen van het gebied waarop u hebt
scherpgesteld. Tik vervolgens op ^.
Opnamen maken met het effect van een
visooglens (Fisheye-effect)
Foto's
Foto’s die lijken op een miniatuurmodel
(Miniatuureffect)
Foto's Films
Speciale effecten toepassen
91
Selecteer voor films de
afspeelsnelheid van de film.
z Tik op en op , of om de
snelheid te selecteren. Tik vervolgens op ^.
Maak de opname.
Afspeelsnelheid en geschatte afspeeltijd
(voor clips van 1 minuut)
Snelheid Afspeeltijd
Circa 12 sec.
Circa 6 sec.
Circa 3 sec.
Zoomen is niet beschikbaar voor het opnemen van films. Stel de
zoomfunctie in voordat u de opname start.
Als u in stap 2 op tikt, schakelt u naar de verticale richting van het kader.
Raak het scherm aan om het kader te verplaatsen. Om de horizontale richting
van het kader weer in te stellen, tikt u nogmaals op .
Houd de camera verticaal om de richting van het kader te wijzigen.
De beeldkwaliteit van films is bij een verhouding van en bij een
verhouding van (p. 77). Deze kwaliteitsinstellingen kunnen niet worden
gewijzigd.
Speciale effecten toepassen
92
Met dit effect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een speelgoedcamera
doordat vignetvorming optreedt (donkerder, vage hoeken) en de algehele
kleur wordt aangepast.
Selecteer .
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en selecteer .
Selecteer een kleurtoon.
z Tik op , tik op qr om een kleurtoon te
selecteren, en tik op ^.
X U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het
effect is toegepast.
Maak de opname.
Met deze functie kunt u foto’s maken alsof er een soft-focusfilter op de
camera is gemonteerd. U kunt het effectniveau desgewenst aanpassen.
Selecteer .
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en selecteer .
Kies een effectniveau.
z Tik op , tik op qr om een effectniveau te
selecteren, en tik op ^.
X U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het
effect is toegepast.
Maak de opname.
Opnamen maken met een speels effect
(Speels effect)
Foto's
Standaard Foto’s die lijken op opnamen die zijn gemaakt met een speelgoedcamera.
Warm Beelden hebben een warmere tint dan met [Standaard].
Koel Beelden hebben een koelere tint dan met [Standaard].
Foto’s maken met een soft-focuseffect
Foto's
Speciale effecten toepassen
93
Opnamen maken in zwart-wit, sepia of blauw en wit.
Selecteer .
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en selecteer .
Selecteer een kleurtoon.
z Tik op , tik op qr om een kleurtoon te
selecteren, en tik op ^.
X U ziet een voorbeeld van uw foto waarop het
effect is toegepast.
Maak de opname.
Opnamen maken in monochroom
Foto's Films
Zwart/wit Zwart-witfoto’s.
Sepia Sepiakleurige foto’s.
Blauw Foto’s in blauw en wit.
Speciale effecten toepassen
94
Kies één kleur die u wilt behouden en wijzig de andere kleuren in zwart-wit.
Selecteer T.
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en selecteer T.
Open het instellingenscherm.
z Tik op .
X Het oorspronkelijke beeld en het beeld
waarop Kleur Accent is toegepast, worden na
elkaar weergegeven.
X Standaard is groen de kleur die behouden
blijft.
Geef de kleur op.
z Plaats het middelste kader over de kleur die
moet worden behouden en tik op het kader
aan de onderkant van het scherm.
X De opgegeven kleur wordt opgenomen.
Geef het kleurengamma op dat u
wilt behouden.
z Tik op op om het gamma aan te passen.
z Kies een grote negatieve waarde als u alleen
de opgegeven kleur wilt behouden. Kies een
grote positieve waarde als u ook kleuren wilt
behouden die gelijk zijn aan de opgegeven
kleur.
z Raak ^ aan om terug te keren naar het
opnamescherm.
Opnamen maken met Kleur Accent
Foto's Films
Opgenomen kleur
Als u in deze modus de flitser gebruikt, kan dat onverwachte
resultaten opleveren.
In sommige opnamemodi kunnen beelden korrelig lijken en kleuren
kunnen anders zijn dan verwacht.
Speciale effecten toepassen
95
U kunt de ene beeldkleur vervangen door een andere voordat u een opname
maakt. U kunt slechts één kleur vervangen.
Selecteer Y.
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en selecteer Y.
Open het instellingenscherm.
z Tik op .
X Het oorspronkelijke beeld en het beeld
waarop Kleur Wissel is toegepast, worden na
elkaar weergegeven.
X Groen wordt standaard vervangen door grijs.
Geef de kleur op die u wilt
vervangen.
z Plaats het middelste kader over de kleur
die u wilt vervangen en tik op het kader
linksonder in het scherm.
X De opgegeven kleur wordt opgenomen.
Geef de nieuwe kleur op.
z Plaats het middelste kader over de nieuwe
kleur en tik op het kader rechtsonder in het
scherm.
X De opgegeven kleur wordt opgenomen.
Geef het kleurengamma op dat u
wilt vervangen.
z Tik op op om het gamma aan te passen.
z Kies een grote negatieve waarde als u alleen
de opgegeven kleur wilt vervangen. Kies een
grote positieve waarde als u ook kleuren wilt
vervangen die gelijk zijn aan de opgegeven
kleur.
z Raak ^ aan om terug te keren naar het
opnamescherm.
Opnamen maken met Kleur Wissel
Foto's Films
Speciale modi voor andere doeleinden
96
U kunt een korte film van een dag maken door foto’s te maken.
Voor iedere opname neemt de camera automatisch een filmclip uit de scène
op. Van alle clips die op die dag zijn opgenomen, wordt één bestand gemaakt.
Selecteer .
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en selecteer .
Maak de opname.
z Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om een foto te maken.
X Voordat u de opname maakt, neemt de
camera automatisch een clip op van
ongeveer 2 – 4 seconden.
Als u in deze modus de flitser gebruikt, kan dat onverwachte
resultaten opleveren.
In sommige opnamemodi kunnen beelden korrelig lijken en kleuren
kunnen anders zijn dan verwacht.
Speciale modi voor andere doeleinden
Automatisch opnemen van clips
(Filmsynopsis)
Foto's Films
Clips worden mogelijk niet opgenomen als u een foto maakt direct
nadat u de camera hebt ingeschakeld, de modus hebt
geselecteerd of de camera op andere wijze bedient.
De batterij gaat in deze modus minder lang mee dan in de modus
A, omdat voor iedere opname clips worden opgenomen.
Als u de camera bedient terwijl er een film wordt opgenomen, worden
de geluiden van de camera opgenomen in de film.
Speciale modi voor andere doeleinden
97
Films die in de modus zijn gemaakt, wordt opgeslagen als iFrame-films
(p. 105).
In de volgende gevallen worden clips opgeslagen als aparte filmbestanden,
zelfs als ze op dezelfde dag zijn gemaakt met de modus .
- Als het filmbestand 4 GB groot is of als er in totaal ongeveer 30 minuten lang
is opgenomen
- Als een film is beveiligd (p. 144)
- Als een film is bewerkt (p. 158)
- Als een nieuwe map wordt gemaakt (p. 165)
- Als de instellingen voor zomertijd (p. 22) of tijdzone (p. 166) zijn gewijzigd
Enkele camerageluiden worden gedempt. Er worden geen geluiden afgespeeld
wanneer u de ontspanknop half indrukt, camerabediening gebruikt of de
zelfontspanner instelt (p. 160).
Films die u hebt gemaakt in de modus , kunt u op datum (p. 138) bekijken.
Speciale modi voor andere doeleinden
98
Als de camera een glimlach detecteert, wordt automatisch een opname
gemaakt, zelfs wanneer u niet op de ontspanknop drukt.
Selecteer .
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en kies .
Tik daarna op .
z Tik op om deze te selecteren en tik
vervolgens op ^.
Richt de camera op een persoon.
z Elke keer als de camera een glimlach
detecteert, gaat het lampje branden en wordt
een foto gemaakt.
z Tik op om de lachdetectie te pauzeren.
Tik op om de lachdetectie te hervatten.
Automatisch opnemen na gezichtsdetectie
(Smart Shutter)
Automatisch opnemen na glimlachdetectie
Foto's
Aantal opnamen, schakelen
tussen modi (pp. 99, 100)
Lachdetectie
Aan/Uit
Selecteer een andere modus als u klaar bent, anders blijft de camera
opnamen maken van elke gedetecteerde glimlach.
U kunt ook foto’s maken zoals gebruikelijk door gewoon de ontspanknop in te
drukken.
Een glimlach wordt sneller gedetecteerd als het gezicht naar de camera is
gericht en als de mond een beetje geopend is zodat de tanden zichtbaar zijn.
U kunt het aantal foto’s wijzigen door te tikken op en daarna op op om het
aantal foto’s te kiezen. Tik daarna op ^. [Knipperdetectie] (p. 82) is alleen
beschikbaar voor de laatste opname.
Speciale modi voor andere doeleinden
99
Richt de camera op een persoon en druk de ontspanknop helemaal naar
beneden. De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat een
knipoog wordt gedetecteerd.
Selecteer .
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en kies .
Tik daarna op .
z Tik op om deze te selecteren en tik
vervolgens op ^.
Kies de compositie en druk de
ontspanknop half in.
z Tik op een gezicht op het scherm om de
persoon te selecteren die de knipoog gaat
geven (Touch AF).
z Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht van de
persoon die gaat knipogen.
Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
X De camera gaat nu in stand-by voor opname
en op het scherm verschijnt [Glimlach voor
foto].
X Het lampje knippert en u hoort het geluid van
de zelfontspanner.
Kijk naar de camera en knipoog.
X De camera maakt de foto ongeveer twee
seconden nadat een knipoog wordt
gedetecteerd van de persoon waarvan het
gezicht in het kader valt.
z Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat u deze
hebt ingesteld, tikt u op het scherm.
De knipoogdetectie gebruiken
Foto's
Speciale modi voor andere doeleinden
100
De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat het gezicht van een
andere persoon (zoals de fotograaf) het opnamegebied betreedt (p. 118). Dit
is handig wanneer u zelf ook op een groepsfoto of een vergelijkbare foto wilt
staan.
Selecteer .
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en kies .
Tik daarna op .
z Tik op om deze te selecteren en tik
vervolgens op ^.
Kies de compositie en druk de
ontspanknop half in.
z Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht waarop is
scherpgesteld en of er witte kaders rond de
andere gezichten worden weergegeven.
Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
X De camera gaat nu in stand-by voor de
opname en op het scherm verschijnt [Kijk
recht naar camera om aftellen te starten].
X Het lampje knippert en u hoort het geluid van
de zelfontspanner.
Als de knipoog niet wordt gedetecteerd, knipoog dan nogmaals langzaam en
opzettelijk.
Knipogen is moeilijker te herkennen als de ogen zijn bedekt door haren, een
hoed of een bril.
Als beide ogen tegelijk worden gesloten en geopend, wordt dit ook
gedetecteerd als een knipoog.
Wanneer geen knipoog wordt gedetecteerd, maakt de camera ongeveer
15 seconden later een foto.
U kunt het aantal foto’s wijzigen door op het scherm in stap 1 op te tikken.
Tik op op om het aantal foto’s te kiezen en tik op ^. [Knipperdetectie] (p. 82)
is alleen beschikbaar voor de laatste opname.
Als er geen personen aanwezig zijn in het opnamegebied wanneer de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt, wordt de foto gemaakt nadat een
persoon in het opnamegebied komt en knipoogt.
De gezicht-zelfontspanner gebruiken
Foto's
Speciale modi voor andere doeleinden
101
Ga bij de anderen staan in het
opnamegebied en kijk naar de
camera.
X Nadat de camera een nieuw gezicht detecteert,
knippert het lampje en het geluid van de
zelfontspanner versnelt. (Wanneer de flitser
afgaat, blijft het lampje branden.) Ongeveer twee
seconden later maakt de camera een foto.
z Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat u deze hebt
ingesteld, tikt u op het scherm.
Geef een sluitertijd van 1 – 15 seconden op om opnamen met een lange sluitertijd
maken. Plaats in dit geval de camera op een statief of neem andere maatregelen
om de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen.
Selecteer N.
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en selecteer N.
Selecteer de sluitertijd.
z Tik op ) en pas de sluitertijd aan (door te tikken
op de gewenste positie op de balk of door de
balk naar links of rechts te slepen) en tik daarna
op ^.
Controleer de belichting.
z Druk de ontspanknop half in om de belichting
voor de door u geselecteerde sluitertijd te
bekijken.
Maak de opname.
Ook als uw gezicht niet wordt gedetecteerd nadat u bij de anderen bent gaan
staan, maakt de camera na ongeveer 15 seconden een opname.
U kunt het aantal foto’s wijzigen door op het scherm in stap 1 op te tikken.
Tik op op om het aantal foto’s te kiezen en tik op ^. [Knipperdetectie] (p. 82)
is alleen beschikbaar voor de laatste opname.
Opnamen met lange sluitertijd maken
(Lange sluiter)
Foto's
Speciale modi voor andere doeleinden
102
U kunt een serie opnamen maken die elkaar snel opvolgen door de
ontspanknop volledig in te drukken. Zie “Specificaties” (p. 39) voor meer
informatie over de snelheid van continu-opnamen.
Selecteer .
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en selecteer .
Maak de opname.
X Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt om
continu-opnamen te maken.
De helderheid van het beeld kan afwijken van de helderheid van het
scherm bij stap 3 toen de ontspanknop half werd ingedrukt.
Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of een langere sluitertijd
gebruikt, treedt een vertraging op voordat u opnieuw een foto kunt
maken, omdat de camera de beelden verwerkt om ruis te
voorkomen.
Stel [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een statief of
een andere manier om de camera stil te houden (p. 129).
Als de flitser afgaat, kan uw foto overbelicht raken. Als dit gebeurt, stelt u de
flitser in op ! en maakt u een nieuwe opname.
U kunt deze instelling ook instellen in het menu H, dat u opent door te
tikken op H (p. 51).
Snel na elkaar continue-opnamen maken
(Snel na elkaar)
Foto's
De resolutie is (1824 x 1368) en kan niet worden gewijzigd.
De resolutie is (2304 x 1728) en kan niet worden gewijzigd.
Focus, beeldhelderheid en kleur worden bij de eerste opname vastgesteld.
Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken kan
langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen worden
gemaakt.
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Speciale modi voor andere doeleinden
103
Elke set met doorlopende beelden wordt behandeld als één groep, en alleen het
eerste beeld in die groep wordt weergegeven. verschijnt op het scherm om
aan te geven dat het beeld onderdeel is van een groep.
Beelden weergeven tijdens het afspelen
Als u een gegroepeerd beeld wist (p. 146), worden alle andere
beelden in de groep ook gewist. Pas op bij het wissen van beelden.
Gegroepeerde beelden kunnen afzonderlijk (p. 139) en niet-gegroepeerd
worden afgespeeld (p. 139).
Als u een gegroepeerd beeld beveiligt (p. 144), worden alle beelden in de groep
beveiligd.
Als u gegroepeerde beelden afspeelt met Beeld zoeken (p. 137) of Smart
Shuffle (p. 143), kunnen deze afzonderlijk worden bekeken. In dit geval worden
beelden tijdelijk niet gegroepeerd.
U kunt gegroepeerde beelden niet manipuleren met enkele Touch-acties
(p. 151), markeren als favoriet (p. 149), bewerken (pp. 148 – 157), in
categorieën indelen (p. 150), afdrukken (p. 182), en u kunt het aantal
exemplaren voor afdrukken niet opgeven (p. 190). Ook kunt u geen beelden
toevoegen aan een fotoboek (p. 192), Gezichts-ID-gegevens bewerken (p. 140)
en beelden instellen als startscherm (p. 162). Speel de gegroepeerde beelden
afzonderlijk af (p. 139) of annuleer het groeperen (p. 139) om deze
bewerkingen uit te voeren.
104
U kunt een opname maken van snel bewegende objecten om deze af te
spelen in slow motion.
Het geluid wordt niet opgenomen.
Selecteer .
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en selecteer .
Selecteer het aantal beelden.
z Tik op H en kies in het menu.
Kies het gewenste aantal beelden (p. 51).
X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Maak de opname.
z Tik op .
X Een balk met de verstreken tijd wordt
weergegeven. De maximale cliplengte is
ongeveer 30 seconden.
z Tik op om de filmopname te stoppen.
Verschillende films opnemen
Super slow-motion films opnemen
Films
Aantal beelden Beeldkwaliteit
Afspeeltijd
(voor een clip van 30 sec.)
240 fps (320x240) Circa 4 min.
120 fps (640x480) Circa 2 min.
Zoomen is niet beschikbaar tijdens het opnemen, zelfs niet wanneer
u de zoomknop gebruikt.
De focus, belichting en kleur worden vastgesteld wanneer u op
tikt.
De film wordt afgespeeld in slow motion wanneer u stap 1 – 3 op p. 132 volgt.
Met behulp van de meegeleverde software kunt u de afspeelsnelheid wijzigen
van films die zijn opgenomen in de modus . Raadpleeg de ImageBrowser EX
Gebruikershandleiding voor meer informatie.
Verschillende films opnemen
105
Maak filmopnamen die kunnen worden bewerkt met software of apparatuur
die compatibel is met iFrame. Via de meegeleverde software kunt u snel
iFrame-films bewerken, opslaan en beheren.
Selecteer .
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en selecteer .
Maak de opname.
z Tik op .
z Tik op om de filmopname te stoppen.
iFrame-films opnemen
De resolutie is (p. 80) en kan niet worden gewijzigd.
iFrame is een videoformaat dat is ontwikkeld door Apple.
106
107
G modus
De instructies in dit hoofdstuk gelden voor een camera in de modus G
(p. 108).
G: Programma automatische belichting; Automatische belichting:
Automatische belichting
Voordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt in een andere
modus dan G, moet u controleren of de functie in die modus beschikbaar
is (pp. 210 – 215).
Meer veeleisende foto’s in de opnamestijl van uw
voorkeur
4
108
U kunt vele functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl.
Open de modus G.
z Volg stap 1 – 2 op p. 86 en selecteer G.
Pas de instellingen naar wens aan
(pp. 109 – 129) en maak een
opname.
Opnamen maken in de modus
Programma automatische belichting
(modus G)
Foto's Films
Als er geen correcte belichting kan worden verkregen wanneer u de
ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarden in
oranje weergegeven. Probeer de volgende instellingen aan te passen om de
juiste belichting te verkrijgen:
- Schakel de flitser in (p. 124)
- Selecteer een hogere ISO-waarde (p. 110)
Films kunnen ook worden opgenomen in de modus G, door te tikken op .
Enkele H- en n-instellingen kunnen echter automatisch worden
aangepast voor filmopnamen.
Zie “Specificaties” (p. 39) voor meer informatie over het opnamebereik in de
modus G.
109
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen in stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2.
z Tik op # en pas de helderheid aan door te
tikken op de gewenste positie op de balk,
of door de balk naar links of rechts te slepen
(p. 51).
X Het correctieniveau dat u hebt opgegeven
wordt nu weergegeven.
Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt de
focus en belichting afzonderlijk instellen.
Vergrendel de belichting.
z Richt de camera met vergrendelde belichting
op het onderwerp waarvan u een opname wilt
maken. Druk de ontspanknop half in en tik op
de onderkant van het scherm (binnen het
kader aan de linkerkant).
z Om AE te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en tikt u opnieuw op het
scherm. In dit geval wordt & niet meer
weergegeven.
Kies de compositie en maak een
opname.
Belichting (Belichtingscompensatie)
De belichting aanpassen
(Belichtingscompensatie)
Foto's Films
U kunt deze instelling ook instellen in het menu H (p. 51), dat u opent door
te tikken op H.
Belichting vergrendelen (AE lock)
Foto's Films
AE: Automatische belichting
Belichting (Belichtingscompensatie)
110
U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van
helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden.
z Tik op H, selecteer in het menu en
selecteer de gewenste optie (p. 51).
X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
z Tik op H, selecteer in het menu en
selecteer de gewenste optie (p. 51).
X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
De meetmethode wijzigen
Foto's
Deelmeting
Voor standaardomstandigheden, inclusief onderwerpen die van
achteren worden belicht. De belichting wordt automatisch
aangepast aan de opnameomstandigheden.
Gem. centrum
meeting
Bepaalt de gemiddelde helderheid van het gehele beeldgebied. Dit
wordt berekend door de helderheid in het centrumgebied als het
belangrijkste te behandelen.
Spot
Meting wordt beperkt tot het (spotmetingpuntkader) dat wordt
weergegeven in het midden van het scherm. Wanneer het
AF-kader is ingesteld op [Vast kader] (p. 119), wordt het
spotmetingpuntkader gekoppeld aan het AF-kader.
De ISO-waarde wijzigen
Foto's
Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch aangepast aan de
opnamemodus en –omstandigheden.
Laag
Hoog
Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Voor opnamen bij bewolkt weer of in de schemering.
Voor opnamen bij nacht of binnenshuis in donkere kamers.
Belichting (Belichtingscompensatie)
111
Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere gebieden
(zoals gezichten of achtergronden) worden getedecteerd en automatisch
worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het gehele beeld niet
genoeg contrast heeft, kan dat ook automatisch worden gecorrigeerd, zodat
onderwerpen beter opvallen.
z Tik op H, tik op n, kies [i-Contrast]
op het tabblad 4 en kies daarna [Auto]
(p. 52).
X Als de instelling is voltooid, wordt @
weergegeven.
Druk de ontspanknop half in als u de automatisch ingestelde ISO-waarde wilt
bekijken wanneer de camera is ingesteld op .
Kiezen voor een lagere lagere ISO-waarde levert wel scherpere beelden, maar
onder bepaalde opnameomstandigheden wordt de kans wel groter dat het
onderwerp onscherp is.
De keuze voor een hogere ISO-waarde zal de sluitertijd verhogen, wat
onscherpe onderwerpen vermindert en het flitserbereik vergroot. Foto’s kunnen
er echter wel korrelig uitzien.
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Foto's
In sommige opnameomstandigheden kan de correctie onnauwkeurig
zijn of korrelige beelden veroorzaken.
U kunt bestaande beelden ook corrigeren (p. 156).
112
Door de witbalans (WB) aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten
lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt.
z Tik op H, selecteer in het menu en
selecteer de gewenste optie (p. 51).
X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor
beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de witbalans
in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten.
z Volg de stappen in “De witbalans aanpassen”
en kies .
z Richt de camera op een effen wit onderwerp,
zodat het hele scherm wit is. Tik rechts op het
scherm op .
X De schermtint verandert nadat de
witbalansgegevens zijn vastgelegd.
Kleur- en continu-opnamen maken
De witbalans aanpassen
Foto's Films
Auto
Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld voor
de opnameomstandigheden.
Dag Licht Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Bewolkt
Voor opnamen bij bewolkt weer, in de schaduw of in de
schemering.
Lamplicht
Voor opnamen bij normaal lamplicht (gloeilampen) en dezelfde
kleur TL-verlichting.
TL licht
Voor opnamen bij warmwit, koelwit of dezelfde kleur
TL-verlichting.
TL licht H
Voor opnamen bij daglicht TL-verlichting an dezelfde kleur
TL-verlichting.
Custom U kunt zelf een aangepaste witbalans instellen.
Aangepaste witbalans
Kleuren kunnen onnatuurlijk lijken wanneer u de camerainstellingen
wijzigt nadat de witbalansgegevens zijn vastgelegd.
Kleur- en continu-opnamen maken
113
U kunt naar wens de kleurtonen van het beeld wijzigen, zoals beelden
converteren naar sepia of zwart-wit.
z Tik op H, selecteer in het menu en
selecteer de gewenste optie (p. 51).
X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
De kleurtoon van een foto wijzigen (My Colors)
Foto's Films
My Colors uit
Levendig
De nadruk komt te liggen op contrast en kleurverzadiging,
voor scherpere beelden.
Neutraal
Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging
afgevlakt, voor zachte beelden.
Sepia Hiermee maakt u sepiakleurige beelden.
Zwart/wit Hiermee maakt u zwart-witfoto’s
Positief Film
Hiermee worden de effecten van Levendig Blauw, Levendig
Groen en Levendig Rood gecombineerd om intense maar
natuurlijke kleuren te krijgen, zoals de kleuren van dia’s.
Lichtere huidtint Hiermee maakt u huidtinten lichter.
Donkerder huidtint Hiermee maakt u huidtinten donkerder.
Levendig Blauw
Legt de nadruk op blauwe tinten in beelden. Hierdoor worden
blauwe onderwerpen, zoals de lucht of de zee, levendiger.
Levendig Groen
Legt de nadruk op groene tinten in beelden. Hierdoor worden
groene onderwerpen, zoals bergen en flora, levendiger.
Levendig Rood
Legt de nadruk op rode tinten in beelden. Hierdoor worden
rode onderwerpen levendiger.
Custom Kleur
U kunt het contrast, de scherpte, kleurverzadiging, enzovoort
aanpassen aan uw voorkeur (p. 114).
U kunt de witbalans (p. 112) niet instellen in de modi en .
Met de modi en kunnen ook andere kleuren dan huidtinten
worden gewijzigd. Deze instellingen geven mogelijk niet het
verwachte resultaat met sommige huidtinten.
Kleur- en continu-opnamen maken
114
Kies het gewenste niveau voor beeldcontrast, scherpte, kleurverzadiging en
rode, groene, blauwe en huidkleurige tinten uit een bereik van 1 – 5.
Open het instellingenscherm.
z Voer de stappen in “De kleurtoon van een
foto wijzigen (My Colors)” (p. 113) uit om
te selecteren. Tik vervolgens op aan de
rechterkant van het scherm.
Configureer de instelling.
z Tik op qr om een optie te kiezen. Tik
vervolgens op de gewenste positie op de balk
om de waarde op te geven.
z Pas de waarde naar rechts aan voor
sterkere/intensere effecten (of donkerdere
huidtinten), en pas de waarde naar links aan
voor zwakkere/lichtere effecten (of lichtere
huidtinten).
z Tik op ^ om de instelling te voltooien.
Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt om continu-opnamen te maken.
Zie “Specificaties” (p. 39) voor meer informatie over de snelheid van
continu-opnamen.
Configureer de instelling.
z Tik op H, kies in het menu en kies
daarna W (p. 51).
X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
X Als de instelling is voltooid, wordt W
weergegeven.
Maak de opname.
X Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt om
continu-opnamen te maken.
Custom Kleur
Continu-opnamen maken
Foto's
Kleur- en continu-opnamen maken
115
* In de modus t (p. 87) of AF lock (p. 123) verandert in .
Modus Beschrijving
Continu
Continu-opnamen maken, met de focus en belichting vastgesteld
wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Continue
Opname AF
Continu-opnamen maken en scherpstellen.
[AF Frame] is ingesteld op [Vast kader] en kan niet worden
gewijzigd.
Continue
Opname LV*
Continu-opnamen maken, met de focus vastgezet in de stand die
in AF lock is vastgesteld. In de modus t wordt de focus bij de
eerste opname vastgesteld.
Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (p. 64) of
[Knipperdetectie] (p. 82).
Tijdens continu-opnamen zijn de focus en belichting vergrendeld op
de positie/het niveau die/dat wordt vastgesteld wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken
kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
Als u flitst, kan de opnamesnelheid afnemen.
Als u Gezichts-ID (p. 69) gebruikt in , wordt de in het beeld
vastgelegde naam verbonden aan de locatie waar deze in de eerste
opname wordt weergegeven. Zelfs als het onderwerp beweegt,
blijft de naam vergrendeld in dezelfde positie voor eventuele
vervolgopnamen.
IXUS 510 HS
W
IXUS 240 HS
W
116
Stel de camera in op e om de scherpte te beperken tot onderwerpen die zich
dichtbij bevinden. Zie “Specificaties” (p. 39) voor meer informatie over het
scherpstelbereik.
z Tik op H, kies in het menu en kies
daarna e (p. 51).
X Als de instelling is voltooid, wordt e
weergegeven.
Stel de camera in op u om de scherpte te beperken tot onderwerpen die zich
veraf bevinden. Zie “Specificaties” (p. 39) voor meer informatie over het
scherpstelbereik.
z Tik op H, kies in het menu en kies
daarna u (p. 51).
X Als de instelling is voltooid, wordt u
weergegeven.
Opnamebereik en scherpstellen
Close-ups maken (macro)
Foto's Films
In het weergavegebied in de gele balk onder de zoombalk wordt e
grijs en de camera stelt niet scherp.
Om camerabeweging te voorkomen plaatst u de camera op een statief en
neemt u opnamen met de camera ingesteld op [ (p. 65).
Opnamen maken van onderwerpen op grote
afstand (Oneindig)
Foto's Films
Opnamebereik en scherpstellen
117
De brandpuntsafstand van de lens kan worden vergroot met ongeveer
1,4x of 2,3x.
De brandpuntsafstand van de lens kan worden vergroot met ongeveer
1,6x of 2,0x.
Dit kan camerabeweging verminderen doordat de sluitertijd hoger is dan
wannneer u zou zoomen (inclusief het gebruik van digitale zoom) in dezelfde
zoomfactor.
z Tik op H, tik op n, kies
[Digitale Zoom] op het tabblad 4 en kies
de gewenste optie (p. 52).
X Het beeld wordt vergroot en de zoomfactor
verschijnt op het scherm.
Digitale Tele-converter
Foto's Films
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Wanneer u een 2,3x digitale telelens gebruikt, zullen beelden er
korrelig uitzien bij een resolutie van (p. 78). In dit geval wordt de
zoomfactor in het blauw weergegeven.
De digitale tele-converter kan niet worden gebruikt met digitale zoom
(p. 63) en AF-puntzoom (p. 81).
De digitale tele-converter is alleen beschikbaar bij de verhouding .
De respectieve brandpuntsafstanden bij het gebruik van [1.4x] en [2.3x] zijn
39,2 – 470 mm en 64,4 – 773 mm (in equivalent van 35mm-film).
De respectieve brandpuntsafstanden bij het gebruik van [1.6x] en [2.0x] zijn
38,4 – 192 mm en 48,0 – 240 mm (in equivalent van 35mm-film).
De sluitertijd kan equivalent zijn wanneer u de zoomknop helemaal naar i
duwt voor een maximale telelensinstelling, en wanneer u inzoomt om het
onderwerp te vergroten tot hetzelfde formaat na stap 2 op p. 63.
IXUS 510 HS
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Opnamebereik en scherpstellen
118
Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de
opnameomstandigheden aan.
z Tik op H, tik op n, kies [AF Frame]
op het tabblad 4 en kies de gewenste optie
(p. 52).
Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen, en de
belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen ) instellen.
Nadat u de camera op het onderwerp hebt gericht, wordt een wit kader
weergegeven rondom het gezicht, dat door de camera als hoofdonderwerp
wordt vastgesteld. Maximaal twee grijze kaders worden weergegeven rond
andere gedetecteerde gezichten.
Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik.
Als u de ontspanknop half indrukt, worden er maximaal negen groene
kaders weergegeven rond de gezichten waarop de camera scherpstelt.
De modus AF Frame wijzigen
Foto's Films
Gezicht det.
Gezichts-AiAf
IXUS 510 HS
Foto's Films
IXUS 240 HS
Opnamebereik en scherpstellen
119
Eén AF-kader wordt weergegeven. Effectief voor betrouwbaar scherpstellen.
Als er geen gezicht wordt gedetecteerd of wanneer er alleen grijze
kaders (zonder wit kader) worden weergegeven, verschijnt er een
AF-kader in het midden van het scherm wanneer u de ontspanknop
half indrukt.
Als er geen gezichten worden gedetecteerd of wanneer er alleen
grijze kaders (zonder wit kader) worden weergegeven, worden
maximaal negen groene kaders weergegeven in de scherpgestelde
gebieden wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd wanneer Servo AF
(p. 120) is ingesteld op [Aan], verschijnt het AF-kader in het midden
van het scherm als u de ontspanknop half indrukt.
Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd:
- Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
- Onderwerpen die donker of licht zijn
- Gezichten en profil, vanuit een hoek of gedeeltelijk verborgen
De camera kan niet-menselijke onderwerpen identificeren als
gezichten.
Als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half
indrukt, worden er geen AF-kaders weergegeven.
Vast kader
Een geel AF-kader wordt weergegeven met als de camera niet
kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
AF-puntzoom (p. 81) is niet mogelijk.
Als u de afmeting van het AF-kader wilt verkleinen, tikt u achtereenvolgens op
H en n. Kies [AF kader afm.] op het tabblad 4 en kies [Klein] (p. 52).
De afmeting van het AF-kader wordt ingesteld op [Normaal] wanneer u de
digitale zoom (p. 63) of de digitale tele-converter (p. 117) gebruikt.
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Foto's Films
Opnamebereik en scherpstellen
120
De focus en belichting worden vergrendeld zolang u de ontspanknop half
ingedrukt houdt. U kunt naar wens beelden herschikken voordat u de opname
maakt. Deze functie wordt focusvergrendeling genoemd.
Stel scherp.
z Richt de camera zo dat het onderwerp
gecentreerd is en druk de ontspanknop half in.
z Controleer of het rond het onderwerp
weergegeven AF-kader groen is.
Herschik de compositie.
z Houd de ontspanknop half ingedrukt en
beweeg de camera om een nieuwe
compositie te maken voor de opname.
Maak de opname.
z Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden.
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto’s mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en de
belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Configureer de instelling.
z Tik op H, tik op n, kies [Servo AF]
op het tabblad 4 en kies daarna [Aan]
(p. 52).
Stel scherp.
z De focus en belichting blijven behouden als
het blauwe AF-kader wordt weergegeven
wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Beelden herschikken wanneer de focus is vergrendeld.
Foto's
Opnamen maken met Servo AF
Foto's
Opnamebereik en scherpstellen
121
U kunt de standaardwaarden van de camera zo instellen dat deze constant
scherpstelt op de onderwerpen waarop deze wordt gericht, zelfs wanneer de
ontspanknop niet wordt ingedrukt. U kunt in plaats hiervan de camera
beperken tot scherpstellen op het moment waarop u de ontspanknop half
indrukt.
z Tik op H, tik op n, kies [Continu] op
het tabblad 4 en kies daarna [Uit] (p. 52).
In sommige opnameomstandigheden kan de camera mogelijk niet
scherpstellen.
In omstandigheden met weinig licht worden de AF-kaders mogelijk
niet geactiveerd (en worden mogelijk niet blauw) wanneer u de
ontspanknop half indrukt. In dat geval worden de focus en belichting
ingesteld overeenkomstig de opgegeven modus voor AF Frame.
Als er geen passende belichting kan worden gemaakt, worden de
sluitertijden en de diafragmawaarden in oranje weergegeven. Laat
de ontspanknop los en druk deze opnieuw half in.
Opnamen maken met AF lock is niet beschikbaar.
[AF-Punt Zoom] op het tabblad 4 is niet beschikbaar.
Niet beschikbaar als u de zelfontspanner gebruikt (p. 64).
De focusinstelling veranderen
IXUS 510 HS
Foto's
Aan
Helpt te voorkomen dat u onverwachte
fotokansen mist, doordat de camera
continu scherpstelt op onderwerpen
totdat u de ontspanknop half indrukt.
Uit
De camera stelt niet continu scherp,
zodat de batterij minder snel leeg is.
Opnamebereik en scherpstellen
122
U kunt een opname maken nadat de camera heeft scherpgesteld op het
onderwerp, gezicht of de locatie zoals weergegeven op het scherm.
Kies een onderwerp, gezicht
of locatie waarop u wilt
scherpstellen.
z Tik op het onderwerp of de persoon op het
scherm.
X Wanneer het AF-kader is ingesteld op
[Gezicht det.], hoort u een pieptoon en wordt
weergegeven wanneer een gezicht is
gedetecteerd. De focus blijft behouden, zelfs
als het onderwerp beweegt.
X Wanneer het AF-kader is ingesteld op
[Gezichts-AiAf], hoort u een pieptoon en
wordt weergegeven wanneer een gezicht
is gedetecteerd. De focus blijft behouden,
zelfs als het onderwerp beweegt.
X Wanneer de modus AF Frame is ingesteld op
[Vast kader], wordt een AF-kader
weergegeven op de plaats waar u het scherm
aanraakt.
z Tik op ^ om Touch AF te annuleren.
Maak de opname.
z Druk de ontspanknop half in. Het kader
waarop wordt scherpgesteld wordt
groen .
z Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
Onderwerpen selecteren om op scherp te
stellen (Touch AF)
Foto's Films
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Opnamebereik en scherpstellen
123
U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de
focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat.
Vergrendel de focus.
z
Druk de ontspanknop half in en tik boven aan
het scherm (binnen het kader aan de linkerkant).
X De focus is nu vergrendeld en % wordt
weergegeven.
z Om de focus te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en tikt u opnieuw op het
scherm. In dit geval wordt % niet meer
weergegeven.
Kies de compositie en maak een
opname.
Wanneer Touch AF niet werkt, bereidt u de camera voor op Touch
AF. Tik op en wijzig de modus in (p. 66) of tik op H.
Tik op n en stel [Touch Shutter] op het tabblad 4 in op [Uit].
Als een kader werd weergegeven toen u het scherm aanraakte,
beweegt u de camera zo dat het gezicht van het onderwerp binnen
de rand valt voordat u het scherm aanraakt.
Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein is,
te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond te klein is.
Wanneer u een opname maakt in e of u (p. 116) terwijl het
AF-kader is ingesteld op [Gezicht det.], keert de camera terug
naar zodra u op een locatie voor scherpstelling tikt.
Wanneer u een opname maakt in e of u (p. 116) terwijl het
AF-kader is ingesteld op [Gezichts-AiAf], keert de camera terug
naar zodra u op een locatie voor scherpstelling tikt.
Als [Gezichts-ID] is ingesteld op [Aan], worden namen niet
weergegeven wanneer er geregistreerde personen worden
gedetecteerd, maar de namen worden wel in de foto’s vastgelegd
(p. 69). Als het onderwerp waarop wordt scherpgesteld echter
dezelfde is als een persoon die is gedetecteerd met Gezichts-ID,
wordt er een naam weergegeven.
Opnamen maken met AF lock
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Foto's Films
124
U kunt de flitser zo instellen dat deze altijd flitst als u een opname maakt.
Zie “Flitserbereik” (zie “Specificaties” (p. 39)) voor meer informatie over het
flitserbereik.
z Tik op en h om deze optie te selecteren.
Tik vervolgens opnieuw op h.
X Als de instelling is voltooid, wordt h
weergegeven.
Met deze optie wordt geflitst om de helderheid van het hoofdonderwerp
(zoals mensen) te verbeteren terwijl de camera opnamen maakt met een
korte sluitertijd, zodat de helderheid wordt verbeterd van de achtergrond
buiten het flitsbereik.
Zie “Flitserbereik” (zie “Specificaties” (p. 39)) voor meer informatie over het
flitserbereik.
Configureer de instelling.
z Tik op en Z om deze optie te selecteren.
Tik vervolgens opnieuw op Z.
X Als de instelling is voltooid, wordt Z
weergegeven.
Maak de opname.
z Ook als u de flitser gebruikt, mag het
hoofdonderwerp niet bewegen totdat het
geluid van de ontspanknop stopt.
Flitser
De flitser activeren
Foto's
U kunt deze instelling ook aanpassen door aan te raken op het scherm dat
hierboven is afgebeeld.
Opnamen maken met Slow sync
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de
camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen. In dit geval
stelt u [IS modus] in op [Uit] (p. 129).
U kunt deze instelling ook aanpassen door aan te raken op het scherm dat
hierboven is afgebeeld.
Flitser
125
Net als met de AE lock (p. 109) kunt u de belichting vergrendelen voor het
maken van opnamen met de flitser.
Stel de flitser in op h (p. 124).
Vergrendel de flitsbelichting.
z Richt de camera met vergrendelde belichting
op het onderwerp waarvan u een opname wilt
maken. Druk de ontspanknop half in en tik op
de onderkant van het scherm (binnen het
kader aan de linkerkant).
X De flitser gaat af en wanneer ( wordt
weergegeven, blijf het flitsuitvoerniveau
behouden.
z Om FE te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en tikt u opnieuw op het
scherm. In dit geval wordt ( niet meer
weergegeven.
Kies de compositie en maak een
opname.
Selecteer als volgt een van de twee compressieverhoudingen:
(Superfijn), (Fijn). Zie “Specificaties” (p. 39) voor richtlijnen hoeveel
opnamen bij elke compressieverhouding op een geheugenkaart passen.
Configureer de instelling.
z Tik op H, selecteer in het menu en
selecteer de gewenste optie (p. 51).
X De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Opnamen maken met FE-lock
FE: Flitsbelichting
De compressieverhouding
(beeldkwaliteit) wijzigen
Foto's
126
Voeg pictogrammen toe aan het opnamescherm of rangschik ze naar wens.
Open het instellingenscherm.
z Houd in het opnamescherm een van de
pictogrammen ingedrukt.
X Het scherm links wordt weergegeven.
Voeg een pictogram toe.
z Sleep een pictogram dat in stap 1 in het
midden van het scherm werd weergegeven,
naar de gewenste positie.
z Wanneer u het pictogram sleept naar een
beschikbare positie, wordt een oranje kader
weergegeven. Haal uw vinger van het scherm
om het pictogram daar toe te voegen. Als daar
al een ander pictogram staat, wordt dit
vervangen door het pictogram dat u sleepte.
z Er kunnen geen pictogrammen worden
toegevoegd aan posities met grijs
weergegeven pictogrammen.
Voltooi de instellingsprocedure.
z Tik op [Afsluiten].
Overige instellingen
Pictogrammen opnieuw sorteren
(Pictogram layout)
Pictogrammen toevoegen
Foto's Films
Als u een pictogram hebt toegevoegd in de rechterbovenhoek van
het scherm en vervolgens dat pictogram in stap 1 ingedrukt houdt,
wordt weergegeven en wordt het instellingenscherm niet
weergegeven. Kies in plaats daarvan een ander pictogram.
Overige instellingen
127
z Sleep een pictogram dat in stap 1 in het
instellingenscherm op p. 126 werd
weergegeven, naar de gewenste positie om
de lay-out opnieuw in te delen.
X Als op die positie al een ander pictogram
staat, wordt dit vervangen door het pictogram
dat u sleepte.
z Sleep het ongewenste pictogram van het
instellingenscherm in stap 1 op p. 126 naar
het midden van het scherm en vervolgens
boven het pictogram dat wordt
weergegeven.
z Als niet wordt weergegeven als u een
pictogram sleept, kan dat pictogram niet
worden verwijderd.
U kunt kiezen uit drie vooraf ingestelde pictogramlay-outs. Deze lay-outs
bevatten uitsluitend standaardpictogrammen, niet de pictogrammen die u
hebt toegevoegd.
z Tik op [Vaste posities] in het
instellingenscherm in stap 1 op p. 126.
z Tik op de gewenste lay-out voor
pictogrammen en tik op [OK].
z Wilt u de lay-out niet wijzigen, dan tikt u op
[Stop]. Het instellingenscherm wordt
nogmaals weergegeven.
Pictogrammen opnieuw sorteren
Pictogrammen verwijderen
Lay-outs wijzigen
U kunt het instellingenscherm ook openen door te tikken op H en
vervolgens op n. Tik vervolgens op het tabblad 4 op [Pictogram layout].
Overige instellingen
128
Voer de volgende stappen uit om de camera voor te bereiden op Touch
Shutter, waarmee u kunt opnamen kunt maken door het scherm aan te raken.
z Tik op H, tik op n, kies [Touch
Shutter] op het tabblad 4 en kies daarna
[Aan] (p. 52).
z Volg stap 2 – 3 op p. 66 om opnamen te
maken.
Opnamen maken door het scherm aan te raken
(Touch Shutter)
Foto's
De functie Touch Shutter werkt op dezelfde manier als wanneer u de
ontspanknop indrukt, maar kan niet worden gebruikt met de
volgende functies.
AF lock (p. 123), AE lock (p. 109), FE-vergrendeling (p. 125)
Wanneer u opneemt in e of u (p. 116) met het AF-kader ingesteld
op [Gezicht det.], wordt de camera opnieuw ingesteld op als u de
Touch Shutter gebruikt.
Wanneer u opneemt in e of u (p. 116) met het AF-kader ingesteld
op [Gezichts-AiAf], wordt de camera opnieuw ingesteld op als u
de Touch Shutter gebruikt.
Wanneer [Touch Shutter] is ingesteld op [Aan], wordt er maar één
opname gemaakt, zelfs wanner de modus (p. 102) of W (p. 114)
is geselecteerd.
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Overige instellingen
129
Open het instellingenscherm.
z Tik op H, tik op n, tik dan op
[IS-instellingen] op het tabblad 4 om deze te
selecteren (p. 52).
Configureer de instelling.
z Kies [IS modus] en kies vervolgens de
gewenste optie (p. 52).
* De instelling wordt gewijzigd in [Continu] voor
filmopnamen.
Instellingen van de IS-modus wijzigen
Foto's Films
Continu
Optimale beeldstabilisatie voor de
opnameomstandigheden wordt
automatisch toegepast (Intelligent IS)
(p. 62).
Opname*
Beeldstabilisatie is alleen actief op het
moment van de opname.
Uit Schakelt de beedstabilisatie uit.
Wanneer beeldstabilisatie camerabeweging niet kan voorkomen,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen
om de camera stil te houden. In dit geval stelt u [IS modus] in op [Uit].
Overige instellingen
130
Powered IS vermindert subtiele camerabewegingen die kunnen optreden
wanneer films worden opgenomen met een telelens. Het is echter mogelijk
dat deze optie niet het verwachte resultaat geeft bij flinke camerabewegingen
die kunnen optreden wanneer u lopend opneemt of de camera beweegt om
een bewegend onderwerp te volgen. In dit geval stelt u Powered IS in op [Uit].
z Voer de stappen in “Instellingen van de IS-
modus wijzigen” (p. 129) uit om het scherm
[IS-instellingen] te openen.
z Kies [Powered IS] en selecteer [Uit] (p. 52).
Powered IS uitschakelen
Films
De instellingen voor [Powered IS] worden niet toegepast als
[IS modus] is ingesteld op [Uit].
131
Afspeelmodus
Druk op de knop 1 om de afspeelmodus te openen en de camera voor te
bereiden op deze handelingen.
Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze
op tal van manieren doorbladeren en bewerken.
Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de
bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera
zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.
5
132
Na het opnemen van beelden of films kunt u deze op de volgende manier op
het scherm bekijken.
Open de afspeelmodus.
z Druk op de knop 1.
X Uw laatste opname wordt weergegeven.
Blader door uw beelden.
z Om het volgende beeld te bekijken, sleept u
van rechts naar links over het scherm, en om
het vorige beeld te bekijken, sleept u van
links naar rechts over het scherm.
z U kunt het volgende beeld ook bekijken door
op de rechterkant van het scherm te tikken
(in het gebied dat het kader links
aangeeft). In dit geval wordt r weergegeven.
Zo kunt u ook het vorige beeld bekijken door
op de linkerkant van het scherm te tikken
(in het gebied dat het kader links
aangeeft). In dit geval wordt q weergegeven.
z Als u doorgaat met bladeren schakelt het
scherm over naar de modus Beeld scrollen.
In deze modus bladert u naar links of rechts
om een beeld te selecteren.
z Als u op het centrale beeld tikt, wordt de
enkelvoudige weergave hersteld.
z Als u in de modus Beeld scrollen wilt bladeren
door beelden die zijn gegroepeerde op
opnamedatum, bladert u omhoog of omlaag.
z Films zijn herkenbaar aan het pictogram .
Ga naar stap 3 als u films wilt afspelen.
Bekijken
Foto's Films
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Bekijken
133
Films afspelen
z Tik op om het afspelen te starten.
Pas het volume aan.
z Blader omhoog of omlaag als u het volume
wilt aanpassen.
Onderbreek het afspelen.
z Tik op het scherm als u het afspelen wilt
onderbreken. Het filmbedieningspaneel
wordt weergegeven. Tik op als u het
afspelen wilt hervatten.
X Na de film verschijnt .
U kunt tijdens de weergave van beelden wisselen tussen beelden door licht
op de zijkant van de camera te tikken, zoals hieronder aangegeven.
Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in.
Als u de modus Beeld scrollen wilt uitschakelen, tikt u op H, tikt u op
n, kiest u [Beeld scrollen] op het tabblad 1 en tikt u vervolgens op qr om
[Uit] te selecteren.
Voor de afspeelmodus vanuit het laatst bekeken beeld, tikt u op H, tikt u op
n, kiest u [Ga verder] op het tabblad 1 en kiest u vervolgens [Laatst gez].
Als u de overgang tussen beelden wilt wijzigen, tikt u op H, tikt u op n,
kiest u [Overgang] op het tabblad 1 en tikt u vervolgens op qr om het effect
te kiezen.
Active Display
Foto's Films
Naar volgende beeld Naar vorige beeld
Bekijken
134
Kantel de camera tijdens het
bladeren door beelden.
z Als u q links op het scherm (p. 132) ingedrukt
houdt en de camera kantelt zoals is
weergegeven terwijl u door beelden bladert,
worden de beelden sneller na elkaar
weergegeven. Kantel de camera in de
tegenovergestelde richting terwijl u r
ingedrukt houdt.
Op dat moment zien de beelden er korrelig uit.
Als u de camera schakelt naar de korte informatieweergave (p. 135), worden
de namen van maximaal vijf gedetecteerde in Gezichts-ID geregistreerde
personen (p. 69) weergegeven.
Schakel naar de korte
informatieweergave en controleer.
z Tik herhaaldelijk op l totdat de korte
informatieweergave wordt geactiveerd, sleep
naar links of rechts over het scherm om een
beeld te selecteren.
X Namen worden weergegeven op
gedetecteerde personen.
Houd de riem altijd om uw pols en houd de camera goed vast om te
voorkomen dat deze valt.
De beelden worden in sommige gevallen niet gewisseld, afhankelijk
van de manier waarop u op de camera tikt.
Als u de modus Active Display wilt uitschakelen, tikt u op H, tikt u op
n, kiest u [Active Display] op het tabblad 1 en tikt u vervolgens op p. 52
om [Uit] te selecteren.
Personen controleren die in Gezichts-ID zijn
gedetecteerd
Foto's Films
Als u geen namen wilt weergeven op beelden die zijn opgenomen met
Gezichts-ID, tikt u op H, tikt u op n, kiest u [Info gezichts-ID] op het
tabblad 1, en stelt u [Naam weerg.] in op [Uit].
Bekijken
135
Tik op l om andere informatie weer te geven op het scherm of om de
informatie te verbergen. Zie p. 208 voor meer details over de weergegeven
informatie.
*Wordt niet weergegeven voor films.
In de uitgebreide informatieweergave knipperen de vervaagde highlights van
het beeld op het scherm.
z De grafiek die verschijnt in de uitgebreide
informatieweergave is een histogram dat de
distributie van de helderheid in het beeld
toont. Op de horizontale as staat de
helderheidsgraad en de verticale geeft aan
welk gedeelte van het beeld zich op elk
helderheidsniveau bevindt. Het histogram
bekijken is een manier om de belichting te
controleren.
Schakelen tussen weergavemodi
Foto's Films
Als u in de afspeelmodus op tikt, worden alle gegevens en pictogrammen
verborgen. U kunt nog wel bladeren door beelden (pp. 132, 133). Tik nogmaals
op het scherm als u de oorspronkelijke weergave wilt herstellen.
U kunt ook schakelen tussen weergavemodi door direct nadat u de opname
hebt gemaakt op l te tikken terwijl de opname wordt weergegeven. Als de
korte informatieweergave niet beschikbaar is, worden de opnamegegevens niet
weergegeven. Wijzig, indien nodig, de oorspronkelijke weergavemodus in
[Terugkijken] op het tabblad 4 (p. 84).
Overbelichtingswaarschuwing (voor highlights van beelden)
Histogram
Hiermee kunt u de
scherpstelling
controleren (p. 136)*
Uitgebreide
informatieweergave
Korte
informatieweergave
Helder
Donker
Hoog
Laag
Bekijken
136
Als u de focus van uw opnamen wilt controleren, kunt u het gebied van het
beeld vergroten dat zich tijdens het maken van de opname binnen het
AF-kader bevindt.
Open Focus check.
z Tik op l (p. 135).
X Er verschijnt een wit kader waar het AF-kader
zich bevond toen de focus werd ingesteld.
X In de afspeelmodus worden grijze kaders
weergegeven over gezichten die later zijn
gedetecteerd.
X Het gedeelte van het beeld binnen het oranje
kader wordt vergroot.
Schakel tussen kaders.
z Tik op het beeld rechtsonder in het scherm,
of beweeg de zoomknop één keer naar k.
X Het scherm links wordt weergegeven.
z Tik op om naar een ander kader te gaan
wanneer er meerdere kaders worden
weergegeven.
Zoom in of uit of bekijk andere
beeldgebieden.
z Als u wilt in- of uitzoomen, gebruikt u de
zoomknop en tikt u op het vergrote beeld
rechtsonder in het scherm, of tikt u op
of .
z Als u het beeld rechtsonder in het scherm
sleept, kunt u de weergavepositie
aanpassen.
z Tik op ^ of linksboven op het beeld om de
oorspronkelijke weergave uit stap 1 te
herstellen.
De focus controleren
Foto's
137
U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een index
weer te geven.
Geef beelden weer in een index.
z Verschuif de zoomknop naar g als u beelden in
een index wilt weergeven. Als u de zoomknop
nogmaals verschuift, worden meer beelden
weergegeven.
z Verschuif de zoomknop naar k om minder
beelden weer te geven. Het aantal beelden neemt
elke keer af wanneer u de zoomknop verschuift.
Selecteer een beeld.
z Sleep omhoog en omlaag over het scherm als u
door de beeldindex wilt bladeren.
z Tik op een beeld om deze te selecteren en tik er
nogmaals op om het beeld in de enkelvoudige
weergave te bekijken.
z
U kunt ook naar links of rechts over het scherm
slepen om het oranje kader te verplaatsen. Houd
vervolgens de zoomknop ingedrukt op
k
als u een
beeld wilt weergeven in de enkelvoudige weergave.
Wanneer u op een geheugenkaart met veel foto’s naar beelden zoekt, kut u
zoekvoorwaarden opgeven om alleen bepaalde beelden weer te geven. Ook kunt u
alle beelden in een zoekresultaat in één keer beschermen (p. 144) of wissen (p. 146).
Door beelden bladeren en beelden
filteren
Bladeren door beelden in een index
Foto's Films
Zoeken naar beelden
Naam Geeft beelden weer van een geregistreerde persoon (p. 69).
Favorieten Geeft beelden weer die zijn gemarkeerd als favoriet (p. 149).
Opnamedatum Geeft beelden weer die op een bepaalde datum zijn opgenomen.
; My Category Geeft beelden weer uit een specifieke categorie (p. 150).
Foto/film
Geeft foto’s, films of films die zijn opgenomen in de modus
weer.
Foto's Films
Door beelden bladeren en beelden filteren
138
Kies een zoekvoorwaarde.
z Tik op H, kies in het menu en kies
daarna een voorwaarde (p. 51).
Bekijk de beeldzoekresultaten
z Tik op een optie om het type beelden te
selecteren dat u wilt bekijken en tik vervolgens
nogmaals op de optie.
(Behalve wanneer u beelden zoekt op .)
X Beelden die aan de zoekvoorwaarden voldoen,
worden in een geel kader weergegeven.
z Sleep beelden naar links of rechts om de
beeldzoekresultaten weer te geven.
z Kies in stap 1 om het zoeken naar beelden
te annuleren.
Films die zijn gemaakt in de modus (p. 96) kunnen op datum worden bekeken.
Selecteer een film.
z
Tik op
H
en selecteer in het menu (p. 51).
Speel de film af.
z Raak de datum aan om de film af te spelen.
Als op de camera geen overeenkomende beelden voor een zoekvoorwaarde
zijn gevonden, zijn die zoekvoorwaarden niet beschikbaar.
Opties voor het bekijken van beelden in een zoekresultaat (stap 2) zijn onder andere
“Bladeren door beelden in een index” (p. 137), “Diavoorstellingen bekijken” (p. 142) en
“Beelden vergroten” (p. 141). U kunt ook alle beelden in een zoekresultaat tegelijk
beveiligen, wissen of afdrukken door “Alle beelden selecteren in zoekopdracht” te selecteren
in “Beelden beveiligen” (p. 144), “Alle beelden wissen” (p. 146), “Beelden toevoegen aan de
Printlijst (DPOF).” (p. 188) of “Beelden toevoegen aan een fotoboek” (p. 192).
Als u beelden opnieuw indeelt in categorieën (p. 150) of ze bewerkt en opslaat als
nieuwe beelden (p. 153), wordt er een bericht weergegeven en wordt het zoeken naar
beelden gestopt.
Films weergeven die zijn gemaakt met
filmsynopsis
Films
Door beelden bladeren en beelden filteren
139
Gegroepeerde beelden die in de modus zijn gemaakt (p. 102) worden
over het algemeen samen getoond, maar kunnen ook afzonderlijk worden
weergegeven.
Selecteer een beeldgroep.
z Blader door beelden door naar links of naar
rechts te slepen totdat u het gewenste beeld
met het label hebt gevonden. Tik op .
Geef de afzonderlijke beelden in de
groep weer.
z Als u beelden naar links of rechts sleept,
worden alleen de beelden in de groep
weergegeven.
z Tik op ^ om afspelen in een groep te
annuleren.
Afzonderlijke beelden in een groep weergeven
Foto's
Bij afspelen in een groep (stap 2) kunt u de functies van het functiemenu
gebruiken door op H te tikken. U kunt ook snel door beelden bladeren
(p. 137) en ze vergroten (p. 141). U kunt ook alle beelden in een groep tegelijk
beveiligen, wissen of afdrukken door “Alle beelden groeperen” te selecteren in
“Beelden beveiligen” (p. 144), “Alle beelden wissen” (p. 146) “Beelden
toevoegen aan de Printlijst (DPOF).” (p. 188) of “Beelden toevoegen aan een
fotoboek” (p. 192).
Druk op de knop H, selecteer tik op n, kies [Beelden groep.] op het
tabblad 1 en selecteer [Uit] (p. 52) als u het groeperen van de beelden
ongedaan wilt maken, zodat u ze afzonderlijk kunt bekijken. Het groeperen van
gegroepeerde beelden kan echter tijdens het afspelen van afzonderlijke
beelden niet worden opgeheven.
140
Als tijdens het afspelen merkt dat een naam onjuist is, kunt u deze wijzigen
of wissen.
U kunt echter geen namen toevoegen voor personen die niet door
Gezichts-ID zijn gedetecteerd (namen die niet worden weergegeven) en voor
personen waarvan de naam is gewist.
Open het instellingenscherm.
z Tik op H, tik op n en kies [Info
gezichts-ID] op het tabblad 1 (p. 52).
z Tik op [ID-info bew.].
Selecteer een beeld.
z Sleep naar links of naar rechts en selecteer
een beeld. Tik op [OK].
z U selecteert de naam die u wilt overschrijven
door op het gezicht van de betreffende
persoon te tikken.
Kies [Overschrijven].
z Tik op [Overschrijven].
Selecteer de naam van de persoon
die u wilt overschrijven.
z Tik op de naam van de persoon die u wilt
wijzigen.
z Volg stap 3 hierboven en tik op [Wissen].
z Als [Wissen ?] verschijnt, tikt u op [OK].
Gezichts-ID-gegevens bewerken
Namen wijzigen
Foto's
Namen wissen
141
Vergroot een beeld.
z Tik op het scherm als u wilt inzoomen op het
beeld en het beeld wilt vergroten. en
worden weergegeven.
z Tik herhaaldelijk op de zoomknop om
beelden te vergroten tot een factor van 10x
rondom de locatie waar u tikt.
z U kunt ook in- of uitzoomen door op of
te tikken. Houd of ingedrukt om
continu in en uit te zoomen.
z Verschuif de zoomknop naar g om uit te
zoomen. Als u de zoomknop vasthoudt, keert
u terug naar de enkelvoudige weergave.
Verschuif de weergavelocatie en
schakel indien nodig tussen
beelden.
z Sleep over het scherm om de
weergavelocatie te verschuiven.
z Tik op ^ om terug te keren naar de
enkelvoudige weergave.
z U kunt tijdens het in- en uitzoomen wisselen
tussen beelden door licht op de zijkant van de
camera (p. 133, Active Display) te tikken.
Opties voor het weergeven van foto’s
Beelden vergroten
Foto's
Geschatte locatie van
weergegeven gebied
U kunt ook inzoomen door de zoomknop naar k te verschuiven. Als u de
zoomknop tevens blijft vasthouden, wordt verder ingezoomd tot een maximale
factor van circa 10x. Verschuif de zoomknop naar g om uit te zoomen. Als u
de zoomknop vasthoudt, keert u terug naar de enkelvoudige weergave.
Opties voor het weergeven van foto’s
142
Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als volgt
automatisch afspelen. Elk beeld wordt ongeveer 3 seconden weergegeven.
Selecteer een overgang voor de
diavoorstelling en start het
afspelen.
z Tik op H, selecteer . in het menu en
selecteer de gewenste optie (p. 51).
z
De diavoorstelling begint enkele seconden
nadat [Laden van beeld..] wordt weergegeven.
z Tik op het scherm als u de diavoorstelling wilt
beëindigen.
U kunt instellen dat de diavoorstelling wordt herhaald of u kunt overgangen
tussen beelden en de weergaveduur van elk beeld wijzigen. U kunt kiezen uit
zes overgangseffecten tussen beelden.
Open het instellingenscherm.
z Tik op H, tik op n en kies
[Diavoorstelling] op het tabblad 1 (p. 52).
Configureer de instellingen.
z
Selecteer het menu-item dat u wilt configureren
en selecteer de gewenste optie (p. 52).
z Tik op [Start] als u de diavoorstelling wilt
starten met uw instellingen.
z Tik op het scherm als u tijdens het afspelen
wilt terugkeren naar het menuscherm.
Diavoorstellingen bekijken
Foto's Films
De spaarstandfuncties van de camera (p. 48) werken niet tijdens
diavoorstellingen.
U kunt tijdens een diavoorstelling wisselen tussen beelden door licht op de
zijkant van de camera (p. 133, Active Display) te tikken.
Diavoorstellingen kunt u ook starten met Touch-acties (p. 151).
In de modus voor beeld zoeken (p. 137) worden alleen beelden afgespeeld die
overeenkomen met de zoekvoorwaarden.
Instellingen voor diavoorstellingen wijzigen
Opties voor het weergeven van foto’s
143
Op basis van het huidige beeld staan op de camera vier vergelijkbare
beelden die u wellicht ook wilt bekijken. Nadat u een van deze beelden hebt
geselecteerd, worden op de camera opnieuw vier beelden weergegeven,
zodat u beelden in een onverwachte volgorde kunt afspelen. Probeer deze
functie eens als u veel opnamen hebt gemaakt, in verschillende omgevingen.
Selecteer Smart Shuffle.
z Tik op H en selecteer in het menu
(p. 51).
X Vier beelden worden weergegeven als
mogelijke optie.
Selecteer een beeld.
z Tik op het beeld dat u vervolgens wilt
weergeven.
z Het geselecteerde beeld wordt in het midden
weergegeven, omgeven door de volgende
vier mogelijke beelden.
z Als u op het middelste beeld tikt, verschijnt
deze op volledige grootte. Tik nogmaals op
het beeld als u de oorspronkelijke weergave
wilt herstellen.
z Tik op ^ om terug te keren naar de
enkelvoudige weergave.
U kunt [Speeltijd] niet wijzigen als [Bubbel] is geselecteerd bij [Effect].
Vergelijkbare beelden automatisch afspelen
(Smart Shuffle)
Foto's
U kunt in Smart Shuffle alleen foto’s afspelen die met deze camera
zijn gemaakt.
[Smart Shuffle] is niet beschikbaar in de volgende situaties:
- Als er minder dan 50 beelden met deze camera zijn gemaakt
- Als op dit moment een niet-ondersteund beeld wordt weergegeven;
- Wanneer u de functie beeld zoeken gebruikt (p. 137)
144
Beveilig belangrijke beelden, zodat ze niet per ongeluk door de camera
kunnen worden gewist (p. 146).
z Tik op H en selecteer : in het menu
(p. 51). [Beveiligd] wordt weergegeven.
z Herhaal deze procedure als u de beveiliging
wilt annuleren en tik opnieuw op : om deze
te selecteren.
Open het instellingenscherm.
z Tik op H, tik op n en kies [Beveilig]
op het tabblad 1 (p. 52).
Selecteer een selectiemethode.
z Selecteer een menu-item en een instelling,
indien gewenst (p. 52).
z
Tik op
^
om terug te keren naar het
menuscherm.
Beelden beveiligen
Foto's Films
Als u de geheugenkaart formatteert (pp. 163, 164), worden
beveiligde beelden ook gewist.
Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist door de camera. U moet eerst
de beveiligingsinstellingen opheffen voordat u ze kunt wissen.
Via het menu
Beelden beveiligen
145
Kies [Selecteer].
z Volg stap 2 op p. 144 en tik op [Selecteer].
Selecteer een beeld.
z Sleep naar links of naar rechts en selecteer
een beeld. Zodra u het scherm aanraakt,
wordt weergegeven.
z Als u de beveiliging wilt opheffen, tikt u
nogmaals op het scherm. verdwijnt.
z Herhaal deze procedure om andere beelden
op te geven.
z Tik op [OK]. Er verschijnt een
bevestigingsbericht op het scherm.
Beveilig de beelden.
z Tik op [OK].
Selecteer [Sel. alle beelden].
z Volg stap 2 op p. 144 en tik op
[Sel. alle beelden].
Beveilig de beelden.
z Raak [Beveilig] aan.
Afzonderlijke beelden selecteren
Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet beveiligd.
Alle beelden in één keer opgeven
Selecteer [Beveilig. uit] in stap 2 als u de beveiliging wilt opheffen voor groepen
beelden.
146
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen.
Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden
hersteld.
Selecteer het beeld dat u wilt
wissen.
z Sleep naar links of rechts over het scherm om
een beeld te selecteren.
Wis het beeld.
z Tik op H en selecteer a in het menu
(p. 51).
z Als [Wissen ?] verschijnt, tikt u op [Wissen].
X Het huidige beeld wordt nu gewist.
z Tik op [Stop] als u het wissen wilt annuleren.
U kunt alle beelden tegelijk wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van
beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. Beveiligde beelden (p. 144)
kunt u niet wissen.
Open het instellingenscherm.
z Tik op H, tik op n en kies [Wissen]
op het tabblad 1 (p. 52).
.
Selecteer een selectiemethode.
z Selecteer een menu-item en een instelling,
indien gewenst (p. 52).
z Tik op ^ om terug te keren naar het
menuscherm.
Beelden wissen
Foto's Films
U kunt beelden ook wissen door Touch-acties te gebruiken (p. 151).
Alle beelden wissen
Een selectiemethode selecteren
Beelden wissen
147
Kies [Selecteer].
z Volg stap 2 op p. 146 en tik op [Selecteer].
Selecteer een beeld.
z Sleep naar links of naar rechts en selecteer
een beeld. Zodra u het scherm aanraakt,
wordt weergegeven.
z Als u het wissen wilt annuleren, tikt u
nogmaals op het scherm. verdwijnt.
z Herhaal deze procedure om andere beelden
op te geven.
z Tik op [OK]. Er verschijnt een
bevestigingsbericht op het scherm.
Wis het beeld.
z Tik op [OK].
Selecteer [Sel. alle beelden].
z Volg stap 2 op p. 146 en tik op [Sel. alle
beelden].
Wis de beelden.
z Tik op [OK].
Afzonderlijke beelden selecteren
Alle beelden in één keer opgeven
148
Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op.
Selecteer \.
z Tik op H en selecteer \ in het menu
(p. 51).
Draai het beeld.
z Tik op of , afhankelijk van de
gewenste richting. Het beeld wordt telkens
als u tikt 90° geroteerd. Tik op ^ om de
instelling te voltooien.
Voer deze stappen uit om automatisch draaien door de camera uit te
schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden die in verticale richting
zijn opgenomen automatisch verticaal weergegeven op de camera.
z Tik op H, tik op n, kies [Autom.
draaien] op het tabblad 1 en kies daarna
[Uit] (p. 52).
Beelden roteren
Foto's Films
Films met een beeldkwaliteit van of kunnen niet worden
geroteerd.
Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit]
(p. 148).
U kunt het scherm in stap 2 ook openen door te tikken op H en vervolgens
op n. Tik vervolgens op het tabblad 1 op [Roteren] (p. 52).
Automatisch draaien uitschakelen
Beelden kunnen niet worden geroteerd (p. 148) als u [Autom.
draaien] instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds geroteerde beelden
ook in hun oorspronkelijke richting weergegeven.
In de modus Smart Shuffle (p. 143) worden beelden die verticaal zijn
gemaakt verticaal weergegeven, zelfs als [Autom. draaien] is ingesteld
op [Uit], en verschijnen gedraaide beelden in de gedraaide stand.
149
U kunt beelden als favoriet markeren en ze toewijzen aan My Category
(p. 150). Als u een categorie kiest in beeld zoeken, kunt u de volgende
handelingen beperken tot al die beelden.
Bekijken (p. 132), Diavoorstellingen bekijken (p. 142), Beelden beveiligen
(p. 144), Beelden wissen (p. 146), Beelden toevoegen aan de Printlijst
(DPOF). (p. 188), Beelden toevoegen aan een fotoboek (p. 192)
z Tik op H en kies in het menu.
X verschijnt.
z Als u de markering op het beeld wilt opheffen,
herhaalt u deze procedure en selecteert u
nogmaals.
Selecteer [Favorieten].
z Tik op H, tik op n en kies
[Favorieten] op het tabblad 1 (p. 52).
Selecteer een beeld.
z Sleep naar links of naar rechts en selecteer
een beeld. Zodra u het scherm aanraakt,
wordt weergegeven.
z Tik nogmaals op het scherm als u de
markering van het beeld wilt opheffen.
verdwijnt.
z Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
z Tik op [OK]. Er verschijnt een
bevestigingsbericht op het scherm.
Voltooi de instellingsprocedure.
z Tik op [OK].
Beeldcategorieën
Beelden markeren als favoriet
Foto's Films
Via het menu
Beeldcategorieën
150
U kunt beelden indelen in categorieën. Beelden worden tijdens de opname
automatisch in categorieën ingedeeld aan de hand van de opnameomstandigheden.
: Beelden met gedetecteerde gezichten of beelden die zijn opgenomen in de
modus I of .
: Beelden die worden gedetecteerd als , of in de modus A, of
beelden die zijn opgenomen in de modus .
:
Beelden opgenomen in de modus P of t.
Beelden opgenomen in de modus P.
Selecteer een categorie.
z Tik op H en kies ; in het menu.
Selecteer de beelden.
z Sleep naar links of naar rechts en selecteer een
beeld. Tik op de gewenste categorie.
De categorie wordt nu oranje weergegeven.
z Tik nogmaals op de categorie als u de selectie wilt
opheffen. Het item wordt nu wit weergegeven.
z Herhaal deze procedure om andere beelden op
te geven.
Voltooi de instellingsprocedure.
z Tik op ^. Er verschijnt een bevestigingsbericht
op het scherm.
z
Tik op [OK].
Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet gemarkeerd als favoriet.
Als u Windows 7 of Windows Vista gebruikt en favoriete beelden overdraagt naar
de computer, worden aan deze beelden drie sterren ( )
toegewezen. (Geldt niet voor films.)
U kunt ook Touch-acties gebruiken om beelden te markeren als favorieten (p. 151).
Beelden indelen in categorieën (My Category)
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Handige bediening: Touch-acties
151
In de enkelvoudige weergave kunt u in een handomdraai functies
inschakelen die u hebt toegewezen aan elk van de vier ingestelde
aanraakhandelingen (Touch-acties).
z Sleep over het scherm zoals is aangegeven.
X De functie die is toegewezen aan is nu
ingeschakeld.
z Op deze manier kunt u ook functies
inschakelen die zijn toegewezen aan ,
en .
z Pas de functies die zijn toegewezen aan
Touch-acties naar wens aan.
Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet toegewezen aan een categorie.
U kunt het scherm in stap 2 ook openen door te tikken op H en vervolgens
op n. Tik vervolgens op het tabblad 1 op [My Category].
Handige bediening: Touch-acties
Een functie gebruiken die is toegewezen
aan
Foto's Films
Handige bediening: Touch-acties
152
Vereenvoudig uw favoriete camerahandelingen door sleeppatronen naar
wens opnieuw toe te wijzen.
Open het instellingenscherm.
z Tik op H, tik op n en kies
[Touch-acties inst.] op het tabblad 1 (p. 52).
Wijs een functie toe aan een
sleeppatroon.
z Sleep omhoog of omlaag over het scherm en
selecteer een sleeppatroon.
z Tik op qr en selecteer welke functie u wilt
toewijzen.
Functies voor Touch-acties wijzigen
Toewijsbare functies
Favorieten Hiermee markeert u beelden als favoriet of heft u de markering op.
Volgende favoriet
Hiermee geeft u het volgende beeld weer dat is gemarkeerd als
favoriet.
Vorige favoriet Hiermee geeft u het vorige beeld weer dat is gemarkeerd als favoriet.
Volgende datum
Hiermee geeft u het eerste beeld met de volgende opnamedatum
weer.
Vorige datum Hiermee geeft u het eerste beeld met de vorige opnamedatum weer.
Smart Shuffle Hiermee speelt u de beelden op een slimme, willekeurige manier af.
Naar camera
Open het scherm Wi-Fi-verbinding.
Raadpleeg de Draadloos LAN handleiding op de cd DIGITAL
CAMERA Manuals Disk voor instructies over het instellen en
gebruiken van Wi-Fi.
Naar smartphone
Naar computer
Naar Webservice
Diavoorstelling Hiermeer start u een diavoorstelling.
Wissen Hiermee wist u een beeld.
Beveilig
Hiermee beveiligt u een beeld of heft u de beveiliging van een beeld
op.
Roteren Hiermee draait u het beeld.
153
Bewaar een kopie van beelden op een lagere resolutie.
Selecteer [Veranderen].
z Tik op H, tik op n en kies
[Veranderen] op het tabblad 1 (p. 52).
Selecteer een beeld.
z Sleep naar links of naar rechts en selecteer
een beeld. Tik op [OK].
Selecteer een beeldformaat.
z Tik op , of en tik dan op [OK].
X [Nieuw beeld opslaan?] wordt weergegeven.
Sla het nieuwe beeld op.
z Tik op [OK].
X Het beeld wordt nu opgeslagen als een nieuw
bestand.
Bekijk het nieuwe beeld.
z Tik op ^. [Nieuw beeld weergeven?] wordt
weergegeven.
z Tik op [Ja].
X Het opgeslagen beeld wordt nu weergegeven.
Foto’s bewerken
Beeldbewerking (pp. 153 – 157) is alleen mogelijk als er op de
geheugenkaart voldoende vrije ruimte is.
Het formaat van beelden wijzigen
Foto's
Beelden die in stap 3 zijn opgeslagen als , kunnen niet worden
bewerkt.
Beelden kunnen niet worden voorzien van een hogere resolutie.
Foto’s bewerken
154
U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk afbeeldingsbestand
op te slaan.
Selecteer [Trimmen].
z Tik op H, tik op n en kies [Trimmen] op
het tabblad 1 (p. 52).
Selecteer een beeld.
z Sleep naar links of naar rechts en selecteer een
beeld. Tik op [OK].
Pas het bijsnijgebied aan.
X Er verschijnt een kader rond het gedeelte van
het beeld dat u wilt bijsnijden.
X Het oorspronkelijke beeld wordt linksboven in
het scherm weergegeven en een voorbeeld van
het bijgesneden beeld wordt rechtsboven
weergegeven.
z
Als u de grootte van het kader wilt wijzigen, tikt u op
het beeld rechtsonder of op de bedieningsknoppen
of , of verschuift u de zoomknop.
z Als u het kader wilt verplaatsen, sleept u het
betreffende beeld.
z Als u de richting van het kader wilt wijzigen, tikt
u op .
z In een beeld met gedetecteerde gezichten
verschijnen grijze kaders rond de gezichten
linksboven in het beeld. Deze kaders kunt u
gebruiken voor het bijsnijden. U kunt
desgewenst schakelen tussen kaders door
op te tikken.
z Tik op [Nieuw bestand].
Sla het beeld op als een nieuw
beeld en bekijk dit.
z Volg stap 4 – 5 op p. 153.
Bijsnijden
Bijsnijgebied
Voorbeeld van beeld
na bijsnijden
Resolutie na bijsnijden
Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van (p. 78) of waarvan
het formaat is gewijzigd in (p. 153), kunnen niet worden bewerkt.
Beelden waarvoor bijsnijden wordt ondersteund, behouden dezelfde verhouding
na het bijsnijden.
Bijgesneden beelden hebben een lagere resolutie dan niet-bijgesneden beelden.
Foto’s bewerken
155
U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld opslaan als
een apart bestand. Zie p. 113 voor meer informatie over elke optie.
Selecteer [My Colors].
z Tik op H, tik op n en kies
[My Colors] op het tabblad 1 (p. 52).
Selecteer een beeld.
z Sleep naar links of naar rechts en selecteer
een beeld. Tik op [OK].
Selecteer een optie.
z Tik op een optie en tik op [OK].
z Tik op qr om andere beschikbare opties
weer te geven.
Sla het beeld op als een nieuw
beeld en bekijk dit.
z Volg stap 4 – 5 op p. 153.
De kleurtoon van een foto wijzigen (My Colors)
Als u beelden meerdere keren op deze manier bewerkt, neemt de
kwaliteit geleidelijk af en krijgt u mogelijk niet de gewenste kleur.
De kleur van de beelden die u met deze functie hebt bewerkt, kan licht afwijken
van die van de beelden die zijn opgenomen met de functie My Colors (p. 113).
Foto’s bewerken
156
Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden)
kunnen worden getedecteerd en automatisch worden aangepast aan de
optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan dat
voor het maken van opnamen ook automatisch worden gecorrigeerd, zodat
onderwerpen beter opvallen. Kies uit vier correctieniveaus, en sla het beeld
vervolgens op als een apart bestand.
Selecteer [i-Contrast].
z Tik op H, tik op n en kies
[i-Contrast] op het tabblad 1 (p. 52).
Selecteer een beeld.
z Sleep naar links of naar rechts en selecteer
een beeld. Tik op [OK].
Selecteer een optie.
z Tik op qr om een optie te selecteren en tik
vervolgens op [OK].
Sla het beeld op als een nieuw
beeld en bekijk dit.
z Volg stap 4 – 5 op p. 153.
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Bij sommige beelden kan de correctie onnauwkeurig zijn of kan
korrelige beelden veroorzaken.
Beelden zien er wellicht korrelig uit nadat u ze herhaaldelijk hebt
bewerkt met behulp van deze functie.
Als met [Auto] niet de verwachte resultaten kunnen worden bereikt, probeert u
de beelden te corrigeren met [Laag], [Middel] of [Hoog].
Foto’s bewerken
157
Hiermee corrigeert u automatisch beelden met rode ogen. U kunt het
gecorrigeerde beeld opslaan als een afzonderlijk bestand.
Selecteer [Rode-Ogen Corr.].
z Tik op H, tik op n en kies
[Rode-Ogen Corr.] op het tabblad 1 (p. 52).
Selecteer een beeld.
z Sleep naar links of naar rechts en selecteer
een beeld. Tik op [OK].
Corrigeer het beeld.
z Tik op [OK].
X Het gebied met rode ogen dat door de
camera wordt gedetecteerd, wordt nu
gecorrigeerd en er worden kaders
weergegeven om de gecorrigeerde
gedeelten op het beeld.
z Vergroot of verklein de beelden naar wens.
Voer de stappen uit in “Beelden vergroten”
(p. 141).
Sla het beeld op als een nieuw
beeld en bekijk dit.
z Tik op [Nieuw bestand].
X Het beeld wordt nu opgeslagen als een nieuw
bestand.
z Volg stap 5 op p. 153.
Rode ogen corrigeren
Sommige beelden worden mogelijk niet juist gecorrigeerd.
Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt het oorspronkelijke
beeld overschreven door het gecorrigeerde beeld. Het
oorspronkelijke beeld wordt dan gewist.
Beveiligde beelden kunnen niet worden overschreven.
158
U kunt films inkorten door onnodige delen aan het begin en eind te verwijderen.
Geef aan welke delen u eruit wilt
knippen.
z
Tik op het scherm tijdens het afspelen van een
film om het filmbedieningspaneel weer te geven.
z Tik op , , of tik op de schuifbalk om het
trimpunt weer te geven.
X verandert in ter indicatie dat u kunt
trimmen vanaf het huidige frame.
Raak of aan.
X [Verwijder deel van film] wordt weergegeven.
z
Als u op tikt wanneer dit wordt weergegeven,
trimt u alleen vanaf de dichtstbijzijnde tot het
begin wanneer u [Snijd begin af] kiest of vanaf de
dichtstbijzijnde tot het einde wanneer u
[Snijd einde af] kiest.
Geef aan welk deel moet worden
verwijderd.
z Raak [Snijd begin af] of [Snijd einde af] aan.
z Met [Snijd begin af] verwijdert u het begin van
de film, tot aan de huidige scène.
z Met [Snijd einde af] verwijdert u het einde van
de film, na de huidige scène.
Sla de bewerkte film op.
z Tik op [Nieuw bestand].
X De film wordt nu opgeslagen als een nieuw
bestand.
z Tik op [Stop] als u het trimmen wilt annuleren.
z Als u de trimpunten wilt wissen en opnieuw
wilt beginnen, tikt u op ^.
Films bewerken
Films
Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt de oorspronkelijke film
overschreven door de afgesneden film. De oorspronkelijke film wordt dan
gewist.
[Overschrijven] is alleen mogelijk als er op de geheugenkaart niet
voldoende vrije ruimte is.
Als de batterij halverwege het opslaan leeg raakt, worden films mogelijk
niet opgeslagen.
Gebruik tijdens het bewerken van films een volledig opgeladen batterij of
een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar) (p. 173).
159
Menu Instellingen
Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer
gebruiksgemak
6
160
Functies kunnen worden ingesteld op het tabblad 3. Voor meer
gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies naar wens
aanpassen (p. 52).
U dempt camerageluiden en films als volgt.
z Selecteer [mute] en kies vervolgens [Aan].
U past het volume van afzonderlijke camerageluiden als volgt aan.
z Tik op [Volume].
z Sleep omhoog of omlaag om een item te
selecteren, en pas vervolgens het volume
aan door te tikken op de gewenste positie op
de balk.
U past bedieningsgeluiden van de camera als volgt aan.
z Tik op [Geluidsopties].
z Sleep omhoog of omlaag over het scherm en
selecteer een item. Tik vervolgens op qr om
een optie te selecteren.
Basisfuncties van de camera aanpassen
Camerageluiden dempen
Als u de camerageluiden dempt, worden films afgespeeld zonder geluid
(p. 132). Om films weer af te spelen met geluid, sleept u omhoog over het
scherm. Pas het volume aan door omhoog of omlaag te slepen over het scherm.
Het volume aanpassen
Geluiden aanpassen
1
Vooringestelde geluiden
(kunnen niet worden gewijzigd)
2
Vooringestelde geluiden
Kunnen worden gewijzigd via de meegeleverde
software.
Basisfuncties van de camera aanpassen
161
De weergave van hints en tips voor camerafuncties kan worden
uitgeschakeld, maar de uitleg van menu’s (p. 52) wordt nog steeds
weergegeven.
z Selecteer [Hints en tips] en selecteer [Uit].
Pas de helderheid van het scherm als volgt aan.
z Selecteer [LCD Helderheid] en tik vervolgens
op de gewenste positie op de balk om de
helderheid aan te passen.
Pas het weergegeven opstartscherm wanneer u de camera inschakelt als
volgt aan.
z Tik op [opstart scherm].
z Tik op een optie.
Het standaard sluitergeluid wordt gebruikt in de modus (p. 102), ongeacht
de wijzigingen in [Sluiter geluid].
Hints en tips verbergen
Schermhelderheid
Opstartscherm
Geen opstartbeeld
1
Vooringestelde beelden
(kunnen niet worden gewijzigd)
2
Vooringestelde beelden
Wijs de gewenste foto’s toe of wijzig het beeld
via de meegeleverde software.
Basisfuncties van de camera aanpassen
162
Open het [opstart scherm] in de
afspeelmodus.
z Druk op de knop 1.
z Tik op [opstart scherm].
z Tik op [2] en vervolgens op .
Selecteer een van uw foto’s.
z Selecteer een beeld en tik op [OK]. Als
[Registreren?] verschijnt, tikt u op [OK].
z Selecteer [Kleuroptie] en kies een optie.
Het opstartscherm aanpassen
De vorige instelling voor het opstartbeeld wordt overschreven als u
een nieuw opstartbeeld toewijst.
Via de meegeleverde software kunt u bedieningsgeluiden en opstartschermen
toewijzen aan uw camera. Raadpleeg de ImageBrowser EX Gebruikershandleiding
voor meer informatie.
Kleurschema van het scherm
Basisfuncties van de camera aanpassen
163
Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is
geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart
formatteren met deze camera.
Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart verwijderd.
Voordat u gaat formatteren, kopieert u eerst de beelden van de
geheugenkaart naar een computer, of stelt u de beelden op een andere
manier veilig.
Een Eye-Fi-kaart (p. 194) bevat software. Installeer de software op een
Eye-Fi-kaart op een computer voordat u deze kaart formatteert.
Open het scherm [Formateren].
z Tik op [Formateren].
Kies [OK].
z Tik op [OK].
Formatteer de geheugenkaart.
z Tik op [OK] om te starten met formatteren.
z Als het formatteren is voltooid, verschijnt de
melding [Geheugenkaart is geformatteerd].
Tik op [OK].
Geheugenkaarten formatteren
IXUS 240 HS
Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van de
gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de
bestandsbeheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt dus
niet de volledige inhoud gewist. Tref voorzorgsmaatregelen wanneer
u een geheugenkaart weggooit, zoals het fysiek vernietigen van de
kaart, om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt
weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan de aangegeven capaciteit.
Basisfuncties van de camera aanpassen
164
Voer een Low Level Format uit in de volgende gevallen: [Geheugenkaart fout]
wordt weergegeven, de camera functioneert niet goed, beelden op de kaart
worden trager gelezen of opgeslagen, het maken van continu-opnamen gaat
langzamer of het opnemen van een film wordt plotseling afgebroken. Bij een
Low Level Format worden alle gegevens op de geheugenkaart gewist.
Voordat u een Low Level Format uitvoert, kopieert u eerst de beelden van de
geheugenkaart naar een computer, of stelt u de beelden op een andere
manier veilig.
Voer een Low Level Format uit.
z Tik op het veld links van [Low Level Format]
om dit te selecteren (markeren met een ).
z Voer stap 2–3 op p. 163 uit om door te gaan
met het formatteren.
Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001 - 9999)
en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen kunnen
bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen.
z Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie.
Low Level Format
Een Low Level Format duurt langer dan “Geheugenkaarten formatteren”
(p. 163), omdat de gegevens in alle opslaggebieden van de geheugenkaart
worden gewist.
U kunt een Low Level Format van een geheugenkaart annuleren door op [Stop]
te tikken. In dat geval zijn de gegevens gewist maar kunt u de geheugenkaart
normaal blijven gebruiken.
Bestandsnummering
Continu
Ook als u een andere
geheugenkaart gebruikt, worden de
beelden oplopend genummerd
totdat u een opname maakt en
opslaat met het nummer 9999.
Auto reset
Als u een andere geheugenkaart
gebruikt of een nieuwe map maakt,
begint de bestandsnummering
weer bij 0001.
Basisfuncties van de camera aanpassen
165
U kunt beelden opslaan in mappen die elke maand worden gemaakt, maar u
kunt de camera ook mappen laten maken voor elke dag waarop u opnamen
maakt.
z Selecteer [Maak folder] en selecteer
vervolgens [Dagelijks].
X Beelden worden nu opgeslagen in mappen
die op de opnamedatum worden gemaakt.
Om veiligheidsredenen wordt de lens ingetrokken ongeveer één minuut
nadat u op de knop 1 hebt gedrukt in een opnamemodus (p. 48). Als u wilt
dat de lens direct wordt ingetrokken nadat u op de knop 1 drukt, stelt u de
tijdsduur voor het intrekken in op [0 sec.].
z Selecteer [Lens intrekken] en selecteer dan
[0 sec.].
Ongeacht welke optie u bij deze instelling selecteert, kunnen de opnamen
oplopend worden genummerd na het laatste nummer van bestaande beelden,
als u een andere geheugenkaart in de camera plaatst. Als u opnamen wilt
opslaan met nummers vanaf 0001, gebruikt u een lege (of geformatteerde
(p. 163)) geheugenkaart.
Raadpleeg de ImageBrowser EX Gebruikershandleiding voor informatie over
mapstructuren en afbeeldingstypen op de kaart.
Beelden opslaan op datum
Timing voor het intrekken van de lens
Basisfuncties van de camera aanpassen
166
U kunt desgewenst de timing voor het automatisch uitschakelen van de
camera en het scherm (respectievelijk Automatisch Uit en Display uit)
aanpassen (p. 48).
Open het scherm [spaarstand].
z Tik op [spaarstand].
Configureer de instelling.
z Nadat u een item hebt geselecteerd, tikt u
op qr om dit item aan te passen.
Als u in het buitenland bent en wilt dat uw foto’s de juiste lokale tijd en datum
krijgen, moet u gewoon uw bestemming van tevoren registreren en naar die
tijdzone overschakelen. Deze handige functie maakt het onnodig om de
datum/tijd-instelling handmatig te wijzigen.
Geef uw thuistijdzone op.
z Tik op [Tijdzone].
z Als u deze instelling voor het eerst
configureert, controleert u eerst of het links
afgebeelde scherm verschijnt en drukt u
vervolgens op de knop [Tijdzone].
z Tik op qr om uw eigen tijdzone te kiezen.
Om de zomertijd in te stellen (normale tijd
plus 1 uur), tikt u op .
z Tik op ^.
De spaarstand aanpassen
Om de batterij te sparen, kiest u gewoonlijk [Aan] voor [Automatisch Uit]
en [1 min] of minder voor [Display uit].
De instelling van [Display uit] wordt ook toegepast als u [Automatisch Uit] instelt
op [Uit].
Wereldklok
Basisfuncties van de camera aanpassen
167
Geef uw bestemming op.
z Tik achtereenvolgens op [ Wereld] en
[Tijdzone].
z Tik op qr om de doeltijdzone in te stellen.
z Desgewenst kunt u de zomertijd op dezelfde
manier als bij stap 1 opgeven.
z Tik op ^.
Schakel over naar de tijdzone van
uw bestemming.
z Tik op [ Wereld] en vervolgens op ^.
X verschijnt nu op de [Tijdzone]- en
opnameschermen (p. 206).
Wijzig de datum en tijd als volgt.
Open het scherm [Datum/Tijd].
z Tik op [Datum/Tijd].
Configureer de instelling.
z Tik op de optie die u wilt instellen en tik
vervolgens op op om de datum en tijd op te
geven.
Als u in de instelling de datum of tijd wijzigt (p. 22), worden de datum en tijd
voor de optie [ Thuis] automatisch bijgewerkt.
Datum en tijd
Basisfuncties van de camera aanpassen
168
Kalibreer het aanraakscherm als het moeilijk is om items of knoppen te
selecteren door te tikken. De kalibratie is nauwkeuriger als u de stylus
gebruikt die aan de riem is bevestigd.
z Raak [Kalibratie] aan.
z Gebruik de stylus die aan de riem is
bevestigd om op het scherm te tikken op de
plek waar wordt weergegeven (p. 14).
z Volg de aanwijzingen op het scherm en raak
het scherm op vier plekken aan, in deze
volgorde: linksboven, linksonder,
rechtsonder en rechtsboven.
Het aanraakscherm kalibreren
Gebruik alleen de meegeleverde stylus om het aanraakscherm te
bedienen. Gebruik geen potloden, pennen of scherpe voorwerpen.
Basisfuncties van de camera aanpassen
169
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
Open het scherm Taal.
z Tik op [Taal ].
Configureer de instelling.
z Tik op de gewenste weergavetaal en tik
vervolgens op ^.
U kunt ook de volgende instellingen aanpassen op het tabblad 3.
[Video Systeem] (p. 175)
[Ctrl via HDMI] (p. 176)
[Eye-Fi instellingen] (p. 194)
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de
standaardinstellingen van de camera herstellen.
Open het scherm [Reset alle].
z Tik op [Reset alle].
Herstel de standaardinstellingen.
z Tik op [OK].
X De standaardinstellingen zijn nu hersteld.
Taal van LCD-scherm
U kunt het scherm Taal ook openen in de afspeelmodus door te tikken op
H en vervolgens de knop n ingedrukt te houden.
Andere instellingen aanpassen
Standaardwaarden herstellen
IXUS 240 HS
Basisfuncties van de camera aanpassen
170
Sommige logo’s voor certificatievereisten waaraan de camera voldoet,
kunnen op het scherm worden bekeken. Andere certificatielogo’s staan in
deze handleiding afgedrukt, op de verpakking van de camera, of op de
camerabehuizing.
z Tik op [Certificaatlogo weergeven].
De volgende functies worden niet hersteld naar de standaardinstellingen.
- 3 tabbladinstellingen [Datum/Tijd] (p. 22), [Taal ] (p. 23), [Tijdzone]
(p. 168), [Kalibratie] (p. 166), [Video Systeem] (p. 175), en het beeld dat is
toegewezen aan het [opstart scherm] (p. 161)
- De opnamemodus (p. 85)
- Gegevens die geregistreerd worden met Gezichts-ID (p. 69)
- De kleuren die zijn geselecteerd bij Kleur Accent (p. 94) of Kleur Wissel (p. 95)
- De gegevens voor een aangepaste witbalans die u hebt vastgelegd (p. 112)
- De draadloze netwerkinstellingen (Raadpleeg “Draadloos LAN handleiding”
op de cd DIGITAL CAMERA Manuals Disk.)
Certificatielogo’s controleren
171
Accessoires
Gebruik de bijgesloten accessoires efficiënt en haal
meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires
en andere apart verkrijgbare, compatibele accessoires
7
172
Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of vlak daarvoor
Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze niet worden
gebruikt.
U kunt de oplaadstatus van de batterij eenvoudig
controleren door het klepje zo te plaatsen dat S op een
opgeladen batterij zichtbaar is en door hem zo te plaatsen
dat S niet zichtbaar is op een niet-opgeladen batterij.
Ongebruikte batterij bewaren
Gebruik eerst alle resterende energie in de batterij voordat u deze uit de camera
haalt. Bevestig het batterijklepje voordat u de batterij opbergt. Wanneer u een
gedeeltelijk geladen batterij lange tijd (ongeveer een jaar) niet gebruikt, kan dit
de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen.
De batterijlader gebruiken in het buitenland
De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V
(50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte
stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator die is bedoeld
voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
Tips voor het gebruik van bijgesloten
accessoires
Efficiënt gebruik van batterij en oplader
IXUS 240 HS
173
De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. De verkrijgbaarheid
varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet meer verkrijgbaar.
Batterij NB-9L
z Oplaadbare lithium-ionbatterij
Batterijlader CB-2LB/CB-2LBE
z Lader voor batterij NB-9L
Batterij NB-11L
z Oplaadbare lithium-ionbatterij
Batterijlader CB-2LD/CB-2LDE
z Lader voor batterij NB-11L
Voedingsadapterset ACK-DC70
z Hiermee kunt u de camera aansluiten op een
gewoon stopcontact. Dit wordt aanbevolen
wanneer u de camera gedurende langere tijd
wilt gebruiken of wanneer u de camera
aansluit op een printer of computer. U kunt op
deze manier niet de batterij in de camera
opladen.
Voedingsadapterset ACK-DC90
z Hiermee kunt u de camera aansluiten op een
gewoon stopcontact. Dit wordt aanbevolen
wanneer u de camera gedurende langere tijd
wilt gebruiken of wanneer u de camera
aansluit op een printer of computer. U kunt op
deze manier niet de batterij in de camera
opladen.
Optionele accessoires
Voedingen
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden gebruikt in
gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz).
Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte
stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
Optionele accessoires
174
Krachtige flitser HF-DC2
z Externe flitser voor de belichting van
onderwerpen die buiten het bereik van de
ingebouwde flitser zijn.
U kunt ook de krachtige flitser HF-DC1
gebruiken.
Stereo AV-kabel AVC-DC400ST
z Sluit de camera aan op een televisie en bekijk
uw opnamen op een groter scherm.
HDMI-kabel HTC-100
z Om de camera aan te sluiten op een
HDMI-aansluiting van een hdtv.
Canon PictBridge-compatibele printers
z U kunt zonder computer beelden afdrukken
als u uw camera aansluit op een Canon
PictBridge-compatibele printer.
Ga voor meer informatie naar een
Canon-dealer bij u in de buurt.
Flitseenheden
IXUS 510 HS
Overige accessoires
Printers
SELPHY-
serie
Inkjetprinters
175
Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen bekijken op
een groter scherm.
Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over de aansluiting
en over het wijzigen van de ingangen.
Als u de camera op een hdtv aansluit met de afzonderlijk verkrijgbare
HDMI-kabel HTC-100, kunt u opnamen bekijken op het grotere tv-scherm.
Films die zijn opgenomen met een resolutie van of kunnen in
HD-kwaliteit worden bekeken.
Zorg dat de camera en de tv zijn
uitgeschakeld.
Sluit de camera aan op de tv.
z Steek de kabelstekker volledig in de
HDMI-aansluiting van de tv zoals
weergegeven.
z Open het klepje van de camera-aansluiting
en steek de kabelstekker er volledig in.
Optionele accessoires gebruiken
Afspelen op een tv
De volgende camerafuncties zijn beschikbaar wanneer u een tv gebruikt voor
de weergave:
- Bladeren door beelden
Sleep naar links of naar rechts over het scherm of tik zachtjes op de zijkant
van de camera (pp. 29, 133).
- Films afspelen (p. 132)
- Inzoomen (p. 141)
Duw de zoomknop naar k.
- Groep afspelen (p. 139)
- Touch-acties (p. 151)
Smart Shuffle en beelden wissen is niet mogelijk.
Denk erom dat er niets wordt weergegeven op het camerascherm als de camera
is aangesloten op een tv. Kijk naar het tv-scherm terwijl u de camera bedient.
Afspelen op een hdtv
Foto's Films
Optionele accessoires gebruiken
176
Schakel de tv in en stel deze in op
de video-ingang.
z Stel de tv-ingang in op de video-ingang
waarop u in stap 2 de kabel hebt
aangesloten.
Schakel de camera in.
z Druk op de knop 1 om de camera aan te
zetten.
z De camerabeelden worden nu weergegeven
op de tv. (Het camerascherm blijft leeg.)
z Als u klaar bent, schakelt u de camera en de
tv uit en verwijdert u daarna de kabel.
Als u de camera aansluit op een HDMI CEC-compatibele tv, kunt u de
afstandsbediening van de tv gebruiken om beelden af te spelen of
diavoorstellingen te bekijken.
U moet in dat geval bepaalde tv-instellingen wijzigen. Raadpleeg de
handleiding van de tv voor meer informatie.
Configureer de instelling.
z Tik op H, tik op n, kies [Ctrl via
HDMI] op het tabblad 3 en kies daarna
[Aan].
Sluit de camera aan op de tv.
z Volg stap 1 – 2 op p. 175 om de camera op
de tv aan te sluiten.
De bijgeleverde interfacekabel of een optionele stereo AV-kabel
kunnen niet tegelijk met een HDMI-kabel HTC-100 op de camera
worden aangesloten. Als u deze kabels tegelijk op de camera
probeert aan te sluiten, kunt u de camera of de kabels beschadigen.
De bedieningsgeluiden van de camera worden niet afgespeeld als de camera
is aangesloten op een hdtv.
De camera bedienen via de afstandsbediening van een tv
Optionele accessoires gebruiken
177
Geef beelden weer.
z Zet de tv aan. Druk op de camera op de
knop 1.
X De camerabeelden worden nu weergegeven
op de tv. (Het camerascherm blijft leeg.)
Bedien de camera via de
afstandsbediening van de tv.
z Druk op de afstandsbediening op de knoppen
qr om te bladeren door de beelden.
z Druk op de knop OK/Selecteren om het
bedieningspaneel van de camera weer te
geven. Om een item op het bedieningspaneel
te selecteren, drukt u op de knoppen qr en
daarna nogmaals op de knop OK/Selecteren.
Overzicht van de bedieningspaneelopties van de camera
die worden weergegeven op de tv
Terug Het menu wordt gesloten.
Groep afspelen
Geeft sets van beelden weer die zijn opgenomen in de
modus (p. 102). (Verschijnt alleen als u een
gegroepeerd beeld hebt geselecteerd.)
Film afspelen
De film afspelen. (Verschijnt alleen als u een film hebt
geselecteerd.)
.
Diavoorstelling
De diavoorstelling afspelen. Druk tijdens het afspelen op
de knoppen qr van de afstandsbediening om van beeld
te veranderen.
Index afspelen Meerdere beelden in een index weergeven.
Als u de zoomknop beweegt, kunt u de camera niet langer met de
afstandsbediening van de tv bedienen. Dit kan pas weer als u bent
teruggekeerd naar de enkelvoudige weergave.
De camera reageert wellicht niet altijd correct, zelfs niet als u de
afstandsbediening van een HDMI CEC-compatibele tv gebruikt.
Optionele accessoires gebruiken
178
Met de afzonderlijk verkrijgbare stereo AV-kabel AVC-DC400ST kunt u de
camera aansluiten op een tv om uw opnamen te bekijken op een groter
scherm terwijl u de camera bedient.
Zorg dat de camera en de tv zijn
uitgeschakeld.
Sluit de camera aan op de tv.
z Steek de kabelstekker volledig in de
video-ingangen van de tv, zoals
weergegeven.
z Open het klepje van de camera-aansluiting
en steek de kabelstekker er volledig in.
Geef beelden weer.
z Voer stap 3 – 4 op p. 176 uit om beelden
weer te geven.
Afspelen op een SD-tv
Geel
Wit
Wit
Geel
Rood
Rood
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Correcte weergave is alleen mogelijk als het video-uitvoerformaat
van de camera (NTSC of PAL) gelijk is aan dat van de televisie. Om
het video-uitvoerformaat te wijzigen, tikt u op H, tikt u op n,
en selecteert u [Video Systeem] op het tabblad 3.
Optionele accessoires gebruiken
179
Als u de camera voedt via de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset
ACK-DC70, hoeft u niet meer te letten op de resterende batterijlading.
Zorg dat de camera is
uitgeschakeld.
Plaats de koppeling.
z Volg stap 1 op p. 18 om het klepje te openen.
z Plaats de gelijkstroomkoppeling in de
aangegeven richting, net als een batterij
(volg stap 2 op p. 18).
z Volg stap 3 op p. 18 om het klepje te sluiten.
Sluit de adapter aan op de
gelijkstroomkoppeling.
z Open het klepje en steek de stekker van de
adapter helemaal in de koppeling.
Sluit het netsnoer aan.
z Sluit het ene uiteinde van het netsnoer aan op de
compacte voedingsadapter en steek vervolgens
het andere uiteinde in een stopcontact.
z Schakel de camera in en gebruik deze zoals u
wilt.
z Als u klaar bent, schakelt u de camera uit en
haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
De camera voeden via het lichtnet
IXUS 510 HS
Aansluitpunten
Haal de adapter of het netsnoer niet weg terwijl de camera nog is
ingeschakeld. Daarmee kunt u de opnamen wissen of de camera
beschadigen.
Sluit de adapter of het adaptersnoer niet aan op andere voorwerpen.
Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
Optionele accessoires gebruiken
180
Als u de camera voedt via de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset
ACK-DC90, hoeft u niet meer te letten op de resterende batterijlading.
Zorg dat de camera is
uitgeschakeld.
Open het klepje.
z Volg stap 2 op p. 20 om het klepje van de
geheugenkaart/batterij te openen.
z Open de kabelpoort van de koppeling zoals
wordt weergegeven.
Plaats de koppeling.
z Plaats de koppeling zoals weergegeven.
z Zorg dat de koppelingkabel door de poort
wordt geleid.
Sluit het klepje.
z Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes aan
terwijl u het naar binnen schuift, totdat het
vastklikt ( ).
De camera voeden via het lichtnet
IXUS 240 HS
Kabelpoort
gelijkstroomkoppeling
Kabel
Optionele accessoires gebruiken
181
Sluit het netsnoer aan.
z Sluit de adapterstekker aan op de kabel van
de gelijkstroomkoppeling.
z Sluit het ene uiteinde van het netsnoer aan
op de compacte voedingsadapter en steek
vervolgens het andere uiteinde in een
stopcontact.
z Schakel de camera in en gebruik deze zoals
u wilt.
z Als u klaar bent, schakelt u de camera uit en
haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
Haal de adapter of het netsnoer niet weg terwijl de camera nog is
ingeschakeld. Daarmee kunt u de opnamen wissen of de camera
beschadigen.
Sluit de adapter of het adaptersnoer niet aan op andere voorwerpen.
Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
182
U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten op
een printer. Op de camera kunt u beelden opgeven voor afdrukken in serie,
bestellingen bij fotozaken voorbereiden en beelden voorbereiden of
afdrukken voor fotoboeken.
Hier wordt een compacte fotoprinter van de Canon SELPHY CP-serie
gebruikt als voorbeeld. Afhankelijk van de printer kunnen de weergegeven
schermen en beschikbare functies verschillen. Lees ook de handleiding van
de printer voor aanvullende informatie.
U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken als u de camera aansluit op een
PictBridge-compatibele printer (afzonderlijk verkrijgbaar) met behulp van de
meegeleverde interfacekabel (p. 2).
Zorg dat de camera en de printer
zijn uitgeschakeld.
Sluit de camera aan op de printer.
z
Open het klepje. Houd de kleinste kabelstekker
in de getoonde richting, en steek de stekker
volledig in de aansluiting op de camera.
z Sluit de grote kabelstekker aan op de printer.
Raadpleeg de handleiding van de printer
voor meer informatie over de aansluiting.
Schakel de printer in.
Beelden afdrukken
Easy Print
Foto's Films
Foto's
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Beelden afdrukken
183
Schakel de camera in.
z Druk op de knop 1 om de camera aan te
zetten.
Selecteer een beeld.
z Blader door beelden door naar links of naar
rechts te slepen en tik op een beeld dat u wilt
selecteren.
Open het afdrukscherm.
z Tik op H en vervolgens op c.
Druk het beeld af.
z Tik op [Print].
X Het afdrukken start nu.
z Als u andere beelden wilt afdrukken, herhaalt
u stap 5 en 6 nadat het afdrukken is voltooid.
z Wanneer u klaar bent met afdrukken,
schakelt u de camera en de printer uit en
verwijdert u de interfacekabel.
Zie p. 174 voor Canon PictBridge-compatibele printers (afzonderlijk verkrijgbaar).
Beelden afdrukken
184
Open het afdrukscherm.
z Voer stap 1 – 6 op pp. 182 – 183 uit om het
scherm links te openen.
Configureer de instellingen.
z Tik achtereenvolgens op een item en op qr
om een optie te selecteren.
Afdrukinstellingen configureren
Foto's
Aantal
exemplaren
Hiermee selecteert u het aantal af te drukken
exemplaren.
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Datum Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum.
File No.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een
bestandsnummer.
Beiden
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum
en een bestandsnummer.
Uit
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Uit
Aan
Hiermee wordt opname-informatie gebruikt om de
afdrukinstellingen te optimaliseren.
R-Ogen1 Hiermee worden rode ogen gecorrigeerd.
Trimmen
Hiermee kunt u een beeldgebied opgeven dat u wilt
afdrukken (p. 185).
papier inst.
Hiermee geeft u het papierformaat, de indeling en
andere gegevens op (p. 185).
Beelden afdrukken
185
Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste
beeldgebied afdrukken in plaats van het hele beeld.
Selecteer [Trimmen].
z Volg eerst stap 1 op p. 184 om het
afdrukscherm te openen en tik op [Trimmen].
X Er verschijnt een kader voor bijsnijden dat het
af te drukken beeldgebied aanduidt.
Pas het kader naar wens aan.
z Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
z Om het kader te verplaatsen, sleept u het.
z Om het kader te draaien, tikt u op .
z Tik op [OK].
Druk het beeld af.
z Volg stap 7 op p. 183 om af te drukken.
Selecteer [papier inst.]
z Volg eerst stap 1 op p. 184 om het
afdrukscherm te openen en tik op
[papier inst.].
Selecteer een papierformaat.
z Tik op een optie om deze te selecteren en tik
daarna op [Volgende].
Beelden bijsnijden vóór het afdrukken (Trimmen)
Bijsnijden is wellicht niet mogelijk bij kleine beeldformaten of bij
bepaalde verhoudingen.
Datums worden wellicht niet goed afgedrukt als u beelden bijsnijdt
die zijn opgenomen met de instelling [Datum stempel].
Het papierformaat en de indeling selecteren vóór het
afdrukken
Beelden afdrukken
186
Selecteer een papiersoort.
z Tik op een optie om deze te selecteren en tik
daarna op [Volgende].
Selecteer een indeling.
z Sleep omhoog of omlaag om een optie te
selecteren.
z Wanneer u [N-plus] selecteert, tikt u op qr
om het aantal beelden per vel op te geven.
z Tik op [OK].
Druk het beeld af.
Selecteer [ID Foto]
z Voer stap 1 – 4 op pp. 185 – 186 uit om
[ID Foto] te selecteren en tik vervolgens op
[Volgende].
Selecteer de lengte van de lange en
de korte zijde.
z Tik op een item om het te selecteren. Tik op
qr om de lengte te kiezen en tik vervolgens
op [Trimmen].
Beschikbare indelingsopties
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Randen Hiermee worden de beelden afgedrukt met een lege ruimte eromheen.
Randloos Hiermee maakt u randloze afdrukken.
N-plus Hiermee geeft u het aantal beelden per vel op.
ID Foto
Hiermee drukt u foto’s af voor identiteitsbewijzen.
Alleen beschikbaar voor beelden met een resolutie L en een verhouding 4:3.
Vaste afm.
Hiermee wordt het afdrukformaat geselecteerd.
Kies uit 90 x 130 mm, briefkaart en brede afdrukken.
Id-foto’s afdrukken
Beelden afdrukken
187
Selecteer het afdrukgebied.
z Voer stap 2 in “Beelden bijsnijden vóór het
afdrukken (Trimmen)” (p. 185) uit om het
afdrukgebied te selecteren.
Druk het beeld af.
Open het afdrukscherm.
z Voer stap 1 – 6 op pp. 182 – 183 uit om een
film te selecteren. Het scherm links wordt
weergegeven.
Selecteer een afdrukmethode.
z Tik op en vervolgens op qr om de
afdrukmethode te selecteren.
Druk het beeld af.
Filmscènes afdrukken
Films
Afdrukopties voor films
Enkel Hiermee wordt de huidige scène afgedrukt als een foto.
Reeks
Hiermee wordt een reeks scènes met een bepaald interval afgedrukt op
een enkel vel papier. Als u [Onderschrift] instelt op [Aan], kunt u ook het
mapnummer, bestandsnummer en de verstreken tijd voor het kader
afdrukken.
Om een lopende afdruktaak te annuleren, tikt u op [Annuleer].
[ID Foto] en [Reeks] zijn niet beschikbaar voor Canon PictBridge-compatibele
printermodellen die ouder zijn dan CP720 en CP730.
Beelden afdrukken
188
U kunt op de camera instellingen maken voor afdrukken in serie (p. 191) en
bestellingen bij fotozaken. Selecteer maximaal 998 beelden op een
geheugenkaart en configureer de nodige instellingen, zoals het aantal
exemplaren, als volgt. De afdrukinformatie die u op deze wijze voorbereidt,
voldoet aan de DPOF-normen (Digital Print Order Format).
Na het maken van de opname of later, tijdens het afspelen, kunt u beelden
toevoegen aan de Printlijst (DPOF) in het menu FUNC.
Selecteer een beeld.
z Sleep naar links of rechts over het scherm om
een beeld te selecteren.
Voeg het beeld toe aan de
afdruklijst.
z Tik op H en kies c in het menu.
z Tik op op en geef het aantal afdrukken op.
Tik vervolgens op [Toevoegen].
Beelden toevoegen aan de Printlijst (DPOF).
Beelden toevoegen aan Printlijst via het FUNC. Menu
Foto's
Beelden afdrukken
189
U kunt de instellingen, zoals de afdrukindeling, toevoegen van datum of
bestandsnummer, en de overige instellingen, als volgt opgeven. Deze
instellingen worden toegepast op alle beelden in de printlijst.
z Tik op H, tik op n en kies [Print
instellingen] op het tabblad 2. Selecteer en
configureer de instellingen naar wens (p. 52).
Afdrukinstellingen configureren
Afdruktype
Standaard Hiermee drukt u één foto per vel af.
Index
Hiermee drukt u meerdere verkleinde beelden per
vel af.
Beide
Hiermee worden zowel standaard- als
indexformaten afgedrukt.
Datum
Aan
Hiermee worden de beelden afgedrukt met de
opnamedatum.
Uit
File No.
Aan
Hiermee worden de beelden afgedrukt met het
bestandsnummer.
Uit
Wis DPOF data
Aan
Alle instellingen voor printlijsten worden na het
afdrukken verwijderd.
Uit
Sommige printers of fotozaken zijn wellicht niet in staat om alle
DPOF-instellingen toe te passen bij het afdrukken.
kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd op
een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze
camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
Als u [Datum] instelt op [Aan], drukken sommige printers de datum
wellicht tweemaal af.
Als u [Index] opgeeft, kunt u welicht niet tegelijkertijd [Aan] kiezen voor zowel
[Datum] als [File No.].
De datum wordt afgedrukt in een indeling die overeenkomt met de
instelgegevens in [Datum/Tijd] op het tabblad 3 (p. 21).
Indexafdrukken zijn niet beschikbaar op sommige Canon PictBridge-compatibele
printers (afzonderlijk verkrijgbaar).
Beelden afdrukken
190
Selecteer [Sel. beeld & aantal].
z Tik op H, tik op n, tik daarna op
[Sel. beeld & aantal] op het tabblad 2 om
deze te selecteren.
Selecteer een beeld.
z Sleep naar links of rechts over het scherm om
een beeld te selecteren.
X U kunt nu het aantal af te drukken
exemplaren opgeven.
z Als u indexafdrukken opgeeft voor het beeld,
tikt u op het beeld. Er wordt een pictogram
bij het beeld geplaatst. Tik nogmaals in
het veld om indexafdrukken te annuleren
voor het beeld. verdwijnt.
Geef het aantal afdrukken op.
z Tik op op om het aantal afdrukken op te
geven (maximaal 99).
z Herhaal stap 2 en 3 om het afdrukken van
andere beelden in te stellen en het aantal
afdrukken van elk beeld op te geven.
z Voor indexafdrukken kunt u het aantal
afdrukken niet instellen. U kunt alleen de af te
drukken beelden selecteren, via stap 2.
z Als u klaar bent, tikt u op ^ om terug te keren
naar het menuscherm.
Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden
Als u indexafdrukken opgeeft voor het beeld, tikt u op [OK] om naar het
menuscherm terug te keren nadat u beelden hebt geselecteerd of gewist foor
indexafdrukken.
Beelden afdrukken
191
Selecteer [Sel. alle beelden].
z Volg stap 1 op p. 190 en tik op [Sel. alle
beelden] om dit te selecteren.
Configureer de afdrukinstellingen.
z Tik op [OK].
Selecteer [Wis alle selecties].
z Volg stap 1 op p. 190 en tik op [Wis alle
selecties] om dit te selecteren.
Bevestig dat u de printlijst wilt
wissen.
z Tik op [OK].
z Als er afbeeldingen aan de afdruklijst zijn
toegevoegd (pp. 188 – 191), wordt het
scherm links weergegeven wanneer u de
camera aansluit op een PictBridge-
compatibele printer. Tik op [Print nu] aan
om eenvoudig beelden af te drukken die zijn
toegevoegd aan de printlijst.
z Elke DPOF-afdruktaak die u tijdelijk
onderbreekt, wordt hervat bij het volgende
beeld.
Afdrukinstellingen voor alle beelden
Alle beelden in de Printlijst wissen
Beelden afdrukken die zijn toegevoegd aan Printlijst
(DPOF)
Beelden afdrukken
192
U kunt fotoboeken instellen op de camera door maximaal 998 beelden te
selecteren op een geheugenkaart en deze te importeren in de meegeleverde
software op uw computer, waar ze in een aparte map worden opgeslagen.
Deze functie is handig wanneer u online afgedrukte fotoboeken bestelt of
wanneer u fotoboeken afdrukt op uw eigen printer.
z Tik op H, tik op n, tik op [Fotoboek
instellen] op het tabblad 1 en bepaal hoe u
de beelden wilt selecteren.
Selecteer [Selecteer].
z Volg de voorgaande procedure en tik op
[Selecteer] om dit te selecteren.
Beelden toevoegen aan een fotoboek
Een selectiemethode selecteren
Foto's
kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd op
een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze
camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
Raadpleeg nadat u beelden op uw computer hebt geïmporteerd ook de
ImageBrowser EX Gebruikershandleiding en de handleiding van de printer voor
meer informatie.
Afzonderlijke beelden toevoegen
Beelden afdrukken
193
Selecteer een beeld.
z Blader door beelden door naar links of naar
rechts te slepen en tik op een beeld dat u wilt
selecteren.
X verschijnt.
z Tik nogmaals op het scherm om het beeld te
verwijderen uit het fotoboek. verdwijnt.
z Herhaal deze procedure om andere beelden
op te geven.
z Als u klaar bent, tikt u op [OK] om terug te
keren naar het menuscherm.
Selecteer [Sel. alle beelden].
z Volg de procedure op p. 192 en tik op [Sel.
alle beelden] om dit te selecteren.
Configureer de afdrukinstellingen.
z Tik op [OK].
Selecteer [Wis alle selecties].
z Volg de procedure op p. 192 en tik op [Wis
alle selecties] om dit te selecteren.
Bevestig dat u het fotoboek wilt
wissen.
z Tik op [OK].
Alle beelden toevoegen aan een fotoboek
Alle beelden verwijderen uit een fotoboek
194
Voordat u een Eye-Fi-kaart gebruikt, controleert u altijd of dit op uw locatie is
toegestaan (p. 3).
Als u een Eye-Fi-kaart die klaar is voor gebruik in de camera plaatst, kunt u
uw beelden automatisch draadloos overdragen naar een computer of
uploaden naar een website voor gedeelde foto’s.
De beelden worden overgedragen via de Eye-Fi-kaart. Voor informatie over
het voorbereiden en gebruiken van de kaart en problemen bij de overdracht
van beelden, raadpleegt u de handleiding van de kaart of neemt u contact op
met de fabrikant.
U kunt de verbindingsstatus van de Eye-Fi-kaart in de camera controleren in
het opnamescherm (in de normale informatieweergave) of het afspeelscherm
(in de korte informatieweergave).
Beelden met een pictogram zijn overgedragen.
Een Eye-Fi-kaart gebruiken
Houd rekening met het volgende als u een Eye-Fi-kaart gebruikt.
Zelfs als u [Eye-Fi trans.] instelt op [Uit], kan de Eye-Fi-kaart nog
steeds radiogolven uitzenden (p. 195). Verwijder de Eye-Fi-kaart
als u een ziekenhuis, vliegtuig of ander gebied betreedt waar
overdracht verboden is.
Als u problemen hebt met de overdracht van beelden, controleert u
de instellingen van de kaart of de computer. Raadpleeg de
handleiding van de kaart voor meer informatie.
Bij een slechte Eye-Fi-verbinding kan de overdracht van beelden erg
lang duren en kan de beeldoverdracht soms worden onderbroken.
Als gevolg van de overdrachtfunctie kan de Eye-Fi-kaart heet
worden.
Het batterijverbruik ligt hoger dan bij normaal gebruik.
De camera kan erg traag gaan werken. Dit kunt u wellicht oplossen
door [Eye-Fi trans.] op [Uit] te zetten.
Eye-Fi-overdracht is niet mogelijk wanneer de camera is verbonden
met een draadloos LAN.
(Grijs) Niet verbonden
(Knippert wit) Er wordt verbinding gemaakt
(Wit) Verbonden
(Bewegend) Lopende overdracht
Onderbroken
Fout bij ophalen van Eye-Fi-kaartinfo (Herstart de camera. Als het
pictogram steeds terugkomt, is er wellicht een probleem met de kaart.)
IXUS 240 HS
Foto's Films
Een Eye-Fi-kaart gebruiken
195
U kunt indien nodig het toegangspunt SSID of de verbindingsstatus van de
Eye-Fi-kaart controleren.
z Tik op H, tik op n, tik dan op
[Eye-Fi instellingen] op het tabblad 3 om
deze te selecteren.
z Tik op [Verbindingsinfo].
X Het scherm met verbindingsinformatie wordt
weergegeven.
Configureer de instelling als volgt om de Eye-Fi-overdracht via de kaart uit te
schakelen, indien nodig.
Selecteer [Uit] in [Eye-Fi trans.].
z Tik op H, tik op n, tik dan op
[Eye-Fi instellingen] op het tabblad 3 om
deze te selecteren.
z Selecteer achtereenvolgens [Eye-Fi trans.]
en [Uit].
Tijdens de beeldoverdracht wordt de spaarstand (p. 48) op de camera tijdelijk
uitgeschakeld.
Als u de modus selecteert, wordt de Eye-Fi-verbinding verbroken. Als u een
andere opnamemodus of de afspeelmodus activeert, wordt de Eye-Fi-verbinding
hetsteld. Films die zijn gemaakt in de modus worden mogelijk opnieuw
overgedragen.
Verbindingsgegevens controleren
Eye-Fi-overdracht uitschakelen
[Eye-Fi instellingen] wordt alleen weergegeven als er een
Eye-Fi-kaart in de camera is geplaatst en als het schuifje voor
schrijfbeveiliging niet in de vergrendelstand staat. Daarom kunnen
instellingen niet worden gewijzigd voor een geplaatste Eye-Fi-kaart
als het schuifje in de vergrendelstand staat.
196
197
Bijlage
Nuttige informatie over het gebruik van de camera
8
198
Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de
camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen,
neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Voeding
Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt.
Controleer of u het juiste type batterij gebruikt en of deze voldoende is opgeladen
(p. 207).
Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (pp. 18, 20).
Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterij goed is gesloten (pp. 18, 19).
Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder goed is gesloten (p. 20).
De batterij is snel leeg.
Bij lage temperaturen nemen de prestaties van batterijen af. Maak de batterij een beetje
warm, door deze in uw zak te houden met het kapje op de batterijpolen.
Als dit niet helpt en de batterij weer snel leeg is na het opladen, is de levensduur
verstreken. Koop dan een nieuwe batterij.
De lens wordt niet ingetrokken.
Open het klepje van de geheugenkaart of de batterijhouder niet als de camera
aanstaat. Sluit het klepje en schakel de camera in en daarna weer uit (pp. 18, 19).
Open het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet als de camera aanstaat. Sluit
het klepje en schakel de camera in en daarna weer uit (p. 20).
De batterij is gezwollen.
Het is normaal dat batterijen een beetje zwellen. Dit is niet gevaarlijk. Als de batterij
echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, moet u contact opnemen
met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
Weergave op een tv
De camerabeelden worden vervormd of helemaal niet weergegeven op een tv
(p. 178).
Opnamen maken
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt.
Druk in de afspeelmodus (p. 23) de ontspanknop half in (p. 49).
Vreemde weergave op het scherm bij weinig licht (p. 50).
Vreemde weergave op het scherm bij opanmen.
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto’s worden
vastgelegd, maar wel in films worden opgenomen.
Als u opnamen maakt bij TL- of LED-verlichting kan het scherm flikkeren en kan een
horizontale band verschijnen.
Problemen oplossen
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
IXUS 510 HS
IXUS 240 HS
Problemen oplossen
199
Weergave op het volledige scherm is tijdens het opnemen niet beschikbaar
(p. 77).
h knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, en
opnemen is niet mogelijk (p. 59).
verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt (p. 67).
Stel [IS modus] in op [Continu] (p. 129).
Stel de flitsermodus in op h (p. 124).
Verhoog de ISO-waarde (p. 110).
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te
houden. In dit geval stelt u [IS modus] in op [Uit] (p. 129).
De opnamen zijn niet scherp.
Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken (p. 49).
Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevindt (zie “Specificaties”
(p. 39)).
Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (p. 83).
Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (pp. 120, 123).
Opnamen zijn wazig.
Afhankelijk van de omstandigheden tijdens de opname kan vervaging van beelden
optreden wanneer Touch Shutter wordt gebruikt. Houd de camera stil tijdens de opname.
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet scherp
wanneer de sluiterknop half wordt indrukt.
Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert u
de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen voordat u de
ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te drukken.
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
Stel de flitsermodus in op h (p. 124).
Pas de belichting aan met behulp van de belichtingscompensatie (p. 109).
Pas het contrast aan met i-Contrast (pp. 111, 156).
Gebruik AE lock of spotmeting (pp. 109, 110).
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
Stel de flitsermodus in op ! (p. 67).
Pas de belichting aan met behulp van de belichtingscompensatie (p. 109).
Gebruik AE lock of spotmeting (pp. 109, 110).
Verminder de belichting van het onderwerp.
De opnamen zijn te donker, ondanks dat er is geflitst (p. 59).
Maak de opname binnen het bereik van de flitser (zie “Specificaties” (p. 39)).
Verhoog de ISO-waarde (p. 110).
De onderwerpen in geflitste foto’s zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
Maak de opname binnen het bereik van de flitser (zie “Specificaties” (p. 39)).
Stel de flitsermodus in op ! (p. 67).
Er verschijnen witte stippen of andere beeldartefacts in geflitste opnamen.
Dit komt doordat het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stof- of andere deeltjes
in de lucht.
Problemen oplossen
200
Opnamen zien er korrelig uit.
Verlaag de ISO-waarde (p. 110).
Hoge ISO-waarden kunnen in sommige opnamemodi leiden tot korrelige beelden
(p. 88).
De onderwerpen hebben rode ogen (p. 78).
Zet [Lamp Aan] op [Aan] (p. 83) om het licht voor rode-ogenreductie (p. 4) te activeren
in geflitste foto’s. Denk erom dat u geen opname kunt maken terwijl het licht voor rode-
ogenreductie brandt (dit is ongeveer 1 seconde), omdat het licht rode ogen tegengaat.
U krijgt de beste resultaten als uw onderwerpen naar het licht voor rode-ogenreductie
kijken. Probeer ook om de verlichting binnenshuis te verbeteren of dichter bij het
onderwerp te gaan.
Bewerk beelden met rode-ogencorrectie (p. 157).
Het schrijven naar een geheugenkaart duurt te lang of het maken van
continu-opnamen gaat langzamer.
Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (p. 164).
Instellingen voor opnamen of voor het menu FUNC. zijn niet beschikbaar.
Beschikbare instellingen variëren per opnamemodus. Zie “Beschikbare functies per
opnamemodus”, “Menu FUNC.” en “Opnamemenu” (pp. 210 - 215).
Het pictogram Baby’s of Kinderen wordt niet weergegeven.
Als bij de gezichtsgegevens geen verjaardag is ingesteld, worden de pictogrammen
Baby’s en Kinderen niet weergegeven. (p. 69). Als de pictogrammen nog steeds niet
worden weergegeven nadat u de verjaardag hebt ingesteld, registreert u de
gezichtsgegevens (p. 74) opnieuw of controleert u of de datum/tijd correct zijn ingesteld
(p. 21).
Films opnemen
De verstreken tijd wordt verkeerd weergegeven, of de opname wordt
onderbroken.
Formatteer de geheugenkaart via de camera of gebruik een geheugenkaart die
hogesnelheidsopnamen ondersteunt. Denk erom dat ook als de verstreken tijd
verkeerd wordt weergegeven, de lengte van de films op de geheugenkaart
overeenstemt met de werkelijke opnameduur (p. 163).
verschijnt en de opname stopt automatisch.
De interne geheugenbuffer van de camera raakt vol omdat de camera niet snel genoeg
naar de geheugenkaart kan schrijven. Probeer een van de volgende maatregelen:
Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (p. 164).
Verlaag de beeldkwaliteit (p. 80).
Gebruik een geheugenkaart die hogesnelheidsopnamen ondersteunt
(zie “Specificaties” (p. 39)).
Onderwerpen lijken vervormd.
Onderwerpen die tijdens het opnemen snel langs de camera bewegen, kunnen
vervormd lijken. Dit is niet het gevolg van een storing.
Problemen oplossen
201
Afspelen
Afspelen is niet mogelijk.
U kunt mogelijk geen beelden of films afspelen als u de bestandsnaam of
mapstructuur hebt gewijzigd via een computer. Raadpleeg de ImageBrowser EX
Gebruikershandleiding voor informatie over mapstructuur en bestandsnamen.
Het afspelen stopt of het geluid hapert.
Gebruik een geheugenkaart waarop u via de camera een low-level format hebt
uitgevoerd (p. 164).
Korte onderbrekingen zijn mogelijk als u films afspeelt die zijn gekopieerd naar
geheugenkaarten met trage leessnelheden.
Als u films afspeelt op een computer met onvoldoende capaciteit, kunnen er kaders
wegvallen en kan het geluid haperen.
Het aanraakscherm
Het is moeilijk om items of knoppen te selecteren via aanraking.
Aangezien het aanraakscherm werkt via drukdetectie, kunt u proberen iets harder op
het scherm te drukken of de stylus aan de riem te gebruiken (p. 14).
Probeer het scherm te kalibreren (p. 168).
verschijnt rechtsboven.
Uw vinger raakt de rechterbovenhoek van het scherm aan. Haal uw vinger van het
scherm.
Computer
Kan geen beelden overdragen naar een computer.
Als u beelden wilt overdragen naar de computer via een kabel, probeert u als volgt de
overdrachtsnelheid te verlagen:
Schakel de camera uit. Houd de ontspanknop volledig ingedrukt, druk de zoomknop
naar i en druk op de knop 1. Druk de zoomknop nu naar j. Tik in het volgende
scherm op [B] om dit te selecteren, en tik er daarna nogmaals op.
Eye-Fi-kaarten
Kan geen beelden overdragen (p. 194).
IXUS 240 HS
202
Indien er een foutmelding verschijnt op het scherm, reageert u als volgt.
Geen geheugenkaart
Wellicht is de geheugenkaart in de verkeerde richting geplaatst. Plaats de
geheugenkaart opnieuw, en in de juiste richting (pp. 19, 20).
Geheugenkaart op slot
Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de SD-, SDHC- of SDXC-geheugenkaart of de
Eye-Fi-kaart is vergrendeld. Ontgrendel het schuifje voor de schrijfbeveiliging (p. 20).
Kan niet opnemen
U probeert een opname te maken zonder geheugenkaart in de camera. Plaats de
geheugenkaart in de juiste richting om opnamen te maken (pp. 19, 20).
Geheugenkaart fout (p. 164)
Als deze foutmelding ook verschijnt als u een geformatteerde geheugenkaart in de
juiste richting hebt geplaatst, neemt u contact op met een helpdesk van Canon
Klantenondersteuning (pp. 19, 20).
Te weinig kaartruimte
Er is onvoldoende ruimte vrij op de geheugenkaart om opnamen te maken (pp. 55, 85,
107) of beelden te bewerken (pp. 153 – 157). Wis de overbodige beelden (p. 146) of
plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte (p. 18).
Touch Shutt. onbeschikb./Touch AF niet beschikbaar
Uw vinger raakt de rechterbovenhoek van het scherm aan (p. 201).
Touch AF is niet beschikbaar in de huidige opnamemodus (p. 210).
Touch AF geannuleerd
Het onderwerp dat u voor Touch AF hebt geselecteerd, kan niet meer worden
gedetecteerd (p. 122).
Vervang / Verwissel accu (pp. 18, 20)
Geen beeld.
De geheugenkaart bevat geen beelden die kunnen worden weergegeven.
Beveiligd! (p. 144)
Onbekend beeld./Incompatible JPEG/Beeld te groot./Kan geen AVI/RAW
afspelen
Niet-ondersteunde of beschadigde beelden kunnen niet worden weergegeven.
Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is
gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet
worden afgespeeld.
Berichten op het scherm
IXUS 240 HS
Berichten op het scherm
203
Kan niet vergroten!/Kan dit niet afspelen in Smart Shuffle/Kan niet roteren/
Kan beeld niet wijzigen/Kan beeld niet registreren/Kan Niet Wijzigen/Kan niet
aan Cat. toekennen/Niet selecteerbaar beeld./Geen ID-info
De volgende functies zijn wellicht niet beschikbaar voor beelden waarvan de
bestandsnaam is gewijzigd of die al zijn bewerkt op een computer, of beelden die met een
andere camera zijn gemaakt. Denk erom dat functies met een sterretje (*) niet
beschikbaar zijn voor films. ID-info bew.* (p. 140), Vergroten* (p. 141), Smart Shuffle*
(p. 143), Roteren (p. 148), Categorie indelen (p. 149), Bewerken* (pp. 153 – 157),
Toewijzen als opstart scherm* (p. 162), Printlijst* (p. 188) en Fotoboek instellen* (p. 192).
Beveiligde beelden kunt u niet wissen (p. 103).
Selectielimiet bereikt
U hebt meer dan 998 beelden geselecteerd voor de printlijst- (p. 188) of de
fotoboekinstellingen (p. 192). Selecteer 998 beelden of minder.
De instellingen voor de printlijst (p. 188) of voor fotoboek (p. 192) konden niet correct
worden opgeslagen. Verminder het aantal geselecteerde beelden en probeer het
opnieuw .
U wilde 500 of meer beelden selecteren bij Beveilig (p. 144), Wissen (p. 146),
Favorieten (p. 149), My Category (p. 150), Printlijst (p. 188) of Fotoboek instellen
(p. 192).
Communicatie fout
Er konden geen beelden naar de computer worden overgedragen of worden afgedrukt
vanwege het te grote aantal beelden (ongeveer 1.000) dat is opgeslagen op de
geheugenkaart. Gebruik een USB-kaartlezer om de beelden te downloaden. Plaats de
geheugenkaart rechtstreeks in de kaartsleuf van de printer om af te drukken.
Fout in benaming.
Wanneer het hoogste aantal mappen (999) en het hoogste aantal beelden (9999) is
bereikt, kunnen er geen nieuwe mappen of opnames worden gemaakt. Wijzig in het
menu 3 de optie [Bestandnr.] in [Auto reset] (p. 164) of formatteer de geheugenkaart
(p. 163).
Lens fout
Deze fout kan optreden als u de lens vasthoudt terwijl deze in beweging is of als u de
camera gebruikt in een omgeving met veel stof of zand in de lucht.
Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera. Neem
contact op met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
Camerafout gedetecteerd (foutnummer)
Als deze foutmelding verschijnt direct nadat u een opname hebt gemaakt, is het beeld
mogelijk niet opgeslagen. Ga naar de afspeelmodus om dit te controleren.
Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera. Schrijf
in dat geval de foutcode op (Exx) en neem contact op met de helpdesk van Canon
Klantenondersteuning.
bestandsfout
Beelden die zijn bewerkt op een computer of beelden die met een andere camera zijn
gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgedrukt.
Berichten op het scherm
204
Print fout
Controleer de instelling voor het papierformaat. Als dit bericht wordt weergegeven
terwijl de instelling correct is, herstart u de printer en maakt u de instellingen opnieuw
op de camera.
Absorptiekussen inkt vol
Neem contact op met een helpdesk van Canon Klantenondersteuning en vraag om een
vervangend inktabsorptiekussen.
205
De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de
camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten.
Plaats de camera nooit in de nabijheid van magneten, motoren of andere
apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren. Dit kan leiden
tot storing of verlies van beeldgegevens.
Als er waterdruppels of vuil vastzitten op de camera of het scherm, wrijft u
dit af met een droge zachte doek, zoals een brillendoekje. Niet hard wrijven
of hard drukken.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten
om de camera of het scherm schoon te maken.
Gebruik een lensblazer om stof en vuil te verwijderen van de lens. Als het
schoonmaken niet goed lukt, kunt u contact opnemen met de helpdesk van
Canon Klantenondersteuning.
Er kan condensatie ontstaan op de camera na plotselinge
temperatuursveranderingen (wanneer de camera wordt verplaatst van een
koude naar een warme omgeving). U kunt dit voorkomen door de camera
in een luchtdichte, hersluitbare plastic tas te plaatsen en zo geleidelijk aan
de temperatuursveranderingen te laten wennen voordat u de camera uit de
tas haalt.
Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als er condensatie ontstaat.
Als u de camera in deze toestand toch blijft gebruiken, kan deze
beschadigd raken. Verwijder de batterij en de geheugenkaart en wacht tot
het vocht is verdampt voordat u de camera weer in gebruik neemt.
Voorzorgsmaatregelen
206
* : Camerastand, : Verticale stand
De camera detecteert de opnamerichting en past de instellingen aan voor optimale foto’s.
Ook tijdens het afspelen wordt de camerastand gedetecteerd, zodat de camera vanuit
elke stand de beelden automatisch kan roteren indien nodig.
Wanneer de camera recht omhoog of recht omlaag is gericht, werkt deze functie mogelijk
niet naar behoren.
Informatie op het scherm
Opname (informatieweergave)
Opnamemodus (p. 210),
Compositiepictogram
(p. 60)
Camerastand*
Witbalans (p. 112)
My Colors (p. 113)
Resolutie voor films
(p. 104)
Transportmodus (p. 114)
Lange sluiter (p. 101),
Belichtingscompensa-
tieniveau (p. 109)
Waarschuwing: camera
beweegt (p. 59)
H (Functie) (p. 51)
Batterijniveau (p. 207)
Compressieverhouding
(beeldkwaliteit) (p. 125) /
Resolutie (pp. 78, 80)
Eye-Fi verbindingsstatus
(p. 194)
Aantal opnamen
Filmkwaliteit
AF Frame (p. 118)
Resterende tijd
Spotmetingpuntkader
(p. 110)
Scherpstelbereik
(p. 116), AF lock
(p. 123)
Digitale zoomvergroting
(p. 63), Digitale
Tele-converter (p. 117)
Flitsermodus
(pp. 67, 124)
Rode-ogencorrectie
(p. 78)
Touch Shutter (p. 66)
Datum stempel (p. 68)
l (Display) (p. 50)
Raster (p. 81)
Zelfontspanner (p. 64)
AE lock (p. 109),
FE-lock (p. 125)
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Meetmethode (p. 110)
i-Contrast (p. 111)
ISO-waarde (p. 110)
Correctie kwiklampje
(p. 79)
Opnametijd Super
slow-motion film
(opnametijd) (p. 104)
Zoombalk (p. 57)
Knipperdetectie (p. 82)
Beeldstabilisatie (p. 62)
Beeldstabilisatie (p. 129)
Tijdzone (p. 166)
Wind Filter (p. 80)
Belichtingscompensatiebalk
(p. 109)
IXUS 240 HS
Informatie op het scherm
207
Op het scherm verschijnt een pictogram of bericht dat het resterende niveau
van de batterij aangeeft.
Batterijniveau
Scherm Details
Voldoende opgeladen
Iets leger, maar nog voldoende opgeladen
(Knippert rood) Bijna leeg; batterij moet worden geladen
[Vervang / Verwissel accu] Bijna leeg; batterij moet NU worden geladen
Informatie op het scherm
208
Afspelen (uitgebreide informatieweergave)
Draadloos LAN
My Category (p. 150)
Films (pp. 56, 132),
Snel na elkaar (p. 102),
Opnamemodus (p. 210)
ISO-waarde (p. 110),
Afspeelsnelheid
(pp. 91, 104)
Witbalans (p. 112)
Histogram (p. 135)
Resolutie (pp. 78, 80),
MOV (films)
H (Functie) (p. 51)
Printlijst (p. 188)
Overdracht via Eye-Fi
(p. 194)
Batterijniveau (p. 207)
Meetmethode (p. 110)
Mapnummer –
bestandsnummer
(p. 164)
Nummer huidig beeld /
totaal aantal beelden
Informatie verbergen
(p. 135)
Sluitertijd (foto’s),
Beeldkwaliteit / aantal
beelden (films) (p. 80)
Diafragmawaarde,
Beeldkwaliteit (films)
(p. 80)
Belichtingscompensa-
tieniveau (p. 109)
Flitser (p. 124)
Scherpstelbereik
(p. 116)
i-Contrast (pp. 111, 156)
Bestandsgrootte
l (Display) (p. 50)
Compressieverhouding
(beeldkwaliteit) (p. 125)
Groep afspelen (p. 139),
Beeld bewerken
(pp. 153 – 157)
Beveiligen (p. 144)
Favorieten (p. 149)
My Colors (pp. 113, 155)
Correctie kwiklampje
(p. 79)
Rode-ogencorrectie
(pp. 78, 157)
Opnamedatum/-tijd
(p. 21)
Foto’s: Resolutie
Films: Filmlengte
IXUS 240 HS
Informatie op het scherm
209
* Geeft het beeld ongeveer 4 seconden voor of na het huidige beeld weer.
Overzicht van filmbedieningspaneel in “Bekijken” (p. 132)
Afsluiten
Tik hierop om het volumepaneel weer te geven. Tik vervolgens op op om het
volume aan te passen. Bij een volume van 0 verschijnt .
Afspelen
Terug springen* (Om verder terug te springen, blijft u op dit pictogram tikken.)
Vorig beeld (Om langzaam terug te spoelen, blijft u op dit pictogram tikken.)
Volgend beeld (Om langzaam vooruit te spoelen, blijft u op dit pictogram tikken.)
Vooruit springen* (Om verder vooruit te springen, blijft u op dit pictogram
tikken.)
Bewerken (p. 158)
Om tijdens het afspelen van films vooruit of achteruit te springen, tikt u licht op
de zijkant van de camera (Active Display) (p. 133).
Om een ander frame weer te geven, tikt u op de schuifbalk of sleept u deze naar
links of naar rechts.
*
210
Functies en menutabellen
Beschikbare functies per opnamemodus
Opnamemodus
A
4
G
Functie
Belichtingscompensatie (p. 109)
{{{{{{{
Flitser (pp. 67, 124)
{{{{{{{{
{{{{{{{
*2
{{
–––––
{{{{{{{{
Touch Shutter (p. 66) Aan/Uit
{{{{{
–––
AE lock/FE-vergrendeling*
5
(pp. 109, 125)
{{
–––––
AF lock (p. 123)
{{
–––––
Touch AF (p. 122)
{{
{
*6 *6 *6
Schermweergave (p. 50)
Informatieweergave/
Geen
{{{{{{{{
*1 alleen
*2 Niet beschikbaar, maar schakelt in sommige gevallen over naar Z.
*3 Kan niet worden geselecteerd, maar schakelt over naar Z als de flitser wordt geactiveerd.
*4 Alleen beschikbaar voor opnames Aanwijzen onderwerp niet beschikbaar.
*5 FE-vergrendeling niet beschikbaar in de flitsermodus !
*6 Alleen beschikbaar wanneer een gezicht wordt gedetecteerd.
I
h
Z
!
IXUS 510 HS
Functies en menutabellen
211
4
T Y P
t*
1
N
{{{{{{{{{
––
{{
–––
––
{{{{{{{{ { {
–––
–––
{{{{{{{ { {
{
––
–––––––––– *3––
{{{{{{{{{{ { { {{{{
{
*4
{
*4
{{{{{ { {
*4
{{{
–––––––––– –––
––––––––––
{
––
{
{
––––
{{{ { {
{
––
{{{{{{{{{{ { { {{{{
{
Beschikbaar of wordt automatisch ingesteld. – Niet beschikbaar.
Functies en menutabellen
212
Menu FUNC.
Opnamemodus
A
4
G
Functie
Meetmethode (p. 110)
{{{{{{{{
{{
–––––
My Colors (p. 113)
{{{{{{{{
*
2
*
2
*
3
{{
––
{{{
Witbalans (p. 112)
{{{{{{{{
{{
––
{{{
ISO-waarde (p. 110)
{{{{{{{{
{{
–––––
Belichtingscompensatie (p. 109)
{{{{{{{
Zelfontspanner (p. 64)
{{{{{{{{
{{{{{
–––
Instellingen voor
zelfontspanner (p. 65)
Vertraging*
4
{{{{{
–––
Beelden*
5
{{
{{
–––
Scherpstelbereik (p. 116)
{{{{{{{{
{{{{
–––
Transportmodus (p. 114)
{{{{{{{{
{
–––––––
{
{{
–––
*
1
*
6
{
{{
–––
Verhouding voor foto’s (p. 77)
{{
{
{{{
Resolutie (p. 78)
{{{{{{{{
{{{{
{{{
––––––––
{{{{
{{{
Compressie (p. 125)
{
––––––
{{{{{{{{
Filmkwaliteit (pp. 80, 104)
{{{{{{{{
{{{{{{{{
{{{{{{{{
––––––––
*1 alleen *2 Witbalans is niet beschikbaar.
*3 Instellen in een bereik van 1 – 5: contrast, scherpte, kleurverzadiging, rood, groen, blauw en huidtinten.
*4 Kan niet worden ingesteld op 0 seconden in modi zonder selectie van het aantal opnamen.
*5 Eén opname (kan niet worden gewijzigd) in modi zonder selectie van het aantal opnamen.
*6 wordt ingesteld bij f, AF lock of t.
I
][$
eu
W
IXUS 510 HS
Functies en menutabellen
213
4
T Y P t*
1
N
{{{{{{{{{{ { { {{{{
–––––––––– –––
{{{{{{{{{{ { { {{{{
––––––––––
{{
{{{{{{{{{{ { { {{{{
{
{
–––––––
{{
{{{{{{{{{{ { { {{{{
–––––––––– –––
{{{{{{{{{
––
{{
–––
{{{{{{{{{{ { { {{{{
{{{{{{{{{ { { {{{{
{{{{{{{{{ { { {{{{
{{{{{{{{{ { { {{
––
{{{{{{{{{{ { { {{{{
{{{{{{{{{{ { {
{{{
{{{{{{{{{ { { {{{{
–––––––––– –––
{
{{{{{{{{ { { {
–––
––
{{{{{{{{ { { {
–––
–*7–
{{{ { { {{
––
{
{{{{{{{ { { {{{{
––––––––––
{{ {{{
{
{
––––––– –––
––––––––––
{{ {{{
–––––––––– –––
{{{{{{{{{{ { { {{{{
{{{{
{{{{{ { { {{
––
{{{{
*8
{{{{{ { { {{{
{{{{
*8
{{{{{ { { {{
––
–––––––––– ––
{
*7 Alleen en zijn beschikbaar.
{
Beschikbaar of wordt automatisch ingesteld. – Niet beschikbaar.
*8 Synchroniseert met de ingestelde verhouding en wordt automatisch ingesteld (p. 91).
Functies en menutabellen
214
4 Opnamemenu
Opnamemodus
A
4
G
Functie
AF-kader (p. 118)
Gezicht det.*
1
*
3
{{{{{{{{
Gezichts-AiAf*
2
{{{{{{{{
Vast kader
{{{
––––
AF-kader afm.*
4
(p. 119)
Normaal
{{{
––––
Klein
{{{
––––
Digitale Zoom
(p. 63)
Standaard
{{
{
{{{
Uit
{{{{{{{{
Digitale Tele-converter (1.4x/2.3x)*
1
{
––––––
Digitale Tele-converter (1.6x/2.0x)*
2
{
––––––
AF-Punt Zoom
(p. 81)
Aan
{{
{
{{{
Uit
{{{{{{{{
Servo AF (p. 120)
Aan
{
{
––––
Uit*
5
{{{{{{{{
Continu AF*
1
(p. 121)
Aan
{{{{{{{{
Uit
{
{{
–––
Touch Shutter (p. 66)
Aan/Uit
{{{{{
–––
AF-hulplicht (p. 83)
Aan
{{{{{{{{
Uit
{{{{{
{{
Flits Instellingen
(pp. 78, 83)
Rode-Ogen
Aan
{{{{
{{{
Uit
{{{{{{{{
Lamp Aan Aan/Uit
{{{{{{{{
i-Contrast (p. 111)
Auto
{{{
–––––
Uit
{{{{{{{
Hg lampcorr. (p. 79)
Aan/Uit
{
–––––––
Wind Filter (p. 80) Aan/Uit
{{{{{{{{
Bekijken (p. 84) Uit/2–10 sec./Vastzetten
{{{{{{{{
Terugkijken (p. 84) Uit/details/Focus check
{{{{{{{{
Knipperdetectie
(p. 82)
Aan
{{{{{{{{
Uit
{{{{{{{{
Raster (p. 81) Aan/Uit
{{{{{{{{
Pictogram layout (p. 126)
{{{{{{{{
IS-instellingen
(p. 129)
IS modus
Uit
{{{{{{{{
Continu
{{{{{{{{
Opname
{
{{{{{
Powered IS
Aan
{{{{{{{{
Uit
{{{{{{{{
Datum stempel
(p. 68)
Uit
{{{{{{{{
Datum/Datum & Tijd
{{{{
{{{
Inst. gezichts-ID (p. 69)
{{{{{{{{
*1 alleen *2 alleen
*3 Werking wanneer er geen gezichten zijn gedetecteerd, verschilt per opnamemodus.
*4 Beschikbaar als het AF-kader is ingesteld op [Vast kader].
*5 [Aan] wanneer bewegende onderwerpen worden gedetecteerd in de modus A.
*6 Alleen beschikbaar voor opnames Aanwijzen onderwerp niet beschikbaar.
I
IXUS 510 HS IXUS 240 HS
Functies en menutabellen
215
4
T Y P t*
1
N
{{{
––
{{{{{ { {
{{{
{{{
––
{{{{{ { {
{{{
{
{{
{{{{{ { { {{{{
{
{{
{{{{{ { { {{{{
{
{
––
{{{{{ { {
{{{
––––––––––
{{{{
{{{{{{{{{{ { { {{{{
–––––––––– –––
–––––––––– –––
{
{
––––
{{{ { {
{
––
{{{{{{{{{{ { { {{{{
––
{
––––
{{{ { {
–––
{{{{{{{{{{ { { {{{{
{{
{{{{{{{ { {
{{{
{{{{{{{{{ { { {{
––
{
*6
{
*6
{{{{{ { {
*6
{{{
{{{{{{{{{{ { {
{{{
{{{{{{{{{{ { { {{{{
––
{
–––––––
{
{
––
––
{{{{{{{{ { {
{
––
––
{{{{{{{{ { {
{
––
{
{
––––––– –––
{
{{{{{{{ { { {{{{
–––––––––– –––
{{{{
{{{{{ { { {{{
{{{{{{{{{{ { { {{
––
{{{{{{{{{{ { { {{
––
––
{
–––––
{{
{ {
–––
{{{{{{{{{{
{ {{{{{
{{{{{{{{{{ { { {{{{
{{{{{{{{{{ { { {{{{
{
{{{{{{{{ { { {{{{
{{{{{{{{{{ { { {{{{
{
{{{{{{{{ { { {{
––
{{{{{{{{{{ { { {{{{
{
{{{{{{{{ { { {{{{
{{{{{{{{{{ { { {{{{
––––––––––
{{{
––
{{{{{{{{{{ { { {{{{
{
Beschikbaar of wordt automatisch ingesteld. – Niet beschikbaar.
- Bij gebruik van [Gezichts-ID] (p. 69) voor opnames worden namen niet weergegeven in , of , maar
worden wel in de foto’s vastgelegd.
- Instelling beschikbaar, maar bij gebruik van [Gezichts-ID] (p. 69) voor opnames worden namen niet
weergegeven in, of en worden ze niet in films vastgelegd.
Functies en menutabellen
216
* Raadpleeg “Draadloos LAN handleiding” op de cd DIGITAL CAMERA Manuals Disk.
3 Menu Instellen
Item Zie pagina Item Zie pagina
mute p. 160 Spaarstand pp. 48, 166
Volume p. 160 Tijdzone p. 166
Geluidsopties p. 160 Datum/Tijd p. 22
Hints en tips p. 161 Video Systeem p. 178
LCD Helderheid p. 161 Ctrl via HDMI p. 176
opstart scherm p. 161 Kalibratie p. 168
Kleuroptie p. 162 Instellingen draadloos LAN *
Formateren pp. 163, 164 Certificaatlogo weergeven p. 170
Bestandsnummering p. 164
Eye-Fi instellingen
p. 194
Maak folder p. 165 Taal p. 23
Lens intrekken p. 165 Reset alle p. 169
1 Menu Afspelen
Item Zie pagina Item Zie pagina
Diavoorstelling p. 142 Veranderen p. 153
Wissen p. 146 My Colors p. 155
Beveilig p. 144 Info gezichts-ID p. 140
Roteren p. 148 Active Display p. 133
Favorieten p. 149 Beeld scrollen p. 132
My Category p. 150 Beelden groep. p. 139
Fotoboek instellen p. 192 Autom. draaien p. 148
i-Contrast p. 156 Ga verder p. 133
Rode-Ogen Correctie p. 157 Overgang p. 133
Trimmen p. 154 Touch-acties inst. p. 152
IXUS 240 HS
Functies en menutabellen
217
2 Menu Afdrukken
Item Zie pagina Item Zie pagina
Print Wis alle selecties p. 191
Sel. beeld & aantal p. 190 Afdrukinstellingen p. 189
Sel. alle beelden p. 191
Afspeelmodus Menu FUNC.
Item Zie pagina Item Zie pagina
Roteren p. 148 Filmsynopsis afspelen p. 138
Printlijst p. 188 Smart Shuffle p. 143
Beveilig p. 144 Beeld zoeken p. 137
Favorieten p. 149 Diavoorstelling p. 142
Wissen p. 146 My Category p. 150
218
A
Aangepaste witbalans ............................. 112
Aanraakpositie kalibreren........................ 168
Aanraakscherm ......................................... 14
Aansluiting............... 175, 178, 179, 181, 182
Accessoires............................................. 173
Active Display.......................................... 133
AE lock .................................................... 109
Afdrukken ................................................ 182
AF J Scherpstellen
AF-kaders.................................... 27, 57, 118
AF lock .................................................... 123
Afspelen J Bekijken
Alles wissen............................................. 146
AUTO-modus (opnamemodus) ........... 26, 56
AV-kabel.................................................. 175
B
Batterij
Level................................................. 207
Opladen.............................................. 16
Spaarstand ......................................... 48
Batterijen
J Datum/tijd (datum/tijd-batterij)
Batterijlader ......................................... 2, 173
Beelden
Afspelen J Bekijken
Beveiligen......................................... 144
Weergaveduur.................................... 84
Wissen.............................................. 146
Beeldkwaliteit J Compressieverhouding
Bekijken
Beeld zoeken.................................... 137
Diavoorstelling.................................. 142
Enkelvoudige weergave ..................... 29
Indexweergave ................................. 137
Smart Shuffle.................................... 143
Tv-weergave..................................... 175
Vergrote weergave ........................... 141
Belichting
AE lock ............................................. 109
Compensatie .................................... 109
FE-lock ............................................. 125
Bestandsnummering ............................... 164
Beveiligen................................................ 144
Bewerken
Bijsnijden .......................................... 154
Het formaat van beelden wijzigen .... 153
i-Contrast.......................................... 156
My Colors ......................................... 155
Rode-ogencorrectie..........................157
Bijsnijden ................................................. 154
C
Camera
Reset alle.......................................... 169
Camerabeweging .................................... 129
Cd DIGITAL CAMERA Solution Disk .......... 2
Compressieverhouding
(beeldkwaliteit) ........................................ 125
Continu-opnamen maken ........................ 114
Snel na elkaar (opnamemodus) ....... 102
Correctie kwiklampje ................................. 79
D
Datum/tijd
Datum/tijd toevoegen aan beelden..... 68
Instellen .............................................. 21
Wereldklok........................................ 166
Wijzigen .............................................. 22
Diavoorstelling.........................................142
Digitale Tele-converter ............................ 117
Digitale Zoom ............................................ 63
DPOF ......................................................188
E
Egale huid (opnamemodus) ...................... 88
Extra levendig (opnamemodus) ................ 89
Eye-Fi-kaarten.....................................3, 194
F
Favorieten ............................................... 149
FE-lock ....................................................125
Films
Beeldkwaliteit (resolutie/aantal
beelden).............................................. 80
Bewerken.......................................... 158
Filmsynopsis (opnamemodus) .................. 96
Fisheye-effect (opnamemodus)................. 90
Index
Index
219
Flitser
Aan ...................................................124
De flitser uitschakelen.........................67
Slow sync..........................................124
Focus check ............................................136
Focusvergrendeling.................................120
Fotoboek instellen ...................................192
Foutmeldingen.........................................202
G
Geheugenkaarten........................................3
Gelijkstroomkoppeling .....................179, 180
Geluiden ..................................................160
Gezichts-AiAf (modus AF Frame)............118
Gezichtsdetectie (modus AF Frame).......118
Gezichts-ID........................................69, 140
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus) ......................................100
Glimlach (opnamemodus) .........................98
H
Het formaat van beelden wijzigen ........... 153
I
i-Contrast.........................................111, 156
iFrame-film (filmmodus)........................... 105
Indicator.....................................................53
Inhoud van de verpakking ...........................2
Interfacekabel......................................2, 182
ISO-waarde .............................................110
K
Kleur (witbalans)......................................112
Kleur Accent (opnamemodus)...................94
Kleur Wissel (opnamemodus) ...................95
Knipoogdetectie (opnamemodus)..............99
Knipperdetectie..........................................82
L
Lampje....................................................... 83
Lange sluiter (opnamemodus).................101
Lichtnet............................................179, 180
M
Macro (scherpstelmodus)........................116
Meetmethode...........................................110
Menu
Basishandelingen ...............................52
Tabel.................................................210
Menu FUNC.
Basishandelingen ...............................51
Tabel.........................................212, 217
IXUS 510 HS
microSD-/microSDHC-/microSDXC-
geheugenkaarten J Geheugenkaarten
Miniatuureffect (opnamemodus)................90
Monochroom (opnamemodus) ..................93
My Category ............................................150
My Colors ........................................113, 155
N
Nachtscene handm (opnamemodus) ........87
O
Oneindig (scherpstelmodus)....................116
Opnamen maken
Opnamedatum/-tijd J Datum/tijd
Opname-informatie ...........................206
P
P (opnamemodus) ...................................108
PictBridge ........................................174, 182
Pictogram layout......................................126
Portret (opnamemodus).............................86
Poster-effect (opnamemodus)...................89
Powered IS..............................................130
Problemen oplossen................................198
Programma automatische belichting .......108
R
Raster........................................................81
Reizen met de camera ....................166, 172
Reset alle.................................................169
Resolutie (beeldgrootte) ............................78
Rode-ogencorrectie...........................78, 157
Roteren....................................................148
Index
220
S
Scherm
Menu J Menu FUNC., menu
Pictogrammen .......................... 206, 208
Taalweergave..................................... 23
Scherpstelbereik
macro................................................ 116
Oneindig ........................................... 116
Scherpstellen
AF-kaders......................................... 118
AF lock.............................................. 123
AF-Punt Zoom .................................... 81
Servo AF........................................... 120
Touch AF.......................................... 122
IXUS 240 HS
SD-/SDHC-/SDXC-geheugenkaarten
J Geheugenkaarten
Sepiakleurige beelden............................. 113
Servo AF ................................................. 120
Slepen ....................................................... 14
Smart Shuffle........................................... 143
Smart Shutter (opnamemodus)................. 98
Sneeuw (opnamemodus) .......................... 87
Snel na elkaar (opnamemodus) .............. 102
Soft focus (opnamemodus) ....................... 92
Software
Cd DIGITAL CAMERA Solution Disk.... 2
Installatie ............................................ 33
Spaarstand................................................ 48
Speels effect (opnamemodus) .................. 92
StandaardwaardenJReset alle
Stereo AV-kabel ...................................... 178
Super slow-motion film (filmmodus) ........ 104
T
Taal van LCD-scherm ............................... 23
Taalweergave............................................ 23
Tikken........................................................ 14
Touch-acties............................................ 151
Touch AF................................................. 122
Touch Shutter.................................... 66, 128
Transportmodus ...................................... 114
Tv-weergave............................................ 175
V
Vergrote weergave.................................. 141
Verhouding................................................ 77
Voeding J batterij, voedingsadapterset
Voedingsadapterset ................ 173, 179, 180
IXUS 510 HS
Vuurwerk (opnamemodus)........................ 87
W
Weinig licht (opnamemodus)..................... 87
Wereldklok............................................... 166
Wissen..................................................... 146
Witbalans (kleur) .....................................112
Witbalans voor meerdere gebieden ..........79
Z
Zelfontspanner ..........................................64
2 seconden-zelfontspanner ................ 65
De zelfontspanner aanpassen............ 65
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus) ...............................100
Knipoogdetectie (opnamemodus)....... 99
Zoomen ......................................... 27, 57, 63
Zwart-witfoto’s ......................................... 113
221
Informatie over handelsmerken
Het microSDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Dit apparaat gebruikt exFAT-technologie die in licentie is gegeven door
Microsoft.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface
zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
HDMI Licensing LLC.
Het iFrame-logo en het iFrame-symbool zijn handelsmerken van
Apple Inc.
Over MPEG-4-licenties
This product is licensed under AT&T patents for the MPEG-4 standard and
may be used for encoding MPEG-4 compliant video and/or decoding
MPEG-4 compliant video that was encoded only (1) for a personal and
non-commercial purpose or (2) by a video provider licensed under the AT&T
patents to provide MPEG-4 compliant video.
No license is granted or implied for any other use for MPEG-4 standard.
* Kennisgeving in Engels weergegeven, zoals vereist.
VOORZICHTIG
ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJEN WORDEN VERVANGEN DOOR
EEN ONJUIST TYPE. HOUD U BIJ HET WEGGOOIEN VAN GEBRUIKTE
BATTERIJEN AAN DE LOKALE VOORSCHRIFTEN HIERVOOR.
CEL-SS6GA281 © CANON INC. 2012
Disclaimer
Geen enkel gedeelte van deze gebruikershandleiding mag worden
gereproduceerd, overgedragen of in een opslagsysteem worden
bewaard zonder toestemming van Canon.
Canon behoudt zich het recht voor de inhoud van deze handleiding te
allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen
enigszins afwijken van het werkelijke apparaat.
Ongeacht de bovenstaande mededelingen is Canon niet aansprakelijk
voor schade die voortvloeit uit het verkeerde gebruik van de producten.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222

Canon IXUS 240 HS Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor