Alpha innotec WTK de handleiding

Type
de handleiding
Technische wijzigingen voorbehouden.
83018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding
Installatie- en gebruikershandleiding
NL
WTK 1
WTK 2
WTK 3
WTK 4
WTK 5
WTK 6
Passieve koelpakketten
voor brine/water-warmtepompen
Professional
2 83018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden.
A.u.b. eerst lezen
Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik van
het apparaat. Ze is onderdeel van het product en dient in de directe om-
geving van het apparaat te worden bewaard. Ze moet beschikbaar blij-
ven zolang het apparaat wordt gebruikt. Geef de installatie- en gebrui-
kershandleiding aan eventuele volgende gebruikers van het apparaat
door.
Behalve deze installatie- en gebruikershandleiding moet u ook de
gebruiksaanwijzing van de verwarmings- en warmtepompregelaar
en de gebruiksaanwijzing van uw warmtepomp hebben.
Lees de handleiding, voor u werkzaamheden aan en met het apparaat
begint. Vooral het hoofdstuk ‘Veiligheid. Volg alle aanwijzingen volledig
en onverkort op.
Het kan gebeuren dat deze handleiding beschrijvingen bevat die ondui-
delijk of onbegrijpelijk lijken. Bij vragen of onduidelijkheden a.u.b. altijd
de klantenservice of de servicepartner van de fabrikant raadplegen.
Omdat deze installatie- en gebruikershandleiding voor meerdere mo-
dellen is geschreven, dient u erop te letten dat u de parameters van het
juiste model volgt.
Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor personen die met of aan
het apparaat werken. Ga er vertrouwelijk mee om. De inhoud is door de
auteurswet beschermd. Deze mag geheel noch gedeeltelijk en in geen
enkele vorm worden gereproduceerd, overgedragen, gekopieerd, in
elektronische systemen worden opgeslagen of in een andere taal wor-
den vertaald, zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Inhoudsopgave
INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS EN GEKWALIFICEERD
VAKPERSONEEL
A.U.B. EERST LEZEN ....................................................................................................2
PICTOGRAMMEN ......................................................................................................... 3
INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS EN GEKWALIFICEERD
VAKPERSONEEL
DOELMATIG GEBRUIK................................................................................................3
WERKWIJZE ....................................................................................................................3
UITSLUITING AANSPRAKELIJKHEID ....................................................................3
VEILIGHEID .....................................................................................................................3
KLANTENSERVICE .......................................................................................................4
GARANTIE/VRIJWARING ..........................................................................................4
VERWIJDERING ............................................................................................................. 4
AANWIJZINGEN VOOR GEKWALIFICEERD VAKPERSONEEL
LEVERINGSOMVANG ..................................................................................................4
PLAATSEN EN INSTALLEREN ................................................................................... 4
Montage warmtewisselaar ...............................................................................4
Aansluiting op het leidingnet ....................................................................5
Montage 3 wegensklep ................................................................................... 5
Montage klepaandrijving ..................................................................................5
Werkwijze klepaandrijving .........................................................................5
Elektrische aansluiting klepaandrijving .................................................5
Schakelaarcodering ....................................................................................... 6
INBEDRIJFSTELLING ................................................................................................... 6
Ledindicatie klepaandrijving ...........................................................................7
REINIGING ......................................................................................................................7
TECHNISCHE GEGEVENS ..........................................................................................7
Warmtewisselaar...................................................................................................7
Corrosiebestendigheid ................................................................................7
3 wegensklep ......................................................................................................8
Doorstroomdiagram ..................................................................................... 8
Karakteristiek met klepaandrijving .........................................................9
Maatschets 3 wegensklep WTK 1 ..........................................................9
Maatschets 3 wegensklep WTK 2 – WTK 6 .........................................9
Klepaandrijving ..................................................................................................... 9
Maatschets klepaandrijving ....................................................................... 9
Schakelaarcodering .....................................................................................10
Sensor .....................................................................................................................11
Karakteristiek sensor ................................................................................... 11
DRUKVERLIESCURVEN ............................................................................................11
Warmtebron verwarmingsbedrijf ................................................................11
Warmtebron koelbedrijf ..................................................................................11
Verwarmingscircuit ............................................................................................11
HYDRAULISCHE INTEGRATIE ................................................................................ 12
Koeling van een regelcircuit...........................................................................12
Koeling van meerdere regelcircuits ............................................................12
AANSLUITSCHEMA’S ................................................................................................ 13
Koelpakket ............................................................................................................13
383018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden
Doelmatig gebruik
Gebruik het passieve koelpakket uitsluitend in overeenstemming met
het beoogde gebruik.
Dit wil zeggen:
- voor passieve koeling in combinatie met brine/water-warmtepom-
pen Professional.
Het apparaat mag alleen in overeenstemming met de technische para-
meters worden gebruikt.
Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsomvang’ en type-
plaatje van de platenwarmtewisselaar.
ATTENTION
Het passieve koelpakket niet gebruiken met grondwater of andere
soorten water waarvan het gebruik niet uitdrukkelijk door de fabri-
kant werd goedgekeurd.
Werkwijze
De koelfunctie werkt volgens het principe van de passieve koeling. Hier-
bij wordt een beschikbaar laag temperatuurniveau gemengd tot een
temperatuur boven het dauwpunt en met behulp van een warmtewisse-
laar op het verwarmingsmedium overgedragen. De warmtepomp blijft
tijdens de koeling uitgeschakeld; alleen de circulatiepompen van het
verwarmingscircuit en de warmtebron blijven lopen.
Het koelvermogen is afhankelijk van de warmtebrontemperatuur, die
naargelang het seizoen kan schommelen. Als bijvoorbeeld de bodem te-
gen het einde van de zomer meer warmte heeft opgeslagen, neemt het
koelvermogen van een brine/water-warmtepomp af.
Maar het vermogen van de passieve koeling is uiteraard niet te vergelij-
ken met dat van een airconditioning.
OPMERKING
Het gebruik van de passieve koelfunctie veronderstelt grote ver-
warmingsoppervlakken (vloer-, wandverwarming).
Uitsluiting aansprakelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door incorrect gebruik
wordt veroorzaakt.
Bovendien vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant:
indien werkzaamheden aan het apparaat en zijn componenten zijn
uitgevoerd die niet conform deze handleiding zijn;
indien werkzaamheden aan het apparaat en zijn componenten
onvakkundig zijn uitgevoerd;
indien er werkzaamheden aan het apparaat zijn uitgevoerd die niet
in deze handleiding beschreven zijn en waarvoor de fabrikant geen
uitdrukkelijke schriftelijke toestemming heeft gegeven;
indien het apparaat of componenten ervan zonder uitdrukkelijke,
schriftelijke toestemming van de fabrikant gewijzigd, om- of uitge-
bouwd zijn.
Veiligheid
Het apparaat is gebruiksveilig, indien gebruikt voor het bestemde doel.
Het apparaat is ontworpen en gebouwd volgens de huidige stand van
de techniek en alle toepasselijke DIN/VDE-voorschriften en veiligheids-
voorschriften.
Iedereen die aan dit apparaat werkt, moet de installatie- en gebruikers-
handleiding hebben gelezen en begrepen, alvorens met de werkzaam-
heden mag worden begonnen. Dit geldt ook voor personen die al met
een dergelijk apparaat hebben gewerkt of door de fabrikant zijn opge-
leid.
Pictogrammen
In de handleiding wordt gebruik gemaakt van pictogrammen. De bete-
kenis is als volgt:
Informatie voor gebruikers.
Informatie of aanwijzingen voor gekwaliceerd vakpersoneel.
GEVAAR!
Dit duidt op levensgevaar door elektrische stroom!
GEVAAR!
Dit duidt op acuut gevaar dat tot zwaar letsel of zelfs de dood kan leiden.
WAARSCHUWING!
Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot zwaar letsel of zelfs de dood kan
leiden.
LET OP!
Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot middelzwaar of lichter letsel kan
leiden.
ATTENTION
Dit duidt op mogelijk gevaar dat materiële schade kan veroorzaken.
OPMERKING
Gemarkeerde informatie.
Verwijzing naar andere passages van de installatie- en
gebruikershandleiding.
Verwijzing naar andere documentatie van de fabrikant.
4 83018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische werkzaamheden mogen uitsluitend door gekwali-
ceerde elektromonteurs worden uitgevoerd.
Alvorens met elektrische aansluitwerkzaamheden wordt begon-
nen, moet de installatie spanningsvrij worden geschakeld en tegen
inschakeling worden beveiligd!
GEVAAR!
Alleen gekwaliceerd vakpersoneel (verwarmings-, koelinstallatie-,
koelmiddel- en elektromonteurs) mag aan dit apparaat en de com-
ponenten ervan werken.
WAARSCHUWING!
Draag geschikte veiligheidskleding.
Bij gevaarlijke doorstroommedia bestaat kans op aantasting, ver-
branding of vergiftiging.
WAARSCHUWING!
Neem de veiligheidsstickers aan en in het apparaat in acht.
Klantenservice
Voor technische informatie kunt u terecht bij uw installateur of bij de lo-
kale partner van de fabrikant.
Overzicht ‘Klantenservice’ in de handleiding van de warmte-
pomp.
Garantie/vrijwaring
De vrijwarings- en garantiebepalingen kunt u in de aankoopdocumen-
ten terugvinden.
OPMERKING
Voor alle vrijwarings- en garantieaangelegenheden dient u contact
op te nemen met uw dealer.
Verwijdering
Als het apparaat wordt afgedankt, dient u zich te houden aan de lokaal
geldende wetten, richtlijnen en normen voor de terugwinning, recycling
en afvalverwijdering.
Leveringsomvang
Kopergesoldeerde platenwarmtewisselaar (zonder isolatie), 3 wegens-
klep, klepaandrijving, op de verwarmings- en warmtepompregelaar af-
gestemde externe sensor voor warmtapwaterbuervat of verwarmings-
retour bij gebruik van scheidingsbuervaten.
Controleer de geleverde delen visueel op zichtbare beschadiging.
Controleer of de levering volledig is.
Indien er iets niet in orde is, meteen reclameren.
Transport- en verpakkingsmateriaal dient volgens de voorschriften te
worden verwijderd op ecologisch verantwoorde wijze.
Plaatsen en installeren
OPMERKING
Neem altijd de lokaal geldende voorschriften voor ongevallenpre-
ventie, de wettelijke voorschriften, verordeningen en richtlijnen in
acht.
OPMERKING
Monteer de componenten van het koelpakket zo, dat er voldoende
ruimte voor onderhoudswerkzaamheden beschikbaar blijft.
MONTAGE WARMTEWISSELAAR
De warmtewisselaar altijd verticaal en op een console (niet door ons
geleverd) monteren. Een bevestiging alleen aan de aansluitingen
volstaat niet.
Verticale inbouwpositie
ATTENTION
De warmtewisselaar nooit met de aansluitingen naar beneden monteren.
583018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden
AANSLUITING OP HET LEIDINGNET
Verontreinigingen en afzettingen die uit het leidingnet in de warmtewis-
selaar terechtkomen, kunnen in de warmtewisselaar tot corrosie leiden
(bij sommige toepassingen ook tot bevriezing van de warmtewisselaar).
Daarom dienen, alvorens de warmtewisselaar op het leidingnet wordt
aangesloten, de leidingen grondig te worden gespoeld.
Om te verhinderen dat verontreinigingen in de warmtewisselaar kunnen
geraken, dient een vuillter aan de aansluitingen van de warmtewisselaar
te worden geïnstalleerd.
Installeer buisleidingen zo, dat de warmtewisselaar niet wordt blootge-
steld aan belasting door trillingen, spanningen, stoten of pulsaties.
Sluit buisleidingen op de warmtewisselaar aan via de draadaansluitin-
gen van de warmtewisselaar.
OPMERKING
Sluit de warmtewisselaar zo op het leidingnet aan, dat het primaire
en secundaire medium in tegengestelde stroomrichting door de
warmtewisselaar stromen.
1 Ingang warmtebron (primaire zijde)
2 Uitgang warmtebron (primaire zijde)
3 Ingang secundaire zijde
4 Uitgang secundaire zijde
5 Gekleurde stip ter markering van de warmtebronzijde
Hydraulische integratie, pagina 12
MONTAGE 3 WEGFLENSKLEP
De 3 wegensklep monteren zoals getoond in de schema’s voor de
hydraulische integratie.
Hydraulische integratie, pagina 12
ATTENTION
De op de klep gemarkeerde stroomrichting in acht nemen.
OPMERKING
De 3 wegensklep zo monteren, dat de klepaandrijving bovenop
of aan de zijkant kan worden aangebracht. Een montage van de
klepaandrijving aan de onderzijde (hangend) is niet toegestaan.
De 3 wegensklep kan met de elektrische klepaandrijving in elke wil-
lekeurige tussenstand worden gezet. Bij een uitgeschoven klepstang
wordt de nominale belasting van de klep gesloten.
MONTAGE KLEPAANDRIJVING
De klepaandrijving op de 3 wegensklep steken. De klepstang wordt au-
tomatisch vast met de aandrijfstang verbonden.
Met een moer of schroeven bevestigen.
ATTENTION
Zorg ervoor dat de kegel op de zitting niet gedraaid en het af-
dichtvlak niet beschadigd wordt.
ATTENTION
De klepaandrijving niet verticaal hangend (aan de onderzijde) op
de 3wegensklep monteren.
ATTENTION
Zorg ervoor dat er geen condensaat of druipwater in de aandrij-
ving kan binnendringen.
Bij montage in de openlucht moet het apparaat tegen weersinvloe-
den worden beschermd.
WERKWIJZE KLEPAANDRIJVING
Naargelang het type aansluiting kan de aandrijving als continue (0 - 10
V en/of 4 - 20 mA), als 2 standen- (OPEN/GESLOTEN) of als 3 standenaan-
drijving (OPEN/STOP/GESLOTEN) worden gebruikt.
De looptijd van de aandrijving kan met de schakelaars S1 en S2 volgens
de behoefte worden ingesteld. Met de schakelaars S3 en S4 wordt de
karakteristiek (procentueel gelijk, lineair of kwadratisch) gecongureerd.
Met de externe handkruk kan de positie handmatig worden ingesteld.
Bij het uitklappen van de handkruk wordt de motor uitgeschakeld. Na
het terugklappen van de handkruk wordt de ingestelde stand weer
ingenomen (zonder initialisatie). Wordt de handkruk uitgeklapt, dan
blijft de aandrijving in deze stand staan.
ELEKTRISCHE AANSLUITING KLEPAANDRIJVING
In de behuizing bevinden zich drie uitbreekbare kabeldoorvoeren,
die bij het inschroeven van de kabeldoorvoer automatisch worden
uitgebroken. Het concept stappenmotor-elektronica garandeert de
parallel werking van meerdere klepaandrijvingen van hetzelfde type.
De diameter van de aansluitkabel dient afhankelijk van de leiding-
lengte en het aantal aandrijvingen te worden gekozen (bij vijf parallel
geschakelde aandrijvingen en een leidinglengte van 50 m adviseren
wij een kabeldiameter van 1,5 mm
2
(opgenomen vermogen van de
aandrijving x 5).
De aandrijving kan maximaal worden uitgerust met een 230V-module,
een extra accessoire (hulpcontact of potentiometer) en de splitrange-
eenheid.
6 83018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden.
AANSLUITING OP EEN STUURSPANNING 0  10 V EN/OF 4  20MA
De ingebouwde positieregelaar regelt de aandrijving in afhankelijkheid
van het instelsignaal y van de regelaar. Als stuursignal dient een span-
ningssignaal (0 - 10 V–) aan klem 3u of een stroomsignaal aan klem 3i. Is
aan beide klemmen (3u (0 - 10 V) en 3i (4 - 20 mA)) tegelijk een stuursig-
naal actief, dan heeft de ingang met de hoogste waarde prioriteit.
Bij een stijgend instelsignaal schuift de koppelstang uit en gaat de klep
open (nominale belasting).
Werkingsrichting 2 (netspanning op interne aansluiting 2b):
Bij een stijgend instelsignaal schuift de koppelstang in en sluit de klep
(nominale belasting). Het beginpunt en het regelbereik zijn vast inge-
steld. Om deelbereiken (en alleen voor spanningsingang 3u) in te stellen,
is een splitrange-eenheid als toebehoren verkrijgbaar (zie werking split-
range-eenheid), die voor inbouw in de aandrijving bedoeld is.
Na het inschakelen van de voedingsspanning en na de initialisatie voert
de aandrijving, afhankelijk van het stuursignaal, elke klepslag tussen 0%
en 100% uit. Dankzij de elektronica en het wegmeetsysteem gaat geen
enkele slag verloren en heeft de aandrijving geen regelmatige na-initi-
alisatie nodig. Bij het bereiken van een eindpositie wordt deze positie
gecontroleerd en indien nodig gecorrigeerd en opnieuw opgeslagen.
De parallelwerking van meerdere aandrijvingen van hetzelfde SUT-type
is op die manier gegarandeerd. Het terugmeldingssignaal y0 = 0 - 10 V
komt overeen met de eectieve klepslag van 0 tot 100%.
Wordt in de werkingsrichting 1 het stuursignaal 0 - 10 V onderbroken,
dan schuift de stang helemaal in en wordt de klep gesloten. Om de klep
te kunnen openen (werkingsrichting 1), moet een spanning van 10V tus-
sen klem 1 en 3u worden aangesloten of dient naar werkingsrichting 2 te
worden omgeschakeld.
Met de codeerschakelaar kan de karakteristiek van de klep worden inge-
steld. Een procentueel gelijke en kwadratische karakteristiek is alleen
mogelijk, als de aandrijving als continue aandrijving wordt gebruikt. Met
andere schakelaars kunnen de looptijden worden gekozen (mogelijk bij
2 standen-, 3 standen- of continue functie).
AANSLUITING ALS 2 STANDENKLEPAANDRIJVING 24 V
Deze aansturing (OPEN/GESLOTEN) kan met twee draden gebeuren. De
spanning op de klemmen 1 en 2a aanleggen. Door klem 2b onder span-
ning (24 V) te zetten, schuift de koppelstang uit en gaat de klep open. Na
uitschakeling van deze spanning beweegt de aandrijving naar de tegen-
overliggende eindpositie en sluit de klep. In de eindposities (klepaanslag
of bereiken van de maximale slag) of bij overbelasting reageert de elek-
tronische motoruitschakeling (geen eindschakelaars).
Met de codeerschakelaar de looptijden instellen. De karakteristiek kan
hierbij niet worden gekozen (resulterend is de karakteristiek van de
klep). De klemmen 3i, 3u en 44 mogen niet aangesloten zijn.
AANSLUITING ALS 3 STANDENKLEPAANDRIJVING 24 V
Door klem 2a (resp. 2b) onder spanning te zetten, kan de klep in elke wil-
lekeurige stand worden gezet. Wordt spanning op klem 1 en 2b gezet,
dan schuift de koppelstang uit en gaat de klep open. De stang schuift
in en sluit de klep, als de stroomkring via klem 1 en 2a wordt gesloten.
In de eindposities (klepaanslag of bereiken van de maximale slag) of bij
overbelasting reageert de elektronische motoruitschakeling (geen eind-
schakelaars). Door de aansluitingen te verwisselen, kan de slagrichting
worden omgedraaid.
Met de codeerschakelaar de looptijden instellen. De karakteristiek kan
hierbij niet worden gekozen (resulterend is de karakteristiek van de
klep). De klemmen 3i, 3u en 44 mogen niet aangesloten zijn.
SPLITRANGEEENHEID ALS TOEBEHOREN TE KOOP
De splitrange-eenheid kan in de aandrijving ingebouwd of extern in een
elektrische verdeeldoos ondergebracht worden. Het beginpunt Uo en
het regelbereik U kunnen via potentiometers worden ingesteld. Op die
manier kunnen met het stuursignaal van de regelaar meerdere regeltoe-
stellen in een sequentie of cascade worden aangestuurd. Het ingangs-
signaal (deelbereik) wordt in een uitgangssignaal van 0 - 10 V omgezet.
SCHAKELAARCODERING
Verwijzing naar andere passages van de installa-
tie- en gebruikershandleiding.
Inbedrijfstelling
Controleer of de bedrijfsgegevens die op het typeplaatje van de
warmtewisselaar vermeld staan, niet overschreden worden.
Controleer of de schroefverbindingen correct zijn aangedraaid.
De kleppen in de aanvoer en retour zo gelijktijdig mogelijk langzaam
openen, tot de bedrijfstemperatuur is bereikt.
ATTENTION
De pompen die de warmtewisselaar voeden, moeten voorzien zijn
van afsluiters. Pompen of installaties die een hogere bedrijfsdruk
genereren dan voor de warmtewisselaar is aangegeven, moeten
met veiligheidskleppen worden uitgerust.
De pompen mogen geen lucht aanzuigen, om te voorkomen dat waters-
lagen tot bedrijfsstoringen leiden. Om drukstoten te voorkomen,
moeten de pompen tegen gesloten kleppen werken.
De warmtewisselaar tijdens het vullen ontluchten via de in het lei-
dingnet beschikbare ontluchtingskleppen.
ATTENTION
Drukstoten vermijden.
OPMERKING
Onvoldoende ontluchte warmtewisselaars leveren niet de volle ca-
paciteit. De resterende lucht verhoogt de kans op corrosie.
De primaire en secundaire zijde langzaam en tegelijkertijd sluiten. Is
dit niet mogelijk, dan eerst de warme zijde sluiten.
Na de inbedrijfstelling controleren of er geen drukpulsaties op het appa-
raat inwerken. Als de warmtewisselaar tussen een regelklep en een die-
rentiaaldrukregelaar is ingebouwd, dient te worden verzekerd dat zich
bij een gelijktijdig sluiten van beide regelinrichtingen geen onderdruk
kan vormen en dat zo stoomstoten worden vermeden.
De functionaliteit van de regelinrichtingen controleren. Algemeen erop
letten dat er geen bedrijfstoestanden kunnen ontstaan die in strijd zijn
met deze handleiding.
ATTENTION
Stoomstoten, druk- en temperatuurpulsaties kunnen tot lekkage in
de warmteoverbrenger leiden.
Voor voldoende potentiaalvereening zorgen, om de corrosie-
bescherming niet in gevaar te brengen.
783018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden
LEDINDICATIE KLEPAANDRIJVING
Beide leds knipperen rood initialisatie
Bovenste led brandt rood bovenste aanslag of positie ‘GESLOTEN’ bereikt
Onderste led brandt rood onderste aanslag of positie ‘OPEN’ bereikt
Bovenste led knippert groen aandrijving loopt, stuurt tegen positie ‘GESLOTEN’
Bovenste led brandt groen aandrijving staat stil, laatste looprichting ‘GESLOTEN
Onderste led knippert groen aandrijving loopt, stuurt tegen positie ‘OPEN’
Onderste led brandt groen aandrijving staat stil, laatste looprichting ‘OPEN’
Beide leds branden groen wachttijd na het inschakelen of na de noodstand
Er brandt geen led geen spanning (klem 2a of 2b)
Beide leds knipperen
rood en groen
aandrijving bevindt zich in handmatig bedrijf
Reiniging
Als op basis van de waterkwaliteit (bijvoorbeeld hoge hardheidsgraad
of sterke verontreiniging) de vorming van aanslag te verwachte is, dan
dient de warmtewisselaar regelmatig te worden gereinigd door spoe-
ling.
Spoel de warmtewisselaar met een geschikte reinigingsoplossing tegen
de normale stromingsrichting in.
ATTENTION
Chemicaliën die voor de reiniging worden gebruikt, mogen roest-
vrij staal, koper of nikkel niet aantasten, omdat dergelijke chemica-
liën de warmtewisselaar zouden vernielen.
Bij langere stilstand van de installatie moet de warmtewisselaar volledig
worden geleegd en gereinigd.
Technische gegevens
WARMTEWISSELAAR
Type Technische gegevens
1)
WTK 1
Kopergesoldeerde platenwarmtewisselaar
(roestvrij staal 1.4404) voor brine/water-warmtepompen (27kW H en 33kWH)
Afmetingen (H x B x D) in mm: 271 x 532 x 84
Leeggewicht: 26 kg, aansluitingen: G 2"
Koelvermogen (rekenkundig): ca. 30 kW
2)
WTK 2
Kopergesoldeerde platenwarmtewisselaar
(roestvrij staal 1.4404) voor brine/water-warmtepompen (43kW, 41kW H,
50kW H, 54kW en 70kW H)
Afmetingen (H x B x D) in mm: 271 x 532 x 131
Leeggewicht: 37 kg, aansluitingen: G 2½"
Koelvermogen (rekenkundig): ca. 70 kW
2)
WTK 3
Kopergesoldeerde platenwarmtewisselaar
(roestvrij staal 1.4404) voor brine/water-warmtepompen (67kW, 82kW H,
85kW H, 100kW H, 110 kW en 125kW)
Afmetingen (H x B x D) in mm: 271 x 532 x 201
Leeggewicht: 53 kg, aansluitingen: G 2½"
Koelvermogen (rekenkundig): ca. 125 kW
2)
WTK 4
Kopergesoldeerde platenwarmtewisselaar
(roestvrij staal 1.4404) voor brine/water-warmtepompen (160kW)
Afmetingen (H x B x D) in mm: 271 x 532 x 272
Leeggewicht: 69 kg, aansluitingen: G 2½"
Koelvermogen (rekenkundig): ca. 163 kW
2)
WTK 5
Kopergesoldeerde platenwarmtewisselaar
(roestvrij staal 1.4404) voor twee brine/water-warmtepompen (125kW)
Afmetingen (H x B x D) in mm: 386 x 1030 x 471
Leeggewicht: 250 kg, ensaansluitingen: DN 100
Koelvermogen (rekenkundig): ca. 125 kW
2)
WTK 6
Kopergesoldeerde platenwarmtewisselaar
(roestvrij staal 1.4404) voor twee brine/water-warmtepompen (160kW)
Afmetingen (H x B x D) in mm: 386 x 1030 x 542
Leeggewicht: 290 kg, ensaansluitingen: DN 100
Koelvermogen (rekenkundig): ca. 125 kW
2)
1)
Zie ook typeplaatje aan de warmtewisselaar
2)
Koelvermogen bij warmtebrontemperatuur
(primair circuit) van 10°C/ T 3-4 K en temperatuur in secundair circuit van 25 °C / T 5 K
CORROSIEBESTENDIGHEID
ATTENTION
Rekening houden met het corrosiegedrag van de materiaalbe-
standdelen van de warmtewisselaar (roestvrij staal, soldeer, koper).
Waterbestanddeel Eenheid Richtwaarde
pH-waarde
7 - 9
(met inachtneming van de
verzadigingsindex)
Verzadigingsindex (∆pH-waarde) -0,2 < 0 < +0,2
Totale hardheid ° dH 6 - 15
Geleidingsvermogen µS/cm 10 … 500
Uitlterbare stoen mg/l < 30
Chloride mg/l
temperatuurafhankelijk, zie tabel
(boven de 100°C is geen chloride
toegestaan)
Vrije chloor mg/l < 0,5
Zwavelwaterstof (H
2
S) mg/l < 0,05
Ammoniak (NH
3
/ NH
4
+
) mg/l < 2
Sulfaat mg/l < 100
Hydrogeencarbonaat mg/l < 300
Hydrogeencarbonaat/sulfaat mg/l > 0,1
De vermelde waarden zijn richtwaarden, die onder bepaalde bedrijfsomstandigheden kunnen
afwijken.
8 83018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden.
Waterbestanddeel Eenheid Richtwaarde
Sulde mg/l < 1
Nitraat mg/l < 100
Nitriet mg/l < 0,1
Los ijzer mg/l < 0,2
Mangaan mg/l < 0,1
Vrij agressief koolzuur mg/l < 20
De vermelde waarden zijn richtwaarden, die onder bepaalde bedrijfsomstandigheden kunnen
afwijken.
TOELAATBAAR CHLORIDEGEHALTE IN AFHANKELIJKHEID VAN DE TEM
PERATUUR
1
1 0
100
1000
10000
0015705520
°C
mg/kg
3 WEGFLENSKLEP
Type Nominale wijdte Aansluiting Kvs-waarde Gewicht
WTK 1 DN 50 PN 16/10 28 m³/h 10,9 kg
WTK 2 DN 65 PN 16/10 63 m³/h 19 kg
WTK 3 DN 80 PN 16/10 100 m³/h 24 kg
WTK 4/5 DN 100 PN 16/10 160 m³/h 34 kg
WTK 6 DN 125 PN 16/10 220 m³/h 52 kg
Bedrijfstemperatuur -10°C – 150°C
1)
Bedrijfsdruk tot 120°C 16
tot 130 °C 13
tot 150 °C 10
Klepkarakteristiek nominale belasting proventueel gelijk
bijmengbelasting lineair
Regelverhouding van de klep > 50:1
Pakkingbus 2 O-ringen van EPDM
Lekpercentage nominale belasting ≤ 0,05% van de Kvs-waarde
bijmengbelasting ≤ 1% van de Kvs-waarde
1)
≤ 0°C pakkingbusverwarming gebruiken. ≥ 100°C temperatuuradapter gebruiken.
Type p
max
[bar] │ close/o pressure
Als mengklep Als verdeelklep
WTK 1
WTK 2 3  6,5 1,0  6,9
WTK 3 3  4,4 0,7  4,6
WTK 4 2  2,8 0,5  2,9
WTK 5 1,5 1,8 0,5  1,9
WTK 6 1,5 1,8 0,5  1,9
p
max
= maximaal toelaatbaar drukverschil over de klep waarbij de aandrijving de klep nog veilig
kan openen en sluiten met inachtneming van p
v
close/off pressure= maximaal mogelijk drukverschil over de klep in het regelbedrijf waarbij de
aandrijving de klep nog kan openen en sluiten. Bij dit bedrijf moet met een verminderde levensduur
rekening worden gehouden. Cavitatie, erosie en drukstoten kunnen de klep beschadigen.
De waarden gelden uitsluitend voor de samengebouwde combinatie van op de aandrijving
gemonteerde klep.
Type p
v
(bar)
Als mengklep Als verdeelklep
WTK 1 5 1,5
WTK 2 3 1,0
WTK 3 3 0,75
WTK 4 2 0,5
WTK 5 1,5 0,5
WTK 6 1,5 0,5
∆p
v
= maximaal toelaatbaar drukverschil over de klep bij elke klepstand, begrensd door
geluidsdruk en corrosie
DOORSTROOMDIAGRAM
Durchflussdiagramm
1
1000
V
100
[
m /h]
3
V
100
[l/s]
100
10
280
28
2,8
0.01
1
10
0.1
[bar]
v100
1
10
∆P [kPa]
v100
100
∆P
DN 125 kvs 220
DN 100 kvs 160
DN 65 kvs 63
DN 80 kvs 100
DN 50 kvs 28
--------------- ∆p
v
bei Verwendung als Mischventil
- - - - - ∆p
v
bei Verwendung als Verteilventil
Typ ∆p
v
Verwendung als Mischventil Verwendung als Verteilventil
BQE065F300 1,0 1,0
BQE080F300 0,8 0,75
BQE100F300 0,6 0,5
BQE125F300 0,6 0,5
BQE150F300 0,6 0,5
Zusätzliche Angaben zur Ausführung
Ventilgehäuse aus Grauguss nach EN 1561, Kurzzeichen EN-GJL-250, Werkstoffnummer EN-JL
1040 mit glatten, gebohrten Flanschen nach EN 1092-2, Form-B-Dichtleiste.
Ventilgehäuse geschützt durch eine matte Farbe nach RAL 9005 tiefschwarz.
Einbau in die Rohrleitung mit Vorschweissflanschen nach EN 1092-1.
Ventilbaulänge nach EN 558-1, Grundreihe 1.
Flachdichtung am Ventilgehäuse aus asbestfreiem Material.
Werkstoffnummern nach DIN
DIN-Werkstoffe DIN-Bezeichnung
Ventilgehäuse EN-JL 1040 EN-GJL-250 (GG25)
Ventilsitz Regelast EN-JL 1040 EN-GJL-250
Ventilsitz Beimischast 1.4021 X20Cr13
Spindel 1.4021 X20Cr13
Kegel 1.4021 X20Cr13
Stopfbüchse 1.4104 X12CrMoS-17
Produktdatenblatt 56.118
Änderungen vorbehalten © 2016 Fr. Sauter AG
4.1 5/8
p
v
tegen de druk
p
v
met de druk
983018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden
KARAKTERISTIEK MET KLEPAANDRIJVING
100 %
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 %
H
k
VS
lin
=%
H = slaglengte
lin = lineair
x² = kwadratisch
=% = procentueel
gelijk
MAATSCHETS 3 WEGFLENSKLEP WTK 1
L
A
27
c
H
DN
Øk
d
b
M10437c
VUE, BUE
015
020
025
032
040
050
DN
15
20
25
32
40
50
A
70
75
80
95
100
115
c
41,5
48
54,5
60,5
70,5
71
L
130
150
160
180
200
230
H
8
8
8
8
8
8
k
65
75
85
100
110
125
d
14 x 4
14 x 4
14 x 4
19 x 4
19 x 4
19 x 4
b
14
16
16
18
18
20
DN A c L H k d b
WTK 1 50 115 71 200 8 125 19 x 4 20
MAATSCHETS 3 WEGFLENSKLEP WTK 2  WTK 6
Massbild
DN 65…150
Kombinationen
AVM 234 AVF 234
230
> 150
289
60
57
c
230
> 150
289
73
57
c
Produktdatenblatt 56.118
Änderungen vorbehalten © 2016 Fr. Sauter AG
4.1 7/8
DN D
A
D
B
D
AB
A c L H k d b E
WTK 2 65 65 84,5 65 120 102 290 20 145 19 x 4 20 93
WTK 3 80 80 99,6 80 130 112 310 20 160 19 x 8 22 93
WTK 4/5 100 100 121,6 100 150 127 350 40 180 19 x 8 24 113
WTK 6 125 125 146,6 125 200 160 400 40 210 19 x 8 27 113
KLEPAANDRIJVING
Stuursignaal 1 0 - 10 V, R
i
> 100 k
Stuursignaal 2 4 - 20 mA, R
i
= 50 
Positieterugmelding 0 - 10 V, last > 2,5 k
Beginpunt U
0
0 respectievelijk 10 V
Aansluitingsregelbereik ∆U 10 V
Schakelbereik X
sh
300 mV
Voedingsspanning 24 V~ ±20%, 50 - 60 Hz
24 V ±15%
met toebehoren 230 V~ ±15%
Opgenomen vermogen 10 W 18 VA
Slaglengte 8 - 49 mm
Maximale mediumtemperatuur 130 °C
Toelaatbare omgevingstemperatuur -10 °C - 55 (60) °C
Toelaatbare luchtvochtigheid < 95% RV zonder condensatie
Afdichtingsnorm IP 66 volgens EN 60529
Beschermklasse III volgens IEC 60730
Reactietijd bij 3 standen 200 ms
Montagepositie verticaal staand tot horizontaal
Looptijd Slaglengte Schuifkracht Spanning Gewicht
2 / 4 / 6 mm 0 - 40 mm 2500 N 24 V~ 4,1 kg
MAATSCHETS KLEPAANDRIJVING
Massbild
DN 65…150
Kombinationen
AVM 234 AVF 234
230
> 150
289
60
57
c
Produktdatenblatt 56.118
Änderungen vorbehalten © 2016 Fr. Sauter AG
4.1 7/8
c
WTK 2 102
WTK 3 102
WTK 4/5 127
WTK 6 160
10 83018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden.
SCHAKELAARCODERING
W = gewenste karakteristiek
A = schakelaarcodering
B = klepkarakteristiek
C = aandrijvingskarakteristiek
D = eectief aan de klep
=% = procentueel gelijk
x² = kwadratisch
lin = lineair
V =
H = slaglengte
S = signaal
= fabrieksinstelling
L/mm = looptijd per mm
A = schakelaarcodering
L = looptijd
H = slaglengte
= fabrieksinstelling
1183018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden
SENSOR
NTC-aanlegsensor
Diameter 6,0 mm
(dompelhuls met 8 mm diameter benodigd)
Aansluitleiding 2 m
KARAKTERISTIEK SENSOR
T/°C R/k
-20 16,538
-15 12,838
-10 10,051
-5 7,931
+/- 0 6,306
+5 5,040
+10 4,056
+15 3,283
+20 2,674
+25 2,200
+30 1,825
+35 1,510
+40 1,256
+45 1,056
+50 0,891
+55 0,751
+60 0,636
+65 0,534
Drukverliescurven
WARMTEBRON VERWARMINGSBEDRIJF
Bezeichnung: Druckverluste
Seite: 1/3 WTK 1 - 6
Zeichnungsnummer:
Datei:
- / PEP004-2007 / Neumann / 25.02.08
Änd./ ÄM / Ersteller / Datum
812164 - Druckverluste WTK 1-6
812164
0,00
0,05
0,10
0,15
0,20
0,25
0,30
0,35
0,40
0 10 20 30 40 50 60 70
“ (m³/h)
WTK1 WKT2 WTK3 WTK4 + 5 WTK6
p
(ba
r
)
“ = Wärmequellenvolumenstrom Heizbetrieb
∆p = Druckverlust
Volumestroom warmtebron verwarmingsbedrijf
∆p Drukverlies
WARMTEBRON KOELBEDRIJF
Bezeichnung: Druckverluste
Seite: 2/3 WTK 1 - 6
Zeichnungsnummer:
Datei:
Änd./ ÄM / Ersteller / Datum
- / PEP004-2007 / Neumann / 25.02.08
812164
812164 - Druckverluste WTK 1-6
0,00
0,05
0,10
0,15
0,20
0,25
0,30
0,35
0,40
0 10 20 30 40 50 60 70
WTK1 WKT2 WTK3 WTK4 WTK5 WTK6
p
(
bar
)
“ (m³/h)
“ = Wärmequellenvolumenstrom Kühlbetrieb
∆p = Druckverlust
Volumestroom warmtebron koelbedrijf
∆p Drukverlies
VERWARMINGSCIRCUIT
Bezeichnung: Druckverluste
Seite: 3/3 WTK 1 - 6
Zeichnungsnummer:
Datei:
- / PEP004-2007 / Neumann / 25.02.08
812164 - Druckverluste WTK 1-6
812164
Änd./ ÄM / Ersteller / Datum
0,00
0,05
0,10
0,15
0,20
0,25
0,30
0,35
0,40
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60
WTK1 WKT2 WTK3 WTK4 WTK5 WTK6
p
(
bar
)
“ (m³/h)
“ = Volumenstrom Heizkreis
∆p = Druckverlust
Volumestroom verwarmingscircuit
∆p Drukverlies
12 83018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden.
Hydraulische integratie koelpakketKoeling van een regelcircuit
Hydraulische integratie koelpakketKoeling van meerdere regelcircuits
WT
M
51
M
ESA / BA
GS (+ 5°C)
M
F
M
23
M
BOSUP
MK2 + 44
FP2 + 60
1
K
Bei Kühlung von einem Regelkreis
kann das Drei Wegeventil als
Regelventil angeschlossen werden
WT
M
51
M
M
F
FBH
M
ZUP
M
BOSUP
1
M
FP2 + 60
M
M
Bei Kühlung von mehreren Regelkreisen
wird das Drei Wegeventil als Umschaltventil angeschlossen
FBH
K
GS (+ 5°C)
ESA / BA
FP2 + 60
K Toebehoren koelpakket:
platenwarmtewisselaar, 3 weg-
klep, aanvoersensor koelcircuit
1 Warmtepomp
23 Voedingskanaal circulatiepomp
51 Scheidingsbuervat
60 Omschakelklep koelbedrijf
BOSUP Waterput/brine-circulatiepomp
ESA/BA Aardwarmtesonde-installatie/
waterputsysteem
FBH Passieve koeling:
koelmantels, verbruikercircuits
met dauwpuntbewaking bij
comfortkoeling (comfortprint-
plaat nodig)
FP Mengcircuit circulatiepomp
GS Vorstbescherming
MK Mengcircuit
WT Warmtewisselaar
OPMERKING
Bij koeling van één regelcircuit kan de
3 wegklep als regelklep worden aan-
gesloten.
WT
M
51
M
ESA / BA
GS (+ 5°C)
M
F
M
23
M
BOSUP
MK2 + 44
FP2 + 60
1
K
Bei Kühlung von einem Regelkreis
kann das Drei Wegeventil als
Regelventil angeschlossen werden
WT
M
51
M
M
F
FBH
M
ZUP
M
BOSUP
1
M
FP2 + 60
M
M
Bei Kühlung von mehreren Regelkreisen
wird das Drei Wegeventil als Umschaltventil angeschlossen
FBH
K
GS (+ 5°C)
ESA / BA
FP2 + 60
K Toebehoren koelpakket:
platenwarmtewisselaar, 3 weg-
klep, aanvoersensor koelcircuit
1 Warmtepomp
23 Voedingskanaal circulatiepomp
51 Scheidingsbuervat
60 Omschakelklep koelbedrijf
BOSUP Waterput/brine-circulatiepomp
ESA/BA Aardwarmtesonde-installatie/
waterputsysteem
FBH Passieve koeling:
koelmantels, verbruikercircuits
met dauwpuntbewaking bij
comfortkoeling (comfortprint-
plaat nodig)
FP Mengcircuit circulatiepomp
GS Vorstbescherming
MK Mengcircuit
WT Warmtewisselaar
OPMERKING
Bij koeling van meerdere regelcircuits
de 3 wegklep als omschakelklep aan-
sluiten.
1383018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden
KoelpakketAansluitschema
MA2
-X6
MZ2
TB2
GND
M
2a
2b
1
21
N
-X10
FP2
-X6
-F1
FP2
TB2
GND
M
2a
2b
1
21
N
-X10
01 02 N
N
02
01
4
-T1
L,N; voeding stuurtransformator dauwpuntbewaking
3 puntsregeling
A2
TPF
2 puntsregeling
-R
MIS
230V~ / 24V~
Aansluitingenlijst in schakelkast warmtepomp; N/PE-verdeling voor externe 230V apparaten
Functie
Regelsensor
3
Laad-/ontlaad-/koelmenger 2
Klemlijsten op comfortprintplaat 2
1~N/230V/50Hz
1
MA2/MZ2
T1
-TPF
Toebehoren: transformator 230V / 24V
Toebehoren: dauwpuntsensor
Koelmenger
Toebehoren: dauwpuntbewaking; bij het aansluiten van de dauwpuntsensor,
1~N/230V/50HZ
Klemmen in schakelkast warmtepomp
-A6
TPW
Comfortprintplaat 2
Legende:
R
-TPF
NL817303c
X6
-A2
10
-TPW
230V~ / 24V~
3
4
-MIS
4
FP2
Voorzekering pomp mengcircuit 2 max. 230V 6,3AA potentiaalvrij contact
9
F1
Pomp mengcircuit 2 potentiaalvrij contact
230V/6,3A
2
-R
2
X10
5
-TPW
9
A6
4
-A6
1
-A2
-MIS
5
Bedrijfsmiddel
10
-T1
1~N/230V/50Hz
16.09.2014
PEP 007/2011
1
Achim Pfleger
b
1/1
Jürgen Eschenbacher 12.08.2010
Aansluitschema koelpakket
817303
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
c ÄM 032/2014
Bl von Anz
Naam
Datum
Toestand
Bladnr.
Bewerking
Datum
Wijziging
14 83018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden.
1583018500cNL – Vertaling van de originele installatie- en gebruikershandleiding – Technische wijzigingen voorbehouden
Vervaardigd door ait-deutschland GmbH
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Alpha innotec WTK de handleiding

Type
de handleiding