Sony TA-VE810G de handleiding

Categorie
Dvd spelers
Type
de handleiding
2
NL
z
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen
of vocht, om gevaar voor brand of
een elektrische schok te voorkomen.
Open nooit de behuizing, om gevaar
voor elektrische schokken te vermijden.
Laat reparaties aan de erkende
vakhandel over.
Deze versterker is uitgerust met
Dolby* Pro Logic Surround
akoestiek.
* Geproduceerd onder licentie van:
Dolby Laboratories Licensing
Corporation.
DOLBY, het dubbele-D symbool a,
AC-3 en PRO LOGIC zijn
handelsmerken van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation.
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in
het apparaat terechtkomen, trek dan
de stekker uit het stopkontakt en laat
het apparaat eerst nakijken door een
deskundige, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
Kontroleer voor het aansluiten van
het apparaat eerst of de
bedrijfspanning ervan wel
overeenkomt met de plaatselijke
netspanning. De bedrijfsspanning
staat aangegeven op het naamplaatje
aan de onderzijde van het apparaat.
Zolang het netsnoer op het
stopkontakt is aangesloten, blijft er
spanning op het apparaat staan, zelfs
nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Trek de stekker van het netsnoer uit
het stopkontakt wanneer u denkt het
apparaat geruime tijd niet te zullen
gebruiken. Om de aansluiting op het
stopkontakt te verbreken, mag u
uitsluitend aan de stekker trekken;
trek nooit aan het snoer.
Indien het netsnoer vervangen moet
worden, mag dit alleen uitgevoerd
worden door een erkend
onderhoudscentrum.
Opstelling
Plaats het apparaat niet in een krappe,
omsloten ruimte, zoals een boekenrek
of inbouwkast.
Zet het apparaat op een goed
geventileerde plaats, met rondom
vrije luchtdoorstroming, om
oververhitting van de inwendige
onderdelen te voorkomen, in het
belang van een langdurige
betrouwbare werking.
Plaats het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron of in direkt
zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met
veel stof, vocht en mechanische
trillingen of schokken.
Zet niets bovenop het apparaat. De
ventilatie-openingen aan de
bovenzijde mogen niet geblokkeerd
worden, in het belang van een juist
funktioneren van het apparaat en een
langere levensduur van de
componenten.
Bediening
Zorg ervoor dat de stekkers van de
netsnoeren van de apparatuur niet in
het stopkontakt zitten, alvorens de
aansluitingen te maken. Sluit de
netsnoeren pas als allerlaatste aan.
Reiniging
Gebruik voor het reinigen van de
ombouw, het voorpaneel en de
bedieningsorganen een zachte doek,
licht bevochtigd met wat milde
vloeibare zeep. Gebruik geen
schuurspons, schuurmiddelen of
vluchtige stoffen zoals spiritus of
benzine.
Mocht u na het doorlezen van de
gebruiksaanwijzing nog vragen over
of problemen met het apparaat
hebben, aarzel dan niet kontakt op te
nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Bij dit produkt zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet weggooien maar
inleveren als KCA.
Omtrent deze
handleiding
Deze gebruiksaanwijzing is gesplitst
in drie delen: Voorbereidingen,
Beeldscherm-bediening en
Voorpaneel-bediening.
In “Voorbereidingen” worden de
aansluitingen beschreven, het
instellen van de afstandsbediening
voor beeldscherm-bediening en de
instellingen voor Dolby Pro Logic
Surround akoestiek.
In “Beeldscherm-bediening” wordt
de bediening van de versterker
beschreven met behulp van de
afstandsbediening, waarbij u de
aanduidingen op het TV-scherm ziet.
U kunt praktisch alle funkties van de
versterker met de afstandsbediening
regelen.
In “Voorpaneel-bediening” wordt de
bediening van de versterker
beschreven met behulp van de
toetsen en regelaars op het
voorpaneel, en de “snel” toetsen op
de afstandsbediening. Dit is een
andere optie die u heeft voor de
bediening van uw systeem.
Op een aantal plaatsen in deze
gebruiksaanwijzing zult u het
onderstaande symbool aantreffen:
Dit symbool vestigt uw
aandacht op handige tips,
die de bediening
vergemakkelijken.
3
NL
Inhoudsopgave
Welkom! 4
Aansluitingen
Aansluitoverzicht 5
Aansluiten van de infrarood-signaalzender 6
Aansluiten van geluidsapparatuur 6
Aansluiten van de luidsprekers 7
Aansluiten van uw TV-toestel/videorecorder 8
Aansluiten op het stopkontakt 10
Gereedmaken van de afstandsbediening voor
beeldscherm-bediening
Gebruik van de afstandsbediening 11
Vastleggen van de afstandsbedieningscodes voor een
TV-toestel (of videomonitor) 13
Vastleggen van codes voor audio/video-apparatuur 15
Dolby Pro Logic Surround instellingen
Wat is Dolby Pro Logic Surround akoestiek? 18
Bijregelen van de geluidssterkte van de luidsprekers 19
Weergeven/Opnemen
Kiezen van een weergavebron 20
Bekijken van TV-uitzendingen en videoprogramma’s 21
Opnemen 22
Geluidsbijregeling
Gebruik van de voorgeprogrammeerde klankbeelden 24
Bijregelen van de klankbeelden 25
Extra instellingen en aanpassingen
Overnemen van codes van een andere afstandsbediening
(USER IR instelling) 28
Gebruik van de indexfunktie 29
Automatisch afspelen van weergavebronnen (AUTO PLAY) 30
Automatische weergavestart bij inschakelen (AUTO START) 30
Automatisch verschillende apparaten achtereen bedienen
(MACRO bedieningsreeks) 31
Aanpassen van de gevoeligheid van de afstandsbediening 32
Wijzigen van de instellingen voor de beeldscherm-weergave
32
Gebruik van de sluimerfunktie 34
Bediening van een compact disc wisselaar 34
Gebruik van de toetsen op het voorpaneel
Overzicht van het voorpaneel 37
Beschrijving van de afstandsbediening 38
Kiezen van een weergavebron 38
Opnemen 39
Geluidsbijregeling 40
Aanpassen van de bedieningsfunkties van de versterker 41
Gebruik van de indexfunktie 42
Afstandsbediening van apparatuur zonder de TV
(FLASHER illuminatie) 42
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen 44
Technische gegevens 46
Verklarende woordenlijst 47
Index 48
Voorbereidingen
Beeldscherm-bediening
Voorpaneel-
bediening
NL
4
NL
Welkom!
3
1
FUNCTION
USERSUBINPUT
SETUPSOUND
()0pP=+
2
Â
µ
Mm
TA-VE810G
Infrarood-emitter
Infrarood-ontvanger
Hartelijk dank voor de aankoop van de of TA-VE810G
Sony geïntegreerde audio/video versterker.
Uw nieuwe versterker is een audio/video-
regelcentrum met een uniek bedieningssysteem. Na
aansluiten van de versterker op uw TV-toestel
verschijnen er bedieningsaanduidingen op het TV-
scherm (zie onder), waarmee u de diverse aangesloten
audio/video-apparatuur op afstand kunt bedienen.
Met de beeldscherm-bediening van dit apparaat kunt u
niet alleen aangesloten audio/video-apparatuur
bedienen, maar ook andere toestellen die geschikt zijn
voor infrarood-bediening, zoals bijv. een
airconditioning.
Basisprincipes voor de bediening van de
versterker
1 Bij indrukken van de richtingstoets stuurt de
afstandsbediening een infrarood-signaal (IR) naar de
versterker (zie 1 hieronder).
2 Dit signaal regelt de beweging van de aanwijzer (het
hand-symbool) op het TV-scherm (zie 2 hieronder).
3 Wanneer u de aanwijzer naar een bepaalde
bedieningsfunktie verplaatst en dan op het midden
van de richtingstoets van de afstandsbediening
drukt, stuurt de infrarood-emitter (IR) op het
voorpaneel van de versterker de korresponderende
infrarood-bedieningscode naar de betreffende
component (zie 3 hieronder).
TV of videomonitor
Videosignaal
Videosignaal (signalen van
weergavebronnen gekombineerd
met beeldscherm-aanduidingen)
Laserdisc-beeldplatenspeler e.d.
Videosignaal
Videorecorder e.d.
Infrarood-
bedieningscodes
5
NL
Aansluitingen
Aansluitoverzicht
Op deze versterker kunt u de volgende audio- en
video-apparatuur aansluiten. Zie de bladzijdenummers
aangegeven tussen haakjes voor nadere
bijzonderheden betreffende het aansluiten van de
apparatuur.
IR OUT
S-LINK
SATL
WOOFER
SURROUND SPEAKERS
WIRELESS
REAR
SPEAKER
AC OUTLET
IMPEDANCE USE 8-16
FRONT SPEAKERS
VIDEO 1
TUNER
CD TAPEDAT / MD
LD/
DVD
VIDEO 2
MONITOR
PHONO
5-1 INPUT
Naar het
voorpaneel
Infrarood-
signaalzender
Videocamera/
videospel-
apparaat
Laserdisc/DVD
speler
Videodrecorder
TV-toestel/
videomonitor
Compact
disc speler
DAT deck/
minidisc-
recorder
Cassettedeck
Rechter
voorluidspreker
Linker
voorluidspreker
Rechter
achterluidspreker
Linker
achterluidspreker
Middenluidspreker
Platenspeler
Satelliet-ontvanger
Tuner
Alvorens u begint
Kontroleer of de volgende toebehoren aanwezig zijn:
- Afstandsbediening RM-VR101 (1)
- AA-formaat (R6) batterijen (2)
- Infrarood-signaalzender (1)
Zorg dat alle betrokken apparatuur is uitgeschakeld,
alvorens u enige aansluiting maakt.
Steek de stekkers van de netsnoeren pas in het
stopkontakt nadat alle andere aansluitingen naar
behoren zijn gemaakt.
Sluit de snoeren stevig aan, met alle stekkers over de
volle lengte in de aansluitbussen, om het optreden
van brom en andere stoorgeluiden te voorkomen.
Aansluiten van de luidsprekers (7)
Aansluiten van
de infrarood-
signaalzender (6)
Aansluiten van uw TV-toestel/videorecorder (8)
Aansluiten van geluidsapparatuur (6)
6
NL
Aansluitingen
Infrarood-
signalen
µ
Infrarood-
sensor
Infrarood-
signaalzender
Andere
apparaat
Versterker
S-LINK/CTRL A1
e PHONO
a CD c DAT/MD b TAPE
Wit (L)
Rood (R)
Wit (L)
Rood (R)
OUTPUT
LINE
L
R
IN
CD
Compact
disc speler
L
R
RECOUT IN
TAPE
OUTPUT
LINELINE
L
R
INPUT
Versterker Cassettedeck
d TUNER
Aansluiten van de infrarood-
signaalzender
Deze zender dient voor het doorgeven van infrarode
bedieningssignalen aan andere apparatuur, signalen
die hetzelfde zijn als die van de afstandsbediening die
bij de betreffende apparatuur hoort. Sluit deze extra
infrarood-signaalzender aan als:
Bepaalde apparatuur niet erg goed reageert op de
beeldscherm-bedieningsfunkties van de versterker.
De opstelling van de installatie zodanig is dat de
infrarood-signaalzender op het voorpaneel van de
versterker niet alle apparatuur kan bereiken die u
wilt bedienen.
Na het aansluiten van de infrarood-signaalzender
plaatst u deze een weinig hoger of lager dan de
infrarood-sensor op de apparatuur die u wilt bedienen.
Iedere infrarood-signaalzender kan infrarood-signalen
sturen naar één apparaat.
Opmerking
Met het bijgeleverde plakband kunt u de infrarood-
signaalzender zo bevestigen dat de voorkant ervan gericht is
op de apparatuur die u wilt bedienen.
Aansluiten van
geluidsapparatuur
Als u Sony apparatuur heeft, sluit deze dan aan
overeenkomstig de tabel op blz. 15, zodat de infrarood-
codes niet geregistreerd hoeven te worden.
Welke snoeren zijn er nodig?
Audiosnoer (niet bijgeleverd)
Ç : signaalstroom
a CD (naar een compact disc speler)
b TAPE (naar een cassettedeck)
IR OUT
Infrarood-
signaalzender(s)
7
NL
Aansluitingen
c DAT/MD (naar een DAT deck/minidisc-recorder)
d TUNER (naar een tuner)
e PHONO (naar een platenspeler)*
* Als uw platenspeler over een aardleiding beschikt,
verbind deze dan met de y SIGNAL GND
aansluiting van de versterker, om een storende
bromtoon te voorkomen.
z Aansluiten van Sony apparatuur met een CONTROL
A1 aansluiting
Op deze versterker kunt u een Sony compact disc
speler, cassettedeck of minidisc-recorder aansluiten
geschikt voor het CONTROL A1 bedieningsyssteem.
Gebruik een CONTROL A1 snoer (niet bijgeleverd) om
de CTRL A1 aansluiting van elk apparaat te verbinden
met de S-LINK CTRL A1 aansluiting van de versterker.
Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van het betreffende apparaat.
z U kunt de bedrijfsstatus aangeven van het apparaat
dat op de CTRL A1 aansluiting is aangesloten
Zie blz. 41.
z Aansluiten van een Sony compact disc wisselaar met
een COMMAND MODE schakelaar
Als de compact disc wisselaar geen VIDEO OUT
aansluiting heeft, zet deze schakelaar dan op “CD 1”
en sluit de compact disc wisselaar aan op de CD-
aansluitingen van de versterker.
Als de compact disc wisselaar wel een VIDEO OUT
aansluiting heeft, zet deze schakelaar dan op “CD 2”
en sluit de compact disc wisselaar aan op de VIDEO
1, VIDEO 2 of LD-aansluitingen van de versterker.
RECOUT IN
DAT / MD
L
R
OUTPUT
LINELINE
L
R
INPUT
OUTPUT
L
R
PHONO
Versterker
Platenspeler
Versterker
DAT deck/
minidisc-recorder
(+)
(–)
Linker
achterluidspreker
(+)
(–)
Rechter
achterluidspreker
Versterker
Middenluidspreker
WOOFER
AUDIO
OUT
Rechter
voorluidspreker
Linker
voorluidspreker
OUTPUT
LINE
L
R
IN
TUNER
Versterker Tuner
Aansluiten van de luidsprekers
U dient op zijn minst voorluidsprekers (links en rechts)
aan te sluiten en kunt indien gewenst een
middenluidspreker en achterluidsprekers aansluiten
om te genieten van akoestiekeffekten.
Welke snoeren zijn er nodig?
Luidsprekersnoer (niet bijgeleverd)
Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden
van het luidsprekersnoer, en draai de draden ineen. Let
op dat u de polen van de luidsprekersnoeren niet
verwisselt; sluit + (plus) op + aan en – (min) op –. Bij
verwisselde aansluitingen kan er vervorming optreden
en zal de basweergave niet naar behoren zijn.
(wordt vervolgd)
IMPEDAMCE USE 4-16
IMPEDANCE USE 4-16
A
++--
++--
R
B
A
L
B
FRONT SPEAKERS
REAR CENTER
RL
R
+
-
+
-
L
SURROUND SPEAKERS
8
NL
Aansluitingen
Geel
Wit (L)
Rood (R)
Geel
Wit (L)
Rood (R)
5.1 INPUT
d SATL
b VIDEO 1, 2a MONITOR
e VIDEO 3 INPUT
(op het voorpaneel)
c LD/DVD
z U kunt ook draadloze achterluidsprekers aansluiten
Bij gebruik van Sony draadloze achterluidsprekers (los
verkrijgbaar), sluit u de zender aan op de WIRELESS
REAR SPEAKER aansluiting.
Opmerking
Sluit geen andere apparatuur aan op de WIRELESS
REAR SPEAKER aansluiting.
Kiezen van de gewenste luidsprekers
U kunt een of twee paar luidsprekers aansluiten. Stel
de SPEAKERS keuzeschakelaar op het voorpaneel in
overeenkomstig de luidsprekers die u wilt gebruiken.
U wilt luisteren naar Zet de SPEAKERS
keuzeschakelaar op
Luidsprekers A A
(aangesloten op de FRONT
SPEAKERS A aansluitingen)
Luidsprekers B B
(aangesloten op de FRONT
SPEAKERS B aansluitingen)
Luidsprekers A èn B A+B*
(parallele aansluiting)
* Sluit op de A en B aansluitingen luidsprekers aan met een
nominale impedantie van 8 ohm of hoger.
Aansluiten van uw TV-toestel/
videorecorder
Om gebruik te kunnen maken van beeldscherm-
bediening dient u een TV-toestel op de versterker aan
te sluiten. Daarnaast zult u om te kunnen genieten van
Dolby Pro Logic Surround gecodeerde videocassettes
en TV-programma’s, in aanvulling op het TV-toestel en
de videorecorder ook midden- en achterluidsprekers
moeten aansluiten.
Als u Sony apparatuur heeft, sluit deze dan aan
overeenkomstig de tabel op blz. 15, zodat de infrarood-
codes niet geregistreerd hoeven te worden.
Luidsprekeropstelling
Voor een optimaal akoestiekeffekt plaatst u de
luidsprekers zoals hieronder aangegeven.
z U kunt ook een aktieve lagetonenluidspreker
aansluiten
Door een aktieve lagetonenluidspreker (los
verkrijgbaar) aan te sluiten op de WOOFER AUDIO
OUT aansluiting kunt u de weergave van de lage tonen
verbeteren.
Aktieve
lagetonen-
luidspreker
Voorluidspreker
Achterluidspreker
60 - 90 cm
AUDIO
OUT
WDOFER INPUT
Versterker
Welke snoeren zijn er nodig?
Audio/videokabel (niet bijgeleverd)
SCART kabel (niet bijgeleverd)
Sluit de stekkers aan op de aansluitbussen met
dezelfde kleur: sluit geel (video) op geel aan, wit
(rechts) op wit, en rood (links) op rood, zowel op de
versterker als op de aangesloten apparatuur.
Ç : signaalstroom
9
NL
Aansluitingen
Versterker Videomonitor
MONITOR
AV 1
L
R
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
AUDIO
IN
VIDEO 1
OUTPUT
VIDEO VIDEO
AUDIO AUDIO
L
R
INPUT
Versterker Videorecorder
Versterker
(voorpaneel)
Videocamera/
videospel-apparaat
VIDEO
IN
AUDIO
IN
SATL
L
R
OUTPUT
VIDEO
AUDIO
L
R
Versterker
Satelliet-ontvanger
VIDEO L AUDIO R
VIDEO 3 INPUT
L
R
OUTPUT
VIDEO
AUDIO
Versterker
Laserdisc/
DVD speler
VIDEO
IN
AUDIO
IN
LD/
DVD
L
R
OUTPUT
VIDEO
AUDIO
L
R
a MONITOR (naar een TV-toestel of videomonitor)
Gebruik uw TV-toestel enkel voor de beeldweergave
en gebruik de ingebouwde TV-afstemeenheid van de
videorecorder voor het afstemmen op de TV-kanalen.
Als u hiervoor de afstemeenheid van het TV-toestel
gebruikt, zullen bij het overschakelen naar een ander
TV-kanaal de beeldscherm-aanduidingen verdwijnen
en ziet u enkel het beeld van de TV-uitzending.
b VIDEO 1, 2 (naar de videorecorders)
Sluit op de VIDEO 1 en/of VIDEO 2 aansluitingen de
videorecorders aan.
c LD/DVD (naar een laserdisc of DVD speler)
Opmerking voor
Om gedecodeerde Dolby Digital (AC-3) geluidssporen weer
te geven, maakt u de aansluitingen zoals beschreven in
“Weergave van gedecodeerde Dolby Digital (AC-3)
geluidssporen” op de volgende bladzijde.
d SATL (naar een satelliet-ontvanger)
e VIDEO 3 INPUT (naar een videocamera of videospel-
apparaat)
z Als u een “CANAL+” afstemeenheid heeft
Verbind deze afstemeenheid met de videorecorder die
is aangesloten op de VIDEO 1 aansluitingen van de
versterker.
Opmerking
Stel de TV-afstemeenheid zodanig in dat deze de kanalen
overslaat waarop geen uitzendingen zijn, zodat er altijd een
beeld op het TV-scherm is. Als u dit niet doet, zal er
vervorming in het beeld zijn bij gebruik van de beeldscherm-
bedieningsfunkties.
Weergave van gedecodeerde Dolby Digital
(AC-3) geluidssporen
Als u een Dolby Digital (AC-3) decoder heeft, maakt u
de volgende aansluitingen om de versterker te
gebruiken voor het versterken van de gedecodeerde
Dolby Digital (AC-3) geluidssporen. Deze
audiosignalen worden in kombinatie met de
videosignalen gebruikt die via de LD/DVD VIDEO IN
aansluiting binnenkomen (zie blz. 21 voor nadere
bijzonderheden betreffende de bediening).
Versterker
Dolby Digital (AC-3)
decoder (etc.)
DVD speler
FRONT
L
R
REAR
CENTER
WOOFER
5-1 INPUT
CENTER
WOOFER
REAR FRONT
PRE OUT
OUT
DIGITAL
IN
DIGITAL
VIDEO
IN
AUDIO
IN
LD/
DVD
L
R
LINE OUT
R L VIDEO- AUDIO -
Aansluitingen
10
NL
SWITCHED AC OUTLET
Alvorens u de versterker de eerste maal
gebruikt
Wis alle gegevens uit het geheugen van de
versterker voordat u het apparaat de eerste maal
gebruikt.
1 Schakel de versterker uit met de POWER
schakelaar.
2 Houd de VIDEO FUNCTION >, AUDIO
FUNCTION > en SOUND FIELD MODE
toetsen ingedrukt en schakel de versterker dan
in door op de POWER schakelaar te drukken.
De aanduiding “ALL CLEAR!” verschijnt in
het uitleesvenster.
Opmerking
Bij het wissen van het geheugen van de versterker komen
alle ingestelde infrarood-codes, etc. te vervallen.
POWER
VIDEO
FUNCTION
>
AUDIO
FUNCTION
>
SOUND FIELD
MODE
Aansluiten op het stopkontakt
Aansluiten van het netsnoer
Steek de netsnoerstekker van deze versterker en die
van uw audio/video-apparatuur in een gewoon
wandstopkontakt.
Als u het netsnoer van andere geluidsapparatuur
aansluit op de schakelbare netuitgang (SWITCHED AC
OUTLET) van deze versterker, zorgt de versterker voor
de stroomtoevoer van het aangesloten apparaat, zodat
u dit eenvoudig kunt in- en uitschakelen met de
netschakelaar van de versterker.
Voorzichtig
Let op dat het stroomverbruik van het apparaat aangesloten
op de netuitgang van de versterker niet de kapaciteit
overschrijdt die op het achterpaneel is aangegeven. Sluit op
deze netuitgang in geen geval huishoudelijke apparatuur
aan zoals een strijkijzer, een ventilator, een TV-toestel of
andere apparatuur met een hoog stroomverbruik.
naar een
stopkontakt
11
NL
Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening
Gebruik van de
afstandsbediening
Insteken van de batterijen in de
afstandsbediening
1 Open het deksel aan de onderzijde van de
afstandsbediening.
2 Steek twee R6 (AA-formaat) batterijen in het
batterijvak met de juiste polariteit van plus en
min (+/–).
Opmerkingen betreffende de
afstandsbediening
Levensduur van de batterijen
Onder normale omstandigheden gaan de batterijen ongeveer
6 maanden mee. Als u de versterker niet langer meer op
afstand kunt bedienen, is het tijd beide batterijen door
nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
Laat de afstandsbediening nooit op een erg warme of
vochtige plaats liggen.
Gebruik geen oude en nieuwe batterij naast elkaar.
Let op dat de afstandsbedieningssensor van de versterker
niet blootgesteld wordt aan rechtstreekse zonnestraling of
fel lamplicht. Dit kan de juiste werking ervan verstoren.
Als u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te
gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen,
om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te
voorkomen.
PUSH
ENTER
Infrarood-
ontvanger
Richtingstoets
(wordt vervolgd)
Inschakelen van de versterker en
weergeven van de beeldscherm-
aanduidingen op uw TV-scherm (of
videomonitor)
Om de versterker in te schakelen, richt u de
afstandsbediening naar de infrarood-ontvanger en
drukt dan één- of tweemaal op de richtingstoets. Om
de beeldscherm-aanduidingen te laten verschijnen,
schakelt u het TV-toestel in en kiest hierop de juiste
video-ingangsfunktie. Als u de infrarood-
bedieningscode van uw TV-toestel geregistreerd heeft
(zie “Vastleggen van de afstandsbedieningscode voor
een TV-toestel (of videomonitor)” op blz. 13), zal het
TV-toestel automatisch worden ingeschakeld wanneer
u de versterker inschakelt.
b
12
NL
Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening
FUNCTION
USERSUBINPUT
SOUND
()0pP=+
PUSH
ENTER
Mm
Â
µ
SETUP
Blanco
gedeelte
Infrarood-emitter
Aanwijzer
30°
Gebruik van de afstandsbediening
Met de bijgeleverde afstandsbediening kunt u vrijwel
alle funkties van de versterker op afstand bedienen.
In deze paragraaf wordt het gebruik van de
richtingstoets beschreven. Zie blz. 38 voor de andere
toetsen op de afstandsbediening.
1 Druk éénmaal op de richtingstoets van de
afstandsbediening om de beeldscherm-
aanduidingen op het TV-scherm te laten
verschijnen.
2 Druk meermalen op een hoek van de
richtingstoets (M, m, Â, µ) (of houd het betreffende
gedeelte van de toets ingedrukt), om de aanwijzer
(het hand-symbool) in de gewenste richting over
het beeldscherm te bewegen.
3 Plaats de aanwijzer zó dat de top van de
wijsvinger op het gewenste onderdeel op het
scherm staat en druk heel even op het midden
van de richtingstoets (aangegeven met “PUSH
ENTER”) en laat onmiddellijk weer los om op het
aangewezen onderdeel te “klikken”.
Om de beeldscherm-aanduidingen te laten verdwijnen
Verplaats de aanwijzer naar het blanco gedeelte en druk dan
op het midden van de richtingstoets.
Richtingstoets
Opmerkingen betreffende het gebruik van de
afstandsbediening
Let op dat de infrarood-emitter van de afstandsbediening
niet is afgedekt wanneer u op de toetsen van de
afstandsbediening drukt.
Houd de afstandsbediening vast met de richtingstoets
naar boven, zoals afgebeeld.
13
NL
Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening
4 • Sony TV-toestel
1 Klik op “Sony TV”.
De afstandsbedieningscodes voor het TV-toestel
worden automatisch vastgelegd en daarmee is
het vastleggen compleet.
TV-toestel van een ander merk dan Sony
1 Klik op “OTHER TV”.
2 Ga door naar stap 5.
5 U dient nu de infrarood-sensor van het TV-toestel
af te dekken, om fouten in de bediening te
voorkomen. Anders zouden tijdens het
programmeren plotseling de aanduidingen van
het scherm kunnen verdwijnen.
6 Klik op “START”.
Vastleggen van de
afstandsbedieningscodes voor
een TV-toestel (of
videomonitor)
Volg de onderstaande aanwijzingen om de
afstandsbedieningscodes voor uw TV-toestel of
videomonitor vast te leggen, zodat deze automatisch
wordt ingeschakeld, telkens wanneer u de versterker
aan zet.
In het onderstaande geval hoeft u de
afstandsbedieningscodes niet vast te
leggen
Als u een Sony TV-toestel heeft dat geschikt is voor
bediening met een infrarood-afstandsbediening, en het
TV-toestel via de VIDEO 1 ingangsaansluiting op de
versterker is aangesloten. In dat geval hoeft u de codes
van de TV niet vast te leggen.
Afstandsbedieningscodes vastleggen
1 Schakel de versterker en het TV-toestel in.
Zet de ingangskeuzeschakelaar van de TV in de
stand voor video-weergave.
2 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu.
3 Klik op “TV SET”.
USERSUB
FUNCTION SOUND SETUP
INPUT
()0pP=+
(wordt vervolgd)
TV FUNC
CD
IR
USER IR
EXIT
SET
SET
INDEX
INDEX
AUTO START SLEEP TIMER
OSD SETUP
MACRO PLAY
FUNCTION SOUND SETUP
TUNER INDEX
TV MONITOR SET
TV IR SET
Sony TV
OTHER TV
EXITRETURN
TV MONITOR SET
TV IR SET
Sony TV
OTHER TV
EXITRETURN
TV MONITOR SET
TV IR SET
START
Sony TV
OTHER TV
EXITRETURN
14
NL
Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening
Infrarood-
sensor
Televisie-afstandsbediening
7 Wanneer nu de aanduiding “PUSH YOUR
REMOTE” op het TV-scherm verschijnt, drukt u
op de toets van de televisie-afstandsbediening
die overeenkomt met de bedieningsfunktie (toets)
aangegeven op het TV-scherm (bijv. “POWER
OFF”).
TV/VIDEO: Wanneer deze bedieningsfunktie wordt
aangegeven, dient u de cyclische ingangskeuzetoets
van uw televisie-afstandsbediening te programmeren.
U kunt dan de ingangsfunktie van het TV-toestel
omschakelen met behulp van de afstandsbediening
van de versterker. Programmeer niet de code van een
aparte ingangskeuzetoets.
WIDE TV DISPLAY MODE: Wanneer deze
bedieningsfunktie wordt aangegeven, dient u de
breedbeeld-TV funktietoets van uw televisie-
afstandsbediening te programmeren.
Bij het programmeren van een afstandsbedieningscode
dient u het volgende te doen; het is anders mogelijk
dat de code niet juist wordt vastgelegd.
Richt de afstandsbediening op de infrarood-sensor van
de versterker van een afstand van niet meer dan 3 cm.
Houd de toets op de afstandsbediening 2 à 3 sekonden
lang ingedrukt totdat de aanduiding “RECEIVING”
verandert in “RELEASE YOUR REMOTE”.
Houd de afstandsbediening horizontaal recht op de
infrarood-sensor gericht tot de bedieningscode is
geprogrammeerd.
8 Herhaal deze werkwijze voor alle andere toetsen
die op het TV-scherm worden aangegeven.
Als een afstandsbedieningscode niet naar behoren
is geprogrammeerd, verschijnt “NG” op het
scherm. In dit geval herhaalt u stap 7.
Terugkeren naar het hoofdmenu
Klik op “EXIT”.
Terugkeren naar het voorgaande menu
Klik op “RETURN”.
Opmerking
Het kan zijn dat nog niet alle afstandsbedieningscodes naar
behoren zijn geprogrammeerd, ook al verschijnt er
“RELEASE YOUR REMOTE” op het TV-scherm. Als een
bepaalde funktie niet goed werkt, kunt u proberen de
bedieningscode nogmaals vast te leggen. Als het opnieuw
programmeren van de code nog steeds niet het gewenste
resultaat heeft, volgt u dan de aanwijzingen onder
“Overnemen van codes van een andere afstandsbediening
(USER IR instelling)” op blz. 28.
Wissen van de afstandsbedieningscodes
voor het TV-toestel
Klik op de “CODE CLEAR” aanduiding in het “TV IR
SET” instelmenu dat verschijnt wanneer u op “START”
klikt.
Wissen van een enkele afstandsbedieningscode
1 Klik op “SINGLE IR CODE CLEAR”.
Er verschijnt dan “SELECT CLEAR CODE KEY” op het
scherm.
2 Klik vervolgens op de toetscode die u wilt wissen.
Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven.
3 Klik nu op “YES” om de code te wissen.
Als u bij nader inzien de code niet wilt wissen, klikt u
op “NO”.
Om nog een andere code te wissen, herhaalt u de stappen
2 en 3.
Wissen van alle afstandsbedieningscodes voor het TV-
toestel
1 Klik op “TV IR CODE CLEAR”.
Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven.
2 Klik op “YES” om alle TV-bedieningscodes te wissen.
Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm.
Als u bij nader inzien de codes niet wilt wissen, klikt u
op “NO”.
TV IR SET
TV IR SET
CHANNEL 0
POWER OFF
PUSH YOUR REMOTE
CODE CLEAR
EXITRETURN
WIDE TV DISPLAY MODE
TV / VIDEO
15
NL
Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening
Afstandsbedieningscodes vastleggen
1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu.
2 Klik op “IR SET”.
3 Klik op de naam van de gewenste aansluitingen
op de versterker.
4 • Sony apparatuur
Klik op “Sony”.
De bedieningscodes worden automatisch vastgelegd en
daarmee is het vastleggen compleet.
Om alle mogelijkheden te benutten van audio-
apparatuur die geschikt is voor het CONTROL-A1
bedieningssysteem, zoals multi-disc CD-wisselaars,
klikt u op “CONTROL-A1” om de CONTROL-A1
bedieningscodes over te nemen.
• Apparatuur van een ander merk dan Sony
Klik op “OTHER”.
Aansluitingen
op de versterker
Aangesloten
apparatuur
FUNCTION SOUND SETUP
OTHERMAKER
IR CODE SETTING
Sony
OUTPUT IR
OTHERMAKER
IR CODE SETTING
Sony
OUTPUT IR
Vastleggen van codes voor
audio/video-apparatuur
Volg de onderstaande aanwijzingen om de
bedieningscodes voor uw audio/video-apparatuur
vast te leggen, zodat de apparatuur via het televisie-
beeldscherm bediend kan worden.
In het onderstaande geval hoeft u de
bedieningscodes niet vast te leggen
Als u Sony audio/video-apparatuur heeft die geschikt
is voor bediening met een infrarood-
afstandsbediening, en de apparatuur aangesloten is op
de aansluitingen getoond in het onderstaande
tabelletje. In dat geval hoeft u geen codes voor de
apparatuur vast te leggen.
Aansluitingen op de versterker
Aan te sluiten Sony apparatuur
VIDEO 1 Sony VHS videorecorder (VTR 3)
VIDEO 2 Sony Beta videorecorder (VTR 1)
VIDEO 3 Sony 8-mm videorecorder (VTR 2)
LD/DVD Sony laserdisc-speler
SATL Sony satelliet-ontvanger
TUNER Sony tuner
DAT/MD Sony DAT deck
CD Sony compact disc speler (CD 1)
TAPE Sony cassettedeck
MONITOR Sony TV-toestel (via de VIDEO 1
aansluiting van de TV)
In de volgende gevallen zult u ook voor Sony apparatuur
de bedieningscodes moeten vastleggen
Bij aansluiten van een Sony minidisc-recorder of
minidisc-speler op de DAT/MD aansluitingen;
Voor het bedienen van Sony apparatuur geschikt
voor het CONTROL-A1 bedieningssysteem;
Bij aansluiten van een Sony apparaat op andere dan
de speciaal hiervoor bestemde aansluitingen (dus als
u bijvoorbeeld een Sony laserdisc-speler aansluit op
de VIDEO 3 ingangen)
Wanneer u apparatuur van een ander merk vervangt
door Sony audio/video-apparatuur.
Opmerkingen
Als uw videorecorder is voorzien van een COMMAND
CODE schakelaar (die u kunt instellen op VTR1, VTR2 of
VTR3), zet deze schakelaar dan in de geschikte stand voor het
bandformaat (zie hierboven). Als uw videorecorder
bovendien een ingebouwde StarSight tuner heeft, stelt u de
COMMAND CODE schakelaar in op “VTR 3”).
Als uw CD-wisselaar is voorzien van een COMMAND
MODE schakelaar (die u kunt instellen op CD 1, CD 2 of CD
3), dient u deze schakelaar gewoonlijk in de “CD 1” stand te
zetten. Bij een Sony CD-wisselaar met VIDEO OUT uitgangen
echter, zet u de COMMAND MODE schakelaar in de “CD 2”
of “CD 3” stand (voor het gebruik van het CONTROL-A1
bedieningssysteem kiest u altijd de “CD 3” stand).
(wordt vervolgd)
TV FUNC
CD
IR
USER IR
EXIT
SET
SET
INDEX
INDEX
AUTO START SLEEP TIMER
OSD SETUP
MACRO PLAY
FUNCTION SOUND SETUP
TUNER INDEX
VIDEO 1 Sony VTR3
Sony VTR1
Sony VTR2
SATL
TAPE
Sony TAPE
DAT/MD Sony DAT
CD Sony CD1
Sony SATL
Sony LD
IR CODE SETTING
VIDEO 2
VIDEO 3
LD/DVD
EXITRETURN
TUNER Sony TUNER
16
NL
Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening
Audio/video-
afstandsbediening
OTHERMAKER
IR CODE SETTING
TAPE
DAT
DVD
LD
CD
VCR
MD
Sony
START
OUTPUT IR
EXITRETURN
TV
TUNER
DATLD
CD
MD
START
EXITRETURN
TUNER
VCR MAKER SETTING
EMERSON
TEST
EXITRETURN
FISHER
PANASONIC
TOSHIBA
MITSUBISHI
GRUNDIG
HITACHI
PHILIPS
AKAI
GE
JVC
RCA
SANYO
SHARP
ZENITH
OTHER
1 2
1 2
1 2
1 2
1 2
1 2 3 4
1 2 3
1 2
1 2
1 2 3
IR CODE SETTING
1
9
2
10/0
3
>10
4
DISC
5 6 7 8
)(0pP=+
PUSH YOUR REMOTE
CODE CLEAR
EXITRETURN
TRACK ENTER
D. SKIP
5 Klik op de betreffende apparatuur.
Waar het geen videorecorder of laserdisc-
beeldplatenspeler betreft:
1 Dek de infrarood-sensor van de apparatuur af
om te voorkomen dat er onbedoeld bepaalde
funkties worden ingeschakeld tijdens het
programmeren.
2 Klik op “START” en ga door naar stap 6.
Programmeren van codes voor een
videorecorder, of een DVD of laserdisc-
beeldplatenspeler:
1 Klik op “START”.
Er verschijnt een lijst met merknamen.
2 Klik op het merk van de apparatuur die u wilt
programmeren.
De afstandsbedieningscodes voor dat merk
worden automatisch vastgelegd.
Als het betreffende merk niet in de lijst
voorkomt, dek dan eerst de infrarood-sensor
van de apparatuur af om onbedoeld
inschakelen te voorkomen, klik dan op
“OTHER” en ga door naar stap 6.
3 Klik op “TEST”.
Als het betreffende apparaat wordt
ingeschakeld, betekent dit dat de
afstandsbedieningscodes zijn vastgelegd.
Daarmee is het programmeren dan voltooid.
Als het apparaat niet wordt ingeschakeld, klikt
Infrarood-
sensor
u op de “nummertoets” naast de betreffende
merknaam om in te stellen op een ander
typenummer en dan klikt u nogmaals op
“TEST”.
Als het apparaat nog steeds niet wordt
ingeschakeld, dekt u eerst de infrarood-sensor
van de apparatuur af om onbedoeld
inschakelen tijdens het programmeren te
voorkomen, dan klikt u op “OTHER” en gaat u
door naar stap 6.
6 Wanneer nu de aanduiding “PUSH YOUR
REMOTE” op het TV-scherm verschijnt, drukt u
op de toets van de audio/video-
afstandsbediening die overeenkomt met de
bedieningsfunktie (toets) aangegeven op het TV-
scherm.
De
aanduiding staat voor de POWER aan/
uit-schakelaar.
Nadat u alle afstandsbedieningscodes geprogrammeerd
heeft, verschijnt het “IR CODE SETTING” instelmenu
weer.
Bij het programmeren van een afstandsbedieningscode
dient u het volgende te doen; het is anders mogelijk
dat de code niet juist wordt vastgelegd.
Richt de afstandsbediening op de infrarood-sensor van
de versterker van een afstand van niet meer dan 3 cm.
Houd de toets op de afstandsbediening 2 à 3 sekonden
lang ingedrukt totdat de aanduiding “RECEIVING”
verandert in “RELEASE YOUR REMOTE”.
Houd de afstandsbediening horizontaal recht op de
infrarood-sensor gericht tot de bedieningscode is
geprogrammeerd.
7 Herhaal de stappen 3 t/m 6 voor het
programmeren van de codes voor de andere
apparatuur.
17
NL
Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening
Terugkeren naar het hoofdmenu
Klik op “EXIT”.
Terugkeren naar het voorgaande menu
Klik op “RETURN”.
Registreren van speciale afstandsbedieningscodes die
niet als toetsen op het beeldscherm verschijnen
Zie “Overnemen van codes van een andere
afstandsbediening (USER IR instelling)” op blz. 28.
Opmerkingen
Als de afstandsbedieningscodes niet goed blijken te
werken, verricht u het programmeren dan nogmaals om er
zeker van te zijn dat de codes juist zijn vastgelegd. Als het
opnieuw programmeren van de code nog steeds niet het
gewenste resultaat heeft, volgt u dan de aanwijzingen
onder “Overnemen van codes van een andere
afstandsbediening (USER IR instelling)” op blz. 28.
Als u na automatisch vastleggen van de codes voor een
videorecorder of laserdisc-speler, door keuze uit de
merkenlijst in stap 5, problemen ondervindt met de
INPUT of ENTER toetsen of de nummertoetsen,
programmeer dan de codes voor het betreffende apparaat
handmatig, zoals aangegeven in stap 6.
Bij gebruik van apparatuur van andere merken is het
mogelijk dat bepaalde bedieningsfunkties niet gebruikt
kunnen worden, ook nadat u het merk in de merkenlijst
heeft gekozen (in stap 5). Als dit zich voordoet,
programmeert u de codes voor de betreffende toetsen dan
handmatig, zoals aangegeven in stap 6.
Na het programmeren van een weergavebron als
“TOSHIBA 2” of “RCA 2” zult u het TV-toestel niet
kunnen in- of uitschakelen met de afstandsbediening van
de versterker (de TV wordt ook niet ingeschakeld
wanneer u klikt op “TEST”).
Leg niet de codes voor een zelfde type apparaat (zoals een
laserdisc-speler) vast onder meer dan een menu-instelling.
U kunt in het geheugen maximaal 200
afstandsbedieningscodes vastleggen, met inbegrip van
eigen “USER IR” codes (zie blz. 28); afhankelijk van het
type codes dat u vastlegt, kan er echter wel eens niet
genoeg ruimte zijn voor 100 codes. Het kan problematisch
of onmogelijk blijken 200 codes te programmeren onder
de volgende omstandigheden:
- Bij het programmeren van de codes voor een
afstandsbediening waarvan de batterijen bijna leeg zijn.
- Bij het overnemen van “tweedehands” codes die al
eerder zijn overgenomen van een andere
afstandsbediening, in een programmeerbare
afstandsbediening (m.a.w. alle codes die geen deel
uitmaken van het oorspronkelijke repertoire van een
afstandsbediening).
Zorg dat de infrarood-sensor van de versterker niet wordt
blootgesteld aan rechtstreekse zonnestraling of fel licht
van een tl-buis. Anders kunnen de
afstandsbedieningscodes niet naar behoren worden
vastgelegd.
Ook al blijft de stroom geruime tijd onderbroken, met de
stekker uit het stopkontakt, de vastgelegde
afstandsbedieningcodes zullen ongeveer twee weken lang
in het geheugen bewaard blijven. Daarna vervallen de
codes en dan verschijnt er “ALL CLEAR!” op het TV-
scherm, de volgende keer dat u de versterker inschakelt.
Bepaalde afstandsbedieningscodes van audio/video-
apparatuur van andere merken kunnen uitzonderlijke
golfvormen hebben. In zulke gevallen is het mogelijk dat
de versterker die codes niet kan aanleren (of de
bijbehorende opdrachten niet kan uitvoeren).
Wissen van afstandsbedieningscodes
Klik op de “CODE CLEAR” aanduiding in het “IR
CODE SETTING” instelmenu dat verschijnt wanneer u
op “START” klikt.
Wissen van een enkele afstandsbedieningscode
1 Klik op “SINGLE IR CODE CLEAR”.
Er verschijnt dan “SELECT CLEAR CODE KEY” op het
scherm.
2 Klik vervolgens op de toetscode die u wilt wissen.
Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven.
3 Klik nu op “YES” om de code te wissen.
Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm.
Als u bij nader inzien de code niet wilt wissen, klikt u
op “NO”.
Om nog een andere code te wissen, herhaalt u de stappen
2 en 3.
Wissen van alle afstandsbedieningscodes voor het
betreffende apparaat (bijvoorbeeld “OTHER CD”)
1 Klik op “(OTHER CD) CODE CLEAR”.
Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven.
2 Klik op “YES” om alle codes te wissen.
Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm.
Als u bij nader inzien de codes niet wilt wissen, klikt u
op “NO”.
Wissen van alle afstandsbedieningscodes
1 Klik op “ALL IR CODE CLEAR”.
Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven.
2 Klik op “YES” om alle afstandsbedieningscodes te
wissen.
Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm.
Als u bij nader inzien de codes niet wilt wissen, klikt u
op “NO”.
18
NL
Dolby Pro Logic Surround instellingen
Linker
voorluidspreker
Rechter
voorluidspreker
Middenluidspreker
Rechter
achterluidspreker
Linker
achterluidspreker
Wat is Dolby Pro Logic
Surround akoestiek?
Dolby Pro Logic akoestiek is een decodeersysteem dat
gebruikt wordt in TV-programma’s en bioscoopfilms.
Met dit akoestieksysteem wordt een aanzienlijke
verbetering van het klankbeeld verkregen door gebruik
van vier afzonderlijke kanalen. Deze kanalen
manupuleren het geluid waardoor de aktie die u op het
scherm ziet zeer realistisch overkomt.
Kiezen van de middenkanaal-aanpassing
Om het Dolby Pro Logic akoestieksysteem te kunnen
benutten, dient u tenminste een paar
achterluidsprekers en/of een middenluidspreker aan
te sluiten, plus een TV-toestel en een videorecorder.
Bovendien is het nodig dat u de juiste middenkanaal-
aanpassing instelt op de versterker, overeenkomstig
het luidsprekersysteem dat u heeft aangesloten
(mogelijke instellingen: WIDE, NORMAL, PHANTOM
en 3 CH LOGIC).
WIDE instelling
Kies deze instelling als u voor- en achterluidsprekers heeft,
en een grote middenluidspreker (ongeveer even groot als de
voorluidsprekers). U kunt dan beschikken over “volledig”
Pro Logic Surround geluid.
NORMAL instelling
Kies deze instelling als u voor- en achterluidsprekers heeft,
en een kleine middenluidspreker. Aangezien een kleine
middenluidspreker onvoldoende basgeluid kan produceren,
wordt het basgeluid van het middenkanaal via de
voorluidsprekers weergegeven.
Linker
voorluidspreker
Rechter
voorluidspreker
Middenluidspreker
Rechter
achterluidspreker
Linker
achterluidspreker
Linker
voorluidspreker
Rechter
voorluidspreker
Rechter
achterluidspreker
Linker
achterluidspreker
Linker
voorluidspreker
Rechter
voorluidspreker
Middenluidspreker
PHANTOM instelling
Kies deze instelling als u voor- en achterluidsprekers heeft,
maar geen middenluidspreker. Het geluid van het
middenkanaal wordt dan via de voorluidsprekers
weergegeven.
3 CH LOGIC instelling
Kies deze instelling als u voorluidsprekers en een
middenluidspreker heeft, maar geen achterluidsprekers. Het
geluid van de achterkanalen wordt via de voorluidsprekers
weergegeven, zodat u toch enige mate van akoestiek kunt
verkrijgen zonder achterluidsprekers te gebruiken.
19
NL
Dolby Pro Logic Surround instellingen
Bijregelen van de geluidssterkte
van de luidsprekers
Om te genieten van Dolby Pro Logic akoestiekgeluid
kiest u eerst de vereiste luidspreker-aanpassing en
regelt dan de geluidssterkte van de luidsprekers bij
met behulp van de testtoon die de versterker uitstuurt.
De testtoon gebruikt u om het niveau van alle
luidsprekers evenredig in te stellen (indien alle
gebruikte luidsprekers ongeveer hetzelfde zijn wat de
prestaties betreft, hoeft u de geluidssterkte van de
luidsprekers niet bij te regelen).
Verricht het evenredig instellen van alle luidsprekers
vanaf uw luisterplaats, met de afstandsbediening.
1 Klik op “SOUND” in het hoofdmenu.
2 Klik op “PRO LOGIC” en klik dan op “SUR”.
3 Klik meermalen op “C MODE” tot de
middenkanaal-aanpassing voor uw
luidsprekersysteem wordt getoond (zie blz. 18).
SURROUND EDIT
DELAY
CENTER :
REAR :
+
LEVEL
C MODE
dB
dB
+
RETURN STANDARD
EXIT
TEST
WOOFER
0
0
NORMAL
SURROUND EDIT
DELAY
CENTER :
REAR :
+
LEVEL
C MODE
dB
dB
+
RETURN STANDARD
EXIT
TEST
WOOFER
0
0
NORMAL
PRO LOGIC SPORTS
GAME
MOVIE
MUSIC
EXIT
MODE
O N
O N
O N
SOUND FIELD
BASS BOOST
DIRECT PASS
OFF
OFF
OFF
SURTONE
PRO LOGIC
FUNCTION
SOUND SETUP
4 Klik op “TEST”.
De testtoon wordt nu in de onderstaande volgorde
door elke luidspreker op zijn beurt weergegeven. De
luidspreker die de testtoon weergeeft, is in rood
aangegeven op het “SURROUND EDIT” menu.
WIDE, NORMAL: Linker voorluidspreker n
Middenluidspreker n Rechter voorluidspreker
n Achterluidsprekers
PHANTOM: Linker en rechter voorluidspreker n
Achterluidsprekers
3CH LOGIC: Linker voorluidspreker n
Middenluidspreker n Rechter voorluidspreker
5 Stel de geluidssterkte van elke luidspreker nu zo
in dat de testtoon vanaf uw luisterplaats op het
gehoor via alle luidsprekers even luid doorkomt.
Klik op “CENTER +” of “–” om de geluidssterkte
van de middenluidspreker in te stellen tussen –
15,0 dB en +10,0 dB (in stapjes van 1 dB).
Tijdens deze afstelling wordt de testtoon via de
middenluidspreker weergegeven.
Klik op “REAR +” of “–” om de geluidssterkte
van de achterluidsprekers in te stellen tussen
–15,0 dB en +10,0 dB (in stapjes van 1 dB).
Tijdens deze afstelling wordt de testtoon gelijktijdig
via beide achterluidsprekers weergegeven.
6 Klik weer op “TEST” wanneer u de testtoon wilt
uitschakelen.
Terugkeren naar het hoofdmenu
Klik op “EXIT”.
Terugkeren naar het voorgaande menu
Klik op “RETURN”.
z U kunt ook de geluidssterkte van alle luidsprekers
tegelijk instellen
Gebruik hiervoor de VOL +/– toetsen op de afstandsbediening.
z Indien gewenst, kunt u de geluidssterkte van de
achterluidsprekers verhogen
Als u wilt, kunt u de geluidssterkte van de
achterluidsprekers met 5 dB verhogen. Schakel de
versterker in door de POWER schakelaar en de MODE
toets gelijktijdig in te drukken zodat de aanduiding
“GAIN UP” verschijnt. Herhaal de procedure om weer
de normale geluidssterkte in te stellen. U ziet dan de
aanduiding “GAIN NORMAL”.
20
NL
Weergeven/Opnemen
Kiezen van een weergavebron
Om te luisteren of kijken naar een aangesloten
weergavebron, klikt u op de betreffende weergavebron
op het beeldscherm van het TV-toestel.
Allereerst dient u echter te zorgen dat:
De afstandsbedieningscodes voor de aangesloten
apparatuur geprogrammeerd zijn (zie blz. 13 t/m
17).
De MASTER VOL regelaar op het voorpaneel
helemaal naar links is gedraaid (“0” stand), om
beschadiging van de luidsprekers te voorkomen.
De “AUTO PLAY” automatische afspeelfunktie is
ingeschakeld (de fabrieksinstelling is “ON” (aan), zie
blz. 30).
De juiste luidsprekers gekozen zijn (zie blz. 8).
De BALANCE regelaar op het voorpaneel in de
middenstand staat.
1 Pak de afstandsbediening op en druk één- of
tweemaal op de toets om de versterker in te
schakelen. Uw TV-toestel dient nu ook
automatisch in te schakelen, waarna het
hoofdmenu op het scherm verschijnt; als dit niet
gebeurt, volgt u dan de aanwijzingen op blz. 13
en 14 voor het programmeren van de in/
uitschakelcode voor het TV-toestel.
2 Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu.
3 Klik op de gewenste weergavebron.
De bedienings”toetsen” verschijnen, waarna de
gekozen apparatuur wordt ingeschakeld en de
weergave ervan begint.
Bedieningstoetsen
FUNCTION SOUND SETUP
VIDEO 1 TAPE
DAT / MD
VIDEO 2
CD
VIDEO 3
TUNER
L D / DVD
PHONOSATL
MACRO 1
MACRO 2
FUNCTION SOUND
SETUP
USERSUBINPUT
()0pP=+
Voor het luisteren of kijken naar Klikt u op*
1
Een TV-programma*
2
of VIDEO 1, VIDEO
videocassette 2 of VIDEO 3
Een laserdisc (LD) of DVD LD/DVD
Een satelliet-uitzending SATL
Een digitale audiocassette DAT/MD
(DAT) of minidisc (MD)
Een compact disc (CD) CD
Een radioprogramma TUNER
Een grammofoonplaat PHONO*
3
Een normale audiocassette TAPE
*
1
Als u de apparatuur op andere aansluitingen heeft
aangesloten dan in de tabel is aangegeven, klikt u op
de aanduiding die korrespondeert met gemaakte
verbinding (wanneer u bijvoorbeeld de laserdisc-
speler op de VIDEO 3 aansluitingen heeft
aangesloten, klikt u op “VIDEO 3” om een laserdisc
weer te geven).
*
2
Zie blz. 21 voor nadere bijzonderheden betreffende
het kijken naar TV-programma’s.
*
3
Er verschijnen geen bedieningstoetsen wanneer u
instelt op “PHONO”.
4 Stel de geluidssterkte in met de VOL + en –
toetsen op de afstandsbediening.
Om de geluidssterkte van de luidsprekers van het
TV-toestel in te stellen, gebruikt u de
geluidssterkteregelaar van het TV-toestel.
Klik op de bedieningstoetsen die op het
beeldscherm worden afgebeeld om de gekozen
weergavebron te bedienen. Zie voor nadere
bijzonderheden over de bediening van de
weergavebron de daarbij geleverde
gebruiksaanwijzing. Klik op “SUB” om nog
andere bedieningstoetsen voor de gekozen
weergavebron te tonen.
21
NL
Weergeven/Opnemen
Uitschakelen van de gekozen weergavebron
Klik op in de hoek linksonder. Volg de stappen 1 t/m 3
om de weergavebron weer in te schakelen.
Uitschakelen van alle aangesloten apparatuur
Druk op de ALL OFF toets van de afstandsbediening.
Dempen van de geluidsweergave
Klik op het symbool. Het symbool verandert dan in
en in het uitleesvenster op het voorpaneel van de
versterker wordt “MUTING” aangegeven. Om weer geluid
te horen, klikt u nogmaals op het dempingssymbool.
Weergeven van gedecodeerde Dolby Digital (AC-3)
programmabronnen
Klik op “FUNCTION” en klik dan op “5.1 INPUT”.
Het videosignaal van de LD/DVD VIDEO IN
aansluiting wordt automatisch gekombineerd met de
audiosignalen van de 5.1 INPUT aansluitingen.
Wanneer deze instelling gekozen wordt, lopen de
audiosignalen niet meer via de
klankbeeldregelingscircuits van de versterker. Om het
geluid van de 5.1 INPUT aansluitingen bij te regelen,
gebruikt u de bedieningsorganen op uw Dolby Digital
(AC-3) decoder.
Voor weergave van de analoge audiosignalen die via de
LD/DVD AUDIO (L en R) binnenkomen, kiest u “LD/
DVD” in het “FUNCTION” menu.
U kunt video- en audio-apparatuur tegelijk
weergeven
Begin met de weergave van de video-apparatuur en
start dan de weergave van de audio-apparatuur. Zorg
ervoor dat de AUTO PLAY funktie uitgeschakeld is (zie
blz. 30).
Opmerkingen
Apparaten van hetzelfde type (bijv. twee Sony laserdisc-
spelers) zullen met de beeldscherm-bediening tegelijk
worden ingeschakeld en bediend.
Als bepaalde apparatuur niet op de afstandsbedienings-
signalen reageert, dan komen waarschijnlijk de signalen
van de infrarood-emitter niet goed door bij de
afstandsbedieningssensor van de betreffende apparatuur.
In dit geval dient u de extra infrarood-signaalzender
(bijgeleverd) aan te sluiten en op de apparatuur te richten
(zie “Aansluiten van de infrarood-signaalzender” op blz.
6). Als de infrarood-signaalzender reeds aangesloten is,
verander dan de positie van de signaalzender of de
apparatuur.
Als 5.1 INPUT wordt gekozen, kunnen er geen
klankbeelden gekozen of bewerkt worden.
VIDEO 1 TAPE
DAT / MD
VIDEO 2
CD
VIDEO 3
TUNER
L D / DVD
PHONOSATL
MACRO 1
MACRO 2
FUNCTION SOUND
SETUP
USERSUB+
()0pP
REC
CH
Bekijken van TV-uitzendingen
en videoprogramma’s
Gebruik de TV-afstemeenheid van de videorecorder
om naar TV-programma’s te kijken. Als u hiervoor de
afstemeenheid van het TV-toestel gebruikt, zullen bij
het overschakelen naar een ander TV-kanaal de
beeldscherm-aanduidingen verdwijnen en ziet u enkel
het beeld van de TV-uitzending. Stel de TV-
afstemeenheid van de videorecorder zodanig in dat
deze de kanalen overslaat waarop geen uitzendingen
zijn, zodat er altijd een beeld op het TV-scherm is. Als
u dit niet doet, zal er vervorming in het beeld zijn bij
gebruik van de beeldscherm-bedieningsfunkties.
Allereerst dient u echter te zorgen dat:
Het TV-toestel en de videorecorder(s) op de juiste
wijze op de versterker zijn aangesloten (zie blz. 8 en
9).
1 Kies de gewenste videorecorder (bijv. “VIDEO
2”).
2 Klik op “CH +” of “–” om het kanaal te kiezen.
Als de “AUTO PLAY” automatische afspeelfunktie is
ingeschakeld (zie blz. 30)
In dit geval dient u eerst op p te klikken om de weergave
van de videorecorder te stoppen, voordat u op “CH +” of
“–” klikt.
Omschakelen van een video-ingangssignaal van een Sony
videorecorder
Klik op “SUB” en klik dan op “INPUT”.
Omschakelen van het beeldformaat bij gebruik van een
breedbeeld TV-toestel
Klik enkele malen op het symbool tot er is ingesteld op
het gewenste beeldformaat.
Voor TV-toestellen van een ander merk dan Sony : In
dit geval dient u de afstandsbedieningscode te
programmeren voor de breedbeeld-TV funktietoets van de
televisie-afstandsbediening (zie blz. 13 en 14).
22
NL
Weergeven/Opnemen
6 Steek een lege cassette of een minidisc in het
opname-apparaat en stel indien nodig het
opnameniveau in.
7 Klik op “REC” om het opnemen te starten en klik
dan op het “(” weergave-symbool van de
“PLAYER” weergavebron.
Het opnemen van de weergavebron begint. Als u
tijdens het opnemen klikt op een
bedieningstoets van het “RECORDER” opname-
apparaat, stopt de weergave van de “PLAYER”
weergavebron.
Stoppen met opnemen
Klik op het p stop-symbool voor het opname-apparaat.
Bediening van het opname-apparaat (behalve voor
opnemen)
Klik op “RECORDER”. Nu wordt de “RECORDER” de
actieve bron en kunt u de “RECORDER” bedieningsorganen
gebruiken om de band terug te spoelen, de opnamen weer te
geven, enz.
Klik op “PLAYER” wanneer u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke weergavebron.
Terugkeren naar het hoofdmenu
Klik op “EXIT”.
Opmerkingen
Als u het “REC EDIT” menu verlaat door een klik op
“FUNCTION”, “SOUND” of “EXIT”, gaat het opnemen
door, maar de bediening wordt ingesteld op de
“PLAYER” weergavebron, ook al had u eerder op de
“RECORDER” geklikt.
Bij bepaalde cassettedecks moet u de r REC toets en de
( weergavetoets tegelijk indrukken om met opnemen te
beginnen. Om in het beeldscherm-menu het opnemen te
kunnen starten met een klik op een enkele “toets”, dient u
de afstandsbedieningscode voor de opnamestart vast te
leggen zoals beschreven in stap 1 t/m 7 onder “Vastleggen
van codes voor audio/video-apparatuur” (op blz. 15 t/m
16).
Het geluidssignaal dat binnenkomt via de 5.1 INPUT
aansluitingen op het achterpaneel kan niet worden
opgenomen op enig opname-apparaat.
Bij opnemen op apparatuur aangesloten op de DAT/MD
REC OUT of TAPE REC OUT aansluitingen zal bijregelen
van het weergegeven geluid geen effect hebben op het
opgenomen geluid.
USERSUBINPUT
()0pP=+
USERSUBINPUT
()0pP=+
5 4 3 2 1
6 7 8 9
DISC
REC EDIT
10/0
EXIT
>10
ENTER
TRACK D. SKIP
TAPE
EXIT
DAT/MD
VIDEO 2
VIDEO 1
CD
RECORDER
PLAYER
EXIT
TAPE
CD
RECORDER
PLAYER
()0pP
()9pP0
A B
REC
/
FUNCTION SOUND SETUP
EXIT
TAPE
CD
RECORDER
PLAYER
()0pP
()9pP0
A B
REC
/
FUNCTION SOUND SETUP
Pijl
Opnemen
U kunt zowel de weergave- als de opname-apparatuur
bedienen via de beeldscherm-bedieningsfunktie van
deze versterker. Raadpleeg indien nodig de
gebruiksaanwijzingen van de gebruikte apparatuur
voor nadere bijzonderheden.
p Opnemen op een audiocassette of
minidisc
1 Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu.
2 Klik op de geluidsbron die u wilt opnemen (bijv.
“CD” voor het opnemen van een compact disc).
3 Klik op “SUB”.
4 Klik op “REC EDIT”.
5 Klik op de naam van het opname-apparaat
waarop u wilt opnemen (bijv. “TAPE” voor het
cassettedeck).
De bedieningstoetsen voor het opname- en
weergave-apparaat verschijnen op het TV-scherm:
“PLAYER” duidt het weergave-apparaat aan en
“RECORDER” duidt het opname-apparaat aan.
De pijl geeft de gekozen weergavebron aan.
23
NL
Weergeven/Opnemen
p Opnemen op een videocassette
1 Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu.
2 Klik op de beeldbron die u wilt opnemen (bijv.
“VCR 1”, “VCR 2”, “LD/DVD” etc.).
3 Klik op “REC”.
(Heeft u in stap 2 “LD/DVD” of “SATL” gekozen,
klik dan op “SUB”).
4 Klik op “REC EDIT”.
(Heeft u in stap 2 “LD/DVD” of “SATL” gekozen,
klik dan in het submenu op “REC EDIT”.)
5 Klik op de naam van het opname-apparaat
waarop u wilt opnemen (bijv. “VIDEO 2”).
De bedieningstoetsen voor het opname- en
weergave-apparaat verschijnen op het TV-scherm:
“PLAYER” duidt het weergave-apparaat aan en
“RECORDER” duidt het opname-apparaat aan.
De pijl geeft de gekozen weergavebron aan.
6
Steek een lege videocassette in het opname-
apparaat en stel indien nodig het opnameniveau in.
USERSUB+
()0pP
REC
CH
USERSUB+
CANCEL
CH
REC EDIT REC
TAPE
EXIT
DAT/MD
VIDEO 2
VIDEO 1
VIDEO 1
RECORDER
PLAYER
EXIT
VIDEO 2
VIDEO 1
RECORDER
PLAYER
()0pP
()0pP
REC
/
FUNCTION SOUND SETUP
Pijl
USERSUB+
()0pP
REC
CH
USERSUB+
CANCEL
CH
REC EDIT REC
7 Klik op “REC” om het opnemen te starten en klik
dan op het “(” weergave-symbool van de
“PLAYER” weergavebron.
Het opnemen van de weergavebron begint. Als u
tijdens het opnemen klikt op een
bedieningstoets van het “RECORDER” opname-
apparaat, stopt de weergave van de “PLAYER”
weergavebron.
Stoppen met opnemen
Klik op het p stop-symbool voor het opname-apparaat.
Bediening van het opname-apparaat (behalve voor
opnemen)
Klik op “RECORDER”. Nu wordt de “RECORDER” de
aktieve bron en kunt u de “RECORDER” bedieningsorganen
gebruiken om de band terug te spoelen, de opnamen weer te
geven, enz.
Klik op “PLAYER” wanneer u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke weergavebron.
Terugkeren naar het hoofdmenu
Klik op “EXIT”.
p Opnemen van een TV-uitzending op
videocassette
1 Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu en kies
“VCR 1” of “VCR 2”.
2 Stem met de TV-afstemeenheid van de
videorecorder af op de gewenste TV-uitzending.
3 Klik op “REC”.
4 Klik nogmaals op “REC” om te beginnen met
opnemen.
24
NL
Geluidsbijregeling
Klankbeelden
Genre Akoestiekfunktie Werking en geluidseffect
PRO LOGIC*
1
PRO LOGIC Voor het decoderen van Dolby Surround geluid.
ENHANCED PRO LOGIC Verbeterde weergave via de achterluidsprekers bij het decoderen van Dolby
Surround bronnen.
MOVIE CINEMA STUDIO A Levert de klank van de Sony Pictures Entertainment “Cary Grant Theatre”
filmstudio.
CINEMA STUDIO B Levert de klank van de Sony Pictures Entertainment “Kim Novak Theatre”
filmstudio.
THEATER Voegt de akoestische weerkaatsingen van een bioscoopzaal (grote, middelmatige of
kleine zaal) toe aan de gedecodeerde Dolby Surround akoestieksignalen.
NIGHT THEATER Comprimeert het dynamisch bereik voor het luisteren met laag volume.
MONO MOVIE Geeft een bioscoop-achtig geluid bij films met een mono-geluidsspoor.
MUSIC SMALL HALL Geeft de akoestiek van een rechthoekige concertzaal. Bij uitstek geschikt voor
geluid van akoestische instrumenten.
LARGE HALL
JAZZ CLUB Geeft de akoestiek van een jazzclub.
LIVE HOUSE Geeft de akoestiek van een rock-and-roll club.
ACOUSTIC*
2
Geeft normale 2-kanalen stereo met klankbijregeling (TONE).
SPORTS STADIUM Schept de atmosfeer van een groot openluchtstadion. Geschikt voor concerten in
een groot stadion.
GAME GAME Geeft de meest treffende geluids- en akoestiekeffecten voor videospelletjes.
*
1
Als u “PRO LOGIC” kiest, zorg dan dat u de geluidssterkte van de midden- en/of achterluidsprekers juist bijregelt zodat een
optimaal Dolby Pro Logic Surround geluid wordt verkregen (zie blz. 18 en 19).
*
2
Als u “ACOUSTIC” kiest, hoeven er geen midden- en/of achterluidsprekers te zijn aangesloten.
Gebruik van de voorgeprogrammeerde klankbeelden
Met de klankbeeldfunktie kunt u een bepaalde akoestiek instellen waarbij het programma of de muziek waarnaar u
luistert het beste klinkt. Om deze funktie ten volle te benutten, raden wij u aan een middenluidspreker en/of
achterluidsprekers aan te sluiten.
25
NL
Geluidsbijregeling
Kiezen van het gewenste klankbeeld
1 Geef een geluidsbron weer en klik dan op
“SOUND” in het hoofdmenu.
2 Klik op het gewenste klankbeeldgenre en klik dan
enkele malen op “MODE” tot het gewenste
klankbeeld verschijnt.
Zie de “Klankbeelden” tabel op blz. 24.
Uitschakelen van de klankbeeldfunktie
Klik op “SOUND FIELD OFF”.
z U kunt de weergave van de lage tonen versterken of
de muziek rechtstreeks weergeven terwijl u in het
“SOUND FIELD SELECT” menu bent
Klik op “BASS BOOST ON” om de lage tonen te
versterken. Klik op “DIRECT PASS ON” om naar de
muziek te luisteren zonder dat er geluidseffekten aan
zijn toegevoegd; klik op “OFF” om deze funkties weer
uit te schakelen. Wanneer u “SOUND FIELD” op “OFF”
zet, heeft dit geen invloed op de instelling voor de
basversterkingsfunktie en de rechtstreekse
weergavefunktie.
USERSUB
FUNCTION SOUND SETUP
INPUT
()0pP=+
PRO LOGIC SPORTS
GAME
MOVIE
MUSIC
EXIT
MODE
O N
O N
O N
SOUND FIELD
BASS BOOST
DIRECT PASS
OFF
OFF
OFF
SURTONE
PRO LOGIC
FUNCTION
SOUND SETUP
Bijregelen van de klankbeelden
Ieder klankbeeld bevat klankkleur-parameters (lage/
hoge tonen) en akoestiek-parameters. Zij vormen
samen de variabelen die het klankbeeld bepalen. U
kunt de klankbeelden naar wens bijregelen door de
geluidsparameters (klankkleur- en/of akoestiek-
parameters) te wijzigen. Aangezien deze versterker is
uitgerust met een DSP digitale signaalprocessor kunt u
de geluidsparameters elektronisch bijregelen. De DSP
schakelingen zetten de analoge audiosignalen
automatisch om in digitale signalen zodat er bij het
bijregelen van de klank praktisch geen verlies in
geluidskwaliteit optreedt.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de
nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven,
tenzij het apparaat langer dan twee weken niet op een
stopkontakt aangesloten is. Om een bijgeregeld
klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel de
gewenste veranderingen aan te brengen.
Zelf instelbare geluidsparameters
1) Kan alleen worden bijgeregeld wanneer de middenkanaal-
aanpassing op PHANTOM, NORMAL of WIDE staat (zie
blz. 18).
2) Kan alleen worden bijgeregeld wanneer de middenkanaal-
aanpassing op 3 CH LOGIC, NORMAL of WIDE staat (zie
blz. 18).
Opmerkingen
Zie “Dolby Pro Logic Surround instellingen” op blz. 18 om
een zo goed mogelijk PRO LOGIC klankbeeld te
verkrijgen.
Met de EFFECT parameter kunt u de “nadruk” van het
klankbeeld bepalen.
DELAY
CENTER
REAR
EFFECT
TONE
MODE
GENRE
PRO LOGIC
ENHANCED
PRO LOGIC
C STUDIO A
C STUDIO B
THEATER
N THEATER
MONO MOVIE
S HALL
L HALL
JAZZ CLUB
LIVE HOUSE
ACOUSTIC
STADIUM
GAME
PRO LOGIC
MOVIE
MUSIC
SPORTS
GAME
1) 2)
1) 2)
1) 2)
1) 2)
1) 2)
(wordt vervolgd)
26
NL
Geluidsbijregeling
SURROUND EDIT
DELAY
TIME :
LEVEL
ms
RETURN STANDARD
EXIT
TEST
20
15 30
C MODE
LONG
SHORT
SURROUND EDIT
DELAY
CENTER :
REAR :
+
LEVEL
C MODE
dB
dB
+
RETURN STANDARD
EXIT
TEST
WOOFER
0
0
NORMAL
Instellen van de vertragingstijd
De vertragingstijd is het tijdsverschil tussen de
akoestiek-weergave van de voorluidsprekers en die
van de achterluidsprekers. Door de vertragingstijd van
de achterluidsprekers juist in te stellen, kunt u een
meer realistische akoestiek-weergave verkrijgen. Er
zijn drie instellingen voor de vertragingstijd: 15 ms, 20
ms en 30 ms. Als u uw achterluidsprekers in een ruime
kamer heeft opgesteld of wanneer de
achterluidsprekers ver van de luisterpositie vandaan
staan, maakt u de vertragingstijd bijvoorbeeld korter.
De vertragingstijd kan alleen worden ingesteld voor
het PRO LOGIC klankbeeldgenre.
1 Begin met de weergave van een Dolby Surround
gecodeerde programmabron en klik dan op
“SOUND” in het hoofdmenu zodat het “SOUND
FIELD SELECT” menu verschijnt.
2 Klik op “PRO LOGIC” en klik dan op “SUR”.
3 Klik op “DELAY”.
4 Klik op “SHORT” of “LONG” om de gewenste
vertragingstijd in stellen.
Terugstellen van de vertragingstijd op de
fabrieksinstelling
Klik op “STANDARD”.
EXIT
MODE
O N
O N
O N
SOUND FIELD
BASS BOOST
DIRECT PASS
OFF
OFF
OFF
SURTONE
THEATER
TONE EDIT
FLAT
RETURN STANDARD
EXIT
+10 dB
BASS TREBLE
++
-10 dB
+10
-10
Instellen van de toonparameters
Stel de klank (weergave van de lage en hoge tonen)
van de voor-, midden- en achterluidsprekers in tot het
geluid naar wens klinkt. U kunt de toonweergave van
alle klankbeelden bijregelen.
1 Geef een geluidsbron weer en klik dan op
“SOUND” in het hoofdmenu.
2 Klik op het gewenste klankbeeldgenre en klik dan
enkele malen op “MODE” tot het gewenste
klankbeeld verschijnt.
3 Klik op “TONE”.
4 Klik op “BASS +” of “–” om het niveau van de
lage tonen in te stellen en op “TREBLE +” of “–”
om het niveau van de hoge tonen in te stellen.
Beginnen met de afstelling vanuit de neutraalstand
(d.w.z. er is geen bijregeling)
Klik op “FLAT”.
Alle instellingen van de toonregeling terugstellen op de
fabrieksinstellingen
Klik op “STANDARD”.
Opmerking
Bij het instellen van de parameters is het mogelijk dat u
stoorgeluiden (ruis) hoort.
27
NL
Geluidsbijregeling
Instellen van de akoestiek-parameters
Stel de akoestiek-parameters in overeenkomstig de
diverse aspekten van uw luisterruimte en uw
luisterplaats. Zie de tabel onder “Zelf instelbare
geluidsparameters” op blz. 25 voor de parameters die
bij ieder klankbeeld kunnen worden ingesteld.
1 Geef een geluidsbron weer en klik dan op
“SOUND” in het hoofdmenu zodat het “SOUND
FIELD SELECT” menu verschijnt.
2 Klik op het gewenste klankbeeldgenre en klik dan
enkele malen op “MODE” tot het gewenste
klankbeeld verschijnt.
3 Klik op “SUR”.
4 Klik op het symbool voor de parameter die u wilt
instellen.
De bijbehorende parametertabel verschijnt op het
scherm. Zie de volgende bladzijde voor
bijzonderheden betreffende de instellingen.
5 Klik op het instelsymbool (+/–, UP/DOWN,
SHORT, LONG, etc.) om de gewenste instelling te
maken.
Alle parameters (met uitzondering van de
vertragingstijd) van het huidige klankbeeld terugstellen
op de fabrieksinstellingen
Klik op “STANDARD”.
EXIT
MODE
O N
O N
O N
SOUND FIELD
BASS BOOST
DIRECT PASS
OFF
OFF
OFF
SUREQ
THEATER
SURROUND EDIT
REAR :
EFFECT
LEVEL
dB
+
RETURN STANDARD
EXIT
WOOFER
+10
SURROUND EDIT
EFFECT
LEVEL
RETURN STANDARD
EXIT
DOWN
UP
SUR EFFECT
28
NL
Extra instellingen en aanpassingen
Overnemen van codes van een
andere afstandsbediening
(USER IR instelling)
Gebruik het “USER IR CODE SETTING” menu voor
het programmeren van alle afstandsbedieningscodes
die niet konden worden vastgelegd volgens de
aanwijzingen onder “Vastleggen van codes voor
audio/video-apparatuur” op blz. 15. Hieronder vallen
niet alleen codes voor audio- en video-apparatuur,
maar ook die voor andere soorten apparatuur, bijv. een
airconditioning, van vrijwel alle merken. Met de
onderstaande methode kunt u tot maximaal 20 “USER
IR” codes programmeren.
1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “USER
IR”.
2 Klik op “A B C D” om in te stellen op een
gebruikers-codegroep en klik dan op “INDEX”.
3
Voer nu een naam in voor uw vast te leggen code,
door achtereenvolgens op elke letter van de naam
te klikken. De naam wordt automatisch vastgelegd.
Klik op de spatiebalk onder de letters om een
spatie in de codenaam in te voeren.
Klik op “CAPS” om over te schakelen tussen
hoofdletters en kleine letters.
Bij een vergissing in de letterkeuze klikt u op ? of
/ om de cursor naar de letter te verplaatsen die u
wilt wijzigen en dan klikt u op de juiste letter.
Afstandsbediening van
component
Spatiebalk
USER IR CODE SETTING
START
INDEX
A B C D
USER A1
USER A2
USER A3
USER A4
USER A5
USER IR CODE SETTING
A
F
K
P
U
B
G
L
Q
V
C
H
M
R
W
D
I
N
S
X
E
J
O
T
Y
1
4
7
/
Z
2
5
8
0
3
6
9
*
+
bB
CAPS
EXITRETURN
USER IR CODE SETTING
START
INDEX
A B C D
LIGHT 1
LIGHT 2
LIGHT 3
LIGHT 4
LIGHT 5
USER IR CODE SETTING
START
INDEX
A B C D
CODE CLEAR
EXITRETURN
LIGHT 1
LIGHT 2
LIGHT 3
LIGHT 4
LIGHT 5
4 Na het invoeren van de naam klikt u op
“RETURN” om terug te keren naar het “USER IR
CODE SETTING” menu. Herhaal de stappen
2 t/m 4 tot er voor alle codes die u wilt
programmeren een naam is ingevoerd.
5 Klik op de naam van de eerste
afstandsbedieningscode.
6 Dek de infrarood-sensor van de betreffende
apparatuur af om onbedoeld inschakelen tijdens
het programmeren te voorkomen.
7 Klik op “START”.
Wanneer op het TV-scherm “PUSH YOUR
REMOTE” verschijnt, drukt u op de
afstandsbedieningstoets waarvan u de funktie
wilt programmeren.
Bij het programmeren van een afstandsbedieningscode
dient u het volgende te doen; het is anders mogelijk
dat de code niet juist wordt vastgelegd.
Richt de afstandsbediening op de infrarood-sensor van
de versterker van een afstand van niet meer dan 3 cm.
Houd de toets op de afstandsbediening 2 à 3 sekonden
lang ingedrukt totdat de aanduiding “RECEIVING”
verandert in “RELEASE YOUR REMOTE”.
Houd de afstandsbediening horizontaal recht op de
infrarood-sensor gericht tot de bedieningscode is
geprogrammeerd.
Opnieuw programmeren van een bepaalde code
Klik op de “toets” waarvoor u de betreffende code hebt
geprogrammeerd en klik dan op “START”.
Infrarood-
sensor
TV FUNC
CD
IR
USER IR
SET
SET
INDEX
INDEX
AUTO START SLEEP TIMER
OSD SETUP
MACRO PLAY
FUNCTION SOUND SETUP
TUNER INDEX
29
NL
Extra instellingen en aanpassingen
Symbolen
Weergavebron-keuzetoetsen
Opmerkingen
Ook al blijft de stroom geruime tijd onderbroken, met de
stekker uit het stopkontakt, de vastgelegde
afstandsbedieningcodes zullen ongeveer twee weken lang
in het geheugen bewaard blijven. Daarna vervallen de
codes en dan verschijnt er “ALL CLEAR!” op het TV-
scherm, de volgende keer dat u de versterker inschakelt.
Het aan/uit-schakelen van bepaalde typen airconditioning
werkt met twee afzonderlijke afstandsbedieningssignalen,
ook al is er maar één toets of schakelaar. Als u de
airconditioning niet kunt uitschakelen met de code die u
hebt geprogrammeerd voor de aan/uit-schakelaar,
verricht het programmeren dan nogmaals en
programmeer nu twee afzonderlijke codes, één voor
inschakelen en één voor uitschakelen.
Bepaalde afstandsbedieningscodes met uitzonderlijke
golfvormen kunnen hoe dan ook niet worden vastgelegd.
Wissen van afstandsbedieningscodes
Klik op “CODE CLEAR” in het “USER IR CODE
SETTING” menu.
Wissen van een enkele afstandsbedieningscode
1 Klik eerst op “SINGLE IR CODE CLEAR”.
Er verschijnt dan “SELECT CLEAR CODE KEY” op het
scherm.
2 Klik vervolgens op de toetscode die u wilt wissen.
Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven.
3 Klik nu op “YES” om de code te wissen.
Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm.
Als u bij nader inzien de code niet wilt wissen, klikt u
op “NO”.
Om nog een andere code te wissen, herhaalt u de stappen
2 en 3.
Wissen van alle USER IR codes
1 Klik op “USER IR CODE CLEAR”.
Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven.
2 Klik op “YES” om alle codes te wissen.
Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm.
Als u bij nader inzien de codes niet wilt wissen, klikt u
op “NO”.
Gebruik van de indexfunktie
Met de indexfunktie van het menusysteem kunt u voor
iedere weergavebron-keuzetoets een bepaald symbool
kiezen en een naam invoeren, en tevens kan voor
iedere radio-voorkeurzender een naam worden
ingevoerd. De namen kunnen maximaal acht letters
lang zijn.
1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “FUNC
INDEX” of “TUNER INDEX”.
2 Voor de weergavebron-keuzetoetsen
(FUNCTION INDEX)
1 Klik op het symbool dat u wilt wijzigen.
2
Klik in het symbolen-menu op het nieuwe symbool
dat u wilt gebruiken en klik dan op “RETURN”.
3 Klik op de weergavebron-keuzetoets waarvan u
de naam wilt aanpassen.
Voor de radio-voorkeurzenders (TUNER INDEX)
1 Klik op “LIST TUNER” zodat de
voorkeurzenderlijst verschijnt.
2 Klik op “A B C” om de pagina te kiezen en kies
vervolgens de zender waarvoor u een naam
wilt invoeren.
3 Voer nu een nieuwe naam in voor de betreffende
weergavebron of voor de zender, door
achtereenvolgens op elke letter van de naam te
klikken. De naam wordt automatisch vastgelegd.
Klik op de spatiebalk onder de letters om een
spatie in de naam in te voeren.
Bij een vergissing in de letterkeuze klikt u op ? of
/ om de cursor naar de letter te verplaatsen die u
wilt wijzigen en dan klikt u op de juiste letter.
Spatiebalk
TV FUNC
CD
IR
USER IR
SET
SET
INDEX
INDEX
FUNCTION SOUND SETUP
TUNER INDEX
FUNCTION INDEX SETTING
VIDEO 1 TAPE
DAT / MD
VIDEO 2
CD
VIDEO 3
TUNER
L D / DVD
PHONOSATL
MACRO 1
MACRO 2
FUNCTION INDEX SETTING
A
F
K
P
U
B
G
L
Q
V
C
H
M
R
W
D
I
N
S
X
E
J
O
T
Y
1
4
7
/
Z
2
5
8
0
3
6
9
*
+
bB
CAPS
EXITRETURN
30
NL
Extra instellingen en aanpassingen
Automatische weergavestart
bij inschakelen (AUTO START)
Met de “AUTO START” automatische weergavestart
kunt u de versterker instellen op het onmiddellijk
starten van de weergave van een gekozen
weergavebron, zodra u de versterker inschakelt.
1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “AUTO
START”.
2 Klik op de weergavebron die u automatisch wilt
laten afspelen zodra de versterker wordt
ingeschakeld.
Klik op “LAST” voor automatische
weergavestart met de laatst afgespeelde
weergavebron.
Klik op “MACRO 1” of “MACRO 2” voor het
automatisch uitvoeren van een “MACRO”
bedieningsreeks wanneer de versterker wordt
ingeschakeld. Let er in dit geval op dat de
“AUTO PLAY” afspeelfunktie is ingeschakeld.
Uitschakelen van de “AUTO START” funktie
Klik in stap 2 op “NO SET”.
Opmerking
Een “MACRO” bedieningsreeks waarin het “ALL OFF”
commando is opgenomen kan niet worden gekozen voor de
“AUTO START” weergavestart.
Automatisch afspelen van
weergavebronnen (AUTO PLAY)
Met de “AUTO PLAY” automatische afspeelfunktie
kunt u de weergavebronnen automatisch met afspelen
laten beginnen onmiddellijk nadat u de weergavebron
kiest in het “FUNCTION SELECT” menu. Bij
aflevering van de versterker staat de “AUTO PLAY”
afspeelfunktie ingeschakeld.
1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “OSD
SETUP”.
2 Klik op “AUTO PLAY: ON” of “OFF” om de
automatische afspeelfunktie in of uit te schakelen.
Opmerkingen
De “AUTO PLAY” afspeelfunktie zal niet werken wanneer
u de versterker bedient met de knoppen op het
voorpaneel.
Als de “AUTO PLAY” afspeelfunktie niet is ingeschakeld,
annuleert de versterker de automatische afspeelfunktie
van apparatuur die gewoonlijk begint met weergeven
wanneer deze wordt ingeschakeld (zoals bijv. laserdisc en
compact disc spelers). Om de automatische afspeelfunktie
van deze apparatuur te aktiveren, schakelt u de “AUTO
PLAY” afspeelfunktie van de versterker in.
OSD SETUP
AUTO PLAY
DEMO
IR OUTPUT
SEE-THROUGH
FEELING
LANGUAGE
AUTO OSD ERASE
POINTER ONLY
OFF
ON OFF
ON OFF
ON OFF
ENGLISH
SET
1 2 3 4 5
START
EXIT
RETURN
ON
OSD POSITION
SET
AUTO START SETTING
VIDEO 1 TAPE
DAT / MD
VIDEO 2
CD
VIDEO 3
TUNER
L D / DVD
PHONOSATL
MACRO 1
MACRO 2
EXIT
NO SET
LAST
RETURN
TV FUNC
CD
IR
USER IR
EXIT
SET
SET
INDEX
INDEX
AUTO START SLEEP TIMER
OSD SETUP
MACRO PLAY
FUNCTION SOUND SETUP
TUNER INDEX
TV FUNC
CD
IR
USER IR
EXIT
SET
SET
INDEX
INDEX
AUTO START SLEEP TIMER
OSD SETUP
MACRO PLAY
FUNCTION SOUND SETUP
TUNER INDEX
31
NL
Extra instellingen en aanpassingen
4 Klik op de ? of / pijl om de bedieningscodes te
zien die beschikbaar zijn voor de betreffende
toets.
De beschikbare codes verschijnen aan de
rechterkant van het scherm.
Om een pauze in te lassen tussen de
opeenvolgende bedieningsfunkties, klikt u
enkele malen op de ? of / pijl om de
tussenpauze-commando’s (WAIT 10s, WAIT 5s
en WAIT 1s) op het scherm te zien.
Om de bedieningscode voor het uitschakelen
van alle apparatuur in te voeren, klikt u enkele
malen op de ? of / pijl tot er “ALL OFF”
wordt aangegeven.
5 Klik op de gewenste afstandsbedieningscode.
De naam van de gekozen code verschijnt in de
verlicht aangegeven stap van de reeks en dan licht
de volgende stap op.
6 Herhaal de stappen 4 en 5 om de andere codes
van de reeks in te voeren, tot een maximum van
acht funkties.
Wissen van een ingevoerde bedieningscode
1 Klik op de code die u wilt wissen.
2 Klik enkele malen op de ? of / pijl tot de aanduiding
“NO SET” aan de rechterkant van het scherm verschijnt.
3 Klik op “NO SET” om de code te wissen.
Opmerking
Als de bedieningsreeks is gekozen voor automatische
uitvoering bij inschakelen, met de “AUTO START” funktie,
kunt u het “ALL OFF” commando niet in die
bedieningsreeks opnemen.
Uitvoeren van een bedieningsreeks
Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu en klik dan
op “MACRO 1” of “MACRO 2”. Nu worden de
gekozen bedieningsfunkties automatisch één voor één
uitgevoerd.
Door “MACRO” te kiezen bij de weergavebron-
instelling voor de “AUTO START” funktie (zie blz. 30),
zal de bedieningsreeks worden uitgevoerd wanneer de
versterker wordt ingeschakeld.
Automatisch verschillende
apparaten achtereen bedienen
(MACRO bedieningsreeks)
De “MACRO” bedieningsreeksen (1 en 2) dienen voor
het doorkoppelen van maximaal acht bedieningscodes,
zodat u de bijbehorende funkties met een enkel
commando kunt laten uitvoeren.
Programmeren van een MACRO
bedieningsreeks
1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op
“MACRO PLAY”.
2 Klik op “MACRO” 1 of 2.
3 Klik op stap 1 van de “MACRO” bedieningsreeks.
Dit wordt de eerste bedieningscode in uw vaste
bedieningsreeks.
MACRO PLAY SETTING
1
2
3
4
5
6
7
/?
8
1 2MACRO COMMAND
WAIT 10s
WAIT 5s
WAIT 1s
ALL OFF
NO SET
NO SET
NO SET
NO SET
NO SET
NO SET
NO SET
NO SET
NO SET
EXIT
RETURN
MACRO PLAY SETTING
1
2
3
4
5
6
7
/?
8
1 2MACRO COMMAND
WAIT 10s
WAIT 5s
WAIT 1s
ALL OFF
NO SET
NO SET
NO SET
NO SET
NO SET
NO SET
NO SET
NO SET
NO SET
EXIT
RETURN
TV FUNC
CD
IR
USER IR
EXIT
SET
SET
INDEX
INDEX
AUTO START SLEEP TIMER
OSD SETUP
MACRO PLAY
FUNCTION SOUND SETUP
TUNER INDEX
VIDEO 1 TAPE
DAT / MD
VIDEO 2
CD
VIDEO 3
TUNER
L D / DVD
PHONOSATL
MACRO 1
MACRO 2
EXIT
FUNCTION SOUND SETUP
5.1 INPUT
32
NL
Extra instellingen en aanpassingen
Aanpassen van de
gevoeligheid van de
afstandsbediening
U kunt kiezen uit vijf verschillende
gevoeligheidswaarden voor het bepalen van de
snelheid waarmee de aanwijzer over het scherm
beweegt.
1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “OSD
SETUP”.
2 Klik op een “FEELING” waarde van 1 tot 5 om de
gewenste gevoeligheid/aanwijssnelheid te kiezen.
Hoe hoger de waarde, des te sneller zal de
aanwijzer bewegen.
Wijzigen van de instellingen
voor de beeldscherm-weergave
Kiezen van de beeldscherm-weergave parameters
U kunt een van de drie speciale beeldscherm-
weergavefunkties inschakelen (“AUTO OSD ERASE”,
“POINTER ONLY” en “DEMO”) en de taal kiezen die in
de beeldscherm-aanduidingen wordt gebruikt
(“LANGUAGE”). Bovendien kunt u met “IR OUTPUT” in
dit menu kiezen of de infrarode signalen ook via de
infrarood-signaalzender moeten worden doorgegeven.
1
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het “SETUP”
menu verschijnt en klik dan op “OSD SETUP”.
2 Kies de parameters die u wilt wijzigen.
Klik op “AUTO OSD ERASE: ON” of “OFF”,
“POINTER ONLY: SET” of “DEMO: START”, al naar
gelang de beeldscherm-funktie die u wilt gebruiken.
Aanduidingsonderdrukking (AUTO OSD
ERASE): Deze aanduidingsonderdrukking kan
handig zijn tijdens het bedienen van een
laserdisc-beeldplatenspeler, om de
hoofdstuknummers te zien die anders schuil
zouden gaan achter de bedieningsaanduidingen.
Met deze funktie ingeschakeld verdwijnen de
beeldscherm-aanduidingen wanneer u de
richtingstoets op de afstandsbediening
ingedrukt houdt. Zodra u de toets loslaat,
verschijnen de bedieningsaanduidingen weer.
Enkel de aanwijzer in beeld (POINTER ONLY):
Met deze funktie zorgt u dat alleen de aanwijzer
(het handje) in beeld blijft tijdens weergave,
zodat u hiermee naar belangrijke punten kunt
wijzen (voor een video-presentatie e.d.).
Wanneer u klikt op “POINTER ONLY: SET”
verdwijnen alle beeldscherm-aanduidingen
behalve de aanwijzer en de EXIT toets. Om de
aanwijzer vast te houden, houdt u de
richtingstoets op de afstandsbediening ingedrukt.
Demonstratie (DEMO): Met deze funktie schakelt
u een demonstratieprogramma in dat de diverse
funkties van de versterker uitlegt. Houd er echter
wel rekening mee dat bij de demonstratie
allerlei instellingen (zoals de akoestiek-
parameters) zullen worden vervangen door de
vaste waarden van het programma. Klik op
“START” wanneer u het demonstratieprogramma
wilt inschakelen. Om de demonstratie te stoppen,
drukt u op een willekeurige toets van de
afstandsbediening of de versterker.
OSD SETUP
AUTO PLAY
DEMO
IR OUTPUT
FEELING
LANGUAGE
AUTO OSD ERASE
POINTER ONLY
OFF
ON OFF
ON OFF
ENGLISH
SET
1 2 3 4 5
START
EXIT
RETURN
ON
OSD POSITION
SET
OSD SETUP
AUTO PLAY
DEMO
IR OUTPUT
FEELING
LANGUAGE
AUTO OSD ERASE
POINTER ONLY
OFF
ON OFF
ON OFF
ENGLISH
SET
1 2 3 4 5
START
EXIT
RETURN
ON
OSD POSITION SET
33
NL
Extra instellingen en aanpassingen
V
B
v
b
EXIT
Klik op “LANGUAGE” (ENGLISH, FRENCH,
GERMAN) om de gewenste taal te kiezen.
Taal (LANGUAGE): Hiermee kunt u de taal
instellen die gebruikt wordt in de aanduidingen
op het TV-scherm en in het uitleesvenster op
het voorpaneel van de versterker. U kunt kiezen
uit drie talen: Engels, Frans en Duits.
Om de infrarood-signaaloverdracht (IR
OUTPUT) instelling om te schakelen, klikt u op
“IR OUTPUT: ON” of “OFF”. Wanneer u voor
deze funktie “OFF” kiest, worden de infrarode
signalen slechts doorgegeven via de IR OUT
aansluiting op het achterpaneel. De infrarood-
signaalzender op het voorpaneel geeft dan geen
enkel signaal meer door. Zolang de “IR
OUTPUT” funktie op “OFF” staat, is in het
hoofdmenu de aanduiding “IR OFF” zichtbaar.
Gewoonlijk kunt u de “IR OUTPUT” funktie het
best op “ON” laten staan.
Verschuiven van de positie van de
beeldscherm-aanduidingen
Volg de onderstaande aanwijzingen om de
beeldscherm-aanduidingen zo te verschuiven dat deze
precies midden op het TV-scherm zijn.
1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “OSD
SETUP”.
2 Klik op “OSD POSITION SET”.
Nu verschijnt het beeldweergave-instelscherm.
3 Klik op de randen van het bedieningsscherm om
deze zo te verstellen dat u ze links, rechts, boven
en onder in beeld krijgt zoals u wilt.
OSD SETUP
AUTO PLAY
DEMO
IR OUTPUT
FEELING
LANGUAGE
AUTO OSD ERASE
POINTER ONLY
OFF
ON OFF
ON OFF
ENGLISH
SET
1 2 3 4 5
START
EXIT
RETURN
ON
OSD POSITION
SET
34
NL
Extra instellingen en aanpassingen
Bediening van een compact
disc wisselaar
Overnemen van de disc-titels uit een Sony
CD-wisselaar voorzien van een CTRL A1
aansluiting
Als u beschikt over een Sony compact disc wisselaar
met een CTRL A1 aansluiting, kunt u alle disc-titels in
de CD-wisselaar automatisch overzetten naar het
geheugen van de versterker, zodat u niet alle namen
één voor één opnieuw hoeft in te voeren.
Zorg dat de CONTROL A1 verbinding gemaakt is (zie
blz. 7) en de CD-wisselaar geregistreerd is als een
“Sony CONTROL A1 CD” in het “IR CODE SETTING”
menu (zie blz. 15).
1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “CD
INDEX”.
2 Klik op “DATA LOAD”.
De gegevens worden nu uit de CD-wisselaar
overgenomen en na enkele minuten verschijnen
de disc-titels in het “CD INDEX SETTING”
menuscherm.
Opmerking
Als de volgende letters en symbolen zijn gebruikt in de disc-
titels in de CD-wisselaar, zullen ze in het beeldschermmenu
worden vervangen door spaties: # $ ; • ä ö ü.
SLEEP TIMER SETTING
HOUR
SLEEP
+
MIN SEC
20000::
EXITRETURN
CD INDEX SETTING
3
4
5
6
7
>
2
1
8
9
10
.
TITLE
GROUP
SELECT
LOAD
DATA
EXITRETURN
n 2:00:00 n 1:30:00n 1:00:00 n 0:30:00 n OFF
Gebruik van de sluimerfunktie
U kunt de versterker zo instellen dat deze automatisch
na het verstrijken van een bepaalde tijdsduur
uitschakelt.
1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “SLEEP
TIMER”.
2 Klik enkele malen op “TIMER” om de sluimertijd
in te stellen waarna de versterker zal worden
uitgeschakeld.
De aanduiding van de sluimertijd verspringt als
volgt:
De aanduiding “SLEEP” verschijnt linksboven in
het hoofdmenu.
z U kunt de tijdsduur naar wens tot op de minuut
nauwkeurig instellen.
Klik op “+” of “–” om de tijd in stapjes van 1 minuut in
te stellen. De maximale tijdsduur is 5 uur.
z Tijdens het gebruik van de sluimerfunktie kunt u de
resterende tijdsduur kontroleren tot de versterker
door de sluimerfunktie wordt uitgeschakeld.
Klik op “FUNCTION” en klik dan op “SLEEP”. De
resterende tijdsduur wordt op het TV-scherm
aangegeven.
TUNER INDEX
TV FUNC
CD
IR
USER IR
SET
SET
INDEX
INDEX
FUNCTION SOUND SETUP
TV FUNC
CD
IR
USER IR
EXIT
SET
SET
INDEX
INDEX
AUTO START SLEEP TIMER
OSD SETUP
MACRO PLAY
FUNCTION SOUND SETUP
TUNER INDEX
35
NL
Extra instellingen en aanpassingen
Uw compact discs in groepen indelen
Via het beeldschermmenu kunt u de compact discs in
een CD-wisselaar onderverdelen in een aantal groepen.
1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “CD
INDEX”.
2 Klik op “SELECT” en klik dan op de compact disc
die u in een bepaalde groep wilt plaatsen.
Als de gewenste CD niet in de lijst op het scherm
voorkomt, klik dan op de > of . pijl.
3 Klik op de namen van de groepen waarin u de
gekozen CD wilt plaatsen.
Verwijderen van een CD uit een of meer groepen
Klik in stap 3 op de verlichte groepsnaam zodat deze dooft.
z U kunt een CD ook in meerdere groepen plaatsen
Om bijvoorbeeld een CD in zowel “GROUP 1” als
“GROUP 4” te plaatsen, klikt u in stap 3 op de namen
van beide groepen zodat deze oplichten.
Invoeren van namen voor de compact discs
U kunt namen bestaande uit 12 tekens invoeren voor
iedere compact disc (maximaal voor 200 discs) of groep
discs in de CD-wisselaar.
1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “CD
INDEX”.
2 Om een bepaalde compact disc van een titel te
voorzien, klikt u op “TITLE”. Stel daarna in op
het nummer van de disc door op de > of . pijl
te klikken en klik dan op de disc waarvoor u
een titel wilt invoeren.
Om een groep compact discs van een titel te
voorzien, klikt u op “GROUP” en klikt dan op
de groep CD’s die u een gemeenschappelijke
groepsnaam wilt geven.
3 Voer nu een titel in voor de betreffende compact
disc of groep, door achtereenvolgens op elke
letter van de naam te klikken. De titel wordt
automatisch vastgelegd.
Klik op de spatiebalk onder de letters om een
spatie in te voeren.
Bij een vergissing in de letterkeuze klikt u op ? of
/ om de cursor naar de letter te verplaatsen die u
wilt wijzigen en dan klikt u op de juiste letter.
CD INDEX SETTING
3
4
5
6
7
>
2
1
8
9
10
.
TITLE
GROUP
SELECT
LOAD
DATA
EXITRETURN
CD INDEX SETTING
3
4
5
6
7
>
2
1
8
9
10
.
TITLE
GROUP
SELECT
LOAD
DATA
EXITRETURN
GROUP 3
GROUP 4
GROUP 5
GROUP 6
GROUP 7
GROUP 2
GROUP 1
GROUP 8
GROUP 9
GROUP 10
CD INDEX SETTING
A
F
K
P
U
B
G
L
Q
V
C
H
M
R
W
D
I
N
S
X
E
J
O
T
Y
1
4
7
/
Z
2
5
8
0
3
6
9
*
+
bB
CAPS
10
vV
EXITRETURN
CD INDEX SETTING
>
30
.
TITLE
GROUP
SELECT
LOAD
DATA
EXITRETURN
Love Songs
Best of AA
Best of BB
Best of CC
Best of DD
BGM B
BGM A
29
28
27
26
25
24
23
22
21
CD INDEX SETTING
3
4
5
6
7
2
1
8
9
10
EXITRETURN
GROUP 3
GROUP 4
GROUP 5
GROUP 6
GROUP 7
GROUP 2
GROUP 1
GROUP 8
GROUP 9
GROUP 10
Spatiebalk
(wordt vervolgd)
36
NL
Extra instellingen en aanpassingen
USERSUBLIST
()0pP=+
ALPHABET
>
10
.
EXIT
9
8
7
6
5
4
3
2
1
(+=pP
GROUP NUMBER
>
10
.
EXIT
9
8
7
6
5
4
3
2
1
(+=pP
ALPHABET GROUP NUMBER
1
SELECT
GROUP
>
10
.
EXIT
9
8
7
6
5
4
3
2
1
(+=pP
ALPHABET GROUP NUMBER
Opzoeken van een bepaalde compact disc
1 Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu en klik
dan op “CD”.
2 Klik op “LIST”.
3 Aangeven van alle compact discs in alfabetische
volgorde
1 Klik op “ALPHABET”. De compact discs
verschijnen in alfabetische volgorde op het
scherm.
2 Klik op de disc. Als de disc die u zoekt niet op
het scherm staat, klik dan op de > of . pijl.
Aangeven van de compact discs in een bepaalde
groep
1 Klik op “GROUP”.
De “GROUP SELECT” toets en een
groepsnummer verschijnen aan de rechterkant
van het scherm. Als er geen compact discs in de
gekozen groep zijn geplaatst, verschijnt de
aanduiding “NO ENTRY”.
2 Klik op “SELECT” om de groepen 1 - 10 op te
roepen.
3 Klik op de gewenste groep.
Het groepsnummer en de compact discs in de
betreffende groep worden op het scherm
aangegeven.
4 Klik op de disc. Als de disc die u zoekt niet op
het scherm staat, klik dan op de > of . pijl.
Aangeven van alle compact discs in de
nummervolgorde
1 Klik op “NUMBER”. De compact discs
verschijnen in de nummervolgorde op het
scherm.
2 Klik op de disc. Als de disc die u zoekt niet op
het scherm staat, klik dan op de > of . pijl.
De weergave van de gekozen compact disc zal
automatisch beginnen.
Opmerkingen
Afhankelijk van het type CD-wisselaar dat is aangesloten
(een 3- of 5-disc wisselaar, enz.) zult u de gewenste disc
niet altijd kunnen kiezen, ook al klikt u op de titel van de
disc in de lijst. In dat geval kunt u de compact disc beter
kiezen via het normale CD bedieningsmenu.
Als uw compact disc wisselaar van een ander merk is en
de methode voor het beginnen met afspelen is niet als
volgt: 1 indrukken van een nummertoets, gevolgd door
2 een druk op de disc-weergavetoets, dan kan het
afspelen niet altijd beginnen wanneer u op de titel van de
disc klikt. In dat geval gaat u terug naar het hoofdmenu,
klikt u op “SUB” en vervolgt u met de bediening van de
compact disc wisselaar zoals u deze normaal bedient.
37
NL
Gebruik van de toetsen op het voorpaneel
1
@∞ !∞!•
!™0532 6 894 7
@™
Overzicht van het voorpaneel
U kunt de versterker ook bedienen met de toetsen op
het voorpaneel. Zie de bladzijden aangegeven tussen
haakjes voor nadere bijzonderheden betreffende de
bediening.
1 Aan/uit-schakelaar (POWER)
2 Akoestiek-indikator (SUR) (40)
Toon-indikator (TONE) (40)
Index-indikator (INDEX) (42)
3 Digitale signaalverwerkingstoetsen
4 Infrarood-emitter (4)
5 Weergavebron-indikators (FUNCTION)
6 5.1 INPUT indikator (39)
7 DIRECT PASS indikator (39)
8 Leersensor-indikator (LEARNING SENSOR)
9 Infrarood-sensor (14)
0 Lagetonenversterkingstoets (BASS BOOST) en
indikator (39)
Volumeregelaar (MASTER VOLUME) (38)
!™ Balansregelaar (BALANCE) (39)
Video-ingangsaansluitingen (VIDEO 3) (9)
Klankbeeldtoetsen (SOUND FIELD) (40)
Klankbeeldfunktie aan/uit-toets (SOUND FIELD
ON/OFF)
Muziekgenre-toets (GENRE)
Klankbeeld-keuzetoets (MODE)
!∞ Insteltoets (SET UP) (41)
5.1 kanaals ingangstoets (5.1 INPUT) (39)
Direkt-weergavetoets (DIRECT PASS) (39)
!• Geluidsbron-keuzetoetsen (AUDIO FUNCTION)
(38)
Beeldbron-keuzetoetsen (VIDEO FUNCTION)
(38)
Uitleesvenster
Infrarood-ontvanger (11)
@™ Ruststand-indikator (STANDBY)
Aanduidingstoets (DISPLAY) (42)
Lichtdimtoets (DIMMER) (39)
@∞ Hoofdtelefoon-aansluiting (PHONES) (39)
Luidspreker-keuzeschakelaar (SPEAKERS) (8)
Keuzetoets voor digitale
signaalverwerkingsfunktie (DPC MODE) (40, 42)
38
NL
Gebruik van de toetsen op het voorpaneel
1
2
5
4
3
Beschrijving van de
afstandsbediening
Alhoewel u met behulp van de richtingstoets praktisch
alle funkties van de versterker kunt bedienen, zijn er
bepaalde funkties waarvoor u tevens de “snel”
bedieningstoetsen van de afstandsbediening kunt
gebruiken. Zie de bladzijden aangegeven tussen
haakjes voor nadere bijzonderheden betreffende de
bediening.
1 Richtingstoets (11, 12)
2 Volumetoetsen (VOL +/–) (20)
3 Volledig-uitschakelen toets (ALL OFF)
4 TV/video-omschakeltoets (TV/VIDEO)
TV: Omschakelen van de ingangsfunktie van de
TV.
5 Funktie-illuminatie bedieningstoets (FLASHER)
(42)
Kiezen van een weergavebron
Zie blz. 20 voor het gebruik van beeldscherm-
bediening.
1 Druk op de POWER schakelaar om de versterker
in te schakelen en druk dan meermalen op de
VIDEO FUNCTION of AUDIO FUNCTION toets
totdat de gewenste weergavebron in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
VIDEO FUNCTION
Voor het luisteren of kijken naar Kiest u*
Een videocassette VIDEO 1, VIDEO 2
of VIDEO 3
Een laserdisc (LD) of DVD LD/DVD
Een satelliet-uitzending SATL
* In het FUNCTION weergavebron-instelmenu (zie blz.
41) kunt u de namen wissen van de apparatuur die u
niet heeft aangesloten. Als een bepaalde funktie in het
FUNCTION instelmenu op “NO” is ingesteld, kan de
betreffende apparatuur niet gekozen worden.
AUDIO FUNCTION
Voor het luisteren of kijken naar Kiest u*
Een digitale audiocassette (DAT) DAT/MD
of minidisc (MD)
Een compact disc (CD) CD
Een normale audiocassette TAPE
Een radioprogramma TUNER
Een grammofoonplaat PHONO
* In het FUNCTION weergavebron-instelmenu (zie blz.
41) kunt u de namen wissen van de apparatuur die u
niet heeft aangesloten. Als een bepaalde funktie in het
FUNCTION instelmenu op “NO” is ingesteld, kan de
betreffende apparatuur niet gekozen worden.
2 Begin met de weergave van de gekozen
programmabron en stel het volume in met de
MASTER VOLUME regelaar.
39
NL
Getting StartedGebruik van de toetsen op het voorpaneel
geluidsweergave
Om Doet u het volgende
De lage tonen te versterken Druk op de BASS BOOST
toets zodat de BASS
BOOST indikator oplicht.
De geluidsbalans in te stellen Draai de BALANCE
regelaar naar links (L) of
rechts (R).
Te genieten van een zuivere Druk op de DIRECT PASS
toets zodat het
geluidssignaal niet meer
via de circuits voor de
klankregeling,
basversterking en
akoestiekfunkties loopt.
De DIRECT PASS
indikator licht op.
z Luisteren via een hoofdtelefoon
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting
en zet de SPEAKERS schakelaar op “OFF”.
z Weergeven van gedecodeerde Dolby Digital (AC-3)
programmabronnen
Druk op de 5.1 INPUT toets. De 5.1 INPUT indikator
licht op en de ingangsfunktie schakelt automatisch over
naar LD/DVD. Voor weergave van de analoge signalen
die via de LD/DVD aansluitingen binnenkomen, kiest u
“LD/DVD” met behulp van de VIDEO FUNCTION
keuzetoeten.
z Instellen van de helderheid van de aanduidingen in
het uitleesvenster
Druk meermalen op de DIMMER toets tot de gewenste
helderheid is verkregen.
Gelijktijdige weergave van audio- en video-
apparatuur
1 Kies het gewenste video-apparaat met de VIDEO
FUNCTION toetsen.
2 Kies het gewenste audio-apparaat met de AUDIO
FUNCTION toetsen
3 Begin met de weergave van de gekozen audio- en
video-apparatuur.
Opnemen
Zie blz. 22 voor het gebruik van de beeldscherm-
bediening.
1 Gebruik de VIDEO FUNCTION of AUDIO
FUNCTION toetsen om het weergave-apparaat te
kiezen.
2 Steek een lege cassette in het opname-apparaat en
stel indien nodig het opnameniveau in.
3 Start het opnemen op het opname-apparaat en
begin de weergave van het weergave-apparaat.
Stoppen met opnemen
Zet beide apparaten in de stopstand.
Opmerkingen
Geluidssignalen die binnenkomen via de 5.1 INPUT
aansluitingen kunnen niet worden opgenomen.
Geluidssignalen die binnenkomen via de TAPE IN
aansluitingen kunnen niet worden opgenomen.
Bij opnemen op apparatuur aangesloten op de DAT/MD
REC OUT of TAPE REC OUT aansluitingen zal bijregelen
van het weergegeven geluid geen effect hebben op het
opgenomen geluid.
40
NL
Gebruik van de toetsen op het voorpaneel
Geluidsbijregeling
De gemaakte instellingen worden automatisch vastgelegd.
Kiezen van het gewenste klankbeeld
Zie blz. 25 voor het gebruik van beeldscherm-bediening.
Druk meermalen op de GENRE toets om het gewenste
klankbeeldgenre te kiezen en druk dan herhaaldelijk
op de MODE toets totdat het gewenste klankbeeld in
het uitleesvenster wordt aangegeven. Zie blz. 24
voor de klankbeeldenlijst.
Uitschakelen van de klankbeeldfunktie
Druk op de SOUND FIELD ON/OFF toets.
Instellen van de toonparameters
Zie blz. 26 voor het gebruik van beeldscherm-
bediening.
1 Geef een geluidsbron weer en kies dan het
klankbeeld dat u wilt bijregelen.
2 Druk meermalen op de DPC MODE toets totdat
de TONE indikator in het uitleesvenster oplicht.
3 Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen
(
/ ) om BASS of TREBLE te kiezen.
Lagetonen-regeling
Oorspronkelijke instelling : 0 dB
Hogetonen-regeling
Oorspronkelijke instelling : 0 dB
4 Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen
(
/ ) om het gewenste niveau in te stellen. U
kunt het niveau instellen tussen ±10 dB, in stapjes
van 2 dB.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 naar vereist.
z Uitschakelen van de klankkleur- of toonregeling
zonder de instellingen te annuleren
Druk op de DIRECT PASS toets.
Instellen van de akoestiek-parameters
Zie blz. 27 voor het gebruik van de beeldscherm-
bediening.
1 Geef een geluidsbron weer en kies dan het
klankbeeld dat u wilt bijregelen.
2 Druk meermalen op de DPC MODE toets totdat
de SUR indikator in het uitleesvenster oplicht.
3 Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen
(
/ ) om de parameter te kiezen die u wilt
instellen.
Zie “Akoestiek-parameters (SUR)” hieronder voor
nadere bijzonderheden.
4 Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen
(
/ ) om de gewenste instelling te maken.
Opmerking
Afhankelijk van de diverse instellingen is het mogelijk dat
bepaalde menu-onderdelen niet bijgeregeld kunnen worden.
Deze onderdelen zijn gedimd aangegeven in het uitleesvenster.
Akoestiek-parameters (SUR)
Intensiteit van het akoestiekeffekt
Hiermee kunt u de “nadruk” van het gekozen
akoestiekeffekt bepalen.
Vertragingstijd (alleen voor Dolby Surround
akoestiekeffekt)
De oorspronkelijke instelling is : DELAY 20
Met deze parameter kunt u de vertragingstijd van het Dolby
Pro Logic akoestiekeffekt instellen.
Zie blz. 27 voor nadere bijzonderheden.
Geluidssterkte van de achterluidsprekers
De oorspronkelijke instelling is : REAR SP 0 dB
Hiermee kunt u de geluidssterkte van de achterluidsprekers
bijregelen.
Zie blz. 19 of 27 voor nadere bijzonderheden.
Geluidssterkte van de middenluidspreker
De oorspronkelijke instelling is : CENT.SP 0 dB
Hiermee kunt u de geluidssterkte van de middenluidspreker
bijregelen.
Zie blz. 19 of 27 voor nadere bijzonderheden.
41
NL
Getting StartedGebruik van de toetsen op het voorpaneel
Aanpassen van de
bedieningsfunkties van de
versterker
Er zijn diverse menu-onderdelen waarmee u de
versterker kunt aanpassen aan de specifieke
eigenschappen van uw luisterruimte, uw luidsprekers,
uw apparatuur en uw persoonlijke voorkeur.
Zie blz. 19 voor het gebruik van de beeldscherm-
bediening voor het instellen van de luidsprekers.
1 Druk op de SET UP toets.
De aanduiding “SET UP” verschijnt in het
uitleesvenster.
2 Druk meermalen op de SET UP toets zodat een
van de volgende menu’s verschijnt:
CENTER MODE
DISPLAY SETUP
FUNCTION HOOKUP
3 Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen
(
/ ) om de parameter te kiezen die u wilt
instellen.
4 Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen
(
/ ) om de gewenste instelling te maken.
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 voor alle parameters
die u wilt instellen.
6 Druk tweemaal op de SET UP toets om de
instelfunktie te verlaten.
Instelparameters
Middenkanaal-aanpassing
De oorspronkelijke instelling is : CENTER [NORMAL]
Zie blz. 18 voor nadere bijzonderheden.
p DISPLAY uitleesvenster-instelmenu
Helderheid van het uitleesvenster
Deze instelling bepaalt de helderheid van de aanduidingen
in het uitleesvenster op het voorpaneel.
U kunt kiezen uit vier instellingen.
Control A1 funktie
De oorspronkelijke instelling is : CTRL A1 [AUTO]
Deze parameter regelt de aanduidingsinstelling voor de
Control A1 apparatuur.
Als u AUTO kiest, wordt “PLAY”, “STOP”, “PAUSE” of
“REC” voor ongeveer 8 sekonden aangegeven wanneer de
bedieningsfunktie wordt omgeschakeld.
Als u FIX kiest, wordt “PLAY”, “STOP”, “PAUSE”, “REC”
of de inhoud van de disc- of het muziekstuk-memo van de
compact disc of minidisc, kontinu aangegeven.
Als u OFF kiest, wordt de bedrijfsstatus-aanduiding
uitgeschakeld.
Opmerkingen
Deze instelling is alleen van kracht wanneer de
afstandsbedieningscode-instelling is ingesteld op “Sony
Control A1”.
Als de disc- of het muziekstuk-memo een teken bevat
dat de versterker niet in het uitleesvenster kan
weergeven, verschijnt “.” in plaats van het teken.
p FUNCTION weergavebron-instelmenu
VIDEO 1, VIDEO 2, LD/DVD, SATL, TAPE, DAT/MD, CD,
TUNER, PHONO
De oorspronkelijke instelling is : YES
Via dit menu kunt u in de weergavebronlijst de namen
wissen van de niet aangesloten apparatuur.
Als u “YES” instelt, wordt de naam van de apparatuur
(d.w.z. de naam van de aansluitingen) in de lijst getoond.
Als u “NO” instelt, wordt de naam van de apparatuur uit
de lijst gewist.
Opmerkingen
Als een bepaalde weergavebron op “NO” is ingesteld,
kan deze niet gekozen worden.
Als een S-LINK signaal (Control A1, Control-S) via de S-
LINK aansluiting binnenkomt van een apparaat
waarvoor de “NO” instelling is gekozen, zal
automatisch de “YES” instelling geselecteerd worden en
wordt er op de betreffende programmabron
overgeschakeld.
42
NL
Gebruik van de toetsen op het voorpaneel
Afstandsbediening van
apparatuur zonder de TV
(FLASHER illuminatie)
De “FLASHER” funktie-illuminatie zorgt dat u
geluidsbronnen op afstand kunt bedienen zonder het
bedieningsmenu op het TV-scherm, met alleen de
afstandsbediening en de toetsen op het voorpaneel van
de versterker.
1 Druk op de FLASHER toets van de
afstandsbediening om de
bedieningsaanduidingen op het TV-scherm uit te
schakelen.
Als u naar een geluidsbron aan het luisteren bent,
zal het TV-toestel automatisch worden
uitgeschakeld.
2 Druk meermalen op de linker- of rechterkant van
de richtingstoets.
Telkens wanneer u op de richtingstoets drukt,
toont de versterker een andere bedieningsfunktie
(de FUNCTION indikators lichten eveneens op
om u te helpen bij het onderscheiden van de
verschillende bedieningsfunkties).
In de onderstaande tabel ziet u de
bedieningsfunkties die voor ieder apparaat
beschikbaar zijn.
Apparaat Bedieningsfunktie
VIDEO 1, 2, 3 FLASHER OFF, POWER ON/OFF,
0, (, ), p, P, CH –, CH +, REC
LD/DVD FLASHER OFF, POWER ON/OFF,
0, (, ), p, P, =, +
CD FLASHER OFF, POWER ON/OFF*,
0, (, ), p, P, =, +,
DISC SKIP
TUNER FLASHER OFF, PRESET CH –,
PRESET CH +
TAPE FLASHER OFF, POWER ON/OFF,
0, (, ), p, P, REC
DAT FLASHER OFF, 0, (, ), p, P,
=, +, REC
MD FLASHER OFF, POWER ON/OFF,
0, (, ), p, P, =, +, REC
PHONO FLASHER OFF
SATL FLASHER OFF, POWER ON/OFF,
CH –, CH +
5.1 INPUT FLASHER OFF, POWER ON/OFF,
0, (, ), p, P, =, +
* Alleen Sony compact disc spelers.
Gebruik van de indexfunktie
Met de indexfunktie kunt u voor iedere weergavebron
een naam van maximaal acht letters invoeren.
Zie blz. 29 voor het gebruik van beeldscherm-bediening.
1 Druk meermalen op de AUDIO FUNCTION of
VIDEO FUNCTION toetsen om de weergavebron
te kiezen waarvoor u een naam wilt invoeren.
2 Druk meermalen op de DPC MODE toets totdat
de INDEX indikator oplicht.
3 Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen
om de naam in te voeren.
Druk op de of toets om de letter te kiezen en
druk dan op de
toets om de cursor naar de
volgende positie te verplaatsen. De naam wordt
automatisch in het geheugen vastgelegd.
Om een spatie in te voeren, drukt u op de
of
toets totdat er een blanco vakje (spatie) in het
uitleesvenster verschijnt. Het spatie-teken bevindt
zich tussen " en A.
Als u een fout heeft gemaakt, drukt u meermalen
op de
of toets totdat de letter die u wilt
veranderen knippert. Kies vervolgens de nieuwe
letter.
4 Herhaal de stappen 1 t/m 3 voor alle apparatuur
of zenders die u van een naam wilt voorzien.
z Omschakelen van de aanduiding
Bij meermalen indrukken van de DISPLAY toets wordt
er als volgt omgeschakeld tussen de aanduidingen:
indexnaam (zelf ingevoerde naam) n op de fabriek
ingestelde naam (of de zenderfrekwentie) n
muziekstuk-memo*
1)
n disc-memo*
1)
Als de Control-A1 aanduidingsfunktie op “AUTO” of
“FIX” is ingesteld bij het luisteren naar een Control-
A1 compatibel cassettedeck of DAT deck, zullen de
Control-A1 bedieningsaanduidingen samen met de
indexnaam of de op de fabriek ingestelde apparatuur-
naam in het uitleesvenster worden aangegeven.
Bijvoorbeeld: TAPE [PLAY] n Indexnaam [PLAY]
*
1)
Als de Control-A1 aanduidingsfunktie op “FIX” is
ingesteld bij het luisteren naar een Control-A1
compatibele compact disc speler of minidisc-recorder,
kunt u de disc-memo en de muziekstuk-memo
informatie aangeven in aanvulling op de Control-A1
bedieningsinformatie.
Bijvoorbeeld: CD [PLAY] n Indexnaam [PLAY] n
Disc-memo*
2)
n Muziekstuk-memo*
3)
*
2)
Maximaal 13 tekens voor compact disc (15 voor
minidisc).
*
3)
Maximaal 14 tekens voor compact disc (15 voor
minidisc).
43
NL
Getting StartedGebruik van de toetsen op het voorpaneel
3 Druk op het midden van de richtingstoets
wanneer de gewenste bedieningsfunktie in het
uitleesvenster verschijnt.
De “<------>” en “<------” aanduidingen betekenen
dat er geen bedieningsfunkties beschikbaar zijn
op de huidige “FLASHER” funktie-illuminatie
positie.
Kiezen van een andere weergavebron
Druk op de boven- of onderkant van de richtingstoets. De
namen van de apparaten verschijnen achter elkaar in het
uitleesvenster. Als u een video-apparaat kiest, zal het TV-
toestel automatisch worden ingeschakeld.
Tijdelijk uitschakelen van de “FLASHER” funktie
Druk meermalen op de linker- of rechterkant van de
richtingstoets totdat de aanduiding “FLASHER OFF”
verschijnt en druk dan op het midden van de richtingstoets.
U kunt de “FLASHER” funktie ook laten vervallen door op
de FLASHER toets van de afstandsbediening te drukken.
z Als u de versterker uitschakelt terwijl de “FLASHER”
funktie ingeschakeld is
De volgende keer dat u de versterker inschakelt,
verschijnt de aanduiding “FLASHER START” en komt
de versterker in de “FLASHER” stand te staan.
44
NL
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen
Mocht er zich bij het gebruik van de versterker een van
de volgende problemen voordoen, loop dan deze lijst
van kontrolepunten na. Kontroleer echter eerst of het
netsnoer stevig is aangesloten. Kunt u het probleem
niet verhelpen aan de hand van de onderstaande lijst,
neemt u dan a.u.b. kontakt op met uw dichtstbijzijnde
Sony handelaar.
Stroom
Het TV-toestel wordt uitgeschakeld bij inschakelen van
de versterker met de afstandsbediening.
/ Zorg dat de TV is uitgeschakeld voor u de
versterker met de afstandsbediening
inschakelt.
Bij het kiezen van een weergavebron met de
afstandsbediening wordt de gekozen weergavebron
uitgeschakeld.
/ De weergavebron was ingeschakeld met een
andere afstandsbediening. Schakel de
weergavebron alleen in met de
afstandsbediening van de versterker of met
de hand (nadat de weergavebron gekozen is).
Bepaalde apparatuur wordt niet uitgeschakeld bij het
indrukken van de “ALL OFF” toets.
/ De betreffende apparatuur was ingeschakeld
met een andere afstandsbediening. Schakel de
apparatuur met de hand uit.
Beeldscherm-bediening
De bedieningsaanduidingen verschijnen niet op het TV-
scherm.
/ Kontroleer of op het TV-toestel de juiste
ingangsfunktie is gekozen.
/ Zet het TV-toestel verder van de
geluidsinstallatie vandaan.
/ Kies de juiste apparatuur op de versterker.
De beeldscherm-aanduidingen reageren niet op de
afstandsbediening of de aanduidingen verdwijnen.
/ Kontroleer of u de afstandsbediening niet te
ver van de infrarood-sensor vandaan houdt.
Bij het kiezen van een weergavebron met de
afstandsbediening worden de beeldscherm-aanduidingen
vervormd.
/ Deze vervorming kan veroorzaakt worden
door vervorming in het videosignaal. De
storing duidt niet op een foutief funktioneren
van het apparaat.
De beeldscherm-bediening is moeilijk of onmogelijk
vanwege niet of nauwelijks leesbare aanduidingen op
het TV-scherm.
/ Bij aansluiten van twee of meer
videorecorders dient u in de verbinding met
de TV-antenne een signaalverdeler op te
nemen om videosignalen van goede kwaliteit
te krijgen.
/ Maak de koppen van de videorecorder
schoon.
/ Stel niet in op kanalen waarop geen TV-
zender wordt ontvangen. Zorg dat de kanalen
zonder TV-ontvangst bij de zenderkeuze
worden overgeslagen.
De afstandsbediening werkt niet.
/ Vervang beide batterijen in de
afstandsbediening door nieuwe.
/ Er bevindt zich een obstakel tussen de
infrarood-sensor op de versterker en de kop
van de afstandsbediening.
/ De infrarood-signalen die door de infrarood-
emitter worden uitgestuurd, worden niet
ontvangen door de infrarood-sensor van de
apparatuur die bediend moet worden. Sluit in
dit geval de infrarood-signaalzender aan op
de IR OUT aansluiting aan de achterzijde van
de versterker (zie blz. 6).
Geluid
Er klinkt geen geluid of de geluidssterkte blijft te gering.
/ Kontroleer of alle luidsprekers en audio/
video-componenten naar behoren zijn
aangesloten.
/ Kontroleer of u op de versterker de juiste
weergavebron heeft gekozen.
/ Kontroleer of u de SPEAKERS
keuzeschakelaar juist heeft ingesteld (zie blz.
8).
/ Klik op het
symbool als de “MUTING”
aanduiding oplicht.
/ Het beveiligingscircuit van de versterker is
geaktiveerd als gevolg van een kortsluiting.
(De aanduiding “PROTECTOR” knippert.)
Schakel de versterker uit, verhelp het
probleem van de kortsluiting en schakel de
versterker dan weer in.
Het geluid van links en rechts is verwisseld of de
geluidsbalans is onbevredigend.
/ Kontroleer of alle luidsprekers en audio/
video-componenten naar behoren zijn
aangesloten.
/ Stel de BALANCE regelaar op het voorpaneel
van de versterker juist in.
45
NL
Aanvullende informatie
Er klinkt een hinderlijke bromtoon of een ander storend
geluid.
/ Controleer of alle luidsprekers en audio/
video-componenten naar behoren zijn
aangesloten.
/ Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en tenminste 3
meter van een TV-toestel of tl-verlichting.
/ Plaats de geluidsinstallatie niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
/ Sluit een eventueel aanwezige aarddraad aan
op de antenne-aardaansluiting.
/ De stekkers en aansluitbussen zijn vuil.
Reinig de stekkers en aansluitbussen met een
doekje, licht bevochtigd met wat spiritus of
zuivere alcohol.
De middenluidspreker geeft geen geluid weer.
/ Kies een klankbeeld waarbij de
middenluidspreker gebruikt wordt: PRO
LOGIC of MOVIE (behalve NIGHT
THEATER en MONO MOVIE) (zie blz. 25).
/ Stel de juiste middenkanaal-aanpassing in
(zie blz. 18 en 19).
/ Stel de geluidssterkte van de luidsprekers
evenredig in (zie blz. 19).
De achterluidsprekers geven niet of nauwelijks geluid
weer.
/ Kies een ander klankbeeld dan ACOUSTIC.
/ Stel de juiste middenkanaal-aanpassing in
(zie blz. 18 en 19).
/ Stel de geluidssterkte van de luidsprekers
evenredig in (zie blz. 19).
Het geluid wordt niet met akoestiekeffect weergegeven.
/ Zorg dat het gewenste klankbeeld is
ingeschakeld.
/ Schakel de DIRECT PASS funktie uit.
/ Zorg dat de SPEAKERS keuzeschakelaar juist
is ingesteld (zie blz. 8).
Overige storingen
Het programmeren van afstandsbedieningscodes van
andere apparatuur lukt niet.
/ Bij het programmeren van een
afstandsbedieningscode dient u het volgende
te doen:
Richt de afstandsbediening op de infrarood-
sensor van de versterker van een afstand van
niet meer dan 3 cm.
Houd de toets op de afstandsbediening 2 à 3
sekonden lang ingedrukt totdat de
aanduiding “RECEIVING” verandert in
“RELEASE YOUR REMOTE”.
Houd de afstandsbediening horizontaal recht
op de infrarood-sensor gericht tot de
afstandsbedieningscode is geprogrammeerd.
Opnemen is niet mogelijk.
/ Controleer of de apparaten juist zijn
aangesloten.
/ Kies het weergave-apparaat met de
afstandsbediening of met de AUDIO
FUNCTION of VIDEO FUNCTION toetsen
op het voorpaneel.
Een bepaalde component kan niet gekozen worden.
/ Controleer de FUNCTION HOOKUP of de
FUNCTION instelling van de component (zie
blz. 41).
46
NL
Aanvullende informatie
Algemeen
Systeem
Stroomvoorziening
Stroomverbruik
Netuitgang
Afmetingen
Gewicht (bij
benadering)
Bijgeleverd
toebehoren
Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens voorbehouden, zonder
kennisgeving.
Voorversterker:
Ruisarme NF-type
equalizer
Eindversterker:
Zuiver
komplementaire SEPP
230 V wisselstroom, 50/
60 Hz
240 watt
1 geschakelde netuitgang,
max. belastbaarheid
100 watt
430 x 155 x 350 mm
11,5 kg
Zie blz. 6.
Video-gedeelte
Ingangen
Uitgangen
1 Vt-t, 75 ohm
1 Vt-t, 75 ohm
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
UITGANGSVERMOGEN
Stereo-stand
Surround-stand
5.1 stand
Frekwentiebereik
Ingangen (ANALOOG)
Gevoeligheid Impedantie S/R
PHONO 2,5 mV 50 75 dB*
kOhm
(A, 2,5 mV)
CD, 200 mV
LD/DVD
TAPE, 50 82 dB*
DAT/MD, kOhm
(A, 150mV)
VIDEO, 150 mV
SATL,
TUNER
5.1 200 mV 50 82 dB*
INPUT kOhm
(A, 150mV)
* ’78 IHF
Uitgangen
BASS BOOST
versterking
REC OUT
(AUDIO) OUT:
Uitgangsspanning:
150 mV
Impedantie: 10 kOhm
WOOFER OUT
Uitgangsspanning: 2 V
Impedantie: 1 kOhm
PHONES: Voor
hoofdtelefoon met
lage of hoge
impedantie
+10 dB bij 70 Hz
+0.5
–2
(4 ohm, DIN, 1 kHz)
100 watt + 100 watt
(4 ohm, DIN, 1 kHz)
Voorkanalen:
100 watt + 100 watt
Middenkanaal*:
100 watt
Achterkanalen*:
100 watt/kanaal
* Bij bepaalde
geluidsbronnen en/
of geluidsinstellingen
is het mogelijk dat er
geen geluid via deze
kanalen wordt
weergegeven.
(4 ohm, DIN, 1 kHz)
Voorkanalen:
100 watt + 100 watt
Middenkanaal:
100 watt
Achterkanalen: 100
watt/kanaal
PHONO: RIAA
korrektiecurve
±0,5 dB
CD, TAPE, DAT/MD,
LD/DVD, SATL,
TUNER, VIDEO:
10 Hz ~ 50 kHz dB
(Direct Pass)
47
NL
Getting Started
Setting Up the Remote for On-Screen Control
Setting Up the Remote for On-Screen Control
Aanvullende informatie
Verklarende
woordenlijst
CENTER MODE
Aanpassing aan luidspreker-opstelling om
het Dolby Pro Logic Surround geluid
optimaal tot zijn recht te laten komen.
Voor een zo fraai mogelijke akoestiek kiest
u één van de vier CENTER MODE
instellingen (WIDE, NORMAL,
PHONTOM of 3 CH LOGIC), afhankelijk
van de opstelling van uw luidsprekers.
Dolby Pro Logic Surround
Decodeersysteem van Dolby Surround
geluid waarmee TV-programma's en
videocassettes zijn opgenomen.
Vergeleken met het vorige Dolby
Surround systeem, zorgt de Dolby Pro
Logic Surround voor verbetering van het
geluidsbeeld door gebruik van vier
afzonderlijke kanalen: voor het doorsturen
van de geluidseffekten buiten beeld, het
dialoog in beeld, de beweging van het
filmgeluid en de muziek. Dit stelt u in
staat een sfeer te verkrijgen vergelijkbaar
aan die in een bioskoop.
Dolby Surround
Codeer- en decodeersysteem van Dolby
Surround geluid voor thuisgebruik. De
Dolby Surround decodeert de extra
kanalen op de geluidssporen van met
Dolby Surround geluid opgenomen
videofilms en TV-programma's, en
produceert geluidseffekten en echo's
waardoor u zich middenin de aktie waant.
Dolby Surround is in deze versterker als
een akoestiek-instelling
voorgeprogrammeerd. Als u over
achterluidsprekers of een
middenluidspreker(s) beschikt, wordt
aanbevolen het Dolby Surround
geluidsbeeld bij te regelen door kiezen
van de CENTER MODE instelling die bij
uw luidspreker-opstelling past. Dit stelt
u in staat de Dolby Pro Logic Surround
ten volle te benutten.
Effektniveau
Het totaal van de geluidssterkte van de
vroege weerkaatsingen en de nagalm.
Het effektniveau is op zes standen
instelbaar. Naarmate u een hoger
effektniveau kiest, zal de kamer
“levendiger” klinken, terwijl de lagere
effektniveaus meer de indruk van een
“akoestisch dode ruimte” geven.
Parameter
Een instelbare grootheid die mede het
geluidsbeeld bepaalt, zoals de
klankkleur of de vertragingstijd. Door
bijregelen van de diverse parameters
kunt u de voorgeprogrammeerde
akoestiekeffekten van de versterker
aanpassen aan uw smaak in muziek en
uw luistersituatie.
Akoestiekeffekt
Een geluidspatroon of klankbeeld dat
een geluidsbron in een bepaalde
omgeving oproept door een kombinatie
van direkt en weerkaatst geluid in de
natuurlijke akoestiek van de
luisterruimte. Deze versterker biedt
diverse voorgeprogrammeerde
akoestiekeffekten waarmee u moeiteloos
kunt genieten van allerlei treffende
klankbeelden.
Akoestisch rondom-geluid
Dit geluid bestaat uit drie
geluidscomponenten: rechtstreeks
geluid, vroeg weerkaatst geluid en een
nagalm. De akoestiek van de ruimte
waarin u zich bevindt beïnvloedt de
wijze waarop deze drie
geluidscomponenten te horen zijn. De
versterker kombineert deze
geluidscomponenten op een dusdanige
manier dat diverse luisteromgevingen,
zoals bijvoorbeeld een concertzaal,
kunnen worden nagebootst.
Zaal-geluidscomponenten
Overdracht van het geluid van de
achterluidsprekers
Nagalm
Vroege weerkaatsingen
Rechtstreeks
geluid
Vroege weerkaatsingstijd Tijd
Niveau
Nagalm
Rechtstreeks
geluid
Vroege
weerkaatsingen
48
NL
Aanvullende informatie
Index
A
Aansluiten
audio-apparatuur 6
infrarood-signaalzender 6
luidsprekers 7
netsnoer 10
overzicht 5
TV-toestel/videorecorder
8
Achterpaneel 5
Afstandsbediening 11-17, 38
batterijen 11
bedienen van andere
merken dan Sony 13, 15,
28
bedienen van Sony
apparatuur 13, 15
gebruik 11
gevoeligheid 32
Afstandsbediening van
geluidsbronnen zonder
gebruik van de TV 42
Akoestiekgeluid 47
AUTO PLAY funktie 30
AUTO START funktie 30
B
Batterijen voor de
afstandsbediening 11
Bediening op afstand zonder de
TV 42
Benamingsfunktie. Zie
Indexfunktie
Bijregelen
geluidsparameter 25
geluidssterkte 19, 40
gevoeligheid van de
afstandsbediening 32
klankbeelden 25, 40
klankkleur 26, 40
luidsprekervolume 19, 40
positie van de
beeldscherm-
aanduidingen 35
toon 26, 40
vertragingstijd 26, 40
C
Center Mode middenkanaal-
aanpassing 18, 19, 41
3 CH LOGIC instelling 18
NORMAL instelling 18
PHANTOM instelling 18
WIDE instelling 18
CD-wisselaar, bediening van 34
D
Dimmen van uitleesvenster-
aanduidingen 39
Dolby Pro Logic Surround
voor een optimale
akoestiek-weergave 18
Dolby Surround geluid 47
Doorlopen
compact disc lijst 36
3 CH LOGIC middenkanaal-
aanpassing 18
E, F
Editing. Zie Opnemen
Effect-intensiteit 25, 40
FLASHER illuminatie 42
G, H
Gedecodeerde Dolby Digital
AC-3 programmabronnen 21,
39
Groeperen van compact discs 35
I, J
Indexfunktie
compact discs 35
gebruik van de toetsen op
het voorpaneel 42
weergavebronnen 29
Infrarood-signaalzender 6, 33
K
Kiezen
aanduidingsparameter 32,
41
component 20
voorpaneel-bediening 38
Kijken
TV/videoprogramma’s 21,
39
Klankbeelden
bijregelen 25, 40
instelbare parameters 25
voorgeprogrammeerde
klankbeelden 24
Kopiëren. Zie Opnemen
L
Luidsprekers
aansluiten 7
impedantie 46
kiezen van de luidsprekers
8
opstelling 8
M
MACRO bedieningsreeks 31
N
Namen invoeren. Zie
Indexfunktie
NORMAL middenkanaal-
aanpassing 18
O
Opnemen 22
gebruik van de toetsen op
het voorpaneel 39
P, Q, R
Parameters 25
PHANTOM middenkanaal-
aanpassing 18
Programmeren van
afstandsbedieningscodes 13,
15, 28
wissen van codes 14, 17, 29
S
Sluimerfunktie 34
Surround-geluid 47
Storingen verhelpen 44
T
Testtoon 19
TV-toestel/videorecorder
aansluiten 8
U
Uitpakken 5
V
Vertragingstijd 26, 40
Voorpaneel 37
W, X, Y
Weergavebronnen
indexfunktie 29, 42
kiezen 20, 38
WIDE middenkanaal-
aanpassing 18
Wissen van
afstandsbedieningscodes 14,
17, 29
Wijzigen van de
aanduidingsinstellingen 32,
42
Z
Zoeken van een compact disc 36

Documenttranscriptie

Opstelling WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Open nooit de behuizing, om gevaar voor elektrische schokken te vermijden. Laat reparaties aan de erkende vakhandel over. Deze versterker is uitgerust met Dolby* Pro Logic Surround akoestiek. * Geproduceerd onder licentie van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. DOLBY, het dubbele-D symbool a, AC-3 en PRO LOGIC zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. • Plaats het apparaat niet in een krappe, omsloten ruimte, zoals een boekenrek of inbouwkast. • Zet het apparaat op een goed geventileerde plaats, met rondom vrije luchtdoorstroming, om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Plaats het apparaat niet in de buurt van een warmtebron of in direkt zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met veel stof, vocht en mechanische trillingen of schokken. • Zet niets bovenop het apparaat. De ventilatie-openingen aan de bovenzijde mogen niet geblokkeerd worden, in het belang van een juist funktioneren van het apparaat en een langere levensduur van de componenten. Bediening Voorzorgsmaatregelen Veiligheid • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopkontakt en laat het apparaat eerst nakijken door een deskundige, alvorens het weer in gebruik te nemen. • Zorg ervoor dat de stekkers van de netsnoeren van de apparatuur niet in het stopkontakt zitten, alvorens de aansluitingen te maken. Sluit de netsnoeren pas als allerlaatste aan. Reiniging • Gebruik voor het reinigen van de ombouw, het voorpaneel en de bedieningsorganen een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik geen schuurspons, schuurmiddelen of vluchtige stoffen zoals spiritus of benzine. Stroomvoorziening • Kontroleer voor het aansluiten van het apparaat eerst of de bedrijfspanning ervan wel overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning staat aangegeven op het naamplaatje aan de onderzijde van het apparaat. • Zolang het netsnoer op het stopkontakt is aangesloten, blijft er spanning op het apparaat staan, zelfs nadat het apparaat is uitgeschakeld. • Trek de stekker van het netsnoer uit het stopkontakt wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te zullen gebruiken. Om de aansluiting op het stopkontakt te verbreken, mag u uitsluitend aan de stekker trekken; trek nooit aan het snoer. • Indien het netsnoer vervangen moet worden, mag dit alleen uitgevoerd worden door een erkend onderhoudscentrum. 2NL Mocht u na het doorlezen van de gebruiksaanwijzing nog vragen over of problemen met het apparaat hebben, aarzel dan niet kontakt op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. Omtrent deze handleiding Deze gebruiksaanwijzing is gesplitst in drie delen: Voorbereidingen, Beeldscherm-bediening en Voorpaneel-bediening. In “Voorbereidingen” worden de aansluitingen beschreven, het instellen van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening en de instellingen voor Dolby Pro Logic Surround akoestiek. In “Beeldscherm-bediening” wordt de bediening van de versterker beschreven met behulp van de afstandsbediening, waarbij u de aanduidingen op het TV-scherm ziet. U kunt praktisch alle funkties van de versterker met de afstandsbediening regelen. In “Voorpaneel-bediening” wordt de bediening van de versterker beschreven met behulp van de toetsen en regelaars op het voorpaneel, en de “snel” toetsen op de afstandsbediening. Dit is een andere optie die u heeft voor de bediening van uw systeem. Op een aantal plaatsen in deze gebruiksaanwijzing zult u het onderstaande symbool aantreffen: Dit symbool vestigt uw aandacht op handige tips, die de bediening vergemakkelijken. z Inhoudsopgave Welkom! 4 Aansluitoverzicht 5 Aansluiten van de infrarood-signaalzender 6 Aansluiten van geluidsapparatuur 6 Aansluiten van de luidsprekers 7 Aansluiten van uw TV-toestel/videorecorder 8 Aansluiten op het stopkontakt 10 Voorbereidingen Aansluitingen Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening Gebruik van de afstandsbediening 11 Vastleggen van de afstandsbedieningscodes voor een TV-toestel (of videomonitor) 13 Vastleggen van codes voor audio/video-apparatuur 15 Dolby Pro Logic Surround instellingen Wat is Dolby Pro Logic Surround akoestiek? 18 Bijregelen van de geluidssterkte van de luidsprekers 19 Kiezen van een weergavebron 20 Bekijken van TV-uitzendingen en videoprogramma’s 21 Opnemen 22 Geluidsbijregeling Gebruik van de voorgeprogrammeerde klankbeelden 24 Bijregelen van de klankbeelden 25 Extra instellingen en aanpassingen Beeldscherm-bediening Weergeven/Opnemen NL Overnemen van codes van een andere afstandsbediening (USER IR instelling) 28 Gebruik van de indexfunktie 29 Automatisch afspelen van weergavebronnen (AUTO PLAY) 30 Automatische weergavestart bij inschakelen (AUTO START) 30 Automatisch verschillende apparaten achtereen bedienen (MACRO bedieningsreeks) 31 Aanpassen van de gevoeligheid van de afstandsbediening 32 Wijzigen van de instellingen voor de beeldscherm-weergave 32 Gebruik van de sluimerfunktie 34 Bediening van een compact disc wisselaar 34 Overzicht van het voorpaneel 37 Beschrijving van de afstandsbediening 38 Kiezen van een weergavebron 38 Opnemen 39 Geluidsbijregeling 40 Aanpassen van de bedieningsfunkties van de versterker 41 Gebruik van de indexfunktie 42 Afstandsbediening van apparatuur zonder de TV (FLASHER illuminatie) 42 Voorpaneelbediening Gebruik van de toetsen op het voorpaneel Aanvullende informatie Verhelpen van storingen 44 Technische gegevens 46 Verklarende woordenlijst 47 Index 48 3NL Welkom! Hartelijk dank voor de aankoop van de of TA-VE810G Sony geïntegreerde audio/video versterker. Uw nieuwe versterker is een audio/videoregelcentrum met een uniek bedieningssysteem. Na aansluiten van de versterker op uw TV-toestel verschijnen er bedieningsaanduidingen op het TVscherm (zie onder), waarmee u de diverse aangesloten audio/video-apparatuur op afstand kunt bedienen. Met de beeldscherm-bediening van dit apparaat kunt u niet alleen aangesloten audio/video-apparatuur bedienen, maar ook andere toestellen die geschikt zijn voor infrarood-bediening, zoals bijv. een airconditioning. Basisprincipes voor de bediening van de versterker 1 Bij indrukken van de richtingstoets stuurt de afstandsbediening een infrarood-signaal (IR) naar de versterker (zie 1 hieronder). 2 Dit signaal regelt de beweging van de aanwijzer (het hand-symbool) op het TV-scherm (zie 2 hieronder). 3 Wanneer u de aanwijzer naar een bepaalde bedieningsfunktie verplaatst en dan op het midden van de richtingstoets van de afstandsbediening drukt, stuurt de infrarood-emitter (IR) op het voorpaneel van de versterker de korresponderende infrarood-bedieningscode naar de betreffende component (zie 3 hieronder). Laserdisc-beeldplatenspeler e.d. Videosignaal (signalen van weergavebronnen gekombineerd met beeldscherm-aanduidingen) Infraroodbedieningscodes Infrarood-emitter Infrarood-ontvanger TA-VE810G Videosignaal FUNCTION SOUND 3  M SETUP 2 m µ Videosignaal INPUT 0 ( ) SUB p USER P = + TV of videomonitor Videorecorder e.d. 4NL 1 Aansluitingen Aansluitoverzicht Op deze versterker kunt u de volgende audio- en video-apparatuur aansluiten. Zie de bladzijdenummers aangegeven tussen haakjes voor nadere bijzonderheden betreffende het aansluiten van de apparatuur. Aansluiten van uw TV-toestel/videorecorder (8) Videocamera/ videospelapparaat TV-toestel/ videomonitor MONITOR Satelliet-ontvanger Laserdisc/DVD speler Videodrecorder S-LINK SURROUND SPEAKERS 5-1 INPUT IR OUT SATL LD/DVD VIDEO 2 VIDEO 1 WIRELESS REAR SPEAKER WOOFER AC OUTLET IMPEDANCE USE 8-16Ω Naar het voorpaneel PHONO TUNER CD DAT / MD TAPE FRONT Infraroodsignaalzender Platenspeler Aansluiten van de infraroodsignaalzender (6) Tuner Compact disc speler DAT deck/ minidisc- Cassettedeck recorder Aansluiten van geluidsapparatuur (6) SPEAKERS Rechter voorluidspreker Linker voorluidspreker Rechter Linker achterluidspreker achterluidspreker Middenluidspreker Aansluiten van de luidsprekers (7) Alvorens u begint • Kontroleer of de volgende toebehoren aanwezig zijn: - Afstandsbediening RM-VR101 (1) - AA-formaat (R6) batterijen (2) - Infrarood-signaalzender (1) • Zorg dat alle betrokken apparatuur is uitgeschakeld, alvorens u enige aansluiting maakt. • Steek de stekkers van de netsnoeren pas in het stopkontakt nadat alle andere aansluitingen naar behoren zijn gemaakt. • Sluit de snoeren stevig aan, met alle stekkers over de volle lengte in de aansluitbussen, om het optreden van brom en andere stoorgeluiden te voorkomen. 5NL Aansluitingen Aansluiten van de infraroodsignaalzender Aansluiten van geluidsapparatuur Deze zender dient voor het doorgeven van infrarode bedieningssignalen aan andere apparatuur, signalen die hetzelfde zijn als die van de afstandsbediening die bij de betreffende apparatuur hoort. Sluit deze extra infrarood-signaalzender aan als: • Bepaalde apparatuur niet erg goed reageert op de beeldscherm-bedieningsfunkties van de versterker. • De opstelling van de installatie zodanig is dat de infrarood-signaalzender op het voorpaneel van de versterker niet alle apparatuur kan bereiken die u wilt bedienen. Na het aansluiten van de infrarood-signaalzender plaatst u deze een weinig hoger of lager dan de infrarood-sensor op de apparatuur die u wilt bedienen. Iedere infrarood-signaalzender kan infrarood-signalen sturen naar één apparaat. Als u Sony apparatuur heeft, sluit deze dan aan overeenkomstig de tabel op blz. 15, zodat de infraroodcodes niet geregistreerd hoeven te worden. Infraroodsignaalzender Infraroodsensor µ Andere apparaat Infraroodsignalen S-LINK/CTRL A1 e PHONO d TUNER a CD c DAT/MD b TAPE Welke snoeren zijn er nodig? Audiosnoer (niet bijgeleverd) Wit (L) Wit (L) Rood (R) Rood (R) Ç : signaalstroom a CD (naar een compact disc speler) Compact disc speler Versterker IR OUT OUTPUT IN Infraroodsignaalzender(s) LINE L R CD b TAPE (naar een cassettedeck) Versterker RECOUT L IN Cassettedeck OUTPUT INPUT LINE LINE L R R TAPE Opmerking Met het bijgeleverde plakband kunt u de infraroodsignaalzender zo bevestigen dat de voorkant ervan gericht is op de apparatuur die u wilt bedienen. 6NL Aansluitingen c DAT/MD (naar een DAT deck/minidisc-recorder) Versterker RECOUT DAT deck/ minidisc-recorder IN L OUTPUT INPUT LINE LINE L R R DAT / MD d TUNER (naar een tuner) Versterker IN U dient op zijn minst voorluidsprekers (links en rechts) aan te sluiten en kunt indien gewenst een middenluidspreker en achterluidsprekers aansluiten om te genieten van akoestiekeffekten. Welke snoeren zijn er nodig? Tuner OUTPUT LINE L R TUNER e PHONO (naar een platenspeler)* Versterker Platenspeler L Aansluiten van de luidsprekers OUTPUT Luidsprekersnoer (niet bijgeleverd) (+) (+) (–) (–) Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden van het luidsprekersnoer, en draai de draden ineen. Let op dat u de polen van de luidsprekersnoeren niet verwisselt; sluit + (plus) op + aan en – (min) op –. Bij verwisselde aansluitingen kan er vervorming optreden en zal de basweergave niet naar behoren zijn. R PHONO Linker Rechter achterluidspreker achterluidspreker Versterker Middenluidspreker SURROUND SPEAKERS * Als uw platenspeler over een aardleiding beschikt, verbind deze dan met de y SIGNAL GND aansluiting van de versterker, om een storende bromtoon te voorkomen. R REAR CENTER L + + - - R L IMPEDAMCE USE 4-16Ω z Aansluiten van Sony apparatuur met een CONTROL A1 aansluiting Op deze versterker kunt u een Sony compact disc speler, cassettedeck of minidisc-recorder aansluiten geschikt voor het CONTROL A1 bedieningsyssteem. Gebruik een CONTROL A1 snoer (niet bijgeleverd) om de CTRL A1 aansluiting van elk apparaat te verbinden met de S-LINK CTRL A1 aansluiting van de versterker. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van het betreffende apparaat. z Zie blz. 41. z WOOFER AUDIO OUT U kunt de bedrijfsstatus aangeven van het apparaat dat op de CTRL A1 aansluiting is aangesloten Aansluiten van een Sony compact disc wisselaar met een COMMAND MODE schakelaar • Als de compact disc wisselaar geen VIDEO OUT aansluiting heeft, zet deze schakelaar dan op “CD 1” en sluit de compact disc wisselaar aan op de CDaansluitingen van de versterker. • Als de compact disc wisselaar wel een VIDEO OUT aansluiting heeft, zet deze schakelaar dan op “CD 2” en sluit de compact disc wisselaar aan op de VIDEO 1, VIDEO 2 of LD-aansluitingen van de versterker. Linker voorluidspreker Rechter voorluidspreker + - - + + - - + A R A B L B IMPEDANCE USE 4-16Ω FRONT SPEAKERS (wordt vervolgd) 7NL Aansluitingen Luidsprekeropstelling Voor een optimaal akoestiekeffekt plaatst u de luidsprekers zoals hieronder aangegeven. Achterluidspreker 60 - 90 cm Aansluiten van uw TV-toestel/ videorecorder Om gebruik te kunnen maken van beeldschermbediening dient u een TV-toestel op de versterker aan te sluiten. Daarnaast zult u om te kunnen genieten van Dolby Pro Logic Surround gecodeerde videocassettes en TV-programma’s, in aanvulling op het TV-toestel en de videorecorder ook midden- en achterluidsprekers moeten aansluiten. Voorluidspreker z U kunt ook een aktieve lagetonenluidspreker aansluiten Door een aktieve lagetonenluidspreker (los verkrijgbaar) aan te sluiten op de WOOFER AUDIO OUT aansluiting kunt u de weergave van de lage tonen verbeteren. Versterker Aktieve lagetonenluidspreker WDOFER INPUT Als u Sony apparatuur heeft, sluit deze dan aan overeenkomstig de tabel op blz. 15, zodat de infraroodcodes niet geregistreerd hoeven te worden. d SATL a MONITOR c LD/DVD b VIDEO 1, 2 AUDIO OUT z U kunt ook draadloze achterluidsprekers aansluiten Bij gebruik van Sony draadloze achterluidsprekers (los verkrijgbaar), sluit u de zender aan op de WIRELESS REAR SPEAKER aansluiting. e VIDEO 3 INPUT (op het voorpaneel) 5.1 INPUT Opmerking Sluit geen andere apparatuur aan op de WIRELESS REAR SPEAKER aansluiting. Welke snoeren zijn er nodig? • Audio/videokabel (niet bijgeleverd) Kiezen van de gewenste luidsprekers Geel Wit (L) U kunt een of twee paar luidsprekers aansluiten. Stel de SPEAKERS keuzeschakelaar op het voorpaneel in overeenkomstig de luidsprekers die u wilt gebruiken. U wilt luisteren naar Wit (L) Rood (R) • SCART kabel (niet bijgeleverd) Zet de SPEAKERS keuzeschakelaar op Luidsprekers A (aangesloten op de FRONT SPEAKERS A aansluitingen) A Luidsprekers B (aangesloten op de FRONT SPEAKERS B aansluitingen) B Luidsprekers A èn B (parallele aansluiting) A+B* * Sluit op de A en B aansluitingen luidsprekers aan met een nominale impedantie van 8 ohm of hoger. 8NL Rood (R) Geel Sluit de stekkers aan op de aansluitbussen met dezelfde kleur: sluit geel (video) op geel aan, wit (rechts) op wit, en rood (links) op rood, zowel op de versterker als op de aangesloten apparatuur. Ç : signaalstroom Aansluitingen a MONITOR (naar een TV-toestel of videomonitor) Gebruik uw TV-toestel enkel voor de beeldweergave en gebruik de ingebouwde TV-afstemeenheid van de videorecorder voor het afstemmen op de TV-kanalen. Als u hiervoor de afstemeenheid van het TV-toestel gebruikt, zullen bij het overschakelen naar een ander TV-kanaal de beeldscherm-aanduidingen verdwijnen en ziet u enkel het beeld van de TV-uitzending. Versterker Videomonitor MONITOR z Als u een “CANAL+” afstemeenheid heeft Verbind deze afstemeenheid met de videorecorder die is aangesloten op de VIDEO 1 aansluitingen van de versterker. Opmerking Stel de TV-afstemeenheid zodanig in dat deze de kanalen overslaat waarop geen uitzendingen zijn, zodat er altijd een beeld op het TV-scherm is. Als u dit niet doet, zal er vervorming in het beeld zijn bij gebruik van de beeldschermbedieningsfunkties. AV 1 b VIDEO 1, 2 (naar de videorecorders) Sluit op de VIDEO 1 en/of VIDEO 2 aansluitingen de videorecorders aan. Versterker Videorecorder VIDEO 1 OUTPUT INPUT VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO VIDEO AUDIO OUT AUDIO IN AUDIO AUDIO L L R R Weergave van gedecodeerde Dolby Digital (AC-3) geluidssporen Als u een Dolby Digital (AC-3) decoder heeft, maakt u de volgende aansluitingen om de versterker te gebruiken voor het versterken van de gedecodeerde Dolby Digital (AC-3) geluidssporen. Deze audiosignalen worden in kombinatie met de videosignalen gebruikt die via de LD/DVD VIDEO IN aansluiting binnenkomen (zie blz. 21 voor nadere bijzonderheden betreffende de bediening). c LD/DVD (naar een laserdisc of DVD speler) Versterker Laserdisc/ DVD speler LD/DVD OUTPUT Versterker LD/DVD 5-1 INPUT FRONT VIDEO IN VIDEO IN REAR VIDEO L AUDIO IN AUDIO IN AUDIO R L L L CENTER R R R WOOFER Opmerking voor Om gedecodeerde Dolby Digital (AC-3) geluidssporen weer te geven, maakt u de aansluitingen zoals beschreven in “Weergave van gedecodeerde Dolby Digital (AC-3) geluidssporen” op de volgende bladzijde. PRE OUT REAR DIGITAL FRONT CENTER d SATL (naar een satelliet-ontvanger) IN WOOFER Versterker Satelliet-ontvanger SATL OUTPUT VIDEO IN VIDEO AUDIO IN AUDIO Dolby Digital (AC-3) decoder (etc.) L L DIGITAL R R LINE OUT e VIDEO 3 INPUT (naar een videocamera of videospelapparaat) Versterker (voorpaneel) VIDEO 3 INPUT Videocamera/ videospel-apparaat OUT R - AUDIO - L VIDEO DVD speler OUTPUT VIDEO VIDEO L AUDIO R AUDIO L R 9NL Aansluitingen Aansluiten op het stopkontakt Aansluiten van het netsnoer Steek de netsnoerstekker van deze versterker en die van uw audio/video-apparatuur in een gewoon wandstopkontakt. Als u het netsnoer van andere geluidsapparatuur aansluit op de schakelbare netuitgang (SWITCHED AC OUTLET) van deze versterker, zorgt de versterker voor de stroomtoevoer van het aangesloten apparaat, zodat u dit eenvoudig kunt in- en uitschakelen met de netschakelaar van de versterker. SWITCHED AC OUTLET Alvorens u de versterker de eerste maal gebruikt Wis alle gegevens uit het geheugen van de versterker voordat u het apparaat de eerste maal gebruikt. 1 Schakel de versterker uit met de POWER schakelaar. 2 Houd de VIDEO FUNCTION >, AUDIO FUNCTION > en SOUND FIELD MODE toetsen ingedrukt en schakel de versterker dan in door op de POWER schakelaar te drukken. De aanduiding “ALL CLEAR!” verschijnt in het uitleesvenster. POWER VIDEO FUNCTION > naar een stopkontakt Voorzichtig Let op dat het stroomverbruik van het apparaat aangesloten op de netuitgang van de versterker niet de kapaciteit overschrijdt die op het achterpaneel is aangegeven. Sluit op deze netuitgang in geen geval huishoudelijke apparatuur aan zoals een strijkijzer, een ventilator, een TV-toestel of andere apparatuur met een hoog stroomverbruik. 10NL AUDIO SOUND FIELD FUNCTION MODE > Opmerking Bij het wissen van het geheugen van de versterker komen alle ingestelde infrarood-codes, etc. te vervallen. Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening Gebruik van de afstandsbediening Insteken van de batterijen in de afstandsbediening 1 Open het deksel aan de onderzijde van de afstandsbediening. 2 Steek twee R6 (AA-formaat) batterijen in het batterijvak met de juiste polariteit van plus en min (+/–). Inschakelen van de versterker en weergeven van de beeldschermaanduidingen op uw TV-scherm (of videomonitor) Om de versterker in te schakelen, richt u de afstandsbediening naar de infrarood-ontvanger en drukt dan één- of tweemaal op de richtingstoets. Om de beeldscherm-aanduidingen te laten verschijnen, schakelt u het TV-toestel in en kiest hierop de juiste video-ingangsfunktie. Als u de infraroodbedieningscode van uw TV-toestel geregistreerd heeft (zie “Vastleggen van de afstandsbedieningscode voor een TV-toestel (of videomonitor)” op blz. 13), zal het TV-toestel automatisch worden ingeschakeld wanneer u de versterker inschakelt. Infraroodontvanger b Richtingstoets Opmerkingen betreffende de afstandsbediening PUSH ENTER Levensduur van de batterijen Onder normale omstandigheden gaan de batterijen ongeveer 6 maanden mee. Als u de versterker niet langer meer op afstand kunt bedienen, is het tijd beide batterijen door nieuwe te vervangen. Opmerkingen • Laat de afstandsbediening nooit op een erg warme of vochtige plaats liggen. • Gebruik geen oude en nieuwe batterij naast elkaar. • Let op dat de afstandsbedieningssensor van de versterker niet blootgesteld wordt aan rechtstreekse zonnestraling of fel lamplicht. Dit kan de juiste werking ervan verstoren. • Als u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te voorkomen. (wordt vervolgd) 11NL Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening Gebruik van de afstandsbediening Opmerkingen betreffende het gebruik van de afstandsbediening Met de bijgeleverde afstandsbediening kunt u vrijwel alle funkties van de versterker op afstand bedienen. In deze paragraaf wordt het gebruik van de richtingstoets beschreven. Zie blz. 38 voor de andere toetsen op de afstandsbediening. • Let op dat de infrarood-emitter van de afstandsbediening niet is afgedekt wanneer u op de toetsen van de afstandsbediening drukt. FUNCTION SOUND SETUP 30° Aanwijzer Blanco gedeelte • Houd de afstandsbediening vast met de richtingstoets naar boven, zoals afgebeeld. INPUT 0 ( ) SUB p USER P = + Richtingstoets  M PUSH ENTER m µ 1 Druk éénmaal op de richtingstoets van de afstandsbediening om de beeldschermaanduidingen op het TV-scherm te laten verschijnen. 2 Druk meermalen op een hoek van de richtingstoets (M, m, Â, µ) (of houd het betreffende gedeelte van de toets ingedrukt), om de aanwijzer (het hand-symbool) in de gewenste richting over het beeldscherm te bewegen. 3 Plaats de aanwijzer zó dat de top van de wijsvinger op het gewenste onderdeel op het scherm staat en druk heel even op het midden van de richtingstoets (aangegeven met “PUSH ENTER”) en laat onmiddellijk weer los om op het aangewezen onderdeel te “klikken”. Om de beeldscherm-aanduidingen te laten verdwijnen Verplaats de aanwijzer naar het blanco gedeelte en druk dan op het midden van de richtingstoets. 12NL Infrarood-emitter Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening Vastleggen van de afstandsbedieningscodes voor een TV-toestel (of videomonitor) 4 • Sony TV-toestel 1 Klik op “Sony TV”. De afstandsbedieningscodes voor het TV-toestel worden automatisch vastgelegd en daarmee is het vastleggen compleet. TV MONITOR SET Sony TV OTHER TV TV IR SET Volg de onderstaande aanwijzingen om de afstandsbedieningscodes voor uw TV-toestel of videomonitor vast te leggen, zodat deze automatisch wordt ingeschakeld, telkens wanneer u de versterker aan zet. In het onderstaande geval hoeft u de afstandsbedieningscodes niet vast te leggen RETURN EXIT • TV-toestel van een ander merk dan Sony 1 Klik op “OTHER TV”. 2 Ga door naar stap 5. Als u een Sony TV-toestel heeft dat geschikt is voor bediening met een infrarood-afstandsbediening, en het TV-toestel via de VIDEO 1 ingangsaansluiting op de versterker is aangesloten. In dat geval hoeft u de codes van de TV niet vast te leggen. TV MONITOR SET Sony TV OTHER TV TV IR SET Afstandsbedieningscodes vastleggen 1 2 Schakel de versterker en het TV-toestel in. Zet de ingangskeuzeschakelaar van de TV in de stand voor video-weergave. RETURN 5 U dient nu de infrarood-sensor van het TV-toestel af te dekken, om fouten in de bediening te voorkomen. Anders zouden tijdens het programmeren plotseling de aanduidingen van het scherm kunnen verdwijnen. 6 Klik op “START”. Klik op “SETUP” in het hoofdmenu. FUNCTION SOUND EXIT SETUP TV MONITOR SET TV IR SET INPUT 0 3 ( ) SUB p USER P = Sony TV OTHER TV START + Klik op “TV SET”. FUNCTION SOUND SETUP TV SET IR SET USER IR FUNC CD TUNER AUTO START MACRO PLAY SLEEP TIMER OSD SETUP RETURN EXIT INDEX INDEX INDEX EXIT (wordt vervolgd) 13NL Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening 7 Wanneer nu de aanduiding “PUSH YOUR REMOTE” op het TV-scherm verschijnt, drukt u op de toets van de televisie-afstandsbediening die overeenkomt met de bedieningsfunktie (toets) aangegeven op het TV-scherm (bijv. “POWER OFF”). • TV/VIDEO: Wanneer deze bedieningsfunktie wordt aangegeven, dient u de cyclische ingangskeuzetoets van uw televisie-afstandsbediening te programmeren. U kunt dan de ingangsfunktie van het TV-toestel omschakelen met behulp van de afstandsbediening van de versterker. Programmeer niet de code van een aparte ingangskeuzetoets. • WIDE TV DISPLAY MODE: Wanneer deze bedieningsfunktie wordt aangegeven, dient u de breedbeeld-TV funktietoets van uw televisieafstandsbediening te programmeren. TV IR SET CHANNEL 0 POWER OFF TV / VIDEO WIDE TV DISPLAY MODE TV IR SET PUSH RETURN YOUR REMOTE CODE CLEAR EXIT Infraroodsensor Televisie-afstandsbediening Bij het programmeren van een afstandsbedieningscode dient u het volgende te doen; het is anders mogelijk dat de code niet juist wordt vastgelegd. • Richt de afstandsbediening op de infrarood-sensor van de versterker van een afstand van niet meer dan 3 cm. • Houd de toets op de afstandsbediening 2 à 3 sekonden lang ingedrukt totdat de aanduiding “RECEIVING” verandert in “RELEASE YOUR REMOTE”. • Houd de afstandsbediening horizontaal recht op de infrarood-sensor gericht tot de bedieningscode is geprogrammeerd. 14NL 8 Herhaal deze werkwijze voor alle andere toetsen die op het TV-scherm worden aangegeven. Als een afstandsbedieningscode niet naar behoren is geprogrammeerd, verschijnt “NG” op het scherm. In dit geval herhaalt u stap 7. Terugkeren naar het hoofdmenu Klik op “EXIT”. Terugkeren naar het voorgaande menu Klik op “RETURN”. Opmerking Het kan zijn dat nog niet alle afstandsbedieningscodes naar behoren zijn geprogrammeerd, ook al verschijnt er “RELEASE YOUR REMOTE” op het TV-scherm. Als een bepaalde funktie niet goed werkt, kunt u proberen de bedieningscode nogmaals vast te leggen. Als het opnieuw programmeren van de code nog steeds niet het gewenste resultaat heeft, volgt u dan de aanwijzingen onder “Overnemen van codes van een andere afstandsbediening (USER IR instelling)” op blz. 28. Wissen van de afstandsbedieningscodes voor het TV-toestel Klik op de “CODE CLEAR” aanduiding in het “TV IR SET” instelmenu dat verschijnt wanneer u op “START” klikt. • Wissen van een enkele afstandsbedieningscode 1 Klik op “SINGLE IR CODE CLEAR”. Er verschijnt dan “SELECT CLEAR CODE KEY” op het scherm. 2 Klik vervolgens op de toetscode die u wilt wissen. Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven. 3 Klik nu op “YES” om de code te wissen. Als u bij nader inzien de code niet wilt wissen, klikt u op “NO”. Om nog een andere code te wissen, herhaalt u de stappen 2 en 3. • Wissen van alle afstandsbedieningscodes voor het TVtoestel 1 Klik op “TV IR CODE CLEAR”. Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven. 2 Klik op “YES” om alle TV-bedieningscodes te wissen. Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm. Als u bij nader inzien de codes niet wilt wissen, klikt u op “NO”. Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening Vastleggen van codes voor audio/video-apparatuur Volg de onderstaande aanwijzingen om de bedieningscodes voor uw audio/video-apparatuur vast te leggen, zodat de apparatuur via het televisiebeeldscherm bediend kan worden. Afstandsbedieningscodes vastleggen 1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu. FUNCTION 2 In het onderstaande geval hoeft u de bedieningscodes niet vast te leggen SETUP SOUND SETUP Klik op “IR SET”. FUNCTION Als u Sony audio/video-apparatuur heeft die geschikt is voor bediening met een infraroodafstandsbediening, en de apparatuur aangesloten is op de aansluitingen getoond in het onderstaande tabelletje. In dat geval hoeft u geen codes voor de apparatuur vast te leggen. SOUND TV SET IR SET USER IR FUNC CD TUNER AUTO START MACRO PLAY SLEEP TIMER OSD SETUP EXIT Aansluitingen op de versterker Aan te sluiten Sony apparatuur VIDEO 1 Sony VHS videorecorder (VTR 3) VIDEO 2 Sony Beta videorecorder (VTR 1) VIDEO 3 Sony 8-mm videorecorder (VTR 2) LD/DVD Sony laserdisc-speler SATL Sony satelliet-ontvanger TUNER Sony tuner DAT/MD Sony DAT deck CD Sony compact disc speler (CD 1) TAPE Sony cassettedeck MONITOR Sony TV-toestel (via de VIDEO 1 aansluiting van de TV) In de volgende gevallen zult u ook voor Sony apparatuur de bedieningscodes moeten vastleggen • Bij aansluiten van een Sony minidisc-recorder of minidisc-speler op de DAT/MD aansluitingen; • Voor het bedienen van Sony apparatuur geschikt voor het CONTROL-A1 bedieningssysteem; • Bij aansluiten van een Sony apparaat op andere dan de speciaal hiervoor bestemde aansluitingen (dus als u bijvoorbeeld een Sony laserdisc-speler aansluit op de VIDEO 3 ingangen) • Wanneer u apparatuur van een ander merk vervangt door Sony audio/video-apparatuur. Opmerkingen • Als uw videorecorder is voorzien van een COMMAND CODE schakelaar (die u kunt instellen op VTR1, VTR2 of VTR3), zet deze schakelaar dan in de geschikte stand voor het bandformaat (zie hierboven). Als uw videorecorder bovendien een ingebouwde StarSight tuner heeft, stelt u de COMMAND CODE schakelaar in op “VTR 3”). • Als uw CD-wisselaar is voorzien van een COMMAND MODE schakelaar (die u kunt instellen op CD 1, CD 2 of CD 3), dient u deze schakelaar gewoonlijk in de “CD 1” stand te zetten. Bij een Sony CD-wisselaar met VIDEO OUT uitgangen echter, zet u de COMMAND MODE schakelaar in de “CD 2” of “CD 3” stand (voor het gebruik van het CONTROL-A1 bedieningssysteem kiest u altijd de “CD 3” stand). INDEX INDEX INDEX 3 Klik op de naam van de gewenste aansluitingen op de versterker. IR CODE SETTING VIDEO 1 VIDEO 2 VIDEO 3 LD/DVD SATL TAPE DAT/MD CD TUNER RETURN Sony Sony Sony Sony Sony Sony Sony Sony Sony Aansluitingen op de versterker 4 VTR3 VTR1 VTR2 LD SATL TAPE DAT CD1 TUNER EXIT Aangesloten apparatuur • Sony apparatuur Klik op “Sony”. De bedieningscodes worden automatisch vastgelegd en daarmee is het vastleggen compleet. IR CODE SETTING MAKER OUTPUT Sony IR OTHER Om alle mogelijkheden te benutten van audioapparatuur die geschikt is voor het CONTROL-A1 bedieningssysteem, zoals multi-disc CD-wisselaars, klikt u op “CONTROL-A1” om de CONTROL-A1 bedieningscodes over te nemen. • Apparatuur van een ander merk dan Sony Klik op “OTHER”. IR CODE SETTING MAKER OUTPUT Sony IR OTHER (wordt vervolgd) 15NL Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening 5 Klik op de betreffende apparatuur. u op de “nummertoets” naast de betreffende merknaam om in te stellen op een ander typenummer en dan klikt u nogmaals op “TEST”. Als het apparaat nog steeds niet wordt ingeschakeld, dekt u eerst de infrarood-sensor van de apparatuur af om onbedoeld inschakelen tijdens het programmeren te voorkomen, dan klikt u op “OTHER” en gaat u door naar stap 6. IR CODE SETTING MAKER OUTPUT VCR TV RETURN Sony IR DVD LD CD OTHER TAPE DAT MD TUNER START EXIT 6 • Waar het geen videorecorder of laserdiscbeeldplatenspeler betreft: 1 Dek de infrarood-sensor van de apparatuur af om te voorkomen dat er onbedoeld bepaalde funkties worden ingeschakeld tijdens het programmeren. 2 Klik op “START” en ga door naar stap 6. Nadat u alle afstandsbedieningscodes geprogrammeerd heeft, verschijnt het “IR CODE SETTING” instelmenu weer. • Programmeren van codes voor een videorecorder, of een DVD of laserdiscbeeldplatenspeler: 1 Klik op “START”. Er verschijnt een lijst met merknamen. LD CD RETURN IR CODE SETTING DAT MD TUNER START ( ) p P = + 1 9 2 3 4 5 6 7 8 10/0 >10 DISC TRACK ENTER D. SKIP PUSH YOUR REMOTE CODE CLEAR 0 EXIT 2 Klik op het merk van de apparatuur die u wilt programmeren. De afstandsbedieningscodes voor dat merk worden automatisch vastgelegd. RETURN RETURN 1234 123 12 12 123 TEST AKAI GE JVC RCA SANYO SHARP ZENITH OTHER 12 12 12 12 12 Audio/videoafstandsbediening Bij het programmeren van een afstandsbedieningscode dient u het volgende te doen; het is anders mogelijk dat de code niet juist wordt vastgelegd. EXIT • Richt de afstandsbediening op de infrarood-sensor van de versterker van een afstand van niet meer dan 3 cm. • Houd de toets op de afstandsbediening 2 à 3 sekonden lang ingedrukt totdat de aanduiding “RECEIVING” verandert in “RELEASE YOUR REMOTE”. • Houd de afstandsbediening horizontaal recht op de infrarood-sensor gericht tot de bedieningscode is geprogrammeerd. Als het betreffende merk niet in de lijst voorkomt, dek dan eerst de infrarood-sensor van de apparatuur af om onbedoeld inschakelen te voorkomen, klik dan op “OTHER” en ga door naar stap 6. 3 Klik op “TEST”. Als het betreffende apparaat wordt ingeschakeld, betekent dit dat de afstandsbedieningscodes zijn vastgelegd. Daarmee is het programmeren dan voltooid. Als het apparaat niet wordt ingeschakeld, klikt 16NL EXIT Infraroodsensor VCR MAKER SETTING EMERSON FISHER PANASONIC TOSHIBA MITSUBISHI GRUNDIG HITACHI PHILIPS Wanneer nu de aanduiding “PUSH YOUR REMOTE” op het TV-scherm verschijnt, drukt u op de toets van de audio/videoafstandsbediening die overeenkomt met de bedieningsfunktie (toets) aangegeven op het TVscherm. De aanduiding staat voor de POWER aan/ uit-schakelaar. 7 Herhaal de stappen 3 t/m 6 voor het programmeren van de codes voor de andere apparatuur. Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening Terugkeren naar het hoofdmenu Klik op “EXIT”. Terugkeren naar het voorgaande menu Klik op “RETURN”. Registreren van speciale afstandsbedieningscodes die niet als toetsen op het beeldscherm verschijnen Zie “Overnemen van codes van een andere afstandsbediening (USER IR instelling)” op blz. 28. • Ook al blijft de stroom geruime tijd onderbroken, met de stekker uit het stopkontakt, de vastgelegde afstandsbedieningcodes zullen ongeveer twee weken lang in het geheugen bewaard blijven. Daarna vervallen de codes en dan verschijnt er “ALL CLEAR!” op het TVscherm, de volgende keer dat u de versterker inschakelt. • Bepaalde afstandsbedieningscodes van audio/videoapparatuur van andere merken kunnen uitzonderlijke golfvormen hebben. In zulke gevallen is het mogelijk dat de versterker die codes niet kan aanleren (of de bijbehorende opdrachten niet kan uitvoeren). Opmerkingen • Als de afstandsbedieningscodes niet goed blijken te werken, verricht u het programmeren dan nogmaals om er zeker van te zijn dat de codes juist zijn vastgelegd. Als het opnieuw programmeren van de code nog steeds niet het gewenste resultaat heeft, volgt u dan de aanwijzingen onder “Overnemen van codes van een andere afstandsbediening (USER IR instelling)” op blz. 28. • Als u na automatisch vastleggen van de codes voor een videorecorder of laserdisc-speler, door keuze uit de merkenlijst in stap 5, problemen ondervindt met de INPUT of ENTER toetsen of de nummertoetsen, programmeer dan de codes voor het betreffende apparaat handmatig, zoals aangegeven in stap 6. • Bij gebruik van apparatuur van andere merken is het mogelijk dat bepaalde bedieningsfunkties niet gebruikt kunnen worden, ook nadat u het merk in de merkenlijst heeft gekozen (in stap 5). Als dit zich voordoet, programmeert u de codes voor de betreffende toetsen dan handmatig, zoals aangegeven in stap 6. • Na het programmeren van een weergavebron als “TOSHIBA 2” of “RCA 2” zult u het TV-toestel niet kunnen in- of uitschakelen met de afstandsbediening van de versterker (de TV wordt ook niet ingeschakeld wanneer u klikt op “TEST”). • Leg niet de codes voor een zelfde type apparaat (zoals een laserdisc-speler) vast onder meer dan een menu-instelling. • U kunt in het geheugen maximaal 200 afstandsbedieningscodes vastleggen, met inbegrip van eigen “USER IR” codes (zie blz. 28); afhankelijk van het type codes dat u vastlegt, kan er echter wel eens niet genoeg ruimte zijn voor 100 codes. Het kan problematisch of onmogelijk blijken 200 codes te programmeren onder de volgende omstandigheden: - Bij het programmeren van de codes voor een afstandsbediening waarvan de batterijen bijna leeg zijn. - Bij het overnemen van “tweedehands” codes die al eerder zijn overgenomen van een andere afstandsbediening, in een programmeerbare afstandsbediening (m.a.w. alle codes die geen deel uitmaken van het oorspronkelijke repertoire van een afstandsbediening). • Zorg dat de infrarood-sensor van de versterker niet wordt blootgesteld aan rechtstreekse zonnestraling of fel licht van een tl-buis. Anders kunnen de afstandsbedieningscodes niet naar behoren worden vastgelegd. Wissen van afstandsbedieningscodes Klik op de “CODE CLEAR” aanduiding in het “IR CODE SETTING” instelmenu dat verschijnt wanneer u op “START” klikt. • Wissen van een enkele afstandsbedieningscode 1 Klik op “SINGLE IR CODE CLEAR”. Er verschijnt dan “SELECT CLEAR CODE KEY” op het scherm. 2 Klik vervolgens op de toetscode die u wilt wissen. Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven. 3 Klik nu op “YES” om de code te wissen. Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm. Als u bij nader inzien de code niet wilt wissen, klikt u op “NO”. Om nog een andere code te wissen, herhaalt u de stappen 2 en 3. • Wissen van alle afstandsbedieningscodes voor het betreffende apparaat (bijvoorbeeld “OTHER CD”) 1 Klik op “(OTHER CD) CODE CLEAR”. Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven. 2 Klik op “YES” om alle codes te wissen. Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm. Als u bij nader inzien de codes niet wilt wissen, klikt u op “NO”. • Wissen van alle afstandsbedieningscodes 1 Klik op “ALL IR CODE CLEAR”. Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven. 2 Klik op “YES” om alle afstandsbedieningscodes te wissen. Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm. Als u bij nader inzien de codes niet wilt wissen, klikt u op “NO”. 17NL Dolby Pro Logic Surround instellingen PHANTOM instelling Wat is Dolby Pro Logic Surround akoestiek? Dolby Pro Logic akoestiek is een decodeersysteem dat gebruikt wordt in TV-programma’s en bioscoopfilms. Met dit akoestieksysteem wordt een aanzienlijke verbetering van het klankbeeld verkregen door gebruik van vier afzonderlijke kanalen. Deze kanalen manupuleren het geluid waardoor de aktie die u op het scherm ziet zeer realistisch overkomt. Kiezen van de middenkanaal-aanpassing Om het Dolby Pro Logic akoestieksysteem te kunnen benutten, dient u tenminste een paar achterluidsprekers en/of een middenluidspreker aan te sluiten, plus een TV-toestel en een videorecorder. Bovendien is het nodig dat u de juiste middenkanaalaanpassing instelt op de versterker, overeenkomstig het luidsprekersysteem dat u heeft aangesloten (mogelijke instellingen: WIDE, NORMAL, PHANTOM en 3 CH LOGIC). WIDE instelling Kies deze instelling als u voor- en achterluidsprekers heeft, en een grote middenluidspreker (ongeveer even groot als de voorluidsprekers). U kunt dan beschikken over “volledig” Pro Logic Surround geluid. Middenluidspreker Linker voorluidspreker Rechter voorluidspreker Linker achterluidspreker Rechter achterluidspreker NORMAL instelling Kies deze instelling als u voor- en achterluidsprekers heeft, en een kleine middenluidspreker. Aangezien een kleine middenluidspreker onvoldoende basgeluid kan produceren, wordt het basgeluid van het middenkanaal via de voorluidsprekers weergegeven. Middenluidspreker 18NL Linker voorluidspreker Rechter voorluidspreker Linker achterluidspreker Rechter achterluidspreker Kies deze instelling als u voor- en achterluidsprekers heeft, maar geen middenluidspreker. Het geluid van het middenkanaal wordt dan via de voorluidsprekers weergegeven. Linker voorluidspreker Rechter voorluidspreker Linker achterluidspreker Rechter achterluidspreker 3 CH LOGIC instelling Kies deze instelling als u voorluidsprekers en een middenluidspreker heeft, maar geen achterluidsprekers. Het geluid van de achterkanalen wordt via de voorluidsprekers weergegeven, zodat u toch enige mate van akoestiek kunt verkrijgen zonder achterluidsprekers te gebruiken. Middenluidspreker Linker voorluidspreker Rechter voorluidspreker Dolby Pro Logic Surround instellingen Bijregelen van de geluidssterkte van de luidsprekers 4 Om te genieten van Dolby Pro Logic akoestiekgeluid kiest u eerst de vereiste luidspreker-aanpassing en regelt dan de geluidssterkte van de luidsprekers bij met behulp van de testtoon die de versterker uitstuurt. De testtoon gebruikt u om het niveau van alle luidsprekers evenredig in te stellen (indien alle gebruikte luidsprekers ongeveer hetzelfde zijn wat de prestaties betreft, hoeft u de geluidssterkte van de luidsprekers niet bij te regelen). CENTER : Verricht het evenredig instellen van alle luidsprekers vanaf uw luisterplaats, met de afstandsbediening. 1 Klik op “SOUND” in het hoofdmenu. 2 Klik op “PRO LOGIC” en klik dan op “SUR”. Klik op “TEST”. De testtoon wordt nu in de onderstaande volgorde door elke luidspreker op zijn beurt weergegeven. De luidspreker die de testtoon weergeeft, is in rood aangegeven op het “SURROUND EDIT” menu. WIDE, NORMAL: Linker voorluidspreker n Middenluidspreker n Rechter voorluidspreker n Achterluidsprekers PHANTOM: Linker en rechter voorluidspreker n Achterluidsprekers 3CH LOGIC: Linker voorluidspreker n Middenluidspreker n Rechter voorluidspreker SURROUND EDIT LEVEL 0 dB + – WOOFER NORMAL REAR : SOUND FUNCTION SETUP PRO LOGIC MOVIE MUSIC SPORTS GAME MODE PRO LOGIC SOUND FIELD BASS BOOST DIRECT PASS TONE 3 ON ON ON SUR RETURN REAR : 0 dB EXIT Klik weer op “TEST” wanneer u de testtoon wilt uitschakelen. SURROUND EDIT LEVEL 0 dB + WOOFER NORMAL STANDARD 6 EXIT DELAY C MODE TEST + – Stel de geluidssterkte van elke luidspreker nu zo in dat de testtoon vanaf uw luisterplaats op het gehoor via alle luidsprekers even luid doorkomt. • Klik op “CENTER +” of “–” om de geluidssterkte van de middenluidspreker in te stellen tussen – 15,0 dB en +10,0 dB (in stapjes van 1 dB). Tijdens deze afstelling wordt de testtoon via de middenluidspreker weergegeven. • Klik op “REAR +” of “–” om de geluidssterkte van de achterluidsprekers in te stellen tussen –15,0 dB en +10,0 dB (in stapjes van 1 dB). Tijdens deze afstelling wordt de testtoon gelijktijdig via beide achterluidsprekers weergegeven. OFF OFF OFF – 0 dB 5 Klik meermalen op “C MODE” tot de middenkanaal-aanpassing voor uw luidsprekersysteem wordt getoond (zie blz. 18). CENTER : DELAY C MODE TEST Terugkeren naar het hoofdmenu + – Klik op “EXIT”. Terugkeren naar het voorgaande menu RETURN STANDARD EXIT Klik op “RETURN”. z U kunt ook de geluidssterkte van alle luidsprekers tegelijk instellen Gebruik hiervoor de VOL +/– toetsen op de afstandsbediening. z Indien gewenst, kunt u de geluidssterkte van de achterluidsprekers verhogen Als u wilt, kunt u de geluidssterkte van de achterluidsprekers met 5 dB verhogen. Schakel de versterker in door de POWER schakelaar en de MODE toets gelijktijdig in te drukken zodat de aanduiding “GAIN UP” verschijnt. Herhaal de procedure om weer de normale geluidssterkte in te stellen. U ziet dan de aanduiding “GAIN NORMAL”. 19NL Weergeven/Opnemen Kiezen van een weergavebron Om te luisteren of kijken naar een aangesloten weergavebron, klikt u op de betreffende weergavebron op het beeldscherm van het TV-toestel. Allereerst dient u echter te zorgen dat: • De afstandsbedieningscodes voor de aangesloten apparatuur geprogrammeerd zijn (zie blz. 13 t/m 17). • De MASTER VOL regelaar op het voorpaneel helemaal naar links is gedraaid (“0” stand), om beschadiging van de luidsprekers te voorkomen. • De “AUTO PLAY” automatische afspeelfunktie is ingeschakeld (de fabrieksinstelling is “ON” (aan), zie blz. 30). • De juiste luidsprekers gekozen zijn (zie blz. 8). • De BALANCE regelaar op het voorpaneel in de middenstand staat. 1 2 Pak de afstandsbediening op en druk één- of tweemaal op de toets om de versterker in te schakelen. Uw TV-toestel dient nu ook automatisch in te schakelen, waarna het hoofdmenu op het scherm verschijnt; als dit niet gebeurt, volgt u dan de aanwijzingen op blz. 13 en 14 voor het programmeren van de in/ uitschakelcode voor het TV-toestel. Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu. FUNCTION 3 SETUP Klik op de gewenste weergavebron. De bedienings”toetsen” verschijnen, waarna de gekozen apparatuur wordt ingeschakeld en de weergave ervan begint. FUNCTION VIDEO 1 VIDEO 2 VIDEO 3 L D / DVD SATL MACRO 1 20NL SOUND SOUND Voor het luisteren of kijken naar Klikt u op*1 Een TV-programma*2 of videocassette VIDEO 1, VIDEO 2 of VIDEO 3 Een laserdisc (LD) of DVD LD/DVD Een satelliet-uitzending SATL Een digitale audiocassette (DAT) of minidisc (MD) DAT/MD Een compact disc (CD) CD Een radioprogramma TUNER Een grammofoonplaat PHONO*3 Een normale audiocassette TAPE 1 * Als u de apparatuur op andere aansluitingen heeft aangesloten dan in de tabel is aangegeven, klikt u op de aanduiding die korrespondeert met gemaakte verbinding (wanneer u bijvoorbeeld de laserdiscspeler op de VIDEO 3 aansluitingen heeft aangesloten, klikt u op “VIDEO 3” om een laserdisc weer te geven). *2 Zie blz. 21 voor nadere bijzonderheden betreffende het kijken naar TV-programma’s. *3 Er verschijnen geen bedieningstoetsen wanneer u instelt op “PHONO”. 4 Stel de geluidssterkte in met de VOL + en – toetsen op de afstandsbediening. Om de geluidssterkte van de luidsprekers van het TV-toestel in te stellen, gebruikt u de geluidssterkteregelaar van het TV-toestel. Klik op de bedieningstoetsen die op het beeldscherm worden afgebeeld om de gekozen weergavebron te bedienen. Zie voor nadere bijzonderheden over de bediening van de weergavebron de daarbij geleverde gebruiksaanwijzing. Klik op “SUB” om nog andere bedieningstoetsen voor de gekozen weergavebron te tonen. SETUP TAPE DAT / MD CD TUNER PHONO MACRO 2 INPUT 0 ( ) SUB p USER P = Bedieningstoetsen + Weergeven/Opnemen Uitschakelen van de gekozen weergavebron Klik op in de hoek linksonder. Volg de stappen 1 t/m 3 om de weergavebron weer in te schakelen. Uitschakelen van alle aangesloten apparatuur Druk op de ALL OFF toets van de afstandsbediening. Dempen van de geluidsweergave Klik op het symbool. Het symbool verandert dan in en in het uitleesvenster op het voorpaneel van de versterker wordt “MUTING” aangegeven. Om weer geluid te horen, klikt u nogmaals op het dempingssymbool. Weergeven van gedecodeerde Dolby Digital (AC-3) programmabronnen Klik op “FUNCTION” en klik dan op “5.1 INPUT”. Het videosignaal van de LD/DVD VIDEO IN aansluiting wordt automatisch gekombineerd met de audiosignalen van de 5.1 INPUT aansluitingen. Wanneer deze instelling gekozen wordt, lopen de audiosignalen niet meer via de klankbeeldregelingscircuits van de versterker. Om het geluid van de 5.1 INPUT aansluitingen bij te regelen, gebruikt u de bedieningsorganen op uw Dolby Digital (AC-3) decoder. Voor weergave van de analoge audiosignalen die via de LD/DVD AUDIO (L en R) binnenkomen, kiest u “LD/ DVD” in het “FUNCTION” menu. Bekijken van TV-uitzendingen en videoprogramma’s Gebruik de TV-afstemeenheid van de videorecorder om naar TV-programma’s te kijken. Als u hiervoor de afstemeenheid van het TV-toestel gebruikt, zullen bij het overschakelen naar een ander TV-kanaal de beeldscherm-aanduidingen verdwijnen en ziet u enkel het beeld van de TV-uitzending. Stel de TVafstemeenheid van de videorecorder zodanig in dat deze de kanalen overslaat waarop geen uitzendingen zijn, zodat er altijd een beeld op het TV-scherm is. Als u dit niet doet, zal er vervorming in het beeld zijn bij gebruik van de beeldscherm-bedieningsfunkties. Allereerst dient u echter te zorgen dat: • Het TV-toestel en de videorecorder(s) op de juiste wijze op de versterker zijn aangesloten (zie blz. 8 en 9). 1 FUNCTION Opmerkingen • Apparaten van hetzelfde type (bijv. twee Sony laserdiscspelers) zullen met de beeldscherm-bediening tegelijk worden ingeschakeld en bediend. • Als bepaalde apparatuur niet op de afstandsbedieningssignalen reageert, dan komen waarschijnlijk de signalen van de infrarood-emitter niet goed door bij de afstandsbedieningssensor van de betreffende apparatuur. In dit geval dient u de extra infrarood-signaalzender (bijgeleverd) aan te sluiten en op de apparatuur te richten (zie “Aansluiten van de infrarood-signaalzender” op blz. 6). Als de infrarood-signaalzender reeds aangesloten is, verander dan de positie van de signaalzender of de apparatuur. • Als 5.1 INPUT wordt gekozen, kunnen er geen klankbeelden gekozen of bewerkt worden. SOUND VIDEO 1 VIDEO 2 VIDEO 3 L D / DVD SATL MACRO 1 U kunt video- en audio-apparatuur tegelijk weergeven Begin met de weergave van de video-apparatuur en start dan de weergave van de audio-apparatuur. Zorg ervoor dat de AUTO PLAY funktie uitgeschakeld is (zie blz. 30). Kies de gewenste videorecorder (bijv. “VIDEO 2”). 2 SETUP TAPE DAT / MD CD TUNER PHONO MACRO 2 Klik op “CH +” of “–” om het kanaal te kiezen. CH 0 ( – + ) SUB p USER REC P Als de “AUTO PLAY” automatische afspeelfunktie is ingeschakeld (zie blz. 30) In dit geval dient u eerst op p te klikken om de weergave van de videorecorder te stoppen, voordat u op “CH +” of “–” klikt. Omschakelen van een video-ingangssignaal van een Sony videorecorder Klik op “SUB” en klik dan op “INPUT”. Omschakelen van het beeldformaat bij gebruik van een breedbeeld TV-toestel Klik enkele malen op het symbool tot er is ingesteld op het gewenste beeldformaat. • Voor TV-toestellen van een ander merk dan Sony : In dit geval dient u de afstandsbedieningscode te programmeren voor de breedbeeld-TV funktietoets van de televisie-afstandsbediening (zie blz. 13 en 14). 21NL Weergeven/Opnemen Opnemen U kunt zowel de weergave- als de opname-apparatuur bedienen via de beeldscherm-bedieningsfunktie van deze versterker. Raadpleeg indien nodig de gebruiksaanwijzingen van de gebruikte apparatuur voor nadere bijzonderheden. p Opnemen op een audiocassette of minidisc 1 Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu. 2 Klik op de geluidsbron die u wilt opnemen (bijv. “CD” voor het opnemen van een compact disc). 3 Klik op “SUB”. 6 Steek een lege cassette of een minidisc in het opname-apparaat en stel indien nodig het opnameniveau in. 7 Klik op “REC” om het opnemen te starten en klik dan op het “(” weergave-symbool van de “PLAYER” weergavebron. Het opnemen van de weergavebron begint. Als u tijdens het opnemen klikt op een bedieningstoets van het “RECORDER” opnameapparaat, stopt de weergave van de “PLAYER” weergavebron. FUNCTION / PLAYER ( ) SUB p = ( ) ( ) RECORDER USER P 0 + 9 Klik op “REC EDIT”. p P TAPE p P A B REC 4 SETUP CD 0 INPUT 0 SOUND EXIT Stoppen met opnemen Klik op het p stop-symbool voor het opname-apparaat. TRACK D. SKIP DISC 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10/0 >10 ENTER EXIT REC EDIT INPUT SUB USER 0 5 ( ) p P = + Klik op de naam van het opname-apparaat waarop u wilt opnemen (bijv. “TAPE” voor het cassettedeck). Bediening van het opname-apparaat (behalve voor opnemen) Klik op “RECORDER”. Nu wordt de “RECORDER” de actieve bron en kunt u de “RECORDER” bedieningsorganen gebruiken om de band terug te spoelen, de opnamen weer te geven, enz. Klik op “PLAYER” wanneer u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke weergavebron. Terugkeren naar het hoofdmenu Klik op “EXIT”. PLAYER CD Opmerkingen VIDEO 1 VIDEO 2 DAT/MD TAPE RECORDER EXIT De bedieningstoetsen voor het opname- en weergave-apparaat verschijnen op het TV-scherm: “PLAYER” duidt het weergave-apparaat aan en “RECORDER” duidt het opname-apparaat aan. De pijl geeft de gekozen weergavebron aan. Pijl FUNCTION / SOUND PLAYER CD 0 ( ) ( ) RECORDER 0 9 SETUP p P TAPE p P A B 22NL REC EXIT • Als u het “REC EDIT” menu verlaat door een klik op “FUNCTION”, “SOUND” of “EXIT”, gaat het opnemen door, maar de bediening wordt ingesteld op de “PLAYER” weergavebron, ook al had u eerder op de “RECORDER” geklikt. • Bij bepaalde cassettedecks moet u de r REC toets en de ( weergavetoets tegelijk indrukken om met opnemen te beginnen. Om in het beeldscherm-menu het opnemen te kunnen starten met een klik op een enkele “toets”, dient u de afstandsbedieningscode voor de opnamestart vast te leggen zoals beschreven in stap 1 t/m 7 onder “Vastleggen van codes voor audio/video-apparatuur” (op blz. 15 t/m 16). • Het geluidssignaal dat binnenkomt via de 5.1 INPUT aansluitingen op het achterpaneel kan niet worden opgenomen op enig opname-apparaat. • Bij opnemen op apparatuur aangesloten op de DAT/MD REC OUT of TAPE REC OUT aansluitingen zal bijregelen van het weergegeven geluid geen effect hebben op het opgenomen geluid. Weergeven/Opnemen p Opnemen op een videocassette 1 Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu. 2 Klik op de beeldbron die u wilt opnemen (bijv. “VCR 1”, “VCR 2”, “LD/DVD” etc.). 3 Klik op “REC”. (Heeft u in stap 2 “LD/DVD” of “SATL” gekozen, klik dan op “SUB”). 7 Klik op “REC” om het opnemen te starten en klik dan op het “(” weergave-symbool van de “PLAYER” weergavebron. Het opnemen van de weergavebron begint. Als u tijdens het opnemen klikt op een bedieningstoets van het “RECORDER” opnameapparaat, stopt de weergave van de “PLAYER” weergavebron. Stoppen met opnemen CH 0 4 ( – + ) p USER P REC Klik op “REC EDIT”. (Heeft u in stap 2 “LD/DVD” of “SATL” gekozen, klik dan in het submenu op “REC EDIT”.) CH – + REC EDIT 5 SUB SUB REC USER CANCEL Klik op de naam van het opname-apparaat waarop u wilt opnemen (bijv. “VIDEO 2”). Klik op het p stop-symbool voor het opname-apparaat. Bediening van het opname-apparaat (behalve voor opnemen) Klik op “RECORDER”. Nu wordt de “RECORDER” de aktieve bron en kunt u de “RECORDER” bedieningsorganen gebruiken om de band terug te spoelen, de opnamen weer te geven, enz. Klik op “PLAYER” wanneer u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke weergavebron. Terugkeren naar het hoofdmenu Klik op “EXIT”. PLAYER VIDEO 1 RECORDER VIDEO 1 VIDEO 2 DAT/MD TAPE p Opnemen van een TV-uitzending op videocassette 1 Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu en kies “VCR 1” of “VCR 2”. 2 Stem met de TV-afstemeenheid van de videorecorder af op de gewenste TV-uitzending. 3 Klik op “REC”. EXIT De bedieningstoetsen voor het opname- en weergave-apparaat verschijnen op het TV-scherm: “PLAYER” duidt het weergave-apparaat aan en “RECORDER” duidt het opname-apparaat aan. De pijl geeft de gekozen weergavebron aan. Pijl CH FUNCTION SOUND 0 SETUP 4 / PLAYER 0 ( 6 SUB p USER REC P Klik nogmaals op “REC” om te beginnen met opnemen. ) p P CH REC ) VIDEO 1 ( RECORDER 0 – + VIDEO 2 ( ) p REC EDIT – + SUB REC USER CANCEL P EXIT Steek een lege videocassette in het opnameapparaat en stel indien nodig het opnameniveau in. 23NL Geluidsbijregeling Gebruik van de voorgeprogrammeerde klankbeelden Met de klankbeeldfunktie kunt u een bepaalde akoestiek instellen waarbij het programma of de muziek waarnaar u luistert het beste klinkt. Om deze funktie ten volle te benutten, raden wij u aan een middenluidspreker en/of achterluidsprekers aan te sluiten. Klankbeelden Genre 1 PRO LOGIC* MOVIE MUSIC Akoestiekfunktie Werking en geluidseffect PRO LOGIC Voor het decoderen van Dolby Surround geluid. ENHANCED PRO LOGIC Verbeterde weergave via de achterluidsprekers bij het decoderen van Dolby Surround bronnen. CINEMA STUDIO A Levert de klank van de Sony Pictures Entertainment “Cary Grant Theatre” filmstudio. CINEMA STUDIO B Levert de klank van de Sony Pictures Entertainment “Kim Novak Theatre” filmstudio. THEATER Voegt de akoestische weerkaatsingen van een bioscoopzaal (grote, middelmatige of kleine zaal) toe aan de gedecodeerde Dolby Surround akoestieksignalen. NIGHT THEATER Comprimeert het dynamisch bereik voor het luisteren met laag volume. MONO MOVIE Geeft een bioscoop-achtig geluid bij films met een mono-geluidsspoor. SMALL HALL Geeft de akoestiek van een rechthoekige concertzaal. Bij uitstek geschikt voor geluid van akoestische instrumenten. LARGE HALL JAZZ CLUB Geeft de akoestiek van een jazzclub. LIVE HOUSE Geeft de akoestiek van een rock-and-roll club. ACOUSTIC*2 Geeft normale 2-kanalen stereo met klankbijregeling (TONE). SPORTS STADIUM Schept de atmosfeer van een groot openluchtstadion. Geschikt voor concerten in een groot stadion. GAME GAME Geeft de meest treffende geluids- en akoestiekeffecten voor videospelletjes. *1 Als u “PRO LOGIC” kiest, zorg dan dat u de geluidssterkte van de midden- en/of achterluidsprekers juist bijregelt zodat een optimaal Dolby Pro Logic Surround geluid wordt verkregen (zie blz. 18 en 19). *2 Als u “ACOUSTIC” kiest, hoeven er geen midden- en/of achterluidsprekers te zijn aangesloten. 24NL Geluidsbijregeling Kiezen van het gewenste klankbeeld Geef een geluidsbron weer en klik dan op “SOUND” in het hoofdmenu. USER p P = + Klik op het gewenste klankbeeldgenre en klik dan enkele malen op “MODE” tot het gewenste klankbeeld verschijnt. Zie de “Klankbeelden” tabel op blz. 24. FUNCTION SOUND PRO LOGIC MOVIE MUSIC MODE PRO LOGIC SOUND FIELD BASS BOOST DIRECT PASS TONE SETUP SPORTS GAME ON ON ON SUR Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven, tenzij het apparaat langer dan twee weken niet op een stopkontakt aangesloten is. Om een bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel de gewenste veranderingen aan te brengen. Zelf instelbare geluidsparameters OFF OFF OFF PRO LOGIC ENHANCED PRO LOGIC EXIT MOVIE Uitschakelen van de klankbeeldfunktie C STUDIO A C STUDIO B Klik op “SOUND FIELD OFF”. z PRO LOGIC THEATER NE EFF ECT REA R CEN TER DE LAY SUB TO ) DE 2 ( MO INPUT 0 SETUP E SOUND Ieder klankbeeld bevat klankkleur-parameters (lage/ hoge tonen) en akoestiek-parameters. Zij vormen samen de variabelen die het klankbeeld bepalen. U kunt de klankbeelden naar wens bijregelen door de geluidsparameters (klankkleur- en/of akoestiekparameters) te wijzigen. Aangezien deze versterker is uitgerust met een DSP digitale signaalprocessor kunt u de geluidsparameters elektronisch bijregelen. De DSP schakelingen zetten de analoge audiosignalen automatisch om in digitale signalen zodat er bij het bijregelen van de klank praktisch geen verlies in geluidskwaliteit optreedt. NR FUNCTION Bijregelen van de klankbeelden GE 1 1) 2) 1) 2) 1) 2) 1) 2) 1) 2) N THEATER U kunt de weergave van de lage tonen versterken of de muziek rechtstreeks weergeven terwijl u in het “SOUND FIELD SELECT” menu bent Klik op “BASS BOOST ON” om de lage tonen te versterken. Klik op “DIRECT PASS ON” om naar de muziek te luisteren zonder dat er geluidseffekten aan zijn toegevoegd; klik op “OFF” om deze funkties weer uit te schakelen. Wanneer u “SOUND FIELD” op “OFF” zet, heeft dit geen invloed op de instelling voor de basversterkingsfunktie en de rechtstreekse weergavefunktie. MONO MOVIE MUSIC S HALL L HALL JAZZ CLUB LIVE HOUSE ACOUSTIC SPORTS STADIUM GAME GAME 1) Kan alleen worden bijgeregeld wanneer de middenkanaalaanpassing op PHANTOM, NORMAL of WIDE staat (zie blz. 18). 2) Kan alleen worden bijgeregeld wanneer de middenkanaalaanpassing op 3 CH LOGIC, NORMAL of WIDE staat (zie blz. 18). Opmerkingen • Zie “Dolby Pro Logic Surround instellingen” op blz. 18 om een zo goed mogelijk PRO LOGIC klankbeeld te verkrijgen. • Met de EFFECT parameter kunt u de “nadruk” van het klankbeeld bepalen. (wordt vervolgd) 25NL Geluidsbijregeling Instellen van de toonparameters Instellen van de vertragingstijd Stel de klank (weergave van de lage en hoge tonen) van de voor-, midden- en achterluidsprekers in tot het geluid naar wens klinkt. U kunt de toonweergave van alle klankbeelden bijregelen. De vertragingstijd is het tijdsverschil tussen de akoestiek-weergave van de voorluidsprekers en die van de achterluidsprekers. Door de vertragingstijd van de achterluidsprekers juist in te stellen, kunt u een meer realistische akoestiek-weergave verkrijgen. Er zijn drie instellingen voor de vertragingstijd: 15 ms, 20 ms en 30 ms. Als u uw achterluidsprekers in een ruime kamer heeft opgesteld of wanneer de achterluidsprekers ver van de luisterpositie vandaan staan, maakt u de vertragingstijd bijvoorbeeld korter. 1 Geef een geluidsbron weer en klik dan op “SOUND” in het hoofdmenu. 2 Klik op het gewenste klankbeeldgenre en klik dan enkele malen op “MODE” tot het gewenste klankbeeld verschijnt. 3 Klik op “TONE”. MODE THEATER SOUND FIELD BASS BOOST DIRECT PASS TONE 4 ON ON ON SUR De vertragingstijd kan alleen worden ingesteld voor het PRO LOGIC klankbeeldgenre. 1 Begin met de weergave van een Dolby Surround gecodeerde programmabron en klik dan op “SOUND” in het hoofdmenu zodat het “SOUND FIELD SELECT” menu verschijnt. 2 Klik op “PRO LOGIC” en klik dan op “SUR”. 3 Klik op “DELAY”. OFF OFF OFF EXIT Klik op “BASS +” of “–” om het niveau van de lage tonen in te stellen en op “TREBLE +” of “–” om het niveau van de hoge tonen in te stellen. CENTER : SURROUND EDIT LEVEL 0 dB + – DELAY C MODE TEST TONE EDIT +10 dB -10 dB WOOFER NORMAL FLAT +10 REAR : 0 dB + – -10 BASS + – RETURN TREBLE RETURN + – STANDARD EXIT 4 Klik op “SHORT” of “LONG” om de gewenste vertragingstijd in stellen. Beginnen met de afstelling vanuit de neutraalstand (d.w.z. er is geen bijregeling) Klik op “FLAT”. SURROUND EDIT LEVEL TIME : 20 ms DELAY C MODE TEST Alle instellingen van de toonregeling terugstellen op de fabrieksinstellingen Klik op “STANDARD”. Opmerking Bij het instellen van de parameters is het mogelijk dat u stoorgeluiden (ruis) hoort. 15 RETURN 30 LONG SHORT STANDARD Terugstellen van de vertragingstijd op de fabrieksinstelling Klik op “STANDARD”. 26NL EXIT STANDARD EXIT Geluidsbijregeling Instellen van de akoestiek-parameters Stel de akoestiek-parameters in overeenkomstig de diverse aspekten van uw luisterruimte en uw luisterplaats. Zie de tabel onder “Zelf instelbare geluidsparameters” op blz. 25 voor de parameters die bij ieder klankbeeld kunnen worden ingesteld. 1 Geef een geluidsbron weer en klik dan op “SOUND” in het hoofdmenu zodat het “SOUND FIELD SELECT” menu verschijnt. 2 Klik op het gewenste klankbeeldgenre en klik dan enkele malen op “MODE” tot het gewenste klankbeeld verschijnt. 3 Klik op “SUR”. MODE THEATER SOUND FIELD BASS BOOST DIRECT PASS EQ 4 ON ON ON SUR OFF OFF OFF EXIT Klik op het symbool voor de parameter die u wilt instellen. De bijbehorende parametertabel verschijnt op het scherm. Zie de volgende bladzijde voor bijzonderheden betreffende de instellingen. SURROUND EDIT LEVEL EFFECT WOOFER +10 dB REAR : RETURN 5 + – STANDARD EXIT Klik op het instelsymbool (+/–, UP/DOWN, SHORT, LONG, etc.) om de gewenste instelling te maken. SURROUND EDIT SUR EFFECT LEVEL EFFECT UP DOWN RETURN STANDARD EXIT Alle parameters (met uitzondering van de vertragingstijd) van het huidige klankbeeld terugstellen op de fabrieksinstellingen Klik op “STANDARD”. 27NL Extra instellingen en aanpassingen Overnemen van codes van een andere afstandsbediening (USER IR instelling) Gebruik het “USER IR CODE SETTING” menu voor het programmeren van alle afstandsbedieningscodes die niet konden worden vastgelegd volgens de aanwijzingen onder “Vastleggen van codes voor audio/video-apparatuur” op blz. 15. Hieronder vallen niet alleen codes voor audio- en video-apparatuur, maar ook die voor andere soorten apparatuur, bijv. een airconditioning, van vrijwel alle merken. Met de onderstaande methode kunt u tot maximaal 20 “USER IR” codes programmeren. 1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het “SETUP” menu verschijnt en klik dan op “USER IR”. FUNCTION 2 SOUND SETUP TV SET IR SET USER IR FUNC CD TUNER AUTO START MACRO PLAY SLEEP TIMER OSD SETUP INDEX INDEX INDEX 4 Na het invoeren van de naam klikt u op “RETURN” om terug te keren naar het “USER IR CODE SETTING” menu. Herhaal de stappen 2 t/m 4 tot er voor alle codes die u wilt programmeren een naam is ingevoerd. 5 Klik op de naam van de eerste afstandsbedieningscode. USER IR CODE SETTING LIGHT LIGHT LIGHT LIGHT LIGHT 1 2 3 4 5 A B C D INDEX START 6 Dek de infrarood-sensor van de betreffende apparatuur af om onbedoeld inschakelen tijdens het programmeren te voorkomen. 7 Klik op “START”. Wanneer op het TV-scherm “PUSH YOUR REMOTE” verschijnt, drukt u op de afstandsbedieningstoets waarvan u de funktie wilt programmeren. USER IR CODE SETTING Klik op “A B C D” om in te stellen op een gebruikers-codegroep en klik dan op “INDEX”. LIGHT LIGHT LIGHT LIGHT LIGHT 1 2 3 4 5 A B C D INDEX START USER IR CODE SETTING USER USER USER USER USER 3 CODE CLEAR A B C D A1 A2 A3 A4 A5 RETURN INDEX START Voer nu een naam in voor uw vast te leggen code, door achtereenvolgens op elke letter van de naam te klikken. De naam wordt automatisch vastgelegd. Klik op de spatiebalk onder de letters om een spatie in de codenaam in te voeren. Klik op “CAPS” om over te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. Bij een vergissing in de letterkeuze klikt u op ? of / om de cursor naar de letter te verplaatsen die u wilt wijzigen en dan klikt u op de juiste letter. USER IR CODE SETTING B A F K P U CAPS B G L Q V C H M R W D I N S X E J O T Y RETURN 28 NL b 1 4 7 / Z 2 5 8 0 – 3 6 9 * + EXIT Spatiebalk EXIT Infraroodsensor Afstandsbediening van component Bij het programmeren van een afstandsbedieningscode dient u het volgende te doen; het is anders mogelijk dat de code niet juist wordt vastgelegd. • Richt de afstandsbediening op de infrarood-sensor van de versterker van een afstand van niet meer dan 3 cm. • Houd de toets op de afstandsbediening 2 à 3 sekonden lang ingedrukt totdat de aanduiding “RECEIVING” verandert in “RELEASE YOUR REMOTE”. • Houd de afstandsbediening horizontaal recht op de infrarood-sensor gericht tot de bedieningscode is geprogrammeerd. Opnieuw programmeren van een bepaalde code Klik op de “toets” waarvoor u de betreffende code hebt geprogrammeerd en klik dan op “START”. Extra instellingen en aanpassingen Opmerkingen • Ook al blijft de stroom geruime tijd onderbroken, met de stekker uit het stopkontakt, de vastgelegde afstandsbedieningcodes zullen ongeveer twee weken lang in het geheugen bewaard blijven. Daarna vervallen de codes en dan verschijnt er “ALL CLEAR!” op het TVscherm, de volgende keer dat u de versterker inschakelt. • Het aan/uit-schakelen van bepaalde typen airconditioning werkt met twee afzonderlijke afstandsbedieningssignalen, ook al is er maar één toets of schakelaar. Als u de airconditioning niet kunt uitschakelen met de code die u hebt geprogrammeerd voor de aan/uit-schakelaar, verricht het programmeren dan nogmaals en programmeer nu twee afzonderlijke codes, één voor inschakelen en één voor uitschakelen. • Bepaalde afstandsbedieningscodes met uitzonderlijke golfvormen kunnen hoe dan ook niet worden vastgelegd. Wissen van afstandsbedieningscodes Gebruik van de indexfunktie Met de indexfunktie van het menusysteem kunt u voor iedere weergavebron-keuzetoets een bepaald symbool kiezen en een naam invoeren, en tevens kan voor iedere radio-voorkeurzender een naam worden ingevoerd. De namen kunnen maximaal acht letters lang zijn. 1 FUNCTION SOUND TV SET IR SET USER IR 2 Klik op “CODE CLEAR” in het “USER IR CODE SETTING” menu. • Wissen van een enkele afstandsbedieningscode 1 Klik eerst op “SINGLE IR CODE CLEAR”. Er verschijnt dan “SELECT CLEAR CODE KEY” op het scherm. 2 Klik vervolgens op de toetscode die u wilt wissen. Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven. 3 Klik nu op “YES” om de code te wissen. Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm. Als u bij nader inzien de code niet wilt wissen, klikt u op “NO”. Om nog een andere code te wissen, herhaalt u de stappen 2 en 3. SETUP FUNC CD TUNER INDEX INDEX INDEX • Voor de weergavebron-keuzetoetsen (FUNCTION INDEX) 1 Klik op het symbool dat u wilt wijzigen. 2 Klik in het symbolen-menu op het nieuwe symbool dat u wilt gebruiken en klik dan op “RETURN”. 3 Klik op de weergavebron-keuzetoets waarvan u de naam wilt aanpassen. Symbolen Weergavebron-keuzetoetsen FUNCTION INDEX SETTING VIDEO 1 VIDEO 2 VIDEO 3 L D / DVD SATL MACRO 1 TAPE DAT / MD CD TUNER PHONO MACRO 2 • Voor de radio-voorkeurzenders (TUNER INDEX) 1 Klik op “LIST TUNER” zodat de voorkeurzenderlijst verschijnt. 2 Klik op “A B C” om de pagina te kiezen en kies vervolgens de zender waarvoor u een naam wilt invoeren. • Wissen van alle USER IR codes 1 Klik op “USER IR CODE CLEAR”. Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven. 2 Klik op “YES” om alle codes te wissen. Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm. Als u bij nader inzien de codes niet wilt wissen, klikt u op “NO”. Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het “SETUP” menu verschijnt en klik dan op “FUNC INDEX” of “TUNER INDEX”. 3 Voer nu een nieuwe naam in voor de betreffende weergavebron of voor de zender, door achtereenvolgens op elke letter van de naam te klikken. De naam wordt automatisch vastgelegd. Klik op de spatiebalk onder de letters om een spatie in de naam in te voeren. Bij een vergissing in de letterkeuze klikt u op ? of / om de cursor naar de letter te verplaatsen die u wilt wijzigen en dan klikt u op de juiste letter. FUNCTION INDEX SETTING B A F K P U CAPS B G L Q V C H M R W D I N S X E J O T Y b 1 4 7 / Z RETURN 2 5 8 0 – 3 6 9 * + EXIT Spatiebalk 29NL Extra instellingen en aanpassingen Automatisch afspelen van weergavebronnen (AUTO PLAY) Automatische weergavestart bij inschakelen (AUTO START) Met de “AUTO PLAY” automatische afspeelfunktie kunt u de weergavebronnen automatisch met afspelen laten beginnen onmiddellijk nadat u de weergavebron kiest in het “FUNCTION SELECT” menu. Bij aflevering van de versterker staat de “AUTO PLAY” afspeelfunktie ingeschakeld. Met de “AUTO START” automatische weergavestart kunt u de versterker instellen op het onmiddellijk starten van de weergave van een gekozen weergavebron, zodra u de versterker inschakelt. 1 1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het “SETUP” menu verschijnt en klik dan op “OSD SETUP”. FUNCTION SOUND Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het “SETUP” menu verschijnt en klik dan op “AUTO START”. FUNCTION SETUP TV SET IR SET USER IR FUNC CD TUNER INDEX INDEX INDEX AUTO START MACRO PLAY SLEEP TIMER OSD SETUP SOUND SETUP TV SET IR SET USER IR FUNC CD TUNER INDEX INDEX INDEX AUTO START MACRO PLAY SLEEP TIMER OSD SETUP EXIT EXIT 2 Klik op “AUTO PLAY: ON” of “OFF” om de automatische afspeelfunktie in of uit te schakelen. OSD SETUP AUTO PLAY IR OUTPUT AUTO OSD ERASE SEE-THROUGH LANGUAGE POINTER ONLY DEMO FEELING OSD POSITION RETURN ON OFF ON OFF ON OFF ON OFF ENGLISH SET START 12345 SET EXIT 2 Klik op de weergavebron die u automatisch wilt laten afspelen zodra de versterker wordt ingeschakeld. • Klik op “LAST” voor automatische weergavestart met de laatst afgespeelde weergavebron. • Klik op “MACRO 1” of “MACRO 2” voor het automatisch uitvoeren van een “MACRO” bedieningsreeks wanneer de versterker wordt ingeschakeld. Let er in dit geval op dat de “AUTO PLAY” afspeelfunktie is ingeschakeld. AUTO START SETTING VIDEO 1 VIDEO 2 VIDEO 3 L D / DVD SATL MACRO 1 NO SET Opmerkingen • De “AUTO PLAY” afspeelfunktie zal niet werken wanneer u de versterker bedient met de knoppen op het voorpaneel. • Als de “AUTO PLAY” afspeelfunktie niet is ingeschakeld, annuleert de versterker de automatische afspeelfunktie van apparatuur die gewoonlijk begint met weergeven wanneer deze wordt ingeschakeld (zoals bijv. laserdisc en compact disc spelers). Om de automatische afspeelfunktie van deze apparatuur te aktiveren, schakelt u de “AUTO PLAY” afspeelfunktie van de versterker in. RETURN TAPE DAT / MD CD TUNER PHONO MACRO 2 LAST EXIT Uitschakelen van de “AUTO START” funktie Klik in stap 2 op “NO SET”. Opmerking Een “MACRO” bedieningsreeks waarin het “ALL OFF” commando is opgenomen kan niet worden gekozen voor de “AUTO START” weergavestart. 30NL Extra instellingen en aanpassingen Automatisch verschillende apparaten achtereen bedienen (MACRO bedieningsreeks) 4 De “MACRO” bedieningsreeksen (1 en 2) dienen voor het doorkoppelen van maximaal acht bedieningscodes, zodat u de bijbehorende funkties met een enkel commando kunt laten uitvoeren. • Om de bedieningscode voor het uitschakelen van alle apparatuur in te voeren, klikt u enkele malen op de ? of / pijl tot er “ALL OFF” wordt aangegeven. Programmeren van een MACRO bedieningsreeks 1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het “SETUP” menu verschijnt en klik dan op “MACRO PLAY”. FUNCTION SOUND Klik op de ? of / pijl om de bedieningscodes te zien die beschikbaar zijn voor de betreffende toets. De beschikbare codes verschijnen aan de rechterkant van het scherm. • Om een pauze in te lassen tussen de opeenvolgende bedieningsfunkties, klikt u enkele malen op de ? of / pijl om de tussenpauze-commando’s (WAIT 10s, WAIT 5s en WAIT 1s) op het scherm te zien. 5 Klik op de gewenste afstandsbedieningscode. De naam van de gekozen code verschijnt in de verlicht aangegeven stap van de reeks en dan licht de volgende stap op. 6 Herhaal de stappen 4 en 5 om de andere codes van de reeks in te voeren, tot een maximum van acht funkties. SETUP TV SET IR SET USER IR FUNC CD TUNER INDEX INDEX INDEX AUTO START MACRO PLAY SLEEP TIMER OSD SETUP Wissen van een ingevoerde bedieningscode EXIT 2 Klik op “MACRO” 1 of 2. Opmerking MACRO PLAY SETTING MACRO 1 1 NO SET 2 NO SET 3 NO SET 4 NO SET 5 NO SET 6 NO SET 7 NO SET 8 NO SET RETURN 3 2 COMMAND WAIT 10s WAIT 5s WAIT 1s ALL OFF NO SET ? / EXIT Klik op stap 1 van de “MACRO” bedieningsreeks. Dit wordt de eerste bedieningscode in uw vaste bedieningsreeks. MACRO PLAY SETTING MACRO 1 1 NO SET 2 NO SET 3 NO SET 4 NO SET 5 NO SET 6 NO SET 7 NO SET 8 NO SET RETURN 2 COMMAND WAIT 10s WAIT 5s WAIT 1s ALL OFF NO SET ? 1 Klik op de code die u wilt wissen. 2 Klik enkele malen op de ? of / pijl tot de aanduiding “NO SET” aan de rechterkant van het scherm verschijnt. 3 Klik op “NO SET” om de code te wissen. / EXIT Als de bedieningsreeks is gekozen voor automatische uitvoering bij inschakelen, met de “AUTO START” funktie, kunt u het “ALL OFF” commando niet in die bedieningsreeks opnemen. Uitvoeren van een bedieningsreeks Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu en klik dan op “MACRO 1” of “MACRO 2”. Nu worden de gekozen bedieningsfunkties automatisch één voor één uitgevoerd. FUNCTION SOUND VIDEO 1 VIDEO 2 VIDEO 3 L D / DVD SATL MACRO 1 SETUP TAPE DAT / MD CD TUNER PHONO MACRO 2 5.1 INPUT EXIT Door “MACRO” te kiezen bij de weergavebroninstelling voor de “AUTO START” funktie (zie blz. 30), zal de bedieningsreeks worden uitgevoerd wanneer de versterker wordt ingeschakeld. 31NL Extra instellingen en aanpassingen Aanpassen van de gevoeligheid van de afstandsbediening U kunt kiezen uit vijf verschillende gevoeligheidswaarden voor het bepalen van de snelheid waarmee de aanwijzer over het scherm beweegt. 1 2 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het “SETUP” menu verschijnt en klik dan op “OSD SETUP”. Klik op een “FEELING” waarde van 1 tot 5 om de gewenste gevoeligheid/aanwijssnelheid te kiezen. Hoe hoger de waarde, des te sneller zal de aanwijzer bewegen. Wijzigen van de instellingen voor de beeldscherm-weergave Kiezen van de beeldscherm-weergave parameters U kunt een van de drie speciale beeldschermweergavefunkties inschakelen (“AUTO OSD ERASE”, “POINTER ONLY” en “DEMO”) en de taal kiezen die in de beeldscherm-aanduidingen wordt gebruikt (“LANGUAGE”). Bovendien kunt u met “IR OUTPUT” in dit menu kiezen of de infrarode signalen ook via de infrarood-signaalzender moeten worden doorgegeven. 1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het “SETUP” menu verschijnt en klik dan op “OSD SETUP”. 2 Kies de parameters die u wilt wijzigen. OSD SETUP AUTO PLAY IR OUTPUT AUTO OSD ERASE ON OFF ON OFF ON OFF OSD SETUP AUTO PLAY IR OUTPUT AUTO OSD ERASE LANGUAGE POINTER ONLY DEMO FEELING OSD POSITION RETURN 32NL ON OFF ON OFF ON OFF ENGLISH SET START 12345 SET EXIT LANGUAGE POINTER ONLY DEMO FEELING OSD POSITION RETURN ENGLISH SET START 12345 SET EXIT • Klik op “AUTO OSD ERASE: ON” of “OFF”, “POINTER ONLY: SET” of “DEMO: START”, al naar gelang de beeldscherm-funktie die u wilt gebruiken. Aanduidingsonderdrukking (AUTO OSD ERASE): Deze aanduidingsonderdrukking kan handig zijn tijdens het bedienen van een laserdisc-beeldplatenspeler, om de hoofdstuknummers te zien die anders schuil zouden gaan achter de bedieningsaanduidingen. Met deze funktie ingeschakeld verdwijnen de beeldscherm-aanduidingen wanneer u de richtingstoets op de afstandsbediening ingedrukt houdt. Zodra u de toets loslaat, verschijnen de bedieningsaanduidingen weer. Enkel de aanwijzer in beeld (POINTER ONLY): Met deze funktie zorgt u dat alleen de aanwijzer (het handje) in beeld blijft tijdens weergave, zodat u hiermee naar belangrijke punten kunt wijzen (voor een video-presentatie e.d.). Wanneer u klikt op “POINTER ONLY: SET” verdwijnen alle beeldscherm-aanduidingen behalve de aanwijzer en de EXIT toets. Om de aanwijzer vast te houden, houdt u de richtingstoets op de afstandsbediening ingedrukt. Demonstratie (DEMO): Met deze funktie schakelt u een demonstratieprogramma in dat de diverse funkties van de versterker uitlegt. Houd er echter wel rekening mee dat bij de demonstratie allerlei instellingen (zoals de akoestiekparameters) zullen worden vervangen door de vaste waarden van het programma. Klik op “START” wanneer u het demonstratieprogramma wilt inschakelen. Om de demonstratie te stoppen, drukt u op een willekeurige toets van de afstandsbediening of de versterker. Extra instellingen en aanpassingen • Klik op “LANGUAGE” (ENGLISH, FRENCH, GERMAN) om de gewenste taal te kiezen. Taal (LANGUAGE): Hiermee kunt u de taal instellen die gebruikt wordt in de aanduidingen op het TV-scherm en in het uitleesvenster op het voorpaneel van de versterker. U kunt kiezen uit drie talen: Engels, Frans en Duits. • Om de infrarood-signaaloverdracht (IR OUTPUT) instelling om te schakelen, klikt u op “IR OUTPUT: ON” of “OFF”. Wanneer u voor deze funktie “OFF” kiest, worden de infrarode signalen slechts doorgegeven via de IR OUT aansluiting op het achterpaneel. De infraroodsignaalzender op het voorpaneel geeft dan geen enkel signaal meer door. Zolang de “IR OUTPUT” funktie op “OFF” staat, is in het hoofdmenu de aanduiding “IR OFF” zichtbaar. Gewoonlijk kunt u de “IR OUTPUT” funktie het best op “ON” laten staan. Verschuiven van de positie van de beeldscherm-aanduidingen Volg de onderstaande aanwijzingen om de beeldscherm-aanduidingen zo te verschuiven dat deze precies midden op het TV-scherm zijn. 1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het “SETUP” menu verschijnt en klik dan op “OSD SETUP”. 2 Klik op “OSD POSITION SET”. Nu verschijnt het beeldweergave-instelscherm. OSD SETUP AUTO PLAY IR OUTPUT AUTO OSD ERASE ENGLISH SET START 12345 SET EXIT LANGUAGE POINTER ONLY DEMO FEELING OSD POSITION RETURN 3 ON OFF ON OFF ON OFF Klik op de randen van het bedieningsscherm om deze zo te verstellen dat u ze links, rechts, boven en onder in beeld krijgt zoals u wilt. V B b v EXIT 33NL Extra instellingen en aanpassingen Gebruik van de sluimerfunktie U kunt de versterker zo instellen dat deze automatisch na het verstrijken van een bepaalde tijdsduur uitschakelt. 1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het “SETUP” menu verschijnt en klik dan op “SLEEP TIMER”. FUNCTION SOUND SETUP TV SET IR SET USER IR FUNC CD TUNER INDEX INDEX INDEX AUTO START MACRO PLAY SLEEP TIMER OSD SETUP EXIT 2 Bediening van een compact disc wisselaar Overnemen van de disc-titels uit een Sony CD-wisselaar voorzien van een CTRL A1 aansluiting Als u beschikt over een Sony compact disc wisselaar met een CTRL A1 aansluiting, kunt u alle disc-titels in de CD-wisselaar automatisch overzetten naar het geheugen van de versterker, zodat u niet alle namen één voor één opnieuw hoeft in te voeren. Zorg dat de CONTROL A1 verbinding gemaakt is (zie blz. 7) en de CD-wisselaar geregistreerd is als een “Sony CONTROL A1 CD” in het “IR CODE SETTING” menu (zie blz. 15). 1 Klik enkele malen op “TIMER” om de sluimertijd in te stellen waarna de versterker zal worden uitgeschakeld. De aanduiding van de sluimertijd verspringt als volgt: Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het “SETUP” menu verschijnt en klik dan op “CD INDEX”. FUNCTION TV SET IR SET USER IR SOUND FUNC CD TUNER SETUP INDEX INDEX INDEX n 2:00:00 n 1:30:00n 1:00:00 n 0:30:00 n OFF 2 SLEEP TIMER SETTING HOUR 2 MIN : SLEEP RETURN 00 SEC : – Klik op “DATA LOAD”. De gegevens worden nu uit de CD-wisselaar overgenomen en na enkele minuten verschijnen de disc-titels in het “CD INDEX SETTING” menuscherm. 00 CD INDEX SETTING 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 RETURN + EXIT De aanduiding “SLEEP” verschijnt linksboven in het hoofdmenu. z U kunt de tijdsduur naar wens tot op de minuut nauwkeurig instellen. Klik op “+” of “–” om de tijd in stapjes van 1 minuut in te stellen. De maximale tijdsduur is 5 uur. z Tijdens het gebruik van de sluimerfunktie kunt u de resterende tijdsduur kontroleren tot de versterker door de sluimerfunktie wordt uitgeschakeld. Klik op “FUNCTION” en klik dan op “SLEEP”. De resterende tijdsduur wordt op het TV-scherm aangegeven. 34NL > . DATA LOAD TITLE GROUP SELECT EXIT Opmerking Als de volgende letters en symbolen zijn gebruikt in de disctitels in de CD-wisselaar, zullen ze in het beeldschermmenu worden vervangen door spaties: # $ ; • ä ö ü. Extra instellingen en aanpassingen Invoeren van namen voor de compact discs Uw compact discs in groepen indelen U kunt namen bestaande uit 12 tekens invoeren voor iedere compact disc (maximaal voor 200 discs) of groep discs in de CD-wisselaar. Via het beeldschermmenu kunt u de compact discs in een CD-wisselaar onderverdelen in een aantal groepen. 1 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het “SETUP” menu verschijnt en klik dan op “CD INDEX”. 2 • Om een bepaalde compact disc van een titel te voorzien, klikt u op “TITLE”. Stel daarna in op het nummer van de disc door op de > of . pijl te klikken en klik dan op de disc waarvoor u een titel wilt invoeren. CD INDEX SETTING 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 RETURN 3 Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het “SETUP” menu verschijnt en klik dan op “CD INDEX”. 2 Klik op “SELECT” en klik dan op de compact disc die u in een bepaalde groep wilt plaatsen. Als de gewenste CD niet in de lijst op het scherm voorkomt, klik dan op de > of . pijl. CD INDEX SETTING 21 BGM A 22 BGM B 23 Love Songs 24 Best of AA Best of BB 25 26 Best of CC Best of DD 27 28 29 30 RETURN > . DATA LOAD TITLE GROUP SELECT EXIT • Om een groep compact discs van een titel te voorzien, klikt u op “GROUP” en klikt dan op de groep CD’s die u een gemeenschappelijke groepsnaam wilt geven. CD INDEX SETTING 1 GROUP 1 2 GROUP 2 3 GROUP 3 4 GROUP 4 5 GROUP 5 6 GROUP 6 7 GROUP 7 8 GROUP 8 9 GROUP 9 10 GROUP 10 RETURN 1 3 DATA LOAD TITLE GROUP SELECT DATA LOAD TITLE GROUP SELECT EXIT Klik op de namen van de groepen waarin u de gekozen CD wilt plaatsen. CD INDEX SETTING 1 GROUP 1 2 GROUP 2 3 GROUP 3 4 GROUP 4 5 GROUP 5 6 GROUP 6 7 GROUP 7 8 GROUP 8 9 GROUP 9 10 GROUP 10 RETURN > . > . EXIT EXIT Voer nu een titel in voor de betreffende compact disc of groep, door achtereenvolgens op elke letter van de naam te klikken. De titel wordt automatisch vastgelegd. Klik op de spatiebalk onder de letters om een spatie in te voeren. Bij een vergissing in de letterkeuze klikt u op ? of / om de cursor naar de letter te verplaatsen die u wilt wijzigen en dan klikt u op de juiste letter. Verwijderen van een CD uit een of meer groepen Klik in stap 3 op de verlichte groepsnaam zodat deze dooft. z U kunt een CD ook in meerdere groepen plaatsen Om bijvoorbeeld een CD in zowel “GROUP 1” als “GROUP 4” te plaatsen, klikt u in stap 3 op de namen van beide groepen zodat deze oplichten. CD INDEX SETTING V v 10 B A F K P U CAPS B G L Q V C H M R W D I N S X E J O T Y b 1 4 7 / Z RETURN 2 5 8 0 – 3 6 9 * + EXIT (wordt vervolgd) Spatiebalk 35NL Extra instellingen en aanpassingen Opzoeken van een bepaalde compact disc 1 Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu en klik dan op “CD”. 2 Klik op “LIST”. LIST 0 3 ( ) SUB p USER P = + • Aangeven van alle compact discs in alfabetische volgorde 1 Klik op “ALPHABET”. De compact discs verschijnen in alfabetische volgorde op het scherm. 2 Klik op de disc. Als de disc die u zoekt niet op het scherm staat, klik dan op de > of . pijl. ALPHABET 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 = GROUP > . = GROUP NUMBER > . ( + p P EXIT De weergave van de gekozen compact disc zal automatisch beginnen. Opmerkingen ( ALPHABET 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 36NL ALPHABET 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 NUMBER + p P EXIT • Aangeven van de compact discs in een bepaalde groep 1 Klik op “GROUP”. De “GROUP SELECT” toets en een groepsnummer verschijnen aan de rechterkant van het scherm. Als er geen compact discs in de gekozen groep zijn geplaatst, verschijnt de aanduiding “NO ENTRY”. 2 Klik op “SELECT” om de groepen 1 - 10 op te roepen. 3 Klik op de gewenste groep. Het groepsnummer en de compact discs in de betreffende groep worden op het scherm aangegeven. 4 Klik op de disc. Als de disc die u zoekt niet op het scherm staat, klik dan op de > of . pijl. = • Aangeven van alle compact discs in de nummervolgorde 1 Klik op “NUMBER”. De compact discs verschijnen in de nummervolgorde op het scherm. 2 Klik op de disc. Als de disc die u zoekt niet op het scherm staat, klik dan op de > of . pijl. GROUP NUMBER > . GROUP 1 SELECT ( + p P EXIT • Afhankelijk van het type CD-wisselaar dat is aangesloten (een 3- of 5-disc wisselaar, enz.) zult u de gewenste disc niet altijd kunnen kiezen, ook al klikt u op de titel van de disc in de lijst. In dat geval kunt u de compact disc beter kiezen via het normale CD bedieningsmenu. • Als uw compact disc wisselaar van een ander merk is en de methode voor het beginnen met afspelen is niet als volgt: 1 indrukken van een nummertoets, gevolgd door 2 een druk op de disc-weergavetoets, dan kan het afspelen niet altijd beginnen wanneer u op de titel van de disc klikt. In dat geval gaat u terug naar het hoofdmenu, klikt u op “SUB” en vervolgt u met de bediening van de compact disc wisselaar zoals u deze normaal bedient. Gebruik van de toetsen op het voorpaneel Overzicht van het voorpaneel U kunt de versterker ook bedienen met de toetsen op het voorpaneel. Zie de bladzijden aangegeven tussen haakjes voor nadere bijzonderheden betreffende de bediening. 1 2 3 4 5 6 7 89 0 !¡ !™ @¶@§ @∞ @¢ @£ @™ @¡ @º !ª!•!¶ !§ !∞ !¢ 1 Aan/uit-schakelaar (POWER) 2 Akoestiek-indikator (SUR) (40) Toon-indikator (TONE) (40) Index-indikator (INDEX) (42) 3 Digitale signaalverwerkingstoetsen 4 Infrarood-emitter (4) 5 Weergavebron-indikators (FUNCTION) 6 5.1 INPUT indikator (39) 7 DIRECT PASS indikator (39) 8 Leersensor-indikator (LEARNING SENSOR) 9 Infrarood-sensor (14) 0 Lagetonenversterkingstoets (BASS BOOST) en indikator (39) !¡ Volumeregelaar (MASTER VOLUME) (38) !™ Balansregelaar (BALANCE) (39) !£ Video-ingangsaansluitingen (VIDEO 3) (9) !¢ Klankbeeldtoetsen (SOUND FIELD) (40) Klankbeeldfunktie aan/uit-toets (SOUND FIELD ON/OFF) Muziekgenre-toets (GENRE) Klankbeeld-keuzetoets (MODE) !∞ !§ !¶ !• !ª @º @¡ @™ @£ @¢ @∞ @§ @¶ !£ Insteltoets (SET UP) (41) 5.1 kanaals ingangstoets (5.1 INPUT) (39) Direkt-weergavetoets (DIRECT PASS) (39) Geluidsbron-keuzetoetsen (AUDIO FUNCTION) (38) Beeldbron-keuzetoetsen (VIDEO FUNCTION) (38) Uitleesvenster Infrarood-ontvanger (11) Ruststand-indikator (STANDBY) Aanduidingstoets (DISPLAY) (42) Lichtdimtoets (DIMMER) (39) Hoofdtelefoon-aansluiting (PHONES) (39) Luidspreker-keuzeschakelaar (SPEAKERS) (8) Keuzetoets voor digitale signaalverwerkingsfunktie (DPC MODE) (40, 42) 37NL Gebruik van de toetsen op het voorpaneel Beschrijving van de afstandsbediening Kiezen van een weergavebron Alhoewel u met behulp van de richtingstoets praktisch alle funkties van de versterker kunt bedienen, zijn er bepaalde funkties waarvoor u tevens de “snel” bedieningstoetsen van de afstandsbediening kunt gebruiken. Zie de bladzijden aangegeven tussen haakjes voor nadere bijzonderheden betreffende de bediening. Zie blz. 20 voor het gebruik van beeldschermbediening. 1 Druk op de POWER schakelaar om de versterker in te schakelen en druk dan meermalen op de VIDEO FUNCTION of AUDIO FUNCTION toets totdat de gewenste weergavebron in het uitleesvenster wordt aangegeven. VIDEO FUNCTION 1 2 5 4 Voor het luisteren of kijken naar Kiest u* Een videocassette VIDEO 1, VIDEO 2 of VIDEO 3 Een laserdisc (LD) of DVD LD/DVD Een satelliet-uitzending SATL * In het FUNCTION weergavebron-instelmenu (zie blz. 41) kunt u de namen wissen van de apparatuur die u niet heeft aangesloten. Als een bepaalde funktie in het FUNCTION instelmenu op “NO” is ingesteld, kan de betreffende apparatuur niet gekozen worden. 3 AUDIO FUNCTION 1 2 3 4 Richtingstoets (11, 12) Volumetoetsen (VOL +/–) (20) Volledig-uitschakelen toets (ALL OFF) TV/video-omschakeltoets (TV/VIDEO) TV: Omschakelen van de ingangsfunktie van de TV. 5 Funktie-illuminatie bedieningstoets (FLASHER) (42) Voor het luisteren of kijken naar Kiest u* Een digitale audiocassette (DAT) of minidisc (MD) DAT/MD Een compact disc (CD) CD Een normale audiocassette TAPE Een radioprogramma TUNER Een grammofoonplaat PHONO * In het FUNCTION weergavebron-instelmenu (zie blz. 41) kunt u de namen wissen van de apparatuur die u niet heeft aangesloten. Als een bepaalde funktie in het FUNCTION instelmenu op “NO” is ingesteld, kan de betreffende apparatuur niet gekozen worden. 2 38NL Begin met de weergave van de gekozen programmabron en stel het volume in met de MASTER VOLUME regelaar. Gebruik van de toetsen op het Getting voorpaneel Started Om Doet u het volgende De lage tonen te versterken Druk op de BASS BOOST toets zodat de BASS BOOST indikator oplicht. De geluidsbalans in te stellen Draai de BALANCE regelaar naar links (L) of rechts (R). Te genieten van een zuivere geluidsweergave z Druk op de DIRECT PASS toets zodat het geluidssignaal niet meer via de circuits voor de klankregeling, basversterking en akoestiekfunkties loopt. De DIRECT PASS indikator licht op. Luisteren via een hoofdtelefoon Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting en zet de SPEAKERS schakelaar op “OFF”. Opnemen Zie blz. 22 voor het gebruik van de beeldschermbediening. 1 Gebruik de VIDEO FUNCTION of AUDIO FUNCTION toetsen om het weergave-apparaat te kiezen. 2 Steek een lege cassette in het opname-apparaat en stel indien nodig het opnameniveau in. 3 Start het opnemen op het opname-apparaat en begin de weergave van het weergave-apparaat. Stoppen met opnemen Zet beide apparaten in de stopstand. Opmerkingen z Weergeven van gedecodeerde Dolby Digital (AC-3) programmabronnen Druk op de 5.1 INPUT toets. De 5.1 INPUT indikator licht op en de ingangsfunktie schakelt automatisch over naar LD/DVD. Voor weergave van de analoge signalen die via de LD/DVD aansluitingen binnenkomen, kiest u “LD/DVD” met behulp van de VIDEO FUNCTION keuzetoeten. z • Geluidssignalen die binnenkomen via de 5.1 INPUT aansluitingen kunnen niet worden opgenomen. • Geluidssignalen die binnenkomen via de TAPE IN aansluitingen kunnen niet worden opgenomen. • Bij opnemen op apparatuur aangesloten op de DAT/MD REC OUT of TAPE REC OUT aansluitingen zal bijregelen van het weergegeven geluid geen effect hebben op het opgenomen geluid. Instellen van de helderheid van de aanduidingen in het uitleesvenster Druk meermalen op de DIMMER toets tot de gewenste helderheid is verkregen. Gelijktijdige weergave van audio- en videoapparatuur 1 Kies het gewenste video-apparaat met de VIDEO FUNCTION toetsen. 2 Kies het gewenste audio-apparaat met de AUDIO FUNCTION toetsen 3 Begin met de weergave van de gekozen audio- en video-apparatuur. 39NL Gebruik van de toetsen op het voorpaneel Geluidsbijregeling De gemaakte instellingen worden automatisch vastgelegd. Instellen van de akoestiek-parameters Zie blz. 27 voor het gebruik van de beeldschermbediening. 1 Geef een geluidsbron weer en kies dan het klankbeeld dat u wilt bijregelen. 2 Druk meermalen op de DPC MODE toets totdat de SUR indikator in het uitleesvenster oplicht. 3 Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen ( / ) om de parameter te kiezen die u wilt instellen. Zie “Akoestiek-parameters (SUR)” hieronder voor nadere bijzonderheden. 4 Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen ( / ) om de gewenste instelling te maken. Kiezen van het gewenste klankbeeld Zie blz. 25 voor het gebruik van beeldscherm-bediening. Druk meermalen op de GENRE toets om het gewenste klankbeeldgenre te kiezen en druk dan herhaaldelijk op de MODE toets totdat het gewenste klankbeeld in het uitleesvenster wordt aangegeven. Zie blz. 24 voor de klankbeeldenlijst. Uitschakelen van de klankbeeldfunktie Druk op de SOUND FIELD ON/OFF toets. Instellen van de toonparameters Opmerking Zie blz. 26 voor het gebruik van beeldschermbediening. Afhankelijk van de diverse instellingen is het mogelijk dat bepaalde menu-onderdelen niet bijgeregeld kunnen worden. Deze onderdelen zijn gedimd aangegeven in het uitleesvenster. 1 2 3 Geef een geluidsbron weer en kies dan het klankbeeld dat u wilt bijregelen. Druk meermalen op de DPC MODE toets totdat de TONE indikator in het uitleesvenster oplicht. Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen ( / ) om BASS of TREBLE te kiezen. Lagetonen-regeling Oorspronkelijke instelling : 0 dB Hogetonen-regeling Oorspronkelijke instelling : 0 dB 4 Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen ( / ) om het gewenste niveau in te stellen. U kunt het niveau instellen tussen ±10 dB, in stapjes van 2 dB. 5 Herhaal de stappen 3 en 4 naar vereist. z Uitschakelen van de klankkleur- of toonregeling zonder de instellingen te annuleren Druk op de DIRECT PASS toets. 40NL Akoestiek-parameters (SUR) Intensiteit van het akoestiekeffekt Hiermee kunt u de “nadruk” van het gekozen akoestiekeffekt bepalen. Vertragingstijd (alleen voor Dolby Surround akoestiekeffekt) De oorspronkelijke instelling is : DELAY 20 Met deze parameter kunt u de vertragingstijd van het Dolby Pro Logic akoestiekeffekt instellen. Zie blz. 27 voor nadere bijzonderheden. Geluidssterkte van de achterluidsprekers De oorspronkelijke instelling is : REAR SP 0 dB Hiermee kunt u de geluidssterkte van de achterluidsprekers bijregelen. Zie blz. 19 of 27 voor nadere bijzonderheden. Geluidssterkte van de middenluidspreker De oorspronkelijke instelling is : CENT.SP 0 dB Hiermee kunt u de geluidssterkte van de middenluidspreker bijregelen. Zie blz. 19 of 27 voor nadere bijzonderheden. Gebruik van de toetsen op het Getting voorpaneel Started Aanpassen van de bedieningsfunkties van de versterker Er zijn diverse menu-onderdelen waarmee u de versterker kunt aanpassen aan de specifieke eigenschappen van uw luisterruimte, uw luidsprekers, uw apparatuur en uw persoonlijke voorkeur. Zie blz. 19 voor het gebruik van de beeldschermbediening voor het instellen van de luidsprekers. Instelparameters Middenkanaal-aanpassing De oorspronkelijke instelling is : CENTER [NORMAL] Zie blz. 18 voor nadere bijzonderheden. p DISPLAY uitleesvenster-instelmenu Helderheid van het uitleesvenster Deze instelling bepaalt de helderheid van de aanduidingen in het uitleesvenster op het voorpaneel. • U kunt kiezen uit vier instellingen. Control A1 funktie 1 Druk op de SET UP toets. De aanduiding “SET UP” verschijnt in het uitleesvenster. 2 Druk meermalen op de SET UP toets zodat een van de volgende menu’s verschijnt: CENTER MODE DISPLAY SETUP FUNCTION HOOKUP De oorspronkelijke instelling is : CTRL A1 [AUTO] Deze parameter regelt de aanduidingsinstelling voor de Control A1 apparatuur. • Als u AUTO kiest, wordt “PLAY”, “STOP”, “PAUSE” of “REC” voor ongeveer 8 sekonden aangegeven wanneer de bedieningsfunktie wordt omgeschakeld. • Als u FIX kiest, wordt “PLAY”, “STOP”, “PAUSE”, “REC” of de inhoud van de disc- of het muziekstuk-memo van de compact disc of minidisc, kontinu aangegeven. • Als u OFF kiest, wordt de bedrijfsstatus-aanduiding uitgeschakeld. Opmerkingen 3 Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen ( / ) om de parameter te kiezen die u wilt instellen. 4 Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen ( / ) om de gewenste instelling te maken. 5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 voor alle parameters die u wilt instellen. p FUNCTION weergavebron-instelmenu Druk tweemaal op de SET UP toets om de instelfunktie te verlaten. De oorspronkelijke instelling is : YES Via dit menu kunt u in de weergavebronlijst de namen wissen van de niet aangesloten apparatuur. • Als u “YES” instelt, wordt de naam van de apparatuur (d.w.z. de naam van de aansluitingen) in de lijst getoond. • Als u “NO” instelt, wordt de naam van de apparatuur uit de lijst gewist. 6 • Deze instelling is alleen van kracht wanneer de afstandsbedieningscode-instelling is ingesteld op “Sony Control A1”. • Als de disc- of het muziekstuk-memo een teken bevat dat de versterker niet in het uitleesvenster kan weergeven, verschijnt “.” in plaats van het teken. VIDEO 1, VIDEO 2, LD/DVD, SATL, TAPE, DAT/MD, CD, TUNER, PHONO Opmerkingen • Als een bepaalde weergavebron op “NO” is ingesteld, kan deze niet gekozen worden. • Als een S-LINK signaal (Control A1, Control-S) via de SLINK aansluiting binnenkomt van een apparaat waarvoor de “NO” instelling is gekozen, zal automatisch de “YES” instelling geselecteerd worden en wordt er op de betreffende programmabron overgeschakeld. 41NL Gebruik van de toetsen op het voorpaneel Gebruik van de indexfunktie Met de indexfunktie kunt u voor iedere weergavebron een naam van maximaal acht letters invoeren. Zie blz. 29 voor het gebruik van beeldscherm-bediening. 1 Druk meermalen op de AUDIO FUNCTION of VIDEO FUNCTION toetsen om de weergavebron te kiezen waarvoor u een naam wilt invoeren. 2 Druk meermalen op de DPC MODE toets totdat de INDEX indikator oplicht. 3 Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen om de naam in te voeren. Druk op de of toets om de letter te kiezen en druk dan op de toets om de cursor naar de volgende positie te verplaatsen. De naam wordt automatisch in het geheugen vastgelegd. Om een spatie in te voeren, drukt u op de of toets totdat er een blanco vakje (spatie) in het uitleesvenster verschijnt. Het spatie-teken bevindt zich tussen " en A. Als u een fout heeft gemaakt, drukt u meermalen op de of toets totdat de letter die u wilt veranderen knippert. Kies vervolgens de nieuwe letter. 4 z Herhaal de stappen 1 t/m 3 voor alle apparatuur of zenders die u van een naam wilt voorzien. Omschakelen van de aanduiding Bij meermalen indrukken van de DISPLAY toets wordt er als volgt omgeschakeld tussen de aanduidingen: indexnaam (zelf ingevoerde naam) n op de fabriek ingestelde naam (of de zenderfrekwentie) n muziekstuk-memo*1) n disc-memo*1) • Als de Control-A1 aanduidingsfunktie op “AUTO” of “FIX” is ingesteld bij het luisteren naar een ControlA1 compatibel cassettedeck of DAT deck, zullen de Control-A1 bedieningsaanduidingen samen met de indexnaam of de op de fabriek ingestelde apparatuurnaam in het uitleesvenster worden aangegeven. Bijvoorbeeld: TAPE [PLAY] n Indexnaam [PLAY] *1) Als de Control-A1 aanduidingsfunktie op “FIX” is ingesteld bij het luisteren naar een Control-A1 compatibele compact disc speler of minidisc-recorder, kunt u de disc-memo en de muziekstuk-memo informatie aangeven in aanvulling op de Control-A1 bedieningsinformatie. Bijvoorbeeld: CD [PLAY] n Indexnaam [PLAY] n Disc-memo*2) n Muziekstuk-memo*3) *2) Maximaal 13 tekens voor compact disc (15 voor minidisc). *3) Maximaal 14 tekens voor compact disc (15 voor minidisc). 42NL Afstandsbediening van apparatuur zonder de TV (FLASHER illuminatie) De “FLASHER” funktie-illuminatie zorgt dat u geluidsbronnen op afstand kunt bedienen zonder het bedieningsmenu op het TV-scherm, met alleen de afstandsbediening en de toetsen op het voorpaneel van de versterker. 1 Druk op de FLASHER toets van de afstandsbediening om de bedieningsaanduidingen op het TV-scherm uit te schakelen. Als u naar een geluidsbron aan het luisteren bent, zal het TV-toestel automatisch worden uitgeschakeld. 2 Druk meermalen op de linker- of rechterkant van de richtingstoets. Telkens wanneer u op de richtingstoets drukt, toont de versterker een andere bedieningsfunktie (de FUNCTION indikators lichten eveneens op om u te helpen bij het onderscheiden van de verschillende bedieningsfunkties). In de onderstaande tabel ziet u de bedieningsfunkties die voor ieder apparaat beschikbaar zijn. Apparaat Bedieningsfunktie VIDEO 1, 2, 3 FLASHER OFF, POWER ON/OFF, 0, (, ), p, P, CH –, CH +, REC LD/DVD FLASHER OFF, POWER ON/OFF, 0, (, ), p, P, =, + CD FLASHER OFF, POWER ON/OFF*, 0, (, ), p, P, =, +, DISC SKIP TUNER FLASHER OFF, PRESET CH –, PRESET CH + TAPE FLASHER OFF, POWER ON/OFF, 0, (, ), p, P, REC DAT FLASHER OFF, 0, (, ), p, P, =, +, REC MD FLASHER OFF, POWER ON/OFF, 0, (, ), p, P, =, +, REC PHONO FLASHER OFF SATL FLASHER OFF, POWER ON/OFF, CH –, CH + 5.1 INPUT FLASHER OFF, POWER ON/OFF, 0, (, ), p, P, =, + * Alleen Sony compact disc spelers. Gebruik van de toetsen op het Getting voorpaneel Started 3 Druk op het midden van de richtingstoets wanneer de gewenste bedieningsfunktie in het uitleesvenster verschijnt. De “<------>” en “<------” aanduidingen betekenen dat er geen bedieningsfunkties beschikbaar zijn op de huidige “FLASHER” funktie-illuminatie positie. Kiezen van een andere weergavebron Druk op de boven- of onderkant van de richtingstoets. De namen van de apparaten verschijnen achter elkaar in het uitleesvenster. Als u een video-apparaat kiest, zal het TVtoestel automatisch worden ingeschakeld. Tijdelijk uitschakelen van de “FLASHER” funktie Druk meermalen op de linker- of rechterkant van de richtingstoets totdat de aanduiding “FLASHER OFF” verschijnt en druk dan op het midden van de richtingstoets. U kunt de “FLASHER” funktie ook laten vervallen door op de FLASHER toets van de afstandsbediening te drukken. z Als u de versterker uitschakelt terwijl de “FLASHER” funktie ingeschakeld is De volgende keer dat u de versterker inschakelt, verschijnt de aanduiding “FLASHER START” en komt de versterker in de “FLASHER” stand te staan. 43NL Aanvullende informatie Verhelpen van storingen Mocht er zich bij het gebruik van de versterker een van de volgende problemen voordoen, loop dan deze lijst van kontrolepunten na. Kontroleer echter eerst of het netsnoer stevig is aangesloten. Kunt u het probleem niet verhelpen aan de hand van de onderstaande lijst, neemt u dan a.u.b. kontakt op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Stroom Het TV-toestel wordt uitgeschakeld bij inschakelen van de versterker met de afstandsbediening. / Zorg dat de TV is uitgeschakeld voor u de versterker met de afstandsbediening inschakelt. Bij het kiezen van een weergavebron met de afstandsbediening wordt de gekozen weergavebron uitgeschakeld. / De weergavebron was ingeschakeld met een andere afstandsbediening. Schakel de weergavebron alleen in met de afstandsbediening van de versterker of met de hand (nadat de weergavebron gekozen is). Bepaalde apparatuur wordt niet uitgeschakeld bij het indrukken van de “ALL OFF” toets. / De betreffende apparatuur was ingeschakeld met een andere afstandsbediening. Schakel de apparatuur met de hand uit. De afstandsbediening werkt niet. / Vervang beide batterijen in de afstandsbediening door nieuwe. / Er bevindt zich een obstakel tussen de infrarood-sensor op de versterker en de kop van de afstandsbediening. / De infrarood-signalen die door de infraroodemitter worden uitgestuurd, worden niet ontvangen door de infrarood-sensor van de apparatuur die bediend moet worden. Sluit in dit geval de infrarood-signaalzender aan op de IR OUT aansluiting aan de achterzijde van de versterker (zie blz. 6). Geluid De beeldscherm-aanduidingen reageren niet op de afstandsbediening of de aanduidingen verdwijnen. / Kontroleer of u de afstandsbediening niet te ver van de infrarood-sensor vandaan houdt. Er klinkt geen geluid of de geluidssterkte blijft te gering. / Kontroleer of alle luidsprekers en audio/ video-componenten naar behoren zijn aangesloten. / Kontroleer of u op de versterker de juiste weergavebron heeft gekozen. / Kontroleer of u de SPEAKERS keuzeschakelaar juist heeft ingesteld (zie blz. 8). / Klik op het symbool als de “MUTING” aanduiding oplicht. / Het beveiligingscircuit van de versterker is geaktiveerd als gevolg van een kortsluiting. (De aanduiding “PROTECTOR” knippert.) Schakel de versterker uit, verhelp het probleem van de kortsluiting en schakel de versterker dan weer in. Bij het kiezen van een weergavebron met de afstandsbediening worden de beeldscherm-aanduidingen vervormd. / Deze vervorming kan veroorzaakt worden door vervorming in het videosignaal. De storing duidt niet op een foutief funktioneren van het apparaat. Het geluid van links en rechts is verwisseld of de geluidsbalans is onbevredigend. / Kontroleer of alle luidsprekers en audio/ video-componenten naar behoren zijn aangesloten. / Stel de BALANCE regelaar op het voorpaneel van de versterker juist in. Beeldscherm-bediening De bedieningsaanduidingen verschijnen niet op het TVscherm. / Kontroleer of op het TV-toestel de juiste ingangsfunktie is gekozen. / Zet het TV-toestel verder van de geluidsinstallatie vandaan. / Kies de juiste apparatuur op de versterker. 44NL De beeldscherm-bediening is moeilijk of onmogelijk vanwege niet of nauwelijks leesbare aanduidingen op het TV-scherm. / Bij aansluiten van twee of meer videorecorders dient u in de verbinding met de TV-antenne een signaalverdeler op te nemen om videosignalen van goede kwaliteit te krijgen. / Maak de koppen van de videorecorder schoon. / Stel niet in op kanalen waarop geen TVzender wordt ontvangen. Zorg dat de kanalen zonder TV-ontvangst bij de zenderkeuze worden overgeslagen. Aanvullende informatie Er klinkt een hinderlijke bromtoon of een ander storend geluid. / Controleer of alle luidsprekers en audio/ video-componenten naar behoren zijn aangesloten. / Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een transformator of een motor en tenminste 3 meter van een TV-toestel of tl-verlichting. / Plaats de geluidsinstallatie niet te dicht in de buurt van een ingeschakeld TV-toestel. / Sluit een eventueel aanwezige aarddraad aan op de antenne-aardaansluiting. / De stekkers en aansluitbussen zijn vuil. Reinig de stekkers en aansluitbussen met een doekje, licht bevochtigd met wat spiritus of zuivere alcohol. De middenluidspreker geeft geen geluid weer. / Kies een klankbeeld waarbij de middenluidspreker gebruikt wordt: PRO LOGIC of MOVIE (behalve NIGHT THEATER en MONO MOVIE) (zie blz. 25). / Stel de juiste middenkanaal-aanpassing in (zie blz. 18 en 19). / Stel de geluidssterkte van de luidsprekers evenredig in (zie blz. 19). De achterluidsprekers geven niet of nauwelijks geluid weer. / Kies een ander klankbeeld dan ACOUSTIC. / Stel de juiste middenkanaal-aanpassing in (zie blz. 18 en 19). / Stel de geluidssterkte van de luidsprekers evenredig in (zie blz. 19). Overige storingen Het programmeren van afstandsbedieningscodes van andere apparatuur lukt niet. / Bij het programmeren van een afstandsbedieningscode dient u het volgende te doen: • Richt de afstandsbediening op de infraroodsensor van de versterker van een afstand van niet meer dan 3 cm. • Houd de toets op de afstandsbediening 2 à 3 sekonden lang ingedrukt totdat de aanduiding “RECEIVING” verandert in “RELEASE YOUR REMOTE”. • Houd de afstandsbediening horizontaal recht op de infrarood-sensor gericht tot de afstandsbedieningscode is geprogrammeerd. Opnemen is niet mogelijk. / Controleer of de apparaten juist zijn aangesloten. / Kies het weergave-apparaat met de afstandsbediening of met de AUDIO FUNCTION of VIDEO FUNCTION toetsen op het voorpaneel. Een bepaalde component kan niet gekozen worden. / Controleer de FUNCTION HOOKUP of de FUNCTION instelling van de component (zie blz. 41). Het geluid wordt niet met akoestiekeffect weergegeven. / Zorg dat het gewenste klankbeeld is ingeschakeld. / Schakel de DIRECT PASS funktie uit. / Zorg dat de SPEAKERS keuzeschakelaar juist is ingesteld (zie blz. 8). 45NL Aanvullende informatie Technische gegevens Versterker-gedeelte UITGANGSVERMOGEN Stereo-stand (4 ohm, DIN, 1 kHz) 100 watt + 100 watt Surround-stand 5.1 stand Frekwentiebereik 46NL (4 ohm, DIN, 1 kHz) Voorkanalen: 100 watt + 100 watt Middenkanaal*: 100 watt Achterkanalen*: 100 watt/kanaal * Bij bepaalde geluidsbronnen en/ of geluidsinstellingen is het mogelijk dat er geen geluid via deze kanalen wordt weergegeven. (4 ohm, DIN, 1 kHz) Voorkanalen: 100 watt + 100 watt Middenkanaal: 100 watt Achterkanalen: 100 watt/kanaal PHONO: RIAA korrektiecurve ±0,5 dB CD, TAPE, DAT/MD, LD/DVD, SATL, TUNER, VIDEO: +0.5 10 Hz ~ 50 kHz –2 dB (Direct Pass) Video-gedeelte Ingangen (ANALOOG) Gevoeligheid Impedantie PHONO 2,5 mV CD, LD/DVD 200 mV TAPE, DAT/MD, VIDEO, SATL, TUNER 5.1 INPUT S/R 50 75 dB* kOhm (A, 2,5 mV) Ingangen 1 Vt-t, 75 ohm Uitgangen 1 Vt-t, 75 ohm Algemeen Systeem 50 82 dB* kOhm (A, 150mV) 150 mV 200 mV 50 82 dB* kOhm (A, 150mV) * ’78 IHF Uitgangen BASS BOOST versterking REC OUT (AUDIO) OUT: Uitgangsspanning: 150 mV Impedantie: 10 kOhm WOOFER OUT Uitgangsspanning: 2 V Impedantie: 1 kOhm PHONES: Voor hoofdtelefoon met lage of hoge impedantie +10 dB bij 70 Hz Voorversterker: Ruisarme NF-type equalizer Eindversterker: Zuiver komplementaire SEPP Stroomvoorziening 230 V wisselstroom, 50/ 60 Hz Stroomverbruik 240 watt Netuitgang 1 geschakelde netuitgang, max. belastbaarheid 100 watt Afmetingen 430 x 155 x 350 mm Gewicht (bij benadering) 11,5 kg Bijgeleverd toebehoren Zie blz. 6. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. SettingUp Upthe theRemote Remote forOn-Screen On-Screen Control Aanvullende Getting informatie Started Setting for Control Parameter Verklarende woordenlijst CENTER MODE Aanpassing aan luidspreker-opstelling om het Dolby Pro Logic Surround geluid optimaal tot zijn recht te laten komen. Voor een zo fraai mogelijke akoestiek kiest u één van de vier CENTER MODE instellingen (WIDE, NORMAL, PHONTOM of 3 CH LOGIC), afhankelijk van de opstelling van uw luidsprekers. Dolby Pro Logic Surround Decodeersysteem van Dolby Surround geluid waarmee TV-programma's en videocassettes zijn opgenomen. Vergeleken met het vorige Dolby Surround systeem, zorgt de Dolby Pro Logic Surround voor verbetering van het geluidsbeeld door gebruik van vier afzonderlijke kanalen: voor het doorsturen van de geluidseffekten buiten beeld, het dialoog in beeld, de beweging van het filmgeluid en de muziek. Dit stelt u in staat een sfeer te verkrijgen vergelijkbaar aan die in een bioskoop. Dolby Surround Codeer- en decodeersysteem van Dolby Surround geluid voor thuisgebruik. De Dolby Surround decodeert de extra kanalen op de geluidssporen van met Dolby Surround geluid opgenomen videofilms en TV-programma's, en produceert geluidseffekten en echo's waardoor u zich middenin de aktie waant. Dolby Surround is in deze versterker als een akoestiek-instelling voorgeprogrammeerd. Als u over achterluidsprekers of een middenluidspreker(s) beschikt, wordt aanbevolen het Dolby Surround geluidsbeeld bij te regelen door kiezen van de CENTER MODE instelling die bij uw luidspreker-opstelling past. Dit stelt u in staat de Dolby Pro Logic Surround ten volle te benutten. Een instelbare grootheid die mede het geluidsbeeld bepaalt, zoals de klankkleur of de vertragingstijd. Door bijregelen van de diverse parameters kunt u de voorgeprogrammeerde akoestiekeffekten van de versterker aanpassen aan uw smaak in muziek en uw luistersituatie. Akoestiekeffekt Een geluidspatroon of klankbeeld dat een geluidsbron in een bepaalde omgeving oproept door een kombinatie van direkt en weerkaatst geluid in de natuurlijke akoestiek van de luisterruimte. Deze versterker biedt diverse voorgeprogrammeerde akoestiekeffekten waarmee u moeiteloos kunt genieten van allerlei treffende klankbeelden. Akoestisch rondom-geluid Dit geluid bestaat uit drie geluidscomponenten: rechtstreeks geluid, vroeg weerkaatst geluid en een nagalm. De akoestiek van de ruimte waarin u zich bevindt beïnvloedt de wijze waarop deze drie geluidscomponenten te horen zijn. De versterker kombineert deze geluidscomponenten op een dusdanige manier dat diverse luisteromgevingen, zoals bijvoorbeeld een concertzaal, kunnen worden nagebootst. • Zaal-geluidscomponenten Vroege weerkaatsingen Nagalm Rechtstreeks geluid • Overdracht van het geluid van de achterluidsprekers Rechtstreeks geluid Vroege weerkaatsingen Nagalm Niveau Effektniveau Het totaal van de geluidssterkte van de vroege weerkaatsingen en de nagalm. Het effektniveau is op zes standen instelbaar. Naarmate u een hoger effektniveau kiest, zal de kamer “levendiger” klinken, terwijl de lagere effektniveaus meer de indruk van een “akoestisch dode ruimte” geven. Vroege weerkaatsingstijd Tijd 47NL Aanvullende informatie Index D A Aansluiten audio-apparatuur 6 infrarood-signaalzender 6 luidsprekers 7 netsnoer 10 overzicht 5 TV-toestel/videorecorder 8 Achterpaneel 5 Afstandsbediening 11-17, 38 batterijen 11 bedienen van andere merken dan Sony 13, 15, 28 bedienen van Sony apparatuur 13, 15 gebruik 11 gevoeligheid 32 Afstandsbediening van geluidsbronnen zonder gebruik van de TV 42 Akoestiekgeluid 47 AUTO PLAY funktie 30 AUTO START funktie 30 B Batterijen voor de afstandsbediening 11 Bediening op afstand zonder de TV 42 Benamingsfunktie. Zie Indexfunktie Bijregelen geluidsparameter 25 geluidssterkte 19, 40 gevoeligheid van de afstandsbediening 32 klankbeelden 25, 40 klankkleur 26, 40 luidsprekervolume 19, 40 positie van de beeldschermaanduidingen 35 toon 26, 40 vertragingstijd 26, 40 E, F 48NL Namen invoeren. Zie Indexfunktie NORMAL middenkanaalaanpassing 18 O Opnemen 22 gebruik van de toetsen op het voorpaneel 39 P, Q, R Parameters 25 PHANTOM middenkanaalaanpassing 18 Programmeren van afstandsbedieningscodes 13, 15, 28 wissen van codes 14, 17, 29 Editing. Zie Opnemen Effect-intensiteit 25, 40 FLASHER illuminatie 42 G, H Gedecodeerde Dolby Digital AC-3 programmabronnen 21, 39 Groeperen van compact discs 35 S Sluimerfunktie 34 Surround-geluid 47 Storingen verhelpen 44 I, J Indexfunktie compact discs 35 gebruik van de toetsen op het voorpaneel 42 weergavebronnen 29 Infrarood-signaalzender 6, 33 K T Testtoon 19 TV-toestel/videorecorder aansluiten 8 U Uitpakken 5 Kiezen aanduidingsparameter 32, 41 component 20 voorpaneel-bediening 38 Kijken TV/videoprogramma’s 21, 39 Klankbeelden bijregelen 25, 40 instelbare parameters 25 voorgeprogrammeerde klankbeelden 24 Kopiëren. Zie Opnemen V Vertragingstijd 26, 40 Voorpaneel 37 W, X, Y Weergavebronnen indexfunktie 29, 42 kiezen 20, 38 WIDE middenkanaalaanpassing 18 Wissen van afstandsbedieningscodes 14, 17, 29 Wijzigen van de aanduidingsinstellingen 32, 42 L Luidsprekers aansluiten 7 impedantie 46 kiezen van de luidsprekers 8 opstelling 8 C Center Mode middenkanaalaanpassing 18, 19, 41 3 CH LOGIC instelling 18 NORMAL instelling 18 PHANTOM instelling 18 WIDE instelling 18 CD-wisselaar, bediening van 34 N Dimmen van uitleesvensteraanduidingen 39 Dolby Pro Logic Surround voor een optimale akoestiek-weergave 18 Dolby Surround geluid 47 Doorlopen compact disc lijst 36 3 CH LOGIC middenkanaalaanpassing 18 M MACRO bedieningsreeks 31 Z Zoeken van een compact disc 36
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194

Sony TA-VE810G de handleiding

Categorie
Dvd spelers
Type
de handleiding