Documenttranscriptie
Opstelling
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen
of vocht, om gevaar voor brand of
een elektrische schok te voorkomen.
Open nooit de behuizing, om gevaar
voor elektrische schokken te vermijden.
Laat reparaties aan de erkende
vakhandel over.
Deze versterker is uitgerust met
Dolby* Pro Logic Surround
akoestiek.
* Geproduceerd onder licentie van:
Dolby Laboratories Licensing
Corporation.
DOLBY, het dubbele-D symbool a,
AC-3 en PRO LOGIC zijn
handelsmerken van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation.
• Plaats het apparaat niet in een krappe,
omsloten ruimte, zoals een boekenrek
of inbouwkast.
• Zet het apparaat op een goed
geventileerde plaats, met rondom
vrije luchtdoorstroming, om
oververhitting van de inwendige
onderdelen te voorkomen, in het
belang van een langdurige
betrouwbare werking.
• Plaats het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron of in direkt
zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met
veel stof, vocht en mechanische
trillingen of schokken.
• Zet niets bovenop het apparaat. De
ventilatie-openingen aan de
bovenzijde mogen niet geblokkeerd
worden, in het belang van een juist
funktioneren van het apparaat en een
langere levensduur van de
componenten.
Bediening
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
• Mocht er vloeistof of een voorwerp in
het apparaat terechtkomen, trek dan
de stekker uit het stopkontakt en laat
het apparaat eerst nakijken door een
deskundige, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
• Zorg ervoor dat de stekkers van de
netsnoeren van de apparatuur niet in
het stopkontakt zitten, alvorens de
aansluitingen te maken. Sluit de
netsnoeren pas als allerlaatste aan.
Reiniging
• Gebruik voor het reinigen van de
ombouw, het voorpaneel en de
bedieningsorganen een zachte doek,
licht bevochtigd met wat milde
vloeibare zeep. Gebruik geen
schuurspons, schuurmiddelen of
vluchtige stoffen zoals spiritus of
benzine.
Stroomvoorziening
• Kontroleer voor het aansluiten van
het apparaat eerst of de
bedrijfspanning ervan wel
overeenkomt met de plaatselijke
netspanning. De bedrijfsspanning
staat aangegeven op het naamplaatje
aan de onderzijde van het apparaat.
• Zolang het netsnoer op het
stopkontakt is aangesloten, blijft er
spanning op het apparaat staan, zelfs
nadat het apparaat is uitgeschakeld.
• Trek de stekker van het netsnoer uit
het stopkontakt wanneer u denkt het
apparaat geruime tijd niet te zullen
gebruiken. Om de aansluiting op het
stopkontakt te verbreken, mag u
uitsluitend aan de stekker trekken;
trek nooit aan het snoer.
• Indien het netsnoer vervangen moet
worden, mag dit alleen uitgevoerd
worden door een erkend
onderhoudscentrum.
2NL
Mocht u na het doorlezen van de
gebruiksaanwijzing nog vragen over
of problemen met het apparaat
hebben, aarzel dan niet kontakt op te
nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Bij dit produkt zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet weggooien maar
inleveren als KCA.
Omtrent deze
handleiding
Deze gebruiksaanwijzing is gesplitst
in drie delen: Voorbereidingen,
Beeldscherm-bediening en
Voorpaneel-bediening.
In “Voorbereidingen” worden de
aansluitingen beschreven, het
instellen van de afstandsbediening
voor beeldscherm-bediening en de
instellingen voor Dolby Pro Logic
Surround akoestiek.
In “Beeldscherm-bediening” wordt
de bediening van de versterker
beschreven met behulp van de
afstandsbediening, waarbij u de
aanduidingen op het TV-scherm ziet.
U kunt praktisch alle funkties van de
versterker met de afstandsbediening
regelen.
In “Voorpaneel-bediening” wordt de
bediening van de versterker
beschreven met behulp van de
toetsen en regelaars op het
voorpaneel, en de “snel” toetsen op
de afstandsbediening. Dit is een
andere optie die u heeft voor de
bediening van uw systeem.
Op een aantal plaatsen in deze
gebruiksaanwijzing zult u het
onderstaande symbool aantreffen:
Dit symbool vestigt uw
aandacht op handige tips,
die de bediening
vergemakkelijken.
z
Inhoudsopgave
Welkom! 4
Aansluitoverzicht 5
Aansluiten van de infrarood-signaalzender 6
Aansluiten van geluidsapparatuur 6
Aansluiten van de luidsprekers 7
Aansluiten van uw TV-toestel/videorecorder 8
Aansluiten op het stopkontakt 10
Voorbereidingen
Aansluitingen
Gereedmaken van de afstandsbediening voor
beeldscherm-bediening
Gebruik van de afstandsbediening 11
Vastleggen van de afstandsbedieningscodes voor een
TV-toestel (of videomonitor) 13
Vastleggen van codes voor audio/video-apparatuur 15
Dolby Pro Logic Surround instellingen
Wat is Dolby Pro Logic Surround akoestiek? 18
Bijregelen van de geluidssterkte van de luidsprekers 19
Kiezen van een weergavebron 20
Bekijken van TV-uitzendingen en videoprogramma’s 21
Opnemen 22
Geluidsbijregeling
Gebruik van de voorgeprogrammeerde klankbeelden 24
Bijregelen van de klankbeelden 25
Extra instellingen en aanpassingen
Beeldscherm-bediening
Weergeven/Opnemen
NL
Overnemen van codes van een andere afstandsbediening
(USER IR instelling) 28
Gebruik van de indexfunktie 29
Automatisch afspelen van weergavebronnen (AUTO PLAY) 30
Automatische weergavestart bij inschakelen (AUTO START) 30
Automatisch verschillende apparaten achtereen bedienen
(MACRO bedieningsreeks) 31
Aanpassen van de gevoeligheid van de afstandsbediening 32
Wijzigen van de instellingen voor de beeldscherm-weergave 32
Gebruik van de sluimerfunktie 34
Bediening van een compact disc wisselaar 34
Overzicht van het voorpaneel 37
Beschrijving van de afstandsbediening 38
Kiezen van een weergavebron 38
Opnemen 39
Geluidsbijregeling 40
Aanpassen van de bedieningsfunkties van de versterker 41
Gebruik van de indexfunktie 42
Afstandsbediening van apparatuur zonder de TV
(FLASHER illuminatie) 42
Voorpaneelbediening
Gebruik van de toetsen op het voorpaneel
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen 44
Technische gegevens 46
Verklarende woordenlijst 47
Index 48
3NL
Welkom!
Hartelijk dank voor de aankoop van de of TA-VE810G
Sony geïntegreerde audio/video versterker.
Uw nieuwe versterker is een audio/videoregelcentrum met een uniek bedieningssysteem. Na
aansluiten van de versterker op uw TV-toestel
verschijnen er bedieningsaanduidingen op het TVscherm (zie onder), waarmee u de diverse aangesloten
audio/video-apparatuur op afstand kunt bedienen.
Met de beeldscherm-bediening van dit apparaat kunt u
niet alleen aangesloten audio/video-apparatuur
bedienen, maar ook andere toestellen die geschikt zijn
voor infrarood-bediening, zoals bijv. een
airconditioning.
Basisprincipes voor de bediening van de
versterker
1 Bij indrukken van de richtingstoets stuurt de
afstandsbediening een infrarood-signaal (IR) naar de
versterker (zie 1 hieronder).
2 Dit signaal regelt de beweging van de aanwijzer (het
hand-symbool) op het TV-scherm (zie 2 hieronder).
3 Wanneer u de aanwijzer naar een bepaalde
bedieningsfunktie verplaatst en dan op het midden
van de richtingstoets van de afstandsbediening
drukt, stuurt de infrarood-emitter (IR) op het
voorpaneel van de versterker de korresponderende
infrarood-bedieningscode naar de betreffende
component (zie 3 hieronder).
Laserdisc-beeldplatenspeler e.d.
Videosignaal (signalen van
weergavebronnen gekombineerd
met beeldscherm-aanduidingen)
Infraroodbedieningscodes
Infrarood-emitter
Infrarood-ontvanger
TA-VE810G
Videosignaal
FUNCTION
SOUND
3
Â
M
SETUP
2
m
µ
Videosignaal
INPUT
0
(
)
SUB
p
USER
P
=
+
TV of videomonitor
Videorecorder e.d.
4NL
1
Aansluitingen
Aansluitoverzicht
Op deze versterker kunt u de volgende audio- en
video-apparatuur aansluiten. Zie de bladzijdenummers
aangegeven tussen haakjes voor nadere
bijzonderheden betreffende het aansluiten van de
apparatuur.
Aansluiten van uw TV-toestel/videorecorder (8)
Videocamera/
videospelapparaat
TV-toestel/
videomonitor
MONITOR
Satelliet-ontvanger
Laserdisc/DVD
speler
Videodrecorder
S-LINK
SURROUND SPEAKERS
5-1 INPUT
IR OUT SATL LD/DVD
VIDEO 2
VIDEO 1
WIRELESS
REAR
SPEAKER
WOOFER
AC OUTLET
IMPEDANCE USE 8-16Ω
Naar het
voorpaneel
PHONO TUNER
CD
DAT / MD
TAPE
FRONT
Infraroodsignaalzender
Platenspeler
Aansluiten van
de infraroodsignaalzender (6)
Tuner
Compact
disc speler
DAT deck/
minidisc- Cassettedeck
recorder
Aansluiten van geluidsapparatuur (6)
SPEAKERS
Rechter
voorluidspreker
Linker
voorluidspreker
Rechter
Linker
achterluidspreker
achterluidspreker
Middenluidspreker
Aansluiten van de luidsprekers (7)
Alvorens u begint
• Kontroleer of de volgende toebehoren aanwezig zijn:
- Afstandsbediening RM-VR101 (1)
- AA-formaat (R6) batterijen (2)
- Infrarood-signaalzender (1)
• Zorg dat alle betrokken apparatuur is uitgeschakeld,
alvorens u enige aansluiting maakt.
• Steek de stekkers van de netsnoeren pas in het
stopkontakt nadat alle andere aansluitingen naar
behoren zijn gemaakt.
• Sluit de snoeren stevig aan, met alle stekkers over de
volle lengte in de aansluitbussen, om het optreden
van brom en andere stoorgeluiden te voorkomen.
5NL
Aansluitingen
Aansluiten van de infraroodsignaalzender
Aansluiten van
geluidsapparatuur
Deze zender dient voor het doorgeven van infrarode
bedieningssignalen aan andere apparatuur, signalen
die hetzelfde zijn als die van de afstandsbediening die
bij de betreffende apparatuur hoort. Sluit deze extra
infrarood-signaalzender aan als:
• Bepaalde apparatuur niet erg goed reageert op de
beeldscherm-bedieningsfunkties van de versterker.
• De opstelling van de installatie zodanig is dat de
infrarood-signaalzender op het voorpaneel van de
versterker niet alle apparatuur kan bereiken die u
wilt bedienen.
Na het aansluiten van de infrarood-signaalzender
plaatst u deze een weinig hoger of lager dan de
infrarood-sensor op de apparatuur die u wilt bedienen.
Iedere infrarood-signaalzender kan infrarood-signalen
sturen naar één apparaat.
Als u Sony apparatuur heeft, sluit deze dan aan
overeenkomstig de tabel op blz. 15, zodat de infraroodcodes niet geregistreerd hoeven te worden.
Infraroodsignaalzender
Infraroodsensor
µ
Andere
apparaat
Infraroodsignalen
S-LINK/CTRL A1
e PHONO d TUNER
a CD
c DAT/MD b TAPE
Welke snoeren zijn er nodig?
Audiosnoer (niet bijgeleverd)
Wit (L)
Wit (L)
Rood (R)
Rood (R)
Ç : signaalstroom
a CD (naar een compact disc speler)
Compact
disc speler
Versterker
IR OUT
OUTPUT
IN
Infraroodsignaalzender(s)
LINE
L
R
CD
b TAPE (naar een cassettedeck)
Versterker
RECOUT
L
IN
Cassettedeck
OUTPUT
INPUT
LINE
LINE
L
R
R
TAPE
Opmerking
Met het bijgeleverde plakband kunt u de infraroodsignaalzender zo bevestigen dat de voorkant ervan gericht is
op de apparatuur die u wilt bedienen.
6NL
Aansluitingen
c DAT/MD (naar een DAT deck/minidisc-recorder)
Versterker
RECOUT
DAT deck/
minidisc-recorder
IN
L
OUTPUT
INPUT
LINE
LINE
L
R
R
DAT / MD
d TUNER (naar een tuner)
Versterker
IN
U dient op zijn minst voorluidsprekers (links en rechts)
aan te sluiten en kunt indien gewenst een
middenluidspreker en achterluidsprekers aansluiten
om te genieten van akoestiekeffekten.
Welke snoeren zijn er nodig?
Tuner
OUTPUT
LINE
L
R
TUNER
e PHONO (naar een platenspeler)*
Versterker
Platenspeler
L
Aansluiten van de luidsprekers
OUTPUT
Luidsprekersnoer (niet bijgeleverd)
(+)
(+)
(–)
(–)
Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden
van het luidsprekersnoer, en draai de draden ineen. Let
op dat u de polen van de luidsprekersnoeren niet
verwisselt; sluit + (plus) op + aan en – (min) op –. Bij
verwisselde aansluitingen kan er vervorming optreden
en zal de basweergave niet naar behoren zijn.
R
PHONO
Linker
Rechter
achterluidspreker achterluidspreker
Versterker
Middenluidspreker
SURROUND SPEAKERS
* Als uw platenspeler over een aardleiding beschikt,
verbind deze dan met de y SIGNAL GND
aansluiting van de versterker, om een storende
bromtoon te voorkomen.
R
REAR
CENTER
L
+
+
-
-
R
L
IMPEDAMCE USE 4-16Ω
z
Aansluiten van Sony apparatuur met een CONTROL
A1 aansluiting
Op deze versterker kunt u een Sony compact disc
speler, cassettedeck of minidisc-recorder aansluiten
geschikt voor het CONTROL A1 bedieningsyssteem.
Gebruik een CONTROL A1 snoer (niet bijgeleverd) om
de CTRL A1 aansluiting van elk apparaat te verbinden
met de S-LINK CTRL A1 aansluiting van de versterker.
Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van het betreffende apparaat.
z
Zie blz. 41.
z
WOOFER
AUDIO
OUT
U kunt de bedrijfsstatus aangeven van het apparaat
dat op de CTRL A1 aansluiting is aangesloten
Aansluiten van een Sony compact disc wisselaar met
een COMMAND MODE schakelaar
• Als de compact disc wisselaar geen VIDEO OUT
aansluiting heeft, zet deze schakelaar dan op “CD 1”
en sluit de compact disc wisselaar aan op de CDaansluitingen van de versterker.
• Als de compact disc wisselaar wel een VIDEO OUT
aansluiting heeft, zet deze schakelaar dan op “CD 2”
en sluit de compact disc wisselaar aan op de VIDEO
1, VIDEO 2 of LD-aansluitingen van de versterker.
Linker
voorluidspreker
Rechter
voorluidspreker
+
-
-
+
+
-
-
+
A
R
A
B
L
B
IMPEDANCE USE 4-16Ω
FRONT
SPEAKERS
(wordt vervolgd)
7NL
Aansluitingen
Luidsprekeropstelling
Voor een optimaal akoestiekeffekt plaatst u de
luidsprekers zoals hieronder aangegeven.
Achterluidspreker
60 - 90 cm
Aansluiten van uw TV-toestel/
videorecorder
Om gebruik te kunnen maken van beeldschermbediening dient u een TV-toestel op de versterker aan
te sluiten. Daarnaast zult u om te kunnen genieten van
Dolby Pro Logic Surround gecodeerde videocassettes
en TV-programma’s, in aanvulling op het TV-toestel en
de videorecorder ook midden- en achterluidsprekers
moeten aansluiten.
Voorluidspreker
z
U kunt ook een aktieve lagetonenluidspreker
aansluiten
Door een aktieve lagetonenluidspreker (los
verkrijgbaar) aan te sluiten op de WOOFER AUDIO
OUT aansluiting kunt u de weergave van de lage tonen
verbeteren.
Versterker
Aktieve
lagetonenluidspreker
WDOFER
INPUT
Als u Sony apparatuur heeft, sluit deze dan aan
overeenkomstig de tabel op blz. 15, zodat de infraroodcodes niet geregistreerd hoeven te worden.
d SATL
a MONITOR
c LD/DVD
b VIDEO 1, 2
AUDIO
OUT
z
U kunt ook draadloze achterluidsprekers aansluiten
Bij gebruik van Sony draadloze achterluidsprekers (los
verkrijgbaar), sluit u de zender aan op de WIRELESS
REAR SPEAKER aansluiting.
e VIDEO 3 INPUT
(op het voorpaneel)
5.1 INPUT
Opmerking
Sluit geen andere apparatuur aan op de WIRELESS
REAR SPEAKER aansluiting.
Welke snoeren zijn er nodig?
• Audio/videokabel (niet bijgeleverd)
Kiezen van de gewenste luidsprekers
Geel
Wit (L)
U kunt een of twee paar luidsprekers aansluiten. Stel
de SPEAKERS keuzeschakelaar op het voorpaneel in
overeenkomstig de luidsprekers die u wilt gebruiken.
U wilt luisteren naar
Wit (L)
Rood (R)
• SCART kabel (niet bijgeleverd)
Zet de SPEAKERS
keuzeschakelaar op
Luidsprekers A
(aangesloten op de FRONT
SPEAKERS A aansluitingen)
A
Luidsprekers B
(aangesloten op de FRONT
SPEAKERS B aansluitingen)
B
Luidsprekers A èn B
(parallele aansluiting)
A+B*
* Sluit op de A en B aansluitingen luidsprekers aan met een
nominale impedantie van 8 ohm of hoger.
8NL
Rood (R)
Geel
Sluit de stekkers aan op de aansluitbussen met
dezelfde kleur: sluit geel (video) op geel aan, wit
(rechts) op wit, en rood (links) op rood, zowel op de
versterker als op de aangesloten apparatuur.
Ç : signaalstroom
Aansluitingen
a MONITOR (naar een TV-toestel of videomonitor)
Gebruik uw TV-toestel enkel voor de beeldweergave
en gebruik de ingebouwde TV-afstemeenheid van de
videorecorder voor het afstemmen op de TV-kanalen.
Als u hiervoor de afstemeenheid van het TV-toestel
gebruikt, zullen bij het overschakelen naar een ander
TV-kanaal de beeldscherm-aanduidingen verdwijnen
en ziet u enkel het beeld van de TV-uitzending.
Versterker
Videomonitor
MONITOR
z
Als u een “CANAL+” afstemeenheid heeft
Verbind deze afstemeenheid met de videorecorder die
is aangesloten op de VIDEO 1 aansluitingen van de
versterker.
Opmerking
Stel de TV-afstemeenheid zodanig in dat deze de kanalen
overslaat waarop geen uitzendingen zijn, zodat er altijd een
beeld op het TV-scherm is. Als u dit niet doet, zal er
vervorming in het beeld zijn bij gebruik van de beeldschermbedieningsfunkties.
AV 1
b VIDEO 1, 2 (naar de videorecorders)
Sluit op de VIDEO 1 en/of VIDEO 2 aansluitingen de
videorecorders aan.
Versterker
Videorecorder
VIDEO 1
OUTPUT
INPUT
VIDEO
OUT
VIDEO
IN
VIDEO
VIDEO
AUDIO
OUT
AUDIO
IN
AUDIO
AUDIO
L
L
R
R
Weergave van gedecodeerde Dolby Digital
(AC-3) geluidssporen
Als u een Dolby Digital (AC-3) decoder heeft, maakt u
de volgende aansluitingen om de versterker te
gebruiken voor het versterken van de gedecodeerde
Dolby Digital (AC-3) geluidssporen. Deze
audiosignalen worden in kombinatie met de
videosignalen gebruikt die via de LD/DVD VIDEO IN
aansluiting binnenkomen (zie blz. 21 voor nadere
bijzonderheden betreffende de bediening).
c LD/DVD (naar een laserdisc of DVD speler)
Versterker
Laserdisc/
DVD speler
LD/DVD
OUTPUT
Versterker
LD/DVD
5-1 INPUT
FRONT
VIDEO
IN
VIDEO
IN
REAR
VIDEO
L
AUDIO
IN
AUDIO
IN
AUDIO
R
L
L
L
CENTER
R
R
R
WOOFER
Opmerking voor
Om gedecodeerde Dolby Digital (AC-3) geluidssporen weer
te geven, maakt u de aansluitingen zoals beschreven in
“Weergave van gedecodeerde Dolby Digital (AC-3)
geluidssporen” op de volgende bladzijde.
PRE OUT
REAR
DIGITAL
FRONT
CENTER
d SATL (naar een satelliet-ontvanger)
IN
WOOFER
Versterker
Satelliet-ontvanger
SATL
OUTPUT
VIDEO
IN
VIDEO
AUDIO
IN
AUDIO
Dolby Digital (AC-3)
decoder (etc.)
L
L
DIGITAL
R
R
LINE OUT
e VIDEO 3 INPUT (naar een videocamera of videospelapparaat)
Versterker
(voorpaneel)
VIDEO 3 INPUT
Videocamera/
videospel-apparaat
OUT
R
- AUDIO -
L
VIDEO
DVD speler
OUTPUT
VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
AUDIO
L
R
9NL
Aansluitingen
Aansluiten op het stopkontakt
Aansluiten van het netsnoer
Steek de netsnoerstekker van deze versterker en die
van uw audio/video-apparatuur in een gewoon
wandstopkontakt.
Als u het netsnoer van andere geluidsapparatuur
aansluit op de schakelbare netuitgang (SWITCHED AC
OUTLET) van deze versterker, zorgt de versterker voor
de stroomtoevoer van het aangesloten apparaat, zodat
u dit eenvoudig kunt in- en uitschakelen met de
netschakelaar van de versterker.
SWITCHED AC OUTLET
Alvorens u de versterker de eerste maal
gebruikt
Wis alle gegevens uit het geheugen van de
versterker voordat u het apparaat de eerste maal
gebruikt.
1
Schakel de versterker uit met de POWER
schakelaar.
2
Houd de VIDEO FUNCTION >, AUDIO
FUNCTION > en SOUND FIELD MODE
toetsen ingedrukt en schakel de versterker dan
in door op de POWER schakelaar te drukken.
De aanduiding “ALL CLEAR!” verschijnt in
het uitleesvenster.
POWER
VIDEO
FUNCTION
>
naar een
stopkontakt
Voorzichtig
Let op dat het stroomverbruik van het apparaat aangesloten
op de netuitgang van de versterker niet de kapaciteit
overschrijdt die op het achterpaneel is aangegeven. Sluit op
deze netuitgang in geen geval huishoudelijke apparatuur
aan zoals een strijkijzer, een ventilator, een TV-toestel of
andere apparatuur met een hoog stroomverbruik.
10NL
AUDIO
SOUND FIELD
FUNCTION
MODE
>
Opmerking
Bij het wissen van het geheugen van de versterker komen
alle ingestelde infrarood-codes, etc. te vervallen.
Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening
Gebruik van de
afstandsbediening
Insteken van de batterijen in de
afstandsbediening
1
Open het deksel aan de onderzijde van de
afstandsbediening.
2
Steek twee R6 (AA-formaat) batterijen in het
batterijvak met de juiste polariteit van plus en
min (+/–).
Inschakelen van de versterker en
weergeven van de beeldschermaanduidingen op uw TV-scherm (of
videomonitor)
Om de versterker in te schakelen, richt u de
afstandsbediening naar de infrarood-ontvanger en
drukt dan één- of tweemaal op de richtingstoets. Om
de beeldscherm-aanduidingen te laten verschijnen,
schakelt u het TV-toestel in en kiest hierop de juiste
video-ingangsfunktie. Als u de infraroodbedieningscode van uw TV-toestel geregistreerd heeft
(zie “Vastleggen van de afstandsbedieningscode voor
een TV-toestel (of videomonitor)” op blz. 13), zal het
TV-toestel automatisch worden ingeschakeld wanneer
u de versterker inschakelt.
Infraroodontvanger
b
Richtingstoets
Opmerkingen betreffende de
afstandsbediening
PUSH
ENTER
Levensduur van de batterijen
Onder normale omstandigheden gaan de batterijen ongeveer
6 maanden mee. Als u de versterker niet langer meer op
afstand kunt bedienen, is het tijd beide batterijen door
nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
• Laat de afstandsbediening nooit op een erg warme of
vochtige plaats liggen.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterij naast elkaar.
• Let op dat de afstandsbedieningssensor van de versterker
niet blootgesteld wordt aan rechtstreekse zonnestraling of
fel lamplicht. Dit kan de juiste werking ervan verstoren.
• Als u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te
gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen,
om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te
voorkomen.
(wordt vervolgd)
11NL
Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening
Gebruik van de afstandsbediening
Opmerkingen betreffende het gebruik van de
afstandsbediening
Met de bijgeleverde afstandsbediening kunt u vrijwel
alle funkties van de versterker op afstand bedienen.
In deze paragraaf wordt het gebruik van de
richtingstoets beschreven. Zie blz. 38 voor de andere
toetsen op de afstandsbediening.
• Let op dat de infrarood-emitter van de afstandsbediening
niet is afgedekt wanneer u op de toetsen van de
afstandsbediening drukt.
FUNCTION
SOUND
SETUP
30°
Aanwijzer
Blanco
gedeelte
• Houd de afstandsbediening vast met de richtingstoets
naar boven, zoals afgebeeld.
INPUT
0
(
)
SUB
p
USER
P
=
+
Richtingstoets
Â
M
PUSH
ENTER
m
µ
1
Druk éénmaal op de richtingstoets van de
afstandsbediening om de beeldschermaanduidingen op het TV-scherm te laten
verschijnen.
2
Druk meermalen op een hoek van de
richtingstoets (M, m, Â, µ) (of houd het betreffende
gedeelte van de toets ingedrukt), om de aanwijzer
(het hand-symbool) in de gewenste richting over
het beeldscherm te bewegen.
3
Plaats de aanwijzer zó dat de top van de
wijsvinger op het gewenste onderdeel op het
scherm staat en druk heel even op het midden
van de richtingstoets (aangegeven met “PUSH
ENTER”) en laat onmiddellijk weer los om op het
aangewezen onderdeel te “klikken”.
Om de beeldscherm-aanduidingen te laten verdwijnen
Verplaats de aanwijzer naar het blanco gedeelte en druk dan
op het midden van de richtingstoets.
12NL
Infrarood-emitter
Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening
Vastleggen van de
afstandsbedieningscodes voor
een TV-toestel (of
videomonitor)
4
• Sony TV-toestel
1 Klik op “Sony TV”.
De afstandsbedieningscodes voor het TV-toestel
worden automatisch vastgelegd en daarmee is
het vastleggen compleet.
TV MONITOR SET
Sony
TV
OTHER TV
TV IR SET
Volg de onderstaande aanwijzingen om de
afstandsbedieningscodes voor uw TV-toestel of
videomonitor vast te leggen, zodat deze automatisch
wordt ingeschakeld, telkens wanneer u de versterker
aan zet.
In het onderstaande geval hoeft u de
afstandsbedieningscodes niet vast te
leggen
RETURN
EXIT
• TV-toestel van een ander merk dan Sony
1 Klik op “OTHER TV”.
2 Ga door naar stap 5.
Als u een Sony TV-toestel heeft dat geschikt is voor
bediening met een infrarood-afstandsbediening, en het
TV-toestel via de VIDEO 1 ingangsaansluiting op de
versterker is aangesloten. In dat geval hoeft u de codes
van de TV niet vast te leggen.
TV MONITOR SET
Sony
TV
OTHER TV
TV IR SET
Afstandsbedieningscodes vastleggen
1
2
Schakel de versterker en het TV-toestel in.
Zet de ingangskeuzeschakelaar van de TV in de
stand voor video-weergave.
RETURN
5
U dient nu de infrarood-sensor van het TV-toestel
af te dekken, om fouten in de bediening te
voorkomen. Anders zouden tijdens het
programmeren plotseling de aanduidingen van
het scherm kunnen verdwijnen.
6
Klik op “START”.
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu.
FUNCTION
SOUND
EXIT
SETUP
TV MONITOR SET
TV IR SET
INPUT
0
3
(
)
SUB
p
USER
P
=
Sony
TV
OTHER TV
START
+
Klik op “TV SET”.
FUNCTION
SOUND
SETUP
TV SET
IR SET
USER IR
FUNC
CD
TUNER
AUTO START
MACRO PLAY
SLEEP TIMER
OSD SETUP
RETURN
EXIT
INDEX
INDEX
INDEX
EXIT
(wordt vervolgd)
13NL
Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening
7
Wanneer nu de aanduiding “PUSH YOUR
REMOTE” op het TV-scherm verschijnt, drukt u
op de toets van de televisie-afstandsbediening
die overeenkomt met de bedieningsfunktie (toets)
aangegeven op het TV-scherm (bijv. “POWER
OFF”).
• TV/VIDEO: Wanneer deze bedieningsfunktie wordt
aangegeven, dient u de cyclische ingangskeuzetoets
van uw televisie-afstandsbediening te programmeren.
U kunt dan de ingangsfunktie van het TV-toestel
omschakelen met behulp van de afstandsbediening
van de versterker. Programmeer niet de code van een
aparte ingangskeuzetoets.
• WIDE TV DISPLAY MODE: Wanneer deze
bedieningsfunktie wordt aangegeven, dient u de
breedbeeld-TV funktietoets van uw televisieafstandsbediening te programmeren.
TV IR SET
CHANNEL 0
POWER OFF
TV / VIDEO
WIDE TV DISPLAY MODE
TV IR SET
PUSH
RETURN
YOUR REMOTE
CODE CLEAR
EXIT
Infraroodsensor
Televisie-afstandsbediening
Bij het programmeren van een afstandsbedieningscode
dient u het volgende te doen; het is anders mogelijk
dat de code niet juist wordt vastgelegd.
• Richt de afstandsbediening op de infrarood-sensor van
de versterker van een afstand van niet meer dan 3 cm.
• Houd de toets op de afstandsbediening 2 à 3 sekonden
lang ingedrukt totdat de aanduiding “RECEIVING”
verandert in “RELEASE YOUR REMOTE”.
• Houd de afstandsbediening horizontaal recht op de
infrarood-sensor gericht tot de bedieningscode is
geprogrammeerd.
14NL
8
Herhaal deze werkwijze voor alle andere toetsen
die op het TV-scherm worden aangegeven.
Als een afstandsbedieningscode niet naar behoren
is geprogrammeerd, verschijnt “NG” op het
scherm. In dit geval herhaalt u stap 7.
Terugkeren naar het hoofdmenu
Klik op “EXIT”.
Terugkeren naar het voorgaande menu
Klik op “RETURN”.
Opmerking
Het kan zijn dat nog niet alle afstandsbedieningscodes naar
behoren zijn geprogrammeerd, ook al verschijnt er
“RELEASE YOUR REMOTE” op het TV-scherm. Als een
bepaalde funktie niet goed werkt, kunt u proberen de
bedieningscode nogmaals vast te leggen. Als het opnieuw
programmeren van de code nog steeds niet het gewenste
resultaat heeft, volgt u dan de aanwijzingen onder
“Overnemen van codes van een andere afstandsbediening
(USER IR instelling)” op blz. 28.
Wissen van de afstandsbedieningscodes
voor het TV-toestel
Klik op de “CODE CLEAR” aanduiding in het “TV IR
SET” instelmenu dat verschijnt wanneer u op “START”
klikt.
• Wissen van een enkele afstandsbedieningscode
1 Klik op “SINGLE IR CODE CLEAR”.
Er verschijnt dan “SELECT CLEAR CODE KEY” op het
scherm.
2 Klik vervolgens op de toetscode die u wilt wissen.
Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven.
3 Klik nu op “YES” om de code te wissen.
Als u bij nader inzien de code niet wilt wissen, klikt u
op “NO”.
Om nog een andere code te wissen, herhaalt u de stappen
2 en 3.
• Wissen van alle afstandsbedieningscodes voor het TVtoestel
1 Klik op “TV IR CODE CLEAR”.
Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven.
2 Klik op “YES” om alle TV-bedieningscodes te wissen.
Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm.
Als u bij nader inzien de codes niet wilt wissen, klikt u
op “NO”.
Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening
Vastleggen van codes voor
audio/video-apparatuur
Volg de onderstaande aanwijzingen om de
bedieningscodes voor uw audio/video-apparatuur
vast te leggen, zodat de apparatuur via het televisiebeeldscherm bediend kan worden.
Afstandsbedieningscodes vastleggen
1
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu.
FUNCTION
2
In het onderstaande geval hoeft u de
bedieningscodes niet vast te leggen
SETUP
SOUND
SETUP
Klik op “IR SET”.
FUNCTION
Als u Sony audio/video-apparatuur heeft die geschikt
is voor bediening met een infraroodafstandsbediening, en de apparatuur aangesloten is op
de aansluitingen getoond in het onderstaande
tabelletje. In dat geval hoeft u geen codes voor de
apparatuur vast te leggen.
SOUND
TV SET
IR SET
USER IR
FUNC
CD
TUNER
AUTO START
MACRO PLAY
SLEEP TIMER
OSD SETUP
EXIT
Aansluitingen op de versterker Aan te sluiten Sony apparatuur
VIDEO 1
Sony VHS videorecorder (VTR 3)
VIDEO 2
Sony Beta videorecorder (VTR 1)
VIDEO 3
Sony 8-mm videorecorder (VTR 2)
LD/DVD
Sony laserdisc-speler
SATL
Sony satelliet-ontvanger
TUNER
Sony tuner
DAT/MD
Sony DAT deck
CD
Sony compact disc speler (CD 1)
TAPE
Sony cassettedeck
MONITOR
Sony TV-toestel (via de VIDEO 1
aansluiting van de TV)
In de volgende gevallen zult u ook voor Sony apparatuur
de bedieningscodes moeten vastleggen
• Bij aansluiten van een Sony minidisc-recorder of
minidisc-speler op de DAT/MD aansluitingen;
• Voor het bedienen van Sony apparatuur geschikt
voor het CONTROL-A1 bedieningssysteem;
• Bij aansluiten van een Sony apparaat op andere dan
de speciaal hiervoor bestemde aansluitingen (dus als
u bijvoorbeeld een Sony laserdisc-speler aansluit op
de VIDEO 3 ingangen)
• Wanneer u apparatuur van een ander merk vervangt
door Sony audio/video-apparatuur.
Opmerkingen
• Als uw videorecorder is voorzien van een COMMAND
CODE schakelaar (die u kunt instellen op VTR1, VTR2 of
VTR3), zet deze schakelaar dan in de geschikte stand voor het
bandformaat (zie hierboven). Als uw videorecorder
bovendien een ingebouwde StarSight tuner heeft, stelt u de
COMMAND CODE schakelaar in op “VTR 3”).
• Als uw CD-wisselaar is voorzien van een COMMAND
MODE schakelaar (die u kunt instellen op CD 1, CD 2 of CD
3), dient u deze schakelaar gewoonlijk in de “CD 1” stand te
zetten. Bij een Sony CD-wisselaar met VIDEO OUT uitgangen
echter, zet u de COMMAND MODE schakelaar in de “CD 2”
of “CD 3” stand (voor het gebruik van het CONTROL-A1
bedieningssysteem kiest u altijd de “CD 3” stand).
INDEX
INDEX
INDEX
3
Klik op de naam van de gewenste aansluitingen
op de versterker.
IR CODE SETTING
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
LD/DVD
SATL
TAPE
DAT/MD
CD
TUNER
RETURN
Sony
Sony
Sony
Sony
Sony
Sony
Sony
Sony
Sony
Aansluitingen
op de versterker
4
VTR3
VTR1
VTR2
LD
SATL
TAPE
DAT
CD1
TUNER
EXIT
Aangesloten
apparatuur
• Sony apparatuur
Klik op “Sony”.
De bedieningscodes worden automatisch vastgelegd en
daarmee is het vastleggen compleet.
IR CODE SETTING
MAKER
OUTPUT
Sony
IR
OTHER
Om alle mogelijkheden te benutten van audioapparatuur die geschikt is voor het CONTROL-A1
bedieningssysteem, zoals multi-disc CD-wisselaars,
klikt u op “CONTROL-A1” om de CONTROL-A1
bedieningscodes over te nemen.
• Apparatuur van een ander merk dan Sony
Klik op “OTHER”.
IR CODE SETTING
MAKER
OUTPUT
Sony
IR
OTHER
(wordt vervolgd)
15NL
Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening
5
Klik op de betreffende apparatuur.
u op de “nummertoets” naast de betreffende
merknaam om in te stellen op een ander
typenummer en dan klikt u nogmaals op
“TEST”.
Als het apparaat nog steeds niet wordt
ingeschakeld, dekt u eerst de infrarood-sensor
van de apparatuur af om onbedoeld
inschakelen tijdens het programmeren te
voorkomen, dan klikt u op “OTHER” en gaat u
door naar stap 6.
IR CODE SETTING
MAKER
OUTPUT
VCR
TV
RETURN
Sony
IR
DVD
LD
CD
OTHER
TAPE
DAT
MD
TUNER
START
EXIT
6
• Waar het geen videorecorder of laserdiscbeeldplatenspeler betreft:
1 Dek de infrarood-sensor van de apparatuur af
om te voorkomen dat er onbedoeld bepaalde
funkties worden ingeschakeld tijdens het
programmeren.
2 Klik op “START” en ga door naar stap 6.
Nadat u alle afstandsbedieningscodes geprogrammeerd
heeft, verschijnt het “IR CODE SETTING” instelmenu
weer.
• Programmeren van codes voor een
videorecorder, of een DVD of laserdiscbeeldplatenspeler:
1 Klik op “START”.
Er verschijnt een lijst met merknamen.
LD
CD
RETURN
IR CODE SETTING
DAT
MD
TUNER
START
(
)
p
P
=
+
1
9
2
3
4
5
6
7
8
10/0 >10 DISC
TRACK
ENTER
D. SKIP
PUSH
YOUR REMOTE
CODE CLEAR
0
EXIT
2 Klik op het merk van de apparatuur die u wilt
programmeren.
De afstandsbedieningscodes voor dat merk
worden automatisch vastgelegd.
RETURN
RETURN
1234
123
12
12
123
TEST
AKAI
GE
JVC
RCA
SANYO
SHARP
ZENITH
OTHER
12
12
12
12
12
Audio/videoafstandsbediening
Bij het programmeren van een afstandsbedieningscode
dient u het volgende te doen; het is anders mogelijk
dat de code niet juist wordt vastgelegd.
EXIT
• Richt de afstandsbediening op de infrarood-sensor van
de versterker van een afstand van niet meer dan 3 cm.
• Houd de toets op de afstandsbediening 2 à 3 sekonden
lang ingedrukt totdat de aanduiding “RECEIVING”
verandert in “RELEASE YOUR REMOTE”.
• Houd de afstandsbediening horizontaal recht op de
infrarood-sensor gericht tot de bedieningscode is
geprogrammeerd.
Als het betreffende merk niet in de lijst
voorkomt, dek dan eerst de infrarood-sensor
van de apparatuur af om onbedoeld
inschakelen te voorkomen, klik dan op
“OTHER” en ga door naar stap 6.
3 Klik op “TEST”.
Als het betreffende apparaat wordt
ingeschakeld, betekent dit dat de
afstandsbedieningscodes zijn vastgelegd.
Daarmee is het programmeren dan voltooid.
Als het apparaat niet wordt ingeschakeld, klikt
16NL
EXIT
Infraroodsensor
VCR MAKER SETTING
EMERSON
FISHER
PANASONIC
TOSHIBA
MITSUBISHI
GRUNDIG
HITACHI
PHILIPS
Wanneer nu de aanduiding “PUSH YOUR
REMOTE” op het TV-scherm verschijnt, drukt u
op de toets van de audio/videoafstandsbediening die overeenkomt met de
bedieningsfunktie (toets) aangegeven op het TVscherm.
De
aanduiding staat voor de POWER aan/
uit-schakelaar.
7
Herhaal de stappen 3 t/m 6 voor het
programmeren van de codes voor de andere
apparatuur.
Gereedmaken van de afstandsbediening voor beeldscherm-bediening
Terugkeren naar het hoofdmenu
Klik op “EXIT”.
Terugkeren naar het voorgaande menu
Klik op “RETURN”.
Registreren van speciale afstandsbedieningscodes die
niet als toetsen op het beeldscherm verschijnen
Zie “Overnemen van codes van een andere
afstandsbediening (USER IR instelling)” op blz. 28.
• Ook al blijft de stroom geruime tijd onderbroken, met de
stekker uit het stopkontakt, de vastgelegde
afstandsbedieningcodes zullen ongeveer twee weken lang
in het geheugen bewaard blijven. Daarna vervallen de
codes en dan verschijnt er “ALL CLEAR!” op het TVscherm, de volgende keer dat u de versterker inschakelt.
• Bepaalde afstandsbedieningscodes van audio/videoapparatuur van andere merken kunnen uitzonderlijke
golfvormen hebben. In zulke gevallen is het mogelijk dat
de versterker die codes niet kan aanleren (of de
bijbehorende opdrachten niet kan uitvoeren).
Opmerkingen
• Als de afstandsbedieningscodes niet goed blijken te
werken, verricht u het programmeren dan nogmaals om er
zeker van te zijn dat de codes juist zijn vastgelegd. Als het
opnieuw programmeren van de code nog steeds niet het
gewenste resultaat heeft, volgt u dan de aanwijzingen
onder “Overnemen van codes van een andere
afstandsbediening (USER IR instelling)” op blz. 28.
• Als u na automatisch vastleggen van de codes voor een
videorecorder of laserdisc-speler, door keuze uit de
merkenlijst in stap 5, problemen ondervindt met de
INPUT of ENTER toetsen of de nummertoetsen,
programmeer dan de codes voor het betreffende apparaat
handmatig, zoals aangegeven in stap 6.
• Bij gebruik van apparatuur van andere merken is het
mogelijk dat bepaalde bedieningsfunkties niet gebruikt
kunnen worden, ook nadat u het merk in de merkenlijst
heeft gekozen (in stap 5). Als dit zich voordoet,
programmeert u de codes voor de betreffende toetsen dan
handmatig, zoals aangegeven in stap 6.
• Na het programmeren van een weergavebron als
“TOSHIBA 2” of “RCA 2” zult u het TV-toestel niet
kunnen in- of uitschakelen met de afstandsbediening van
de versterker (de TV wordt ook niet ingeschakeld
wanneer u klikt op “TEST”).
• Leg niet de codes voor een zelfde type apparaat (zoals een
laserdisc-speler) vast onder meer dan een menu-instelling.
• U kunt in het geheugen maximaal 200
afstandsbedieningscodes vastleggen, met inbegrip van
eigen “USER IR” codes (zie blz. 28); afhankelijk van het
type codes dat u vastlegt, kan er echter wel eens niet
genoeg ruimte zijn voor 100 codes. Het kan problematisch
of onmogelijk blijken 200 codes te programmeren onder
de volgende omstandigheden:
- Bij het programmeren van de codes voor een
afstandsbediening waarvan de batterijen bijna leeg zijn.
- Bij het overnemen van “tweedehands” codes die al
eerder zijn overgenomen van een andere
afstandsbediening, in een programmeerbare
afstandsbediening (m.a.w. alle codes die geen deel
uitmaken van het oorspronkelijke repertoire van een
afstandsbediening).
• Zorg dat de infrarood-sensor van de versterker niet wordt
blootgesteld aan rechtstreekse zonnestraling of fel licht
van een tl-buis. Anders kunnen de
afstandsbedieningscodes niet naar behoren worden
vastgelegd.
Wissen van afstandsbedieningscodes
Klik op de “CODE CLEAR” aanduiding in het “IR
CODE SETTING” instelmenu dat verschijnt wanneer u
op “START” klikt.
• Wissen van een enkele afstandsbedieningscode
1 Klik op “SINGLE IR CODE CLEAR”.
Er verschijnt dan “SELECT CLEAR CODE KEY” op het
scherm.
2 Klik vervolgens op de toetscode die u wilt wissen.
Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven.
3 Klik nu op “YES” om de code te wissen.
Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm.
Als u bij nader inzien de code niet wilt wissen, klikt u
op “NO”.
Om nog een andere code te wissen, herhaalt u de stappen
2 en 3.
• Wissen van alle afstandsbedieningscodes voor het
betreffende apparaat (bijvoorbeeld “OTHER CD”)
1 Klik op “(OTHER CD) CODE CLEAR”.
Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven.
2 Klik op “YES” om alle codes te wissen.
Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm.
Als u bij nader inzien de codes niet wilt wissen, klikt u
op “NO”.
• Wissen van alle afstandsbedieningscodes
1 Klik op “ALL IR CODE CLEAR”.
Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven.
2 Klik op “YES” om alle afstandsbedieningscodes te
wissen.
Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm.
Als u bij nader inzien de codes niet wilt wissen, klikt u
op “NO”.
17NL
Dolby Pro Logic Surround instellingen
PHANTOM instelling
Wat is Dolby Pro Logic
Surround akoestiek?
Dolby Pro Logic akoestiek is een decodeersysteem dat
gebruikt wordt in TV-programma’s en bioscoopfilms.
Met dit akoestieksysteem wordt een aanzienlijke
verbetering van het klankbeeld verkregen door gebruik
van vier afzonderlijke kanalen. Deze kanalen
manupuleren het geluid waardoor de aktie die u op het
scherm ziet zeer realistisch overkomt.
Kiezen van de middenkanaal-aanpassing
Om het Dolby Pro Logic akoestieksysteem te kunnen
benutten, dient u tenminste een paar
achterluidsprekers en/of een middenluidspreker aan
te sluiten, plus een TV-toestel en een videorecorder.
Bovendien is het nodig dat u de juiste middenkanaalaanpassing instelt op de versterker, overeenkomstig
het luidsprekersysteem dat u heeft aangesloten
(mogelijke instellingen: WIDE, NORMAL, PHANTOM
en 3 CH LOGIC).
WIDE instelling
Kies deze instelling als u voor- en achterluidsprekers heeft,
en een grote middenluidspreker (ongeveer even groot als de
voorluidsprekers). U kunt dan beschikken over “volledig”
Pro Logic Surround geluid.
Middenluidspreker
Linker
voorluidspreker
Rechter
voorluidspreker
Linker
achterluidspreker
Rechter
achterluidspreker
NORMAL instelling
Kies deze instelling als u voor- en achterluidsprekers heeft,
en een kleine middenluidspreker. Aangezien een kleine
middenluidspreker onvoldoende basgeluid kan produceren,
wordt het basgeluid van het middenkanaal via de
voorluidsprekers weergegeven.
Middenluidspreker
18NL
Linker
voorluidspreker
Rechter
voorluidspreker
Linker
achterluidspreker
Rechter
achterluidspreker
Kies deze instelling als u voor- en achterluidsprekers heeft,
maar geen middenluidspreker. Het geluid van het
middenkanaal wordt dan via de voorluidsprekers
weergegeven.
Linker
voorluidspreker
Rechter
voorluidspreker
Linker
achterluidspreker
Rechter
achterluidspreker
3 CH LOGIC instelling
Kies deze instelling als u voorluidsprekers en een
middenluidspreker heeft, maar geen achterluidsprekers. Het
geluid van de achterkanalen wordt via de voorluidsprekers
weergegeven, zodat u toch enige mate van akoestiek kunt
verkrijgen zonder achterluidsprekers te gebruiken.
Middenluidspreker
Linker
voorluidspreker
Rechter
voorluidspreker
Dolby Pro Logic Surround instellingen
Bijregelen van de geluidssterkte
van de luidsprekers
4
Om te genieten van Dolby Pro Logic akoestiekgeluid
kiest u eerst de vereiste luidspreker-aanpassing en
regelt dan de geluidssterkte van de luidsprekers bij
met behulp van de testtoon die de versterker uitstuurt.
De testtoon gebruikt u om het niveau van alle
luidsprekers evenredig in te stellen (indien alle
gebruikte luidsprekers ongeveer hetzelfde zijn wat de
prestaties betreft, hoeft u de geluidssterkte van de
luidsprekers niet bij te regelen).
CENTER :
Verricht het evenredig instellen van alle luidsprekers
vanaf uw luisterplaats, met de afstandsbediening.
1
Klik op “SOUND” in het hoofdmenu.
2
Klik op “PRO LOGIC” en klik dan op “SUR”.
Klik op “TEST”.
De testtoon wordt nu in de onderstaande volgorde
door elke luidspreker op zijn beurt weergegeven. De
luidspreker die de testtoon weergeeft, is in rood
aangegeven op het “SURROUND EDIT” menu.
WIDE, NORMAL: Linker voorluidspreker n
Middenluidspreker n Rechter voorluidspreker
n Achterluidsprekers
PHANTOM: Linker en rechter voorluidspreker n
Achterluidsprekers
3CH LOGIC: Linker voorluidspreker n
Middenluidspreker n Rechter voorluidspreker
SURROUND EDIT
LEVEL
0 dB +
–
WOOFER
NORMAL
REAR :
SOUND
FUNCTION
SETUP
PRO LOGIC
MOVIE
MUSIC
SPORTS
GAME
MODE PRO LOGIC
SOUND FIELD
BASS BOOST
DIRECT PASS
TONE
3
ON
ON
ON
SUR
RETURN
REAR :
0 dB
EXIT
Klik weer op “TEST” wanneer u de testtoon wilt
uitschakelen.
SURROUND EDIT
LEVEL
0 dB +
WOOFER
NORMAL
STANDARD
6
EXIT
DELAY
C MODE
TEST
+
–
Stel de geluidssterkte van elke luidspreker nu zo
in dat de testtoon vanaf uw luisterplaats op het
gehoor via alle luidsprekers even luid doorkomt.
• Klik op “CENTER +” of “–” om de geluidssterkte
van de middenluidspreker in te stellen tussen –
15,0 dB en +10,0 dB (in stapjes van 1 dB).
Tijdens deze afstelling wordt de testtoon via de
middenluidspreker weergegeven.
• Klik op “REAR +” of “–” om de geluidssterkte
van de achterluidsprekers in te stellen tussen
–15,0 dB en +10,0 dB (in stapjes van 1 dB).
Tijdens deze afstelling wordt de testtoon gelijktijdig
via beide achterluidsprekers weergegeven.
OFF
OFF
OFF
–
0 dB
5
Klik meermalen op “C MODE” tot de
middenkanaal-aanpassing voor uw
luidsprekersysteem wordt getoond (zie blz. 18).
CENTER :
DELAY
C MODE
TEST
Terugkeren naar het hoofdmenu
+
–
Klik op “EXIT”.
Terugkeren naar het voorgaande menu
RETURN
STANDARD
EXIT
Klik op “RETURN”.
z
U kunt ook de geluidssterkte van alle luidsprekers
tegelijk instellen
Gebruik hiervoor de VOL +/– toetsen op de afstandsbediening.
z
Indien gewenst, kunt u de geluidssterkte van de
achterluidsprekers verhogen
Als u wilt, kunt u de geluidssterkte van de
achterluidsprekers met 5 dB verhogen. Schakel de
versterker in door de POWER schakelaar en de MODE
toets gelijktijdig in te drukken zodat de aanduiding
“GAIN UP” verschijnt. Herhaal de procedure om weer
de normale geluidssterkte in te stellen. U ziet dan de
aanduiding “GAIN NORMAL”.
19NL
Weergeven/Opnemen
Kiezen van een weergavebron
Om te luisteren of kijken naar een aangesloten
weergavebron, klikt u op de betreffende weergavebron
op het beeldscherm van het TV-toestel.
Allereerst dient u echter te zorgen dat:
• De afstandsbedieningscodes voor de aangesloten
apparatuur geprogrammeerd zijn (zie blz. 13 t/m
17).
• De MASTER VOL regelaar op het voorpaneel
helemaal naar links is gedraaid (“0” stand), om
beschadiging van de luidsprekers te voorkomen.
• De “AUTO PLAY” automatische afspeelfunktie is
ingeschakeld (de fabrieksinstelling is “ON” (aan), zie
blz. 30).
• De juiste luidsprekers gekozen zijn (zie blz. 8).
• De BALANCE regelaar op het voorpaneel in de
middenstand staat.
1
2
Pak de afstandsbediening op en druk één- of
tweemaal op de toets om de versterker in te
schakelen. Uw TV-toestel dient nu ook
automatisch in te schakelen, waarna het
hoofdmenu op het scherm verschijnt; als dit niet
gebeurt, volgt u dan de aanwijzingen op blz. 13
en 14 voor het programmeren van de in/
uitschakelcode voor het TV-toestel.
Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu.
FUNCTION
3
SETUP
Klik op de gewenste weergavebron.
De bedienings”toetsen” verschijnen, waarna de
gekozen apparatuur wordt ingeschakeld en de
weergave ervan begint.
FUNCTION
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
L D / DVD
SATL
MACRO 1
20NL
SOUND
SOUND
Voor het luisteren of kijken naar
Klikt u op*1
Een TV-programma*2 of
videocassette
VIDEO 1, VIDEO
2 of VIDEO 3
Een laserdisc (LD) of DVD
LD/DVD
Een satelliet-uitzending
SATL
Een digitale audiocassette
(DAT) of minidisc (MD)
DAT/MD
Een compact disc (CD)
CD
Een radioprogramma
TUNER
Een grammofoonplaat
PHONO*3
Een normale audiocassette
TAPE
1
* Als u de apparatuur op andere aansluitingen heeft
aangesloten dan in de tabel is aangegeven, klikt u op
de aanduiding die korrespondeert met gemaakte
verbinding (wanneer u bijvoorbeeld de laserdiscspeler op de VIDEO 3 aansluitingen heeft
aangesloten, klikt u op “VIDEO 3” om een laserdisc
weer te geven).
*2 Zie blz. 21 voor nadere bijzonderheden betreffende
het kijken naar TV-programma’s.
*3 Er verschijnen geen bedieningstoetsen wanneer u
instelt op “PHONO”.
4
Stel de geluidssterkte in met de VOL + en –
toetsen op de afstandsbediening.
Om de geluidssterkte van de luidsprekers van het
TV-toestel in te stellen, gebruikt u de
geluidssterkteregelaar van het TV-toestel.
Klik op de bedieningstoetsen die op het
beeldscherm worden afgebeeld om de gekozen
weergavebron te bedienen. Zie voor nadere
bijzonderheden over de bediening van de
weergavebron de daarbij geleverde
gebruiksaanwijzing. Klik op “SUB” om nog
andere bedieningstoetsen voor de gekozen
weergavebron te tonen.
SETUP
TAPE
DAT / MD
CD
TUNER
PHONO
MACRO 2
INPUT
0
(
)
SUB
p
USER
P
=
Bedieningstoetsen
+
Weergeven/Opnemen
Uitschakelen van de gekozen weergavebron
Klik op
in de hoek linksonder. Volg de stappen 1 t/m 3
om de weergavebron weer in te schakelen.
Uitschakelen van alle aangesloten apparatuur
Druk op de ALL OFF toets van de afstandsbediening.
Dempen van de geluidsweergave
Klik op het
symbool. Het symbool verandert dan in
en in het uitleesvenster op het voorpaneel van de
versterker wordt “MUTING” aangegeven. Om weer geluid
te horen, klikt u nogmaals op het dempingssymbool.
Weergeven van gedecodeerde Dolby Digital (AC-3)
programmabronnen
Klik op “FUNCTION” en klik dan op “5.1 INPUT”.
Het videosignaal van de LD/DVD VIDEO IN
aansluiting wordt automatisch gekombineerd met de
audiosignalen van de 5.1 INPUT aansluitingen.
Wanneer deze instelling gekozen wordt, lopen de
audiosignalen niet meer via de
klankbeeldregelingscircuits van de versterker. Om het
geluid van de 5.1 INPUT aansluitingen bij te regelen,
gebruikt u de bedieningsorganen op uw Dolby Digital
(AC-3) decoder.
Voor weergave van de analoge audiosignalen die via de
LD/DVD AUDIO (L en R) binnenkomen, kiest u “LD/
DVD” in het “FUNCTION” menu.
Bekijken van TV-uitzendingen
en videoprogramma’s
Gebruik de TV-afstemeenheid van de videorecorder
om naar TV-programma’s te kijken. Als u hiervoor de
afstemeenheid van het TV-toestel gebruikt, zullen bij
het overschakelen naar een ander TV-kanaal de
beeldscherm-aanduidingen verdwijnen en ziet u enkel
het beeld van de TV-uitzending. Stel de TVafstemeenheid van de videorecorder zodanig in dat
deze de kanalen overslaat waarop geen uitzendingen
zijn, zodat er altijd een beeld op het TV-scherm is. Als
u dit niet doet, zal er vervorming in het beeld zijn bij
gebruik van de beeldscherm-bedieningsfunkties.
Allereerst dient u echter te zorgen dat:
• Het TV-toestel en de videorecorder(s) op de juiste
wijze op de versterker zijn aangesloten (zie blz. 8 en
9).
1
FUNCTION
Opmerkingen
• Apparaten van hetzelfde type (bijv. twee Sony laserdiscspelers) zullen met de beeldscherm-bediening tegelijk
worden ingeschakeld en bediend.
• Als bepaalde apparatuur niet op de afstandsbedieningssignalen reageert, dan komen waarschijnlijk de signalen
van de infrarood-emitter niet goed door bij de
afstandsbedieningssensor van de betreffende apparatuur.
In dit geval dient u de extra infrarood-signaalzender
(bijgeleverd) aan te sluiten en op de apparatuur te richten
(zie “Aansluiten van de infrarood-signaalzender” op blz.
6). Als de infrarood-signaalzender reeds aangesloten is,
verander dan de positie van de signaalzender of de
apparatuur.
• Als 5.1 INPUT wordt gekozen, kunnen er geen
klankbeelden gekozen of bewerkt worden.
SOUND
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
L D / DVD
SATL
MACRO 1
U kunt video- en audio-apparatuur tegelijk
weergeven
Begin met de weergave van de video-apparatuur en
start dan de weergave van de audio-apparatuur. Zorg
ervoor dat de AUTO PLAY funktie uitgeschakeld is (zie
blz. 30).
Kies de gewenste videorecorder (bijv. “VIDEO
2”).
2
SETUP
TAPE
DAT / MD
CD
TUNER
PHONO
MACRO 2
Klik op “CH +” of “–” om het kanaal te kiezen.
CH
0
(
– +
)
SUB
p
USER
REC
P
Als de “AUTO PLAY” automatische afspeelfunktie is
ingeschakeld (zie blz. 30)
In dit geval dient u eerst op p te klikken om de weergave
van de videorecorder te stoppen, voordat u op “CH +” of
“–” klikt.
Omschakelen van een video-ingangssignaal van een Sony
videorecorder
Klik op “SUB” en klik dan op “INPUT”.
Omschakelen van het beeldformaat bij gebruik van een
breedbeeld TV-toestel
Klik enkele malen op het
symbool tot er is ingesteld op
het gewenste beeldformaat.
• Voor TV-toestellen van een ander merk dan Sony : In
dit geval dient u de afstandsbedieningscode te
programmeren voor de breedbeeld-TV funktietoets van de
televisie-afstandsbediening (zie blz. 13 en 14).
21NL
Weergeven/Opnemen
Opnemen
U kunt zowel de weergave- als de opname-apparatuur
bedienen via de beeldscherm-bedieningsfunktie van
deze versterker. Raadpleeg indien nodig de
gebruiksaanwijzingen van de gebruikte apparatuur
voor nadere bijzonderheden.
p Opnemen op een audiocassette of
minidisc
1
Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu.
2
Klik op de geluidsbron die u wilt opnemen (bijv.
“CD” voor het opnemen van een compact disc).
3
Klik op “SUB”.
6
Steek een lege cassette of een minidisc in het
opname-apparaat en stel indien nodig het
opnameniveau in.
7
Klik op “REC” om het opnemen te starten en klik
dan op het “(” weergave-symbool van de
“PLAYER” weergavebron.
Het opnemen van de weergavebron begint. Als u
tijdens het opnemen klikt op een
bedieningstoets van het “RECORDER” opnameapparaat, stopt de weergave van de “PLAYER”
weergavebron.
FUNCTION
/
PLAYER
(
)
SUB
p
=
(
)
(
)
RECORDER
USER
P
0
+
9
Klik op “REC EDIT”.
p
P
TAPE
p
P
A B
REC
4
SETUP
CD
0
INPUT
0
SOUND
EXIT
Stoppen met opnemen
Klik op het p stop-symbool voor het opname-apparaat.
TRACK
D. SKIP
DISC
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10/0 >10
ENTER
EXIT
REC EDIT
INPUT
SUB USER
0
5
(
)
p
P
=
+
Klik op de naam van het opname-apparaat
waarop u wilt opnemen (bijv. “TAPE” voor het
cassettedeck).
Bediening van het opname-apparaat (behalve voor
opnemen)
Klik op “RECORDER”. Nu wordt de “RECORDER” de
actieve bron en kunt u de “RECORDER” bedieningsorganen
gebruiken om de band terug te spoelen, de opnamen weer te
geven, enz.
Klik op “PLAYER” wanneer u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke weergavebron.
Terugkeren naar het hoofdmenu
Klik op “EXIT”.
PLAYER
CD
Opmerkingen
VIDEO 1
VIDEO 2
DAT/MD
TAPE
RECORDER
EXIT
De bedieningstoetsen voor het opname- en
weergave-apparaat verschijnen op het TV-scherm:
“PLAYER” duidt het weergave-apparaat aan en
“RECORDER” duidt het opname-apparaat aan.
De pijl geeft de gekozen weergavebron aan.
Pijl
FUNCTION
/
SOUND
PLAYER
CD
0
(
)
(
)
RECORDER
0
9
SETUP
p
P
TAPE
p
P
A B
22NL
REC
EXIT
• Als u het “REC EDIT” menu verlaat door een klik op
“FUNCTION”, “SOUND” of “EXIT”, gaat het opnemen
door, maar de bediening wordt ingesteld op de
“PLAYER” weergavebron, ook al had u eerder op de
“RECORDER” geklikt.
• Bij bepaalde cassettedecks moet u de r REC toets en de
( weergavetoets tegelijk indrukken om met opnemen te
beginnen. Om in het beeldscherm-menu het opnemen te
kunnen starten met een klik op een enkele “toets”, dient u
de afstandsbedieningscode voor de opnamestart vast te
leggen zoals beschreven in stap 1 t/m 7 onder “Vastleggen
van codes voor audio/video-apparatuur” (op blz. 15 t/m
16).
• Het geluidssignaal dat binnenkomt via de 5.1 INPUT
aansluitingen op het achterpaneel kan niet worden
opgenomen op enig opname-apparaat.
• Bij opnemen op apparatuur aangesloten op de DAT/MD
REC OUT of TAPE REC OUT aansluitingen zal bijregelen
van het weergegeven geluid geen effect hebben op het
opgenomen geluid.
Weergeven/Opnemen
p Opnemen op een videocassette
1 Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu.
2
Klik op de beeldbron die u wilt opnemen (bijv.
“VCR 1”, “VCR 2”, “LD/DVD” etc.).
3
Klik op “REC”.
(Heeft u in stap 2 “LD/DVD” of “SATL” gekozen,
klik dan op “SUB”).
7
Klik op “REC” om het opnemen te starten en klik
dan op het “(” weergave-symbool van de
“PLAYER” weergavebron.
Het opnemen van de weergavebron begint. Als u
tijdens het opnemen klikt op een
bedieningstoets van het “RECORDER” opnameapparaat, stopt de weergave van de “PLAYER”
weergavebron.
Stoppen met opnemen
CH
0
4
(
– +
)
p
USER
P
REC
Klik op “REC EDIT”.
(Heeft u in stap 2 “LD/DVD” of “SATL” gekozen,
klik dan in het submenu op “REC EDIT”.)
CH
– +
REC EDIT
5
SUB
SUB
REC
USER
CANCEL
Klik op de naam van het opname-apparaat
waarop u wilt opnemen (bijv. “VIDEO 2”).
Klik op het p stop-symbool voor het opname-apparaat.
Bediening van het opname-apparaat (behalve voor
opnemen)
Klik op “RECORDER”. Nu wordt de “RECORDER” de
aktieve bron en kunt u de “RECORDER” bedieningsorganen
gebruiken om de band terug te spoelen, de opnamen weer te
geven, enz.
Klik op “PLAYER” wanneer u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke weergavebron.
Terugkeren naar het hoofdmenu
Klik op “EXIT”.
PLAYER
VIDEO 1
RECORDER
VIDEO 1
VIDEO 2
DAT/MD
TAPE
p Opnemen van een TV-uitzending op
videocassette
1
Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu en kies
“VCR 1” of “VCR 2”.
2
Stem met de TV-afstemeenheid van de
videorecorder af op de gewenste TV-uitzending.
3
Klik op “REC”.
EXIT
De bedieningstoetsen voor het opname- en
weergave-apparaat verschijnen op het TV-scherm:
“PLAYER” duidt het weergave-apparaat aan en
“RECORDER” duidt het opname-apparaat aan.
De pijl geeft de gekozen weergavebron aan.
Pijl
CH
FUNCTION
SOUND
0
SETUP
4
/
PLAYER
0
(
6
SUB
p
USER
REC
P
Klik nogmaals op “REC” om te beginnen met
opnemen.
)
p
P
CH
REC
)
VIDEO 1
(
RECORDER
0
– +
VIDEO 2
(
)
p
REC EDIT
– +
SUB
REC
USER
CANCEL
P
EXIT
Steek een lege videocassette in het opnameapparaat en stel indien nodig het opnameniveau in.
23NL
Geluidsbijregeling
Gebruik van de voorgeprogrammeerde klankbeelden
Met de klankbeeldfunktie kunt u een bepaalde akoestiek instellen waarbij het programma of de muziek waarnaar u
luistert het beste klinkt. Om deze funktie ten volle te benutten, raden wij u aan een middenluidspreker en/of
achterluidsprekers aan te sluiten.
Klankbeelden
Genre
1
PRO LOGIC*
MOVIE
MUSIC
Akoestiekfunktie
Werking en geluidseffect
PRO LOGIC
Voor het decoderen van Dolby Surround geluid.
ENHANCED PRO LOGIC
Verbeterde weergave via de achterluidsprekers bij het decoderen van Dolby
Surround bronnen.
CINEMA STUDIO A
Levert de klank van de Sony Pictures Entertainment “Cary Grant Theatre”
filmstudio.
CINEMA STUDIO B
Levert de klank van de Sony Pictures Entertainment “Kim Novak Theatre”
filmstudio.
THEATER
Voegt de akoestische weerkaatsingen van een bioscoopzaal (grote, middelmatige of
kleine zaal) toe aan de gedecodeerde Dolby Surround akoestieksignalen.
NIGHT THEATER
Comprimeert het dynamisch bereik voor het luisteren met laag volume.
MONO MOVIE
Geeft een bioscoop-achtig geluid bij films met een mono-geluidsspoor.
SMALL HALL
Geeft de akoestiek van een rechthoekige concertzaal. Bij uitstek geschikt voor
geluid van akoestische instrumenten.
LARGE HALL
JAZZ CLUB
Geeft de akoestiek van een jazzclub.
LIVE HOUSE
Geeft de akoestiek van een rock-and-roll club.
ACOUSTIC*2
Geeft normale 2-kanalen stereo met klankbijregeling (TONE).
SPORTS
STADIUM
Schept de atmosfeer van een groot openluchtstadion. Geschikt voor concerten in
een groot stadion.
GAME
GAME
Geeft de meest treffende geluids- en akoestiekeffecten voor videospelletjes.
*1 Als u “PRO LOGIC” kiest, zorg dan dat u de geluidssterkte van de midden- en/of achterluidsprekers juist bijregelt zodat een
optimaal Dolby Pro Logic Surround geluid wordt verkregen (zie blz. 18 en 19).
*2 Als u “ACOUSTIC” kiest, hoeven er geen midden- en/of achterluidsprekers te zijn aangesloten.
24NL
Geluidsbijregeling
Kiezen van het gewenste klankbeeld
Geef een geluidsbron weer en klik dan op
“SOUND” in het hoofdmenu.
USER
p
P
=
+
Klik op het gewenste klankbeeldgenre en klik dan
enkele malen op “MODE” tot het gewenste
klankbeeld verschijnt.
Zie de “Klankbeelden” tabel op blz. 24.
FUNCTION
SOUND
PRO LOGIC
MOVIE
MUSIC
MODE PRO LOGIC
SOUND FIELD
BASS BOOST
DIRECT PASS
TONE
SETUP
SPORTS
GAME
ON
ON
ON
SUR
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de
nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven,
tenzij het apparaat langer dan twee weken niet op een
stopkontakt aangesloten is. Om een bijgeregeld
klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel de
gewenste veranderingen aan te brengen.
Zelf instelbare geluidsparameters
OFF
OFF
OFF
PRO LOGIC
ENHANCED
PRO LOGIC
EXIT
MOVIE
Uitschakelen van de klankbeeldfunktie
C STUDIO A
C STUDIO B
Klik op “SOUND FIELD OFF”.
z
PRO LOGIC
THEATER
NE
EFF
ECT
REA
R
CEN
TER
DE
LAY
SUB
TO
)
DE
2
(
MO
INPUT
0
SETUP
E
SOUND
Ieder klankbeeld bevat klankkleur-parameters (lage/
hoge tonen) en akoestiek-parameters. Zij vormen
samen de variabelen die het klankbeeld bepalen. U
kunt de klankbeelden naar wens bijregelen door de
geluidsparameters (klankkleur- en/of akoestiekparameters) te wijzigen. Aangezien deze versterker is
uitgerust met een DSP digitale signaalprocessor kunt u
de geluidsparameters elektronisch bijregelen. De DSP
schakelingen zetten de analoge audiosignalen
automatisch om in digitale signalen zodat er bij het
bijregelen van de klank praktisch geen verlies in
geluidskwaliteit optreedt.
NR
FUNCTION
Bijregelen van de klankbeelden
GE
1
1)
2)
1)
2)
1)
2)
1)
2)
1)
2)
N THEATER
U kunt de weergave van de lage tonen versterken of
de muziek rechtstreeks weergeven terwijl u in het
“SOUND FIELD SELECT” menu bent
Klik op “BASS BOOST ON” om de lage tonen te
versterken. Klik op “DIRECT PASS ON” om naar de
muziek te luisteren zonder dat er geluidseffekten aan
zijn toegevoegd; klik op “OFF” om deze funkties weer
uit te schakelen. Wanneer u “SOUND FIELD” op “OFF”
zet, heeft dit geen invloed op de instelling voor de
basversterkingsfunktie en de rechtstreekse
weergavefunktie.
MONO MOVIE
MUSIC
S HALL
L HALL
JAZZ CLUB
LIVE HOUSE
ACOUSTIC
SPORTS
STADIUM
GAME
GAME
1) Kan alleen worden bijgeregeld wanneer de middenkanaalaanpassing op PHANTOM, NORMAL of WIDE staat (zie
blz. 18).
2) Kan alleen worden bijgeregeld wanneer de middenkanaalaanpassing op 3 CH LOGIC, NORMAL of WIDE staat (zie
blz. 18).
Opmerkingen
• Zie “Dolby Pro Logic Surround instellingen” op blz. 18 om
een zo goed mogelijk PRO LOGIC klankbeeld te
verkrijgen.
• Met de EFFECT parameter kunt u de “nadruk” van het
klankbeeld bepalen.
(wordt vervolgd)
25NL
Geluidsbijregeling
Instellen van de toonparameters
Instellen van de vertragingstijd
Stel de klank (weergave van de lage en hoge tonen)
van de voor-, midden- en achterluidsprekers in tot het
geluid naar wens klinkt. U kunt de toonweergave van
alle klankbeelden bijregelen.
De vertragingstijd is het tijdsverschil tussen de
akoestiek-weergave van de voorluidsprekers en die
van de achterluidsprekers. Door de vertragingstijd van
de achterluidsprekers juist in te stellen, kunt u een
meer realistische akoestiek-weergave verkrijgen. Er
zijn drie instellingen voor de vertragingstijd: 15 ms, 20
ms en 30 ms. Als u uw achterluidsprekers in een ruime
kamer heeft opgesteld of wanneer de
achterluidsprekers ver van de luisterpositie vandaan
staan, maakt u de vertragingstijd bijvoorbeeld korter.
1
Geef een geluidsbron weer en klik dan op
“SOUND” in het hoofdmenu.
2
Klik op het gewenste klankbeeldgenre en klik dan
enkele malen op “MODE” tot het gewenste
klankbeeld verschijnt.
3
Klik op “TONE”.
MODE THEATER
SOUND FIELD
BASS BOOST
DIRECT PASS
TONE
4
ON
ON
ON
SUR
De vertragingstijd kan alleen worden ingesteld voor
het PRO LOGIC klankbeeldgenre.
1
Begin met de weergave van een Dolby Surround
gecodeerde programmabron en klik dan op
“SOUND” in het hoofdmenu zodat het “SOUND
FIELD SELECT” menu verschijnt.
2
Klik op “PRO LOGIC” en klik dan op “SUR”.
3
Klik op “DELAY”.
OFF
OFF
OFF
EXIT
Klik op “BASS +” of “–” om het niveau van de
lage tonen in te stellen en op “TREBLE +” of “–”
om het niveau van de hoge tonen in te stellen.
CENTER :
SURROUND EDIT
LEVEL
0 dB +
–
DELAY
C MODE
TEST
TONE EDIT
+10 dB
-10 dB
WOOFER
NORMAL
FLAT
+10
REAR :
0 dB
+
–
-10
BASS
+
–
RETURN
TREBLE
RETURN
+
–
STANDARD
EXIT
4
Klik op “SHORT” of “LONG” om de gewenste
vertragingstijd in stellen.
Beginnen met de afstelling vanuit de neutraalstand
(d.w.z. er is geen bijregeling)
Klik op “FLAT”.
SURROUND EDIT
LEVEL
TIME :
20 ms
DELAY
C MODE
TEST
Alle instellingen van de toonregeling terugstellen op de
fabrieksinstellingen
Klik op “STANDARD”.
Opmerking
Bij het instellen van de parameters is het mogelijk dat u
stoorgeluiden (ruis) hoort.
15
RETURN
30
LONG
SHORT
STANDARD
Terugstellen van de vertragingstijd op de
fabrieksinstelling
Klik op “STANDARD”.
26NL
EXIT
STANDARD
EXIT
Geluidsbijregeling
Instellen van de akoestiek-parameters
Stel de akoestiek-parameters in overeenkomstig de
diverse aspekten van uw luisterruimte en uw
luisterplaats. Zie de tabel onder “Zelf instelbare
geluidsparameters” op blz. 25 voor de parameters die
bij ieder klankbeeld kunnen worden ingesteld.
1
Geef een geluidsbron weer en klik dan op
“SOUND” in het hoofdmenu zodat het “SOUND
FIELD SELECT” menu verschijnt.
2
Klik op het gewenste klankbeeldgenre en klik dan
enkele malen op “MODE” tot het gewenste
klankbeeld verschijnt.
3
Klik op “SUR”.
MODE THEATER
SOUND FIELD
BASS BOOST
DIRECT PASS
EQ
4
ON
ON
ON
SUR
OFF
OFF
OFF
EXIT
Klik op het symbool voor de parameter die u wilt
instellen.
De bijbehorende parametertabel verschijnt op het
scherm. Zie de volgende bladzijde voor
bijzonderheden betreffende de instellingen.
SURROUND EDIT
LEVEL
EFFECT
WOOFER
+10 dB
REAR :
RETURN
5
+
–
STANDARD
EXIT
Klik op het instelsymbool (+/–, UP/DOWN,
SHORT, LONG, etc.) om de gewenste instelling te
maken.
SURROUND EDIT
SUR EFFECT
LEVEL
EFFECT
UP
DOWN
RETURN
STANDARD
EXIT
Alle parameters (met uitzondering van de
vertragingstijd) van het huidige klankbeeld terugstellen
op de fabrieksinstellingen
Klik op “STANDARD”.
27NL
Extra instellingen en aanpassingen
Overnemen van codes van een
andere afstandsbediening
(USER IR instelling)
Gebruik het “USER IR CODE SETTING” menu voor
het programmeren van alle afstandsbedieningscodes
die niet konden worden vastgelegd volgens de
aanwijzingen onder “Vastleggen van codes voor
audio/video-apparatuur” op blz. 15. Hieronder vallen
niet alleen codes voor audio- en video-apparatuur,
maar ook die voor andere soorten apparatuur, bijv. een
airconditioning, van vrijwel alle merken. Met de
onderstaande methode kunt u tot maximaal 20 “USER
IR” codes programmeren.
1
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “USER
IR”.
FUNCTION
2
SOUND
SETUP
TV SET
IR SET
USER IR
FUNC
CD
TUNER
AUTO START
MACRO PLAY
SLEEP TIMER
OSD SETUP
INDEX
INDEX
INDEX
4
Na het invoeren van de naam klikt u op
“RETURN” om terug te keren naar het “USER IR
CODE SETTING” menu. Herhaal de stappen
2 t/m 4 tot er voor alle codes die u wilt
programmeren een naam is ingevoerd.
5
Klik op de naam van de eerste
afstandsbedieningscode.
USER IR CODE SETTING
LIGHT
LIGHT
LIGHT
LIGHT
LIGHT
1
2
3
4
5
A B C D
INDEX
START
6
Dek de infrarood-sensor van de betreffende
apparatuur af om onbedoeld inschakelen tijdens
het programmeren te voorkomen.
7
Klik op “START”.
Wanneer op het TV-scherm “PUSH YOUR
REMOTE” verschijnt, drukt u op de
afstandsbedieningstoets waarvan u de funktie
wilt programmeren.
USER IR CODE SETTING
Klik op “A B C D” om in te stellen op een
gebruikers-codegroep en klik dan op “INDEX”.
LIGHT
LIGHT
LIGHT
LIGHT
LIGHT
1
2
3
4
5
A B C D
INDEX
START
USER IR CODE SETTING
USER
USER
USER
USER
USER
3
CODE CLEAR
A B C D
A1
A2
A3
A4
A5
RETURN
INDEX
START
Voer nu een naam in voor uw vast te leggen code,
door achtereenvolgens op elke letter van de naam
te klikken. De naam wordt automatisch vastgelegd.
Klik op de spatiebalk onder de letters om een
spatie in de codenaam in te voeren.
Klik op “CAPS” om over te schakelen tussen
hoofdletters en kleine letters.
Bij een vergissing in de letterkeuze klikt u op ? of
/ om de cursor naar de letter te verplaatsen die u
wilt wijzigen en dan klikt u op de juiste letter.
USER IR CODE SETTING
B
A
F
K
P
U
CAPS
B
G
L
Q
V
C
H
M
R
W
D
I
N
S
X
E
J
O
T
Y
RETURN
28
NL
b
1
4
7
/
Z
2
5
8
0
–
3
6
9
*
+
EXIT
Spatiebalk
EXIT
Infraroodsensor
Afstandsbediening van
component
Bij het programmeren van een afstandsbedieningscode
dient u het volgende te doen; het is anders mogelijk
dat de code niet juist wordt vastgelegd.
• Richt de afstandsbediening op de infrarood-sensor van
de versterker van een afstand van niet meer dan 3 cm.
• Houd de toets op de afstandsbediening 2 à 3 sekonden
lang ingedrukt totdat de aanduiding “RECEIVING”
verandert in “RELEASE YOUR REMOTE”.
• Houd de afstandsbediening horizontaal recht op de
infrarood-sensor gericht tot de bedieningscode is
geprogrammeerd.
Opnieuw programmeren van een bepaalde code
Klik op de “toets” waarvoor u de betreffende code hebt
geprogrammeerd en klik dan op “START”.
Extra instellingen en aanpassingen
Opmerkingen
• Ook al blijft de stroom geruime tijd onderbroken, met de
stekker uit het stopkontakt, de vastgelegde
afstandsbedieningcodes zullen ongeveer twee weken lang
in het geheugen bewaard blijven. Daarna vervallen de
codes en dan verschijnt er “ALL CLEAR!” op het TVscherm, de volgende keer dat u de versterker inschakelt.
• Het aan/uit-schakelen van bepaalde typen airconditioning
werkt met twee afzonderlijke afstandsbedieningssignalen,
ook al is er maar één toets of schakelaar. Als u de
airconditioning niet kunt uitschakelen met de code die u
hebt geprogrammeerd voor de aan/uit-schakelaar,
verricht het programmeren dan nogmaals en
programmeer nu twee afzonderlijke codes, één voor
inschakelen en één voor uitschakelen.
• Bepaalde afstandsbedieningscodes met uitzonderlijke
golfvormen kunnen hoe dan ook niet worden vastgelegd.
Wissen van afstandsbedieningscodes
Gebruik van de indexfunktie
Met de indexfunktie van het menusysteem kunt u voor
iedere weergavebron-keuzetoets een bepaald symbool
kiezen en een naam invoeren, en tevens kan voor
iedere radio-voorkeurzender een naam worden
ingevoerd. De namen kunnen maximaal acht letters
lang zijn.
1
FUNCTION
SOUND
TV SET
IR SET
USER IR
2
Klik op “CODE CLEAR” in het “USER IR CODE
SETTING” menu.
• Wissen van een enkele afstandsbedieningscode
1 Klik eerst op “SINGLE IR CODE CLEAR”.
Er verschijnt dan “SELECT CLEAR CODE KEY” op het
scherm.
2 Klik vervolgens op de toetscode die u wilt wissen.
Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven.
3 Klik nu op “YES” om de code te wissen.
Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm.
Als u bij nader inzien de code niet wilt wissen, klikt u
op “NO”.
Om nog een andere code te wissen, herhaalt u de stappen
2 en 3.
SETUP
FUNC
CD
TUNER
INDEX
INDEX
INDEX
• Voor de weergavebron-keuzetoetsen
(FUNCTION INDEX)
1 Klik op het symbool dat u wilt wijzigen.
2 Klik in het symbolen-menu op het nieuwe symbool
dat u wilt gebruiken en klik dan op “RETURN”.
3 Klik op de weergavebron-keuzetoets waarvan u
de naam wilt aanpassen.
Symbolen
Weergavebron-keuzetoetsen
FUNCTION INDEX SETTING
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
L D / DVD
SATL
MACRO 1
TAPE
DAT / MD
CD
TUNER
PHONO
MACRO 2
• Voor de radio-voorkeurzenders (TUNER INDEX)
1 Klik op “LIST TUNER” zodat de
voorkeurzenderlijst verschijnt.
2 Klik op “A B C” om de pagina te kiezen en kies
vervolgens de zender waarvoor u een naam
wilt invoeren.
• Wissen van alle USER IR codes
1 Klik op “USER IR CODE CLEAR”.
Ter bevestiging wordt er “Are you sure?” aangegeven.
2 Klik op “YES” om alle codes te wissen.
Er verschijnt dan “CODE CLEAR!” op het scherm.
Als u bij nader inzien de codes niet wilt wissen, klikt u
op “NO”.
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “FUNC
INDEX” of “TUNER INDEX”.
3
Voer nu een nieuwe naam in voor de betreffende
weergavebron of voor de zender, door
achtereenvolgens op elke letter van de naam te
klikken. De naam wordt automatisch vastgelegd.
Klik op de spatiebalk onder de letters om een
spatie in de naam in te voeren.
Bij een vergissing in de letterkeuze klikt u op ? of
/ om de cursor naar de letter te verplaatsen die u
wilt wijzigen en dan klikt u op de juiste letter.
FUNCTION INDEX SETTING
B
A
F
K
P
U
CAPS
B
G
L
Q
V
C
H
M
R
W
D
I
N
S
X
E
J
O
T
Y
b
1
4
7
/
Z
RETURN
2
5
8
0
–
3
6
9
*
+
EXIT
Spatiebalk
29NL
Extra instellingen en aanpassingen
Automatisch afspelen van
weergavebronnen (AUTO PLAY)
Automatische weergavestart
bij inschakelen (AUTO START)
Met de “AUTO PLAY” automatische afspeelfunktie
kunt u de weergavebronnen automatisch met afspelen
laten beginnen onmiddellijk nadat u de weergavebron
kiest in het “FUNCTION SELECT” menu. Bij
aflevering van de versterker staat de “AUTO PLAY”
afspeelfunktie ingeschakeld.
Met de “AUTO START” automatische weergavestart
kunt u de versterker instellen op het onmiddellijk
starten van de weergave van een gekozen
weergavebron, zodra u de versterker inschakelt.
1
1
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “OSD
SETUP”.
FUNCTION
SOUND
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “AUTO
START”.
FUNCTION
SETUP
TV SET
IR SET
USER IR
FUNC
CD
TUNER
INDEX
INDEX
INDEX
AUTO START
MACRO PLAY
SLEEP TIMER
OSD SETUP
SOUND
SETUP
TV SET
IR SET
USER IR
FUNC
CD
TUNER
INDEX
INDEX
INDEX
AUTO START
MACRO PLAY
SLEEP TIMER
OSD SETUP
EXIT
EXIT
2
Klik op “AUTO PLAY: ON” of “OFF” om de
automatische afspeelfunktie in of uit te schakelen.
OSD SETUP
AUTO PLAY
IR OUTPUT
AUTO OSD ERASE
SEE-THROUGH
LANGUAGE
POINTER ONLY
DEMO
FEELING
OSD POSITION
RETURN
ON OFF
ON OFF
ON OFF
ON OFF
ENGLISH
SET
START
12345
SET
EXIT
2
Klik op de weergavebron die u automatisch wilt
laten afspelen zodra de versterker wordt
ingeschakeld.
• Klik op “LAST” voor automatische
weergavestart met de laatst afgespeelde
weergavebron.
• Klik op “MACRO 1” of “MACRO 2” voor het
automatisch uitvoeren van een “MACRO”
bedieningsreeks wanneer de versterker wordt
ingeschakeld. Let er in dit geval op dat de
“AUTO PLAY” afspeelfunktie is ingeschakeld.
AUTO START SETTING
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
L D / DVD
SATL
MACRO 1
NO SET
Opmerkingen
• De “AUTO PLAY” afspeelfunktie zal niet werken wanneer
u de versterker bedient met de knoppen op het
voorpaneel.
• Als de “AUTO PLAY” afspeelfunktie niet is ingeschakeld,
annuleert de versterker de automatische afspeelfunktie
van apparatuur die gewoonlijk begint met weergeven
wanneer deze wordt ingeschakeld (zoals bijv. laserdisc en
compact disc spelers). Om de automatische afspeelfunktie
van deze apparatuur te aktiveren, schakelt u de “AUTO
PLAY” afspeelfunktie van de versterker in.
RETURN
TAPE
DAT / MD
CD
TUNER
PHONO
MACRO 2
LAST
EXIT
Uitschakelen van de “AUTO START” funktie
Klik in stap 2 op “NO SET”.
Opmerking
Een “MACRO” bedieningsreeks waarin het “ALL OFF”
commando is opgenomen kan niet worden gekozen voor de
“AUTO START” weergavestart.
30NL
Extra instellingen en aanpassingen
Automatisch verschillende
apparaten achtereen bedienen
(MACRO bedieningsreeks)
4
De “MACRO” bedieningsreeksen (1 en 2) dienen voor
het doorkoppelen van maximaal acht bedieningscodes,
zodat u de bijbehorende funkties met een enkel
commando kunt laten uitvoeren.
• Om de bedieningscode voor het uitschakelen
van alle apparatuur in te voeren, klikt u enkele
malen op de ? of / pijl tot er “ALL OFF”
wordt aangegeven.
Programmeren van een MACRO
bedieningsreeks
1
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op
“MACRO PLAY”.
FUNCTION
SOUND
Klik op de ? of / pijl om de bedieningscodes te
zien die beschikbaar zijn voor de betreffende
toets.
De beschikbare codes verschijnen aan de
rechterkant van het scherm.
• Om een pauze in te lassen tussen de
opeenvolgende bedieningsfunkties, klikt u
enkele malen op de ? of / pijl om de
tussenpauze-commando’s (WAIT 10s, WAIT 5s
en WAIT 1s) op het scherm te zien.
5
Klik op de gewenste afstandsbedieningscode.
De naam van de gekozen code verschijnt in de
verlicht aangegeven stap van de reeks en dan licht
de volgende stap op.
6
Herhaal de stappen 4 en 5 om de andere codes
van de reeks in te voeren, tot een maximum van
acht funkties.
SETUP
TV SET
IR SET
USER IR
FUNC
CD
TUNER
INDEX
INDEX
INDEX
AUTO START
MACRO PLAY
SLEEP TIMER
OSD SETUP
Wissen van een ingevoerde bedieningscode
EXIT
2
Klik op “MACRO” 1 of 2.
Opmerking
MACRO PLAY SETTING
MACRO
1
1 NO SET
2 NO SET
3 NO SET
4 NO SET
5 NO SET
6 NO SET
7 NO SET
8 NO SET
RETURN
3
2
COMMAND
WAIT 10s
WAIT
5s
WAIT
1s
ALL OFF
NO SET
?
/
EXIT
Klik op stap 1 van de “MACRO” bedieningsreeks.
Dit wordt de eerste bedieningscode in uw vaste
bedieningsreeks.
MACRO PLAY SETTING
MACRO
1
1 NO SET
2 NO SET
3 NO SET
4 NO SET
5 NO SET
6 NO SET
7 NO SET
8 NO SET
RETURN
2
COMMAND
WAIT 10s
WAIT
5s
WAIT
1s
ALL OFF
NO SET
?
1 Klik op de code die u wilt wissen.
2 Klik enkele malen op de ? of / pijl tot de aanduiding
“NO SET” aan de rechterkant van het scherm verschijnt.
3 Klik op “NO SET” om de code te wissen.
/
EXIT
Als de bedieningsreeks is gekozen voor automatische
uitvoering bij inschakelen, met de “AUTO START” funktie,
kunt u het “ALL OFF” commando niet in die
bedieningsreeks opnemen.
Uitvoeren van een bedieningsreeks
Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu en klik dan
op “MACRO 1” of “MACRO 2”. Nu worden de
gekozen bedieningsfunkties automatisch één voor één
uitgevoerd.
FUNCTION
SOUND
VIDEO 1
VIDEO 2
VIDEO 3
L D / DVD
SATL
MACRO 1
SETUP
TAPE
DAT / MD
CD
TUNER
PHONO
MACRO 2
5.1 INPUT
EXIT
Door “MACRO” te kiezen bij de weergavebroninstelling voor de “AUTO START” funktie (zie blz. 30),
zal de bedieningsreeks worden uitgevoerd wanneer de
versterker wordt ingeschakeld.
31NL
Extra instellingen en aanpassingen
Aanpassen van de
gevoeligheid van de
afstandsbediening
U kunt kiezen uit vijf verschillende
gevoeligheidswaarden voor het bepalen van de
snelheid waarmee de aanwijzer over het scherm
beweegt.
1
2
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “OSD
SETUP”.
Klik op een “FEELING” waarde van 1 tot 5 om de
gewenste gevoeligheid/aanwijssnelheid te kiezen.
Hoe hoger de waarde, des te sneller zal de
aanwijzer bewegen.
Wijzigen van de instellingen
voor de beeldscherm-weergave
Kiezen van de beeldscherm-weergave parameters
U kunt een van de drie speciale beeldschermweergavefunkties inschakelen (“AUTO OSD ERASE”,
“POINTER ONLY” en “DEMO”) en de taal kiezen die in
de beeldscherm-aanduidingen wordt gebruikt
(“LANGUAGE”). Bovendien kunt u met “IR OUTPUT” in
dit menu kiezen of de infrarode signalen ook via de
infrarood-signaalzender moeten worden doorgegeven.
1
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het “SETUP”
menu verschijnt en klik dan op “OSD SETUP”.
2
Kies de parameters die u wilt wijzigen.
OSD SETUP
AUTO PLAY
IR OUTPUT
AUTO OSD ERASE
ON OFF
ON OFF
ON OFF
OSD SETUP
AUTO PLAY
IR OUTPUT
AUTO OSD ERASE
LANGUAGE
POINTER ONLY
DEMO
FEELING
OSD POSITION
RETURN
32NL
ON OFF
ON OFF
ON OFF
ENGLISH
SET
START
12345
SET
EXIT
LANGUAGE
POINTER ONLY
DEMO
FEELING
OSD POSITION
RETURN
ENGLISH
SET
START
12345
SET
EXIT
• Klik op “AUTO OSD ERASE: ON” of “OFF”,
“POINTER ONLY: SET” of “DEMO: START”, al naar
gelang de beeldscherm-funktie die u wilt gebruiken.
Aanduidingsonderdrukking (AUTO OSD
ERASE): Deze aanduidingsonderdrukking kan
handig zijn tijdens het bedienen van een
laserdisc-beeldplatenspeler, om de
hoofdstuknummers te zien die anders schuil
zouden gaan achter de bedieningsaanduidingen.
Met deze funktie ingeschakeld verdwijnen de
beeldscherm-aanduidingen wanneer u de
richtingstoets op de afstandsbediening
ingedrukt houdt. Zodra u de toets loslaat,
verschijnen de bedieningsaanduidingen weer.
Enkel de aanwijzer in beeld (POINTER ONLY):
Met deze funktie zorgt u dat alleen de aanwijzer
(het handje) in beeld blijft tijdens weergave,
zodat u hiermee naar belangrijke punten kunt
wijzen (voor een video-presentatie e.d.).
Wanneer u klikt op “POINTER ONLY: SET”
verdwijnen alle beeldscherm-aanduidingen
behalve de aanwijzer en de EXIT toets. Om de
aanwijzer vast te houden, houdt u de
richtingstoets op de afstandsbediening ingedrukt.
Demonstratie (DEMO): Met deze funktie schakelt
u een demonstratieprogramma in dat de diverse
funkties van de versterker uitlegt. Houd er echter
wel rekening mee dat bij de demonstratie
allerlei instellingen (zoals de akoestiekparameters) zullen worden vervangen door de
vaste waarden van het programma. Klik op
“START” wanneer u het demonstratieprogramma
wilt inschakelen. Om de demonstratie te stoppen,
drukt u op een willekeurige toets van de
afstandsbediening of de versterker.
Extra instellingen en aanpassingen
• Klik op “LANGUAGE” (ENGLISH, FRENCH,
GERMAN) om de gewenste taal te kiezen.
Taal (LANGUAGE): Hiermee kunt u de taal
instellen die gebruikt wordt in de aanduidingen
op het TV-scherm en in het uitleesvenster op
het voorpaneel van de versterker. U kunt kiezen
uit drie talen: Engels, Frans en Duits.
• Om de infrarood-signaaloverdracht (IR
OUTPUT) instelling om te schakelen, klikt u op
“IR OUTPUT: ON” of “OFF”. Wanneer u voor
deze funktie “OFF” kiest, worden de infrarode
signalen slechts doorgegeven via de IR OUT
aansluiting op het achterpaneel. De infraroodsignaalzender op het voorpaneel geeft dan geen
enkel signaal meer door. Zolang de “IR
OUTPUT” funktie op “OFF” staat, is in het
hoofdmenu de aanduiding “IR OFF” zichtbaar.
Gewoonlijk kunt u de “IR OUTPUT” funktie het
best op “ON” laten staan.
Verschuiven van de positie van de
beeldscherm-aanduidingen
Volg de onderstaande aanwijzingen om de
beeldscherm-aanduidingen zo te verschuiven dat deze
precies midden op het TV-scherm zijn.
1
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “OSD
SETUP”.
2
Klik op “OSD POSITION SET”.
Nu verschijnt het beeldweergave-instelscherm.
OSD SETUP
AUTO PLAY
IR OUTPUT
AUTO OSD ERASE
ENGLISH
SET
START
12345
SET
EXIT
LANGUAGE
POINTER ONLY
DEMO
FEELING
OSD POSITION
RETURN
3
ON OFF
ON OFF
ON OFF
Klik op de randen van het bedieningsscherm om
deze zo te verstellen dat u ze links, rechts, boven
en onder in beeld krijgt zoals u wilt.
V
B
b
v
EXIT
33NL
Extra instellingen en aanpassingen
Gebruik van de sluimerfunktie
U kunt de versterker zo instellen dat deze automatisch
na het verstrijken van een bepaalde tijdsduur
uitschakelt.
1
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “SLEEP
TIMER”.
FUNCTION
SOUND
SETUP
TV SET
IR SET
USER IR
FUNC
CD
TUNER
INDEX
INDEX
INDEX
AUTO START
MACRO PLAY
SLEEP TIMER
OSD SETUP
EXIT
2
Bediening van een compact
disc wisselaar
Overnemen van de disc-titels uit een Sony
CD-wisselaar voorzien van een CTRL A1
aansluiting
Als u beschikt over een Sony compact disc wisselaar
met een CTRL A1 aansluiting, kunt u alle disc-titels in
de CD-wisselaar automatisch overzetten naar het
geheugen van de versterker, zodat u niet alle namen
één voor één opnieuw hoeft in te voeren.
Zorg dat de CONTROL A1 verbinding gemaakt is (zie
blz. 7) en de CD-wisselaar geregistreerd is als een
“Sony CONTROL A1 CD” in het “IR CODE SETTING”
menu (zie blz. 15).
1
Klik enkele malen op “TIMER” om de sluimertijd
in te stellen waarna de versterker zal worden
uitgeschakeld.
De aanduiding van de sluimertijd verspringt als
volgt:
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “CD
INDEX”.
FUNCTION
TV SET
IR SET
USER IR
SOUND
FUNC
CD
TUNER
SETUP
INDEX
INDEX
INDEX
n 2:00:00 n 1:30:00n 1:00:00 n 0:30:00 n OFF
2
SLEEP TIMER SETTING
HOUR
2
MIN
:
SLEEP
RETURN
00
SEC
:
–
Klik op “DATA LOAD”.
De gegevens worden nu uit de CD-wisselaar
overgenomen en na enkele minuten verschijnen
de disc-titels in het “CD INDEX SETTING”
menuscherm.
00
CD INDEX SETTING
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
RETURN
+
EXIT
De aanduiding “SLEEP” verschijnt linksboven in
het hoofdmenu.
z
U kunt de tijdsduur naar wens tot op de minuut
nauwkeurig instellen.
Klik op “+” of “–” om de tijd in stapjes van 1 minuut in
te stellen. De maximale tijdsduur is 5 uur.
z
Tijdens het gebruik van de sluimerfunktie kunt u de
resterende tijdsduur kontroleren tot de versterker
door de sluimerfunktie wordt uitgeschakeld.
Klik op “FUNCTION” en klik dan op “SLEEP”. De
resterende tijdsduur wordt op het TV-scherm
aangegeven.
34NL
>
.
DATA
LOAD
TITLE
GROUP
SELECT
EXIT
Opmerking
Als de volgende letters en symbolen zijn gebruikt in de disctitels in de CD-wisselaar, zullen ze in het beeldschermmenu
worden vervangen door spaties: # $ ; • ä ö ü.
Extra instellingen en aanpassingen
Invoeren van namen voor de compact discs
Uw compact discs in groepen indelen
U kunt namen bestaande uit 12 tekens invoeren voor
iedere compact disc (maximaal voor 200 discs) of groep
discs in de CD-wisselaar.
Via het beeldschermmenu kunt u de compact discs in
een CD-wisselaar onderverdelen in een aantal groepen.
1
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “CD
INDEX”.
2
• Om een bepaalde compact disc van een titel te
voorzien, klikt u op “TITLE”. Stel daarna in op
het nummer van de disc door op de > of . pijl
te klikken en klik dan op de disc waarvoor u
een titel wilt invoeren.
CD INDEX SETTING
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
RETURN
3
Klik op “SETUP” in het hoofdmenu zodat het
“SETUP” menu verschijnt en klik dan op “CD
INDEX”.
2
Klik op “SELECT” en klik dan op de compact disc
die u in een bepaalde groep wilt plaatsen.
Als de gewenste CD niet in de lijst op het scherm
voorkomt, klik dan op de > of . pijl.
CD INDEX SETTING
21
BGM A
22
BGM B
23
Love Songs
24
Best of AA
Best of BB
25
26
Best of CC
Best of DD
27
28
29
30
RETURN
>
.
DATA
LOAD
TITLE
GROUP
SELECT
EXIT
• Om een groep compact discs van een titel te
voorzien, klikt u op “GROUP” en klikt dan op
de groep CD’s die u een gemeenschappelijke
groepsnaam wilt geven.
CD INDEX SETTING
1
GROUP 1
2
GROUP 2
3
GROUP 3
4
GROUP 4
5
GROUP 5
6
GROUP 6
7
GROUP 7
8
GROUP 8
9
GROUP 9
10
GROUP 10
RETURN
1
3
DATA
LOAD
TITLE
GROUP
SELECT
DATA
LOAD
TITLE
GROUP
SELECT
EXIT
Klik op de namen van de groepen waarin u de
gekozen CD wilt plaatsen.
CD INDEX SETTING
1
GROUP 1
2
GROUP 2
3
GROUP 3
4
GROUP 4
5
GROUP 5
6
GROUP 6
7
GROUP 7
8
GROUP 8
9
GROUP 9
10
GROUP 10
RETURN
>
.
>
.
EXIT
EXIT
Voer nu een titel in voor de betreffende compact
disc of groep, door achtereenvolgens op elke
letter van de naam te klikken. De titel wordt
automatisch vastgelegd.
Klik op de spatiebalk onder de letters om een
spatie in te voeren.
Bij een vergissing in de letterkeuze klikt u op ? of
/ om de cursor naar de letter te verplaatsen die u
wilt wijzigen en dan klikt u op de juiste letter.
Verwijderen van een CD uit een of meer groepen
Klik in stap 3 op de verlichte groepsnaam zodat deze dooft.
z
U kunt een CD ook in meerdere groepen plaatsen
Om bijvoorbeeld een CD in zowel “GROUP 1” als
“GROUP 4” te plaatsen, klikt u in stap 3 op de namen
van beide groepen zodat deze oplichten.
CD INDEX SETTING
V
v
10
B
A
F
K
P
U
CAPS
B
G
L
Q
V
C
H
M
R
W
D
I
N
S
X
E
J
O
T
Y
b
1
4
7
/
Z
RETURN
2
5
8
0
–
3
6
9
*
+
EXIT
(wordt vervolgd)
Spatiebalk
35NL
Extra instellingen en aanpassingen
Opzoeken van een bepaalde compact disc
1
Klik op “FUNCTION” in het hoofdmenu en klik
dan op “CD”.
2
Klik op “LIST”.
LIST
0
3
(
)
SUB
p
USER
P
=
+
• Aangeven van alle compact discs in alfabetische
volgorde
1 Klik op “ALPHABET”. De compact discs
verschijnen in alfabetische volgorde op het
scherm.
2 Klik op de disc. Als de disc die u zoekt niet op
het scherm staat, klik dan op de > of . pijl.
ALPHABET
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
=
GROUP
>
.
=
GROUP
NUMBER
>
.
(
+
p
P
EXIT
De weergave van de gekozen compact disc zal
automatisch beginnen.
Opmerkingen
(
ALPHABET
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
36NL
ALPHABET
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
NUMBER
+
p
P
EXIT
• Aangeven van de compact discs in een bepaalde
groep
1 Klik op “GROUP”.
De “GROUP SELECT” toets en een
groepsnummer verschijnen aan de rechterkant
van het scherm. Als er geen compact discs in de
gekozen groep zijn geplaatst, verschijnt de
aanduiding “NO ENTRY”.
2 Klik op “SELECT” om de groepen 1 - 10 op te
roepen.
3 Klik op de gewenste groep.
Het groepsnummer en de compact discs in de
betreffende groep worden op het scherm
aangegeven.
4 Klik op de disc. Als de disc die u zoekt niet op
het scherm staat, klik dan op de > of . pijl.
=
• Aangeven van alle compact discs in de
nummervolgorde
1 Klik op “NUMBER”. De compact discs
verschijnen in de nummervolgorde op het
scherm.
2 Klik op de disc. Als de disc die u zoekt niet op
het scherm staat, klik dan op de > of . pijl.
GROUP
NUMBER
>
.
GROUP
1
SELECT
(
+
p
P
EXIT
• Afhankelijk van het type CD-wisselaar dat is aangesloten
(een 3- of 5-disc wisselaar, enz.) zult u de gewenste disc
niet altijd kunnen kiezen, ook al klikt u op de titel van de
disc in de lijst. In dat geval kunt u de compact disc beter
kiezen via het normale CD bedieningsmenu.
• Als uw compact disc wisselaar van een ander merk is en
de methode voor het beginnen met afspelen is niet als
volgt: 1 indrukken van een nummertoets, gevolgd door
2 een druk op de disc-weergavetoets, dan kan het
afspelen niet altijd beginnen wanneer u op de titel van de
disc klikt. In dat geval gaat u terug naar het hoofdmenu,
klikt u op “SUB” en vervolgt u met de bediening van de
compact disc wisselaar zoals u deze normaal bedient.
Gebruik van de toetsen op het voorpaneel
Overzicht van het voorpaneel
U kunt de versterker ook bedienen met de toetsen op
het voorpaneel. Zie de bladzijden aangegeven tussen
haakjes voor nadere bijzonderheden betreffende de
bediening.
1
2 3
4
5
6 7 89 0 !¡ !™
@¶@§ @∞ @¢ @£ @™ @¡ @º !ª!•!¶ !§ !∞ !¢
1 Aan/uit-schakelaar (POWER)
2 Akoestiek-indikator (SUR) (40)
Toon-indikator (TONE) (40)
Index-indikator (INDEX) (42)
3 Digitale signaalverwerkingstoetsen
4 Infrarood-emitter (4)
5 Weergavebron-indikators (FUNCTION)
6 5.1 INPUT indikator (39)
7 DIRECT PASS indikator (39)
8 Leersensor-indikator (LEARNING SENSOR)
9 Infrarood-sensor (14)
0 Lagetonenversterkingstoets (BASS BOOST) en
indikator (39)
!¡ Volumeregelaar (MASTER VOLUME) (38)
!™ Balansregelaar (BALANCE) (39)
!£ Video-ingangsaansluitingen (VIDEO 3) (9)
!¢ Klankbeeldtoetsen (SOUND FIELD) (40)
Klankbeeldfunktie aan/uit-toets (SOUND FIELD
ON/OFF)
Muziekgenre-toets (GENRE)
Klankbeeld-keuzetoets (MODE)
!∞
!§
!¶
!•
!ª
@º
@¡
@™
@£
@¢
@∞
@§
@¶
!£
Insteltoets (SET UP) (41)
5.1 kanaals ingangstoets (5.1 INPUT) (39)
Direkt-weergavetoets (DIRECT PASS) (39)
Geluidsbron-keuzetoetsen (AUDIO FUNCTION)
(38)
Beeldbron-keuzetoetsen (VIDEO FUNCTION)
(38)
Uitleesvenster
Infrarood-ontvanger (11)
Ruststand-indikator (STANDBY)
Aanduidingstoets (DISPLAY) (42)
Lichtdimtoets (DIMMER) (39)
Hoofdtelefoon-aansluiting (PHONES) (39)
Luidspreker-keuzeschakelaar (SPEAKERS) (8)
Keuzetoets voor digitale
signaalverwerkingsfunktie (DPC MODE) (40, 42)
37NL
Gebruik van de toetsen op het voorpaneel
Beschrijving van de
afstandsbediening
Kiezen van een weergavebron
Alhoewel u met behulp van de richtingstoets praktisch
alle funkties van de versterker kunt bedienen, zijn er
bepaalde funkties waarvoor u tevens de “snel”
bedieningstoetsen van de afstandsbediening kunt
gebruiken. Zie de bladzijden aangegeven tussen
haakjes voor nadere bijzonderheden betreffende de
bediening.
Zie blz. 20 voor het gebruik van beeldschermbediening.
1
Druk op de POWER schakelaar om de versterker
in te schakelen en druk dan meermalen op de
VIDEO FUNCTION of AUDIO FUNCTION toets
totdat de gewenste weergavebron in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
VIDEO FUNCTION
1
2
5
4
Voor het luisteren of kijken naar
Kiest u*
Een videocassette
VIDEO 1, VIDEO 2
of VIDEO 3
Een laserdisc (LD) of DVD
LD/DVD
Een satelliet-uitzending
SATL
* In het FUNCTION weergavebron-instelmenu (zie blz.
41) kunt u de namen wissen van de apparatuur die u
niet heeft aangesloten. Als een bepaalde funktie in het
FUNCTION instelmenu op “NO” is ingesteld, kan de
betreffende apparatuur niet gekozen worden.
3
AUDIO FUNCTION
1
2
3
4
Richtingstoets (11, 12)
Volumetoetsen (VOL +/–) (20)
Volledig-uitschakelen toets (ALL OFF)
TV/video-omschakeltoets (TV/VIDEO)
TV: Omschakelen van de ingangsfunktie van de
TV.
5 Funktie-illuminatie bedieningstoets (FLASHER)
(42)
Voor het luisteren of kijken naar
Kiest u*
Een digitale audiocassette (DAT)
of minidisc (MD)
DAT/MD
Een compact disc (CD)
CD
Een normale audiocassette
TAPE
Een radioprogramma
TUNER
Een grammofoonplaat
PHONO
* In het FUNCTION weergavebron-instelmenu (zie blz.
41) kunt u de namen wissen van de apparatuur die u
niet heeft aangesloten. Als een bepaalde funktie in het
FUNCTION instelmenu op “NO” is ingesteld, kan de
betreffende apparatuur niet gekozen worden.
2
38NL
Begin met de weergave van de gekozen
programmabron en stel het volume in met de
MASTER VOLUME regelaar.
Gebruik van de toetsen op het
Getting
voorpaneel
Started
Om
Doet u het volgende
De lage tonen te versterken
Druk op de BASS BOOST
toets zodat de BASS
BOOST indikator oplicht.
De geluidsbalans in te stellen Draai de BALANCE
regelaar naar links (L) of
rechts (R).
Te genieten van een zuivere
geluidsweergave
z
Druk op de DIRECT PASS
toets zodat het
geluidssignaal niet meer
via de circuits voor de
klankregeling,
basversterking en
akoestiekfunkties loopt.
De DIRECT PASS
indikator licht op.
Luisteren via een hoofdtelefoon
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting
en zet de SPEAKERS schakelaar op “OFF”.
Opnemen
Zie blz. 22 voor het gebruik van de beeldschermbediening.
1
Gebruik de VIDEO FUNCTION of AUDIO
FUNCTION toetsen om het weergave-apparaat te
kiezen.
2
Steek een lege cassette in het opname-apparaat en
stel indien nodig het opnameniveau in.
3
Start het opnemen op het opname-apparaat en
begin de weergave van het weergave-apparaat.
Stoppen met opnemen
Zet beide apparaten in de stopstand.
Opmerkingen
z
Weergeven van gedecodeerde Dolby Digital (AC-3)
programmabronnen
Druk op de 5.1 INPUT toets. De 5.1 INPUT indikator
licht op en de ingangsfunktie schakelt automatisch over
naar LD/DVD. Voor weergave van de analoge signalen
die via de LD/DVD aansluitingen binnenkomen, kiest u
“LD/DVD” met behulp van de VIDEO FUNCTION
keuzetoeten.
z
• Geluidssignalen die binnenkomen via de 5.1 INPUT
aansluitingen kunnen niet worden opgenomen.
• Geluidssignalen die binnenkomen via de TAPE IN
aansluitingen kunnen niet worden opgenomen.
• Bij opnemen op apparatuur aangesloten op de DAT/MD
REC OUT of TAPE REC OUT aansluitingen zal bijregelen
van het weergegeven geluid geen effect hebben op het
opgenomen geluid.
Instellen van de helderheid van de aanduidingen in
het uitleesvenster
Druk meermalen op de DIMMER toets tot de gewenste
helderheid is verkregen.
Gelijktijdige weergave van audio- en videoapparatuur
1
Kies het gewenste video-apparaat met de VIDEO
FUNCTION toetsen.
2
Kies het gewenste audio-apparaat met de AUDIO
FUNCTION toetsen
3
Begin met de weergave van de gekozen audio- en
video-apparatuur.
39NL
Gebruik van de toetsen op het voorpaneel
Geluidsbijregeling
De gemaakte instellingen worden automatisch vastgelegd.
Instellen van de akoestiek-parameters
Zie blz. 27 voor het gebruik van de beeldschermbediening.
1
Geef een geluidsbron weer en kies dan het
klankbeeld dat u wilt bijregelen.
2
Druk meermalen op de DPC MODE toets totdat
de SUR indikator in het uitleesvenster oplicht.
3
Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen
( / ) om de parameter te kiezen die u wilt
instellen.
Zie “Akoestiek-parameters (SUR)” hieronder voor
nadere bijzonderheden.
4
Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen
( / ) om de gewenste instelling te maken.
Kiezen van het gewenste klankbeeld
Zie blz. 25 voor het gebruik van beeldscherm-bediening.
Druk meermalen op de GENRE toets om het gewenste
klankbeeldgenre te kiezen en druk dan herhaaldelijk
op de MODE toets totdat het gewenste klankbeeld in
het uitleesvenster wordt aangegeven. Zie blz. 24
voor de klankbeeldenlijst.
Uitschakelen van de klankbeeldfunktie
Druk op de SOUND FIELD ON/OFF toets.
Instellen van de toonparameters
Opmerking
Zie blz. 26 voor het gebruik van beeldschermbediening.
Afhankelijk van de diverse instellingen is het mogelijk dat
bepaalde menu-onderdelen niet bijgeregeld kunnen worden.
Deze onderdelen zijn gedimd aangegeven in het uitleesvenster.
1
2
3
Geef een geluidsbron weer en kies dan het
klankbeeld dat u wilt bijregelen.
Druk meermalen op de DPC MODE toets totdat
de TONE indikator in het uitleesvenster oplicht.
Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen
( / ) om BASS of TREBLE te kiezen.
Lagetonen-regeling
Oorspronkelijke instelling : 0 dB
Hogetonen-regeling
Oorspronkelijke instelling : 0 dB
4
Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen
( / ) om het gewenste niveau in te stellen. U
kunt het niveau instellen tussen ±10 dB, in stapjes
van 2 dB.
5
Herhaal de stappen 3 en 4 naar vereist.
z
Uitschakelen van de klankkleur- of toonregeling
zonder de instellingen te annuleren
Druk op de DIRECT PASS toets.
40NL
Akoestiek-parameters (SUR)
Intensiteit van het akoestiekeffekt
Hiermee kunt u de “nadruk” van het gekozen
akoestiekeffekt bepalen.
Vertragingstijd (alleen voor Dolby Surround
akoestiekeffekt)
De oorspronkelijke instelling is : DELAY 20
Met deze parameter kunt u de vertragingstijd van het Dolby
Pro Logic akoestiekeffekt instellen.
Zie blz. 27 voor nadere bijzonderheden.
Geluidssterkte van de achterluidsprekers
De oorspronkelijke instelling is : REAR SP 0 dB
Hiermee kunt u de geluidssterkte van de achterluidsprekers
bijregelen.
Zie blz. 19 of 27 voor nadere bijzonderheden.
Geluidssterkte van de middenluidspreker
De oorspronkelijke instelling is : CENT.SP 0 dB
Hiermee kunt u de geluidssterkte van de middenluidspreker
bijregelen.
Zie blz. 19 of 27 voor nadere bijzonderheden.
Gebruik van de toetsen op het
Getting
voorpaneel
Started
Aanpassen van de
bedieningsfunkties van de
versterker
Er zijn diverse menu-onderdelen waarmee u de
versterker kunt aanpassen aan de specifieke
eigenschappen van uw luisterruimte, uw luidsprekers,
uw apparatuur en uw persoonlijke voorkeur.
Zie blz. 19 voor het gebruik van de beeldschermbediening voor het instellen van de luidsprekers.
Instelparameters
Middenkanaal-aanpassing
De oorspronkelijke instelling is : CENTER [NORMAL]
Zie blz. 18 voor nadere bijzonderheden.
p DISPLAY uitleesvenster-instelmenu
Helderheid van het uitleesvenster
Deze instelling bepaalt de helderheid van de aanduidingen
in het uitleesvenster op het voorpaneel.
• U kunt kiezen uit vier instellingen.
Control A1 funktie
1
Druk op de SET UP toets.
De aanduiding “SET UP” verschijnt in het
uitleesvenster.
2
Druk meermalen op de SET UP toets zodat een
van de volgende menu’s verschijnt:
CENTER MODE
DISPLAY SETUP
FUNCTION HOOKUP
De oorspronkelijke instelling is : CTRL A1 [AUTO]
Deze parameter regelt de aanduidingsinstelling voor de
Control A1 apparatuur.
• Als u AUTO kiest, wordt “PLAY”, “STOP”, “PAUSE” of
“REC” voor ongeveer 8 sekonden aangegeven wanneer de
bedieningsfunktie wordt omgeschakeld.
• Als u FIX kiest, wordt “PLAY”, “STOP”, “PAUSE”, “REC”
of de inhoud van de disc- of het muziekstuk-memo van de
compact disc of minidisc, kontinu aangegeven.
• Als u OFF kiest, wordt de bedrijfsstatus-aanduiding
uitgeschakeld.
Opmerkingen
3
Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen
( / ) om de parameter te kiezen die u wilt
instellen.
4
Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen
( / ) om de gewenste instelling te maken.
5
Herhaal de stappen 2 t/m 4 voor alle parameters
die u wilt instellen.
p FUNCTION weergavebron-instelmenu
Druk tweemaal op de SET UP toets om de
instelfunktie te verlaten.
De oorspronkelijke instelling is : YES
Via dit menu kunt u in de weergavebronlijst de namen
wissen van de niet aangesloten apparatuur.
• Als u “YES” instelt, wordt de naam van de apparatuur
(d.w.z. de naam van de aansluitingen) in de lijst getoond.
• Als u “NO” instelt, wordt de naam van de apparatuur uit
de lijst gewist.
6
• Deze instelling is alleen van kracht wanneer de
afstandsbedieningscode-instelling is ingesteld op “Sony
Control A1”.
• Als de disc- of het muziekstuk-memo een teken bevat
dat de versterker niet in het uitleesvenster kan
weergeven, verschijnt “.” in plaats van het teken.
VIDEO 1, VIDEO 2, LD/DVD, SATL, TAPE, DAT/MD, CD,
TUNER, PHONO
Opmerkingen
• Als een bepaalde weergavebron op “NO” is ingesteld,
kan deze niet gekozen worden.
• Als een S-LINK signaal (Control A1, Control-S) via de SLINK aansluiting binnenkomt van een apparaat
waarvoor de “NO” instelling is gekozen, zal
automatisch de “YES” instelling geselecteerd worden en
wordt er op de betreffende programmabron
overgeschakeld.
41NL
Gebruik van de toetsen op het voorpaneel
Gebruik van de indexfunktie
Met de indexfunktie kunt u voor iedere weergavebron
een naam van maximaal acht letters invoeren.
Zie blz. 29 voor het gebruik van beeldscherm-bediening.
1
Druk meermalen op de AUDIO FUNCTION of
VIDEO FUNCTION toetsen om de weergavebron
te kiezen waarvoor u een naam wilt invoeren.
2
Druk meermalen op de DPC MODE toets totdat
de INDEX indikator oplicht.
3
Gebruik de digitale signaalverwerkingstoetsen
om de naam in te voeren.
Druk op de
of
toets om de letter te kiezen en
druk dan op de
toets om de cursor naar de
volgende positie te verplaatsen. De naam wordt
automatisch in het geheugen vastgelegd.
Om een spatie in te voeren, drukt u op de
of
toets totdat er een blanco vakje (spatie) in het
uitleesvenster verschijnt. Het spatie-teken bevindt
zich tussen " en A.
Als u een fout heeft gemaakt, drukt u meermalen
op de of toets totdat de letter die u wilt
veranderen knippert. Kies vervolgens de nieuwe
letter.
4
z
Herhaal de stappen 1 t/m 3 voor alle apparatuur
of zenders die u van een naam wilt voorzien.
Omschakelen van de aanduiding
Bij meermalen indrukken van de DISPLAY toets wordt
er als volgt omgeschakeld tussen de aanduidingen:
indexnaam (zelf ingevoerde naam) n op de fabriek
ingestelde naam (of de zenderfrekwentie) n
muziekstuk-memo*1) n disc-memo*1)
• Als de Control-A1 aanduidingsfunktie op “AUTO” of
“FIX” is ingesteld bij het luisteren naar een ControlA1 compatibel cassettedeck of DAT deck, zullen de
Control-A1 bedieningsaanduidingen samen met de
indexnaam of de op de fabriek ingestelde apparatuurnaam in het uitleesvenster worden aangegeven.
Bijvoorbeeld: TAPE [PLAY] n Indexnaam [PLAY]
*1) Als de Control-A1 aanduidingsfunktie op “FIX” is
ingesteld bij het luisteren naar een Control-A1
compatibele compact disc speler of minidisc-recorder,
kunt u de disc-memo en de muziekstuk-memo
informatie aangeven in aanvulling op de Control-A1
bedieningsinformatie.
Bijvoorbeeld: CD [PLAY] n Indexnaam [PLAY] n
Disc-memo*2) n Muziekstuk-memo*3)
*2) Maximaal 13 tekens voor compact disc (15 voor
minidisc).
*3) Maximaal 14 tekens voor compact disc (15 voor
minidisc).
42NL
Afstandsbediening van
apparatuur zonder de TV
(FLASHER illuminatie)
De “FLASHER” funktie-illuminatie zorgt dat u
geluidsbronnen op afstand kunt bedienen zonder het
bedieningsmenu op het TV-scherm, met alleen de
afstandsbediening en de toetsen op het voorpaneel van
de versterker.
1
Druk op de FLASHER toets van de
afstandsbediening om de
bedieningsaanduidingen op het TV-scherm uit te
schakelen.
Als u naar een geluidsbron aan het luisteren bent,
zal het TV-toestel automatisch worden
uitgeschakeld.
2
Druk meermalen op de linker- of rechterkant van
de richtingstoets.
Telkens wanneer u op de richtingstoets drukt,
toont de versterker een andere bedieningsfunktie
(de FUNCTION indikators lichten eveneens op
om u te helpen bij het onderscheiden van de
verschillende bedieningsfunkties).
In de onderstaande tabel ziet u de
bedieningsfunkties die voor ieder apparaat
beschikbaar zijn.
Apparaat
Bedieningsfunktie
VIDEO 1, 2, 3
FLASHER OFF, POWER ON/OFF,
0, (, ), p, P, CH –, CH +, REC
LD/DVD
FLASHER OFF, POWER ON/OFF,
0, (, ), p, P, =, +
CD
FLASHER OFF, POWER ON/OFF*,
0, (, ), p, P, =, +,
DISC SKIP
TUNER
FLASHER OFF, PRESET CH –,
PRESET CH +
TAPE
FLASHER OFF, POWER ON/OFF,
0, (, ), p, P, REC
DAT
FLASHER OFF, 0, (, ), p, P,
=, +, REC
MD
FLASHER OFF, POWER ON/OFF,
0, (, ), p, P, =, +, REC
PHONO
FLASHER OFF
SATL
FLASHER OFF, POWER ON/OFF,
CH –, CH +
5.1 INPUT
FLASHER OFF, POWER ON/OFF,
0, (, ), p, P, =, +
* Alleen Sony compact disc spelers.
Gebruik van de toetsen op het
Getting
voorpaneel
Started
3
Druk op het midden van de richtingstoets
wanneer de gewenste bedieningsfunktie in het
uitleesvenster verschijnt.
De “<------>” en “<------” aanduidingen betekenen
dat er geen bedieningsfunkties beschikbaar zijn
op de huidige “FLASHER” funktie-illuminatie
positie.
Kiezen van een andere weergavebron
Druk op de boven- of onderkant van de richtingstoets. De
namen van de apparaten verschijnen achter elkaar in het
uitleesvenster. Als u een video-apparaat kiest, zal het TVtoestel automatisch worden ingeschakeld.
Tijdelijk uitschakelen van de “FLASHER” funktie
Druk meermalen op de linker- of rechterkant van de
richtingstoets totdat de aanduiding “FLASHER OFF”
verschijnt en druk dan op het midden van de richtingstoets.
U kunt de “FLASHER” funktie ook laten vervallen door op
de FLASHER toets van de afstandsbediening te drukken.
z
Als u de versterker uitschakelt terwijl de “FLASHER”
funktie ingeschakeld is
De volgende keer dat u de versterker inschakelt,
verschijnt de aanduiding “FLASHER START” en komt
de versterker in de “FLASHER” stand te staan.
43NL
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen
Mocht er zich bij het gebruik van de versterker een van
de volgende problemen voordoen, loop dan deze lijst
van kontrolepunten na. Kontroleer echter eerst of het
netsnoer stevig is aangesloten. Kunt u het probleem
niet verhelpen aan de hand van de onderstaande lijst,
neemt u dan a.u.b. kontakt op met uw dichtstbijzijnde
Sony handelaar.
Stroom
Het TV-toestel wordt uitgeschakeld bij inschakelen van
de versterker met de afstandsbediening.
/ Zorg dat de TV is uitgeschakeld voor u de
versterker met de afstandsbediening
inschakelt.
Bij het kiezen van een weergavebron met de
afstandsbediening wordt de gekozen weergavebron
uitgeschakeld.
/ De weergavebron was ingeschakeld met een
andere afstandsbediening. Schakel de
weergavebron alleen in met de
afstandsbediening van de versterker of met
de hand (nadat de weergavebron gekozen is).
Bepaalde apparatuur wordt niet uitgeschakeld bij het
indrukken van de “ALL OFF” toets.
/ De betreffende apparatuur was ingeschakeld
met een andere afstandsbediening. Schakel de
apparatuur met de hand uit.
De afstandsbediening werkt niet.
/ Vervang beide batterijen in de
afstandsbediening door nieuwe.
/ Er bevindt zich een obstakel tussen de
infrarood-sensor op de versterker en de kop
van de afstandsbediening.
/ De infrarood-signalen die door de infraroodemitter worden uitgestuurd, worden niet
ontvangen door de infrarood-sensor van de
apparatuur die bediend moet worden. Sluit in
dit geval de infrarood-signaalzender aan op
de IR OUT aansluiting aan de achterzijde van
de versterker (zie blz. 6).
Geluid
De beeldscherm-aanduidingen reageren niet op de
afstandsbediening of de aanduidingen verdwijnen.
/ Kontroleer of u de afstandsbediening niet te
ver van de infrarood-sensor vandaan houdt.
Er klinkt geen geluid of de geluidssterkte blijft te gering.
/ Kontroleer of alle luidsprekers en audio/
video-componenten naar behoren zijn
aangesloten.
/ Kontroleer of u op de versterker de juiste
weergavebron heeft gekozen.
/ Kontroleer of u de SPEAKERS
keuzeschakelaar juist heeft ingesteld (zie blz.
8).
/ Klik op het
symbool als de “MUTING”
aanduiding oplicht.
/ Het beveiligingscircuit van de versterker is
geaktiveerd als gevolg van een kortsluiting.
(De aanduiding “PROTECTOR” knippert.)
Schakel de versterker uit, verhelp het
probleem van de kortsluiting en schakel de
versterker dan weer in.
Bij het kiezen van een weergavebron met de
afstandsbediening worden de beeldscherm-aanduidingen
vervormd.
/ Deze vervorming kan veroorzaakt worden
door vervorming in het videosignaal. De
storing duidt niet op een foutief funktioneren
van het apparaat.
Het geluid van links en rechts is verwisseld of de
geluidsbalans is onbevredigend.
/ Kontroleer of alle luidsprekers en audio/
video-componenten naar behoren zijn
aangesloten.
/ Stel de BALANCE regelaar op het voorpaneel
van de versterker juist in.
Beeldscherm-bediening
De bedieningsaanduidingen verschijnen niet op het TVscherm.
/ Kontroleer of op het TV-toestel de juiste
ingangsfunktie is gekozen.
/ Zet het TV-toestel verder van de
geluidsinstallatie vandaan.
/ Kies de juiste apparatuur op de versterker.
44NL
De beeldscherm-bediening is moeilijk of onmogelijk
vanwege niet of nauwelijks leesbare aanduidingen op
het TV-scherm.
/ Bij aansluiten van twee of meer
videorecorders dient u in de verbinding met
de TV-antenne een signaalverdeler op te
nemen om videosignalen van goede kwaliteit
te krijgen.
/ Maak de koppen van de videorecorder
schoon.
/ Stel niet in op kanalen waarop geen TVzender wordt ontvangen. Zorg dat de kanalen
zonder TV-ontvangst bij de zenderkeuze
worden overgeslagen.
Aanvullende informatie
Er klinkt een hinderlijke bromtoon of een ander storend
geluid.
/ Controleer of alle luidsprekers en audio/
video-componenten naar behoren zijn
aangesloten.
/ Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en tenminste 3
meter van een TV-toestel of tl-verlichting.
/ Plaats de geluidsinstallatie niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
/ Sluit een eventueel aanwezige aarddraad aan
op de antenne-aardaansluiting.
/ De stekkers en aansluitbussen zijn vuil.
Reinig de stekkers en aansluitbussen met een
doekje, licht bevochtigd met wat spiritus of
zuivere alcohol.
De middenluidspreker geeft geen geluid weer.
/ Kies een klankbeeld waarbij de
middenluidspreker gebruikt wordt: PRO
LOGIC of MOVIE (behalve NIGHT
THEATER en MONO MOVIE) (zie blz. 25).
/ Stel de juiste middenkanaal-aanpassing in
(zie blz. 18 en 19).
/ Stel de geluidssterkte van de luidsprekers
evenredig in (zie blz. 19).
De achterluidsprekers geven niet of nauwelijks geluid
weer.
/ Kies een ander klankbeeld dan ACOUSTIC.
/ Stel de juiste middenkanaal-aanpassing in
(zie blz. 18 en 19).
/ Stel de geluidssterkte van de luidsprekers
evenredig in (zie blz. 19).
Overige storingen
Het programmeren van afstandsbedieningscodes van
andere apparatuur lukt niet.
/ Bij het programmeren van een
afstandsbedieningscode dient u het volgende
te doen:
• Richt de afstandsbediening op de infraroodsensor van de versterker van een afstand van
niet meer dan 3 cm.
• Houd de toets op de afstandsbediening 2 à 3
sekonden lang ingedrukt totdat de
aanduiding “RECEIVING” verandert in
“RELEASE YOUR REMOTE”.
• Houd de afstandsbediening horizontaal recht
op de infrarood-sensor gericht tot de
afstandsbedieningscode is geprogrammeerd.
Opnemen is niet mogelijk.
/ Controleer of de apparaten juist zijn
aangesloten.
/ Kies het weergave-apparaat met de
afstandsbediening of met de AUDIO
FUNCTION of VIDEO FUNCTION toetsen
op het voorpaneel.
Een bepaalde component kan niet gekozen worden.
/ Controleer de FUNCTION HOOKUP of de
FUNCTION instelling van de component (zie
blz. 41).
Het geluid wordt niet met akoestiekeffect weergegeven.
/ Zorg dat het gewenste klankbeeld is
ingeschakeld.
/ Schakel de DIRECT PASS funktie uit.
/ Zorg dat de SPEAKERS keuzeschakelaar juist
is ingesteld (zie blz. 8).
45NL
Aanvullende informatie
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
UITGANGSVERMOGEN
Stereo-stand
(4 ohm, DIN, 1 kHz)
100 watt + 100 watt
Surround-stand
5.1 stand
Frekwentiebereik
46NL
(4 ohm, DIN, 1 kHz)
Voorkanalen:
100 watt + 100 watt
Middenkanaal*:
100 watt
Achterkanalen*:
100 watt/kanaal
* Bij bepaalde
geluidsbronnen en/
of geluidsinstellingen
is het mogelijk dat er
geen geluid via deze
kanalen wordt
weergegeven.
(4 ohm, DIN, 1 kHz)
Voorkanalen:
100 watt + 100 watt
Middenkanaal:
100 watt
Achterkanalen: 100
watt/kanaal
PHONO: RIAA
korrektiecurve
±0,5 dB
CD, TAPE, DAT/MD,
LD/DVD, SATL,
TUNER, VIDEO:
+0.5
10 Hz ~ 50 kHz –2 dB
(Direct Pass)
Video-gedeelte
Ingangen (ANALOOG)
Gevoeligheid Impedantie
PHONO
2,5 mV
CD,
LD/DVD
200 mV
TAPE,
DAT/MD,
VIDEO,
SATL,
TUNER
5.1
INPUT
S/R
50
75 dB*
kOhm (A, 2,5 mV)
Ingangen
1 Vt-t, 75 ohm
Uitgangen
1 Vt-t, 75 ohm
Algemeen
Systeem
50
82 dB*
kOhm (A, 150mV)
150 mV
200 mV
50
82 dB*
kOhm (A, 150mV)
* ’78 IHF
Uitgangen
BASS BOOST
versterking
REC OUT
(AUDIO) OUT:
Uitgangsspanning:
150 mV
Impedantie: 10 kOhm
WOOFER OUT
Uitgangsspanning: 2 V
Impedantie: 1 kOhm
PHONES: Voor
hoofdtelefoon met
lage of hoge
impedantie
+10 dB bij 70 Hz
Voorversterker:
Ruisarme NF-type
equalizer
Eindversterker:
Zuiver
komplementaire SEPP
Stroomvoorziening 230 V wisselstroom, 50/
60 Hz
Stroomverbruik
240 watt
Netuitgang
1 geschakelde netuitgang,
max. belastbaarheid
100 watt
Afmetingen
430 x 155 x 350 mm
Gewicht (bij
benadering)
11,5 kg
Bijgeleverd
toebehoren
Zie blz. 6.
Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens voorbehouden, zonder
kennisgeving.
SettingUp
Upthe
theRemote
Remote
forOn-Screen
On-Screen
Control
Aanvullende
Getting
informatie
Started
Setting
for
Control
Parameter
Verklarende
woordenlijst
CENTER MODE
Aanpassing aan luidspreker-opstelling om
het Dolby Pro Logic Surround geluid
optimaal tot zijn recht te laten komen.
Voor een zo fraai mogelijke akoestiek kiest
u één van de vier CENTER MODE
instellingen (WIDE, NORMAL,
PHONTOM of 3 CH LOGIC), afhankelijk
van de opstelling van uw luidsprekers.
Dolby Pro Logic Surround
Decodeersysteem van Dolby Surround
geluid waarmee TV-programma's en
videocassettes zijn opgenomen.
Vergeleken met het vorige Dolby
Surround systeem, zorgt de Dolby Pro
Logic Surround voor verbetering van het
geluidsbeeld door gebruik van vier
afzonderlijke kanalen: voor het doorsturen
van de geluidseffekten buiten beeld, het
dialoog in beeld, de beweging van het
filmgeluid en de muziek. Dit stelt u in
staat een sfeer te verkrijgen vergelijkbaar
aan die in een bioskoop.
Dolby Surround
Codeer- en decodeersysteem van Dolby
Surround geluid voor thuisgebruik. De
Dolby Surround decodeert de extra
kanalen op de geluidssporen van met
Dolby Surround geluid opgenomen
videofilms en TV-programma's, en
produceert geluidseffekten en echo's
waardoor u zich middenin de aktie waant.
Dolby Surround is in deze versterker als
een akoestiek-instelling
voorgeprogrammeerd. Als u over
achterluidsprekers of een
middenluidspreker(s) beschikt, wordt
aanbevolen het Dolby Surround
geluidsbeeld bij te regelen door kiezen
van de CENTER MODE instelling die bij
uw luidspreker-opstelling past. Dit stelt
u in staat de Dolby Pro Logic Surround
ten volle te benutten.
Een instelbare grootheid die mede het
geluidsbeeld bepaalt, zoals de
klankkleur of de vertragingstijd. Door
bijregelen van de diverse parameters
kunt u de voorgeprogrammeerde
akoestiekeffekten van de versterker
aanpassen aan uw smaak in muziek en
uw luistersituatie.
Akoestiekeffekt
Een geluidspatroon of klankbeeld dat
een geluidsbron in een bepaalde
omgeving oproept door een kombinatie
van direkt en weerkaatst geluid in de
natuurlijke akoestiek van de
luisterruimte. Deze versterker biedt
diverse voorgeprogrammeerde
akoestiekeffekten waarmee u moeiteloos
kunt genieten van allerlei treffende
klankbeelden.
Akoestisch rondom-geluid
Dit geluid bestaat uit drie
geluidscomponenten: rechtstreeks
geluid, vroeg weerkaatst geluid en een
nagalm. De akoestiek van de ruimte
waarin u zich bevindt beïnvloedt de
wijze waarop deze drie
geluidscomponenten te horen zijn. De
versterker kombineert deze
geluidscomponenten op een dusdanige
manier dat diverse luisteromgevingen,
zoals bijvoorbeeld een concertzaal,
kunnen worden nagebootst.
• Zaal-geluidscomponenten
Vroege weerkaatsingen
Nagalm
Rechtstreeks
geluid
• Overdracht van het geluid van de
achterluidsprekers
Rechtstreeks
geluid Vroege
weerkaatsingen Nagalm
Niveau
Effektniveau
Het totaal van de geluidssterkte van de
vroege weerkaatsingen en de nagalm.
Het effektniveau is op zes standen
instelbaar. Naarmate u een hoger
effektniveau kiest, zal de kamer
“levendiger” klinken, terwijl de lagere
effektniveaus meer de indruk van een
“akoestisch dode ruimte” geven.
Vroege weerkaatsingstijd
Tijd
47NL
Aanvullende informatie
Index
D
A
Aansluiten
audio-apparatuur 6
infrarood-signaalzender 6
luidsprekers 7
netsnoer 10
overzicht 5
TV-toestel/videorecorder
8
Achterpaneel 5
Afstandsbediening 11-17, 38
batterijen 11
bedienen van andere
merken dan Sony 13, 15,
28
bedienen van Sony
apparatuur 13, 15
gebruik 11
gevoeligheid 32
Afstandsbediening van
geluidsbronnen zonder
gebruik van de TV 42
Akoestiekgeluid 47
AUTO PLAY funktie 30
AUTO START funktie 30
B
Batterijen voor de
afstandsbediening 11
Bediening op afstand zonder de
TV 42
Benamingsfunktie. Zie
Indexfunktie
Bijregelen
geluidsparameter 25
geluidssterkte 19, 40
gevoeligheid van de
afstandsbediening 32
klankbeelden 25, 40
klankkleur 26, 40
luidsprekervolume 19, 40
positie van de
beeldschermaanduidingen 35
toon 26, 40
vertragingstijd 26, 40
E, F
48NL
Namen invoeren. Zie
Indexfunktie
NORMAL middenkanaalaanpassing 18
O
Opnemen 22
gebruik van de toetsen op
het voorpaneel 39
P, Q, R
Parameters 25
PHANTOM middenkanaalaanpassing 18
Programmeren van
afstandsbedieningscodes 13,
15, 28
wissen van codes 14, 17, 29
Editing. Zie Opnemen
Effect-intensiteit 25, 40
FLASHER illuminatie 42
G, H
Gedecodeerde Dolby Digital
AC-3 programmabronnen 21,
39
Groeperen van compact discs 35
S
Sluimerfunktie 34
Surround-geluid 47
Storingen verhelpen 44
I, J
Indexfunktie
compact discs 35
gebruik van de toetsen op
het voorpaneel 42
weergavebronnen 29
Infrarood-signaalzender 6, 33
K
T
Testtoon 19
TV-toestel/videorecorder
aansluiten 8
U
Uitpakken 5
Kiezen
aanduidingsparameter 32,
41
component 20
voorpaneel-bediening 38
Kijken
TV/videoprogramma’s 21,
39
Klankbeelden
bijregelen 25, 40
instelbare parameters 25
voorgeprogrammeerde
klankbeelden 24
Kopiëren. Zie Opnemen
V
Vertragingstijd 26, 40
Voorpaneel 37
W, X, Y
Weergavebronnen
indexfunktie 29, 42
kiezen 20, 38
WIDE middenkanaalaanpassing 18
Wissen van
afstandsbedieningscodes 14,
17, 29
Wijzigen van de
aanduidingsinstellingen 32,
42
L
Luidsprekers
aansluiten 7
impedantie 46
kiezen van de luidsprekers
8
opstelling 8
C
Center Mode middenkanaalaanpassing 18, 19, 41
3 CH LOGIC instelling 18
NORMAL instelling 18
PHANTOM instelling 18
WIDE instelling 18
CD-wisselaar, bediening van 34
N
Dimmen van uitleesvensteraanduidingen 39
Dolby Pro Logic Surround
voor een optimale
akoestiek-weergave 18
Dolby Surround geluid 47
Doorlopen
compact disc lijst 36
3 CH LOGIC middenkanaalaanpassing 18
M
MACRO bedieningsreeks 31
Z
Zoeken van een compact disc 36