Documenttranscriptie
1
Inhoudsopgave
1
Inhoudsopgave.......................................................................................................................................................................................... 116
2
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
Belangrijke aanwijzingen........................................................................................................................................................................117
Veiligheid..................................................................................................................................................................................................................................... 117
Beoogd gebruik.......................................................................................................................................................................................................................120
Afvalverwijdering.....................................................................................................................................................................................................................120
Juridische informatie............................................................................................................................................................................................................. 122
Service-instructies................................................................................................................................................................................................................... 123
3
Afbeeldingen en beschrijving...............................................................................................................................................................124
4
4.1
4.2
4.3
4.4
4.4.1
4.4.2
4.4.3
4.5
Beschrijving van de SKYRIDER 65........................................................................................................................................................126
Inleiding....................................................................................................................................................................................................................................... 126
Leveringspakket....................................................................................................................................................................................................................... 126
Bijzondere kenmerken van de SKYRIDER 65............................................................................................................................................................. 126
SKYRIDER 65 installeren...................................................................................................................................................................................................... 127
Waar wordt het geïnstalleerd?......................................................................................................................................................................................... 127
Schotelantenne monteren.................................................................................................................................................................................................. 128
Aansluitschema........................................................................................................................................................................................................................ 134
Ontvangst....................................................................................................................................................................................................................................135
5
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
Bediening....................................................................................................................................................................................................136
Aan- en uitzetten.................................................................................................................................................................................................................... 136
Activeren/deactiveren ontvangerstroomdetectie.................................................................................................................................................... 136
Het instellen en uitrichten van een satelliet met de schotelantenne.............................................................................................................137
Uitgangspositie/intrekken van de schotelantenne...................................................................................................................................................137
DiSEqC-instelling...................................................................................................................................................................................................................... 138
6
6.1
6.2
6.3
Storingen verhelpen.................................................................................................................................................................................139
Geen reactie bij het inschakelen van de controller................................................................................................................................................. 139
Uitrichtingsfout (zoeken naar satelliet)......................................................................................................................................................................... 139
Andere oorzaken..................................................................................................................................................................................................................... 139
116
6.4
Foutmeldingen.........................................................................................................................................................................................................................140
7
Technische gegevens.............................................................................................................................................................................. 140
2 Belangrijke aanwijzingen
Neem de volgende instructies in acht om veiligheidsrisico's tot een minimum te beperken, schade aan het apparaat te
voorkomen en bij te dragen aan de bescherming van het milieu. Lees alle veiligheidsinstructies zorgvuldig en bewaar ze voor
latere vragen. Volg altijd alle waarschuwingen en opmerkingen in deze snelstartgids en op de achterkant van het apparaat op.
Let op - Duidt een belangrijke aanwijzing aan die strikt moet worden opgevolgd om defecten,
gegevensverlies/-misbruik of onbedoeld functioneren van het apparaat te voorkomen.
EN
FR
IT
Tip - Geeft een aanwijzing over de beschreven functie plus een andere gerelateerde functie die wellicht nodig is met
verwijzing naar het relevante gedeelte van de handleiding.
2.1
DE
NL
Veiligheid
Voor uw eigen veiligheid moet u de veiligheidsvoorschriften zorgvuldig doorlezen alvorens de SKYRIDER 65 in gebruik te
nemen. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door onjuist gebruik en het niet naleven
van de volgende veiligheidsvoorschriften:
Het apparaat mag alleen in gematigde omgevingsomstandigheden worden gebruikt.
Open nooit het apparaat. Elke poging tot reparatie door ondeskundige personen kan gevaarlijk zijn en de garantie
ongeldig maken!
Eventueel noodzakelijke ingrepen mogen alleen door vakkundige medewerkers worden uitgevoerd.
Als er water in het apparaat is binnengedrongen, zet het uit en neem contact op met de serviceafdeling.
117
PL
Stel het apparaat niet bloot aan warmtebronnen die het apparaat behalve door normaal gebruik nog verder kunnen
verwarmen.
Let er bij de keuze van de installatieplek van de controller op dat deze voldoende geventileerd is.
Zet bij een in het oog springend defect van het apparaat, het waarnemen van geur of rook, aanzienlijke functionele
storingen of schade aan de behuizing, het apparaat uit en neem contact op met de Service-afdeling.
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op een netspanning van 12V-24V DC. Probeer het apparaat nooit met een
andere spanning te gebruiken.
Het complete schotelantennesysteem mag alleen door gekwalificeerde vakmensen of door geschoold personeel worden
geïnstalleerd. Eventueel kan het tot lekkageproblemen van uw camper/caravan leiden of zelfs tot ongelukken door een
losgeraakte en/of vallende onderdelen van de installatie.
De camper/caravan mag alleen met neergeklapt ontvangstsysteem worden verplaatst. Zorg ervoor dat het systeem
tijdens het rijden niet wordt uitgeschoven door het in te schakelen.
De maximumsnelheid van 130 km/u mag in geen geval worden overschreden.
De schotelantenne wordt blootgesteld aan hoge belastingen door wind, slingeringen en trillingen tijdens het rijden.
Daarom moeten het systeem en de onderdelen die eraan zijn vastgeschroefd, regelmatig worden gecontroleerd en zo
nodig gecorrigeerd. Dit betekent afhankelijk van de kilometerstand vóór het begin van de reis of op zeer lange afstanden
ook tijdens de reis.
118
De antenne moet bij storm of harde wind worden ingetrokken.
Een camper/caravan met een geïnstalleerde schotelantenne mag niet in wasstraten worden gereden.
Als het apparaat schade vertoont, mag het niet in gebruik worden genomen.
Trek bij het loskoppelen van de stekkers niet aan de kabel maar aan de stekker.
Probeer nooit zelf een defect apparaat te repareren. Neem altijd contact op met een van onze servicepunten.
DE
Het apparaat blijft zelfs als het is uitgeschakeld of in de stand-by staat op het lichtnet aangesloten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of
mentale capaciteiten of met gebrek aan ervaring en/of kennis, tenzij deze onder toezicht van een persoon staan die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of door deze persoon over het gebruik van het apparaat zijn geïnstrueerd.
EN
Kinderen moeten onder toezicht staan om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
IT
Het is verboden om wijzigingen aan het apparaat aan te brengen.
NL
Beschadigde apparaten of beschadigde accessoires mogen niet langer worden gebruikt.
PL
FR
Lekkende batterijen kunnen de afstandsbediening beschadigen.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening als het apparaat gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt.
119
2.2
Beoogd gebruik
Lees deze handleiding aandachtig door. Alleen dan kunt u uw apparaat veilig en correct bedienen. Bewaar deze handleiding
voor toekomstig gebruik.
Het apparaat is ontworpen om satellietsignalen vanaf stilstaande caravans en campers te ontvangen.
Het apparaat is ontworpen voor particulier gebruik en niet geschikt voor commercieel gebruik.
2.3
Afvalverwijdering
De verpakking van uw apparaat bestaat uitsluitend uit recyclebare materialen. Voer deze gesorteerd af volgens de lokale
aanwijzingen. Dit product is geëtiketteerd in overeenstemming met Richtlijn 2012/19/EU voor elektro en elektronische apparaten
(WEEE) en mag aan het einde van zijn levensduur niet met het huisafval worden afgevoerd, maar moet worden ingeleverd bij
een verzamelpunt voor het recyclen van elektrische en elektronische apparatuur.
Dit wordt aangeduid door het
-symbool op het product, de gebruiksaanwijzing of de verpakking.
De gebruikte materialen kunnen afhankelijk van hun etikettering worden hergebruikt. Met hergebruik, recycling of andere
vormen van verwerking van oude apparatuur levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming van ons milieu.
Informeer bij de gemeentelijke instanties naar de verantwoordelijke instantie voor afvalverwijdering. Houd er rekening mee
dat de lege batterijen van de afstandsbediening en elektronisch afval niet bij het gewone huisvuil horen, maar op juiste wijze
moeten worden verwerkt (inleveren bij de winkel, chemisch afval).
Batterijen en accu's kunnen giftige stoffen bevatten die schadelijk zijn voor uw gezondheid en het milieu. Voor batterijen en
accu's geldt de Europese richtlijn 2006/66/EG. Deze mogen niet met het normale huishoudelijke afval worden afgevoerd.
120
Aanwijzingen voor verwijdering:
Afvoer van de verpakking:
Uw nieuwe apparaat werd tijdens het transport naar u toe beschermd door de verpakking. Alle gebruikte materialen zijn
milieuvriendelijk en recyclebaar. Help mee en voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af. Informatie over de
huidige afvalverwijderingsmethoden vindt u bij uw plaatselijke dealer of bij de gemeentelijke afvalverwerking.
Verstikkingsgevaar! Geef de verpakking of onderdelen ervan niet aan kinderen. Er bestaat verstikkingsgevaar door folie en
andere verpakkingsmaterialen.
Apparaat afdanken:
Oude apparaten zijn geen waardeloos afval. Door milieuvriendelijke verwijdering kunnen waardevolle grondstoffen
worden teruggewonnen. Informeer bij uw gemeentelijke instanties naar de mogelijkheden om het apparaat
milieuvriendelijk en op de juiste manier af te voeren. Voordat u het apparaat afvoert, moeten de batterijen/accu's worden
verwijderd.
DE
EN
FR
IT
NL
PL
121
2.4
Juridische informatie
TechniSat verklaart hierbij dat de SKYRIDER 65 voldoet aan richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EUconformiteitsverklaring is beschikbaar op de volgende website:
SKYRIDER 65 (single-variant): http://konf.tsat.de/?ID=22699
SKYRIDER 65 (twin-variant): http://konf.tsat.de/?ID=22700
TechniSat is niet aansprakelijk voor productschade als gevolg van externe invloeden, slijtage of onjuiste behandeling,
ongeoorloofde reparatie, veranderingen of ongelukken.
Wijzigingen en drukfouten voorbehouden. Laatst gewijzigd 04/20. Kopiëren en vermenigvuldigen uitsluitend
met toestemming van de uitgever. De huidige versie van de handleiding is beschikbaar in PDF-formaat in het
downloadgedeelte op de homepage van TechniSat op www.technisat.de.
SKYRIDER 65 en TechniSat zijn gedeponeerde handelsmerken van:
TechniSat Digital GmbH
TechniPark
Julius-Saxler-Straße 3
D-54550 Daun/Eifel
www.technisat.de
Namen van de genoemde bedrijven, instellingen of merken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun
respectievelijke eigenaren.
122
2.5
Service-instructies
Dit product is getest op kwaliteit en heeft een wettelijke garantieperiode van 24 maanden vanaf de datum van aankoop.
Bewaar de factuur als aankoopbewijs. Neem voor garantieclaims contact op met de dealer van het product.
Opmerking
Voor vragen en informatie of als er een probleem is met dit apparaat, kunt u terecht bij onze technische hotline:
Ma. - vr. 8:00 - 18:00 via tel.:
03925/9220 1800 bereikbaar.
DE
Gebruik in geval van retourzending van het apparaat alleen het volgende adres:
TechniSat Digital GmbH
Service-center
Nordstr. 4a
39418 Staßfurt
EN
FR
IT
NL
PL
123
3 Afbeeldingen en beschrijving
Schotelantenne
1
2
3
4
5
6
7
8
124
Spiegel
LNB-arm
Spiegelarm
LNB-aansluiting
Uitrichtingsunit
Besturingskabel
Schotelaansluiting(en)
Bodemplaat
Afstandsbediening
9
10
11
12
13
Startknop
Home-toets
Pijltoetsen
DiSEqC-toets
SET-toets
Controller
• voorzijde
DE
EN
FR
IT
NL
• achterkant
PL
14
15
16
17
18
19
20
21
Kabelmantel
Controllerhouder
USB-aansluiting
Startknop
Home-led
Vergrendelings-led
DiSEqC-led
Satelliet-leds
22
23
24
25
26
27
28
29
DiSEqC-toets
Home-toets
Pijltoetsen
SET-toets
Aansluiting STB
Aansluiting van de schotelantenne
Aansluiting besturing
Voeding
125
4 Beschrijving van de SKYRIDER 65
4.1
Inleiding
Deze handleiding beschrijft de functies, de eigenlijke installatie en de werking van het SKYRIDER 65 mobiele
schotelantennesysteem.
Een correcte en veilige werking van de installatie kan alleen worden gegarandeerd door deze instructies in acht te nemen.
Uw antenne is een intelligent satelliet-tv-ontvangstsysteem dat automatisch een automatische zelfuitrichting kan uitvoeren met
de vooraf ingestelde satellieten.
Voor het algemeen gebruik moet ervoor worden gezorgd dat het systeem altijd een onbelemmerd zicht heeft in de richting van
de gewenste satelliet. Als het satellietsignaal wordt onderbroken door obstakels zoals bergen, gebouwen, voertuigen of bomen,
is er geen of slechts een zwakke satellietontvangst mogelijk.
4.2
Leveringspakket
Bij de levering zijn inbegrepen:
Schotelantenne
1x SKYRIDER uitrichtingsunit met bodemplaat, 1x 65cm spiegel, 1x LNB-arm, 1x kabelklem, 1x beschermende sticker,
1x schroef M6x55, 2x schroef M6x15, 2x schroef M6x25, 4x sluitring, 6x schroef 4x16, 1x schroef 4x10
Controller
1x controller, 1x controllerhouder, 1x kabelafdekking, 1x afstandsbediening, 1x gebruiksaanwijzing, 4x schroef 4x16
Kabel
1x voedingskabel, 1x signaalkabel (twin-variant 2x), 1x STB-kabel, 1x kabelhouder, 1x kabelwartel, 3x schroef 4x16
4.3
Bijzondere kenmerken van de SKYRIDER 65
De SKYRIDER 65 is een satellietontvangstsysteem voor op de camping met de volgende kenmerken:
- Zelfrichtend
- 1 LNB-aansluiting voor controle en satellietsignaal
- 1 LNB-aansluiting met satellietsignaal voor 2e STB of 2e aansluiting op STB (alleen twin-uitvoering)
126
4.4
SKYRIDER 65 installeren
4.4.1
Waar wordt het geïnstalleerd?
Het complete schotelantennesysteem mag alleen door gekwalificeerde vakmensen of door geschoold personeel worden
geïnstalleerd. Eventueel kan het tot lekkageproblemen van uw camper/caravan leiden of zelfs tot ongelukken door een
losgeraakte en/of vallende onderdelen van de installatie.
Na de installatie van het schotelantennesysteem mag de totale hoogte van het voertuig in ingetrokken toestand niet
meer dan 4 meter bedragen en mag het niet buiten de voertuigcontouren uitsteken.
Een vermelding in de voertuigdocumenten is niet nodig indien de schotelantenne meer dan 2 m hoog maar minder dan
4 m hoog is en binnen de omtrekken van het voertuig wanneer het geladen is.
De schotelantenne wordt geïnstalleerd op een vast plat dak. De hele bodemplaat moet erop rusten.
DE
EN
FR
Let er bij de keuze van de installatieplek op dat er zich geen obstakels in het draaibereik van de schotelantenne
bevinden, bijv. een andere bovenbouw of iets dergelijks.
IT
NL
Rijrichting
PL
beschermende sticker
127
4.4.2
Schotelantenne monteren
Voor de installatie van de schotelantenne hebt u naast de meegeleverde componenten nodig:
1x geschikte montage-/afdichtingslijm, 1x reinigingsmiddel, 1x 2 mm boor, 1x 25 mm boor, 1x tape, 1x schroevendraaier,
1x ring-/steeksleutel 13, flexibele tape
>
Bepaal een geschikte locatie 4.4.1voor de installatie van de schotelantenne.
Houd ook altijd rekening met eventuele bestaande installaties op, in en onder het dak van het voertuig.
>
Draai de 4 moeren waarmee de uitrichtingsunit op de bodemplaat is bevestigd los en verwijder ze, en verwijder de
uitrichtingsunit van de bodemplaat.
>
Reinig het dakoppervlak volgens de specificaties van de gekozen montagelijm voor de voorbereiding van het oppervlak.
>
Plaats de bodemplaat op de vooraf bepaalde plaats.
Neem de op de bodemplaat aangegeven rijrichting in acht.
>
128
Kleef een strook tape rond de bodemplaat op een afstand van ca. 5 mm.
>
Neem de bodemplaat apart en breng de montagelijm aan op het dak. Houd een afstand van ca. 2 cm van de tape aan.
>
Plaats de bodemplaat op de montagelijm en druk deze stevig op zijn plaats.
>
Boor de 6 gaten door de bodemplaat met de 2 mm boor om hem op het dak te kunnen vastschroeven.
DE
EN
FR
IT
NL
PL
129
>
Vul wat montagelijm in de gaten, draai de bodemplaat met de 4x16 schroeven vast en breng vervolgens wat
montagelijm aan op de schroeven om de gaten af te dichten.
Zorg ervoor dat de montagelijm niet boven het oppervlak van de bodemplaat uitsteekt.
>
Breng een dunne naad montagelijm aan rond de bodemplaat op de rand, trek deze glad en verwijder de tape.
>
Plaats de uitrichtingsunit terug op de bodemplaat en schroef deze met de 4 moeren aan elkaar.
>
Zoek een geschikte plaats voor de kabelhouder/dakkabelgeleiding.
Houd ook altijd rekening met eventuele bestaande installaties op, in en onder het dak van het voertuig.
Let er ook op dat de gesloten, afgeronde zijde van de kabelhouder in de rijrichting moet liggen.
>
130
Markeer de positie door een strook tape rond de kabelhouder te trekken.
>
Boor een gat in het dak van de caravan binnen deze markering met de 25mm boor om de kabels van de schotelantenne
naar het interieur van de caravan te kunnen trekken.
DE
>
Sluit de signaalkabel of, in het geval van de Twin versie, beide signaalkabels aan op de signaalaansluiting(en) van de
schotelantenne (zie aansluitschema punt 4.4.3) en duw de rubberen kabelgoot tot aan de aanslag.
>
Verwijder de moer, de schroefdop en de rubberen afdichting van de kabelwartel.
>
Schuif de moer van onderaf in de houder aan de binnenkant van de kabelhouder en schroef de kabelwartel in de
houder.
>
Schuif de schroefdop over de signaalkabel(s) en besturingskabel(s) en steek de kabels vanaf de zijkant in de rubberen
afdichting.
>
Duw eerst de besturingskabel en vervolgens de signaalkabel(s) door de kabelwartel en het boorgat.
EN
FR
IT
NL
PL
131
>
Plaats de kabelhouder op de eerder gemarkeerde plaats en boor de 3 gaten door de kabelhouder met behulp van de
2mm-boor voor het vastschroeven op het dak.
>
Schroef de kabelhouder met de schroeven 4x16 vast.
>
Verwijder de tape, breng een dunne laag montagelijm aan rond de kabelhouder in de rand en over de schroeven en trek
deze glad.
>
Schuif de rubberen afdichting in de kabelwartel en draai de schroefdop los.
>
Sluit de satellietkabel aan op de aansluiting van de schotelantenne en de besturingskabel op de aansluiting van de
controller (zie aansluitschema punt 4.4.3).
>
Sluit de STB-connector via de antenneaansluiting van een satellietontvanger/tv-toestel aan op de geïntegreerde
ontvanger met behulp van de STB-kabel (zie aansluitschema punt 4.4.3).
132
>
Sluit de voedingskabel aan op de boordspanning van uw voertuig in overeenstemming met de kabellabels en sluit hem
vervolgens aan op de voeding van de controller (zie punt 4.4.3).
Ontsteking
DE
>
EN
Druk op de set-knop op de controller.
FR
De spiegelarm wordt nu automatisch omhoog gebracht en het systeem begint te draaien.
>
Sluit de stroomtoevoer af zodra de spiegelarm rechtop staat.
IT
>
Plaats de spiegel op de spiegelarm en schroef de spiegel in de bovenste gaten met de schroeven M6x15 en in de
onderste gaten met de schroeven M6x25. Gebruik voor elk één sluitring.
NL
>
Plaats de LNB-arm aan de onderkant van de spiegelarm en schroef deze met de M6x55 schroef aan elkaar.
>
Sluit de coaxkabel(s) die uit de LNB-arm steken aan op de LNB-connector(en) op de uitrichtingsunit en schuif de
rubberen kabelgoot tot aan de aanslag.
PL
>
Bevestig de coaxiale kabel met behulp van de kabelklem.
>
Plak de beveiligingssticker op een afstand van 11 cm voor de antenneaansluiting van de uitrichtingsunit (zie afbeelding in
punt 4.4.1).
>
Sluit het apparaat weer aan op de stroomvoorziening.
De schotelantenne is nu klaar voor gebruik.
133
4.4.3
Aansluitschema
ontsteking
1
Kabelaansluiting van de controller naar de hoofdontvanger (1e STB).
2
Signaalkabelaansluiting van de schotelantenne naar de controller.
3
Besturingskabelaansluiting van de schotelantenne naar de controller.
4
Aansluiting van de signaalkabel van de schotelantenne naar de tweede ontvanger of tweede ontvangeraansluiting (alleen
twin-uitvoering).
5
Voeding niet aansluiten voordat alle benodigde kabelaansluitingen zijn gemaakt.
134
4.5
Ontvangst
Om een satellietsignaal te ontvangen, moet het voertuig zodanig worden geparkeerd dat de schotelantenne een duidelijk zicht
heeft in de richting van de satelliet naar de evenaar. Zorg ervoor dat er geen obstakels, zoals gebouwen, voertuigen of bomen,
voor de antenne staan, omdat deze de kwaliteit van de signaalontvangst kunnen verminderen.
DE
EN
FR
Elektrische of magnetische velden in de buurt van de antenne kunnen de ontvangst beïnvloeden.
IT
Het gebruik van niet-geïsoleerde stekkers leidt tot verlies van signaalsterkte.
NL
Het satellietsignaal kan tijdelijk worden beïnvloed door hevige regenval.
PL
Sneeuw op de antenne kan de sterkte van het satellietsignaal verminderen; sneeuw moet zo snel mogelijk worden
verwijderd.
135
5 Bediening
5.1
Aan- en uitzetten
>
Druk op de startknop op de controller om deze in te schakelen.
Als de schotelantenne zich in de uitgangspositie (punt 5.4) bevond, blijft deze na het inschakelen in deze positie staan.
Voor zover de schotelantenne rechtop stond, gaat deze om veiligheidsredenen automatisch naar de uitgangspositie na
het inschakelen van de controller.
>
Houd de startknop op de controller of de afstandsbediening ongeveer 2 seconden ingedrukt om de controller uit te
schakelen.
Het is voor de ontvangst van satellietsignalen niet nodig dat de controller is ingeschakeld. Dit is alleen nodig voor het
rechtop zetten, uitrichten op een satelliet en het intrekken. Dit betekent dat u de controller niet hoeft te bedienen als u
slechts één satelliet gebruikt, de schotelantenne op de satelliet is uitgericht en de camper of caravan niet wordt
verplaatst.
5.2
Activeren/deactiveren ontvangerstroomdetectie
Als de ontvangerstroomdetectie is geactiveerd, kan de besturing alleen worden ingeschakeld als de op de STB-aansluiting
aangesloten ontvanger al in werking is en een LNB-aanvoerspanning levert. Dit dient als bescherming tegen het onbedoeld
inschakelen van de controller en uitrichten van de schotelantenne.
>
Breng de schotelantenne in de uitgangspositie (punt 5.4).
>
Schakel de controller uit door de startknop gedurende 2 seconden ingedrukt te houden.
>
Houd de pijltoets aan de linkerkant van de regelaar ingedrukt en druk dan op de startknop op de regelaar.
136
5.3
Het instellen en uitrichten van een satelliet met de schotelantenne
>
Gebruik eerst de pijltoetsen om de gewenste satelliet te selecteren, tenzij de led van de gewenste satelliet al brandt.
>
Door op de SET-toets te drukken, wordt de schotelantenne automatisch rechtop gezet, als het zich in de uitgangspositie
bevond, en richt hij zich op de satelliet.
De vergrendelings-led knippert om aan te geven dat de SKYRIDER 65 naar de gewenste satelliet wijst. Na een geslaagde
uitrichting branden de vergrendelings-led en de led van de satelliet.
5.4
>
U kunt ook via DiSEqC (zie punt 5.5) overschakelen naar andere satellieten, zodat u de afstandsbediening van de
controller niet hoeft te gebruiken of de keuze op de controller zelf hoeft te maken.
DE
Uitgangspositie/intrekken van de schotelantenne
EN
Voordat het voertuig wordt verplaatst, moet de schotelantenne worden ingetrokken. Anders kan het tijdens het rijden
door obstakels of windvlagen beschadigd raken. Voor zover dit niet automatisch gebeurde bij het inschakelen van het
contact van de camper, moet u het intrekproces handmatig starten.
FR
Als de controller is ingeschakeld, drukt u op de HOME-toets op de controller of afstandsbediening om de schotelantenne
in te trekken.
IT
NL
PL
De Home-led knippert om aan te geven dat de SKYRIDER 65 wordt ingetrokken. Nadat het intrekproces is voltooid,
brandt de Home-led continu. U kunt de controller nu uitschakelen en de camper/caravan verplaatsen.
Als de schotelantenne zich in de uitgangspositie bevindt en de besturing daarna niet is uitgeschakeld, gebeurt dit
automatisch na 15 minuten, waarbij de besturing niet werd bediend.
De schotelantenne mag niet worden opgericht terwijl de camper/caravan in beweging is.
137
5.5
DiSEqC-instelling
DiSEqC is standaard uitgeschakeld. Als u DiSEqC wilt gebruiken, moet uw aangesloten ontvanger ten minste DiSEqC 1.0 of
DiSEqC 1.1 ondersteunen en de satellietconfiguratie ervan moet volgens onderstaande tabel worden ingesteld.
>
Om de DiSEqC-functie in de controller in of uit te schakelen, houdt u de DiSEqC-knop op de controller gedurende 2
seconden ingedrukt.
De DiSEqC-functie kan alleen in de uitgangspositie van de schotelantenne worden gedeactiveerd/geactiveerd.
De DiSEqC-led op de controller geeft de huidige status aan.
DiSEqC 1.0
Nr.
Positie/optie
1
A/A
Astra 19,2° oost
Satelliet
2
A/B
Eutelsat 13,0° oost
3
B/A
Astra 23,5° oost
4
B/B
Astra 28,5° oost
DiSEqC 1.1
138
Nr.
LNB
Satelliet
1
LNB 1
Türksat 42,0° oost
2
LNB 2
Astra 28,5° oost
3
LNB 3
Astra 23,5° oost
4
LNB 4
Astra 19,2° oost
5
LNB 5
Eutelsat 13,0° oost
6
LNB 6
Eutelsat 9,0° oost
7
LNB 7
Astra 4,9° oost
DiSEqC 1.1
Nr.
LNB
Satelliet
8
LNB 8
Thor 0,8° west
9
LNB 9
Eutelsat 5,0° west
10
LNB 10
Hispasat 30,0° west
11
LNB 11
Gebruiker 1
12
LNB 12
Gebruiker 2
DE
6 Storingen verhelpen
EN
Als het apparaat niet naar behoren functioneert, controleer dan de volgende foutopties.
6.1
FR
Geen reactie bij het inschakelen van de controller
IT
1. Controleer alle aansluitingen nogmaals.
De verbinding tussen de voeding en de controller.
De verbinding tussen de controller en de antenne.
2. Controleer of het netsnoer beschadigd is.
3. Controleer de polariteit van de netaansluiting.
6.2
NL
PL
Uitrichtingsfout (zoeken naar satelliet)
1. Obstakels, zoals gebouwen of bomen, kunnen satellietsignalen blokkeren of de kwaliteit van de signaalontvangst beïnvloeden.
Zorg ervoor dat de omgeving in zuidelijke richting vrij is van obstakels.
2. Selecteer een andere satelliet, als dit werkt, selecteer dan de gewenste satelliet.
3. Zet het systeem in de uitgangspositie, schakel de controller uit en vervolgens weer in en selecteer de gewenste satelliet.
6.3
Andere oorzaken
1. Als de systeemkabels niet goed zijn aangesloten, zal het systeem niet goed functioneren. Neem in geval van kabelschade
contact op met uw plaatselijke leverancier/detailhandel.
139
6.4
Foutmeldingen
Als de Home-, Lock- en DiSEqC-leds gelijktijdig oplichten met een van de onderstaande satelliet-leds, heeft de controller een
hieronder vermelde fout herkend.
140
Satelliet-led
Storing
Turksat
Lage spanning
Astra 2
Tuner
Astra 3
AZ-motor
Astra 1
EL-motor
Hotbird
SK-motor
Eutelsat 9
AZ-motorstroom
Astra 4
EL-motorstroom
Thor
SK-motorstroom
Eutelsat 5W
EL-bereik
7 Technische gegevens
Ingangsfrequentie
10.7 ~ 12.75GHz
Polarisatie
Horizontaal/verticaal
Min EIRP
46dBW
Hoekbereik (elevatie/azimut)
0° ~ 145° / 390°
Schuin aflopend
Handmatig
Satellietomschakelingssysteem
DiSEqC 1.0/1.1
Zoektijd per satelliet
180 seconden (AVG)
LNB-uitgang
1/2
LNB-uitgangsfrequentie
950 ~ 2150MHz
FR
L.O. frequentie
9.75 / 10.6GHz
Afmetingen b x h x d (ingeklapt/klaar om te ontvangen)
67 x 17,5 x 94 cm/67 x 96,5 x 68 cm
IT
Gewicht (schotelantenne/cpl. netto)
15 kg/16,5 kg
NL
Bedrijfstemperatuur
-20°C - +60°C
Voeding
DC 12 ~ 24 V
PL
Stroomverbruik
max. 50 W (tijdens de scan)
DE
EN
141