Whirlpool AKR 011/NB de handleiding

Type
de handleiding
N C
M Y
INLEIDING
VOORDAT U DE KOOKPLAAT IN GEBRUIK NEEMT
1. Maak de kookplaat schoon.
2. Zet de elektrische kookzones aan om het beschermende vet te verwijderen ( dit geeft een
onaangename geur het is nodig de ruimte te ventileren).
DAGELIJKS GEBRUIK
1. Draai de bedieningsknop op de gewenste stand.
2. Draai de bedieningsknop op “0” om de kookzone uit te zetten.
Het is raadzaam deze gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen om meteen vertrouwd te
raken met uw nieuwe kookplaat.
60
60
N C
M Y
INHOUD NL
EIGENSCHAPPEN Bladzijden 62-63-64
ALVORENS DE KOOKPLAAT TE GEBRUIKEN Bladzijde 65
MILIEUTIPS Bladzijde 65
VOORZORG BIJ HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATEN Bladzijde 66
ALGEMENE VOORZORG EN RAAD Bladzijde 66
KOOKPLAAT MET 2 ELEKTRISCHE KOOKZONES Bladzijde 67
GLASKERAMISCH KOOKPLAAT Bladzijde 69
SCHOONMAAK EN ONDERHOUD Bladzijde 72
STORING VERHELPEN Bladzijde 73
SERVICEDIENST Bladzijde 73
INSTALLATIE Bladzijde 74
61
61
N C
M Y
EIGENSCHAPPEN
AKR 024
KOOKPLAAT MET 2 ELEKTRISCHE
KOOKZONES
- Elektrische isolatie Klasse I.
- Beveiliging tegen de oververhitting van
aangrenzende oppervlakken Type Y.
ELEKTRISCHE KOOKZONES
1. Snelle elektrische kookzone ø 145 – 1500 W
2. Snelle elektrische kookzone ø 180 – 2000 W
BEDIENINGSPANEEL
3. Bedieningsknop (1-6) voorste kookzone (1)
4. Bedieningsknop (1-6) achterste kookzone (2)
5. Controlelampje “kookzones in bedrijf”
AKR 010
KOOKPLAAT MET 2 ELEKTRISCHE
KOOKZONES
- Elektrische isolatie Klasse I.
- Bescherming Type Y tegen de oververhitting
van aangrenzende oppervlakken.
ELEKTRISCHE KOOKZONES
1. Snelle elektrische kookzone ø 145 – 1500 W
2. Snelle elektrische kookzone ø 180 – 2000 W
BEDIENINGSPANEEL
3. Bedieningsknop (1-6) voorste kookzone (1)
4. Bedieningsknop (1-6) achterste kookzone (2)
5. Controlelampje “kookzones in bedrijf”
62
62
N C
M Y
AKR 012
KOOKPLAAT MET 2 ELEKTRISCHE
KOOKZONES
- Elektrische isolatie Klasse I.
- Bescherming Type Y tegen de oververhitting
van aangrenzende oppervlakken.
ELEKTRISCHE KOOKZONES
1. Snelle elektrische kookzone ø 145 – 1500 W
2. Snelle elektrische kookzone ø 180 – 2000 W
BEDIENINGSPANEEL
3. Bedieningsknop (1-12) voorste kookzone (1)
4. Bedieningsknop (1-12) achterste kookzone (2)
5. Controlelampje “kookzones in bedrijf”
AKR 028
GLASKERAMISCHE KOOKPLAAT
- Elektrische isolatie Klasse I.
- Bescherming Type Y tegen de oververhitting
van aangrenzende oppervlakken.
KOOKZONES
1. “Quick light star” kookzone ø 145 1200 W
2. “Quick light star” kookzone ø 180 1700 W
BEDIENINGSPANEEL
3. Bedieningsknop voorste kookzone (1)
4. Bedieningsknop achterste kookzone (2)
5. Controlelampje restwarmte voorste kookzone (1)
6. Controlelampje restwarmte achterste kookzone (2)
7. Controlelampje “kookzones in bedrijf”
63
63
N C
M Y
AKR 011
GLASKERAMISCHE KOOKPLAAT
- Elektrische isolatie Klasse I.
- Bescherming Type Y tegen de oververhitting
van aangrenzende oppervlakken.
KOOKZONES
1. “Quick light star” kookzone ø 145 1200 W
2. Halogeenzone ø 180 – 1800 W
BEDIENINGSPANEEL
3. Bedieningsknop 1-6 voorste kookzone (1)
4. Bedieningsknop 1-12 achterste kookzone (2)
5. Controlelampje restwarmte voorste kookzone (1)
6. Controlelampje restwarmte achterste kookzone (2)
7. Controlelampje “kookzones in bedrijf”
AKR 014
GLASKERAMISCHE KOOKPLAAT
- Elektrische isolatie Klasse I.
- Bescherming Type Y tegen de oververhitting
van aangrenzende oppervlakken.
KOOKZONES
1. “Hilight” kookzone ø 145 1200 W
2. “Hilight” kookzone ø 180 1800 W
BEDIENINGSPANEEL
3. Bedieningsknop voorste kookzone (1)
4. Bedieningsknop achterste kookzone (2)
5. Controlelampje restwarmte voorste kookzone (1)
6. Controlelampje restwarmte achterste kookzone (2)
7. Controlelampje “kookzones in bedrijf”
64
64
N C
M Y
ALVORENS DE KOOKLPAAT TE GEBRUIKEN
x
Wij verzoeken u deze handleiding te lezen en
te bewaren voor naslag, zodat u de kookplaat
optimaal zult weten te benutten.
x
Dit toestel mag uitsluitend worden gebruikt
voor de doeleinden waar het voor gebouwd
is, ofwel voor het koken van voedsel.
Ieder ander gebruik is oneigenlijk en daarmee
gevaarlijk.
x
De fabrikant stelt zich niet aansprakelijk voor
schade die voortkomt uit het oneigenlijke,
verkeerde of onredelijke gebruik van het
toestel.
x
Probeer niet de technische eigenschappen van
het toestel te veranderen, omdat dat zeer
gevaarlijk kan zijn.
x
Bewaar het verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
piepschuim, enz.) buiten het bereik van kinderen,
omdat dat materiaal gevaarlijk kan zijn als het in
kinderhanden valt.
x
Vergewis u ervan dat de kookplaat geen
transportschade heeft opgelopen. Raadpleeg een
vakman in geval van twijfel.
x
Laat de installatie en de aansluiting op het gas en
elektra door een bevoegd vakman verrichten. De
installatie en aansluitingen moeten voldoen aan de
instructies van de fabrikant en aan de plaatselijk
geldende veiligheidsvoorschriften.
MILIEUTIPS
1. De verpakking
Het verpakkingsmateriaal is 100% recyclebaar en
wordt gescheiden ingezameld, zoals aangegeven
door het kringloopsymbool (
).
2. Het apparaat
De kookplaat is vervaardigd met recyclebaar
materiaal. Volg de plaatselijke milieureglementen op
wanneer u het afdankt. Maak de kookplaat voordat
u het afdankt onbruikbaar door de voedingskabel af
te snijden.
65
65
N C
M Y
VOORZORG BIJ HET GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATEN
Bij het gebruik van ieder elektrisch apparaat
moeten enkele grondregels in acht worden
genomen. In het bijzonder:
x
Raak het apparaat niet aan wanneer uw handen of
voeten nat of vochtig zijn
x
Gebruik het apparaat niet op blote voeten
x
Laat het apparaat niet zonder toezicht gebruiken
door kinderen of ondeskundige personen.
x
Sluit voor iedere ingreep de kookplaat af van het
elektriciteitsnet.
ALGEMENE VOORZORG EN RAAD
x
Brandgevaar!
Leg geen brandbaar materiaal op de kookplaat.
x
Zorg dat de voedingskabels van andere apparaten
niet in aanraking kunnen komen met de kookplaat.
x
Houd kinderen uit de buurt van de kookplaat
wanneer deze in bedrijf zijn.
x
Tijdens en na het koken kunnen sommige delen van
de kookplaat zeer heet zijn. Raak de hete delen niet
aan.
x
Kook het voedsel in geen geval rechtstreeks op een
kookzone, maar altijd in een pan.
Als de kookplaat een glazen
deksel heeft:
x
Sluit het deksel niet wanneer de elektrische
kookzones nog warm zijn.
x
Zet geen pannen of zware voorwerpen op het
deksel.
x
Droog het deksel voordat u het opent als er
vloeistof op is gemorst.
Verklaring van
overeenstemming
x
Deze kookplaat is bestemd om in aanraking te
komen met voedingsmiddelen en voldoet aan
Europese Richtlijn 89/109/EEG.
x
Deze kookplaat is ontworpen om uitsluitend dienst
te doen als kooktoestel. Ieder ander gebruik (bijv. als
kachel) is oneigenlijk en daarmee gevaarlijk.
x
Deze kookplaat is ontworpen, en op de markt
gebracht in overeenstemming met:
- “Laagspanning” Richtlijn 73/23/EEG en latere
wijzigingen;
- “EMC” Richtlijn 89/336/EEG en latere wijzigingen;
- Richtlijn 93/68/EEG.
66
66
N C
M Y
KOOKPLAAT MET 2 ELEKTRISCHE KOOKZONES
De elektrische kookzones gaan aan wanneer u de
bijbehorende bedieningsknop op de gewenste stand
draait.
Minder het vermogen van de kookzone zodra de
inhoud van de pan kookt.
Nadat de kookzone is uitgezet geeft deze nog 5
minuten voldoende warmte voor het koken af.
Met deze elektrische kookzones, die voorzien zijn van
een stroombegrenzer, wordt:
de gewenste temperatuur snel bereikt
het vermogen optimaal benut bij gebruik van pannen
met een platte bodem
het vermogen automatisch beperkt wanneer er een
ongeschikte pan wordt gebruikt.
AKR 024 AKR 010
De temperatuur van de elektrische kookzones wordt
geregeld door middel van een keuzeschakelaar met 7
standen.
De kookzone werkt wanneer de keuzeschakelaar op
eenstandvan1t/m6staat.Hoehogerdestandvan
de keuzeschakelaar, des te hoger de temperatuur van
de kookzone.
AKR 012
De temperatuur van de kookzones wordt geregeld
door middel van een traploze stroomregelaar met 12
werkstanden, waarbij stand 1 overeenstemt met de
laagste temperatuur en stand 12 met de hoogste.
67
67
N C
M Y
KOOKPLAAT MET 2 ELEKTRISCHE KOOKZONES
Knop
TOEPASSING VAN DE
knop
1-6 STANDEN 1-12
1-2 1-2
voor het smelten (boter,
chocola).
2 2-3-4
voor het warm houden van
voedsel en het opwarmen van
een kleine hoeveelheid
vloeistof.
3 4-5-6
voor het verwarmen van een
grotere hoeveelheid vloeistof
en het opkloppen van sauzen
en cre`mes.
3-4 6-7
langzaam koken, bijv.
stoofschotel, spaghetti,
soep en het klaarstomen van
gebraad.
47-8
voorhetbakkeninhet
algemeen, karbonades, biefstuk,
koken zonder deksel, bijv. rijst.
4-5 8-9-10
vlees, vis en frites bakken en
een grote hoeveelheid water
aan de kook brengen.
6 11-12
snel bakken, bijv. biefstuk.
DE ELEKTRISCHE KOOKZONES
CORRECT GEBRUIKEN
Houd u aan de volgende regels:
laat de kookzones nooit werken zonder pan erop.
zorg dat u geen vloeistof op de kookzones morst
wanneer deze warm zijn.
gebruik alleen pannen met een platte bodem
(elektrisch type).
kook met het deksel op de pan wanneer dat
mogelijk is, om energie te sparen.
gebruik alleen pannen die even groot is als de
kookzone, of iets groter.
Er brandt een controlelampje op het bedieningspaneel
wanneer de kookzones in bedrijf zijn.
LET OP
De kookplaat wordt heet wanneer de
elektrische kookzones in bedrijf zijn.
Houd kinderen op afstand.
68
68
N C
M Y
GLASKERAMISCHE KOOKPLAAT
Het glaskeramische oppervlak van de kookplaat geleidt
warmte zeer goed in de verticale richting, waardoor de
warmte van de elementen onder het oppervlak snel
wordt overgedragen aan de pannen die op de
kookzones staan.
De warmte verspreidt zich daarentegen vrijwel niet in
de horizontale richting, waardoor het glaskeramische
oppervlak op een paar centimeter afstand van de
kookzones “koud” blijft.
De omtrek van de twee kookzones is aangegeven door
de twee cirkels op het oppervlak.
Controleer of de kookplaat schoon is voordat u hem
aan zet.
LET OP
De kookplaat wordt heet wanneer de
kookzones in bedrijf zijn.
Houd kinderen op afstand.
Knop
TOEPASSING VAN
knop
1-6 DE STANDEN 1-12
1-2 1-2
voor het smelten (boter,
chocola).
22-3-4
voor het warm houden van
voedsel en het opwarmen van
een kleine hoeveelheid
vloeistof.
34-5-6
voor het verwarmen van een
grotere hoeveelheid vloeistof
en het opkloppen van sauzen
en cre`mes.
3-4 6-7
langzaam koken. bijv.:
stoofschotel, spaghetti, soep en
het klaarstomen van gebraad.
47-8
voorhetbakkeninhet
algemeen, karbonades, biefstuk,
koken zonder deksel, bijv. rijst.
4-5 8-9-10
vlees, vis en frites bakken en
een grote hoeveelheid water
aan de kook brengen.
6 11-12
snel bakken, bijv. biefstuk.
AKR 028
“Quick light star” KOOKZONES
Dittypekookzonewordtverwarmddoor3elektrische
elementen die samen of afzonderlijk werken,
afhankelijk van de stand van de keuzeschakelaar met 7
standen.
Deze kookzone bereikt de werktemperatuur in korte
tijd.
Hieronder zijn de 3 mogelijke combinaties waarin de
verwarmingselementen kunnen werken afgebeeld.
69
69
N C
M Y
GLASKERAMISCHE KOOKPLAAT
AKR 011
“Quick light star” KOOKZONE
Dittypekookzonewordtverwarmddoor3elektrische
elementen die samen of afzonderlijk werken,
afhankelijk van de stand van de keuzeschakelaar met 7
standen.
Deze kookzone bereikt de werktemperatuur in korte
tijd.
Hieronder zijn de 3 mogelijke combinaties waarin de
verwarmingselementen kunnen werken afgebeeld.
HALOGEENZONE
Deze kookzone wordt verwarmd door 2
halogeenlampen en een elektrische element.
De werktemperatuur wordt vrijwel onmiddellijk bereikt.
Deze kookzone wordt bediend door een traploze
stroomregelaar met 12 werkstanden, genummerd van
1 (laagste temperatuur) tot 12 (hoogste temperatuur).
Pas op voor uw ogen: Staar niet in het licht van de
halogeenlampen.
AKR 014
“HILIGHT” KOOKZONES
Het verwarmingselement is een spoel die de
werktemperatuur in zeer korte tijd bereikt.
Het vermogen van de kookzone wordt geregeld d.m.v.
een traploze stroomregelaar met een schaalverdeling
van 0 tot 12, waarbij stand 1 overeenstemt met de
laagste temperatuur en 12 met de hoogste.
70
70
N C
M Y
GLASKERAMISCHE KOOKPLAAT
AKR 028 AKR 011 AKR 014
CONTROLELAMPJES RESTWARMTE
Wanneer de kookzone warmer dan 60
o
Cis,danbrandt
het bijbehorende controlelampje om te waarschuwen
dat de zone nog warm is.
Dit controlelampje blijft nog enige tijd branden nadat
de kookzone is uitgezet om te signaleren dat de
kookzone nog warm is.
De kookzones blijven, nadat deze zijn uitgezet, nog
geruime tijd warm.
Raak de kookzones niet aan wanneer deze nog warm
zijn en zorg ervoor dat ook kinderen er niet aan
komen.
Het controlelampje dooft automatisch wanneer de
temperatuur van de kookzone onder 60
o
C is gedaald.
RAAD VOOR HET CORRECT EN SNEL
KOKEN:
Om de kooktijd te beperken kunt u de
bedieningsknop op de hoogste stand draaien
wanneer u de kookzone aan zet. Draai de
bedieningsknop na korte tijd terug naar de
gewenste stand voor het koken.
Gebruik pannen met een platte bodem.
Om de warmte van de kookzone optimaal te
benutten is het raadzaam pannen te gebruiken met
een bodem die even groot is als de kookzone, of
iets groter.
U kunt de kookzone een paar minuten voor het
einde van het koken uitzetten, omdat de kookzone
nog tamelijk lang warm blijft.
Zodoende wordt het koken voltooid met de
restwarmte van de kookzone.
RAAD VOOR HET VEILIG GEBRUIK
VAN DE KOOKPLAAT
Controleer welke knop de gekozen kookzone
bedient voordat u aan de knoppen draait. Het is
raadzaam de pan op de kookzone te zetten voordat
u deze aan zet, en de pan te verwijderen wanneer
het koken klaar is.
Gebruik pannen met een platte, gladde bodem.
Gebruik geen pannen van gietijzer. Een oneffen of
ruwe bodem kan de glaskeramische plaat
bekrassen.
Controleer of de bodem van de pan schoon en
droog is.
Gebruik geen pannen met een steel die zo lang is
dat deze over de rand van de kookplaat uitsteekt,
om te voorkomen dat de pan per ongeluk wordt
omgestoten. Met deze voorzorg is de pan ook
moeilijker te bereiken voor kinderen.
Buig u niet over de kookplaat wanneer de
kookzones in bedrijf zijn.
Leg geen voorwerpen op het oppervlak van
glaskeramiek, glas of ander breekbaar materiaal.
Laat geen zware of scherpe voorwerpen op de
keramische kookplaat vallen. Neem de stekker uit
het stopcontact als het keramische oppervlak
beschadigd is en stel u in verbinding met de
servicedienst.
Leg geen aluminiumfolie of plastic voorwerpen op
de kookzones wanneer deze warm zijn.
Denk erom dat de kookzones tamelijk lang (ca. 30
minuten) warm blijven nadat deze zijn uitgezet.
Volg de schoonmaakinstructies nauwgezet op.
Staar niet in het licht van de halogeenzone (indien
aanwezig).
Neem de stekker van het komfoor uit het
stopcontact als het keramische oppervlak
beschadigd is en stel u in verbinding met de
servicedienst.
Kras het keramische oppervlak niet met
scherpe voorwerpen Gebruik het keramische
oppervlak niet als werkblad of bergplaats.
71
71
N C
M Y
SCHOONMAAK EN ONDERHOUD
DE KOOKPLAAT EN HET
BEDIENINGSPANEEL SCHOONMAKEN
x
Neem de stekker van de kookplaat uit het
stopcontact of schakel de elektrische voeding uit en
wacht totdat de kookplaat is afgekoeld voordat u
begint met het schoonmaken.
x
Gebruik een doek met warm water met een
vloeibaar afwasmiddel.
x
Gebruik geen schurende, bijtende of
chloorhoudende producten en geen metalen
schoonmaakgereedschap.
x
Laat gemorste zure of basische stoffen (azijn, zout,
citroenzuur, enz.) niet op het komfoor drogen, maar
verwijder deze meteen.
GEGLAZUURDE DELEN
x
Maak de geglazuurde delen schoon met een spons
en zeepwater of andere niet-schurende producten.
Afdrogen met een zachte doek. Het glazuur kan dof
worden door langdurige aanraking met stoffen als
citroenzuur, tomatenconserven, azijn, enz.
ROESTVASTSTALEN DELEN
x
Schoonmaken met de speciale producten die in de
handel verkrijgbaar zijn.
Let op: als de kookplaat ononderbroken wordt
gebruikt, dan kan het oppervlak rondom de elektrische
kookzones verkleuren door de hoge temperatuur.
ELEKTRISCHE KOOKZONES
x
Maak deze schoon wanneer zij nog lauw zijn.
x
Schoonmaken met een doek gedrenkt in zout water
en afwerken met een doek gedrenkt in olie.
x
Gebruik geen water om roestworming te
voorkomen.
HET GLASKERAMISCHE OPPERVLAK
SCHOONMAKEN
Vergewis u ervan dat de kookplaat uit staat
voordat u met het schoonmaken begint.
Verwijder aangekoekt vuil met een speciaal – in de
handel verkrijgbaar – krabbertje.
Neem stof af met een vochtige doek.
Het gebruik van schoonmaakmiddelen is toegestaan,
op voorwaarde dat deze geen bijtende of schurende
werking hebben.
Verwijder het schoonmaakmiddel altijd grondig met
een vochtige doek.
Houd alle voorwerpen die kunnen smelten uit de buurt
van de kookplaat: plastic voorwerpen, aluminiumfolie,
suiker of suikerhoudende producten.
Mocht er een voorwerp op de kookplaat zijn
gesmolten, verwijder dan het materiaal meteen
(wanneer de kookplaat nog warm is) met een speciaal
krabbertje om te voorkomen dat het glaskeramische
oppervlak blijvende schade oploopt.
Gebruik nooit een mes of andere scherpe voorwerpen,
omdat deze het oppervlak kunnen beschadigen.
Gebruik ook geen metaalsponzen of ander metalen
gereedschap, omdat deze het glaskeramische
oppervlak onherstelbaar kunnen krassen.
Gebruik geen stoomreiniger, omdat deze
condens aan de binnenkant van het komfoor
kan veroorzaken, hetgeen het kooktoestel
onveilig maakt.
72
72
N C
M Y
STORING VERHELPEN
De elektrische of glaskeramische kookzones werken
niet.
Controleer het volgende:
x
Is de bijbehorende bedieningsknop op het
gewenste vermogen is gedraaid?
x
Is de stroom uitgevallen?
SERVICEDIENST
Voordat u de servicedienst te hulp roept:
1. Controleer of u zelf de storing kunt verhelpen (zie
“Storing verhelpen”).
2. Zet de kookplaat nogmaals aan om te controleren
of de storing is verdwenen.
3. Zoniet, stel u dan in verbinding met de servicedienst.
Verstrek de volgende inlichtingen:
x
aard van de storing
x
model van het toestel
x
het servicenummer (de cijferreeks na het woord
SERVICE, te vinden op het typeplaatje aan de
onderkant van het komfoor, op het garantiebewijs
en in deze handleiding.
x
uw volledige adres
x
uw telefoonnummer
x
de tijden waarin u bereikbaar bent
73
73
N C
M Y
INSTALLATIE
Aanwijzingen voor de installateur
De installatie van de kookplaat moet door een
bevoegd installateur verricht worden en voldoen aan
de instructies van de fabrikant en aan de plaatselijk
geldende voorschriften.
Bij de inbouw van de kooplaat in een meubel moet
aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
de afstand tussen de onderkant van de kookplaat
en de bovenkant van een apparaat of de hoogste
plank in het meubel moet minstens 30 mm
bedragen.
de afstand tussen de kookplaat en een wand (muur,
kast) aan de zijkant die hoger is dan de kookplaat,
moet minstens 50 mm bedragen.
de afstand tussen de kookplaat en de achterwand
moet minstens 50 mm bedragen.
als de kookplaat onder een hangkast of afzuigkap
wordt geo`nstalleerd, dan moet de afstand tussen de
kookplaat en de kast of afzuigkap minstens 650
mm bedragen.
de wanden van de meubels en apparaten die naast
de kookplaat staan moeten bestand zijn tegen hitte
(beschermingsklasse “Y volgens de norm
EN 60335-2 6).
Installeer de kookplaat niet in de buurt van
brandbaar materiaal (bijv. gordijnen).
74
74
N C
M Y
INSTALLATIE
AKR 024 AKR 010 AKR 012
Verwijder het eventueel aanwezige plasticfolie voordat
u de kookplaat installeert.
Deze kookplaat kan worden ingebouwd in een
werkblad met een dikte van 20 eˆ 40 mm en een
diepte van 600 mm.
Om de kookplaat in te bouwen moet er een opening
inhetwerkbladvanhetmeubelwordengemaakt.De
afmetingen van de opening zijn aangegeven in
onderstaande afbeeldingen. Bovendien moeten de
instructies in het hoofdstuk “Aanwijzingen voor de
installateur” worden opgevolgd.
AKR 028 AKR 011 AKR 014
Verwijder het eventueel aanwezige plasticfolie voordat
u de kookplaat installeert.
Deze kookplaat kan worden ingebouwd in een
werkblad met een dikte van 30 eˆ 40 mm en een
diepte van 600 mm.
Om de kookplaat in te bouwen moet er een opening
inhetwerkbladvanhetmeubelwordengemaakt.De
afmetingen van de opening zijn aangegeven in
onderstaande afbeeldingen. Bovendien moeten de
instructies in het hoofdstuk “Aanwijzingen voor de
installateur” worden opgevolgd.
75
75
N C
M Y
INSTALLATIE
DE KOOKPLAAT BEVESTIGEN
Bij de kookplaat zijn beugels en schroeven voor de
bevestiging aan een werkblad meegeleverd.
Maak een opening in het werkblad (zie de
afbeelding op de vorige bladzijde).
− Leg de pakking “D” precies langs de omtrek van de
opening in het werkblad.
− keer de kookplaat om en bevestig de beugels “A” in
de speciale uitsparingen met de schroeven “B” (draai
deze nog niet vast). Let erop dat u de beugels
monteert zoals afgebeeld in de tekeningen
hiernaast. Draai de beugels zodat de kookplaat in
hetwerkbladkanwordengezet.
Leg de kookplaat in de opening.
− Zet de beugels “A” goed; het uiteinde “C” van de
beugels moet in de daarvoor bestemde gaten
steken.
− Draai de schroeven “B” aan, zodat de kookplaat
goed vast zit.
− Snijd de uitspringende rand van de pakking “D” af
met een scherp mes.
AKR 024 AKR 010 AKR 012
20 mm min.
40 mm max.
AB
C D
AKR 028 AKR 011 AKR 014
30 mm min.
40 mm max.
B A
C D
A
A
A
A
76
76
N C
M Y
INSTALLATIE
ELEKTRISCHE AANSLUITING
BELANGRIJK: De installatie moet voldoen aan de
instructies van de fabrikant.
Een foute installatie kan schade aan personen,
dieren en zaken ten gevolge hebben waarvoor de
fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
De aansluiting op het elektra moet door een
bevoegd installateur worden verricht en voldoen aan
de plaatselijk geldende voorschriften.
Voordat het toestel wordt aangesloten moet er
gecontroleerd worden of de netspanning
overeenstemt met de spanning die is vermeld op
het typeplaatje en of de elektrische voorziening de
aansluitwaarde van het toestel – ook deze is
vermeld op het typeplaatje – kan verdragen.
Monteer een stekker die voldoet aan de
veiligheidsnormen en die geschikt is voor het
vermogen dat het apparaat opneemt.
De stekker moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact dat voldoet aan de
veiligheidsnormen.
De voedingskabel kan ook vast op het
elektriciteitsnet worden aangesloten. In dat geval
moet er een lijnschakelaar met een contactopening
van minstens 3 mm worden gemonteerd tussen het
toestel en het elektriciteitsnet.
De voedingskabel moet zo worden gelegd dat deze
niet in aanraking kan komen met hete delen van de
kookplaat en dat geen deel van de kabel warmer
dan 75
o
Ckanworden.
De kookplaat moet zo geo`nstalleerd worden dat
het stopcontact of de lijnschakelaar altijd
toegankelijk zijn.
De kookplaat moet afzonderlijk worden gevoed;
eventuele apparaten in de buurt van de kookplaat
moeten apart worden gevoed.
N.B. Gebruik geen adapters, transformators en
aftakdozen, omdat deze schade aan de elektrische
onderdelen van de kookplaat kunnen veroorzaken.
Als het voor de installatie van de kookplaat nodig is de
elektrische voorziening in uw woning te veranderen of
als de stekker van de kookplaat niet in het stopcontact
past, dan moet u de nodige aanpassingen door een
bevoegd vakman laten maken. Deze moet tevens
controleren of de doorsnede van de bedrading van het
stopcontact groot genoeg is voor het vermogen dat
het komfoor opneemt.
Het is verplicht dit apparaat te aarden.
De fabrikant stelt zich niet verantwoordelijk
voor schade die te wijten is aan het niet
nakomen van deze verplichting.
77
77
N C
M Y
INSTALLATIE
REPARATIES
De voedingskabel vervangen
Keer de kookplaat om en maak het deksel van de
contactdoos los door een schroevendraaier tussen de
twee klemmen “A” te steken.
Open de kabelklem door schroef “F” los te draaien,
draai de schroeven van de contacten los en verwijder
de kabel.
De nieuwe kabel, van een geschikt type en met
voldoende doorsnede, moet overeenkomstig
onderstaande schema’s worden aangesloten op de
contacten.
DOORSNEDE VAN DE
VOEDINGSKABEL EN
AANSLUITINGSSCHEMA
Gebruik een kabel type H05RR-F.
De diameter van de voedingskabel mag in geen geval
meer dan 9 mm bedragen.
AKR 024, AKR 010
220/230 V
Ù
50/60 Hz 3 x 1,5 mm
2
AKR 028, AKR 011, AKR 012, AKR 014
230 V
Ù
50/60 Hz 3 x 1,5 mm
2
A
F
78
78
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19

Whirlpool AKR 011/NB de handleiding

Type
de handleiding