Kasco 4400EJ, 8400EJ, 3.1EJ 2.3E(H)J, 3.3E(H)J, 5.3E(H)J – 50hz J Series Fountain de handleiding

Type
de handleiding
Rev. 11/19/20
Kasco Marine, Inc.
800 Deere Rd.
Prescott, WI 54021
U.S.A.
PH 00+1+715+262+4488
FAX 00+1+715+262+4487
www.kascomarine.com
Gebruikershandleiding
50 Hz-fonteinen
4400EJ, 8400EJ, 3.1EJ
2.3E(H)J, 3.3E(H)J, 5.3E(H)J
Inhoudsopgave
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen . . . . . .pg2
Algemene beschrijving van de apparatuur en de werking er van . . . . . .pg2
Bedoeld gebruik en gebruiksbeperkingen . . . . . .pg2
Installatievereisten: . . . . . .pg3
Specicaties van de units . . . . . .pg3
Vereisten voor gebruik: . . . . . .pg3
Installatie van de ‘Quick disconnect’-aansluiting . . . . . .pg4
Maten van draad en wartels . . . . . .pg6
Onderdelen . . . . . .pg7
Montage-instructie . . . . . .pg8
Opties voor fonteinpatroon . . . . . .pg10
Sproeier Montage-instructie . . . . . .pg11
Opstartprocedure 3-fasige units . . . . . .pg12
Installatieinstructies . . . . . .pg13
Aanbevolen onderhoud . . . . . .pg14
Tips voor het oplossen van problemen . . . . . .pg15
2
LET OP
KENNISGEVING (OPMERKING)
Deze internationale veiligheidssymbolen worden overal in deze handleiding gebruikt om de eigenaar attent te maken op belangrijke
veiligheidsinformatie en kennisgevingen in verband met het veilige en doeltreende gebruik van de apparatuur.
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
LET OP
Personen mogen zich NOOIT in het water bevinden terwijl de elektrische apparatuur aangesloten en/of in werking is. Het
is NOOIT verstandig om het water in te gaan terwijl de apparatuur in werking is.
Ga altijd uiterst voorzichtig te werk tijdens het hanteren van elektrische apparatuur met bewegende onderdelen.
Laat de unit NOOIT buiten het water draaien. Hierdoor worden de afdichtingen beschadigd en wordt een gevaarlijke
situatie geschapen voor de operator.
Wees uiterst voorzichtig in de buurt van water, vooral koud water, bijv. in de lente, herfst en winter, wat op zich al een
gevaarlijke situatie is.
De unit mag NOOIT aan het stroom- of lichtsnoer worden opgetild of voortgetrokken. Als u de unit naar de zijkant van
de vijver moet trekken, gebruik hiervoor dan de verankeringskabels.
Gebruik nooit lieslaarzen in vijvers of meren die diep zijn, plotseling aanzienlijk dieper worden of een sterk hellende
bodem hebben of een bodem die uit zacht materiaal bestaat.
Gebruik tijdens de installatie van uw fontein nooit een boot die gemakkelijk kan omslaan (zoals een kano) en volg alle
regels en voorschriften voor veiligheid op het water, inclusief het dragen van een reddingsvest (‘Personal Flotation Device’
of ‘PFD’).
De unit wordt geleverd met een interne aardleiding. Om het risico van elektrische schokken te verminderen, dient u
ervoor te zorgen dat de unit op een goedgekeurde stroomketen met aardlekschakelaar (verliesstroomautomaat) wordt
aangesloten.
Bij de installatie moet een 3-fasige motorbesturing (starter) van de juiste grootte met beveiliging tegen overbelasting en
kortsluiting beschikbaar zijn.
Bij 3-fasige beluchters (2.3, 3.3, 5.3) is na de bedrading een opstarttest nodig ter controle van de juiste draairichting van
de rotor. Als de rotor de verkeerde kant op draait, werkt de unit niet naar behoren, wat tot interne schade kan leiden (zie
Opstartprocedure 3-fasige units).
De vaste bedrading moet voorzien zijn van een ontkoppelingssysteem, dat aan zowel de plaatselijke als de nationale
bedradingsvoorschriften voldoet; dit om onbedoeld opstarten te voorkomen.
Raadpleeg een bevoegd elektricien voor de elektrische installatie.
Algemene beschrijving van de apparatuur en de werking er van
Fontein/decoratieve beluchter
Elektrisch aangedreven onderwaterpomp om de waterkwaliteit te verbeteren door het water in beweging te brengen en te beluchten in
een decoratieve omgeving.
Bedoeld gebruik en gebruiksbeperkingen
Kasco-apparatuur is enkel bedoeld voor speciek gebruik zoals vermeld in deze gebruikershandleiding. Opzettelijk verkeerd gebruik
kan leiden tot lichamelijk letsel, beschadiging van het product en van voorwerpen in de onmiddellijke omgeving.
Bedoeld gebruik kan bijvoorbeeld zijn:
Fonteinen/decoratieve beluchters: Voor beluchting en een decoratieve weergave van vijvers, meren en soortgelijke watermassa’s.
Fonteinen en decoratieve beluchters zijn uitgerust met extra bewaking om accidenteel contact tijdens werking te vermijden.
Installatie, aanpassing, onderhoud en verwijdering van deze apparatuur dient enkel te gebeuren door ervaren onderhoudspersoneel of
speciaal daarvoor opgeleide personen. Als u niet zeker weet hoe een Kasco-product te installeren of te bedienen, neemt u contact op
met uw plaatselijke verdeler, met een elektricien of met de Kasco-klantenservice op www.kascomarine.com voor hulp.
3
Installatievereisten:
Vóór installatie en gebruik, dient u alle instructies en veiligheidswaarschuwingen gelezen en begrepen te hebben.
De apparatuur dient geïnstalleerd te worden zoals vereist door de instructies.
Deze apparatuur mag enkel gebruikt worden voor het doel waarvoor ze is bestemd en er geen bijkomende omstandigheden
optreden die risico’s kunnen inhouden bij de installatie er van.
Mag enkel geïnstalleerd en bediend worden door een volwassen persoon. Niet geschikt voor gebruik door kinderen.
Mag nooit geïnstalleerd worden in zones waar zwemmen toegelaten is of waar personen in het water kunnen komen.
Mag nooit gebruikt worden in een zwembad.
Deze apparatuur mag niet gebruikt worden voor verwijdering van wier of sedimenten of voor baggerwerken.
Alle lokale en nationale richtlijnen inzake elektrische bedrading voor het elektrisch circuit dat deze apparatuur voedt, dienen
opgevolgd te worden. Het niet naleven hiervan kan leiden tot lichamelijk letsel.
Alle apparatuur moet gevoed worden door middel van een door een RCD (residual current device) (aardlekschakelaar) of GFCI
(ground fault circuit interrupter) (verliesstroomautomaat) beveiligd circuit.
Aan montage- of bewakingscomponenten die bij deze apparatuur werden meegeleverd mogen geen wijzigingen aangebracht
worden. Alle met een unit meegeleverde beveiligingscomponenten moeten geïnstalleerd worden.
Deze apparatuur is bedoeld om te functioneren zonder tussenkomst van personeel. Mag nooit tijdens werking gemanipuleerd,
verplaatst, onderhouden of aangepast worden. Dit kan leiden tot beschadiging of lichamelijk letsel.
Iedereen moet op de installatie gewezen worden en er voor gewaarschuwd worden zodat de apparatuur niet verkeerd gebruikt
wordt.
Deze apparatuur mag enkel in water gebruikt worden. De apparatuur mag enkel zonder water gebruikt worden om fouten
op te sporen en te verhelpen en tijdens het initiële opstarten van de apparatuur. De instructies verschaen gedetailleerde
waarschuwingen en instructies voor dergelijke werken en mogen enkel door daarvoor opgeleide personen uitgevoerd worden.
Specificaties van de units
Model Voltage Bedrijfs-stroom-sterkte Initiële
aanloopstroom
4400EJ 208-240 6.5@220V 20@220V
8400EJ 208-240 9,5@220V 40@220V
3.1EJ 208-240 13,2@220V 60@220V
2.3EJ 190 6.4 41
3.3EJ 190 10 69
5.3EJ 190 15.2 98
2.3EHJ 380 3.3 21
3.3EHJ 380 5 34
5.3EHJ 380 7.7 49
Vereisten voor gebruik:
Het elektrisch circuit moet in staat zijn om voldoende spanning en stroomsterkte voor de unit te leveren. Deze classicaties zijn
vermeld in de bovenstaande tabel (unit specs). Dit circuit moet eveneens een ontkoppelingsmiddel en kortsluitbeveiliging omvatten.
4
Installatie van de ‘Quick disconnect’-aansluiting
Belangrijk – vóór de installatie aandachtig lezen
Alvorens met de installatie van de connector te beginnen, dient u deze instructies aandachtig te lezen en te begrijpen, zodat u het
connectorsysteem volledig waterdicht en elektrisch veilig kunt installeren. IN GEVAL VAN TWIJFEL DIENT U EEN BEVOEGD
ELEKTRICIEN TE RAADPLEGEN.
De contrastekker (het vrouwelijke deel) van de connector hoort rechtstreeks op de stroomvoorziening aangesloten te zijn. De stekker
(het mannelijke deel) van de connector hoort aan het te voeden apparaat vast te zitten. 50 Hz-units worden af fabriek geleverd met de
stekker (het mannelijke deel) van de connector geïnstalleerd. Een goede afdichting is alleen mogelijk als er gladde, ronde kabel wordt
gebruikt.
Opmerking:
Witte wartel voor buitendiameter van 9-11 mm
Gele wartel voor buitendiameter van 13-15 mm
Instructies voor samenstelling/bedrading
Verwijder de contrastekker uit de behuizing van de connector. In het midden van de contrastekker zit een sleuf voor een platte
schroevendraaier.
Opmerking: de stekker en de contrastekker hebben LINKS SCHROEFDRAAD; dus RECHTSOM draaien om te verwijderen.
STAP 2
Haal de wartelmoer en de wartel uit de achterkant van de
behuizing en breng deze (de wartelmoer en de wartel) op de
kabel aan. Het trapvormige uiteinde van de wartel moet naar de
wartelmoer gericht zijn (zie afbeelding).
STAP 3
Maak de kabel klaar door de draaduiteinden te strippen zoals
afgebeeld.
STAP 4
Steek de gestripte draaduiteinden in de contacten achterop de contrastekker en draai de schroeven volledig aan (zie afbeelding voor de
juiste plaatsing van de draden).
Stekker van de connector (af fabriek geïnstalleerd op het
korte snoer)
Stekker Behuizing
Wartel Wartelmoer
Contrastekker (door gebruiker geïnstalleerd)
Contrastekker Behuizing
Wartel Wartelmoer
Trapvormig uiteinde
Strippen van de draden Strippen van de draden
5
Trek nadat u de draden juist hebt aangesloten, de kabel met de contrastekker erop weer in de behuizing en zet de contrastekker met een
schroevendraaier stevig vast.
Opmerking: LINKS SCHROEFDRAAD; draai de contrastekker dus LINKSOM vast.
STAP 5
Maak de bijgeleverde harsset klaar door het dopje van het
harsbuisje te verwijderen en het tuitje op het buisje aan te
brengen. Draai het tuitje vervolgens totdat het vastklikt.
Druk alvorens de hars op de ‘Quick disconnect’-aansluiting aan
te brengen, de plunjer gelijkmatig voldoende in om een kleine
hoeveelheid hars te spuiten; dit is nodig om de uit 2 componenten
bestaande epoxyhars naar behoren te mengen. Breng
vervolgens voldoende hars in de behuizing aan om de draden
en de contacten te bedekken. De hars moet ongeveer 3 mm van
de kabelmantel bedekken. Opmerking: als er teveel hars wordt
aangebracht, kan het overschot in de contrastekker worden
geperst, waardoor de stekker er niet goed in zou passen.
STAP 6
Schuif de wartel en de wartelmoer langs de kabel in de
behuizing en draai de wartelmoer stevig vast. Hiervoor is het
niet nodig de epoxyhars eerst te laten drogen.
STAP 7
Wanneer deze helft van het ontkoppelingssysteem klaar is, kunnen de twee helften op elkaar worden
aangesloten. Steek de stekker in de contrastekker en draai de grote blauwe moer stevig vast. De blauwe
moer moet met de hand worden vastgedraaid. Zie de onderstaande afbeelding.
Als dit bij verwijdering aan het einde van het seizoen gewenst is, kan de ‘Quick disconnect’-aansluiting
worden beschermd met de bijgeleverde waterdichte afdekking.
Maak hiervoor de ‘Quick disconnect’-aansluiting los en breng de
afdekking in de helft met de grote blauwe moer aan. Draai deze
vervolgens stevig vast.
Trekontlasting
De trekontlasting is nodig om de ‘Quick disconnect’-aansluiting
te beschermen tegen beschadiging door overmatige trekkracht.
De trekontlasting moet op het door de gebruiker verzorgde snoer
worden geïnstalleerd (niet op het door Kasco geleverde korte
snoer met de stekker). De trekontlasting moet ongeveer 15 cm
van de ‘Quick disconnect’-aansluiting worden gemonteerd. Steek
hiervoor het smalle uiteinde van de lange klem met de ketting
eraan in het brede uiteinde van de korte klem. Gebruik een rubberen hamer om deze twee stukken stevig aan elkaar te bevestigen.
Het geheel kan met een nylon kabelbinder aan het snoer worden bevestigd. Vervolgens kan de ketting aan het drijichaam worden
bevestigd.
Bedrading enkelfasige units:
Afbeelding 5:
Aansluitingen van de draden
Bruine draad -- contact L
Blauwe draad -- contact N
Groen/gele draad -- contact E
Bedrading 3-fasige units:
Afbeelding 6:
Aansluitingen van de draden
Bruine draad -- contact 1
Zwarte draad -- contact 2
Grijze draad -- contact 3
Groen/gele draad -- contact E
Plunjer Buisje met hars Tuitje
Opengewerkte
afbeelding van het
vrouwelijke gedeelte van
de ‘Quick disconnect’-
aansluiting met
kleurloze hars. Let op de
hoeveelheid hars op de
kabelmantel.
Opmerking: nadat de blauwe moer is vastgedraaid,
is er hier een kleine ruimte zichtbaar
6
Maten van draad en wartels
De onderstaande tabel toont de wartels die met verschillende snoermaten moeten worden gebruikt. Deze maten zijn gebaseerd op de
buitendiameter van het snoer. Alleen glad, rond snoer moet worden gebruikt.
Tabel met maten voor de Kasco 50 Hz-’Quick disconnect’-aansluiting:
Wartel Buitendiameter snoer
Grijs 7-9mm
Wit 9-11mm
Zwart 11-13mm
Geel 13-15mm
Tabel draaddikten Kasco 50 Hz-apparatuur
Model Snoerlengte
10m 30m 60m 90m
4400EJ 1,5mm21,5mm22,5mm24mm2
8400EJ 1,5mm22,5mm24mm26mm2
3.1EJ 1,5mm22,5mm26mm26mm2
2.3EJ 2.5mm22.5mm22.5mm24mm2
3.3EJ 2.5mm22.5mm24mm26mm2
5.3EJ 2.5mm24mm26mm26mm2
2.3EHJ 2.5mm22.5mm22.5mm22.5mm2
3.3EHJ 2.5mm22.5mm22.5mm22.5mm2
5.3EHJ 2.5mm22.5mm22.5mm22.5mm2
7
1
2
3
4
11
6
5
8
7
10
9
5.3EJ only
onderdeel
7
onderdeel
4
onderdeel
8
4400EJ 284102 284101
8400EJ 284102 284101
3.1EJ 284103 284101
2.3EJ 284102 284101
3.3EJ 284103 284101
5.3EJ 284105 990162
2.3EHJ 284102 284101
3.3EHJ 284103 284101
5.3EHJ 284105 990162
# Omschrijving Qty onderdeel #
1 3/8-16 x 3”
Cilinderkopschroef met
kruisko
3 820093
2 3/8” Splitringen van 3 566230
3 3/8 x 1.25” OD Vlakke
sluitring
3 840325
4 vlotter, Een stukje 1 onderstaande
tabel
5 verwisselbare sproeiers 5 zie sproeiers
gedeelte
6 oring voor sproeiers 1 841217
7 Fontein/beluchter, mode 1 onderstaande
tabel
8 Onderste scherm 1 onderstaande
tabel
9haak voor Onderste scherm
(5.3EJ only)
3 223240
10 3/8”-16 x 1/2”
Cilinderkopschroef met
kruisko
3 820092
11 7/16 & 9/16 moersleutel 1 284139
12 Touw, 50ft (niet laten zien) 3 990700
13 kabelbinder (niet laten
zien)
4 415038
14 diëlektrisch vet (niet laten
zien)
1 341300
15 5.3EJ 1/4” mesh-
scherm(niet laten zien)
1 990175
16 5.3EJ 3/4” mesh-
scherm(niet laten zien)
1 990170
Onderdelen
5.3EJ alleen
8
1
2
4
7
3
10
11
1
2
3
Speciaal netsnoerkanaal
Lijn uit met koord
Montage-instructie
Lijn sleuven uit met gaten
met schroefdraad
laat kloof
9
5
4
8
5.3EJ
9
draai 3 schroeven vast
draai
stroomdraad
met trekontlasting zonder trekontlasting
of
kabelbinder voor mesh-scherm
- 5.3EJ
10
Linden
Balsam Birch
Spruce Redwood
Palm
Magnolia
Mahogany
Madrone
Mighty Oak
56 mm
4
23
1
4400EJ
66 mm
8400EJ
2.3EJ
2.3EHJ
3.1EJ
81 mm
3.3EJ
5.3EJ
3.3EHJ
5.3EHJ
5
6
Opties voor fonteinpatroon
inbegrepen
Apart verkocht
sproeier onderdeel Model Hoogte (m) Breedte (m)
Balsam 1 en 2
4400 3.4 7.3
8400 / 2.3 4.9 9.4
3.1 / 3.3 3.8 7.9
5.3 4.7 9.4
Linden 1 en 3
4400 3.4 9.4
8400 / 2.3 5.2 10.7
3.1 / 3.3 5.5 11.9
5.3 6.2 12.2
Birch 4
4400 2.3 2.4
8400 / 2.3 3.5 3
3.1 / 3.3 4.9 2.7
5.3 5.8 3
Spruce 5
4400 4.7 2.1
8400 / 2.3 6.6 2.7
3.1 / 3.3 7 2.7
5.3 7.9 2.7
Redwood 5 en 6
4400 4.9 1.5
8400 / 2.3 6.9 1.8
3.1 / 3.3 7.2 1.8
5.3 8.1 1.8
vooraf geïnstalleerd
sproeier onderdeel Model Hoogte (m) Breedte (m)
Palm 841320K
4400 2.6 6.1
8400 / 2.3 3.8 8.5
3.1 / 3.3 4.7 10.1
5.3 5.1 10.4
Magnolia 841325K
4400 2.9 10.1
8400 / 2.3 4.4 15.2
3.1 / 3.3 5.3 17.1
5.3 6.2 22.6
Mighty
Oak 841335K
4400 3.4 10.4
8400 / 2.3 5 14.6
3.1 / 3.3 5.9 17.1
5.3 6.9 18.3
Mahogany 841345K
4400 3.2 9.1
8400 / 2.3 5 13.4
3.1 / 3.3 5.9 17.1
5.3 6.9 18.9
Madrone 841330K
4400 3.4 9.4
8400 / 2.3 5 14.6
3.1 / 3.3 6.1 17.1
5.3 7 18.9
11
Balsam 1
Linden 1
Birch 4
Spruce 5
Redwood 5
Balsam
Linden
Oring
diëlektrisch vet
Sproeier Montage-instructie
12
Opstartprocedure 3-fasige units
Bij uw unit wordt geen bedieningspaneel meegeleverd. Zie de volgende waarschuwingen:
Als er geen eigen beveiliging tegen oververhitting wordt verschaft: gebruiken met een goedgekeurde motorbesturing die overeenkomt
met de motorinput in volledige ampères belasting, met het/de element(en) van overbelasting geselecteerd of aangepast overeenkomstig
de instructies voor de besturing.
Bij de installatie moet er in het bedieningspaneel voor de juiste beveiliging tegen aardsluiting (aardlekschakelaar of ‘RCD’) worden gezorgd.
Opmerking: de motorinput in volledige ampères belasting is de aangegeven waarde of de bedrijfsfactor; deze staat op het naamplaatje aangegeven.
Bedieningspanelen moeten door een bevoegd elektricien worden geïnstalleerd.
Als de aansluiting van deze pomp op het circuit met een zekering beschermd is, hoort dit een vertraagde zekering te zijn.
Vergeet niet de draairichting van de motor te controleren voordat u de unit in het water installeert.
3-fasige Kasco-units draaien rechtsom wanneer u op de propeller/rotor neerkijkt. Bij units van de J-serie dient u de bovenkant van de
pompbehuizing te verwijderen om de propeller/rotor te zien. Houd een veilige afstand van de propeller/rotor tijdens het controleren
van de draairichting. Volg de hieronder beschreven stappen.
Elektricien:
1. Alvorens de stroomtoevoer naar het paneel weer in te schakelen, dient u te controleren of alle schroefaansluitingen met het juiste
koppel zijn aangedraaid.
2. Controleer of de stroomtoevoer (spanning en fase) voldoet aan de waarden die op de naambordjes op het bedieningspaneel en de
beluchter weergegeven staan. Zie de instructies en het bedradingsschema voor het bedieningspaneel voor verdere bijzonderheden
wat de installatie betreft.
3. Controleer of alle schakelaars, stroomonderbrekers en motorstarters op UIT staan.
4. Sluit de stroomtoevoer naar het bedieningspaneel aan volgens het bijgeleverde elektrische diagram.
5. Sluit het netsnoer van de unit op het paneel aan volgens het bijgeleverde elektrische diagram.
6. Zet de overbelasting van de starter van de motor op de FLA-waarde die op het naamplaatje van de beluchter te zien is.
7. Draairichting van de pomp: verwijder de bovenkant van de pompbehuizing (als u een beluchter van de J-serie hebt) door de drie
schroeven te verwijderen waarmee hij aan de onderkant van de pompbehuizing vastzit. Wanneer u omlaag kijkt naar de
propeller/rotor, is de draairichting van de pomp rechtsom. Schakel de stroomtoevoer naar het bedieningspaneel in. Schakel de 15
A-stroomonderbreker van het bedieningspaneel en de starter van de motor in.
8. Zet de schakelaar Hand-O-Auto kortstondig op Hand. Hierdoor wordt de beluchter ingeschakeld. Laat de beluchter niet langer dan
enkele seconden buiten het water draaien. Als de draairichting niet juist is: koppel de stroomtoevoer los van het bedieningspaneel
en blokkeer deze. Ruil twee willekeurige draden van het netsnoer van de beluchter in het paneel om. Hierdoor wordt de
draairichting van de motor omgedraaid. Schakel de stroomtoevoer weer in en controleer of de draairichting rechtsom is.
9. Koppel nadat u de draairichting hebt gecontroleerd, de stroomtoevoer opnieuw los en blokkeer deze. Herinstalleer vervolgens de
bovenkant van de pompbehuizing. Laat de beluchter buiten het water nogmaals kortstondig draaien om te controleren of de
behuizing juist op zijn plaats zit. Schakel de stroomtoevoer opnieuw uit en blokkeer deze en ga door met de installatie van de
beluchter zoals in de bijgeleverde gebruikershandleiding wordt beschreven.
Noteer de volgende gegevens terwijl de unit in het water onder belasting draait:
Spanning: Ampèrewaarde:
L1-L2 ____________ L1_______________
L1-L3 ____________ L2_______________
L2-L3 ____________ L3_______________
De stroomonbalans bij volledige belasting mag niet hoger zijn dan 5%
3-fasig
380 volt
2.3HEJ 3.3HEJ 3.3HEVX 5.3EHJ
Volledige
ampères
belasting
3.3 5 4.8 7.7
3-fasig
190 volt
2.3EJ 3.3EJ 3.3EVX 5.3EJ
Volledige
ampères
belasting
6.4 10 9.6 15.2
13
Installatieinstructies
STAP 1
Breng de unit met de kabels op de gewenste plaats in de vijver/het meer aan (maak het snoer bij de krachtbron vast om
te voorkomen dat dit in het water wordt getrokken). Maak de kabels op zodanige manier in de bodem of op de oever vast
dat zij geen speling hebben, maar ook niet te strak staan. Om verdraaiing van de unit door wringkracht tegen te gaan,
hoort u de verankering voor elke m diepte ten minste 3 m van het drijichaam te plaatsen (bijv.: in een 3 m diepe vijver
hoort de horizontale afstand tussen de verankering en het drijichaam ten minste 9 m te bedragen). Om verwijdering te
vergemakkelijken, is het wellicht verstandig om ten minste één verankering zodanig aan te brengen dat deze vanaf de
oever bereikbaar is (net onder het wateroppervlak).
Juiste verankering
Onjuiste verankering
STAP 2 (ALTERNATIEVE INSTALLATIE)
In vijvers met een sterk variërend waterpeil is het wellicht nodig een klein gewicht (een 30 cm lange gegalvaniseerde buis
met een doorsnede van 2,54 cm werkt goed) op het middelpunt van de kabels aan te brengen om deze strak te trekken
wanneer het waterpeil daalt. Dit gewicht moet licht genoeg zijn om de unit in staat te stellen om met het waterpeil te
stijgen. Dit kan de kabels ook verder onder het wateroppervlak trekken om ze te verbergen.
Normaal waterpeil
Stroomsnoer
Verankeringskabel
Secundair gewicht
Laag waterpeil
Kasco-stroomkastje
Hoog waterpeil
STAP 3
Nu is de fontein gebruiksklaar en kan hij op de stroomvoorziening aan de rand van de vijver worden aangesloten. De unit
kan nu op het elektrisch circuit (vaste bedrading) aangesloten worden met een plug of rechtstreekse draadaansluiting.
Het circuit moet uitgerust zijn met een ontkoppelingsschakelaar, beveiliging tegen kortsluiting en verliesstroomautomaat
(RCD). Raadpleeg de unit-specicaties voor spanning- en stroomklassen. Op het motortypeplaatje staan de elektrische
specicaties van de unit eveneens vermeld. De elektrische installatie dient uitgevoerd te worden conform de lokale en
nationale elektrische codes en mag enkel door een daarvoor bevoegde persoon geïnstalleerd worden.
14
Aanbevolen onderhoud
Personen mogen zich NOOIT in het water bevinden terwijl een fontein in werking is. Vóór het verrichten van
onderhoudswerkzaamheden moet de stroomtoevoer worden uitgeschakeld en verbroken.
Een aardlekschakelaar (Residual Current Device of ‘RCD’) of verliesstroomautomaat (‘Ground Fault Circuit Interrupter of ‘GFCI’)
is een veiligheidsvoorziening die u attent kan maken op elektrische lekken in de apparatuur. Het is uiterst belangrijk om de RCD na
de aanvankelijke installatie, na elke herinstallatie en daarna eenmaal per maand te testen teneinde te verzekeren dat deze naar behoren
werkt. Als er zich geregeld aardingsfouten voordoen, moet de apparatuur worden losgekoppeld en uit het water worden verwijderd.
Controleer het stroomsnoer op beschadiging en bel een distributeur of vertegenwoordiger van Kasco Marine voor verdere instructies.
Mocht het stroomsnoer beschadigd raken, dan moet dit worden vervangen door een geautoriseerd servicecentrum of door een andere
bevoegde partij teneinde een gevaarlijke situatie te voorkomen.
OBSERVATIE: werkende apparatuur moet regelmatig worden geobserveerd (liefst dagelijks, indien mogelijk) op verminderde of
variërende doeltreendheid. Als hierin enigerlei vermindering wordt waargenomen, moet de apparatuur van de stroomvoorziening
worden losgekoppeld en worden geïnspecteerd op verstoppingen of voorwerpen die om de as van de motor gewikkeld zijn (vooral
plastic zakken en vislijn). Hoewel de fonteinen van Kasco bij uitstek tegen verstoppingen bestendig zijn, kunnen wij ze onmogelijk
tegelijk 100% beschermen tegen alle voorwerpen die een verstopping kunnen veroorzaken en de doorstroming van water in stand
houden. Dergelijke materialen kunnen bij doorlopend gebruik bijzonder schadelijk zijn voor de apparatuur en horen zo spoedig
mogelijk te worden verwijderd. VÓÓR HET VERHELPEN VAN VERSTOPPINGEN MOET DE UNIT ALTIJD VAN DE
STROOMVOORZIENING WORDEN LOSGEKOPPELD.
WINTEROPSLAG: in gebieden waar het ‘s winters vriest moeten fonteinen uit het water worden verwijderd om ze te beschermen
tegen de uitzetting van het ijs. Voor de opslag tijdens de winter verdient een koele plaats buiten direct zonlicht, maar met een
temperatuur boven 0oC de voorkeur.
REINIGING: ten minste eenmaal per jaar moet de apparatuur uit het water worden verwijderd (aan het einde van het seizoen in
koude klimaten), zodat de buitenkant van het systeem kan worden gereinigd; dit geldt vooral voor de cilindervormige roestvrij stalen
motorbehuizing. De motorbehuizing is het oppervlak waardoor warmte in het water wordt losgelaten; als er zich hierop algen, kalk,
enz. ophopen, wordt deze overdracht van warmte belemmerd. In warmere gebieden verdient het aanbeveling de motor ten minste twee
à drie maal per jaar te verwijderen en te reinigen (afhankelijk van de plaatselijke condities). In de meeste gevallen is een power washer
voldoende als de unit en de algen nog vochtig zijn.
VERVANGING VAN AFDICHTINGEN EN OLIE: dit is een motoreenheid met afdichtingen, die aan slijtage onderhevig zijn
(ongeveer zoals de remblokjes van een auto). Door de afdichtingen en de olie na drie jaar te vervangen, kunt u de levensduur van de
motor verlengen en u de kosten van duurdere reparaties besparen. In warmere klimaten, waarin de apparatuur het grootste deel van het
jaar of het hele jaar in gebruik is, verdient het aanbeveling de afdichtingen vaker te vervangen dan in koudere klimaten, waarin de unit
gedurende enkele maanden niet wordt gebruikt.
ZINKELEKTRODE: om de apparatuur te beschermen tegen corrosie en elektrolyse, zijn alle 50 Hz-fonteinen van Kasco bij levering
voorzien van een oploselektrode van zink op de as. Als de zinkelektrode tot de helft van de oorspronkelijke grootte is verkleind of als
deze wit is geworden, moet hij worden vervangen. Hoewel corrosie door elektrolyse meestal verband houdt met zout of brak water,
is het bij alle installaties belangrijk om de zinkelektrode voor de zekerheid van tijd tot tijd (ten minste om de twee à drie maanden) te
controleren.
De vervanging van afdichtingen en alle andere reparatiediensten horen te worden verricht door Kasco Marine of door een door Kasco
getraind, geautoriseerd reparatiecentrum. Neem voor informatie over het dichtstbijzijnde geautoriseerde reparatiecentrum contact op
met uw distributeur of vertegenwoordiger van Kasco Marine, Inc..
Lekkend smeermiddel kan leiden tot vloeistofpollutie. Bij detectie van lekken, dient de unit uitgeschakeld en gerepareerd te
worden.
15
Tips voor het oplossen van problemen
Tips voor het opsporen en verhelpen van fouten
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Stroom is uitgeschakeld of ontkoppeld Zorg dat de unit aangesloten is op het elektrisch circuit.
Controleer of de stroomonderbrekers, timers en/of
blokkeringschakelaars ingeschakeld zijn en functioneren.
RCD (residual current device)
(aardlekschakelaar) of GFCI (Ground fault
circuit interrupter) (verliesstroomautomaat)
werd geactiveerd.
RCD wordt willekeurig geactiveerd.
Voer een reset uit van de RCD of GFCI en start de unit
opnieuw.
Als de unit de RCD blijft activeren, wijst dit op een mogelijk
probleem met de hoofdstroomleiding, het stroomcircuit dat
de unit voedt of er zit water in het stroomsnoer of de
motorassemblage van de unit. Neem contact op met uw
verdeler voor hulp bij het oplossen van dit probleem.
Unit is verstopt met afval en start niet. Koppel de unit los van de elektrische stroom. Controleer en
verwijder alle afval uit de unit. Raadpleeg de
installatiehandleiding voor meer details inzake verwijdering
van beveiligingscomponenten. Sluit de unit opnieuw aan op
de elektrische stroom en start de unit om te zien of het
probleem opgelost is. Indien niet, neemt u contact op met
uw plaatselijke verdeler voor hulp.
Unit zit vol afval Koppel de unit los van de elektrische stroom. Controleer en
verwijder alle afval uit de unit. Raadpleeg de
installatiehandleiding voor meer details inzake verwijdering
van componenten. Sluit de unit opnieuw aan op de
elektrische stroom en start de unit om te zien of het
probleem opgelost is
Beschadigde propeller of waaier Koppel de unit los van de elektrische stroom. Controleer de
propeller/waaier op losse stukken of beschadiging die de
oorzaak kunnen zijn dat de unit niet functioneert zoals het
hoort. Raadpleeg de installatie-instructies voor assemblage.
Vervang de propeller / waaier bij beschadiging. Neem
contact op met uw verdeler voor hulp.
Te lage spanning naar unit Controleer de spanning aan het stroomsnoer om te
verifiëren of de unit voldoende spanning krijgt om goed te
functioneren. Raadpleeg de installatie-instructies voor
spanningsvereisten. Door deze spanning te controleren
terwijl het circuit geladen is, wordt geverifieerd of de
spanning stabiel is. Los het spanningprobleem op vooraleer
de unit weer o
p
nieuw in te schakelen
.
Enkelfase-unit - Interne overbelasting Unit wordt te heet waardoor de motor door inwendige
thermische overbelasting afslaat.
Koppel de unit los van de elektrische stroom.
Haal de unit uit het water en inspecteer deze op overtollige
afval die voorkomt dat de hitte zich in het water verspreidt.
Controleer of de motoras vrij kan rondraaien. Door een
opeenstapeling van algen, kalk of organische stoffen op de
roestvrijstalen behuizing wordt de motorkoeling
gereduceerd. Maak de unit schoon en installeer deze
opnieuw om te testen. Als de unit af en toe blijft in- en
uitschakelen, dient u deze uit te schakelen en dient u contact
op te nemen met uw verdeler voor reparatie.
Unit start niet
Verminderde prestaties
Unit start en stopt
automatisch of af en toe
Hieronder vindt u hulp voor de diagnose en mogelijke storingsbronnen. Dit is enkel een hulpmiddel en bevat mogelijk niet alle oorzaken voor alle problemen. Voor bijkomende hulp
voor het oplossen en verhelpen van fouten neemt u best contact op met uw lokale verdeler of surft u naar www.kascomarine.com voor extra tips
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Kasco 4400EJ, 8400EJ, 3.1EJ 2.3E(H)J, 3.3E(H)J, 5.3E(H)J – 50hz J Series Fountain de handleiding

Type
de handleiding